Commissievergadering op 17 september 2025
Vragen
De volgende vragen werden gesteld tijdens deze commissievergadering.
De problematiek van de opvang van asielzoekers naar aanleiding van de wet van 14 juli 2025
De uitvoering van de wetsontwerpen inzake volgende verzoeken en opvang
De opvangweigeringen aan gezinnen met een M-status
De opvangweigering van Fedasil voor een asielzoekersgezin ondanks een rechterlijke beslissing
Dakloze kinderen en het asielbeleid
De implementering van de noodmaatregelen
Kinderen die op straat moeten slapen
Het M-statuut
Gezinnen met kinderen op straat
Gesteld door
DéFI
François De Smet
PS
Khalil Aouasti
Groen
Matti Vandemaele
DéFI
François De Smet
VB
Francesca Van Belleghem
Les Engagés
Xavier Dubois
Groen
Matti Vandemaele
Groen
Matti Vandemaele
PVDA-PTB
Greet Daems
Aan
Anneleen Van Bossuyt (Minister van Asiel en Migratie, en Maatschappelijke Integratie)
Bekijk antwoord
Marijke Dillen:
Mevrouw de minister, collega’s, er werd beslist dat Fedasil een asielcentrum zal openen op de voormalige site van de paters van Scheut in Schilde voor de opvang van maar liefst 192 asielzoekers. De huurovereenkomst werd blijkbaar ondertekend, ondanks het bijzonder grote protest van de inwoners. Verschillende petities hebben momenteel al meer dan 10.000 handtekeningen verzameld.
Vorige week vond er ook een zeer interessante vergadering plaats van het buurtcomité Scheut in Evenwicht, waar zeer veel volk aanwezig was. Bij veel inwoners leeft bezorgdheid over de impact op de leefbaarheid en de veiligheid. Deze bezorgdheden, mevrouw de minister, vragen om erkenning en respect. De site is bovendien niet geschikt voor de opening van een asielcentrum, aangezien die ligt binnen de zone van de klimaatbossengordel, een zeer waardevol groengebied. Deze gordel maakt deel uit van het project De Nieuwe Rand van de Vlaamse overheid. Het missiehuis bevindt zich daarnaast in een residentiële en landelijke omgeving, die wordt gekenmerkt door rust, groen en beperkte densiteit. De komst van een grootschalig opvangcentrum strookt niet met het karakter van deze wijk.
De eenzijdige keuze van de eigenaars om het gebouw te bestemmen voor de opvang van asielzoekers heeft een zeer grote maatschappelijke impact, niet alleen voor de gemeente Schilde maar ook voor de omliggende gemeenten. Ik verwijs bijvoorbeeld naar de problematiek van de verkeersdrukte. De weg waar het asielcentrum komt, is een drukke verbindingsweg. Er is ook geen milieueffectenrapport opgesteld, hoewel de komst van 200 personen significante gevolgen heeft, zoals geluidshinder, verkeersdrukte en invloed op de water- en rioleringscapaciteit. Al deze zaken moeten volgens de VLAREM-regelgeving onderzocht worden.
Verder heeft dit asielcentrum een grote impact op de sociale en maatschappelijke voorzieningen, waardoor de draagkracht van de gemeente dreigt te worden overschreden. Ik denk hierbij aan de politie, aan het OCMW en aan het onderwijs. De burgemeester heeft twee weken geleden tijdens een commissievergadering erkend dat de kinderen van kleuter- en lager onderwijs naar de scholen in Schilde zullen gaan. Dat zou blijkbaar niet gelden voor het middelbaar onderwijs. Die scholen in Schilde kampen nu al met wachtlijsten, zitten al overvol en kunnen onze eigen kinderen geen plaats meer geven.
Kunt u meer toelichting geven over de ondertekende huurovereenkomst? In mijn ontwerp van interpellatie stond dat het zou gaan om een overeenkomst van drie jaar. Inmiddels is duidelijk dat het gaat om een overeenkomst van onbepaalde duur, met een minimum van vier jaar.
Wat is het plan na afloop van deze periode? Welke aanpassingen moeten er gebeuren om van dit gebouw een asielcentrum te maken? Wat is de huurprijs die Fedasil moet betalen? Kunt u me een gedetailleerd overzicht geven van de totale kostprijs voor de inrichting en uitbating van dit nieuwe asielcentrum?
Het lokaal bestuur van Schilde zegt niet betrokken te zijn geweest bij de plannen van de eigenaars van deze site en ook niet op de hoogte te zijn gesteld van de gesprekken met Fedasil. Uit andere berichten blijkt evenwel dat het gemeentebestuur al veel langer op de hoogte geweest zou zijn. Kunt u hierover meer duidelijkheid geven? Wanneer werd het gemeentebestuur van Schilde op de hoogte gebracht? Wanneer heeft er overleg plaatsgevonden?
Tot op heden is er ook geen transparante inspraak geweest van of met de inwoners van Schilde. Beslissingen met een dergelijke impact moeten in overleg met de lokale gemeenschap genomen worden. Dit staat trouwens heel duidelijk in het gemeentedecreet. Hoe verantwoordt u de afwezigheid van enig overleg met de lokale bevolking? Wat is het antwoord van de minister op het enorme protest?
De impact van de komst van 192 asielzoekers zal groot zijn. Werd die voldoende onderzocht? Welke maatregelen worden er genomen om de veiligheid en leefbaarheid te garanderen? Welke maatregelen zijn er genomen op het vlak van onderwijs voor de kinderen?
Kunt u duidelijkheid geven over het profiel van de asielzoekers die hier onderdak zullen krijgen? Ook daarover circuleren verschillende verhalen.
Op het domein ligt een Mariagrot en is er een kerkhof waar de overleden paters van Scheut begraven liggen. Zijn er garanties dat de Mariagrot en het kerkhof niet zullen worden afgesloten of zelfs ontmanteld, maar integraal behouden zullen blijven? Zullen ze voldoende bescherming en bewaking krijgen?
Kunt u meer toelichting geven over de andere pistes die door Fedasil werden onderzocht ter vervanging van het asielcentrum in Deurne? Op basis van welke criteria werden de andere pistes niet gekozen? Op basis van welke criteria werd er gekozen voor het domein in Schilde?
Tot slot, in uw beleidsnota staat het volgende: “Het ongebreideld openen van nieuwe opvangplaatsen is niet het juiste antwoord op de aanhoudende historisch hoge instroom en de enorme werkachterstand in de asielketen." Hoe past u deze plannen in het beweerde "strengste asielbeleid ooit", dat de eerste minister beloofde voor de verkiezingen?
Anneleen Van Bossuyt:
Mevrouw Dillen, er zal inderdaad een opvangcentrum openen in Schilde, ter vervanging van het sluitende centrum in Deurne. Het gaat dus niet over nieuwe capaciteit maar over vervangingscapaciteit. Dit centrum zal een maximale capaciteit hebben van 178 plaatsen. Het gaat dus niet over 192 plaatsen, maar over 178.
De contractuele informatie van het ondertekende huurcontract kan worden opgevraagd bij Fedasil, want u hebt daarover een aantal vragen gesteld. U kunt die informatie opvragen bij Fedasil, conform de regels inzake openbaarheid van bestuur. Het is aan Fedasil om te beoordelen welke gegevens wanneer en op welke manier worden vrijgegeven.
Mijn kabinet staat in rechtstreeks contact met de burgemeester. Op 26 mei 2025 heeft er overleg plaatsgevonden met alle betrokken partijen: het kabinet, Fedasil, de burgemeester en schepenen en ook de gemeentelijke diensten. Daarnaast hebben Fedasil en het gemeentebestuur een werkgroep opgericht om openstaande vragen op een constructieve manier te bespreken en om de opstart goed te begeleiden.
Bij de opening van een centrum voorziet Fedasil steeds infosessies voor de buurtbewoners. Dat zal hier niet anders zijn. Fedasil heeft de nodige ervaring met het opstarten van centra. Bovendien betreft het hier de verplaatsing van een bestaand centrum, met hetzelfde ervaren personeel en dezelfde directeur. Deze zullen meegaan van het centrum dat sluit in Deurne naar het centrum in Schilde. Dat biedt extra garanties voor een vlotte overgang.
Lokale besturen kunnen rekenen op ondersteuning via subsidies, via samenwerking met de politie, infomarkten en regionale begeleiding vanuit Onderwijs en Integratie en Inburgering. De schoolplichtige kinderen uit het centrum zullen niet allemaal in Schilde naar school gaan. Er wordt gezocht naar een evenwichtige spreiding in de omliggende gemeenten, samen met AGODI en de scholen zelf. Bovendien blijven de kinderen die nu al in Deurne naar school gaan, daar zoveel mogelijk ingeschreven. Dat is goed voor iedereen. Fedasil neemt het beperkte schoolvervoer zelf op zich, waardoor de impact op de gemeente beperkt blijft.
Het opvangcentrum in Schilde zal verschillende doelgroepen opvangen, voornamelijk personen die medische zorgen nodig hebben, alleenstaanden, families en niet-begeleide minderjarige vreemdelingen. Er is permanent voldoende personeel aanwezig om te waken over de goede orde. Het gaat, zoals ik daarnet al zei, om ervaren personeel uit het opvangcentrum van Deurne.
Elke bewoner ondertekent bij aankomst een huishoudelijk reglement waarin staat dat vernieling en vandalisme verboden zijn en gesanctioneerd worden conform de opvangwet. Fedasil bekijkt altijd verschillende parameters bij de keuze van een locatie voor de opvang. Het gaat dan bijvoorbeeld om de kostprijs, de ligging, de kwaliteit van het gebouw, hoe snel het operationeel kan zijn, de mobiliteit enzovoort.
Ter vervanging van het huidige centrum in Deurne werden verschillende locaties onderzocht en Schilde bleek de beste keuze op basis van de prijs, de geschiktheid van het gebouw en de onmiddellijke beschikbaarheid. Wat de Mariagrot en de begraafplaats van de paters scheutisten betreft: beide locaties behoren niet tot het gehuurde goed van Fedasil. Fedasil zal echter de toegang tot deze locaties, die bereikbaar zijn zonder het centrum te moeten kruisen, geenszins belemmeren, dat in tegenstelling tot – eerlijk gezegd – de meest wilde verhalen en afbeeldingen die ik daarover deze zomer heb zien passeren.
Tot slot, de opening van Schilde dient enkel om de nakende sluiting van Deurne op te vangen. Het gaat dus niet om bijkomende capaciteit, maar om vervangcapaciteit, het behouden van bestaande expertise en het voorzien van gespecialiseerde plaatsen voor bewoners met medische noden en hun mantelzorgers. Er komen netto geen opvangplaatsen bij.
Marijke Dillen:
Dank u, mevrouw de minister.
Het zal u niet verwonderen dat uw antwoord mij bijzonder ontgoochelt. U zegt dat het in Schilde niet gaat om een nieuw asielcentrum, maar om de vervanging van Deurne. U hebt nochtans het strengste asielbeleid ooit beloofd. Het is uw plicht en uw taak om het aantal asielzoekers te verminderen, niet om hen te verplaatsen.
U zegt dat de kinderen zullen worden gespreid over de scholen, ook van de naburige gemeenten. Welnu, mevrouw de minister, dat is totaal iets anders dan wat de burgemeester heeft gezegd. Hij heeft verklaard dat die kinderen naar de scholen in Schilde zullen gaan. Nogmaals, die scholen zitten bij ons propvol. Onze kinderen staan er op de wachtlijst. Het is onaanvaardbaar dat onze kinderen op de tweede plaats komen en naar achteren worden geschoven. Dat zullen wij nooit tolereren.
U zegt ook dat de kinderen van het middelbaar onderwijs naar de school in Deurne zullen gaan en dat Fedasil daarvoor vervoer zal regelen. Mevrouw de minister, dat komt erop neer dat Fedasil taxi speelt. Onze kinderen moeten zelf met de bus, met het openbaar vervoer gaan. Waarom opnieuw die discriminatie ten nadele van onze eigen kinderen? Waarom krijgen asielzoekers een taxi die hen elke dag aan de poort komt afhalen om hen naar de schoolpoort in Deurne te brengen?
Verder zegt u, mevrouw de minister, dat die asielzoekers allemaal een reglement moeten tekenen, overeenkomstig de opvangwet. De asielzoekers die nu in Deurne verblijven, hebben dat ook moeten doen. U bent er evengoed als ik van op de hoogte dat dit voor velen onder hen eigenlijk maar een vodje papier is, getuige de moord in Antwerpen-Noord die gepleegd is door een van die bewoners.
Wat de Mariagrot betreft, mevrouw de minister, de huurovereenkomst is afgesloten voor dat hele domein. Dat hebben de eigenaars zelf gezegd. Daarenboven zijn de Mariagrot en het kerkhof van de paters van Scheut niet afgesloten. Dat is gewoon één groot domein. Zal men daar dan bescherming voorzien? Daarop biedt u absoluut geen antwoord.
Mevrouw de minister, ik weet niet of u dat domein al eens bent gaan bekijken. Ik heb u dat de vorige keer ook gevraagd. Ga daar eens kijken. Stap er gewoon binnen. De eigenaars hebben dat terrein momenteel afgesloten. Dat is in strijd met de wet op de trage wegen. Dat mag dus eigenlijk niet, maar dat is niet uw verantwoordelijkheid. In principe kan men daar gewoon binnenwandelen, recht naar het gebouw en dan verder door dat mooie park naar het kerkhof en de grot. Daar moeten zeker maatregelen worden genomen.
U hebt geen antwoord gegeven op mijn vraag over de maatregelen die genomen zijn om de veiligheid te waarborgen. Ik ben ervan overtuigd dat daar bijkomende politiecapaciteit nodig is. U weet evengoed als ik dat die capaciteit niet zomaar uit de lucht komt vallen en dat het moeilijk is om agenten te vinden die daar de veiligheid kunnen garanderen. Ik heb daar vorige maandag ook de burgemeester over ondervraagd, maar ik kreeg evenmin een antwoord.
Tot slot, mevrouw de minister, u hebt geen antwoord gegeven op de vraag welke pistes nog zijn onderzocht. U zegt gewoon dat uit het onderzoek is gebleken dat Schilde de meest interessante piste is, maar welke andere pistes zijn er onderzocht? Dat weten we niet, daar krijgen we geen antwoord op.
U bent begonnen met te zeggen – daarmee rond ik af, mijnheer de voorzitter – dat ik voor mijn eerste vraag de informatie maar moet gaan halen bij Fedasil, in het kader van de openbaarheid van bestuur. Mevrouw de minister, ik vraag al lange tijd inzage in dat dossier bij Fedasil. Aanvankelijk was dat geen enkel probleem. Ik moest alleen een nieuwe aanvraag doen, nu de huurovereenkomst ondertekend is. Welnu, mevrouw de minister, Fedasil blijft dat op de lange baan schuiven. Gisteren nog, na de zoveelste rappel die wij hebben gestuurd, hebben ze gezegd dat ik eerst een oplijsting moet bezorgen van alle informatie die ik wens te ontvangen. Het volledige dossier willen ze niet vrijgeven. Wanneer ik nu die inzage zal krijgen, blijft een open vraag. Fedasil zal nu wellicht opnieuw antwoorden dat ook dit onderzocht moet worden. Mevrouw de minister, de houding van Fedasil is absoluut niet correct. Ik hoop dat u er bij uw diensten op aandringt dat wij onmiddellijk die documenten mogen inkijken.
Tot slot, mijnheer de voorzitter, heb ik een motie ingediend.
Moties
Motions
Voorzitter:
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend.
En conclusion de cette discussion, les motions suivantes ont été déposées.
Een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Marijke Dillen en luidt als volgt:
"De Kamer,
gehoord de interpellatie van mevrouw Marijke Dillen
en het antwoord van de minister van Asiel, Migratie en Maatschappelijke Integratie, belast met Grootstedenbeleid,
- overwegende dat Fedasil de intentie heeft een asielcentrum te openen op de site van de Paters van Scheut in Schilde voor de opvang van 192 asielzoekers;
- overwegende dat de huurovereenkomst tussen Fedasil en de eigenaars blijkbaar reeds getekend is;
- overwegende dat deze site niet geschikt is voor de opening van een asielcentrum gezien de ligging binnen de zone klimaatbossengordel en binnen een residentiële en landelijke omgeving die gekenmerkt wordt door rust, groen en een beperkte densiteit;
- overwegende dat het protest van de inwoners van Schilde en de naburige gemeente bijzonder groot is, getuige de petities die inmiddels door meer dan 10.000 burgers werden ondertekend;
- overwegende dat de maatschappelijke impact van dergelijk groot asielcentrum bijzonder omvangrijk is, niet alleen voor Schilde maar ook voor de omliggende gemeenten, zowel op het vlak van de leefbaarheid als van de veiligheid en verkeersveiligheid;
- overwegende dat dit asielcentrum ook een grote impact heeft op de sociale en maatschappelijke voorzieningen die de draagkracht van de gemeente zal overschrijden;
- overwegende dat het gemeentebestuur van Schilde stelt dat ze niet op de hoogte was van de komst van een
asielcentrum en dat er geen overleg heeft plaatsgevonden;
- overwegende dat er evenmin een voorafgaand overleg heeft plaatsgevonden met de inwoners van Schilde:
- overwegende dat deze plannen niet kaderen in het ‘strengste asielbeleid ooit’ dat de eerste minister aankondigde
vraagt de regering
geen asielcentrum te openen op het domein van de paters van Scheut in Schilde. "
Une motion de recommandation a été déposée par Mme Marijke Dillen et est libellée comme suit:
" La Chambre,
ayant entendu l'interpellation de Mme Marijke Dillen
et la réponse de la ministre de l'Asile, de la Migration et de l'Intégration sociale, chargée de la Politique des Grandes Villes,
- considérant que Fedasil a l'intention d'ouvrir un centre pour demandeurs d'asile sur le site des pères de Scheut à Schilde pour l'accueil de 192 demandeurs d'asile;
- considérant que le contrat de bail entre Fedasil et les propriétaires a apparemment déjà été signé;
- considérant que ce site ne convient pas à l'ouverture d'un centre pour demandeurs d'asile, compte tenu de sa situation au sein de la ceinture forestière à fonction climatique et dans un environnement résidentiel et rural caractérisé par le calme, la verdure et une densité de population limitée;
- considérant que les protestations des habitants de Schilde et de la commune voisine sont particulièrement vives, comme en témoignent les pétitions signées par plus de 10 000 citoyens;
- considérant que l'incidence sociétale d'un centre pour demandeurs d'asile d'une telle envergure sera considérable, non seulement pour Schilde, mais aussi pour les communes voisines, tant en termes de qualité de vie qu'en termes de sécurité et de sécurité routière;
- considérant que ce centre pour demandeurs d'asile aura également une incidence majeure sur les dispositifs sociaux et sociétaux, qui dépassera les moyens de la commune;
- considérant que l'administration communale de Schilde affirme qu'elle n'avait pas connaissance de l'ouverture d'un centre pour demandeurs d'asile et qu'aucune concertation n'a eu lieu à ce sujet;
- considérant qu'il n'y a pas non plus eu de concertation préalable avec les habitants de Schilde;
- considérant que ce projet ne s'inscrit pas non plus dans le cadre de la ‘politique d'asile la plus stricte de tous les temps’ annoncée par le premier ministre;
demande au gouvernement
de ne pas ouvrir de centre pour demandeurs d'asile sur le domaine des pères de Scheut à Schilde."
Een eenvoudige motie werd ingediend door mevrouw Maaike De Vreese.
Une motion pure et simple a été déposée par Mme Maaike De Vreese .
Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten.
Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
François De Smet:
Madame la ministre, j’espère que vous avez passé de bonnes vacances. Précisément, pendant cet été, les changements législatifs de l’Arizona ont commencé à produire leurs effets. Pas dans les chiffres, non, mais dans les rues. La loi du 14 juillet 2025 restreignant l’accès aux structures d’accueil pour les demandeurs d’asile dans certaines situations est entrée en vigueur pour endiguer ce que vous appelez le "shopping de l’asile".
Nous pourrions recommencer tout le débat sur certains demandeurs bénéficiant déjà d’un statut en rappelant, par exemple, que la protection théorique offerte par certains États membres de l’Union, notamment la Grèce, n’est pas toujours effective. Cela dit, ce n’est pas le problème que je souhaitais soulever. Il s’agit plutôt du simple respect des décisions de justice. Si l’on en croit la RTBF, Fedasil a informé par courrier des avocats que, je cite, "à la demande de la ministre, l’Agence ne pourrait pas loger une famille qui avait déjà obtenu le droit d’asile en Grèce". Je dois avouer que, malgré un certain cynisme affiché par vos prédécesseurs qui refusaient de se plier à des décisions de justice, je n’ai pourtant pas le souvenir d’un ministre ordonnant à sa propre administration de refuser d’appliquer une décision de justice. Or le tribunal du travail de Bruxelles, dans une ordonnance rendue en septembre, avait ordonné à Fedasil de fournir un logement à cette famille au motif de sa vulnérabilité, notamment en raison de la présence d’enfants en bas âge et du risque de se retrouver sans toit.
Plusieurs familles seraient actuellement sans solution de logement, certaines dormant dans la rue. Des tribunaux ont déjà rendu des ordonnances favorables à ces familles, mais Fedasil, agissant donc à votre demande, ne se conforme pas à ces décisions judiciaires.
La bâtonnière de l’Ordre francophone du barreau de Bruxelles s’est tout récemment adressée à vous pour vous rappeler de tenir compte des droits humains et de l’intérêt de l’enfant dans la politique migratoire et vous a recommandé de donner de nouvelles instructions à Fedasil afin que les familles avec enfants mineurs soient toutes hébergées au sein du réseau, en vue d’éviter qu’elles n’errent en rue à Bruxelles.
Madame la ministre, combien de familles se trouvent actuellement dans la situation décrite: à savoir qu’elles ont trouvé une protection dans un autre État, mais qu’elles se sont retrouvées sans logement parce qu’elles sont venues, malgré la nouvelle législation, dans notre pays? Considérez-vous légitime qu’une ordonnance judiciaire ne soit pas appliquée en raison d’une décision politique ou ministérielle? Dans ce cas, sur quelle base légale peut-on justifier un non-respect d’une décision de justice? Ce nouveau régime de statut M vous paraît-il compatible avec les principes constitutionnels, notamment les droits de l’enfant et l’égalité devant la loi? Enfin, selon vous, la Belgique ne risque-t-elle pas des condamnations au titre de droits fondamentaux si des personnes sont laissées sans hébergement, malgré la loi en vigueur, mais aussi malgré des décisions de justice?
Khalil Aouasti:
Madame la ministre, nous avons effectivement débattu sur ce sujet dans cette commission avant l'été. J'avais déjà énuméré les conséquences inévitables, à savoir des personnes qui allaient dormir dans la rue. Non plus – même si c'était interdit – des hommes seuls, mais des familles avec enfants.
La loi est entrée en vigueur le 4 août, et alors que vous promettiez ici que "plus jamais personne ne dormirait dans la rue" suite aux pressions des Engagés et de Vooruit, à quoi devons-nous assister depuis le début de cet été? Ce ne sont plus simplement des hommes seuls qui dorment dans la rue, mais des familles avec enfants. Le plus jeune a 13 mois et a vu sa demande d'accueil refusée, alors que sa maman a fui, que l'enfant est la victime d'une agression sexuelle, qu'il est né postérieurement à la fuite de la mère. Il a 13 mois, et parce que c'est un statut M, il a été refusé dans le statut d'accueil sans aucune prise en considération de sa vulnérabilité ni du statut de l'enfant.
Comme l'indique mon collègue De Smet, sur base de vos instructions, une dizaine d'ordonnances ont déjà été prononcées par le tribunal du travail de Bruxelles. Aucune d'entre elles n'est respectée. Pire, il y a semble-t-il du cynisme. Ce n'est en effet pas le manque de places qui motive le refus d'accueil puisqu'une instruction indiquerait que si les personnes renoncent à leur demande de protection internationale, vous accepteriez de les loger jusqu'à ce qu'une solution soit trouvée en vue de leur départ. Cela signifie qu'il y a des places disponibles, et que vous refusez de les loger.
Madame la ministre, quand allez-vous enfin prendre conscience des conséquences de votre loi? Quand allez-vous respecter les décisions de justice? Quand ferez-vous en sorte que des gens ne dorment pas dans la rue, singulièrement des enfants de 13 mois?
Matti Vandemaele:
Ik zal mijn vragen samenbundelen, mijnheer de voorzitter. De vakantie was lang, dus ik heb mijn vragen op verschillende momenten tijdens de vakantie ingediend. We kunnen ze nu echter samen behandelen.
Sinds deze zomer worden mensen die bescherming kregen in een andere EU-lidstaat uitgesloten van het opvangnet. Rechtbanken oordelen nu echter dat die weigering onvoldoende is gemotiveerd, dat er geen rekening wordt gehouden met de individuele situatie en de kwetsbaarheid van de gezinnen en dat er opnieuw opvang moet worden voorzien. Toch, mevrouw de minister, krijgen die gezinnen te horen dat u als minister Fedasil de opdracht hebt gegeven om die rechterlijke uitspraken gewoon te negeren. U hebt immers een instructie op papier gegeven aan uw administratie waarin u stelt dat de rechterlijke macht mag wordt genegeerd en dat er geen rekening mee moet worden gehouden.
Wat is uw motivatie om te zeggen dat de rechterlijke macht de boom in kan, om er niet naar te luisteren? Hoe kijkt u naar het feit dat die rechtbanken oordelen dat er opvang moet worden voorzien? Het is jammer dat uw coalitiepartners Les Engagés, Vooruit en cd&v, die altijd zeiden dat het hoger belang van het kind prioritair zou zijn, hier niet aanwezig zijn en dat blijkbaar niet hebben gezien. Is het een regeringsstandpunt om kinderen en gezinnen op straat te zetten? Wij vernemen namelijk dat het duidelijk een standpunt is van de regering om gezinnen met kinderen de straat op te duwen.
Zal het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ondersteund worden? Het gaat ondertussen immers al om enkele duizenden mensen die op straat zijn terechtgekomen en die uiteraard niet allemaal zijn teruggekeerd. Zal er daarvoor ondersteuning komen?
Mijn tweede vraag heeft betrekking op de minderjarigen. Daarover hebben we heel lang gediscussieerd in de plenaire vergadering. Toen kwam telkens naar voren dat het hoger belang van het kind individueel zou worden bekeken en dat er de mogelijkheid zou zijn om in het belang van het kind toch opvang te voorzien. Dat is altijd zo gezegd. Les Engagés, Vooruit en cd&v zeiden telkens weer dat er voor die kinderen een oplossing zou worden gevonden. Nu blijkt echter dat er voor die kinderen geen oplossingen komen. Ik hoor de collega’s ook zeggen dat er baby’s tussen zitten. Het gaat dus niet enkel over 14-, 15- of 16-jarigen, maar ook over baby’s.
Jullie sturen gezinnen met baby’s gewoon de straat op. Ik sta daar met open mond naar te kijken, zeker omdat u gezegd hebt dat u het meest humane beleid ooit zou voeren. Jullie zijn de inhumanen. Jullie hebben het verkeerd aangepakt. U zou tonen hoe het moet, maar twee weken later werden de eerste baby’s de straat op geduwd. Dat is de realiteit van uw beleid, mevrouw.
Wat is de handelingsmarge bij de asieldiensten wanneer zij geconfronteerd worden met gezinnen met kinderen? Kunnen zij dan oplossingen bieden? Waarom doen ze dat niet, als dat mogelijk is?
Mijn tweede vraag: vandaag is het nog relatief warm, maar wat als het putje winter wordt? Gaan we dan ook gezinnen met baby’s de straat op sturen, ja of nee?
Ten derde, waar is hier het belang van het kind? U hebt beloofd daar rekening mee te houden, maar u doet dat niet. Uw diensten doen dat hoegenaamd niet. Ik citeer een van uw voorgangers: “Hoe kunnen die linkse moraalridders in de spiegel blijven kijken nu er kinderen op straat moeten slapen, alleen in de kou, prooien voor onverlaten?” Hij voegde eraan toe: “Tijdens mijn mandaat sliep geen enkel kind op straat. Zero.”
Blijkbaar zijn de morele standaarden opgeschoven. Voor deze regering – met Vooruit, Les Engagés en cd&v – lijkt het geen enkel probleem te zijn dat kinderen, ook baby’s, de straat op worden gestuurd en dat er niet meer in opvang wordt voorzien.
Mijn volgende vraag is algemener en staat los van de minderjarigen. Voor hoeveel mensen met een M-status is inmiddels beslist dat er geen plek meer is in het opvangnet? Over hoeveel mensen gaat het concreet? Ik hoor cijfers die variëren van 2.000 tot 3.000. Hoeveel zijn het er werkelijk? Hoeveel minderjarigen behoren er tot die groep? Wordt er voor hen in extra begeleiding voorzien, of krijgen zij gewoon een briefje mee en wordt er gezegd: “Dag, nog een prettige dag en laat ons gerust”?
Mevrouw de minister, we kunnen van mening verschillen en dat zullen we ook de hele legislatuur blijven doen, maar ik dacht echt dat we het over de kwetsbaren, en zeker over kinderen, eens waren dat we dat niet zouden doen. Jullie zouden ons tonen hoe moreel superieur jullie waren. Jullie hebben altijd gezegd dat ons beleid verwerpelijk was, dat wat wij gedaan hebben degoutant was, dat wij alleenstaande mannen de straat op geduwd hebben. Ik heb al gezegd dat ik daarvoor mijn verantwoordelijkheid neem. Dat mocht inderdaad niet gebeuren.
Jullie hebben echter beloofd het beter te doen. Na twee weken sliepen er al gezinnen met kinderen op straat. Voor uw coalitiepartners is dit heel belangrijk om te beseffen. Bij Les Engagés, bij Vooruit en bij cd&v moeten ze zich goed in de oren knopen dat dit het regeringsbeleid is. Het is het beleid van deze regering om gezinnen met kinderen, ook met baby’s, de straat op te sturen. U mag daar trots op zijn (...)
Francesca Van Belleghem:
Mevrouw de minister, in de media lezen we dat er gezinnen met kinderen op straat slapen. Andere parlementsleden hebben dat onderwerp al aangehaald.
Gaat het daarbij uitsluitend om personen die al een status hebben gekregen in een andere EU-lidstaat? Over hoeveel mensen gaat het precies? Het terugkeerbeleid speelt hier immers een rol. U kunt opvang weigeren aan mensen die al een status hebben gekregen in een andere EU-lidstaat. Als u echter geen actie onderneemt om die mensen terug te sturen naar het EU-land waar zij al een status hebben gekregen, zullen zij hier nog lange tijd op straat blijven. Het kan uiteraard niet de bedoeling zijn dat de Brusselse daklozenopvang uw taken overneemt.
Mijn concrete vraag aan u is dan ook hoe u ervoor zult zorgen dat gezinnen met kinderen die hier op straat slapen, worden teruggestuurd naar het EU-land waar zij al een status hebben gekregen. Welke acties mogen we van u verwachten?
Greet Daems:
Mevrouw de minister, door uw crisismaatregel die verbiedt dat gezinnen een tweede asielaanvraag indienen op naam van hun kind, slapen heel wat gezinnen met jonge kinderen noodgedwongen op straat. Vluchtelingenwerk Vlaanderen heeft dat in augustus al vastgesteld. Zij telden een twintigtal gezinnen met kinderen, samen ongeveer zestig personen. In sommige gevallen betrof het zelfs baby’s van negen maanden oud. Samusocial spreekt zelfs van vierhonderd gezinnen.
Mevrouw de minister, het middenveld stelt u verantwoordelijk, en terecht, want uw logica is onmenselijk. Door elk greintje waardigheid af te nemen van een moeder en haar kind, van een gezin op de vlucht, zullen die personen België wellicht verlaten. Dat lijkt uw redenering. In plaats van op Europees niveau te pleiten voor betere bescherming en betere asielprocedures, doet u het tegenovergestelde.
De RTBF bracht naar buiten dat u het personeel van Fedasil de opdracht hebt gegeven een rechterlijk bevel naast zich neer te leggen. Dat bevel was duidelijk: een gezin dat eerder al asiel had gekregen in Griekenland, moest wegens zijn kwetsbaarheid opvang krijgen bij Fedasil. U maande Fedasil evenwel aan om dat bevel te negeren. Het gezin kwam aldus op straat terecht. Het gaat ver wanneer de minister Fedasil oplegt uitspraken van de rechtbank niet uit te voeren. Ook binnen het personeel stuit dat op weerstand.
Hebt u Fedasil de opdracht gegeven om uitspraken van de rechtbank te negeren, en beseft u dat u zich daarmee boven de wet plaatst?
Over hoeveel gezinnen gaat het ondertussen? Hoeveel volwassenen en hoeveel kinderen slapen er momenteel op straat en hebben door die crisismaatregel geen plaats meer in het opvangnetwerk?
Zijn er plaatsen beschikbaar in het Fedasil-opvangsysteem voor gezinnen?
Vanwaar komen de gezinnen die doorreizen? In welke landen hebben zij reeds de procedure doorlopen?
Voorzitter:
Mevrouw Schlitz, het Reglement laat mij niet toe dat ik u het woord verleen. Slechts één iemand per fractie mag een vraag stellen in een actualiteitsdebat.
Anneleen Van Bossuyt:
Mijnheer de voorzitter, collega's, ik begrijp dat u veel vragen hebt. Ik hoor hier zaken en getallen vernoemen die compleet niet stroken met de realiteit. Daarom heb ik een uitgebreid antwoord voorzien, omdat ik het toch wel belangrijk vind om de puntjes op de i te zetten.
La position du gouvernement a toujours été claire et elle a également été communiquée au barreau de Bruxelles, en réponse à la lettre à laquelle le collègue De Smet a fait référence.
Met de wet van 14 juli 2025, die op 2 augustus 2025 in werking is getreden, neemt de federale regering maatregelen om de opvangcapaciteit te vrijwaren voor wie het echt nodig heeft, namelijk de verzoekers om internationale bescherming die nog niet in een andere lidstaat bescherming of een definitieve weigering gekregen hebben.
Op dit moment geniet ongeveer 10 % van de personen die wij opvangen – 3.025 mensen – al bescherming in een andere lidstaat. Dat is een onhoudbare situatie. Het zijn in principe allemaal plaatsen die we zouden kunnen sluiten of die nooit geopend hadden hoeven te worden. Voor alle duidelijkheid, en zoals we ook al bij de bespreking van de wetgeving zeiden: door het standstillprincipe heeft de wetgeving enkel betrekking op nieuwe gevallen en dus niet op de mensen die al in de opvang verblijven.
We hebben op Europees niveau regels afgesproken en die moeten gerespecteerd worden. België is veel te lang veel te laks geweest, met alle gevolgen van dien. Ik heb een departement aangetroffen waar onder druk van Vivaldi geen enkele verstrenging mogelijk was. Het resultaat? Gezinnen en vele honderden alleenstaande mannen op straat. In plaats van orde was chaos de rode draad door het asielbeleid van de voorbije jaren. Met de huidige regering veranderen we eindelijk van koers. Iedere systeemverandering gaat gepaard met een aanpassingsperiode.
Vandaag hoeft geen enkele verzoeker op straat te slapen. De wachtlijst van de alleenstaande mannen – momenteel 1.900 personen – is volledig weggewerkt, met inbegrip van de Brussels Deal, die 2.000 plaatsen bevat. Daarnaast bestaat er voor alle verzoekers die al bescherming genieten in een andere lidstaat steeds de mogelijkheid om in te stappen in een traject van vrijwillige terugkeer naar het land waar ze een statuut hebben – dus het land dat voor hen verantwoordelijk is – of, indien ze dat wensen, naar het land van herkomst voor wie een negatieve beslissing gekregen heeft. Niemand hoeft dus vandaag voor ons op straat te slapen.
Laat me nog eens duidelijk maken wat de lijnen zijn binnen het Europese rechtskader waarmee we vandaag werken.
Les personnes qui bénéficient déjà d'une protection internationale dans un autre État membre de l'Union européenne ou dont la demande a été rejetée n'ont désormais plus droit à une place dans notre réseau d'accueil. Celui-ci est aujourd'hui structurellement saturé et doit être préservé afin que les places disponibles puissent être attribuées à ceux qui comptent réellement sur nous.
Wij moeten het signaal geven dat België de Europese regels strikt zal toepassen. Enkel op die manier zullen wij de instroom kunnen beperken.
Wanneer ik de vragen van vandaag zie, begrijp ik dat velen onder u de krant lezen maar vaak waarschijnlijk enkel de titel van het artikel. Ik moedig u dan ook allen aan om verder te lezen dan de ronkende titels.
U weet intussen dat ik geen conclusies op lange termijn wil trekken op basis van resultaten op korte termijn. Onze crisismaatregelen zijn sinds deze zomer van kracht, namelijk sinds ongeveer een maand. Laten we dus voorzichtig de eerste resultaten evalueren.
September en oktober zijn historisch de maanden met de meeste asielaanvragen van het jaar. In augustus 2025, dus vorige maand, werden 374 verzoeken minder ingediend dan in juli 2025 en 442 minder dan in augustus 2024. Dat is een stap in de goede richting. Ik herinner u eraan dat de voorspellingen bij het begin van de huidige legislatuur waren dat wij zonder maatregelen veel meer asielaanvragen zouden hebben, namelijk 50.000 in plaats van 40.000 op jaarbasis. Ik kan dus enkel zeggen wat de huidige cijfers zijn.
De nieuwe regels zijn enkel van toepassing op verzoeken die in België werden ingediend vanaf 2 augustus 2025, de datum waarop de wet die wij hier op 14 juli 2025 hebben goedgekeurd in werking is getreden. Dossiers die voordien zijn ingediend, vallen dus niet onder de nieuwe bepalingen. Dat zorgt voor een heldere en transparante toepassing. De wet werkt niet retroactief, maar geldt strikt voor nieuwe aanvragen. De impact van de maatregelen zal zich dus pas de komende maanden manifesteren. Ik ben er zeker van dat u de komende maanden en jaren nog veel vragen over de problematiek zult stellen.
Ik kom nu bij het punt over de M-statussen. In de eerste acht maanden van 2025 werden 2.228 asielaanvragen ingediend door mensen met een M-status. Dat is iets minder dan in de eerste acht maanden van 2024, toen het om 2.373 personen ging.
Sinds de inwerkingtreding van de nieuwe wetgeving zijn er 189 personen geweest op wie de nieuwe regelgeving van toepassing is. Deze cijfers dateren van vrijdag 12 september. Mijnheer Vandemaele, het gaat dus niet om enkele duizenden personen, maar wel om 189 personen op wie de nieuwe regelgeving van toepassing is. Voor 143 van hen werd de opvang beperkt. Vijf dossiers worden momenteel nog beoordeeld. De groep die momenteel toch nog wordt opgevangen, bestaat uit personen die een uitzondering kregen om sociale of medische redenen, niet-begeleide minderjarige vreemdelingen en personen die opvang kregen omdat een van hun gezinsleden recht heeft op opvang.
Chaque situation est et sera toujours examinée au cas par cas, conformément à la loi sur l'accueil.
Wat de aanvragen betreft die namens een kind zijn ingediend nadat de aanvraag van de ouder was afgewezen, tussen 2 augustus en 9 september vielen tien gezinnen onder de toepassing van de nieuwe wet. Die gezinnen vertegenwoordigen samen 46 personen. Vier van de tien gezinnen verbleven op het moment van de aanvraag reeds buiten de opvang. Zes gezinnen van de tien bevonden zich in de opvang toen de aanvraag namens het kind werd ingediend. Vijf van de zes gezinnen kregen een beperking van de opvang opgelegd. Eén gezin kreeg een uitzondering op basis van de individuele situatie.
De crisismaatregelen gelden voor iedereen. Ook in die dossiers maakt Fedasil binnen het wettelijk kader een individuele afweging op basis van objectieve gegevens.
Le 5 septembre, j'ai en effet adressé une communication à Fedasil dans laquelle j'ai confirmé le maintien des mesures de limitation de l'accueil. J’ai pris acte de plusieurs jugements rendus par les tribunaux du travail – contre lesquels une tierce opposition a d'ailleurs été introduite – tout en attirant l'attention sur les passages pertinents du Pacte sur la migration et la jurisprudence européenne, qui confirment que les demandes introduites par les titulaires d'un statut M peuvent être considérées comme des demandes ultérieures.
Ik wijs er graag op dat over de teksten van het pact onderhandeld werd en dat de teksten nadien goedgekeurd werden onder de vivaldiregering, waar uw beider partijen deel van uitmaakten, mijnheer Aouasti en mijnheer Vandemaele.
Een verzoek om internationale bescherming dat in een lidstaat wordt gedaan nadat een definitieve beslissing is genomen over een vorig verzoek, wordt conform artikel 55, 2°, juncto, artikel 3,19°, van de verordening 2024/1348 van het Europees Parlement en de Raad van 14 mei 2024 tot vaststelling van een gemeenschappelijke procedure voor internationale bescherming in de Unie en tot intrekking van richtlijn 2013/32, als een volgend bezoek beschouwd.
Artikel 20 van de richtlijn tot vaststelling van de normen voor de opvang van verzoekers om internationale bescherming benoemt de gevallen waarin materiële opvangvoorzieningen kunnen worden beperkt of ingetrokken. Punt 1, c, voorziet expliciet in de mogelijkheid voor de lidstaten de materiële hulp te beperken wanneer een verzoeker een volgend verzoek heeft ingediend. Voor zulke verzoeken kan de opvang dus wettelijk worden beperkt.
Les personnes qui bénéficient déjà d’une protection dans un autre État membre ou dont la demande a déjà été définitivement rejetée, que ce soit en Belgique ou dans un autre État membre, choisissent elles-mêmes de poursuivre leur voyage et/ou d’introduire une nouvelle demande en Belgique, et ne sont pas contraintes de vivre dans la rue.
Si elles choisissent de retourner dans le pays qui leur a accordé une protection, dans l’État membre responsable ou dans leur pays d’origine, elles peuvent s’inscrire dans un parcours de retour volontaire. Dans ce cas, elles peuvent être temporairement accueillies dans un centre de retour.
Le fait que certaines d’entre elles choisissent malgré tout de vivre dans la rue relève donc d’un choix délibéré.
Het doel van de maatregel is om opvangplaatsen vrij te maken voor wie daar wel recht op heeft, in het bijzonder voor de meest kwetsbare groepen. Het is tegelijk ook een duidelijk signaal aan doorreizigers die elders al bescherming genieten. We zullen hen helpen bij hun terugkeer naar de lidstaat waar zij bescherming hebben, maar zij worden niet opgenomen in de reguliere opvangstructuren in België. Het gaat dus om niets meer of minder dan de uitvoering van het regeerakkoord, in lijn met het Europees recht, waarbij striktheid en rechtvaardigheid hand in hand gaan.
Dan waren er enkele vragen over de situatie van daklozen. De beoordeling van de precaire situatie van een gezin behoort tot de bevoegdheid van de OCMW’s, die hier hun sociale verantwoordelijkheid opnemen. We hebben geen zicht op het aantal dakloze uitgeprocedeerde of niet-opvanggerechtigde asielzoekers.
Uiteraard moeten we aandacht hebben voor de daklozenproblematiek. Het discours alsof alle daklozen in Brussel het gevolg zijn van federale crisismaatregelen is echter nergens op gestoeld. De groep daklozen in Brussel en in de regio’s is erg divers. Het gaat over vreemdelingen die geen enkele procedure lopende hebben en die de nodige stappen niet zetten om hun verblijf in orde te brengen. Het gaat ook over personen die een of meerdere bevelen hebben gekregen om het grondgebied te verlaten, maar daar geen gevolg aan geven. Soms gaat het om mensen met een drugsproblematiek. Daarnaast gaat het over Belgen die vaak in een complexe armoedeproblematiek terechtgekomen zijn.
Er bestaat geen wonderoplossing voor de daklozenproblematiek. We moeten alleszins durven te benoemen hoe het zover is kunnen komen. Te lang is er een te laks beleid gevoerd waarbij problemen rond drugs, werkloosheid en eveneens asiel en migratie onvoldoende zijn aangepakt. Uit de vele verontwaardigde reacties leid ik af dat er in het Parlement brede steun bestaat om die problematiek aan te pakken.
Er zijn geen specifieke informatiecampagnes gelanceerd naar aanleiding van de nieuwe wetgeving. Daklozen die een verzoek om internationale bescherming indienen, kunnen medische hulp krijgen en kunnen terecht bij het infopunt voor begeleiding.
Daarnaast ondersteunt Fedasil de Brusselse overheid op basis van de Brussels Deal, waarbij onder meer 2.000 plaatsen worden gefinancierd. Sinds het begin van afgelopen zomer heb ik overleg gevraagd met minister-president Vervoort om de situatie op het terrein nader te bespreken en bijkomende oplossingen te bekijken. Mevrouw Van Belleghem, u had in dat verband heel concrete vragen, maar de DVZ meldt mij dat hij niet over de gevraagde cijfers beschikt.
Notre politique est stricte mais équitable. Elle protège la capacité d'accueil pour ceux qui relèvent de la responsabilité de la Belgique. Elle respecte nos obligations internationales ainsi que l'intérêt de l'enfant, et elle envoie en même temps un signal clair à ceux qui bénéficient déjà d'une protection dans un autre État membre: ils doivent y rester. Ce n'est qu'ainsi que nous pourrons maîtriser la crise de l'accueil et de l'asile.
François De Smet:
Merci, madame la ministre, pour votre réponse, qui a, à tout le moins, le mérite d'être élaborée et longue. Mais vous justifiez la nécessité de votre politique comme si nous étions au printemps dernier en train de refaire le match sur les projets de loi. Cela ne répond pas, pour moi, à la question de principe: est-il normal de ne pas respecter une décision de justice, même quand elle contrarie de plein fouet les plans de l'exécutif? Vous nous répondez en filigrane que, oui, la fin justifie les moyens. Tel est notre désaccord.
Il y a la loi votée par le Parlement et appliquée par l'exécutif. Il y a la loi appliquée par les tribunaux, qui vous demandent d'héberger ces familles. Celles-ci sont aussi informées de la loi et elles estiment quand même que la motivation du non-hébergement n'est pas suffisante. Il est évidemment de votre droit de faire tierce opposition, mais il n'est pas en votre pouvoir de décider que l'application de la loi par l'exécutif et l'administration doit l'emporter sur l'application de la loi par la justice. Enfin, certains impératifs de droits fondamentaux me semblent devoir l'emporter sur tout, en particulier – et vous en avez parlé – en matière d'intérêt supérieur de l'enfant. Vous parliez de choix délibéré. Quel est, par exemple, le choix délibéré d'un enfant de 13 mois?
Khalil Aouasti:
Je vous remercie, madame la ministre.
Comme dans le cadre de débats précédents, parfois, j'ai l'impression que vous-même ne savez pas ce que vous dites. Ici, j'ai assisté à une déclaration de note de politique générale, dans laquelle vous vous contredisez.
En effet, vous nous dites que la loi, que vous avez votée et qui est entrée en vigueur le 4 août dernier, supprime en fait le droit à l'accueil pour les fameux statuts M. Dans votre même réponse, vous indiquez que vous appliquez une jurisprudence qui est conforme à la jurisprudence européenne qui consiste à considérer ces demandes comme des demandes d'asile ultérieures. Or la loi accueil prévoit explicitement la possibilité de donner l'accueil aux auteurs des demandes d'accueil ultérieures déclarées recevables. Donc, vous donnez une instruction à Fedasil sur la base d'une analyse tronquée de la loi accueil, puisque votre propre loi prévoit la possibilité, même pour ces statuts M qui ont introduit une demande d'asile déclarée recevable, de bénéficier de l'accueil. Donc, on se demande parfois si vous savez de quoi vous parlez. Je suis désolé de vous le dire.
Ensuite, vous avez fait un grand discours de note de politique générale. Mais je vous parle de femmes et d'enfants qui sont dans la rue. Vous vous étiez engagée il y a moins de deux mois à mettre fin aux errances du passé, aux excès, à l'indigence. En réalité, ce que vous faites est pire.
En moins d'un mois, il y a un enfant de 13 mois qui dort dans la rue; le Samusocial est débordé à Bruxelles et essaie de prendre le relais de votre administration. Et, dans votre réponse, vous confirmez l'instruction inique par laquelle vous dites aux gens de renoncer à leur déclaration de protection internationale pour avoir une place en centre de retour. Cela signifie que vous ne respectez pas la loi, alors que des places d'hébergement sont disponibles. Vous les conditionnez à la renonciation au droit à cette protection internationale sur le sol belge.
C'est contraire à tout ce dont nous avons discuté, tout ce qu'on a voté, à n'importe quelle note de politique générale, et même, je pense, à vos engagements vis-à-vis de vos partenaires de majorité.
Matti Vandemaele:
Mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoord en ook voor de cijfers, want ik vind het belangrijk dat we ons debat op goede cijfers kunnen baseren. Als ik bijvoorbeeld 3.000 gezegd heb en u hebt heel andere cijfers, dan ben ik blij dat u mij corrigeert. Ik ben niet te beroerd om dat toe te geven. Het is belangrijk dat we over cijfers beschikken. Dat is ook de reden waarom we vragen stellen.
Ten tweede heb ik niets tegen het principe dat een eerste verzoek prioritair is en dat we daarop sterk inzetten. U hebt gemerkt dat wij u daarover zelfs niet bevraagd hebben in de plenaire vergadering. Ik kan u steunen in dat principe.
De kwestie is dat u hardvochtig kunt zijn, maar niet hoeft te zijn. Daar ligt volgens mij het kalf gebonden. U hebt uitgelegd wat u doet, maar eigenlijk komt het neer op het opschonen van uw statistieken. Aanvragers of asielzoekers worden gewoon daklozen. Statistisch zullen we hier binnen een jaar wellicht een dalende curve zien. Dat zou waar kunnen zijn. De vraag is echter of we een probleem oplossen wanneer we van een groot deel van de asielzoekers gewoon daklozen maken. Lossen we daarmee het probleem van die mensen of het probleem van de lokale besturen op? Ik denk eerlijk gezegd van niet.
U zei op een bepaald moment dat het dan ook niet meer uw probleem is, maar een probleem van de lokale OCMW’s. Burgemeester Close zegt dat hij al maanden overleg vraagt met u als minister van Asiel en Migratie, maar nul op het rekest krijgt. U zegt hier nu het tegenovergestelde. Het zal mij benieuwen, maar ik denk dat het belangrijk is dat we niet allemaal onze paraplu openen en het probleem doorschuiven naar iemand anders.
Ik kom ook even terug op het belang van het kind. U zegt zelf dat ouders daarvoor kiezen. Een baby van 13 maanden kiest echt niet voor een leven op straat. U kunt dat misschien aan uzelf uitleggen, maar de kinderen van die gezinnen kiezen er niet zelf voor om op straat terecht te komen. Ik denk dat wij als samenleving een verantwoordelijkheid hebben om ervoor te zorgen dat gezinnen met kinderen of met baby’s niet op straat belanden, maar dat we hen ondersteunen.
Mevrouw de minister, ik ben dus niet overtuigd en ik maak me vooral zorgen over waar we deze winter naartoe gaan. Het zou immers weleens heel lastig kunnen worden als veel gezinnen op straat terechtkomen. Het tentenkamp in Brussel is opnieuw aan het aangroeien. We gaan op die manier een heel lastige winter tegemoet. Wanneer we kinderen en gezinnen met kinderen onder bruggen of in tentjes zien wonen, hebben we een heel groot probleem. Het zal dan onvoldoende zijn om te zeggen dat u uw statistieken hebt opgekuist en dat het nu aan anderen is. Dat volstaat niet als antwoord. Ik mag hopen dat men in uw coalitie ook inziet wat u aan het doen bent, namelijk kinderen en baby’s de straat op duwen.
Francesca Van Belleghem:
Mijnheer Vandemaele, het zijn de ouders die hun kinderen op straat duwen. Vluchtelingen die al in een andere lidstaat erkend zijn, slapen op straat omdat dat een vrijwillige keuze is.
Matti Vandemaele:
Toch niet van de baby's?
Francesca Van Belleghem:
Daarbij is er sprake van de ouderlijke verantwoordelijkheid. Kennelijk wordt daar niet meer aan gedacht.
Mevrouw de minister, u hebt wel iets bijzonders gezegd, namelijk dat ze vrijwillig kunnen terugkeren. Net daar ligt de problematiek. Ook al zijn het erkende vluchtelingen, ze moeten gedwongen teruggestuurd worden naar dat andere EU-land of naar het land van herkomst. Als u blijft vasthouden aan de redenering dat ze vrijwillig kunnen terugkeren, zal de daklozenproblematiek van de personen met een M-status niet opgelost geraken.
In welke mate kunt u die mensen gedwongen terugsturen? Verbiedt de Europese wetgeving dat? Kunt u dat niet doen, mag u dat niet doen of wilt u dat niet doen? Uw beleid op dat vlak is eigenlijk halfslachtig. Aan de ene kant is er een goede maatregel, maar vervolgens zegt u dat ze vrijwillig kunnen terugkeren. Hoe zult u ervoor zorgen dat die mensen uit ons land verdwijnen en terugkeren naar het land waar ze erkend zijn, of eventueel naar het land van herkomst indien ze helemaal geen bescherming nodig hebben?
Greet Daems:
Mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoord.
U zei onlangs nog dat u niet langer wilt dat België het putje van het asielbad is. Met dit beleid maakt u van België echter het putje van Europa. Ik heb de kranten goed gelezen, niet alleen de krantenkoppen. Uw discours blijft hetzelfde. U vindt het blijkbaar aanvaardbaar dat er kinderen op straat slapen omdat ze dat zogezegd zelf gezocht hebben. U zegt dat niemand op straat hoeft te slapen, omdat opvang mogelijk is als men meewerkt aan een terugkeer. Die mensen reizen echter niet zomaar door in Europa. De situatie in Griekenland is nog steeds verschrikkelijk. Ngo’s hebben dat breed gerapporteerd. U doet echter alsof die mensen doorreizen op zoek naar de meeste voordelen. Dat is niet de realiteit. Mensen willen naast veiligheid ook een dak boven hun hoofd. Ze willen toegang krijgen tot onderwijs. Dat zijn geen voordelen, mevrouw de minister, dat zijn basisrechten.
Voorzitter:
Wensen leden van andere fracties aan te sluiten bij de replieken?
Maaike De Vreese:
Mevrouw de minister, wat ik in dit soort debatten altijd zo vreemd vind, is dat de linkerzijde het in feite opneemt voor mensen die komen profiteren ten koste van degenen die het werkelijk nodig hebben. Het is precies door die mensen, die naar hier doorreizen enkel en alleen om van de voordelen te profiteren, dat er voor de rest geen plaats meer is in onze opvangcentra en het voor andere gezinnen met kinderen heel moeilijk wordt om opvang te krijgen. Toch hoor ik hier de oppositie aan de linkerzijde ervoor pleiten dat u het als minister allemaal mag laten gebeuren, dat er voor links geen ouderlijke verantwoordelijkheid geldt en dat het u als minister toekomt om dat op te lossen. Ik vind dat hallucinant. Daarenboven zwaait men nog met het morele vingertje om te zeggen dat u hardvochtig bent, dat u de mensen – ik citeer letterlijk de bewoordingen die ik heb gehoord – de straat op duwt. Hoe durft u dat te zeggen, collega Vandemaele? Het is de vivaldiregering die de zaak heeft laten verrotten. Vivaldi heeft ervoor gezorgd dat er steeds meer mensen naar hier komen, ook gezinnen met kinderen. U hebt immers de stok achter de deur weggenomen voor een gedwongen terugkeerbeleid, u hebt dat uit de wetgeving geschreven.
Mevrouw de minister, er moesten inderdaad compromissen worden gezocht. In eerste instantie verwacht u daarom dat de mensen vrijwillig terugkeren. Ik hoop dat u gebruikmaakt van de plaatsen in de terugkeercentra om hen te begeleiden naar terugkeer.
Daarnaast hoop ik dat u uw beleid op deze manier verderzet, door wél beleid te voeren en ervoor te zorgen dat we niet het putje van de Europese Unie worden. We hebben vanmorgen nog gezien dat we op de vierde plaats staan wat het aantal asielaanvragen betreft. Op de vierde plaats! Denkt u werkelijk dat de mensen vanwege het mooie weer komen, mevrouw Daems? Absoluut niet. Die mensen komen hier voor de voordelen, en dat zullen we met deze arizonaregering aanpassen op een humane, menselijke manier, maar ook door te wijzen op de verantwoordelijkheid van de gezinnen en de ouders. Mevrouw de minister, dat moeten we wel degelijk nog veel meer durven te doen.
Anne Pirson:
Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse claire et détaillée.
Il me semble important de rappeler quelques considérations. Premièrement, les nouvelles mesures ont produit leurs effets à partir de cet été. Cela signifie bien que les 3 256 personnes qui résidaient dans le réseau d’accueil avant l’entrée en vigueur de ces mesures y restent. Deuxièmement, je note que, depuis l’été, 189 personnes sont concernées par ces nouvelles dispositions. Parmi elles, on parle de quatre familles qui doivent quitter le réseau d’accueil. Je note, par ailleurs, qu’un accueil leur est offert dans les centres ouverts. Par conséquent, il convient de souligner que l’accueil leur est offert à deux reprises: d’abord, dans l’État membre qui leur a offert une protection internationale; ensuite, dans les centres ouverts. Il s’agit donc bien d’un choix personnel de certains qui, bien qu’ils ne remplissent pas les conditions d’accueil, décident de rester en Belgique. C’est un choix personnel malheureux qui entraîne des implications pour toutes ces familles. Je pense en particulier aux enfants. Nous ne pouvons que le regretter.
Par ailleurs, nous rappelons les propos du CGRA de ce matin: il existe une forte demande de demandeurs d’asile en Grèce, mais le CGRA indique qu’il n’existe aucune situation systémique pour les ressortissants étrangers de faire reconnaître leurs droits en Grèce, raison pour laquelle le taux de décisions négatives pour les statuts M en provenance de ces pays s’élève quand même à plus de 65 %.
Pour finir, Les Engagés rappellent que l’harmonisation du droit d’asile et l’impact sur l’accueil passent par l’application du Pacte migratoire européen. Nous vous soutenons pleinement dans cette décision. De plus, Les Engagés ont toujours défendu une politique migratoire et d’accueil qui soit, certes, ferme, mais aussi humaine. Cela se traduit par les faits suivants. Pour désengorger le réseau, qui est structurellement saturé depuis 2022, le droit à l’accueil est exclusivement réservé aux personnes qui remplissent les nouvelles conditions légales. N’y ont pas droit celles qui ont déjà obtenu une protection dans un autre État membre. Deux exceptions sont prévues pour des personnes considérées comme vulnérables: les MENA et les malades. Et puis, le réseau d’accueil ne peut et ne doit pas être réduit de manière abrupte, à l’instar de ce qui fut décidé sous la Suédoise, mais progressivement et au fur et à mesure que les dispositions de crise portent leur effet.
J’aurais souhaité obtenir un éclaircissement, si cela ne vous dérange pas, monsieur le président.
Madame la ministre, confirmez-vous bien que les personnes qui ressortent du statut M reçoivent un accueil dans les centres de retour? Si oui, pour quelles raisons la justice considère-t-elle que vous n’exécutez pas les décisions de justice? Faut-il voir là que la justice considère qu’un accueil doit être offert même aux personnes qui ne remplissent pas les conditions légales et qui ne s’inscrivent pas dans un trajet de retour vers l’État membre responsable?
Anneleen Van Bossuyt:
Het betreft beschikkingen van de arbeidsrechtbanken in kortgeding. Het gaat in eerste instantie louter over de toepassing van de opvangwet. Het gaat gewoon over het feit dat zij stellen dat we mensen die al bescherming hebben gekregen in een andere lidstaat, alsnog zouden moeten opvangen. Daarover gaat het. Het gaat dus niet over de vrijwillige terugkeer en de terugkeercentra, het gaat over de eerste stap.
Het artikel in Knack over de onterechte opsluiting van buitenlandse studenten door de DVZ
Gesteld door
PVDA-PTB
Greet Daems
Aan
Anneleen Van Bossuyt (Minister van Asiel en Migratie, en Maatschappelijke Integratie)
Bekijk antwoord
Greet Daems:
Mevrouw de minister, deze vraag is al geruime tijd hangende. In juni verscheen een artikel in Knack over de onterechte opsluiting van buitenlandse studenten in België. Knack sprak met zeven buitenlandse studenten die onterecht vastgehouden werden, van wie zes in de afgelopen twee jaar. Zij beschikten allen over een visum, maar werden bij aankomst toch opgesloten in een gesloten centrum.
In 2023 veroordeelde de Brusselse rechtbank van eerste aanleg de Belgische Staat wegens de onrechtmatige opsluiting van een Marokkaanse student. Volgens die rechtbank gaf de DVZ een algemene, stereotiepe motivering voor de opsluiting, zonder gedetailleerd onderzoek op individueel niveau.
Mevrouw de minister, in het kader van het artikel werd ook naar uw reactie gevraagd, maar ik las dat u niet wenste te reageren.
Daarom is mijn eerste vraag wat uw reactie is op de onterechte opsluiting van studenten. Hebt u al contact gehad met de DVZ daarover? Wat zult u doen om te vermijden dat dergelijke onterechte opsluitingen opnieuw plaatsvinden? Waarom wordt een ingrijpende beslissing tot opsluiting voor onbepaalde duur door de DVZ genomen en niet door een rechter? Hoe wordt de geldigheid van het politieverhoor en van de beslissingen van de DVZ gecontroleerd? Is een tolk verplicht bij het verhoor en wordt die altijd voorzien? Waarom houdt de DVZ mensen opgesloten, ook al weet men dat het onterecht is? Waarom voorziet de wet niet in een automatische schadeloosstelling wanneer wordt aangetoond dat de aanhoudingen ongerechtvaardigd waren?
Anneleen Van Bossuyt:
Mevrouw Daems, ik dank u voor uw vraag.
Het gaat niet om onterechte vasthoudingen zoals u stelt. Een geldig visum geeft niet automatisch recht op toegang tot het grondgebied. De grenscontroleur onderzoekt of een vreemdeling aan de binnenkomstvoorwaarden voldoet. Indien dat niet het geval is, moet België – wil het aan zijn internationale verplichtingen voldoen – een beslissing tot terugdrijving nemen. In dat geval wordt de vreemdeling bevraagd, indien nodig met een tolk, en wordt een beslissing genomen op basis van alle elementen in het dossier.
De vreemdeling wordt dan vastgehouden krachtens artikel 74/5 van de Vreemdelingenwet om de terugdrijving te kunnen uitvoeren. Die vasthouding is niet voor onbepaalde duur, zoals u stelt. De vasthoudingstermijn is wettelijk bepaald. De vasthouding kan worden beëindigd door gevolg te geven aan de verwijderingsbeslissing.
Elke vasthoudingsbeslissing wordt in feiten en in rechten gemotiveerd door de DVZ. Zowel de beslissing tot terugdrijving als de beslissing tot annulering of intrekking van het visum is vatbaar voor een verzoekschrift bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Tegen de beslissing tot vasthouding kan een beroep worden ingediend bij de raadkamer en in tweede instantie bij de kamer van inbeschuldigingstelling.
Een schadeloosstelling is niet aan de orde. Het feit dat personen uiteindelijk worden vrijgesteld, heeft niet te maken met de correctheid van de beslissing die door de DVZ werd genomen, maar wel met het feit dat na het nemen van de beslissing nieuwe elementen aan het licht zijn gekomen en dat de DVZ daarmee rekening heeft gehouden in een latere afweging.
Greet Daems:
Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik vraag mij nog altijd af of u het artikel wel hebt gelezen. Er staan in het artikel immers wel degelijk getuigenissen van mensen die de juiste visa en de juiste documenten hadden. Zulke mensen mogen toch niet worden opgesloten? Dat spreekt voor zich. De DVZ heeft ter zake dus wel degelijk fouten gemaakt in de dossiers. De Belgische Staat is ook veroordeeld. Dat wordt bevestigd door de rechtbank. Het is uw taak om die problemen aan te pakken, zodat ze niet meer voorvallen. Een opsluiting voor studenten is enorm traumatiserend. Zij hebben niks verkeerd gedaan. Dat moet te allen tijde worden vermeden.
De achterstand in de betaling van de Fedasilsubsidies aan verenigingen
Gesteld door
Ecolo
Sarah Schlitz
Aan
Anneleen Van Bossuyt (Minister van Asiel en Migratie, en Maatschappelijke Integratie)
Bekijk antwoord
Sarah Schlitz:
Madame la ministre, cette question date de la fin de l’année parlementaire dernière. Elle a déjà quelques semaines.
Dans le cadre de l’appel à projets bisannuel 2025-2026 lancé par Fedasil, plusieurs opérateurs associatifs avaient été présélectionnés. Après une suspension temporaire de la procédure en décembre 2024 en raison de l'absence de gouvernement fédéral, Fedasil a informé les opérateurs en janvier 2025 que le processus reprenait avec un envoi des dossiers à l'Inspection des Finances.
Depuis, les associations restent sans nouvelles. Cette incertitude met en danger la continuité de leurs actions, alors même qu'elles interviennent dans des secteurs aussi cruciaux que l'accueil, l'orientation et le soutien des demandeurs de protection internationale.
Madame la ministre, pouvez-vous préciser l'état d'avancement de cette procédure? Quelles garanties pouvez-vous apporter quant à la validation rapide de ces dossiers par l'Inspection des Finances? Enfin, quelles mesures sont envisagées pour éviter que cette suspension administrative ne se reproduise, au détriment des structures essentielles sur le terrain, et évidemment des employés, qui sont dans l'incertitude lorsque ces projets sont mis en suspens?
Anneleen Van Bossuyt:
Madame Schlitz, au début de 2025, le précédent cabinet a décidé, dans le cadre de cet appel à projets, de reprendre le processus de sélection en nous permettant de soumettre une demande d'avis à l'Inspection des Finances, mais uniquement pour les projets qui étaient déjà en cours en 2024, dans un souci de continuité des actions déjà entreprises.
L'Inspection des Finances a émis un avis négatif sur ce dossier, entre autres en raison de l'incertitude concernant la disponibilité des crédits en 2025 et 2026, ainsi que du caractère jugé non nécessaire et non urgent de l'octroi des subsides en période de prudence budgétaire.
Actuellement, la valeur ajoutée de ces projets est réévaluée en termes de coûts-bénéfices et de retour sur investissement, étant donné que ces projets sont plutôt accessoires aux tâches principales de Fedasil, à savoir l'accueil.
Fedasil ne peut donner de garantie pour se prémunir d'une suspension administrative à l'avenir, en particulier lorsque celle-ci est due à des circonstances externes, telles qu'un gouvernement en affaires courantes ou un budget découpé en douzièmes provisoires.
Cet appel à projets a pour objectif de financer des projets pilotes ou des projets innovants, mais il ne concerne pas le financement du fonctionnement structurel d'un centre d'accueil.
Sarah Schlitz:
Merci pour cette réponse. Je pense que dans cette matière, on entend perpétuellement parler d'objectifs qui se contredisent. En effet, d'un côté, on nous dit que l'on veut faire des économies et de l'autre, on nous dit que l'on veut respecter une cohérence européenne. À d'autres moments, on nous dit que l'intégration est vraiment la priorité. On entend beaucoup cela dans les discours, côté flamand en particulier. On dit qu'on veut vraiment faire en sorte que les gens s'intègrent et que l'on va d'ailleurs supprimer une partie des allocations familiales des parents qui ne parlent pas suffisamment bien le néerlandais. C'est ce qu'on lit dans la presse. En fait, quand il y a des projets innovants qui visent justement à booster l'intégration, à booster les compétences des personnes qui sont ici et qui souhaitent s'intégrer, je constate que sur le terrain, on coupe dans ces subsides et on jette dans l'incertitude des travailleuses et des travailleurs qui pensent poursuivre les objectifs que vous prétendez afficher. Mais en fait, tout cela, ce n'est que du vent. Tout ce que vous voulez, c'est dégoûter les personnes pour les convaincre de s'en aller, alors que nous avons cruellement besoin de ce type de programmes pour faire en sorte que le vivre ensemble se passe le mieux possible, à la fois pour la Belgique, mais aussi pour ces personnes qui ne demandent qu'à vivre en paix en travaillant dans notre pays. Je pense que vous faites fausse route dans vos politiques.
Islamitische migranten/asielzoekers uit Kosovo
Gesteld door
VB
Sam Van Rooy
Aan
Anneleen Van Bossuyt (Minister van Asiel en Migratie, en Maatschappelijke Integratie)
Bekijk antwoord
Sam Van Rooy:
Mevrouw de minister, Mirsad H. is een 35-jarige Kosovaar die zijn ex-vrouw in brand stak in het Limburgse Houthalen-Helchteren. Hij deed dat voor de ogen van vijf jonge kinderen van het gezin. De vrouw verkeert in levensgevaar. De Kosovaar was niet aan zijn proefstuk toe. Hij werd al veroordeeld voor zware agressie tegen de vrouw: zijn hoogzwangere ex-vriendin had hij in de buik gestampt en de tanden uitgeslagen.
In zijn land van oorsprong, Kosovo, heerst de islam. Imams geven er vrouwonvriendelijke preken en de meeste vrouwen in Kosovo geven aan geconfronteerd te zijn met huiselijk geweld. Geweld tegen vrouwen zit er ingebakken in de samenleving.
Mevrouw de minister, u bent verantwoordelijk voor Asiel en Migratie. Wat is de verblijfsstatus van de dader, Mirsad H.? Hoe en wanneer is hij naar ons land gekomen en waarom mocht hij blijven? Kan en zal hij na die gruwelijke moordpoging op die arme vrouw ons land worden uitgezet? Zo neen, waarom niet? Ten slotte, vindt u het een goed idee om nog meer Kosovaarse moslims toe te laten tot onze samenleving?
Anneleen Van Bossuyt:
Mijnheer Van Rooy, ik heb u al een paar keer meegedeeld dat de wet me niet toestaat om persoonlijke informatie met u te delen en in te gaan op individuele dossiers.
De Dienst Vreemdelingenzaken heeft het dossier van de betrokkene geanalyseerd en de nodige stappen gezet.
Op uw vraag of het een goed idee is om nog meer Kosovaarse moslims toe te laten tot onze samenleving, kan ik u antwoorden dat de religie van de aanvragers tot een verblijf of asiel in ons land geen rol speelt en dat iedere aanvrager aan dezelfde strenge toets wordt onderworpen.
Sam Van Rooy:
Mevrouw de minister, het is problematisch dat de wet dat niet toestaat. In ons land – ik herhaal het – werd een vrouw in brand gestoken door een Kosovaarse moslim. In Nederland werd deze zomer de 17-jarige Lisa met messteken vermoord door een asielzoeker. In de Verenigde Staten werd deze zomer de 23-jarige Irina vermoord door een zwarte man. Het is een dodelijke mix van femicide en racisme. Vrouwenhaatculturen hebben geen plaats in het Westen. Ze hebben geen plaats in onze samenleving. Het is uw taak, mevrouw Van Bossuyt, als minister van Asiel en Migratie, om vrouwenhaatculturen, zoals de islamitische, buiten te houden en geïmporteerde vrouwenhaters het land uit te zetten.
Het alweer oppakken van illegalen in Antwerpen
Gesteld door
VB
Sam Van Rooy
Aan
Anneleen Van Bossuyt (Minister van Asiel en Migratie, en Maatschappelijke Integratie)
Bekijk antwoord
Sam Van Rooy:
Mevrouw de minister, de Antwerpse politie heeft op donderdag 10 juli een actie gehouden tegen krakers op Linkeroever. Daarbij werden zeven personen gearresteerd omdat ze illegaal in het land verbleven.
Mijn vragen zijn evident. Werden die zeven illegalen opgesloten met het oog op uitzetting? Wanneer werden of worden ze het land uitgezet, of werden ze, zoals helaas gebruikelijk is, vrijgelaten met een bevel om het grondgebied te verlaten? Zo ja, was dat hun eerste bevel om het grondgebied te verlaten?
Alvast bedankt voor uw antwoorden.
Anneleen Van Bossuyt:
Mijnheer Van Rooy, de politiediensten en de Dienst Vreemdelingenzaken werken op het terrein zeer nauw samen in de strijd tegen criminaliteit. De actie waarnaar u verwijst, is daarvan een goed voorbeeld. Ik heb trouwens zelf aan een gelijkaardige actie mogen deelnemen in Gent, in de Brugse Poort – de 'Drugse' Poort, zoals men soms hoort; al mag ik dat waarschijnlijk niet zo noemen.
Specifiek over de actie in Antwerpen kan ik u op basis van de gegevens van de Dienst Vreemdelingenzaken meedelen dat tijdens de actie van 10 juli zes vreemdelingen zonder recht op verblijf werden aangetroffen. Het ging om twee Algerijnen, twee Marokkanen, één Libiër en één Tunesiër. De Dienst Vreemdelingenzaken heeft drie personen vastgehouden met het oog op verwijdering. Zij zijn ondertussen ook allemaal verwijderd. Twee personen kregen een bevel om het grondgebied te verlaten en één persoon mocht beschikken.
Sam Van Rooy:
Mevrouw de minister, ik had toch liever gehoord dat het zes op zes zou zijn, dat ze dus allemaal zouden zijn verwijderd van het grondgebied. Het is niet de eerste keer en het zal ook niet de laatste keer zijn dat ik u ondervraag over illegalen die in mijn stad Antwerpen worden opgepakt. Ze zorgen immers voor steeds meer overlast en criminaliteit. Na meer dan 60 jaar van roekeloze massa-immigratie zijn er in dit land naar schatting 150.000 tot 200.000 illegalen. Als het beleid zo laks blijft als het nu is, mevrouw de minister, dan zal binnenkort het aantal illegalen in dit land waarschijnlijk het aantal inwoners van uw stad Gent overschrijden, namelijk 300.000, met alle gevolgen van dien. Mevrouw de minister, maak van het stoppen van illegaliteit nu eindelijk een topprioriteit en zet de illegalen allemaal het land uit.
De vluchtelingenstatus van de radicale pro-Palestijnse activist Mohammed Khatib
Gesteld door
VB
Sam Van Rooy
Aan
Anneleen Van Bossuyt (Minister van Asiel en Migratie, en Maatschappelijke Integratie)
Bekijk antwoord
Sam Van Rooy:
Mevrouw de minister, herhaaldelijk heb ik erop gehamerd, in diverse commissies in dit Parlement, en – beter laat dan nooit – deze zomer las ik in de krant: "België trekt vluchtelingenstatus radicale pro-Palestijnse activist Mohammed Khatib in."
Mijn vragen zijn evident. Wordt Khatib effectief het land uitgezet of kan hij hier gewoon illegaal verblijven? Waar bevindt hij zich op dit moment? Wat gebeurt er met andere figuren of leden van die geweldige vereniging, Samidoun? Wordt ook hun vluchtelingenstatus ingetrokken? Zo niet, waarom niet?
Anneleen Van Bossuyt:
Mijnheer Van Rooy, laat ik duidelijk zijn, voor haatpredikers is er in ons land en in onze samenleving geen plaats. Het is het doel van de regering ook de strijd tegen dit soort criminaliteit op te voeren.
De intrekking van het vluchtelingenstatuut door het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) is vatbaar voor een schorsend beroep bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV). Voor een aanvraag daartoe beschikt de betrokkene over een termijn van 30 dagen. Tijdens deze beroepstermijn en ook tijdens de behandeling van het beroep behoudt de betrokkene zijn vluchtelingenstatus en dus ook zijn recht op verblijf. Dat betekent dat de betrokkene op dit ogenblik, tijdens de beroepstermijn en tijdens de behandeling van een eventueel beroep, legaal op het grondgebied verblijft.
Voor ik inga op de vraag of hij beroep heeft aangevraagd of niet, de RvV kan de beslissing van het CGVS bevestigen of vernietigen. In het laatste geval wordt het dossier teruggestuurd naar het CGVS, dat dan een nieuwe beslissing moet nemen. De RvV kan de beslissing ook hervormen. Desgevallend zal de RvV een andere beslissing nemen dan het CGVS en kan de RvV zelf een beschermingsstatuut toekennen.
Nu, er is wel degelijk een vraag tot schorsend beroep ingediend door de betrokkene, op 29 augustus. Dat betekent dat de beslissing van het CGVS opgeschort wordt tot de uitspraak van de RvV. In die tijd beschikt de betrokkene dus nog over de vluchtelingenstatus en over een recht op verblijf.
De intrekking van een internationale beschermingsstatus impliceert niet dat de betrokkene automatisch het recht op verblijf verliest. Pas nadat de intrekking van de internationale beschermingsstatus definitief geworden is, kan de DVZ onderzoeken welke beslissing inzake verblijf kan worden genomen. Gelet op het schorsend effect van het bij de RvV ingediende beroep is dat dus momenteel nog niet mogelijk.
Voor de andere leden van Samidoun kunnen er slechts maatregelen worden genomen als de DVZ door de inlichtingen- of veiligheidsdiensten op de hoogte wordt gebracht van elementen die dit rechtvaardigen. Hun situatie moet geval per geval en op basis van de elementen uit het dossier worden geanalyseerd. Het nemen van een maatregel is slechts mogelijk als die personen niet de Belgische nationaliteit hebben en als de aan de DVZ bezorgde elementen kunnen worden gebruikt in het kader van een administratieve beslissing. Er moet worden aangetoond dat de betrokken personen een bedreiging vormen voor de openbare orde of de nationale veiligheid.
Sam Van Rooy:
Mevrouw de minister, zachte heelmeesters maken stinkende wonden. Mohammed Khatib kan in dit land ondertussen al bijna twee jaar zijn giftige cocktail van antisemitisme en verheerlijking van jihadistisch terrorisme ongehinderd verspreiden, overal waar hij gaat spreken of demonstreren. Dat vormt niet alleen een gevaar voor onze joodse medeburgers, maar voor eenieder die onze vrije samenleving liefheeft. Terwijl democratisch verkozen Israëlische ministers door deze regering tot persona non grata worden verklaard, worden dit soort jihadisten, vijanden van onze vrije samenleving, nog altijd met fluwelen handschoenen aangepakt. Ik wil dat niet alleen Mohammed Khatib, maar ook zijn jihadistische handlangers van Samidoun manu militari dit land worden uitgezet. Drop ze in de woestijn waar ze thuishoren.
Nizar Trabelsi
De uitwijzing van N. Trabelsi
Het verblijf van Nizar Trabelsi op het Belgische grondgebied
Gesteld door
VB
Sam Van Rooy
N-VA
Maaike De Vreese
Open Vld
Paul Van Tigchelt
Aan
Bernard Quintin (Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken), Anneleen Van Bossuyt (Minister van Asiel en Migratie, en Maatschappelijke Integratie)
Bekijk antwoord
Sam Van Rooy:
Het gaat in wezen om een gelijkaardig dossier. Ik zal daar dadelijk op ingaan.
De veroordeelde Tunesische moslimterrorist Nizar Trabelsi, die door België was uitgeleverd aan de Verenigde Staten, is deze zomer teruggekeerd naar België. Hij heeft hier geen verblijfsrecht, werd overgebracht naar het gesloten centrum voor illegalen in Merksplas, en ondertussen werden al twee bevelen om het grondgebied te verlaten vernietigd door de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen.
Mevrouw de minister, Trabelsi verblijft daar nog altijd, voor zover ik weet. U mag het mij vertellen. Dat is, naar ik heb vernomen, tegen uw zin. U merkte terecht op dat Trabelsi geen plaats heeft in onze samenleving en u voegde er terecht aan toe dat u de veiligheid van de burger niet op het spel wilt zetten voor de rechten van één individu.
Minister Van Bossuyt, ik feliciteer u. U bent bijna welkom bij het Vlaams Belang. U moet echter wel beseffen dat die situatie precies is waar de internationale en zogeheten Universele Verklaring van de Rechten van de Mens toe leidt, namelijk dat de rechten van één individu, zelfs als het een gevaarlijke moslimterrorist betreft, boven de veiligheid van onze samenleving worden geplaatst. Er zijn diverse voorbeelden van gevaarlijke moslimterroristen in het Westen die niet mogen worden uitgezet omdat zij in hun land van oorsprong ocharme weleens zouden kunnen worden gefolterd.
Over de juridisering en mensenrechtisering en dus de uitholling van onze democratie zijn er diverse goede boeken geschreven. U denkt wellicht aan de u welbekende Mark Elchardus. Ik kan u echter ook het werk van Jean-Louis Harouel aanbevelen, namelijk Les Droits de l’homme contre le peuple .
Dat gezegd zijnde, kom ik bij mijn enige vraag. Hoe staat het nu met de uitzetting van de volgens de Verenigde Staten nog altijd gevaarlijke moslimterrorist Nizar Trabelsi?
Maaike De Vreese:
Minister, het dossier van Nizar Trabelsi lijkt me bij iedereen bekend. U kondigde onlangs aan dat u alles zult doen wat in uw macht ligt om hem terug te sturen naar zijn land van herkomst, waar hij thuishoort. Die man heeft hier geen verblijfsrecht meer. Hij vormt een gevaar voor onze nationale veiligheid en moet dus terugkeren.
Wij hebben ons als partij al heel lang het hoofd gebroken over de uitzetting van dit soort criminelen en terroristen. Jammer genoeg is het niet het eerste geval waarbij iemand uit een gesloten centrum zou kunnen vrijkomen omdat een rechter beslist dat we hem niet mogen uitwijzen. Op een bepaald moment moet het belang van onze samenleving voorgaan op de rechten van het individu.
Dat is ook de reden, minister, waarom onze premier, Bart De Wever, zijn collega’s in de Europese Unie heeft aangesproken. Hij heeft samen met hen een brief ondertekend om dat aan te kaarten op Europees niveau. Daarbij pleiten we ervoor dat criminelen die hier illegaal verblijven gemakkelijker kunnen worden uitgezet.
Dit geval toont de ernst van de situatie duidelijk aan. U moet alle mogelijkheden benutten. Nu moet u zich als overheid volledig verantwoorden, terwijl er eigenlijk geen bewijs is dat die man in zijn land van herkomst zou worden gefolterd.
Mevrouw de minister, kunt u toelichting geven over de huidige stand van zaken met betrekking tot de uitwijzing van Trabelsi? Kunt u aangeven welke procedures er momenteel lopen? Welke stappen hebt u al gezet om hem uit te wijzen? Hoe verloopt het diplomatieke contact met Tunesië? Welke stappen acht u noodzakelijk om de uitwijzing te realiseren?
Paul Van Tigchelt:
Goeiemiddag, mevrouw de minister. De vraag van collega De Vreese is eigenlijk maar de halve vraag. Wat is de link tussen Nizar Trabelsi en gebakken peren? Dat bent u en ik zal u ook zeggen waarom.
Ik heb grote ogen getrokken toen ik deze zomer vernam dat Nizar Trabelsi werd uitgewezen naar ons land. Ik ken de situatie goed. Dat zal u niet verbazen. Trabelsi is in de Verenigde Staten vrijgesproken in de zomer van 2023. Sindsdien waren er twee opties: ofwel ging hij naar Tunesië, ofwel naar België of misschien naar een derde land. We hebben de boot altijd kunnen afhouden. Het verbaast me dus ten zeerste dat hij uiteindelijk is uitgewezen naar België. Die man heeft geen verblijfsrecht in ons land. De discussie had niet mogen zijn hoe we hem hier buiten krijgen, we hadden moeten vermijden dat hij hier binnenkwam. Dat is de essentie van dit verhaal.
U zit nu met de gebakken peren. Neem dat vooral niet persoonlijk, mevrouw de minister. Ik vraag mij wel af of er overleg is geweest op politiek, diplomatiek en operationeel niveau, op het hoogste niveau, om met onze Amerikaanse vrienden te spreken en hun duidelijk te maken dat die man hier niet welkom is.
Ik zie nu de tweets van een zekere Georges-Louis Bouchez, die stelt dat deze man geen recht heeft op verblijf in dit land. U weet net als ik dat het nagenoeg onmogelijk zal zijn om hem, eens hij hier is, nog uit te wijzen naar Tunesië, gelet op artikel 3 van het EVRM. Dan kunnen we zoveel brieven schrijven met negen landen als we willen, dat zal niets veranderen. Het risico bestaat dat hij nu op korte termijn wordt vrijgelaten. Er zijn al beslissingen in die zin van de raadkamer. Gelukkig was er het beroep van het openbaar ministerie.
Wie zit er dan met de gebakken peren, mevrouw de minister? Dat bent niet u, maar dat is wel onze Staatsveiligheid, die hem dan zal moeten volgen. Zonder vrijheidsberovende titel zal dat zeer moeilijk zijn. Ik hoop dat deze regering de verslagen heeft gelezen van de Amerikaanse veiligheidsdiensten, maar ik vrees dat dat niet is gebeurd. Ik vrees dat er geen contact is geweest op het hoogste niveau. Ik vrees dat er geen diplomatiek en politiek overleg is geweest met Amerika om te vermijden dat deze man naar ons land zou worden uitgewezen.
Nogmaals, eens hij hier is, zal het onmogelijk zijn om hem nog uit te wijzen naar Amerika. Mijn vraag is heel simpel: waarom hebben we niet met Amerika onderhandeld om hem rechtstreeks uit te wijzen naar Tunesië? Waarom moest hij eerst naar ons land komen? Dat is een overbodige tussenstap. We krijgen hem hier niet meer weg. U weet dat en ik weet dat ook, mevrouw de minister.
Anneleen Van Bossuyt:
Ik wil beginnen met te antwoorden op uw insinuaties en opmerkingen, mijnheer Van Tigchelt. Daarvoor moet ik u namelijk doorverwijzen naar de minister van Binnenlandse Zaken.
Paul Van Tigchelt:
Justitie!
Anneleen Van Bossuyt:
Ja, maar goed, misschien moet u ook de zaken opvolgen die gebeurd zijn sinds u niet meer op die positie zit. Er is intussen namelijk heel wat gebeurd.
Wat de andere vragen betreft, verwees u, mijnheer Van Rooy, naar twee boeken die ik zou moeten lezen. Ik kan u echter ook een boek aanbevelen van Marc Bossuyt: Tussen demagogie en hypocrisie . Dat is een zeer goed boek dat al lang bestaat.
Sam Van Rooy:
Het ligt op mijn kastje!
Anneleen Van Bossuyt:
Ah, perfect!
Vorige maand was er heel wat te doen in de media rond de terugkeer van Trabelsi. Mevrouw De Vreese verwees daarnet naar de brief die ondertekend werd door de premier. Ik herinner mij dat de linkerzijde toen op haar achterste poten stond. Die brief ging volgens hen over zaken die helemaal niet gebeurden. Vandaag hebben we echter een heel concreet geval in ons eigen land, waarbij de individuele rechten van één persoon blijkbaar opwegen tegen het collectief belang, namelijk het beschermen van onze veiligheid.
Het gaat hier namelijk over een veroordeelde terrorist die geen verblijfsrecht heeft, niet de Belgische nationaliteit bezit en hier dus illegaal is. Het was en is nog altijd mijn bedoeling om die man zo snel mogelijk uit te wijzen. Een uitspraak van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen verhinderde dit door het afgeleverde bevel om het grondgebied te verlaten met vasthouding in afwachting van zijn uitwijzing te schorsen.
De betrokkene wordt sinds 8 augustus vastgehouden in een gesloten centrum. Van zodra het mogelijk is, dus in functie van beroepen of hangende procedures, zodra de identificatie is afgerond en de laissez-passer wordt afgeleverd, kan de betrokkene worden teruggestuurd naar Tunesië. Uiteraard staan wij hiervoor in contact met de Tunesische autoriteiten. Er kan geen concrete termijn gegeven worden hoelang hij in het gesloten centrum zal worden vastgehouden.
Nogmaals, wij gaan alle juridische mogelijkheden uitputten om hem uit te wijzen naar zijn herkomstland. Die persoon heeft geen plaats in onze samenleving. Wij doen er dus alles aan om de veiligheid van ons land te waarborgen en te verbeteren. We zullen alle stappen ondernemen die binnen onze mogelijkheden liggen om hem zo snel mogelijk uit te wijzen. Dank u wel.
Sam Van Rooy:
Mevrouw de minister, de gevaarlijke moslimterrorist Nizar Trabelsi had inderdaad nooit in België mogen zijn. Als men destijds naar het Vlaams Belang – toen nog het Vlaams Blok – had geluisterd, mijnheer Van Tigchelt, dan was Trabelsi hier nooit geweest. Dat u deze gevaarlijke moslimterrorist nu niet uitgewezen krijgt, is een symptoom van een veel dieperliggend en fundamenteel probleem, namelijk de juridisering en de mensenrechtisering van onze samenleving. Dat holt onze democratie uit en gaat in tegen het algemeen belang en tegen onze veiligheid. Het Vlaams Belang kaart dit al heel lang aan.
Moslimfundamentalisten en terroristen die onze vrijheden en mensenrechten willen afschaffen ten gunste van de sharia, misbruiken onze vrijheden en misbruiken onze mensenrechten tegen ons. Het wordt hoog tijd dat zij geen aanspraak meer kunnen maken op onze vrijheden en mensenrechten.
Maaike De Vreese:
Mevrouw de minister, het is duidelijk dat dit dossier heel wat hoofdpijn veroorzaakt, niet alleen bij u, maar ook bij uw collega-ministers. Jammer genoeg is de vorige regering er niet in geslaagd om een akkoord met Tunesië af te sluiten en om in dat dossier al stappen te zetten en het voor te bereiden, indien niet voor zichzelf, dan toch voor de volgende regering.
Hier maakt dat immers niet uit. Ik denk niet dat dit een dossier is waarmee men wil scoren. Collega Van Tigchelt, u bent zelf minister van Justitie geweest. Waarom hebt u dit niet opgelost? Op een bepaald moment worden er stappen gezet en komt die man hier terecht, terwijl u er met de vivaldiregering voor had moeten zorgen dat het dossier al klaarlag. Dat dossier had klaargelegd moeten worden om hem over te brengen naar Tunesië.
Mevrouw de minister, nu wordt u ermee geconfronteerd. Ik denk dat u de juiste stappen zet om die man effectief te doen terugkeren.
Collega Van Tigchelt, dit is de eerste keer dat er uit een federale regering een dergelijk signaal komt richting de Europese Unie om dit probleem aan te pakken. Bij Vivaldi heb ik dat niet gezien. Ik heb daar zelfs niemand gezien die zich op Europees niveau luid en duidelijk uitsprak om verandering teweeg te brengen. Dit is de eerste keer. Ik vind dan ook dat u niet de aangewezen persoon bent om zich hier vandaag op deze manier uit te spreken. Ik ken u als iemand die doorgaans meer respect toont voor de problematieken waarmee heel wat ministers, ook van Binnenlandse Zaken, geconfronteerd worden. Vandaag hangt u hier de populist uit.
Mijnheer Van Tigchelt, ik ben dat niet gewoon van u. Het is tijd om het anders aan te pakken en in eigen boezem te kijken.
Paul Van Tigchelt:
Jongens, toch! Mevrouw de minister, ik insinueer niets en stel alleen zaken vast. Populisme is aan mij niet besteed, mevrouw De Vreese, zeker niet in dit dossier. Ik weet goed dat Nizar Trabelsi in de zomer van 2023 is vrijgesproken en dat er sindsdien pogingen waren om hem te doen terugkeren naar ons land. Dat is niet gelukt. Ik verwijt u helemaal niet dat u me doorverwijst naar de minister van Binnenlandse Zaken. Ik zou deze vragen niet aan u moeten stellen, maar beter aan de eerste minister van dit land, want de hamvraag is: is er hierover overleg gepleegd op het hoogste niveau met onze Amerikaanse vrienden, diplomatiek en politiek? Ik kan u het antwoord geven voor het verleden en ik denk ook voor het heden. Men maakt een wetsontwerp waarbij de uitvoerende macht extremistische groeperingen buiten de wet kan stellen. Dat is symboolpolitiek, waarbij de grondwettelijke rechten, meer bepaald artikel 27 van de Grondwet, onderuit worden gehaald. Ondertussen doet men echter niks aan dit probleem, laat men Nizar Trabelsi gewoon terugkeren naar ons land en zit men nu met de gebakken peren. Het zal niet lukken om hem uit te wijzen.
De vaststelling dat het regeringsbeleid de criminele drugsbendes in Brussel in de kaart speelt
Gesteld door
Groen
Matti Vandemaele
Aan
Anneleen Van Bossuyt (Minister van Asiel en Migratie, en Maatschappelijke Integratie)
Bekijk antwoord
Matti Vandemaele:
Mijnheer de voorzitter, de oorspronkelijke titel van mijn vraag was nog straffer. Ik had u die graag laten voorlezen, maar de diensten hebben de titel enigszins afgezwakt.
Ik vertrek vanuit de vaststelling van de procureur van Brussel, die erop wijst dat het feit dat er zoveel mensen zonder papieren in onze hoofdstad verblijven, ervoor zorgt dat criminele drugsbendes over goedkope arbeidskrachten kunnen beschikken. Dat is een vaststelling van de procureur.
Ik wil daarbij ook benadrukken, mevrouw de minister, dat dat niet uw verantwoordelijkheid is. U hebt er niet voor gezorgd dat die mensen hier verblijven. Ik kan u dat absoluut niet aanwrijven. De vraag is alleen hoe we dat probleem kunnen aanpakken.
In onze hoofdstad worden we geconfronteerd met mensen die voor een appel en een ei criminele activiteiten uitvoeren, als waren het goedkope arbeidskrachten, en die zo de veiligheid van onze burgers in ons land bedreigen. U hebt een sleutelpositie, aangezien u verantwoordelijk bent voor Asiel en Migratie.
Mijn vraag is dus niet bedoeld als vingerwijzing, ik wil vooral informeren hoe we dat probleem zullen oplossen. Wat zullen we doen om ervoor te zorgen dat het reservoir aan goedkope arbeidskrachten opdroogt en niet verder wordt aangevuld? Mijn aanvoelen is – en dat is wel een kritiek – dat we wellicht nog meer mensen de straat op zullen jagen. Dat hebben we daarnet al besproken. Op die manier raken we nog verder van huis.
Mijn vraag is dus heel eenvoudig, mevrouw de minister. Wat zult u doen vanuit uw rol om ervoor te zorgen dat er niet nog meer goedkope arbeidskrachten in Brussel beschikbaar zijn voor vuil drugsgeweld? Hoe zullen we ervoor zorgen dat mensen die het bevel krijgen om ons land te verlaten, dat ook daadwerkelijk doen? Het is volstaat immers niet om een briefje af te geven met de boodschap dat men het land moet verlaten. We moeten ervoor zorgen dat die personen ook effectief vertrekken.
Anneleen Van Bossuyt:
Mijnheer Vandemaele, u zei dat u niet aan vingerwijzing wilt doen, maar misschien moet ik u eraan herinneren welke partij er in de Brusselse regering zetelt en maar al te graag naar de federale regering wijst. Dat is inderdaad uw partij, Ecolo-Groen, en die doet dat maar al te graag. Het is bovendien zo dat de huidige federale regering de chaos moet oplossen van uw vorige regering. Zoals ik al zei tijdens het actuadebat, heeft Vivaldi nagelaten verstrengingen door te voeren, omdat elke poging daartoe door uw partij werd geblokkeerd. U kunt en u mag absoluut veel van onze ploeg verwachten, maar denk alstublieft niet dat wij een-twee-drie kunnen rechttrekken wat jarenlang is scheefgegroeid. Dat betekent uiteraard niet dat we bij de pakken blijven zitten, integendeel.
Op uw eerste vraag ben ik al ingegaan tijdens het actuadebat. Wie al bescherming of een afgewezen asielaanvraag heeft in een andere lidstaat en de bewuste keuze maakt om toch naar België door te reizen, zal geen opvang meer krijgen. Ook wie dat op illegale wijze doet, maakt bewust die keuze. We zijn daar zeer duidelijk in: die mensen moeten terugkeren. Het is in de eerste plaats aan de betrokkenen zelf om het land te verlaten.
Ik vraag me af, mijnheer Vandemaele, of die mensen die boodschap wel krijgen van de ngo’s waarnaar u verwijst. Ik denk het eerlijk gezegd niet. Ik vind het onmenselijk dat ngo’s niet zelf durven te zeggen dat men eigenlijk moet terugkeren en hoe dat moet gebeuren. Ik hoor vaak dat ze de omgekeerde boodschap geven en de betrokkenen adviseren over wat ze kunnen proberen om hier langer te blijven, weliswaar op een illegale wijze, want er is geen legale manier om hier te blijven. Vaak kiezen de betrokkenen dus voor een illegaal verblijf omdat sommige organisaties hun influisteren dat ze nog even moeten blijven en kunnen procederen in de hoop op opvang.
Wij zorgen er van onze kant steeds voor dat mensen die geen recht meer hebben op opvang of verblijf, te allen tijde voldoende informatie krijgen, zowel over mogelijke hulp bij vrijwillige terugkeer als over de mogelijke gedwongen terugkeer wanneer de door de DVZ opgelegde maatregel niet wordt gerespecteerd.
Zoals u weet zal ik samen met collega Quintin meer investeren in gesloten centra en in escorteurs om personen ook gedwongen terug te brengen. U weet hoe moeilijk het is om bepaalde personen naar hun land van herkomst terug te sturen. We hebben het trouwens daarnet nog over een geval gehad. Daarom heeft deze regering conditionaliteit ingeschreven in de buitenlandse betrekkingen. We moeten veel korter op de bal spelen.
Daarnaast is ons regeerakkoord ambitieuzer dan ooit wat betreft de strijd tegen criminaliteit en drugs. We hebben zeker nog veel werven en alle collega’s zijn daar elke dag mee bezig. Ik stel voor dat u ondertussen uw vragen ook richt aan uw eigen Brusselse regering.
Matti Vandemaele:
Mevrouw de minister, het is grappig: u zegt dat u niet zult vingerwijzen om vervolgens een heel antwoord te vingerwijzen. Het is weer eens de schuld van Vivaldi. Dat zullen we binnen vijftig jaar nog altijd horen. Alle problemen in dit land zijn afkomstig van Vivaldi. So be it . U wordt echter betaald om oplossingen te zoeken, niet om hier in het Parlement telkens te zeggen dat het onze schuld is, dat we het zelf hebben georganiseerd, dat we het moeten bespreken met onze eigen vrienden. Het zou de schuld van Brussel zijn, of van de OCMW's. Het is steeds de schuld van iemand anders. Mijn vraag is echter oprecht. De minister van Binnenlandse Zaken zit met de handen in het haar als het gaat over Brussel. We moeten op een ernstige manier kunnen bespreken dat er effectief een probleem is van mensen zonder wettig verblijf in onze hoofdstad. Ik schuif al redelijk op in uw richting, mevrouw de minister. U kunt de uitgestoken hand afkappen, dat is uw goed recht, maar ik denk dat u vooral oplossingen op tafel moet leggen, eerder dan telkens te wijzen naar anderen. Misschien moet u de ngo's gewoon eens uitnodigen. Ik ken geen enkele ngo die illegaal verblijf actief promoot. Dat zijn niet de ngo's waarmee wij samenwerken. Absoluut niet. Het is niet ernstig om dat hier zo te zeggen.
De winteropvang op een camping in Theux
Gesteld door
Aan
Anneleen Van Bossuyt (Minister van Asiel en Migratie, en Maatschappelijke Integratie)
Bekijk antwoord
Francesca Van Belleghem:
Mevrouw de minister, afgelopen winter werden op beslissing van uw voorganger ongeveer 250 asielzoekers opgevangen op een camping in Theux. Het is nogal vreemd dat asielzoekers worden opgevangen op een vakantiebestemming. Daarmee geeft men niet het gepaste signaal. Het lijkt op hotelopvang voor asielzoekers.
Zult u komende winter opnieuw een beroep doen op dergelijke noodopvangplaatsen op een camping? Zo ja, waar? Zal het alleen in Theux zijn of ook in Bredene, waar afgelopen winter ook een camping is gebruikt om asielzoekers op te vangen? Lopen er onderhandelingen met Theux en Bredene? Welk bedrag werd overeengekomen?
Hoeveel betaalde Fedasil afgelopen winter voor de noodopvang op de camping in Theux? Hoeveel werd er aan de campinguitbater betaald en hoeveel bedroegen de kosten voor externe firma's voor onder andere de taxibussen – die ik niet zo mag noemen, maar het in de praktijk wel zijn –, de maaltijdkosten en de personeelskosten? Kortom, wat was de totale kostprijs? Hoeveel werknemers werden op de camping tewerkgesteld?
Ten slotte – en ik hoop dat u dit niet wegzet als een fait divers –, hoe verklaart u dat er op een camping documenten van asielzoekers in een vuilnisbak werden gegooid die voor iedereen toegankelijk was? Het ging om persoonlijke documenten, medische attesten, medische voorschriften onder andere voor viagra-achtige middelen en schooldocumenten. Stel u voor dat zulke documenten in handen vielen van handlangers van de regimes waar de asielzoekers al dan niet terecht voor zijn gevlucht? Dat houdt toch een groot veiligheidsrisico in. Waren er nog van dergelijke voorvallen?
Anneleen Van Bossuyt:
Fedasil neemt zijn verantwoordelijkheid om ook tijdens de winter in voldoende opvang te voorzien. Voor de komende winter heeft Fedasil opnieuw toestemming om 250 tijdelijke plaatsen in Theux te openen, van november 2025 tot april 2026. Ook lopen er gesprekken met een eigenaar in Bredene, maar daar is nog niets beslist of ondertekend.
Fedasil gaat ter zake transparant om met de middelen die de dienst inzet. Voor de vorige winter in Theux bedroegen de totale kosten ongeveer 1,16 miljoen euro inclusief personeels- en werkingskosten. Fedasil betaalde 513.626 euro aan de campinguitbater voor de winter van 2024-2025. Dat bedrag omvat de huur, de energiekosten en andere uitgaven. Tussen de opening van het opvangcentrum in oktober 2024 en de sluiting in april 2025 waren er 34 medewerkers aanwezig.
In antwoord op uw vraag over de documenten, kan ik u meegeven dat Fedasil lessen trekt uit elk project. Er loopt momenteel een intern onderzoek naar het datalek. Op basis van de daaruit voortvloeiende aanbevelingen zullen wij verbetermaatregelen nemen. Op die manier zorgen wij ervoor dat de opvangcapaciteit niet alleen voldoende is, maar ook efficiënt en verantwoord wordt georganiseerd. Ik ben van mening dat dergelijke informatielekken onverantwoord zijn en niet meer mogen voorkomen.
Francesca Van Belleghem:
Mevrouw de minister, u beweert het strengste migratiebeleid ooit te voeren. Niettemin wilt u komende winter opnieuw asielzoekers opvangen in campings. Op plaatsen waar mensen in de zomer op vakantie gaan, wilt u nu tijdens de winter asielzoekers opvangen. U betaalt de campinguitbaters daar bovendien ruim voor, namelijk 500.000 euro om asielzoekers een half jaar op te vangen. Dat is de jackpot voor die campinguitbaters, niet alleen in Theux maar ook in Bredene. Ik ben er eigenlijk verbolgen over dat u opnieuw plaatsen zult openen. Dat betekent immers dat u opnieuw opvangplaatsen voor asielzoekers creëert. U kunt wel zeggen, zoals in Schilde, dat het om vervangingscapaciteit gaat. Dat is echter bullshit. Er sluit een asielcentrum in Schilde en u opent een nieuw centrum. Dat hetzelfde personeel meeverhuist, is uiteraard logisch. U voert niet het strengste migratiebeleid ooit. U zorgt in werkelijkheid gewoon voor meer opvangplaatsen voor asielzoekers.
Talibaninfluencer Qaderi
Gesteld door
Aan
Anneleen Van Bossuyt (Minister van Asiel en Migratie, en Maatschappelijke Integratie)
Bekijk antwoord
Francesca Van Belleghem:
Ik hoop dat mijn collega Van Rooy mij dat niet kwalijk neemt, maar afgelopen zomer viel mij iets op. Ik lees dagelijks het Belgisch Staatsblad en op 1 augustus verscheen daarin iets bijzonders. Het betrof een signalering met het oog op weigering van toegang en verblijf. Op 6 juni 2025 werd ten aanzien van de heer Abdul Jamil Qaderi een beslissing tot weigering van toegang genomen.
Mijn vraag aan u is of de talibaninfluencer Qaderi zich op dit moment nog in dit land bevindt. Is hij al teruggestuurd naar het land van herkomst? Verschijnt zo’n signalering in het Belgisch Staatsblad omdat men niet weet waar hij is en hoopt men hem op die manier op te sporen? Ik heb in al die jaren immers nog nooit zo’n signalering gezien. Kunt u mij verklaren wat zo’n signalering in het Belgisch Staatsblad precies inhoudt?
Werd Qaderi intussen al geïntercepteerd of uitgezet? Heeft hij al beroep aangetekend bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen? Dat stond immers ook in die publicatie. Ik dank u.
Anneleen Van Bossuyt:
Mevrouw Van Belleghem, ik denk dat niet veel mensen uw uitzonderlijke hobby delen, namelijk het lezen van het Belgisch Staatsblad .
Zoals u weet – ik heb dat zojuist ook aan uw collega Van Rooy gezegd – kan ik geen informatie geven over individuele dossiers. Ik kan wel bevestigen dat er voor de betrokken persoon in het Belgisch Staatsblad , zoals u terecht hebt vastgesteld, op 1 augustus effectief een beslissing is gepubliceerd tot signalering met het oog op weigering van toegang en verblijf. Dat klopt dus.
U vroeg of hij inmiddels al werd geïntercepteerd of uitgezet. Dat is een gegeven uit een individueel dossier waarop ik u geen antwoord mag geven. U vroeg ook op welke grond die persoonlijke beslissing werd gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad . Dat gebeurde op basis van artikel 26/1 van de Vreemdelingenwet. Op grond daarvan kan de DVZ een beslissing tot weigering van toegang en verblijf nemen, waarbij de betrokkene ook wordt gesignaleerd in het Schengeninformatiesysteem.
De DVZ kan dat doen op basis van "een individuele evaluatie, waarbij de persoonlijke omstandigheden van de betrokken onderdaan van een derde land en de gevolgen van een weigering van toegang en verblijf zijn geëvalueerd, de aanwezigheid van die onderdaan van een derde land een bedreiging vormt voor de openbare orde of veiligheid, of voor de nationale veiligheid." Het is geval per geval te bekijken of een vreemdeling in aanmerking komt voor een beslissing tot weigering van toegang en verblijf, maar we moeten alleszins concrete elementen ter beschikking hebben.
De duur van de weigering mag niet meer dan 5 jaar bedragen, behalve als de vreemdeling een ernstige bedreiging vormt voor de openbare orde of de nationale veiligheid.
U vroeg ook of die publicaties vaak worden toegepast. Tot nu toe werd die methode drie keer toegepast.
U informeerde tevens of de man beroep heeft aangetekend bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Dat is inderdaad een mogelijkheid, dat gaf u ook zelf aan. Het beroep moet binnen 30 dagen na de bekendmaking worden ingediend door middel van een verzoekschrift. De betrokkene heeft binnen die termijn evenwel geen beroep ingediend bij de RVV.
Tot slot vroeg u hoeveel vergelijkbare gevallen er in de afgelopen jaren waren, waarbij radicale influencers de toegang werd geweigerd. Op datum van 25 augustus waren er 26 vreemdelingen die door het OCAD beschouwd werden als haatpredikers. Die vreemdelingen worden opgevolgd door de cel Radicalisme van de DVZ. Elk dossier wordt geval per geval bekeken op basis van de elementen van het administratieve dossier, van de partnerdiensten, van de administratieve situatie van de betrokken persoon en van de dreigingsevaluatie.
Van die 26 vreemdelingen zijn er negen illegaal of hebben geen recht op verblijf meer. Drie staan onder de bevoegdheid van de FOD Justitie. Drie bevinden zich niet op het Belgisch grondgebied. Drie hebben een onbekende verblijfplaats. Twee van hen hebben een hangende aanvraag om internationale bescherming bij het CGVS. Negen hebben een permanent verblijfsrecht, en het is nu niet mogelijk om maatregelen te nemen op vlak van verblijf. Zes zijn erkend als vluchteling. Een vraag tot intrekking werd gesteld bij het CGVS, maar die is op dit moment nog hangende.
Francesca Van Belleghem:
Dank u wel voor alle cijfergegevens. Net zoals van publicaties in het Belgisch Staatsblad hou ik ook van cijfers. U zegt dat u niet mag spreken over persoonlijke dossiers, maar zijn bevel om het grondgebied te verlaten of zijn signalering werd wel gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad . Dat zijn precies twee maten en twee gewichten. Het is publiek bekend dat hij gesignaleerd staat, met naam en toenaam, maar u mag daar dan niet over spreken. Vervolgens zegt u een paar zinnen later dat hij geen beroep heeft aangetekend bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Wat is het nu? Is hij hier nog of niet? U zegt dat hij geen beroep heeft aangetekend, maar u wilt niet zeggen of hij hier nog verblijft, of hij al geïntercepteerd werd en of hij teruggestuurd werd. Tussen de regels door lees ik dan dat hij hier allicht nog altijd is en dat u dat gewoon niet wilt vertellen. Anders had u het wel gezegd.
De asielopvang in Schilde en in Lodelinsart
Gesteld door
Aan
Anneleen Van Bossuyt (Minister van Asiel en Migratie, en Maatschappelijke Integratie)
Bekijk antwoord
Francesca Van Belleghem:
Voor de vragen over Schilde verwijs ik naar de uitstekende uiteenzetting van mijn collega Dillen.
De vragen die zij daarover stelde, kunnen echter net zo goed worden gesteld over Lodelinsart, een dorpje nabij Charleroi. Hoewel het over Waals grondgebied gaat en dat ons minder na aan het hart ligt, hebben de buurtbewoners daar evenveel recht op antwoorden.
Anneleen Van Bossuyt:
Mijnheer de voorzitter, ik zal mijn antwoord beperken tot Lodelinsart.
Het huidige contract in Lodelinsart, dat nog door de vorige regering werd gesloten, loopt tot februari 2026.
De site is recent overgenomen door een andere eigenaar. Wij wachten op de toekomstplannen van de nieuwe eigenaar met de site om er meer zicht op te krijgen of we de operationalisering al dan niet voortzetten.
Net zoals voor Schilde gaat het ook hier om vervangcapaciteit. Het uitgangspunt blijft hetzelfde, namelijk kwaliteitsvolle opvang bieden binnen het wettelijke kader, met respect voor de buurt en in nauw overleg met de lokale overheden.
Francesca Van Belleghem:
Mevrouw de minister, ik heb het regeerakkoord er nog eens op nagelezen. Daarin staat dat de regering het asielopvangnetwerk gevoelig zal afbouwen. Intussen zijn we zeven maanden later. Ik lees krantenkoppen en een ervan was een uitspraak van u. Er stond: "Er komt geen enkele opvangplaats bij." Er is natuurlijk een groot verschil tussen afbouwen en op hetzelfde niveau houden. Ik hoop dat u zo snel mogelijk uw beloftes uit het regeerakkoord en liefst nog veel meer nakomt, en dat u niet, zoals nu, na zeven maanden, enkel stelt dat er geen opvangplaats bij komt. In dat geval hebt u de kiezers immers belogen.
Een nieuw asielcentrum in het voormalige IMTR-ziekenhuis te Loverval (Gerpinnes)
Gesteld door
Aan
Anneleen Van Bossuyt (Minister van Asiel en Migratie, en Maatschappelijke Integratie)
Bekijk antwoord
Francesca Van Belleghem:
Mevrouw de minister, het is mij niet ontgaan dat er volgens mediaberichten tegen het einde van dit jaar een nieuw Fedasilcentrum in het voormalige IMTR-ziekenhuis in Loverval, in Wallonië, zal worden geopend, een centrum dat opvang zal bieden aan 390 asielzoekers. De burgemeester van Gerpinnes zou publiekelijk hebben verklaard dat de lokale besturen en de inwoners, net zoals in Schilde, voor een voldongen feit zijn geplaatst en dat de opening van het centrum tegen de wil van de inwoners ingaat.
Waarom kiest u voor een nieuw opvangcentrum voor asielzoekers?
Hoe verklaart u dat ook die burgemeester niet op de hoogte was? Of was hij wel op de hoogte en doet hij voor de eigen bevolking alsof hij niet op de hoogte was?
Hoeveel kost het nieuwe asielcentrum? Ik kreeg graag een gedetailleerd overzicht van alle kosten, inclusief de huurprijs die aan de eigenaar, Thomas & Piron, wordt betaald.
Anneleen Van Bossuyt:
Mevrouw Van Belleghem, het opvangcentrum wordt geopend ter vervanging van capaciteit die binnenkort wegvalt. Door de huidige crisis, die ik heb geërfd, ben ik daartoe verplicht. Het gaat dus, zoals ik u voortdurend duidelijk moet maken, niet om nieuwe, extra opvangplaatsen, maar om vervangcapaciteit.
Ik heb enkele maanden geleden wel degelijk contact gehad met de burgemeester om dat aan te kondigen. Daarnaast heeft Fedasil op vraag van het gemeentebestuur van Gerpinnes een ontmoeting gehad om de mogelijke komst van het centrum te bespreken.
Ontmoetingen met de bevolking kunnen uiteraard worden georganiseerd, maar pas wanneer er daadwerkelijk groen licht is voor de opening. Het heeft weinig zin om grote informatiesessies te houden over een project dat nog niet gevalideerd is.
Ik besef heel goed dat zo'n beslissing een impact heeft op de lokale gemeenschap. Ik bel trouwens absoluut niet graag naar burgemeesters om dergelijke beslissingen mee te delen. Mijn administraties stellen alles in het werk om de impact zo beperkt mogelijk te houden. De komst van een centrum is voor velen geen goed nieuws, maar het is tegelijk noodzakelijk om een rationeel opvangbeleid te kunnen voeren.
Concreet, de opening van het centrum in Gerpinnes is nog niet officieel bevestigd door de bevoegde autoriteiten. De budgettaire impact kan ik dus nog niet meedelen, maar die zal worden berekend volgens de geldende tarieven.
Wat de locatie betreft, het gaat om een voormalig ziekenhuis, gelegen op enige afstand van woonwijken. Dat betekent dat de impact op het dagelijkse leven van de omwonenden beperkt zal zijn. Bovendien wordt in de opvangcentra altijd 24/7 begeleiding aangeboden. De kinderen die er verblijven, moeten inderdaad verplicht naar school en het lokale vervoersaanbod zal moeten worden aangepast.
Fedasil en het Rode Kruis staan in nauw contact met de gemeentelijke autoriteiten. Er is al een ontmoeting geweest en er volgen er nog meer. Nogmaals, de opening van het centrum is enkel bedoeld als compensatie voor andere plaatsen die verdwijnen. Het gaat dus niet om extra opvang. Het gaat bovendien om een tijdelijk centrum. Zodra de eigenaar met zijn vastgoedproject kan beginnen, met de nodige vergunningen en investeringen, zal het centrum sluiten.
U verweest naar het regeerakkoord. Er is daarin duidelijk gezegd dat eerst de instroom naar beneden moet en dat we dan plaatsen zullen sluiten, te beginnen in hotels, vervolgens de lokale opvanginitiatieven en daarna de collectieve centra. Net als u hoop ik dat we dat zo snel mogelijk kunnen doen.
Francesca Van Belleghem:
Ik blijf bij mijn standpunt over de vervangcapaciteit. Met Schilde, Lodelinsart en Gerpinnes zijn er maar liefst drie nieuwe opvangcentra voor asielzoekers. Het is niet omdat er een oud opvangcentrum moet sluiten dat het niet om een nieuw centrum gaat.
Een nieuw centrum openen kost wel degelijk veel geld. Het is iets anders dan bestaande capaciteit langer openhouden. Nee, er gaat een nieuw centrum open. Uw argument van vervangcapaciteit is dus bullshit, zeker omdat u beloofd hebt dat het opvangnetwerk gevoelig zou worden afgebouwd. Voor ons mag het zelfs nog strenger. U hebt beloofd de capaciteit gevoelig af te bouwen. Nu zien we dat u gewoon oude capaciteit telkens met nieuwe centra probeert te compenseren. Dat is niet wat u de kiezer beloofd hebt.
Voorzitter:
Mevrouw Van Belleghem heeft haar vraag nr. 56007309C omgezet in een schriftelijke vraag.
De oproep van een in België verblijvende Palestijn om niet-moslims de keel over te snijden
Gesteld door
VB
Sam Van Rooy
Aan
Anneleen Van Bossuyt (Minister van Asiel en Migratie, en Maatschappelijke Integratie)
Bekijk antwoord
Sam Van Rooy:
Minister, in een video is te zien dat een jonge islamitische Palestijn, die naar verluidt asiel heeft gekregen in ons land, zegt dat niet-moslims in Europa de keel moet worden overgesneden. Ik krijg het moeilijk over mijn lippen. Ik heb u de misselijkmakende beelden bezorgd. Dit roept uiteraard ernstige vragen op over de screening van Palestijnen die naar België worden gehaald of worden binnengelaten in ons land en asiel krijgen.
Hoe kan het dat een radicale Palestijnse moslim met zulke weerzinwekkende, levensgevaarlijke en jihadistische opvattingen asiel krijgt in ons land? Als hij inderdaad op ons grondgebied woont, wordt deze jonge islamitische Palestijn dan opgespoord? Wordt hij opgepakt? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wordt hij dan het land uitgezet? Ik mag hopen van wel.
Anneleen Van Bossuyt:
Mijnheer Van Rooy, in eerste instantie veroordeel ik steeds ten stelligste elke vorm van oproepen tot geweld. Daar mag geen twijfel over bestaan. De regering heeft zich via het regeerakkoord geëngageerd om dergelijke criminaliteit extra aan te pakken. Het komt aan mijn collega-ministers Quintin en Verlinden toe om dit onderdeel van het regeerakkoord uit te voeren. Ik heb er het volste vertrouwen in dat zij dat ook effectief zullen doen. Wegens een lopend gerechtelijk onderzoek kan ik niet in detail op deze vraag ingaan.
Ik kan u wel zeggen dat ik evenzeer gechoqueerd ben door de haatdragende en antiwesterse boodschap van deze man. Dergelijke mensen kunnen niet worden getolereerd in onze maatschappij. Als blijkt dat die persoon inderdaad een verblijfstatus zou hebben in België, zal ik mijn diensten vragen die status in te trekken.
Ik neem bovendien verschillende initiatieven om te voorkomen dat geradicaliseerde personen zich in België vestigen of naar België terugkeren. De versterkte veiligheidscel bij het CGVS kan snel een onderzoek opstarten om een statuut in te trekken of om te voorkomen dat dergelijke personen een statuut krijgen. Daarvoor voorzie ik ook extra personeel.
Met de wet op de woonstbetredingen voorkom ik dat personen die een gevaar vormen voor de samenleving een toevluchtsoord vinden in hun woning. Tot slot zal ik een levenslang inreisverbod invoeren waarmee ik verhinder dat dergelijke personen terugkeren naar ons land.
Sam Van Rooy:
Een jonge Palestijnse moslim die hier blijkbaar met open armen werd ontvangen, zegt dat de keel van niet-moslims in Europa moet worden overgesneden. Dat komt recht uit de Koran en de Hadith. U moet dat ook maar eens lezen. Hoeveel jonge moslims zeggen dat niet openlijk, maar denken dat wel, minister? Zeker wanneer ze uit de zogenoemde Palestijnse gebieden komen waar de jihadistische indoctrinatie tegen het Westen, tegen ons, virulent en massaal is? Ik heb het al een aantal keer gezegd en ik zal het ook blijven herhalen: wie de islamitische wereld binnenhaalt, minister, wordt zelf de islamitische wereld. Stop daar dus mee, want de islamisering voltrekt zich razendsnel, met alle gevolgen van dien.
Het asielcentrum in Hasselt
Het asielcentrum in Hasselt
Gesteld door
VB
Frank Troosters
VB
Frank Troosters
Aan
Anneleen Van Bossuyt (Minister van Asiel en Migratie, en Maatschappelijke Integratie)
Bekijk antwoord
Frank Troosters:
Mevrouw de minister, ik wil u bevragen over het asielcentrum in Hasselt dat, zoals u weet, is geopend in oktober 2020. Oorspronkelijk was gezegd dat het voor een jaar zou zijn, eenmalig verlengbaar met zes maanden, dus maximaal anderhalf jaar. Intussen zijn we vijf jaar verder.
De eerste vraag die ik daaromtrent indiende, is al enigszins gedateerd. Daarin vroeg ik u nog of de nieuwe sluitingsdatum van eind september zou worden gerespecteerd. Intussen heb ik in verslagen van de ministerraad gelezen dat er opnieuw een verlenging is gekomen, blijkbaar tot 31 december van dit jaar. U zult dat allicht dadelijk kunnen bevestigen.
Mijn vraag is natuurlijk of die nieuwe sluitingsdatum deze keer zal worden gerespecteerd. Wie staat in voor de uitbating? Zijn het dezelfde uitbaters als voordien en met dezelfde voorwaarden? Ik had ook gelezen dat er tot de gunning van een kaderovereenkomst werd beslist voor de terbeschikkingstelling van onder andere de site in Hasselt. Kunt u dat wat meer toelichten? Mogen de mensen in Hasselt op korte termijn een sluiting van het asielcentrum verwachten?
Anneleen Van Bossuyt:
Mijnheer Troosters, Fedasil en ikzelf hopen natuurlijk dat de crisismaatregelen die sinds een maand van kracht zijn een zodanig effect zullen hebben op de instroom- en uitstroomcijfers dat een gecontroleerde afbouw van de opvangcapaciteit mogelijk wordt, met behoud van de garantie op opvang voor wie die echt nodig heeft. Zodra er binnen de opvangcapaciteit voldoende marge ontstaat, kan de afbouw van sites, onder andere die in Hasselt, in overweging worden genomen.
In 2024 werd de nieuwe overheidsopdracht gelanceerd voor de organisatie van de opvang door privéoperatoren. Om de markt te verbreden werd destijds geopteerd voor een verdeling in twee loten, namelijk één lot voor het aanbieden van een gebouw en één lot voor de uitbating van de opvangcentra. Bij mijn aantreden waren de offertes reeds ingediend en geanalyseerd. Ik heb Fedasil echter de opdracht gegeven om, vanuit een besparingsbeleid, enkel lot één te laten gunnen en de uitbating van de bestaande centra door Fedasil of een van zijn partners, zoals Croix-Rouge de Belgique of het Rode Kruis, te laten overnemen. De uitbating door privépartners, die soms zeer professioneel gebeurt, is een stuk duurder dan de tarieven die Fedasil en de klassieke partners hanteren.
Om Fedasil tijd te geven om deze overnames te realiseren, heb ik de ministerraad gevraagd de opdrachten voor de huidige sites te verlengen tot eind dit jaar. De ministerraad valideerde het engagement van het agentschap om de sites zo snel mogelijk over te nemen en ze zelf, of via de klassieke partners, uit te baten. Indien er wordt overgegaan tot een overname van de site in Hasselt, zal het dus niet langer Umami zijn, de huidige uitbater van de site, maar Fedasil of een van zijn partners.
De verlenging voor Hasselt werd op 5 september goedgekeurd door de ministerraad. De opvang van asielzoekers in Hasselt zal onder dezelfde voorwaarden en met dezelfde operator voortgezet worden. Het gaat om een verlenging van een lopende overheidsopdracht in uitvoering, dit tot 31 december 2025.
De druk op het opvangnetwerk is nu nog te hoog door de hoge bezettingsgraad en de natuurlijke sluiting, onder andere door de ontwikkeling van de betrokken sites door de eigenaar, van andere sites in de komende maanden. Fedasil beschikt daardoor op dit ogenblik niet over de noodzakelijke marges om opvangcapaciteit te verliezen. Om die reden verzocht Fedasil om een verlenging van de exploitatie van de site in Hasselt.
Frank Troosters:
Dank u wel voor uw uitgebreide antwoord, mevrouw de minister. Het geeft een duidelijk zicht op de situatie. De essentie voor de Hasselaren is dat het asielcentrum in Hasselt intussen al vijf jaar open is, terwijl het oorspronkelijk zou gaan om een tijdelijk asielcentrum voor maximaal anderhalf jaar. Het asielcentrum kwam er bovendien zonder enig lokaal draagvlak en zonder enig overleg. Het werd de Hasselaren als het ware gewoon in de maag gesplitst, of beter gezegd, het werd hun in hun achtertuin opgedrongen. Zowel de federale overheid als het Hasseltse stadsbestuur hebben de mensen zonder schaamte voorgelogen. Men heeft altijd gesteld dat het maar voor anderhalf jaar zou zijn. De vorige regering heeft gewoon woordbreuk gepleegd door de uitbating telkens te verlengen, en deze regering, de regering van Bart De Wever, met u als bevoegd minister, doet net hetzelfde als uw voorgangers: steeds weer de uitbating van het asielcentrum in Hasselt verlengen. Dat is onbehoorlijk tegenover de buurtbewoners, de Hasselaren, die alle redenen hebben om boos te zijn. Wat het Vlaams Belang betreft, is het heel duidelijk dat het asielcentrum in Hasselt zo snel mogelijk – liefst onmiddellijk – gesloten moet worden.
Woonstbetredingen
Woonstbetredingen
Gesteld door
DéFI
François De Smet
VB
Francesca Van Belleghem
Aan
Anneleen Van Bossuyt (Minister van Asiel en Migratie, en Maatschappelijke Integratie)
Bekijk antwoord
François De Smet:
Madame la ministre, on le sait, votre avant-projet sur les visites domiciliaires a été approuvé en première lecture au sein du gouvernement. C'est un avant-projet, vous attendez notamment l'avis du Conseil d' É tat. Nous disposons déjà de l'avis rendu public de Myria, que vous avez-vous-même sollicité. C'est sur cette base-là que j'ai quelques questions.
Je commencerai par une question générale: avez-vous bien l'intention d'intégrer la totalité ou certaines remarques de Myria dans votre projet de loi? Ensuite, plus précisément, sur la nécessité et la proportionnalité de la mesure, Myria considère que cette mesure constitue une ingérence grave dans le droit au respect de la vie privée et à l'inviolabilité du domicile. Quels éléments concrets seront ajoutés à l'avant-projet pour démontrer la nécessité et la proportionnalité de la visite domiciliaire, notamment en imposant à l'Office des étrangers l'obligation de prouver qu'une place est disponible en centre fermé, que la personne a été identifiée et qu'un laissez-passer a été délivré?
Concernant le champ d'application et la précision des notions, dont nous aurons l'occasion de parler lorsque le projet sera au Parlement, Myria estime qu'il est trop large. Les notions utilisées, peu précises, ouvrent la porte à l'arbitraire. On pense évidemment – comme évoqué plusieurs fois – à l'ordre public et à la sécurité nationale, jugées floues et potentiellement trop étendues. Ne devraient-elles pas être précisées, en vue d'un alignement sur l'objectif de l'accord de gouvernement, qui est de limiter cela aux risques graves et actuels, en excluant, par exemple, certaines infractions mineures?
Myria s'inquiète par ailleurs de la marge de manœuvre très restreinte du juge d'instruction, qui risque d'être instrumentalisée. Le juge n'est pas toujours un bon connaisseur du droit des étrangers et n'aura pas, a priori , accès à l'ensemble du dossier.
Ensuite, concernant la protection des profils vulnérables, Myria souligne que la visite domiciliaire peut être une expérience traumatisante pour des enfants. Les enfants ne sont pas visés directement, mais ils peuvent être présents lorsqu'une visite domiciliaire sera effectuée. L'intérêt supérieur de l'enfant sera-t-il bien préservé?
Enfin, en ce qui concerne l'absence de recours effectifs, Myria identifie plusieurs manquements au regard de ce droit. Quelles garanties allez-vous offrir? Quelles suites comptez-vous donner à cet avis ? Merci.
Francesca Van Belleghem:
Mevrouw de minister, de federale regering heeft op 18 juli 2025 een akkoord bereikt over de woonstbetredingen bij mensen die illegaal in het land verblijven.
In de onderhandelingen over de woonstbetredingen lijkt Team Vooruit te hebben gewonnen. Ik verklaar mij nader. Woonstbetredingen zullen alleen kunnen worden uitgevoerd bij mensen die een gevaar vormen voor de openbare orde en de nationale veiligheid. De betreding moet bovendien door een onderzoeksrechter worden beoordeeld. Pogingen – waarvan sprake in de wandelgangen – om die woonstbetredingen uit te breiden naar alle soorten illegalen, vielen op een koude steen. Nochtans is dat de logica zelve, want illegalen die weigeren terug te keren naar hun land van herkomst, overtreden onze wet en respecteren dus onze waarden en normen niet.
Kunt u nader verklaren wanneer iemand een gevaar vormt voor de openbare orde en de nationale veiligheid? Valt een illegale zwartwerker daar ook onder? Kunt u daarvan voorbeelden geven? Kunt u dat concreet maken?
Wat gebeurt er met illegalen die weigeren terug te keren naar het land van herkomst, maar geen imminent of pertinent gevaar vormen voor de openbare orde? Wat gebeurt er met die restcategorie? Kunnen zij hier gewoon rustig verder in de illegaliteit blijven leven? Of zult u een terugkeerbegeleider sturen? Of zult u de betrokkenen vriendelijk vragen het land te verlaten? Er zijn immers 200.000 asielzoekers in illegaal verblijf.
Ik vraag mij af hoeveel illegalen onder de noemer 'gevaar voor de openbare orde en nationale veiligheid' vallen. Ik weet dat u daar geen exact antwoord op zult geven, maar u moet toch weten bij hoeveel mensen dat gevaar is vastgesteld. Hoeveel mensen vallen onder die maatregel?
Anneleen Van Bossuyt:
Mijnheer de voorzitter, mevrouw Van Belleghem, mijnheer De Smet, er wordt al decennia gesproken over die woonstbetredingen. Geen enkele regering heeft daarover een akkoord kunnen bereiken, maar wij zijn daar wel in geslaagd.
Mijn intenties met dit wetsontwerp zijn heel duidelijk. We kunnen onze ogen niet langer sluiten voor het feit dat er geen plaats is voor mensen die illegaal in ons land verblijven en die een gevaar vormen voor onze samenleving. Die mensen moeten België verlaten en terugkeren naar hun land van herkomst. Ik zal alle middelen aanwenden om dat te bereiken.
Il s’agit clairement de personnes qui ont reçu un ordre de quitter le territoire et qui refusent manifestement de s’y conformer. La visite domiciliaire résultera de leur refus manifeste d’obtempérer à l’ordre de quitter le territoire et de coopérer avec les autorités de ce pays.
De begrippen 'openbare orde' en 'nationale veiligheid' worden nergens gedefinieerd in de vreemdelingenwet. Die noties worden per individueel geval beoordeeld door de DVZ. Elk relevant gegeven dat de administratie kan inlichten over het gevaar dat van een persoon uitgaat, wordt mee in aanmerking genomen. Een veroordeling kan bijvoorbeeld een aanwijzing zijn, maar is geen noodzakelijke vereiste. Het gaat dus over een totaalevaluatie van het gedrag van een persoon. Daarom verkies ik geen precieze voorbeelden te vermelden.
Il est évident qu'ils seront maintenus dans un centre fermé. Il n'y aura pas de laissez-passer disponible dans certains cas. Cela résulte aussi de leur refus de coopérer. Dans ce cas, une visite domiciliaire suivie d'un maintien est la seule possibilité pour garantir leur présence physique en vue d'un entretien avec une ambassade afin de les identifier.
Bien entendu, cette mesure ne sera pas prise à la légère. Le juge d'instruction sera informé de tous les éléments pertinents du dossier, comme les mesures déjà prises pour inciter l'étranger à retourner volontairement dans son pays, et les faits commis. L'identité des tiers pouvant éventuellement séjourner à l'adresse sera également communiquée au juge d'instruction afin qu'il puisse rendre une décision éclairée en tenant compte de l'ensemble des éléments.
Concernant les mineurs, le projet prévoit clairement qu'il ne peut être demandé une autorisation de visite domiciliaire à l'égard du mineur. Si des mineurs se trouvent dans le logement, le juge d'instruction examinera si la décision est proportionnée au regard de l'intérêt de ceux-ci.
Les personnes faisant l'objet d'une visite domiciliaire disposent enfin d'un recours effectif devant la chambre du conseil. Elles peuvent notamment introduire un recours contre leur maintien. Dans ce cadre, ils peuvent également invoquer d'éventuelles irrégularités qui se seraient produites lors de la visite domiciliaire. Sur la base de ces irrégularités, le juge peut constater que le maintien est illégal, ce qui entraîne la mise en liberté de l'étranger. Il ne faut pas non plus perdre de vue que la visite domiciliaire n'est possible qu'avec l'autorisation d'un juge indépendant, à savoir le juge d'instruction. Il y a donc un contrôle judiciaire tant préalable qu'ultérieur à l'exécution de la mesure.
De tweede lezing van het ontwerp volgt nadat we alle adviezen hebben ontvangen. Ik verwacht dit in het najaar.
François De Smet:
Je remercie la ministre pour sa réponse complète, qui nous donne quelques informations. Je n'ai simplement pas reçu de réponse à ma question de savoir si les recommandations de Myria feront partie de la seconde lecture et seront prises en compte, en partie ou non. Nous verrons cela à l'automne prochain.
Francesca Van Belleghem:
Als u weigert om 'openbare orde' en 'nationale veiligheid' te definiëren en om zelf voorbeelden te geven, dan weten we al wat er in de toekomst staat te gebeuren. We laten alles over aan rechters, die zullen beslissen wat die begrippen inhouden. Ik wil niet alle rechters over één kam scheren, maar velen zijn geneigd om de migratiewetgeving zo soepel mogelijk te interpreteren, telkens in het voordeel van de migrant. Mijn vraag is dan ook of de Belgische Staat opnieuw zal moeten opdraaien voor al die advocaten- en gerechtskosten van illegalen die zullen procederen tegen de vage begrippen ‘openbare orde' en 'nationale veiligheid’. Ik behoed me daarvoor. Ik hoop dat u alsnog tot inzicht komt om die begrippen ofwel af te schaffen in het kader van de woonstbetredingen, ofwel nauwkeurig te definiëren.
Het opsluiten van Palestijnse activisten in gesloten centra
De 4 pro-Palestijnse betogers die naar een gesloten terugkeercentrum gebracht werden
De opsluiting van pro-Palestinabetogers in een gesloten centrum
Gesteld door
Groen
Matti Vandemaele
VB
Francesca Van Belleghem
PVDA-PTB
Greet Daems
Aan
Anneleen Van Bossuyt (Minister van Asiel en Migratie, en Maatschappelijke Integratie)
Bekijk antwoord
Matti Vandemaele:
Mevrouw de minister, via verschillende kanalen, onder andere de verfoeilijke vzw's maar evengoed lokale bestuurders, bereiken ons signalen dat er bij acties naar aanleiding van de genocide in Gaza Palestijnse activisten opgepakt worden en in gesloten centra opgesloten worden. De wet stelt duidelijk dat opsluiting in een gesloten centrum mogelijk is voor mensen voor wie een asielprocedure loopt, wanneer ze de nationale veiligheid of de openbare orde bedreigen.
Mevrouw de minister, over hoeveel mensen gaat het? Ik vernam dat het over vier personen gaat, maar ik durf me daar niet op vast te pinnen, want dat aantal kan te hoog of te laag zijn.
Zitten ze nog altijd vast? Hoelang blijven ze vastgehouden?
Ik neem aan dat op een bepaald moment wordt geoordeeld dat betrokkenen een bedreiging vormen voor de openbare orde of de nationale veiligheid. Wie bepaalt dat, wie oordeelt daarover?
Zit men desgevallend maximaal twee keer drie maanden vast, of kan men vroeger vrijkomen? Dat is niet heel duidelijk.
Welke handelingen hebben die mensen gesteld opdat die inschatting werd gemaakt? Wellicht heb ik niet dezelfde kennis als u als minister, maar ik verneem dat het louter deelnemen aan een betoging een reden zou zijn om die mensen op te sluiten in een gesloten centrum. Ik kan me niet inbeelden dat we in een democratie een dergelijke keuze zouden kunnen maken. Daarom vraag ik u naar de redenen voor de opsluiting van die mensen. Kunt u bevestigen dat gewoon deelnemen aan een pro-Palestijnse betoging geen grond is om op basis van bedreiging van de openbare orde of de nationale veiligheid te worden opgesloten in een gesloten centrum als een asielprocedure loopt?
Francesca Van Belleghem:
Mevrouw de minister, ik verwijs naar de schriftelijke versie van mijn vraag.
De Dienst Vreemdelingenzaken bevestigde aan VRT NWS dat ze op vraag van de Brusselse politie deelnam aan gecoördineerde acties aan de Beurs. 4 personen zijn na de pro-Palestijnse protestacties naar een gesloten terugkeercentrum gebracht.
"Deze acties richten zich niet tegen de deelnemers aan de betoging, wel tegen de verstoorders van de openbare orde, bekend voor een aantal feiten in de marge hiervan", aldus de Dienst Vreemdelingenzaken.
Eén van de 4 betrokkenen, Hussam, de man gekend van de video, diende op 16 oktober 2023 voor de eerste keer een asielaanvraag in. Dat bevestigde zijn advocaat Mathilde Questiaux. Anderhalf jaar later, in maart 2025 is hij verhoord door het Commissariaat-generaal voor Vluchtelingen en Staatlozen. Hij heeft blijkbaar nog geen beslissing over zijn dossier ontvangen. Eerder werd hij al erkend als vluchteling in Griekenland. Sinds woensdag 10 september zit de persoon vast in het gesloten terugkeercentrum in Brugge.
Volgens de Dienst Vreemdelingenzaken kunnen ook asielzoekers met een lopende asielaanvraag naar een gesloten centrum worden gebracht als ze de openbare orde verstoren.
Welke nationaliteit hebben de 4 betrokkenen?
Wat is de verblijfsstatus van de 4 betrokkenen?
Wat betreft de Palestijn Hussam: vermits hij al een vluchtelingenstatus gekregen heeft in Griekenland, zal hij gedwongen teruggestuurd worden naar Griekenland? Werd de beslissing intussen genomen? Zit hij nog altijd in het gesloten terugkeercentrum?
Hoeveel asielzoekers - dus personen in de asielprocedure - zitten op dit moment in de gesloten terugkeercentra? Voor welke feiten?
Greet Daems:
Mevrouw de minister, de voorbije weken zijn er vier pro-Palestijnse actievoerders opgepakt na betogingen aan de Beurs in Brussel. Ze werden opgesloten in verschillende gesloten centra. Volgens de Dienst Vreemdelingenzaken en de Brusselse politie zouden ze de openbare orde hebben verstoord, maar tot vandaag is niet duidelijk om welke feiten het precies gaat.
Uit de beelden van de arrestatie van Hussam, een van de actievoerders, blijkt wel duidelijk dat hij na afloop van een rustig verlopen betoging in een metrostation door agenten in burger wordt opgepakt. Dat gebeurde dus niet tijdens de manifestatie, maar erna. Hussam zit momenteel midden in een asielprocedure. Hij werd in maart dit jaar gehoord door het CGVS, maar wacht nog altijd op een beslissing. Toch zit hij nu in een gesloten centrum door die arrestatie.
Mensenrechtenadvocaten noemen dat ongezien en disproportioneel. Ze herinneren eraan dat een asielzoeker tijdens zijn procedure normaal enkel in een gevangenis kan worden opgesloten, en dan nog alleen wanneer hij strafbare feiten heeft gepleegd en zich voor de rechter moet verantwoorden.
Het komt erop neer dat er veel onduidelijkheden en vragen zijn over de feiten die zich de afgelopen weken hebben voorgedaan.
Mevrouw de minister, op welke concrete feiten baseerde de politie zich om die mensen te arresteren?
De volgende vraag staat niet in de ingediende tekst, maar kunt u zeggen wie het bevel voor zulke arrestaties geeft?
Wat was voor elk van de vier actievoerders de motivering om te spreken van een verstoring van de openbare orde?
Waarom worden mensen die midden in een asielprocedure zitten opgesloten in een gesloten centrum?
Tot slot, hoe garandeert u dat het grondrecht op vreedzaam protest niet wordt uitgehold door dat soort van ingrepen?
Anneleen Van Bossuyt:
Geachte Kamerleden, na de pro-Palestinabetogingen heeft de Dienst Vreemdelingenzaken vier Palestijnen opgesloten in een gesloten centrum. Dat aantal klopt dus wel degelijk, mijnheer Vandemaele. Die personen werden geïntercepteerd naar aanleiding van feiten tegen de openbare orde.
De opsluiting moet voldoen aan de criteria die zijn opgelegd door de Vreemdelingenwet. De rechter ziet toe op de correcte toepassing daarvan en de wettelijke vasthoudingstermijn geldt voor die personen. Ze hebben allemaal een verzoek om internationale bescherming ingediend in ons land, hoewel ze reeds in Griekenland het statuut van vluchteling hebben verkregen. Indien een verzoek in ons land wordt geweigerd, zal aan Griekenland gevraagd worden om de personen terug te nemen.
Voor het overige verwijs ik u door naar de minister van Binnenlandse Zaken. Intercepties wegens openbare orde van personen die legaal in België verblijven of van Belgen, worden niet aan de Dienst Vreemdelingenzaken gemeld. Ook voor vragen over politionele zaken verwijs ik u door naar collega-minister Quintin.
Matti Vandemaele:
Mevrouw de minister, in een democratie moeten we zeer behoedzaam zijn met de inperking van grondrechten van burgers. Wie de wet overtreedt, moet daarop aangesproken worden. Indien de inbreuken bewezen worden, is het evident dat men gestraft wordt. Het is echter maar de vraag of een deelname aan een betoging al dan niet een verstoring van de openbare orde inhoudt. In een normaal systeem kan een burger zich tegen de aantijgingen uit een klacht verweren. Desgevallend volgt een veroordeling en een straf. De genoemde mensen worden echter op basis van een verstoring van de openbare orde opgesloten in een gesloten centrum, zonder inzicht in de duur van hun verblijf.
Bent u van plan de maximale termijn, namelijk twee maal drie maanden, volledig te benutten? Wat is de meerwaarde daarvan? Die mensen zitten in een asielprocedure. Als ze een fout hebben gemaakt, mogen zij daarvoor zonder meer gestraft worden; daarover bestaat geen discussie. Voor zover wij kunnen nagaan, is het niet duidelijk welke strafbare feiten die mensen hebben gepleegd, behalve dat ze aanwezig waren op een betoging. Het lijkt mij uiterst problematisch om mensen op basis daarvan van hun vrijheid te beroven. Het feit dat hun asielprocedure hangende is, kan volgens mij geen reden zijn voor opsluiting. Overigens, andere betogers, burgers die geen asielprocedure doorlopen, zouden gewoon op vrije voeten zijn. Ik begrijp dan ook niet goed op welke basis het onderscheid wordt gemaakt. Uw antwoord heeft dat voor mij helaas niet verduidelijkt.
Francesca Van Belleghem:
Mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoord.
Greet Daems:
Mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoord. Ook voor mij is niet duidelijk wat die mensen nu exact hebben misdaan waardoor zij in een gesloten centrum werden opgesloten. De argumentatie van de verstoring van de openbare orde blijft erg vaag. U verwijst naar de minister van Binnenlandse Zaken. Ik zal hem daarover ondervragen. Het is immers heel belangrijk dat er klaarheid wordt verschaft. Nu ontstaat de indruk dat Palestijnen die hun stem laten horen tegen de genocide, het risico lopen opgesloten te worden. Dat zou echt problematisch zijn. Dat zou een directe ondermijning zijn van het grondrecht op vrije meningsuiting en vreedzaam protest. Het is belangrijk dat daarin klaarheid wordt geschapen.
Hervestiging
Gesteld door
PVDA-PTB
Greet Daems
Aan
Anneleen Van Bossuyt (Minister van Asiel en Migratie, en Maatschappelijke Integratie)
Bekijk antwoord
Greet Daems:
Mevrouw de minister, hervestiging is een belangrijke manier om de meest kwetsbare vluchtelingen een toekomst te geven in België. Via de Verenigde Naties en het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) worden mensen gescreend in landen waar enorm veel vluchtelingen worden opgevangen, maar die in verhouding veel te weinig middelen hebben. Denk maar aan landen zoals Libanon, de Democratische Republiek Congo, Soedan en Somalië. Hervestiging biedt legale en veilige routes naar landen, zoals België, die wel de middelen hebben om de betrokkenen hier op te vangen. In het regeerakkoord staat heel duidelijk dat u en uw regering de ambitie hebben om illegale migratie te stoppen en dat migratie een positief verhaal kan zijn, mits het legaal gebeurt.
Later moesten we lezen dat u die legale route stop zou zetten en dat hebt u ook gedaan in maart. U stelde toen dat hervestiging pas opnieuw kan worden opgestart wanneer de illegale instroom stopt, de achterstand in dossiers weggewerkt is en het aantal opvangplaatsen in de overvolle centra vermindert. Het blijft tot nu toe onduidelijk welke criteria er worden gebruikt om te bepalen wanneer het hervestigingsprogramma eventueel kan worden hervat. Dat is meteen mijn eerste vraag. Welke criteria hanteert u?
Hervestiging wordt gefinancierd vanuit het Europees Fonds voor Asiel, Migratie en Integratie (AMIF). De kosten worden dus niet door België gedragen. Wat gebeurt er met het geld dat België krijgt van het AMIF, nu hervestiging op pauze staat? Hoeveel geld ontvangt België momenteel van het AMIF?
Tot slot, zijn er gesprekken gaande op Europees niveau rond hervestiging?
Anneleen Van Bossuyt:
Mevrouw Daems, uw korte vragen vergen een vrij uitgebreid antwoord. Ik ben alvast heel blij dat u ons regeerakkoord zo aandachtig hebt gelezen. De beslissing om het hervestigingsprogramma stop te zetten, hebben we heel weloverwogen genomen. De druk op onze diensten en voorzieningen is momenteel gewoon veel te groot.
Dan ga ik nu heel concreet in op uw vragen. Welke criteria hanteren wij om te bepalen of het hervestigingsprogramma kan worden hervat? Voor mij zijn die criteria duidelijk – u somde ze ook zelf al op in uw vraag. Ze staan bovendien duidelijk vermeld in het regeerakkoord. We moeten eerst de asielcrisis onder controle krijgen en de werkachterstanden bij alle betrokken diensten wegwerken. U hebt vanmorgen het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) gehoord: dat kampt inderdaad met een achterstand, jammer genoeg. Dat is niet zijn schuld, maar het gevolg van het beleid dat zo lang is gevoerd. Daarnaast moeten we het opvangnetwerk afbouwen alvorens we via migratiekanalen en dus via hervestiging bijkomend vluchtelingen opnemen.
De ernst van de situatie is duidelijk. De basis weer op orde krijgen is voor mij dan ook prioriteit nummer 1. Pas daarna kan hervestiging opnieuw een plaats krijgen in het beleid. Bij onze diensten zijn er interne indicatoren voorhanden die die criteria nader concretiseren. De monitoring geeft aan dat we nog heel ver verwijderd zijn van een situatie waarin de heropstart van hervestiging zelfs maar overwogen kan worden.
Vervolgens had u een vraag over het Europese niveau. In 2024 trad er op basis van het migratie- en asielpact een nieuwe verordening in werking die een Europees kader voor hervestiging biedt. Zo voorziet de verordening onder meer in de invoering van een tweejaarlijks Unieplan voor hervestiging en humanitaire toelating. Dat plan vervangt de vroegere ad-hocregeling inzake de pledges van de lidstaten. De Europese Commissie stelt momenteel het eerste voorstel op voor het Unieplan 2026-2027. Via het High-Level Committee on Resettlement and Humanitarian Admission werden de lidstaten gepeild naar hun preliminaire indicaties voor het plan. Overeenkomstig het regeerakkoord hebben wij als België aangegeven dat hervestiging momenteel niet op tafel ligt. De voorwaarden voor de heropstart werden hierbij ook gecommuniceerd.
Wat de Europese middelen betreft, als de hervestiging tijdelijk stopgezet wordt, is het logisch dat er vragen rijzen over wat er gebeurt met de eerder toegekende financieringsmiddelen. Bepaalde middelen die België via het AMIF ontvangt, zijn gelinkt aan specifieke acties. Dat is het geval bij hervestiging, waarbij er een maximumvergoeding is per persoon die effectief overgebracht wordt. Die kredieten worden pas uitgekeerd als die persoon volgens de toepasselijke voorwaarden hervestigd werd. Bij elke hervestiging volgt achteraf een individuele controle van de voorwaarden. Deze controlefase is bijna afgerond voor het merendeel van de hervestigingen die in het verleden plaatsvonden. Dat heeft als gevolg dat indien België minder mensen hervestigt dan oorspronkelijk gepland, die middelen niet automatisch worden uitbetaald.
Door de stopzetting van het hervestigingsprogramma zullen er 982 personen minder hervestigd worden dan oorspronkelijk gepland. Per hervestiging zou België 10.000 euro ontvangen. Het komt erop neer dat 9.820.000 euro niet uitgekeerd zal worden. Enerzijds zullen we dus geen aanspraak kunnen maken op die middelen, maar anderzijds worden ook de kosten vermeden die nomaliter gepaard gaan met het hervestigingsprogramma. Het wegvallen van de middelen is dus niet rechtstreeks toe te rekenen als een verliespost.
Bovendien wordt de piste momenteel onderzocht in welke mate er ruimte is om die middelen op een andere manier in te zetten binnen de grenzen van wat het AMIF toelaat. Een dergelijke herbestemming is niet vanzelfsprekend en vereist in principe de goedkeuring van de Europese Commissie.
Tot slot vroeg u hoeveel geld België nog krijgt van het AMIF. Voor de AMIF-projectperiode 2021-2027 krijgt België 217 miljoen euro, waarvan het al 79 miljoen euro effectief gekregen heeft. In de toekomst zal België daarenboven nog 43 miljoen euro krijgen voor de implementatie van het pact en 32 miljoen euro als top-up .
De federale overheid, die de middelen ontvangt, stort een deel onmiddellijk door aan de gemeenschappen, omdat het hier gaat om regionale bevoegdheden zoals integratie.
Greet Daems:
Mevrouw de minister, ik vind het contradictorisch om hervestigingstrajecten stop te zetten. Enerzijds wilt u de illegale migratie namelijk stoppen en opnieuw controle uitoefenen over wie er naar België kan komen. Anderzijds sluit u veilige en gecontroleerde migratiekanalen of maakt u die zo goed als onmogelijk. U hebt hetzelfde gedaan met de gezinshereniging. Wanneer de legale route wordt afgesloten, duwt u vluchtelingen precies in de handen van mensensmokkelaars voor illegale migratie. U wilt zo snel mogelijk het Europees migratiepact implementeren. Daarin is nochtans de doelstelling opgenomen om het aantal hervestigingen te doen stijgen. Ik vind het dus jammer dat u dat niet nakomt.
Het schrappen van het lokaal spreidingsplan
Gesteld door
N-VA
Maaike De Vreese
Aan
Anneleen Van Bossuyt (Minister van Asiel en Migratie, en Maatschappelijke Integratie)
Bekijk antwoord
Maaike De Vreese:
Mevrouw de minister, in het regeerakkoord is opgenomen dat in de wetgeving de mogelijkheid tot een verplicht spreidingsplan voor asielzoekers over het grondgebied wordt geschrapt en dat de regering de nodige stappen zal doen om het opvangnetwerk af te bouwen zodra de opvangcrisis is bezworen. Een aantal lokale bestuurders vroeg mij wanneer die specifieke passage zal worden uitgevoerd.
Kunt u toelichting geven over de schrapping in de wet van de mogelijkheid tot het verplichte spreidingsplan? Welke stappen zult u hiervoor doen? Hebt u reeds zicht op de timing van de schrapping?
Anneleen Van Bossuyt:
Mevrouw De Vreese, ik ben zeer verheugd dat wij de schrapping van het verplichte lokale spreidingsplan in het regeerakkoord hebben kunnen opnemen; u hebt daarin een belangrijke verdienste. Zoals in de afgelopen tien jaar is gebleken, bestond er geen federaal politiek draagvlak om dat te activeren. De vrees bij veel lokale besturen dat de federale overheid eenzijdig een dergelijke verplichting kan opleggen, zal daardoor verdwijnen.
Wij zullen hier spoedig werk van maken, hetgeen u ook in de beleidsnota voor 2026 zult kunnen lezen.
Maaike De Vreese:
Bedankt.
De binnenkomstcontroles
De balans van de aanscherping van de migratiecontroles
Grenscontroles versus binnenkomstcontroles
De Duitse grenscontroles
Gesteld door
N-VA
Maaike De Vreese
MR
Victoria Vandeberg
VB
Francesca Van Belleghem
VB
Francesca Van Belleghem
Aan
Anneleen Van Bossuyt (Minister van Asiel en Migratie, en Maatschappelijke Integratie)
Bekijk antwoord
Maaike De Vreese:
Mevrouw de minister, begin juli heeft ons land op basis van artikel 23 van de Schengengrenscode de zogenaamde binnenkomstcontroles ingevoerd. Aangezien verschillende buurlanden, zoals Frankrijk, Nederland en Duitsland, grenscontroles invoeren, moest worden vermeden dat ons land een magneet zou worden voor wie elders wordt tegengehouden.
Met die invoering voeren we de strijd tegen illegale en secundaire migratie op. Met de controles kunnen we gericht en efficiënt controleren op plaatsen waar dat nodig is, zoals luchthavens, internationaal bus- en treinverkeer en snelwegparkings. Dat alles gebeurt binnen het kader van het asiel- en migratiebeleid, waarbij we zeer streng zullen optreden. We willen zowel de criminaliteit die soms gelinkt is aan illegale migratie als de illegale migratie zelf doeltreffend aanpakken en de veiligheid op het grondgebied versterken. Daarbij hebt u er bewust voor gekozen om zeer gericht te werken en efficiënt om te gaan met de beschikbare middelen, ook gezien de beperkte capaciteit van onze politiediensten.
Kunt u toelichting geven over de uitgevoerde binnenkomstcontroles, bijvoorbeeld over het aantal administratieve verslagen dat aan de Dienst Vreemdelingenzaken werd bezorgd en welk gevolg daaraan werd gegeven?
Hoe verloopt de samenwerking tussen de verschillende diensten op het terrein, zoals de federale politie, de lokale politiediensten en de Dienst Vreemdelingenzaken?
Hoe evalueert u de huidige effectiviteit van de binnenkomstcontroles? Kunt u ook toelichting geven over de toekomstige controles?
Mevrouw de minister, Nederland past dergelijke controles al geruime tijd toe. U bent nog maar enkele maanden bezig, maar misschien kunt u alvast een tipje van de sluier oplichten over de eerste resultaten.
Victoria Vandeberg:
Monsieur le président, quelques-unes de mes questions vont se chevaucher avec ce qui vient d’être dit.
Madame la ministre, voici trois mois, le gouvernement annonçait un renforcement des contrôles pour lutter contre l’immigration dite irrégulière et secondaire, avec l’objectif d’identifier et de renvoyer les personnes en séjour illégal ou celles ayant déjà introduit une demande d’asile dans un autre État membre.
Pouvez-vous dresser un premier bilan de la mise en œuvre de cette mesure? Combien de contrôles ont-ils effectivement été réalisés, et avec quels résultats concrets? S’agissant des personnes prises en défaut, la procédure annoncée est-elle bien suivie dans la pratique, notamment le renvoi vers l’État responsable de la demande d’asile ou l’émission d’un ordre de quitter le territoire? Enfin, comment le gouvernement s’assure-t-il que les procédures sont réellement appliquées et qu’elles ne restent pas lettre morte à cause de difficultés administratives qui pourraient survenir?
Francesca Van Belleghem:
Mevrouw de minister, in tegenstelling tot wat alle politici, behalve die van het Vlaams Belang, al jaren zeggen en tot wat alle migratie-experts in het verleden steevast beweerden, werken doeltreffende grenscontroles met terugdrijvingen aan de grens wel degelijk. Dat is ook de reden waarom almaar meer Europese landen – ondertussen een tiental, dus meer dan een op de drie lidstaten – hebben besloten om ze in te voeren.
België behoort echter nog altijd niet tot die groep. Terwijl het aantal asielaanvragen in België op een hoog niveau stagneert, nam het aantal asielaanvragen in Duitsland drastisch af. Dat is nog een onderschatting, want in juli en augustus 2024 registreerde men in Duitsland 37.000 asielaanvragen. Dit jaar zijn dat er 16.000, een daling met 60 %.
Enkele dagen geleden bevestigde migratie-experte Hanne Beirens, die men niet kan verwijten rechts te zijn, dat de Duitse grenscontroles effect hebben gehad. Zij verklaarde dat destijds werd beslist grenscontroles in te voeren en dat dat tot de sterke daling heeft geleid. Uitgerekend vanmorgen stelde ook Marc Bossuyt op Radio 1 dat grenscontroles wel degelijk werken.
Tot op heden blijven doeltreffende grenscontroles, met terugwijzingen aan de grens, in België en Vlaanderen echter taboe. Het blijft beperkt tot vrijblijvende aankondigingen. Nochtans werd in het regeerakkoord beloofd dat men grenscontroles zou invoeren indien dat nodig bleek. Ik stel evenwel vast dat het hoge aantal asielaanvragen stagneert en zie geen enkele reden waarom dat niet nodig zou zijn.
Met zekerheid kan alvast worden gezegd dat het tweetal extra binnenkomstcontroles – uw placebogrenscontroles – duidelijk niet hetzelfde effect hebben gehad als de grenscontroles in Duitsland.
Mevrouw de minister, kunt u ook mijn vragen naar cijfers beantwoorden, alsook die over de evaluatie door de regering van de controles?
Anneleen Van Bossuyt:
Dank u wel, collega's, voor uw vragen.
Grâce à la bonne coopération sur le terrain entre l'Office des étrangers et la police, les contrôles d'entrée se déroulent très bien. Le ministre Quintin et moi-même avons d'ailleurs effectué une visite de terrain.
Ik wil jullie graag nog meegeven wat de ratio legis was achter de binnenkomstcontroles. We hebben dat ook steeds op die manier gecommuniceerd.
Ten eerste willen we meer vat en zicht krijgen op wie de Europese Unie en België binnenkomt. Ten tweede, aangezien steeds meer van onze buurlanden dergelijke of gelijkaardige controles invoeren, willen we waterbedscenario's vermijden. Ten derde, de controles hebben uiteraard ook een afschrikkend effect op personen die illegaal naar België willen reizen.
Mevrouw Van Belleghem, u had het over een tweetal controles, maar ik kan meegeven dat sinds de start op 1 juli 2025 11.136 personen door de politie zijn gecontroleerd, zowel op de luchthaven, op het spoor als op de weg.
Bij de controles van begin juli 2025 tot en met 11 september 2025 zijn 40 administratieve verslagen bezorgd aan de Dienst Vreemdelingenzaken. 18 personen kregen het bevel het grondgebied te verlaten, 14 personen werden overgebracht naar een gesloten centrum en voor de overige acht werd geen nieuwe beslissing genomen. Tot en met 11 september 2025 zijn tijdens die controles geen verzoeken om internationale bescherming ingediend. Voor het verkrijgen van alle detailcijfers nodig ik u uit een schriftelijke vraag te stellen, zoals bepaald in het Reglement.
Elke illegale persoon die we met die controles onderscheppen, maakt de inspanning de moeite waard. Telkens opnieuw geven we daarmee het signaal dat België illegale en secundaire migratie niet langer tolereert. De controles zullen dan ook tot nader order worden voortgezet.
Mijn kabinet en ik hebben maandelijks strategisch overleg met de federale politie, het kabinet van collega-minister Quintin en de Dienst Vreemdelingenzaken. Tijdens die overlegmomenten worden de cijfers en de volgende stappen besproken.
Op basis van de meest recente cijfers heb ik eind augustus 2025 gevraagd meer acties te concentreren op het spoor, aangezien die acties het meest effectief bleken. Zoals van bij aanvang gesteld, respecteren we echter de beschikbare capaciteit van de politie en halen we de politie niet weg van andere belangrijke locaties en opdrachten.
Het is nog te vroeg voor een algemene evaluatie. De binnenkomstcontroles moeten in elk geval worden gezien binnen het bredere pakket maatregelen om illegale en secundaire migratie tegen te gaan, waarbij duidelijk 'neen' wordt gezegd tegen de instroom van personen die in een andere lidstaat een verblijf of procedure hebben lopen of op illegale wijze dit land binnenkwamen.
Une évaluation générale est prévue au terme de six mois.
Maaike De Vreese:
Mevrouw de minister, volgens mij moet het grote geheel aan maatregelen die u neemt absoluut een impact hebben op de instroom. Die moet inderdaad dalen. U zei daarnet wat voorzichtig dat er al een daling in de cijfers zichtbaar is, maar dat we beter nog enkele maanden afwachten. In de maand oktober is er immers vaak sprake van een piek. Ik ben dus erg benieuwd naar de volgende cijfers over de asielaanvragen.
Controles werken wel degelijk, dat hebben wij altijd gezegd. Ik heb nooit iemand van ons het tegendeel horen beweren. De vraag is alleen hoe die controles zo efficiënt mogelijk kunnen verlopen. Ik hoor u zeggen dat u zich sterk zult richten naar het spoor, omdat daar resultaten geboekt kunnen worden. Ik ben een groot pleitbezorger van de volledige bemanning van de satellietkantoren van de spoorwegpolitie, en ik zal dat ook nogmaals bij minister Quintin aankaarten. Momenteel is daar immers een ernstig personeelstekort, waardoor men bijvoorbeeld vanuit West-Vlaanderen helemaal naar Limburg moet om vaststellingen te doen. Dat zie ik eerlijk gezegd niet positief tegemoet; die diensten moeten echt versterkt worden. Dat onderstreept nogmaals hoe belangrijk het is om in onze veiligheidsdiensten te investeren.
U verwees daarnet naar grenscontroles en dergelijke. Ik heb de cijfers van Nederland bekeken: daar werden 360 unieke vreemdelingen geweigerd op 80.060 gecontroleerde personen. Nederland krijgt echter veel meer unieke vreemdelingen terug, onder meer overgedragen door Duitsland en ook door België. Het is dus vooral het afschrikkende effect van de controles dat zo belangrijk is. Effectieve controles, die ook iets opleveren en waarbij mensen daadwerkelijk moeten terugkeren, daarop moet u nog veel meer inzetten, mevrouw de minister, en daarvoor hebt u zeker en vast onze volle steun.
Victoria Vandeberg:
Je vous remercie pour vos réponses.
Je n’hésiterai pas à introduire également une question écrite dans les prochaines semaines, afin d’obtenir de plus amples renseignements une fois que d’autres contrôles auront pu être effectués.
Francesca Van Belleghem:
Minister, 18 papiertjes om het grondgebied te verlaten en 14 illegalen naar een gesloten centrum: dat is de balans van uw binnenkomstcontroles. Kijk nu toch eens naar Duitsland. Daar doet men echte grenscontroles en worden die illegalen en asielzoekers aan de grens geweerd. De instroom is daar op een jaar tijd met 60 % gedaald! Dus, mevrouw De Vreese, misschien moet u eens uw oogkleppen afdoen en niet kijken naar Nederland, maar wel naar Duitsland, waar men echte grenscontroles en terugdrijvingen uitvoert. Dat is exact wat we hier in dit land moeten doen! Die grenscontroles staan verdorie in het regeerakkoord. Er is dus geen enkele reden om dat nu niet te doen, behalve dan omdat u het niet wilt.
Gewelddadige kolonisten, kolonistenorganisaties, alsook leden van Hamas
Het ontzeggen van D-visa voor Israëli’s die in de illegale kolonies wonen
Gesteld door
Groen
Matti Vandemaele
Groen
Matti Vandemaele
Aan
Anneleen Van Bossuyt (Minister van Asiel en Migratie, en Maatschappelijke Integratie)
Bekijk antwoord
Matti Vandemaele:
Op 2/9 besloot het kernkabinet " om duidelijke sancties voor te stellen tegen gewelddadige Israëlische kolonisten en verantwoordelijken van Hamas, op basis van de lijsten van de EU, Canada en het VK: financiële beperkingen, het bevriezen van tegoeden, een inreisverbod, enzovoort. In afwachting van deze voorstellen zal België deze gewelddadige kolonisten en terroristen van Hamas die op de Europese lijst staan, per direct als persona non grata verklaren op Belgisch grondgebied."
Ook zou België "de extremistische ministers Itamar Ben-Gvir en Bezalel Smotrich, evenals de politieke en militaire leiders van Hamas, tot persona non grata verklaren op haar grondgebied. Binnen de Schengengroep zal gepleit worden voor het opschorten van de visumverlening aan deze personen en aan de individuen die in het vorige punt zijn genoemd. Deze lijst kan verder worden uitgebreid indien er voldoende Europese steun voor is."
De Europese lijsten, zoals onder meer vastgelegd in het specifiek sanctiekader voor Hamas en de Palestijnse Islamitische Jihad op 19 januari 2024 en de aanvullende sancties voor extremistische Israëlische kolonisten op Westelijke Jordaanoever en in Oost-Jeruzalem op 15 juli 2024, hebben al tot gevolg dat "hun tegoeden bevroren worden. Ook is het krachtens die sancties reeds verboden hun direct of indirect tegoeden of economische middelen te verstrekken. Daarnaast geldt er voor de op de lijst geplaatste personen een reisverbod naar de EU." Enkele vragen:
Als de kern nu stelt dat de personen die op deze Europese lijsten staan, per direct als persona non grata verklaard zullen op BE grondgebied, betekent dan dat dit in België nog niet het geval was? En heeft België dus geen gevolg gegeven aan de voornoemde EU-sanctiebesluiten?
Als de kern nu stelt dat de Belgische diensten nu gaan onderzoek hoe "financiële beperkingen, het bevriezen van tegoeden en een inreisverbod" kunnen worden voorgesteld op die Europese lijsten, betekent dan dat dit in BE nog niet het geval was? En heeft BE dus geen gevolg gegeven aan de voornoemde EU-sanctiebesluiten?
Wat is de deadline waarop uw diensten duidelijke sancties moeten voorstellen op basis van voornoemde lijsten?
Welke bijkomende personen zal DVZ op basis van dit besluit invoeren in het Schengeninformatiesysteem (SIS), met de aantekening dat ze niet langer welkom zijn op het Belgische grondgebied? En welke van voornoemde personen en personencategorieën waren reeds niet welkom op het Belgische dan gehele Schengengebied?
De federale regering besloot op 2 september om u te vragen "om een juridische analyse uit te voeren naar de wijze waarop, in overeenstemming met het internationaal recht, verblijf in een bezet gebied door niet-Palestijnse aanvragers kan worden meegewogen, teneinde te onderzoeken in hoeverre deze situatie een invloed kan hebben op het weigeren van een D-visum voor lang verblijf."
Wat is de deadline van deze analyse?
Wat is de exacte onderzoeksvraag van deze analyse?
Verbindt u zich ertoe deze visa ook effectief consequent te weigeren, mocht dat juridisch mogelijk blijken?
Waarom beperkt deze analyse zich tot D-visa voor lang verblijf? Engageert u zich om ook andere visa op te nemen in de analyse en uw uiteindelijke besluiten?
Zal u deze personen die verblijven in illegale kolonies, persona non grata verklaren op het Belgisch grondgebied?
Zal u er binnen Schengen werk van maken dat deze aanvragers uit de illegale kolonies ook in andere Schengenlanden geen visa meer zullen krijgen?
Anneleen Van Bossuyt:
Collega Vandemaele, u stelt vragen over de beslissing van het kernkabinet over de financiële sancties. Dat valt niet onder mijn bevoegdheid. Evenmin valt het onder mijn bevoegdheid om iemand persona non grata te verklaren. Dan kom ik aan uw vragen over een inreisverbod. Een dergelijke beslissing wordt geregistreerd in de databank van de Dienst Vreemdelingenzaken en vormt een nationale signalering met het oog op weigering van toegang en verblijfsverbod in de zin van artikel 24 van het Schengeninformatiesysteem. Ik wijs erop dat een inreisverbod steeds in feiten en in rechten individueel moet worden gemotiveerd, bijvoorbeeld in geval van een aanslag of een bedreiging voor de nationale veiligheid of de openbare orde. De Dienst Vreemdelingenzaken moet dus beschikken over informatie afkomstig van de Belgische veiligheidsdiensten – SGRS, VSSE en het OCAD – voor elke geviseerde persoon. De beslissingen die in dit kader worden genomen, kunnen worden aangevochten bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Dat geldt eveneens voor het al dan niet afleveren van een visum. Telkens moet worden nagegaan of voldaan is aan de voorwaarden, bijvoorbeeld bij een visumaanvraag met betrekking tot gezinshereniging. Er kan dus niet consequent worden geweigerd zonder individuele motivering. Met betrekking tot de juridische analyse, de beperking tot visa D is een beslissing van de regering. Er is geen deadline voorzien voor dit onderzoek en de opdracht om die analyse uit te voeren is nog niet gegeven.
Illegaliteit en drugscriminaliteit in Brussel
Gesteld door
Aan
Anneleen Van Bossuyt (Minister van Asiel en Migratie, en Maatschappelijke Integratie)
Bekijk antwoord
Francesca Van Belleghem:
Mevrouw de minister, op 12 augustus 2025 haalde Brussels procureur Julien Moinil fors uit naar de politiek. Hoewel een groot deel van zijn opmerkingen betrekking hadden op het beleid van de minister van Binnenlandse Zaken, komt uw portefeuille hier ook bij kijken, want hij stelde dat 91 % van de criminelen die illegaal in ons land verblijven noodgedwongen wordt vrijgelaten door de Dienst Vreemdelingenzaken.
Kunt u deze cijfers van procureur Moinil nader toelichten? Hoeveel illegalen betreft het? Hoeveel worden er weer vrijgelaten en wat zult u doen om deze cijfers te verbeteren?
Anneleen Van Bossuyt:
Mevrouw Van Belleghem, ik ben het volledig eens met de Brusselse procureur dat, mede door het laks beleid van de afgelopen jaren, het aantal mensen in illegaal verblijf veel te hoog is. Daarom zet deze regering in op een versterkt terugkeerbeleid, zodat de terugkeercijfers van illegale vreemdelingen stijgen.
Dit versterkte terugkeerbeleid omvat verschillende maatregelen: de verdubbeling van het aantal plaatsen in gesloten centra, het verhogen van het aantal escorteurs zodat illegalen die weigeren te vertrekken met dwang verwijderd kunnen worden, woonstbetreding, de invoering van een levenslang inreisverbod, een betere samenwerking met de landen van herkomst via het principe whole of government , dat conditionaliteit invoert tussen medewerking aan terugkeer en het visabeleid, ontwikkelingssamenwerking en handelsinvesteringen. Ook worden de terugkeerdiensten in gesloten centra versterkt met extra personeel.
Daarnaast heb ik begin dit jaar specifiek voor het Brusselse parket twee verbindingsambtenaren aangesteld om de identificaties te versnellen en de terugkeer te bevorderen. Tot slot is sinds enkele jaren een liaison aangesteld voor het hele Brussels Hoofdstedelijk Gewest, die samen met de politie en alle betrokken diensten onderzoekt welke acties kunnen worden ondernomen voor specifieke problematieken.
Voor verdere specifieke cijfers nodig ik u uit om een schriftelijke vraag te stellen, aangezien het hier opsommen van allerlei cijfers weinig "educatief" zou zijn.
Francesca Van Belleghem:
U geeft aan dat u het eens bent met procureur Moinil. Hij zei ook dat er wel geluisterd wordt, maar dat er niets wordt gedaan en dat er geen middelen komen om te verwezenlijken wat beloofd werd. Ook bij Binnenlandse Zaken zijn er niet genoeg middelen om de gedane beloftes uit te voeren. Het Vlaams Belang blijft dit opvolgen, opdat de beloftes gerealiseerd kunnen worden. Daarvoor ontmoeten wij elkaar immers om de twee weken in de commissie.
De asielcrisis
Gesteld door
Aan
Anneleen Van Bossuyt (Minister van Asiel en Migratie, en Maatschappelijke Integratie)
Bekijk antwoord
Francesca Van Belleghem:
Mevrouw de minister, over de asielcrisis heb ik u al vaker ondervraagd, dus u kent de vraag wellicht uit het hoofd. Hoeveel asielzoekers verblijven er in hotelopvang? Op de eerste vraag hebt u al geantwoord. Graag had ik ook een stand van zaken van de dwangsommen en veroordelingen.
Anneleen Van Bossuyt:
Mevrouw Van Belleghem, sta me toe om u nogmaals voor te stellen om dergelijke cijfermatige vragen best als schriftelijke vraag in te dienen. Ik doe er niet lang over om schriftelijke vragen te beantwoorden. Mocht dat toch het geval zijn, mag u mij daarop wijzen. Ik meen echter dat wij de antwoorden systematisch bezorgen.
De eerste vraag, wat de hotelopvang betreft, is inderdaad al beantwoord. Op 10 september verbleven er 361 personen in hotelopvang. Wat de dwangsommen betreft, ging het op 12 september om 6.755.500 euro in 527 dossiers. Die zal ik uiteraard niet betalen.
Francesca Van Belleghem:
Mevrouw de minister, intussen weet u wel wat ik zal repliceren. Er verblijven nog altijd 361 asielzoekers in hotels. Al maanden wordt beloofd dat de hotelopvang voor asielzoekers zo snel mogelijk zal worden afgebouwd. Als u nieuwe asielcentra plant te openen in Schilde, in Lodelinsart en in Gerpinnes, dan mag toch worden verwacht dat u ten minste kunt stoppen met die hotelopvang, maar blijkbaar kunt u ook dat niet realiseren.
De LOI's in Erpe-Mere
Gesteld door
Aan
Anneleen Van Bossuyt (Minister van Asiel en Migratie, en Maatschappelijke Integratie)
Bekijk antwoord
Voorzitter:
Mevrouw Van Belleghem, de laatste vraag op de agenda vandaag gaat over de lokale opvanginitiatieven in uw eigen gemeente, Erpe-Mere.
Francesca Van Belleghem:
Mevrouw de minister, deze vraag gaat over een kwestie die me na aan het hart ligt. Het regeerakkoord bevat de schrapping van de lokale opvanginitiatieven (LOI's). U kent die passage even goed als ik.
Ondanks de federale beslissing om op termijn te stoppen met de lokale opvanginitiatieven voor asielzoekers, heeft de gemeente Erpe-Mere beslist om het lokaal opvanginitiatief, dat momenteel gebouwd wordt, voort te zetten. Het is opmerkelijk dat de federale overheid enerzijds beslist om de LOI’s af te bouwen, maar anderzijds geen instructie geeft aan de gemeente om dat nieuwe initiatief stop te zetten. Men had kunnen zeggen dat het onder het vorige beleid misschien gepast was om er een te openen, maar nu niet meer, en dat het gebouw van meet af aan beter voor andere doeleinden zou worden aangewend, bijvoorbeeld als sociale woning voor onze eigen Vlamingen.
Mevrouw de minister, zult u aan de gemeente Erpe-Mere de boodschap geven dat het niet de bedoeling kan zijn om nieuwe LOI's te openen, zelfs als de gemeente het gebruik van eerdere huurwoningen stopzet?
Meer in het algemeen, hebt u intussen de algemene instructie van Fedasil van begin dit jaar aan de gemeenten om de lokale opvanginitiatieven niet te sluiten, ingetrokken? Na de afbouw van de hotelopvang zou u werk maken van de afbouw van de LOI's. Ik zou dus verwachten dat u de gemeenten voorbereidt op de stop van de lokale opvanginitiatieven. Kunt u dat verduidelijken?
Anneleen Van Bossuyt:
Mevrouw Van Belleghem, de afbouw van de LOI's staat inderdaad in het regeerakkoord. U weet ook onder welke voorwaarden. We hebben het daarover al meermaals gehad, ook vandaag. Eerst moet de instroom naar beneden. Vervolgens worden eerst de hotelopvangplaatsen afgebouwd, daarna de LOI's en vervolgens de collectieve centra.
De lokale besturen worden forfaitair gefinancierd voor die opvang. Ik kan dus geen instructies geven aan lokale besturen over hoe ze die middelen moeten aanwenden voor die opdracht. Zij zijn daarin vrij.
Als Erpe-Mere het efficiënter acht om te investeren in de bouw van gebouwen in plaats van gebouwen te huren, is dat een keuze en een onderwerp voor de gemeenteraad van Erpe-Mere, waar u dat vast wel op de agenda zult plaatsen, maar geen onderwerp voor de commissie voor Binnenlandse Zaken. Uit de informatie die we kregen van de gemeente Erpe-Mere blijkt ook dat het niet gaat om een nieuw initiatief, maar enkel om een nieuw gebouw waar de bestaande LOI-plaatsen in Erpe-Mere naartoe zullen verhuizen.
Fedasil heeft begin dit jaar geen instructie gestuurd aan de gemeenten. Het heeft wel in een informatiebrief verduidelijkt dat het stopzetten van het impulsfonds – de aanmoedigingspremie voor de LOI’s – niet betekende dat de afbouw van het LOI-netwerk werd opgestart. Er is immers een substantieel verschil tussen het niet langer stimuleren van openingen en het effectief starten van sluitingen.
Lokale besturen zijn conventionele en dus contractuele partijen. Ze kunnen dus steeds autonoom beslissen om de samenwerking met Fedasil stop te zetten, mits naleving van de afgesproken opzegtermijnen. Ik ben van mening dat de voorwaarden om federaal de afbouw te starten nog niet zijn vervuld.
Francesca Van Belleghem:
Mevrouw de minister, u zegt steeds dat de instroom moet dalen, maar waarom weigert u dan grenscontroles en terugdrijvingen zoals Duitsland die toepast? Daar hebben die maatregelen geleid tot een daling met 60 % van het aantal asielaanvragen. De nogal linkse migratie-experte Hanne Beirens heeft aangegeven dat die daling daaraan te wijten is. Die maatregelen werken dus.
Als er maatregelen en mogelijkheden bestaan om de toestroom van asielzoekers te beperken, dan moet u die inzetten. U doet dat met deze regering niet. U bent nu zeven maanden aan het roer en de asielinstroom stagneert op een zeer hoog niveau. U hebt voortdurend nieuwe opvangcapaciteit nodig. Mevrouw de minister, ik denk dat de boodschap intussen duidelijk is.
Voorzitter:
We zijn aan het einde gekomen van de werkzaamheden voor vandaag. Ik dank alle vraagstellers en uiteraard ook de minister voor haar antwoorden. De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.13 uur. La réunion publique de commission est levée à 17 h 13.