Commissievergadering op 30 september 2025
Vragen
De volgende vragen werden gesteld tijdens deze commissievergadering.
De mogelijkheid van een nieuw LTO-programma voor Tihange 1
De voorgestelde levensduurverlenging van Tihange 1
De ontmanteling van Tihange 1
Tihange 1
De levensduurverlenging van Tihange 1
De gesprekken met nucleaire exploitanten over Tihange 1
De verlenging van de levensduur van Tihange 1
De levensduurverlenging van Tihange 1 met 10 jaar
Gesteld door
VB
Kurt Ravyts
DéFI
François De Smet
PS
Marie Meunier
Les Engagés
Marc Lejeune
CD&V
Phaedra Van Keymolen
Groen
Tinne Van der Straeten
PVDA-PTB
Roberto D'Amico
N-VA
Bert Wollants
Aan
Mathieu Bihet (Minister van Energie)
Bekijk antwoord
Kurt Ravyts:
Mijnheer de minister, komt er een nieuwe langetermijnuitbating (LTO) voor de kerncentrale Tihange 1? Vanavond wordt die centrale afgekoppeld van het elektriciteitsnet en de operationele directie heeft gisteren nogmaals verklaard dat een nieuwe LTO misschien geen sciencefiction is maar toch iets wat daarbij in de buurt komt, gelet op de grote investeringen en de veiligheidsherziening die nodig zijn en bijvoorbeeld ook op het hoogspanningsnet in de regio, waar al twee nieuwe gascentrales worden gevestigd. Bovendien moet er ook capaciteit worden gereserveerd voor transport van stroom uit de buurlanden. Het is dus onmogelijk om Tihange 1 al tegen 2027 opnieuw aan te sluiten. Dat zou pas in het volgende decennium gebeuren.
Mijn vraag gaat ook over het feit dat in de pers verklaard is dat er de voorbije zomer onderhandelingen zijn opgestart met ENGIE Electrabel en EDF Luminus, dat ook gedeeltelijk eigenaar is van Tihange 1 via Luminus.
Mijnheer de minister, ik geloof niet dat u vandaag veel over die onderhandelingen zult zeggen, maar kunt u ten minste bevestigen dat er wordt onderhandeld over een nieuwe LTO voor Tihange 1 en over een extra levensduurverlenging van de centrales Doel 4 en Tihange 3, de kerncentrales van de Phoenixdeal?
Hebt u al een volledig zicht op de noodzakelijkheid van een nieuwe veiligheidsanalyse en de daaraan gekoppelde actieplannen voor Tihange 1 die het FANC zal willen zien?
Marie Meunier:
Monsieur le ministre, nous avons été informés que vous aviez l'intention d’entamer des négociations avec ENGIE Electrabel et EDF/Luminus afin d’examiner la possibilité de prolonger Tihange 1 de dix années supplémentaires. Tihange 1 dont la fermeture est prévue ce soir, et dont le démontage de la salle des machines pourrait intervenir rapidement après cet arrêt.
Cependant nous nous interrogeons sur plusieurs aspects. Ce réacteur avait déjà été prolongé en 2013 et aucun processus de révision décennale n’a été entamé depuis. L’AFCN a, entre autres, souligné que des incertitudes existent quant à la robustesse du bâtiment en cas d’événement externe majeur, comme par exemple la chute d’un avion. Du point de vue du réseau, Elia a indiqué qu’un redémarrage éventuel de Tihange 1 ne pourrait intervenir avant 2031 ou 2032, en raison des travaux de renforcement nécessaires et des nouvelles centrales au gaz qui seront raccordées prochainement. Pour finir, le groupe ENGIE n’a apparemment pas changé sa volonté de tourner la page du nucléaire.
J'ai plusieurs questions à vous adresser. Quelles sont les conclusions à l’heure actuelle des discussions avec Electrabel et EDF/Luminus concernant une éventuelle prolongation de Tihange 1? Comment entendez-vous répondre aux préoccupations de sûreté nucléaire émises par l’AFCN, et dans quel calendrier? Qui va payer la mise aux normes? Comment cette démarche incertaine s’articule-t-elle avec l’objectif affiché de disposer de 4 GW d’énergie complémentaires, compte tenu des obstacles que je viens de citer? Je vous remercie pour vos réponses.
Marc Lejeune:
Monsieur le ministre, nous allons aujourd'hui parler abondamment de cette centrale que l'on ferme, ce qui est d'ailleurs triste eu égard à notre panel énergétique.
Depuis plusieurs semaines, la presse relaie des rumeurs, comme mes collègues l'ont mentionné. On entend tout et son contraire, on évoque des négociations avec ENGIE, avec EDF, il est dit que vous êtes en train de négocier. Nous souhaiterions donc en savoir davantage, d'autant qu'il s'agit du réacteur le plus ancien de notre pays et il est censé être mis à l'arrêt aujourd'hui. Le Bureau du Plan estime pourtant qu’il faudrait, d’ici 2050, disposer idéalement de huit centrales à l'horizon 2050. Sachant qu’il faut dix ans pour en construire une, il semble difficile d’atteindre cet objectif.
Où en sont vos discussions avec les acteurs de la filière? Pouvez-vous confirmer cette prolongation? Tihange 1 constitue-t-il une option sérieuse, alors même qu’aucun dossier de mise aux normes n’a été déposé à l’AFCN? Enfin, envisagez-vous également de prolonger de dix ans la durée de vie de Doel 4 et de Tihange 3? Merci d'avance pour vos réponses.
Phaedra Van Keymolen:
Mijnheer de minister, vandaag wordt Tihange 1 definitief van het net losgekoppeld, na een mooie loopbaan van 50 jaar. Daarmee komt de ontmantelingsfase in zicht, al houdt de regering voorlopig nog de deur voor een mogelijke heropstart op een kier.
Gisteren konden we in de pers lezen dat de directeur Exploitatie van de kerncentrale verklaarde dat het verlengen van de levensduur van Tihange 1 economisch niet haalbaar is. We weten dat ENGIE geen verdere exploitatie ambieert en dat een levensduurverlening een grondige veiligheidsherziening en zware investeringen vergt.
Elia verwacht dat het net rond Luik pas in 2031 of 2032 de volledige capaciteit van Tihange 1 zal kunnen opnemen. Elia voegde daaraan toe dat een heropstart vanaf 2027 technisch kan, maar intussen wel onvermijdelijk netcongestie, afregelmaatregelen en bijkomende systeemkosten meebrengt tot de structurele netversterkingen rond zouden zijn.
Bovendien voert EDF gesprekken met ENGIE en de Belgische staat over een grotere rol in ons nucleair park, waarbij de 50 %-participatie van EDF in Tihange 1 dit dossier extra bijzonder maakt.
Mijnheer de minister, hoe realistisch is een heropstart van Tihange 1, rekening houdend met de technische, financiële en veiligheidsvereisten?
Hoe beoordeelt u de bevindingen van Elia dat een verlenging van de openingsduur vanaf 2027 weliswaar technisch mogelijk is, maar tot netcongestie en bijkomende kosten zou leiden?
Welke rol ziet u voor EDF en andere potentiële partners, daar ENGIE geen vragende partij meer is?
Ook belangrijk, hoe garandeert u dat de veiligheid, de bevoorradingszekerheid en de betaalbaarheid voor de belastingbetaler in elk scenario verzekerd blijven?
Tinne Van der Straeten:
Mijnheer de minister, nu vannacht de kerncentrale Tihange 1 afgekoppeld wordt, rijst de vraag wat nu. De regering en u in het bijzonder hebben nooit onder stoelen of banken gestoken wat uw ambitie is noch wat nieuwe grote of kleine nucleaire installaties, noch wat bestaande nucleaire installaties betreft.
U hebt ook in de pers al meerdere keren teleurgesteld gereageerd op het voornemen van ENGIE om effectief over te gaan tot de ontmanteling van Tihange 1. Hebt u bijgevolg om te doen wat u wilt doen, namelijk Tihange 1 openhouden of de levensduur ervan verlengen, in kaart gebracht wat daarvoor nodig is? Bestaat er een lijst van wat daarvoor nodig is en welke acties hebt u daarvoor vandaag al ondernomen?
Er is geen plan voor Tihange 1. We hebben van het FANC begrepen dat, als er een plan komt, dat moet worden opgestart door de exploitant. Het FANC heeft ook al aangegeven dat de exploitant niet van plan is om een dergelijk plan op te stellen. Dat heeft de directeur exploitatie gisteren eigenlijk op die manier ook bevestigd. Zal er dan toch een plan worden opgesteld? Tegen wanneer zou dat plan er zijn? Wie zal in tussentijd de shutdown costs dragen, die gepaard gaan met de stillegging van de centrale?
Ondertussen worden er blijkbaar gesprekken gevoerd met EDF. U spreekt dus met EDF, maar ook met ENGIE. Over welke elementen gaan die gesprekken en wat zijn de intenties van uw gesprekspartners?
Tot slot, hebt u reeds verkennende gesprekken gevoerd met de Europese Commissie? Een en ander heeft immers een impact op het CRM en de netversterking anderzijds. De netcongestie die kan optreden, zal vereisen dat u met de Europese Commissie een gesprek voert om een uitzondering te verkrijgen op bepaalde regulatoire regels die van toepassing zijn om netcongestie weg te kunnen werken.
Roberto D'Amico:
Monsieur le ministre, comme dit précédemment par mes collègues, la centrale nucléaire de Tihange fermera aujourd'hui, et plus précisément ce soir. Dans la presse, nous apprenons que vous menez également des négociations avec ENGIE et EDF pour relancer cette centrale et en prolonger la durée de vie de 10 ans.
Depuis des mois, nous vous demandons de nous fournir votre feuille de route et votre plan pour assurer l’apport de 4 gigawatts d'énergie nucléaire dans le mix énergétique, conformément à ce qu’indique l'accord de gouvernement. Pendant ce temps, vous négociez en coulisses l'avenir énergétique de la Belgique avec deux multinationales, sans donner aucune précision au Parlement. Tant Elia que l'Agence fédérale de contrôle nucléaire (AFCN) ont émis de sérieux doutes sur la possibilité de relancer Tihange 1 à court terme, ainsi que sur les investissements nécessaires pour permettre cette prolongation.
Monsieur le ministre, qui décide de l'avenir énergétique de notre pays? Est-ce vous ou est-ce ENGIE et EDF qui fixent les conditions de la prolongation?
Envisagez-vous d'investir de l'argent public pour assurer la prolongation de Tihange 1, pour le réacteur en tant que tel d'une part, et pour le renforcement du réseau, d'autre part?
Enfin, selon le journal L'Echo , la prolongation de Doel 4 et Tihange 3 devrait occasionner des surcoûts au niveau de la garantie de rentabilité avec ENGIE, qui grimperait de 155 millions en 2026 à 629 millions en 2030. Pouvez-vous donner des explications à ce sujet et nous dire quel sera l'impact sur la facture des ménages d'une part, et sur le budget de l'État, d'autre part?
Bert Wollants:
Mijnheer de minister, tijdens de zomer kwam het nieuws dat de regering onderhandelingen wenst te voeren over een bijkomende verlenging van de openingsduur van Tihange I met tien jaar. Die verlenging is heel welkom, maar tegelijk verre van evident.
Het standpunt van het FANC over verschillende aspecten vereisen wel enige aanpassingen aan de centrale. ENGIE heeft als uitbater evenwel steeds voorgehouden dat een verdere openingsduur niet wenselijk werd geacht.
De centrale is bovendien gedeelde eigendom van ENGIE en EDF, zodat er meerdere mogelijkheden zijn om tot onderhandelingen te komen.
Vandaag is er nog helemaal geen witte rook over een potentiële verlenging. De centrale zal echter wel worden stilgelegd, mogelijks ook om snel te ontladen en voorafgaande ingrepen te plannen om tot de voorbereiding van verdere ontmantelingsstappen over te gaan.
Het lijkt ons dus aangewezen om ter zake een stand van zaken te kennen.
Mijnheer de minister, ten eerste, wat zijn de plannen van de regering met Tihange I?
Ten tweede, vonden al onderhandelingen plaats? Wat is de huidige stand van zaken in die onderhandelingen?
Ten derde, heeft de regering aan ENGIE gevraagd om voorlopig geen destructieve stappen te zetten met betrekking tot de centrale?
Ten vierde, welke uitdagingen liggen op dat vlak op de tafel?
Hervé Cornillie:
Monsieur le ministre, nous sommes ici au cœur du dossier de la transition énergétique et c'est le moins que l'on puisse dire. Je n'oserais pas faire un mauvais jeu de mots en disant que nous sommes au cœur de l'atome!
Nous connaissons votre volontarisme. Un opérateur énergétique aurait dit que vous avez l'énergie! Vous avez l'énergie, pour le compte du gouvernement et de sa majorité, de changer les paramètres du futur en permettant le rééquilibrage, la prise en compte sérieuse de l'énergie nucléaire comme un paramètre à part entière du mix énergétique belge, qui ne s'oppose absolument pas – au contraire – à la fourniture d'énergies renouvelables qui, elles, connaissent quelques intermittences. Ce n'est pas la peine de s'éterniser là-dessus.
Mais aujourd'hui, en effet, il y a un passif ou un passé. Avec Tihange 1, se pose la question d'éteindre cette exploitation, comme s'il s'agissait d'éteindre cet outil tel un interrupteur. L'opérateur semble ne pas vouloir changer d'avis. Il clame d'ailleurs que c'est aussi en raison de considérations émises par l'Agence fédérale de contrôle nucléaire (AFCN). D'autres officines, qui ne sont pas des succursales de votre cabinet, comme le Bureau du Plan par exemple, rappellent le besoin criant d'énergie, à cause de la transition et des besoins futurs, avec une place entière pour le nucléaire.
Comment sortir finalement de ce symbole, de cette situation assez contre-intuitive? Il y a un tel besoin en énergie mais aussi une nécessité de maîtriser les coûts et l'approvisionnement. On a une responsabilité par rapport aux entreprises et aux citoyens et l'on se retrouve à se priver volontairement de cette énergie. Sans dogmatisme et avec pragmatisme, nous devons pouvoir nous tourner vers l'intérêt général et voir dans quelle mesure, avec des paramètres de sécurité respectés, il est possible d'envisager la prolongation de ce réacteur.
Monsieur le ministre, pouvons-nous faire le point dans ce dossier, toujours avec l'optimisme et la volonté que vous avez d'assurer l'accessibilité de cette énergie à l'entièreté de nos concitoyens?
Mathieu Bihet:
Chers collègues, je vous remercie pour vos questions. Je vais manquer à tous mes devoirs et d'abord me permettre de féliciter Mme Meunier pour la bonne nouvelle qu'elle attend pour le début de l'année 2026. Après cette petite parenthèse non sans importance, je vous répondrai évidemment sur Tihange 1 et sur les différents éléments.
De veiligheidsanalyses vallen onder de bevoegdheid van het FANC, dat op zijn beurt onder de bevoegdheid van de minister van Binnenlandse Zaken valt, de heer Quintin.
Je ne varierai évidemment pas dans mes réponses par rapport à cela.
Alors, il faut être très clair au sujet de Tihange 1: sa fermeture ce soir est la résultante de la politique précédente en matière d'énergie, qui visait à sortir le nucléaire du mix énergétique de la Belgique. Toute une série d'opérations de review nécessaires, telles les PSR ( periodic safety review) qui sont les mesures décennales de révision, n'ont pas été entreprises pour la simple raison que la politique belge en matière d'énergie qui avait cours jusqu'il y a peu encourageait et même forçait l'arrêt de Tihange 1. Soyons clairs à ce sujet.
Cependant, les exigences techniques, financières et de sécurité relatives au réacteurs nucléaires constituent évidemment un sujet complexe et protéiforme pour lequel il n'y a pas de réponse simple. Il faut d'abord prendre une décision stratégique, à propos de laquelle je suis – comme la presse l'a évoqué – actuellement en discussion. Les considérations techniques et financières jouent bien entendu un rôle dans cette décision stratégique: il faut notamment évaluer le rapport coût-bénéfice. J'ai entendu parler de défis et d'éléments de complexité, mais pas d'impossibilité ou de feu rouge. Ceci doit faire l'objet d'analyses et d'évaluations plus approfondies.
Les entreprises ENGIE et EDF sont toutes deux des interlocuteurs évidents concernant Tihange 1, puisqu'elles en sont toutes deux copropriétaires à 50 % et qu'elles ont toutes deux une longue tradition dans l'exploitation de centrales nucléaires. Une petite précision, M. D'Amico: EDF n'est pas pas une multinationale, au sens où elle est détenue à 100 % par l'État français. Ce n'est pas une méchante multinationale qui va tout manger et faire du bénéfice, scandaleusement, sur le dos des consommateurs. Ce n'est pas du tout ça. Je rappelle qu'EDF, c'est l'État français.
Ik hoef u niet te wijzen op het belang om dergelijke besprekingen met een zekere discretie te voeren, zodat die alle kansen krijgen waarbij we rekening houden met de inzet en het algemeen belang van onze burgers en de werknemers in de sector. Het zou bijzonder jammer zijn dat ze door indiscretie zouden mislukken.
La sécurité, la sécurité d'approvisionnement et l'accessibilité financière sont trois aspects distincts mais tous trois importants. Il convient donc de trouver un équilibre sans que l'un de ces aspects n'ait une incidence négative sur les autres.
La loi du 17 mai 2025, qui a modifié la tristement célèbre loi de 2003 et qui a rendu possible la poursuite de l'exploitation et de la construction de centrales nucléaires, était une première étape indispensable qui a levé une série d'interdictions permettant d'étudier et de développer différents projets.
Om die wet in de praktijk om te zetten, hebben wij uiteraard nood aan partners, die meestappen in onze ambitie om kernenergie opnieuw een plaats te geven in het energielandschap. Aangezien er over de financiering moet worden onderhandeld, is het voorbarig daarop vooruit te lopen.
Le renforcement du réseau à haute tension, qui a été évoqué dans plusieurs questions, ou les alternatives permettant d'éviter d'éventuelles congestions relèvent d'une décision distincte et qui – si elle est confirmée – doit être étudiée, évaluée et puis discutée avec les partenaires. Le site de la centrale de Tihange présente des caractéristiques uniques, tant par la présence d'installations nucléaires que par celles de connexion au réseau haute tension, que par la présence d'une source froide et la proximité d'une ville avec des besoins de chauffage.
On ne peut pas mettre la charrue avant les bœufs, comme le veut l'adage. J'ignore si cette expression existe en néerlandais. J'ai effectivement demandé à ENGIE et EDF de ne pas entreprendre pour l'instant de démarches irréversibles concernant cette centrale; je réponds ainsi à la question précise de M. Wollants. Enfin, aucune discussion exploratoire n'a encore été entamée avec la Commission européenne. À nouveau, il ne faut pas mettre la charrue avant les bœufs; nous avons pris la bonne habitude de faire les choses dans l'ordre.
Concernant les autres capacités, le gouvernement souhaite augmenter la capacité nucléaire de ce pays. Cela peut se faire en exploitant davantage les réacteurs existants et en construisant de nouveaux réacteurs au fil du temps.
Nous avons vu que le besoin en capacité électrique nouvelle est criant. C'est ce qu'ont indiqué tant Elia dans son étude Blueprint de 2024 que – comme l'évoquait M. Cornillie tout à l'heure – le Bureau fédéral du Plan, qui a confirmé, pas plus tard que la semaine dernière, un doublement de la demande en électricité avant 2050. De nombreuses entreprises se voient déjà refuser aujourd'hui une connexion au réseau ou le renforcement de leur accordement par défaut de capacité suffisante. Le Bureau fédéral du Plan a même indiqué que le scénario optimal était celui qui reprenait 8 gigawatts de capacité nucléaire.
Het probleem van de bevoorradingszekerheid van elektriciteit voor de komende 25 jaar is dus bijzonder acuut. We willen immers onze herindustrialisatie realiseren en een antwoord bieden op de klimaatuitdagingen, terwijl we de werkgelegenheid bij en de competitiviteit van onze ondernemingen en de koopkracht van onze gezinnen behouden.
En ce qui concerne la construction de nouveaux réacteurs, la loi permet toutes les possibilités, tant les réacteurs de grande capacité que les réacteurs dits SMR. Le marché est ouvert aux développeurs et le gouvernement n'a pas de préjugés sur l'une ou l'autre des technologies.
Le gouvernement garde ouverte la possibilité d'envisager à la fois des réacteurs de grande capacité et des réacteurs dits SMR. Ces derniers pourraient être construits à court terme, avec une mise en service en une dizaine d'années. Dans ce cas il s'agira évidemment de modèles basés sur la technologie existante.
Cependant, le gouvernement souhaite également aller plus loin dans l'accompagnement de la recherche et du développement des SMR de quatrième génération. Il continue donc le soutien au projet de SMR du consortium Eagles, dont le SCK CEN est actuellement membre. Vous aurez vu d'ailleurs à ce titre que nous avons récemment signé le consortium avec certains pays européens, mais également, il y a une quinzaine de jours, avec l'Agence internationale de l'énergie atomique (AIEA) à Vienne, pour l'accompagnement en matière de licensing pour le consortium Eagles.
Pour ce qui est des analyses de sécurité, je ne suis pas compétent. Je l'ai dit pour commencer et je le dis pour terminer: ce n'est pas chez moi que le débat sur ces questions de l'application des normes de sûreté doit se mener.
Je suis désolé d'avoir largement dépassé mon temps de parole, mais il me semblait important de faire le point avec vous.
Kurt Ravyts:
Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord. Het was echter het verwachte antwoord, dat uiteraard volledig draait rond discretie. Ik heb eigenlijk nauwelijks iets gehoord dat ik nog niet wist en waarover ik zelf geen vormingsavond zou kunnen geven.
Wat hebt u met Arizona tot nog toe immers gerealiseerd wat betreft die nucleaire renaissance? De nieuwe wet van 17 mei 2025 maakt het mogelijk om een nucleaire toekomst uit te bouwen. De vraag rijst of die nucleaire toekomst ook daadwerkelijk zal worden uitgebouwd. U kunt dat wel stellen, maar waar zit de feuille de route ? Het enige dat we daarover, dus over ‘4 plus 4’, weten, is de wet van 17 mei 2025.
Ik hoop, maar ik vrees ervoor, dat we binnen enkele weken, bij de regeerverklaring, de installatie van het nieuw parlementair jaar en vervolgens bij de begroting 2026, eigenlijk opnieuw dezelfde uitleg zullen horen, met name dat alles nog in bespreking is en dat het voorbarig is om er nu iets over te zeggen.
Marie Meunier:
Merci, monsieur le ministre, pour votre réponse.
Nous savons que, techniquement, le redémarrage de Tihange 1 reste possible jusqu'en 2028. Toutefois, vous avez entendu les collègues évoquer les différents problèmes: les délais considérables, le cadre juridique, la charge financière ou encore les inquiétudes quant à une éventuelle sursaturation du réseau si Tihange 1 devait continuer à fonctionner.
ENGIE prévoit de démolir l'énorme tour de refroidissement l'année prochaine. J'entends que vous avez demandé le report des travaux de démolition. Vous dites que vous négociez, mais nous ne savons toujours pas, malgré votre réponse apportée aujourd'hui, ce que vous avancez comme argument pour convaincre ENGIE. Nous ne connaissons toujours pas vos plans. Il est temps d'arrêter les grandes sorties dans la presse et les slogans, monsieur le ministre, et de préciser vos plans au Parlement. L'avenir de la sécurité énergétique mérite mieux que de tourner autour du pot en apportant des réponses nébuleuses.
Marc Lejeune:
Monsieur le ministre, comme vous l'avez dit, nos besoins en électricité vont croître de manière exponentielle. Nous en avons besoin, plus que jamais, pour participer à la transition énergétique et écologique de notre société. Nous suivrons de près vos discussions avec deux sociétés qui sont, comme vous l'avez rappelé, plutôt établies en France qu'en Belgique. En tout cas, je ne doute pas de votre pouvoir de persuasion pour garder la main sur ce dossier. D'avance, je vous en remercie.
Phaedra Van Keymolen:
Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord. Er lopen dus onderhandelingen. Ik heb er begrip voor dat er nog veel onzekerheden bestaan. Het is alleen wat jammer dat het zo lang heeft geduurd vooraleer de gesprekken over Tihange 1 zijn opgestart. Mijn partij had daartoe al in maart een wetsvoorstel ingediend.
Mijnheer de minister, u verklaart dat bevoorradingszekerheid en betaalbaarheid belangrijke aspecten zijn. Het klopt dat er nood is aan een langetermijnplan, waarbij we onze energiezekerheid veiligstellen tegen een correcte prijs voor de belastingbetaler. Dat is essentieel.
Tinne Van der Straeten:
Mijnheer de minister, de vragen gingen natuurlijk niet over hoe u de 4 + 4 gigawatt aan nucleaire energie gaat realiseren. U hebt dat al toegelicht tijdens het debat over uw beleidsnota en over de regeerverklaring. De vragen gingen over hoe het nu zit met Tihange 1 en de gesprekken die u aan het voeren bent. De collega's spreken welwillend over onderhandelingen, maar uit uw antwoord heb ik niet afgeleid dat u bezig bent met onderhandelingen. Ik heb gewoon begrepen dat u een brief hebt gestuurd om te vragen dat ENGIE alstublieft niet te veel zou doen. Voor de rest spreekt u, maar wij weten niet waarover.
U hebt gelijk dat we voor veiligheid bij minister Quintin moeten zijn, maar, met alle respect, het is niet aan u om aan ENGIE te vragen om geen destructieve werken uit te voeren of niets onomkeerbaars te doen. Daarvoor bent u niet bevoegd. U kunt dat vragen, maar ENGIE kan dat verticaal klasseren.
Het is aan ENGIE om een dossier in te dienen bij het FANC en het is aan het FANC om daarvoor een goedkeuring te geven. Als er moet worden ingegrepen, is dat aan de voogdij van het FANC, dus ook aan minister Quintin. Dat u ENGIE vraagt om alstublieft niet te veel te doen, is dus ook niet aan u. U hebt geen enkele bevoegdheid ter zake. De vraag is en blijft wat ENGIE zal doen, maar ENGIE heeft al gezegd dat het niets zal doen.
U zegt dat dat te maken heeft met het beleid van de vorige regering. Op het moment dat ENGIE nog geïnteresseerd was om iets te doen met Tihange 1, is het gaan praten met de voorgangster van de heer De Croo met de boodschap dat het een levensduurverlenging wilde realiseren en daarvoor drie centrales op het oog had: Doel 4, Tihange 3 en Tihange 1. De voorgangster van de heer De Croo heeft gezegd dat ze daarin niet geïnteresseerd was. De minister in die regering heeft bij hoog en bij laag gezegd dat er een kernuitstap gepland was en er een kernuitstap zou komen.
Dat was niet de eerste keer dat ENGIE dat is gaan vragen. Het is voordien ook al bij de voorganger van de voorgangster van de heer De Croo geweest.
Dat was toen Charles Michel en hij was ook niet geïnteresseerd. Er was een energiepact aangenomen en het uitgangspunt daarvan was de kernuitstap. Men moet dat dus niet in de schoenen schuiven van de vorige regering. Als men het iemand in de schoenen wil schuiven, dan moet men het schuiven in de schoenen van alle regeringen die er sinds 2003 zijn geweest en die die wet hebben bevestigd.
Zoals u zei, is die wet er nu niet meer. Wat zal er nu gebeuren? Daar hebben wij eigenlijk het raden naar. Het enige wat u hebt gezegd, is dat u de drie aspecten – veiligheid, security of supply en betaalbaarheid – in evenwicht zult houden. Goed, maar dan zullen we zien hoeveel de LTO zal kosten – die vragen komen straks – en wat bijvoorbeeld de strike price zal zijn, wetende dat de investeringen die nodig zijn in Tihange 1 veel groter zijn dan de investeringen die nodig zijn in Doel 4 en Tihange 3. We zullen dat moeten bekijken.
De security of supply zal dan moeten worden afgewogen. Wat zal er worden afgeschakeld om kernenergie op het net te zetten? Wat veiligheid betreft, zullen we moeten wachten op het plan of moeten bekijken wat de mogelijkheden zijn om Tihange 1 resistent te maken tegen een vliegtuiginslag. Geen van die elementen hebt u eigenlijk genoemd. Het blijft dus gissen waar u precies mee bezig bent. Wel is het duidelijk dat, ook al is de wet op de kernuitstap verdwenen, er nog altijd geen concreet plan bestaat over hoe u uw beleid vorm zult geven.
Voorzitter:
Chers collègues, veuillez s'il vous plaît essayer de respecter votre temps de parole.
Roberto D'Amico:
Monsieur le ministre, merci de parfaire mes connaissances. J'étais cependant au courant qu'EDF était une société détenue par l'État français. Il n'en demeure pas moins que cette société se comporte comme une multinationale qui cherche avant tout à faire du profit. Mais ma question portait sur les conditions relatives à une éventuelle prolongation de Tihange 1.
Lorsque l'on voit les conditions de prolongation conclues avec ENGIE et les surcoûts que celle-ci va générer, on peut sérieusement douter du fait que ces conditions seront favorables aux factures des ménages, au budget de l'État ou à la transition énergétique.
Bert Wollants:
Mijnheer de minister, het is van belang dat u de werkzaamheden ter zake voortzet en elke piste bewandelt die in dat kader mogelijk is, om na te gaan of wij Tihange 1 een rol kunnen geven in de bevoorradingszekerheid van dit land. U hebt honderd procent gelijk dat de vorige regering er werkelijk alles aan heeft gedaan om de kernuitstap te realiseren en pas helemaal op het einde tot de vaststelling kwam dat wij eigenlijk recht tegen de muur aan het rijden waren door ook de jongste centrales niet te verlengen. Dat heeft die regering uiteindelijk alsnog gedaan tegen een heel hoge kostprijs, omdat moest worden onderhandeld met het mes op de keel. Wij moeten nu trachten om de tanker te keren. Laat ons eerlijk zijn. Toen ENGIE grote vragende partij was om over de kernuitstap te onderhandelen en ook te spreken over Tihange 1, verklaarde mevrouw Van der Straeten dat zij het totaal ongepast vond dat ENGIE dat voorstel deed. Hier dan nu komen verklaren dat het haar schuld niet is, is een wel heel rare manier van werken. Mevrouw Van der Straeten, wij waren samen uitgenodigd op een radio-uitzending en hebben daar samen het gesprek gevoerd over de brief die ENGIE had gestuurd. U hebt toen gesteld dat het totaal ongepast was dat daarover werd gesproken. Het was naar mijn mening echter heel gepast en dat heb ik toen ook aangegeven. Daar blijf ik nu ook bij. Mijnheer de minister, u moet de pistes bewandelen, maar iedereen beseft dat het heel moeilijk zal zijn. Het is echter niet omdat het moeilijk is dat het werk niet moet worden aangevat.
De Hoge Raad voor energiebevoorrading
De stand van zaken met betrekking tot de Hoge Raad voor energiebevoorrading
De Hoge Raad voor energiebevoorrading
De Hoge Raad voor energiebevoorrading
De timing voor de oprichting van de Hoge Raad voor energiebevoorrading
De oprichting van de Hoge Raad voor energiebevoorrading
Gesteld door
Vooruit
Oskar Seuntjens
VB
Kurt Ravyts
Les Engagés
Luc Frank
N-VA
Bert Wollants
CD&V
Phaedra Van Keymolen
PS
Marie Meunier
Aan
Mathieu Bihet (Minister van Energie)
Bekijk antwoord
Voorzitter:
Mijnheer Seuntjens is niet aanwezig.
Kurt Ravyts:
De Hoge Raad voor Energiebevoorrading is dit jaar al meermaals ter sprake gekomen en wordt trouwens vermeld in het federale regeerakkoord en in uw beleidsverklaring en -nota. Eigenlijk zou die aangekondigde Hoge Raad nog dit jaar een rapport moeten publiceren. De Hoge Raad zou een essentieel instrument moeten zijn van uw energiebeleid, namelijk om toekomstige investeringen objectief te onderbouwen en de technologische keuzes die voor de energiebevoorrading bepalend zijn, te staven.
Het gaat daarbij om het nauwkeurig meten van de haalbaarheid van de verschillende opties en het jaarlijks verzamelen van actuele en voorspelde cijfers over verbruik, capaciteit en productie. De Hoge Raad heeft tevens een adviesfunctie inzake noodzakelijke beslissingen binnen het kader van het CRM-mechanisme.
Mijnheer de minister, ik vermoed dat u op het begrotingsakkoord wacht. Intussen zijn mijn vragen de volgende. Wat is de samenstelling van die Hoge Raad? Wanneer precies zal hij operationeel worden? Over welke middelen en personeelsinzet zal hij beschikken? Kunt u bevestigen dat de Hoge Raad er dit jaar nog komt en dat hij nog dit jaar een rapport of adviezen zal voorleggen?
Luc Frank:
Sehr geehrter Minister, monsieur le ministre, lors de notre précédent échange relatif à la mise en place du Haut Conseil de l'approvisionnement énergétique, vous aviez indiqué que son indépendance serait garantie par des critères d'incompatibilité politique. Il est essentiel pour notre politique énergétique d'avoir un Haut Conseil à la fois crédible et neutre.
Nous avons constaté à plusieurs reprises l'importance d'un avis détaillé et objectif. Les récentes auditions sur le Blueprint d'Elia et sur l'île énergétique ont par exemple montré la divergence des points de vue entre les gestionnaires de réseaux de transport et l'administration. Ce Haut Conseil a pour vocation d'objectiver les perspectives d'approvisionnement et pas d'ajouter une couche aux couches existantes. Pour Les Engagés, il apparaît évident que ce conseil doit jouer un rôle de conseil dans la transition énergétique vers la neutralité carbone.
Monsieur le ministre, une assistance technique a-t-elle déjà été attribuée pour ce Haut Conseil? Quels sont les experts actuellement consultés pour l'élaboration de ce conseil?
Une procédure de marché public a-t-elle déjà été lancée? Dans l’affirmative, combien d'offres ont-elles été introduites et sur la base de quels critères exacts le choix a-t-il porté sur ce prestataire?
Comment entendez-vous garantir le plein respect de la diversité des approches scientifiques et technologiques?
Quelles mesures concrètes mettez-vous en place pour que les scénarios produits soient perçus comme le fruit d'un exercice véritablement pluraliste et rigoureux et non orienté par une sensibilité particulière?
Enfin, quel est le calendrier de la mise en place de ce Haut Conseil? L'accord de gouvernement prévoit qu'il soit effectif pour 2025. Ce calendrier est-il tenable, à trois mois de 2026?
Bert Wollants:
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, het regeerakkoord voorziet in de oprichting van de Hoge Raad voor Energiebevoorrading, met de bedoeling dat deze al in 2025 de nodige adviezen kan verstrekken en zo sturing kan geven aan het beleid. Die oprichting laat evenwel op zich wachten. De vraag is of de doelstelling om al in 2025 tot een aantal adviezen te kunnen komen, nog actueel is.
Wat is de stand van zaken in het dossier? Welke tijdslijn hanteert u momenteel?
Phaedra Van Keymolen:
Het regeerakkoord voorziet inderdaad in de oprichting van een Hoge Raad voor Energiebevoorrading, die in de loop van 2025 een eerste tussentijds rapport zou moeten publiceren. We bevinden ons inmiddels in het laatste kwartaal van 2025, maar van een operationele raad, laat staan van een dergelijk rapport, is vooralsnog geen sprake. Of misschien ligt het aan mij, maar ik meen van niet.
Welke timing voorziet u vandaag voor de effectieve oprichting en werking van de Hoge Raad? Welke stappen zijn reeds gezet? Waar loopt het proces vast?
Zal er dit jaar nog een eerste rapport verschijnen, zoals aangekondigd, of wordt dat uitgesteld? En zo ja, naar wanneer?
Marie Meunier:
Monsieur le ministre, dans votre accord de gouvernement et votre note d'orientation politique vous nous annonciez la création d'un Haut Conseil de l'approvisionnement énergétique autonome et indépendant du secteur. Ce conseil est censé assister les autorités en leur fournissant des chiffres objectifs. Vous avez aussi annoncé que ce Haut Conseil devra remettre un premier rapport intermédiaire au cours de l'année 2025.
Toujours selon l'accord de gouvernement, les administrations de l'énergie et du climat doivent assurer son secrétariat et accompagner le processus. Le Haut Conseil doit également compiler chaque année les données réelles et provisionnelles en matière de consommation, de capacité et de production de tous les vecteurs énergétiques, harmoniser les modèles existants et conseiller les autorités sur les volumes du CRM et sur le plan d'investissement. Il s'agit évidemment de missions clés pour assurer l'approvisionnement de notre pays mais, à ce stade, nous n'avons aucune information sur l'état d'avancement de la mise en place de ce Haut Conseil.
Mes questions sont donc très simple. Où en est la mise en place du Haut Conseil de l'approvisionnement énergétique? Est-ce que les modalités de fonctionnement et la composition de ce conseil ont déjà été arrêtées? Dans l'affirmative, pouvez-vous nous les préciser? Est-ce que vous pouvez nous confirmer que le rapport intermédiaire est toujours attendu pour 2025 comme annoncé? Enfin, comment le Parlement sera-t-il associé ou informé de manière régulière des travaux du Haut Conseil?
Mathieu Bihet:
De oprichting van de Hoge Raad voor Energiebevoorrading maakt deel uit van de lopende begrotingsbesprekingen. Aangezien de werkzaamheden in het kader van de begroting lopende zijn, wens ik op dit moment geen voorafnames te maken inzake de oprichting van deze Hoge Raad, met inbegrip van de bijhorende modaliteiten en de timing.
Monsieur Frank, l'objectif de transition vers la neutralité carbone est maintenu. Comme plusieurs de vos collègues, vous avez décrit les différentes balises reprises dans l'accord de gouvernement, et notamment l'indépendance importante que doit avoir ce Haut Conseil, mais également les principes de neutralité technologique. Ces balises sont toujours reprises et le modèle est, tel que décrit dans les notes et repris dans les questions, toujours sur la table.
Je peux vous assurer que mes équipes mettent tout en œuvre pour la mise en place de ce Haut Conseil dans les meilleurs délais conformément à l'accord de coalition, à la suite duquel un premier rapport intermédiaire sera publié dès que possible.
À ce stade-ci, madame Meunier, il est un peu tôt pour vous répondre au sujet du travail et de la collaboration avec le Parlement; il faudra poser cette question au moment de la création du Haut Conseil.
Kurt Ravyts:
Mijnheer de minister, ik kan heel kort zijn. Zoals ik al aangaf in mijn vraag, hangt alles blijkbaar samen met de middelen en het budget en maakt dit ook deel uit van de lopende onderhandelingen over de begroting 2026. We zullen dus moeten wachten tot de begrotingscijfers en -documenten ons bereiken.
Luc Frank:
Monsieur le ministre, je vous remercie pour cette réponse. Entre les lignes, j'entends que vous nous demandez d'avoir un petit peu de patience. Je repose toutefois ma question: avez-vous une date approximative ou une échéance pour la création de ce Haut Conseil?
Bert Wollants:
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord, maar had gehoopt op meer duidelijkheid. Misschien moeten we op dit onderwerp terugkomen op het moment dat we een stapje verder zijn. Het is een belangrijke uitdaging, want iedereen wilde dat we meer onafhankelijk konden zijn van een aantal grote spelers die net wat te veel hun rol spelen in het huidige kader, zodat de overheid weloverwogen keuzes kon en kan maken. Dat is nog altijd een behoefte die hier speelt. We moeten een stap zetten om ervoor te zorgen dat we het beleid in de juiste richting kunnen bijsturen.
Phaedra Van Keymolen:
Mijnheer de minister, dank u wel, uw antwoord is kort en duidelijk. We wachten nog even af.
Marie Meunier:
Monsieur le ministre, je vous remercie, mais nous n'avons eu aucune réponse sur les modalités ni sur le timing. Je rappelle quand même que c'est vous qui avez annoncé la création de ce Haut Conseil cette année et la fourniture d'un rapport en 2025. Demain, ce sera le 1 er octobre. J'entends que nous allons encore devoir attendre. Pas de Haut Conseil, pas de stratégie! Et vous dites cela comme si c'était normal!
Voici quelques mois, c'était urgent. Et, aujourd'hui, on peut attendre. Il ne reste que trois mois, les gars! Même la majorité a l'air de se demander ce qui se passe. J'entends les collègues ne pas trop savoir quoi dire dans leur réplique. C'est quand même assez interpellant, non? Enfin, je ne sais pas. C'est bon ainsi? D'accord.
Tinne Van der Straeten:
Mijnheer de minister, ik begrijp dat u niet kunt vooruitlopen op een beslissing die nog moet worden genomen, maar er zijn in deze regering heel wat ministers die wel transparantie bieden over dossiers die zij aan de ministerraad voorleggen. Zo zegt bijvoorbeeld minister Prévot wat hij over bepaalde zaken vindt en wat hij zal voorstellen. Minister Vandenbroucke doet dat ook. Hij heeft vorige donderdag in de plenaire vergadering gezegd dat hij zijn voorstel de volgende dag zou voorleggen aan de ministerraad. Dan wordt er in de ministerraad beraadslaagd en daarover beslist en worden eventueel aanpassingen aangebracht. Dat u niet kunt vooruitlopen op beslissingen die nog moeten worden genomen, dat begrijp ik, maar dat u zelfs niet kunt of niet wilt zeggen met welk dossier u naar de ministerraad gaat, dat begrijp ik niet. In die zin was uw antwoord dus een absoluut non-antwoord, terwijl de urgentie wel degelijk bestaat. De heer Wollants heeft ernaar verwezen, maar we kunnen ook verwijzen naar het rapport van het Planbureau dat vorige week werd voorgesteld. Dat rapport biedt inzichten over hoe ons energiesysteem zou kunnen evolueren en maakt daarvoor gebruik van het PRIMES-model. Dat is een kostendispatchmodel, wat misschien niet de geschikte methode is om naar de toekomst te kijken. Dat is net iets waarover die Hoge Raad zich zou kunnen buigen. Welke methode zullen we gebruiken of opleggen aan degenen die die verschillende modellen uitwerken en welke parameters nemen we daarvoor in aanmerking? Ik meen te hebben begrepen uit het regeerakkoord, maar ook uit de toelichting bij uw beleidsnota, dat u geen beslissingen zou nemen, bijvoorbeeld in het kader van het CRM, zolang die Hoge Raad er niet is. Hij zal er niet zijn, dus eigenlijk is de vraag of u dan ook geen beslissingen zult nemen in het kader van het CRM als bijvoorbeeld het volume voor de volgende veilingen moet worden bepaald.
Het huidige wettelijke kader en de voorbereiding voor een nieuwe tender
Burgerparticipatie in offshore windenergieprojecten
Het vervolg van het offshore windenergieproject Prinses Elisabethzone
De aanbesteding voor zone 1 en de burgerparticipatie
De stand van zaken met betrekking tot de tender wind op zee
Gesteld door
VB
Kurt Ravyts
PS
Marie Meunier
N-VA
Bert Wollants
Les Engagés
Marc Lejeune
Groen
Tinne Van der Straeten
Aan
Mathieu Bihet (Minister van Energie)
Bekijk antwoord
Kurt Ravyts:
Voor dit derde actualiteitsdebat geldt misschien derde keer goede keer, maar mogelijk is het opnieuw te vroeg.
Mijnheer de minister, dit debat gaat over de opvolging van de beslissing van de ministerraad van 27 juni, een beslissing die alweer drie maanden achter ons ligt. U wilt met de eerste kavel van de Prinses Elisabethzone een nieuwe start nemen in een gestabiliseerd kader, zoals dat heet. U vond dat de vorige aanbesteding onder de curatele van toenmalig minister Van der Straeten ernstige risico’s inhield, meer bepaald grote rechtsonzekerheden, een onrealistische kalender en een vaag financieel kader. Het behoud van de procedure zou hebben betekend dat de staat zou worden blootgesteld aan zware juridische risico’s en zelfs aan een aanzienlijke budgettaire ontsporing. Uiterlijk tegen het einde van het eerste kwartaal van 2026 zou een nieuwe aanbesteding worden gelanceerd.
U zei dat er geen probleem was. U kondigde een grondige analyse van de juridische onzekerheden aan en bij een nieuwe tender zou sowieso rekening worden houden met de Europese richtlijnen, zoals de Net Zero Industry Act en het Europese Clean Industrial Deal State Aid Framework. Dan gaat het uiteraard over staatssteun.
Mijnheer de minister, hoever staat het met de analyse van de juridische onzekerheden? Heeft de AD Energie daarvoor externe deskundigen gecontracteerd? Wat was de inbreng van die externe partner? Is het voor u nu al duidelijk welke wijzigingen moeten worden aangebracht?
Wat is de stand van zaken van de nieuwe KB-tender? Hebt u, omdat het ook over staatssteun gaat, al gesprekken gevoerd met de Europese Commissie?
Marie Meunier:
Monsieur le ministre, au mois de juin dernier, vous avez suspendu l'appel d'offres pour la première parcelle de la zone Princesse Élisabeth. Vous l'avez justifié en évoquant des incertitudes juridiques et financières. L'appel d'offres est donc prévu pour la fin du premier trimestre 2026 mais à ce stade aucune décision définitive n'a encore été prise quant au maintien du critère de participation citoyenne, ce qui pose de sérieuses questions et mérite que l'on connaisse vos intentions.
Depuis 20 ans, les coopératives citoyennes ont démontré leur valeur ajoutée en investissant plus de 150 millions d'euros dans des projets renouvelables, sur terre comme en mer d'ailleurs. Leur modèle a prouvé sa résilience notamment durant la crise énergétique. Ce critère était présent dans l'appel d'offres initial avec une ouverture de 1 à 4 % de participation citoyenne. Les coopératives qui ont été regroupées au sein de la plate-forme SeaCoop représentent aujourd'hui 34 structures et 125 000 coopérateurs. Elles affirment pouvoir mobiliser entre 50 et 75 millions d'euros pour le futur parc et viennent de démontrer leur capacité en investissant 13 millions d'euros dans le parc North Wind. Aujourd'hui, nous nous inquiétons au même titre que ces coopératives quant au maintien du critère dans l'appel d'offres.
Mes questions sont donc simples. Monsieur le ministre, pouvez-vous confirmer que le futur appel pour la zone Princesse Élisabeth comprendra bien un critère de participation citoyenne comme prévu initialement? Si oui, confirmez-vous que le poids de ce critère dans l'appel d'offre restera inchangé? Je vous remercie pour vos réponses.
Bert Wollants:
Mijnheer de minister, de zwakke voorbereiding van het traject voor de eerste kavel van de Prinses Elisabethzone onder de vorige regering maakt dat u wellicht niet anders kon dan de tender daartoe stop te zetten. Dat betekent wel dat er inhaalwerk nodig is om ervoor te zorgen dat er vooruitgang in dat dossier kan worden geboekt. Er moet sowieso worden gekeken naar een nieuwe tijdlijn met het oog op de herlancering van de tender volgend jaar. Het lijkt mij aangewezen om daarin voldoende druk op de ketel te houden, om zo tot een effectieve uitvoering te komen.
Mijnheer de minister, welk traject wenst u te volgen om de tender te evalueren, bij te sturen en te herlanceren?
Welke nieuwe krachtlijnen wenst u daarvoor te volgen?
Wanneer kunnen wij daarover beslissingen verwachten teneinde alsnog tot het aangewezen resultaat te komen?
Marc Lejeune:
Monsieur le ministre, dernièrement, vous avez pris de bonnes décisions – que nous avons soutenues – concernant l'île énergétique qui tendent vers davantage de sobriété et un coût moindre pour tous nos concitoyens. Aujourd'hui, j'ai quelques questions dont certaines sont d'ailleurs en écho de celles posées par mes collègues ici.
Vous avez reporté au mois de juin l'appel d'offres pour la zone 1 du futur parc éolien Princesse É lisabeth en mer du Nord. Or, dans le précédent appel d'offres, nos concitoyens avaient l'occasion de pouvoir investir dans le projet à hauteur de 1 à 4 %. Je pense que c'est vraiment un projet historique pour la Belgique et pour laquelle la participation citoyenne aurait tout son sens. Aujourd'hui, avec la réévaluation des conditions, la participation citoyenne semble remise en question. Or, la coopérative Seacoop a lancé une pétition qui a recueilli 17 000 signatures. Impliquer nos concitoyens dans des projets comme celui-là peut participer à la diminution des coûts, au renforcement de sa sécurité, et contribuer à garder des bénéfices du projet dans notre pays.
J'ai deux questions. Comment comptez-vous maintenir la participation citoyenne dans les conditions de l'appel d'offres? Avec quel poids? Si oui, de quelle manière comptez-vous le faire? Je vous remercie d'avance pour vos réponses.
Tinne Van der Straeten:
Mijnheer de minister, u hebt de lopende tender op het allerlaatste moment stopgezet, argumenterend dat die onder uw verantwoordelijkheid valt. Het gaat nochtans, zoals u goed weet, om een tender die volledig was goedgekeurd door de Europese Commissie. Dat heb ik hier vorige week in het kader van een andere commissievergadering al aangegeven. Een dergelijke staatssteungoedkeuring wordt niet lichtvaardig verleend. Daarvoor moeten heel wat zaken worden aangeleverd, zowel juridisch als financieel.
Mijnheer Wollants, uw bewering klopt niet dat een en ander juridisch niet robuust was, niet veel voorstelde en zwak was voorbereid. De voorbereiding was al twee à drie jaar bezig. Ze begon met adviezen van de regulatoren en is het voorwerp geweest van overleg met de gewesten.
U had ook gewoon kunnen stellen dat u het tenderontwerp niet goed vond en het op een andere manier wilde aanpakken, waarbij u dan abstractie zou maken van de voorbereidingen die de sector al heeft gedaan en opnieuw zou beginnen.
Mijnheer de minister, u hebt verklaard dat u opnieuw zou beginnen en dat de herlancering uiterlijk in maart 2026 zou plaatsvinden.
Wat is de stand van zaken? Wat is de concrete timing tussen nu en maart 2026? Als u in maart 2026 een en ander wilt lanceren, moet u nu immers klaar zijn.
Hoe staat het met het nieuwe koninklijk besluit inzake de tender? Is dat klaar? Wat zijn de verschillen met het vorige koninklijk besluit?
Hoe verloopt het overleg met de Europese Commissie over de goedkeuring van de staatssteun, aangezien dat proces opnieuw moet worden doorlopen? Is de beslissing al genomen? Als u in maart 2026 wilt lanceren, zou dat nu toch in de finale fase moeten zitten.
De Raad van State heeft over het eerste koninklijk besluit inzake de tender geoordeeld dat overleg met de gewesten aan de orde was. Wanneer vindt het overleg met de gewesten over het nieuwe koninklijk besluit inzake de tender plaats?
Mathieu Bihet:
Chers collègues, suite à la décision du Conseil des ministres restreint du 27 juin 25, une conférence des parties prenantes s'est tenue le 16 juillet afin d'encadrer la décision d'interrompre la procédure d'appel d'offres pour le lot 1 vis-à-vis des participants au marché intéressés, ainsi que pour clarifier le projet de relance du lot 1. Il s'agissait notamment de solliciter l'avis des acteurs du marché intéressés, à la suite de quoi une consultation sommaire des acteurs du marché avec des réponses confidentielles a été organisée.
Une analyse d'impact a été réalisée par la Direction générale de l'Énergie concernant des critères et des conditions proposés sur le résultat de la procédure d'appel d'offres, notamment les effets d'augmentation ou de réduction des coûts. Ceci a été fait en y intégrant également l'analyse du NZIA ( the Net-Zero Industry Act ) ainsi que du règlement d'application. En effet, comme vous le soulignez à juste titre, cet appel d'offres devra également se conformer à ces nouvelles dispositions. Cette analyse d'impact a été livrée à la fin du mois d'août. Aucune assistance externe n'a été utilisée pour cette analyse, étant donné que l'administration dispose d'une expertise suffisante sur le plan juridique.
Op basis van zowel de input van de marktdeelnemers als de impactanalyse werden de eerste politieke besprekingen aangevat, om zo snel mogelijk, namelijk komende week, de nodige beleidskeuzes te kunnen maken en de regelgevende procedure te kunnen opstarten. Pas daarna kunnen we met de gewesten beginnen te overleggen.
Tegelijkertijd werden ook de eerste besprekingen met de Europese Commissie in het licht van de Europese staatssteunregels aangevat en werden de verwachtingen met betrekking tot de NZIA besproken.
U vraagt ook naar mijn visie met betrekking tot de tender.
Mes lignes directrices sont claires. En tant que ministre, ma tâche consiste à maintenir les coûts de l'énergie aussi bas que possible pour l'ensemble des Belges, ménages et industries. Comment? En favorisant autant que possible la concurrence. Plus il y a d'entreprises et d'acteurs intéressés à construire le parc éolien, meilleur sera le prix que nous pourrons garantir aux consommateurs.
Pour cela, un cadre juridique clair est nécessaire, dans lequel toutes les conditions sont objectives et ne prêtent pas à interprétation. La transparence et l'égalité des chances sont également essentielles, ce qui n'était pas toujours le cas dans la procédure précédente. Chaque entreprise doit disposer de toutes les informations, mais surtout des mêmes informations, afin de pouvoir proposer le prix le plus compétitif possible.
Cela m'amène à la question sur la burgerparticipatie, la participation citoyenne, sur laquelle plusieurs collègues m'ont interpellé. Permettez-moi d'abord de préciser, que ce soit clair une fois pour toutes, que je n'ai rien contre la participation citoyenne, ni contre les coopératives dans le secteur énergétique. Elles jouent un rôle précieux dans la transition énergétique. Mais il est vrai qu'il y avait des risques juridiques majeurs dans l'appel d'offres précédents, notamment sur la participation citoyenne. C'est pour cela que le Conseil des ministres restreint a décidé d'arrêter l'appel d'offres qui avait été lancé.
En outre, il ne me semble pas justifié d'accorder à la participation directe des citoyens un poids plus important qu'à la participation indirecte, dans la mesure où les citoyens se verraient imposer des revenus et une participation limités, tout en assumant un risque important.
Ten slotte is het ook belangrijk om te vermelden dat het criterium, zoals het werd aangeleverd, de concurrentie tegengaat en juridische betwistingen in de hand werkt door de ex-postevaluatie van beloftes, die nooit onderbouwd zijn geweest.
Les analyses nécessaires ont été effectuées et nous discutons au sein du gouvernement afin de donner le plus rapidement possible de la clarté au marché concernant le nouvel appel d'offres. Il est important que le marché reçoive de la clarté sur l'ensemble du nouveau paquet de conditions, y compris celles relatives à la participation citoyenne.
Enfin, je réaffirme l'ambition de relancer l'appel d'offres d'ici le premier trimestre 2026 dans un cadre juridique plus clair, mais surtout sécurisé. Le marché sera informé en temps utile de chaque étape afin qu'il soit en mesure de soumettre la meilleure offre possible. Je vous remercie.
Kurt Ravyts:
Mijnheer de minister, ik dank u voor de stand van zaken met betrekking tot het nieuwe koninklijke besluit rond de tender. U hebt enkele elementen van antwoord gegeven. Volgende week zou het wetgevend werk en de regelgevende procedure effectief worden aangevat.
Ik moet mevrouw Vander Straeten toch een beetje gelijk geven. U had in uw persbericht van 27 juni, waaruit ik rijkelijk heb geciteerd, ook kunnen zeggen dat u een probleem zag met het gedeelte over de burgercoöperaties. Dat stond daar niet in en nu wordt hier duidelijk gezegd dat die passage voor u, zoals die toen was geformuleerd, een probleem vormde. Ik betreur dat dat pas nu hier naar voren wordt gebracht.
Marie Meunier:
Merci pour vos réponses, monsieur le ministre. Les coopérations citoyennes redoutaient d'être écartées de tout cela et vos modifications ne sont pas de nature à nous rassurer.
Je vous entends quand vous dites que vous ne trouvez pas normal qu'il y ait une participation citoyenne qui soit supérieure à toute autre participation. Or 1 à 4 % de participation citoyenne ne me semble pas être une majorité de participation à l'action. Partant de là, diminuer cette participation-là me semble quand même inadéquat.
On ne manquera évidemment pas, vous vous en doutez, de suivre le dossier et de vous interroger à nouveau.
Bert Wollants:
Mijnheer de minister, dank u voor uw antwoord. U moet ervoor zorgen dat de nieuwe tender juridisch robuust is en dat we de meest gunstige prijs in het dossier kunnen verkrijgen. Aangezien de passage over de burgerparticipatie ernstige juridische risico’s inhield, zo heb ik begrepen, hebt u terecht ingegrepen.
Beweringen als zou de regering stoppen met windmolens op zee, zijn nogal kort door de bocht. Ik noteer dat de regering nog steeds van plan is om met het dossier van de windmolens op de Noordzee verder te gaan.
Marc Lejeune:
Monsieur le ministre, merci pour vos réponses. Tout ce qu'on souhaite c'est que ce projet avance. Dans le cadre de la transition énergétique, on a bien entendu que tous les risques juridiques doivent être levés, notamment dans le cadre de la participation citoyenne, mais je vous ai aussi entendu dire que la participation citoyenne joue à vos yeux un rôle précieux dans la transition. Nous verrons bien les conclusions des différents Conseils au niveau de ces difficultés juridiques. Seront-elles levées ou pas? On vous suivra en tout cas pour que ce projet d'envergure historique pour notre pays avance et nous souhaitons que tous ces risques soient levés afin de pouvoir avancer dans la transition et avec la participation citoyenne. Nous vous suivrons de toute manière et on compte sur vous pour communiquer en toute clarté sur toutes vos décisions, comme à votre habitude.
Tinne Van der Straeten:
Mijnheer de minister, als er deze week wordt begonnen met het schrijven van het KB-tender, dan lijkt het mij moeilijk om de tender in maart te kunnen lanceren. Uw diensten schrijven het KB met betrekking tot de tender immers niet alleen. Een aantal onderdelen ervan moeten door de CREG worden opgesteld. Zij werkt dat niet af op twee dagen tijd; hoe dan ook moeten er termijnen worden gerespecteerd. Ook uw diensten stellen zo’n tekst niet op twee dagen op, denk ik. Dat neemt dus sowieso tijd in beslag. Nadien moet een advies van de Raad van State worden gevraagd. Het Overlegcomité moet worden samengeroepen. U kunt pas de formele goedkeuring vragen aan de Europese Commissie, op het moment dat alles finaal is. Dat neemt niet weg dat u ondertussen al informeel met de Europese Commissie kunt spreken, maar ze kan haar formele procedure pas starten wanneer alle teksten finaal zijn. Dat allemaal rondkrijgen op vijf maanden tijd, is onmogelijk.
Eigenlijk staat u dus nog bijna nergens. Er is ook geen concreet plan voor het eerste lot om ervoor te zorgen dat de windmolens effectief aanwezig zullen zijn op het moment dat het eiland wordt opgeleverd, wat toch niet veel later zal zijn dan augustus 2026.
Wat de burgerparticipatie betreft, spreek ik tegen dat aan directe burgerparticipatie een veel groter gewicht zou zijn toegekend. Het was perfect mogelijk om ook via indirecte burgerparticipatie voor burgerparticipatie de volledige punten te behalen. Dat was wel degelijk voorzien in de criteria van de tender. Er waren bovendien verschillende spelers op de markt die zich op verschillende manieren hadden georiënteerd: bepaalde spelers kozen voor de ene aanpak, andere voor een andere aanpak.
Voorzitter:
Vragen nrs. 56006568C en 56006719C van mevrouw Meunier worden omgezet in schriftelijke vragen. Voorzitter: de heer Jeroen Soete. Président: M. Jeroen Soete.
Het beroep van ENGIE bij de Raad van State
De financiering van de Commissie voor nucleaire voorzieningen (CNV)
Bekijk antwoord
Marie Meunier:
Monsieur le ministre, malgré la conclusion de l’accord Phoenix avec ENGIE qui prévoit la prolongation des réacteurs Doel 4 et Tihange 3, ainsi qu'un transfert de responsabilité sur la gestion des déchets nucléaires vers l’État belge, Electrabel a introduit un recours devant le Conseil d’État contre la décision qui prévoit 2 millions de contribution par an au financement de la Commission des provisions nucléaires (CPN). Ils justifient ce recours en estimant que la hausse de la contribution n’est plus justifiée, notamment depuis la reprise par l’État d’une grande partie des responsabilités relatives à la gestion du passif nucléaire.
Monsieur le ministre, quelle est votre analyse de la recevabilité et de la pertinence de ce recours d’ENGIE? Comment comptez-vous réagir en évitant de nouveaux coûts pour les citoyens et en sachant qu’Electrabel vient déjà de verser des milliards de dividendes à ENGIE?
Phaedra Van Keymolen:
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de Phoenixdeal, waarin ENGIE en de Belgische Staat onder meer afspraken maakten over de levensduurverlenging van Doel 4 en Tihange 3 en over de overdracht van de afvalverantwoordelijkheid, was een keerpunt in het Belgische nucleaire beleid. Met de oprichting van Hedera – dat als publieke instelling via een fonds alle nucleaire verplichtingen van de Staat moet financieren – werd een stevig fundament gelegd.
Het toezicht door de Commissie voor Nucleaire Voorzieningen (CNV) op de financiële middelen bij Hedera en Synatom moet uiteraard robuust en geloofwaardig zijn, om te verzekeren dat er voldoende middelen beschikbaar zijn op het moment dat die effectief nodig zijn. In dat licht roept de recente procedure van ENGIE Electrabel bij de Raad van State vragen op. ENGIE betwist – zoals de collega al aanhaalde – de verhoging van haar bijdrage aan de CNV van 500.000 naar maximaal 2 miljoen euro per jaar. Die maatregel van de vorige regering beoogde net om de CNV in staat te stellen haar taken degelijk te vervullen, zeker nu de complexiteit is toegenomen.
In dat kader heb ik volgende vragen.
Kunt u toelichten hoe de regering vandaag de continuïteit en de slagkracht van de CNV garandeert zolang de juridische betwisting van ENGIE loopt?
Worden de voorziene bijdragen intussen integraal betaald? Is er daardoor enig impact op de werking van de CNV? ENGIE stelt dat de verhoogde bijdrage disproportioneel is, zeker nu een groot deel van de verantwoordelijkheid bij Hedera is ondergebracht. Hoe beoordeelt u dat argument en hoe verhoudt zich dat tot de verdeling van taken en verantwoordelijkheden tussen exploitant, provisiebeheerder Synatom en Hedera?
Ten derde, hoe kijkt u naar de suggestie dat Hedera eventueel zou meebetalen aan het toezicht van de CNV?
Tot slot, met het koninklijk besluit van 25 mei 2024 werden nadere regels vastgelegd voor het maximumbedrag van de werkingskosten van de CNV. Bent u van mening dat dat koninklijk besluit voldoende tegemoetkomt aan de gewijzigde situatie en de nieuwe uitdagingen van de CNV of bent u van plan om in de toekomst nog hervormingen en aanpassingen door te voeren?
Mathieu Bihet:
Chères collègues, en ce qui concerne ce recours dont nous avions déjà un peu parlé lors de la précédente commission, vous me demandez mon analyse sur la recevabilité. N'étant plus avocat devant le Conseil d'État, je serais bien en peine de vous la livrer. Je n'ai plus cette casquette. Vous m'en excuserez, même si des fois je le regrette. Je ne regrette pas d'être ici mais de ne plus être avocat. Que ce soit très clair! Pas de ça chez nous!
Tout d'abord, en ce qui concerne les moyens d'action de la Commission des provisions nucléaires, il est exact qu'Electrabel a introduit un recours en annulation devant le Conseil d'État contre l'arrêté royal du 9 juillet 2024 relatif aux frais de fonctionnement et aux modalités de la CPN. Synatom est également partie requérante aux côtés d'Electrabel. Electrabel et Synatom ont introduit un recours en annulation contre l'arrêté royal du 25 mai 2024, fixant le montant maximal annuel des frais de fonctionnement et des frais de secrétariat permanent de la CPN, ainsi que contre la décision de l'ancienne ministre de l'Énergie d'approuver le budget pour l'année 2025. Ce budget augmenté a été pris sur la base de l'arrêté royal du 25 mai 2024 dont je vous ai parlé
Het KB van 25 mei 2024 stelt het jaarlijks maximumbudget van de CNV vast op 2 miljoen. Het bepaalt dus niet het effectieve jaarlijkse bedrag, maar stelt een maximum vast dat niet mag worden overschreden in het kader van de goedkeuring door de minister van het door de CNV ingediende voorstel voor de jaarlijkse begroting. De door de minister vastgestelde begroting wordt vervolgens ten laste gelegd van de kernprovisievennootschap SYNATOM, die dat bedrag doorrekent aan Electrabel.
La contribution approuvée par la CPN pour l'année 2025 s'élève à 1,4 million d'euros. La CPN a provisoirement demandé et reçu 1 million d'euros de la part de Synatom.
En collaboration avec nos avocats et mon administration, je suis évidemment de près ce dossier. On ne se refait pas. Le dossier étant toujours pendant devant le Conseil d'État, je ne peux dès lors pas, à l'heure actuelle, entrer dans les détails des arguments que nous allons défendre devant le Conseil d'État concernant la recevabilité ou le bien-fondé du recours, et ceci dans le bon intérêt de la procédure et de la défense de nos intérêts.
La responsabilité pour la gestion à long terme des déchets radioactifs de type B et C, de moyenne et haute activité et à vie longue, a déjà été transférée à Hedera. Le transfert de la gestion à long terme pour les déchets de type A, de basse et de moyenne activité à vie courte, suivra au moment du redémarrage des deux centrales concernées. L'une d'elles a déjà redémarré. L'institution spécifique Hedera gérera et investira les montants transférés afin d'éviter des coûts supplémentaires pour les citoyens dans le futur
Er werd in een voorgaande commissievergadering al uitgebreid ingegaan op de dividenduitkering door Electrabel en ENGIE. Ik verwijs voor dat onderwerp naar die bespreking.
Comme expliqué précédemment, cette distribution résulte des accords conclus pour la prolongation des réacteurs Doel 4 et Tihange 3 et le transfert de la responsabilité des passifs nucléaires.
Marie Meunier:
Monsieur le ministre, si je voulais être mauvaise langue, je dirais que votre lapsus révélateur en a dit plus que l'ensemble des réponses que vous avez données dans cette commission depuis son début. Je ne le ferai pas parce que je ne suis pas une mauvaise langue.
Quant à la première question, certes vous n'êtes plus avocat, mais vous êtes ministre et vous pouvez toujours juger de la pertinence d'un recours de la part d'ENGIE. C'est un avis qui peut être partagé avec ce Parlement qui ne vous engage à rien. Pour le reste, c'est encore assez vague. Je vais finir par le prendre pour moi-même. Vous ne répondez pas à mes questions. Ça m'ennuie profondément.
Concernant les coûts pour les citoyens, en sachant qu'Electrabel vient de verser des milliards de dividendes à ENGIE, c'est quand même léger! Comment comptez-vous réagir en évitant les coûts? C'est à vous de prendre la décision. Quelle sera votre réaction? C'est encore relativement vague.
Ce n'est pas grave, nous vous interpellerons à nouveau dans quelques semaines et nous verrons. Et vous reviendrez une nouvelle fois pour nous répondre.
Phaedra Van Keymolen:
Mijnheer de minister, niet alles is me volledig duidelijk geworden, maar dit wordt ongetwijfeld nog vervolgd.
De aangekondigde vertraging en bijkomende kosten van het project Boucle du Hainaut
Bekijk antwoord
Hervé Cornillie:
Monsieur le ministre, s'il est un dossier qui tournait en boucle dans le Hainaut depuis quelques mois, voire quelques années, c'est bien celui-ci. Du reste, le silence relatif de ces derniers mois pourrait faire accroire aux opposants qu'il se passe quelque chose de louche. Que nenni! Le ministre wallon, au demeurant, est l'un des ex-opposants les plus ardents à ce projet, mais il est tenu de l'appliquer par sa feuille de route qu'est la déclaration de politique régionale. J'ignore par quelles pirouettes, l'artiste circassien s'en sortira! Dans la gestion des projets, j'ai toujours appris que le temps, c'est de l'argent et que, lorsqu'un dossier traîne, quelqu'un paie de toute façon. Qui paie quoi dans ce dossier stratégique et fondamental pour la fourniture électrique et énergétique dans ce pays? J'ai également entendu certains de ses partisans avancer que l'économie du Hainaut en dépendait, mais je n'ai pas d'a priori en la matière. Ce dossier concerne 14 communes hennuyères, dont la stratégique Leuze-en-Hainaut, bien évidemment.
Monsieur le ministre, j'aurais aimé faire le point avec vous, puisque votre homologue souhaite obtenir plusieurs vérifications et renseignements complémentaires sur lesquels je pourrais m'étendre. Cela dit, je préfère vous renvoyer à mon texte, que je vous ai transmis voici déjà quelque temps.
Quelles sont, selon vous, les conséquences du report du projet de la Boucle du Hainaut sur la sécurité d'approvisionnement en électricité, puisque c'est une préoccupation fédérale, en particulier dans les zones industrielles concernées (un aspect qui fut, en effet soulevé par les promoteurs du projet)? À combien estime-t-on le coût global du retard de ce projet – car je suis néophyte en ce domaine –, tant en matière d'investissement que d'impact potentiel sur l'activité économique et la fiabilité du réseau? En effet, nous savons que sa stabilité est une question préoccupante pour notre pays. Enfin, quel est le coût total des compléments d'études et de procédures demandés depuis l'introduction du dossier initial par ELIA, y compris les nouvelles études d'incidence environnementale? Que l'on soit favorable ou opposé à ce projet, il faudra bien que l'on avance.
Mathieu Bihet:
Monsieur Cornillie, je vous remercie pour votre question. Dans cette noble enceinte, nous avons eu l'occasion d'échanger à plusieurs reprises sur ce dossier, et vous connaissez mon soutien plein, entier ou encore total – comme celui du gouvernement wallon – à ce projet qui soutient le développement économique, notamment de la province du Hainaut. Soyons clairs, le projet Boucle du Hainaut (BDH) doit permettre d'acheminer l'énergie produite en mer du Nord quand il y aura le Tender 2 – indispensable –,mais doit aussi permettre la décongestion du réseau au nord du pays. Le soutien est donc entier. Il s’agit d’un objectif de développement industriel, mais aussi d’un objectif fondamental de transition énergétique.
Pour répondre à vos questions, le ministre wallon en charge de l'Aménagement du territoire a pris la décision d'organiser un dialogue constructif entre Elia et REVOLHT. Le dialogue s'est tenu pendant cinq mois, avec huit réunions, selon les termes de la déclaration de politique régionale du gouvernement wallon. Les résultats des travaux de ce dialogue ont été transmis au ministre en charge de l'Aménagement du territoire, qui a demandé de les intégrer au dossier qui doit désormais être complété par Elia. Il s'agit d'une étape supplémentaire, parmi d'autres passées, qui conduisent en effet à considérer dorénavant la mise en service du projet à l'horizon 2032-2033. Cet horizon est une estimation de la part d’Elia, établi sur la base des délais d'ordre pour les procédures administratives, c'est-à-dire l'inscription au plan de secteur et la délivrance d'un permis d'urbanisme, et pour la phase de construction elle-même. Ce délai devrait être confirmé après la décision qui – je l'espère – sera prise très prochainement par le ministre en charge du dossier au gouvernement wallon.
Je le répète, j'ai toute confiance dans le gouvernement wallon qui continue d'instruire le dossier de demande d'aménagement du territoire. Je tiens bien sûr à saluer le travail de conciliation entre les riverains, pour ce qui est aussi une nécessité pour le développement industriel et pour la transition énergétique. Il est essentiel de pouvoir offrir aux tissus industriels hennuyers – mais pas exclusivement – des perspectives claires quant aux capacités de transport disponibles à terme dans la région, afin qu’ils puissent déterminer si les développements qu'ils envisagent pourront se réaliser de manière pérenne et permanente.
En effet, les demandes de raccordement effectuées par les industries actives dans cette zone se basent désormais sur la prise en compte interne de la réalisation de la Boucle du Hainaut. Donc on n'en est pas à se dire, est-ce qu'on pourra? Non, on compte au-dessus. Donc il y a des travaux qui se réalisent dans ce sens.
Par ailleurs, les freins au développement économique de la zone en lien avec le développement de la Boucle du Hainaut font actuellement l'objet d'une quantification par le gestionnaire de réseau, Elia, et les résultats ne sont pas encore connus à ce jour.
Aussi – j'essaie de conclure dans les temps, désolé – il ne faut pas oublier que cette liaison est indispensable, je le disais, pour la transition énergétique. La Boucle du Hainaut conditionne d'autres développements au nord du pays, je l'ai dit. En ce qui concerne l'impact du retard du projet sur le coût de celui-ci, il est difficile à ce stade de donner des estimations. Le report de la réalisation du chantier induit que le coût de réalisation sera impacté par l'inflation observée entre le moment initialement prévu et celui où les travaux sont effectivement réalisés.
En outre, le coût des équipements intègre des paramètres d'évolution des coûts dans le temps, prenant en compte l'inflation, mais aussi des effets de marché. Au vu des programmes d'investissement du gestionnaire de réseaux en Europe, le marché des équipements est assez tendu, augmentant d'année en année le coût de ceux-ci. Ainsi, le retard dans la réalisation du projet est de nature à en augmenter le coût, dépendant de l'inflation et des circonstances du marché.
Le traitement du dossier d'aménagement du territoire requiert l'établissement d'études complémentaires et des coûts de gestion du projet un peu plus longs, compte tenu du retard occasionné. Ces différents coûts seront toutefois assez marginaux par rapport à l'investissement total consenti pour la réalisation de BDH.
L'évaluation d'un dossier comme celui-ci demande du temps d'analyse. Toutefois, comme l'anticipe parfaitement votre question, ce temps d'analyse est également de nature à rendre la solution légèrement plus chère que si le projet avait été réalisé conformément aux timings initiaux. Un bon équilibre entre le temps d'analyse et la rapidité d'exécution doit dès lors être trouvé, et ce, dans l'intérêt sociétal belge en général.
Un élément encore – je m'en voudrais de ne pas le signaler –, il me semble que pour des projets de cette envergure, les permis sont un obstacle au développement, et il faudrait une procédure simplifiée pour les investissements d'intérêt public.
Hervé Cornillie:
Merci, monsieur le ministre, pour cette réponse dense et intense. Je ne sais même pas par où commencer. Si ce n'est que souligner que vous avez raison. Tout ce qui contribue au dialogue constructif entre l'IA et les citoyens était une bonne chose. Je crois d'ailleurs que le projet a été mal emmanché parce que probablement le gestionnaire était-il parti de sa stature fédérale et, au fil des contacts avec les citoyens, il a appris que ceci pouvait enrichir sa réflexion et l'aider aussi à progresser dans son dossier. C'est évidemment une bonne chose. Vous confirmez que nous avons à peu près quatre ans de retard dans ce dossier. Comme je l'ai dit dans ma question, sans aucun a priori, à un moment donné, il faut qu'on avance, il faut arrêter de se cacher derrière son ombre et dire si c'est oui ou si c'est non. Il est important d'avancer dans un dossier comme celui-là parce que c'est non seulement un maillon de toute une réflexion. On n'est pas seul au monde, dans le Hainaut. C'est un maillon de la transition énergétique qui est posé là sur la table. Je conviens avec vous que cette expression est un peu bancale. Vous avez parlé d'une quantification du coût qui est difficile. J'en suis parfaitement conscient. Mais en matière du coût – je reviens là-dessus –, c'est toujours le même qui finit par le payer. Ne nous leurrons pas, c'est le citoyen ou l'entrepreneur qui finissent par payer ce coût dans un dossier, qu'il aboutisse ou non, parce qu'on y a injecté du temps et de la recherche. Véritablement, il est important qu'on sorte de cette situation d'incertitude car si les entrepreneurs sont certes des gens qui osent, qui entreprennent et acceptent l'incertitude, celle-ci n'est jamais bonne pour les investissements ni même pour le concitoyen et le contribuable.
De stand van zaken rond de implementatie van de ENGIE-deal
De voorwaarden voor de verlenging van de levensduur van Doel 4 en Tihange 3
De vaststelling van de voorlopige strike price in het kader van de ENGIE-deal
Het vermarkten van de stroom in het kader van de LTO D4T3
De stand van zaken m.b.t. de implementatie van de LTO (strike price & BE-WATT)
Gesteld door
VB
Kurt Ravyts
PS
Marie Meunier
VB
Kurt Ravyts
N-VA
Bert Wollants
Groen
Tinne Van der Straeten
Aan
Mathieu Bihet (Minister van Energie)
Bekijk antwoord
Kurt Ravyts:
Voor de implementatie van de ENGIE-deal zouden we best eens een aparte commissievergadering bijeenroepen. We hebben daarover al gedebatteerd op 1 juli, mijnheer de minister, en ik ga daarop verder.
Tihange 3 is ondertussen heropgestart en Doel 4 zou uiterlijk op 1 november opnieuw worden opgestart. Daarmee komt de vraag over de vermarkte elektriciteit opnieuw aan de orde. BeNuc heeft de voorbije maanden de aanbestedingsprocedure voor een overheidsopdracht tot het aanstellen van een EMSA, een externe partij voor het commercialiseren van de door de nucleaire eenheden geproduceerde stroom, vermoedelijk afgerond. Indien het niet mogelijk zou zijn een overeenkomst met de EMSA af te sluiten voor de heropstartdatum van de nucleaire eenheden, zouden deze diensten verder door Electrabel worden verricht, met inbegrip van de onafhankelijkheidswaarborgen. De bidding and imbalance -strategie in het kader van de vermarkting maakte bovendien het voorwerp uit van een advies van de CREG.
Ik wil u ook vragen hoe het gesteld is met de risicobeheerstrategie die BE-WATT zou moeten ontwikkelen in verband met de mogelijke blootstelling van de Staat aan de financiële risico’s van het contract for difference . Hoe staat het met die risicobeheerstrategie, waarbij ook de CREG en de AD Energie betrokken zijn?
Er is uiteraard ook de strike price . Volgens uw verklaringen, begin deze zomer, zou die voorafgaand aan de eerste LTO-heropstartdatum moeten worden vastgesteld. Ik ga er echter van uit dat we die eerste LTO-heropstartdatum ondertussen al zijn gepasseerd. Of begrijp ik dat verkeerd? Kunt u daarover een stand van zaken geven, aangezien de strike price bijzonder belangrijk is?
U hebt toen gezegd dat de beslissingen van het FANC over het actieplan van Electrabel een impact zouden hebben op de budgetten die volgens de contractuele berekeningsmethode de strike price beïnvloeden. Aangezien die actieplannen sinds begin juli officieel bekend zijn, mag ik ervan uitgaan dat de nodige info intussen gekend is. Hoe zit het nu met die gegarandeerde prijs die ENGIE zal krijgen om nog tien jaar langer kernenergie op te wekken? Volgens het Monitoringcomité zal dat de Staat volgend jaar naar schatting 155 miljoen euro kosten.
Dat bedrag zou oplopen tot meer dan 600 miljoen euro in 2030. We kennen allemaal de raming van 81 euro per megawattuur. Wat is uw reactie enerzijds op het rapport van het Monitoringcomité over de budgettaire gevolgen? Wanneer wordt de strike price vastgelegd? Wat is de stand van zaken met betrekking tot de implementatie van de berekeningsmethode? Kunt u nu al een stand van zaken geven over de aanduiding van de EMSA en de vermarkting?
Bert Wollants:
Mijnheer de minister, naar aanleiding van het debat in het voorjaar over het Energy Management Service Agreement, dat getenderd zou worden, is er momenteel een back-up voorzien via ENGIE-Electrabel, namelijk via GEMS. Het was echter nooit de bedoeling dat dat zo zou blijven. Mogelijk is er sprake van een te vroeg gelanceerde tender, waardoor het onmogelijk was alle getenderde partijen aan te stellen. Het lijkt ons nuttig dat u een update geeft over dat deel van de LTO-akkoorden.
Mijn eerste vraag. Wat is de stand van zaken in het EMSA-dossier? Twee, wanneer kan er getenderd worden en wat is de tijdslijn? Drie, op welke manier kan het Parlement de werkzaamheden daarover op een goede manier opvolgen?
Dank u voor uw antwoorden.
Tinne Van der Straeten:
Mijnheer de minister, mijn vragen gaan over de implementatie van de LTO van Doel 4 en Tihange 3, specifiek met betrekking tot de vaststelling van de strike price en de vermarkting van de elektriciteit. Dat zijn immers verschillende componenten die op elkaar inwerken.
Ten eerste, wat is de verwachte strike price ? Indien dit nog niet gekend is, wanneer zal dit dan gekend zijn? De LTO- restart date moet nog komen. De strike price moet gekend zijn op het moment dat de eerste nucleaire kilowatturen in het net worden geïnjecteerd. We zitten daar zeer kort tegenaan. Het investeringsprogramma is reeds goedgekeurd. We zouden de range dus ongeveer moeten kennen.
Ten tweede, welke acties heeft de Belgische Staat ondernomen om de strike price zo laag mogelijk te houden? Er zaten grendels in het akkoord, met name de controlebevoegdheden van de CREG. Ook het feit dat de CFO van BeNuc door de Belgische Staat wordt aangesteld, geeft de Belgische Staat de mogelijkheid toezicht op de financiële stromen te houden.
Ten derde, welke acties heeft de Belgische Staat ondernomen om te vermijden dat men zonder dekking de markt opgaat? Wat is dus de stand van zaken van B-Watt en ENSA? Het gaat dus niet alleen om de ENSA. B-Watt is de instelling die de dynamische hedgingstrategie zal moeten ontwikkelen.
Er is ook een rapport bij Compass Lexecon besteld om te onderzoeken hoe dat er zou kunnen uitzien. Dat werd op 31 januari opgeleverd. Daarin staan andere cijfers dan die in het rapport van het MoCo. Compass Lexecon geeft aan dat een markttoegang zonder dekking tot een exposure van miljarden zou kunnen leiden, terwijl een goede hedgingstrategie dit tot enkele honderden miljoenen kan beperken. Dit is nog altijd een belangrijke exposure. Het toont aan dat er enorme risico's zijn en ook hoe belangrijk het is om hiermee vandaag al rond te zijn.
De vraag is dan ook hoe dit is geïmplementeerd. GEMS was inderdaad een back-upoplossing. De Europese Commissie heeft aangegeven dat als deze back-up wordt gebruikt, er garanties voor onafhankelijkheid moeten worden gegeven. Welke onafhankelijkheidsgaranties zijn in dat kader opgenomen, zoals door de Europese Commissie gevraagd? Hoe worden de aanbevelingen van Compass Lexecon geïmplementeerd?
Mathieu Bihet:
Chers collègues, je vous remercie et vous préviens déjà que je vais dépasser mon temps de réponse, mais cela me semble nécessaire pour faire le point. Par ailleurs, comme Mme Meunier s'était jointe à la question, la réponse a été préparée dans les deux langues. Je me permets donc – je m'en excuse d'avance – de vous répondre dans les deux langues, bien que ce soit assez technique.
Een berekening van de voorlopige strike price overeenkomstig het remuneration agreement is op dit moment nog niet mogelijk, onder meer omdat de nodige gegevens nog door Electrabel moeten worden aangeleverd.
De akkoorden voorzien een termijn van 60 dagen nadat het FANC de global action list voor Doel 4 heeft goedgekeurd. Dat gebeurt op 12 september. Voor dit scenario voorziet het remuneration agreement echter dat er een voorlopige strike price wordt berekend.
Het original financial model maakt het voorwerp uit van het advies van de CREG van 17 juli 2025. Dat advies zal binnenkort worden gepubliceerd, rekening houdend met de commerciële gevoeligheid en vertrouwelijke gegevens.
Sur la base de l' original financial model , appliqué aux données du signing financial model , il en résulte un strike price provisoire de 84,93 euros à encore indexer. Dans l'application ultérieure du remuneration agreement , ce strike price doit être indexé en novembre. Cette indexation, ainsi que le paramètre d'indexation exact, fait l'objet de discussions mais, selon les premiers calculs, elle aboutirait à un montant proche de 90 euros.
Une fois qu'un accord aura été trouvé sur l' ISP financial model , pour lequel notamment l' initial project budget doit être également fixé, l' initial strike price qui en résultera sera appliqué rétroactivement aux volumes et aux prix depuis le 2 septembre. Il y aura donc vraisemblablement encore une correction de prix à l'avenir.
Je vous avais prévenus, chers collègues, que la réponse était technique.
Bovendien zal er op het moment van de true-up date , in principe 31 december 2028, nog eens zo'n correctie plaatsvinden op de strike price, retroactief toe te passen in het licht van een aangepast financieel model op het overeenstemmende interne rendement ( internal rate of return , IRR) van 7 % voor de LTO te garanderen.
S'agissant de la mise sur le marché, la CREG a rendu l'avis A3021 du 25 avril relatif à la Bidding and Imbalance Strategy dans le cadre de l'EMSA, qui fait actuellement l'objet d'une procédure d'attribution. Étant donné que celle-ci est toujours en cours, l'avis n'a pas encore été rendu public. Les candidats disposaient jusqu'il y a quelques jours de la possibilité de poser des questions. Cette phase de la procédure est achevée. Les offres pourront être déposées prochainement. Cette procédure d'attribution est conduite par le SPF É conomie au nom et pour le compte de Be-Nuc. La publication d'une décision d'attribution est attendue pour décembre. Pour la période intermédiaire, il est en effet envisagé de recourir à Electrabel GEMS.
Mijnheer Wollants, de timing is niet ideaal, maar verklaart zich onder meer door de complexiteit van de gunningsdocumenten en de verplicht na te leven termijn in een gunningsprocedure binnen het kader van de mededingingsprocedure met onderhandelingen.
De overheidsopdracht werd gepubliceerd in het Bulletin der Aanbestedingen op het federale platform e-Procurement en in het Supplement op het Publicatieblad van de Europese Unie . Enkel de publiek beschikbaar gemaakte documenten zijn daar raadpleegbaar. Ik kan u schriftelijk de link naar de webpagina overmaken. Enkel de geselecteerde kandidaten kunnen de vertrouwelijke gunningsdocumenten inkijken. De algemene implementatie van de verlenging van de levensduur van Doel 4 en Tihange 3 loopt intussen verder.
Pour estimer le coût du CFD, il est nécessaire d'élaborer des prévisions afin d'établir le budget. Il n'est pas nécessaire de vous expliquer pourquoi il est difficile de faire des prévisions pour 2026 en ce qui concerne l'évolution du marché de l'électricité en spots et, a fortiori , pour 2030. Nous recourons aux chiffres les plus pertinents pour effectuer ces estimations, mais nous ne disposons évidemment pas d'une boule de cristal.
Mevrouw Van der Straeten, het CfD-mechanisme zoals vastgelegd in de onder de vorige legislatuur gesloten akkoorden stelt de Belgische Staat inderdaad bloot aan aanzienlijke potentiële kosten. Binnen BE-WATT zal zodra de operationalisering rond is een afdekkingsstrategie worden uitgewerkt om de budgettaire impact te minimaliseren. De werkzaamheden zijn lopende.
Compte tenu du caractère confidentiel de la procédure de passation, je ne peux vous communiquer l'identité des participants à la procédure pour la désignation du gestionnaire de l'EMSA. De manière générale, je peux vous répondre que c'est le SPF Économie, comme je le disais, et non Be-Nuc qui mène la procédure de passation pour le compte de Be-Nuc.
Ce faisant, l'État belge analyse les candidatures ainsi que les offres et prend les décisions, par exemple, la décision d'attribution dans le cadre de la procédure de passation au nom et pour le compte de Be-Nuc. L'indépendance de la procédure de passation par rapport à ENGIE et GEMS au cas où elle participerait est ainsi garantie. Outre le rôle de l'État belge dans la procédure de passation, des garanties supplémentaires ont été prévues afin de prévenir et d'éviter d'éventuels conflits d'intérêts.
Avant la procédure de passation, le request for information (RFI) a eu lieu permettant à toute partie intéressée de soumettre différentes conditions et propositions liées à l'objet de la procédure. Il a ainsi été garanti que la procédure ne comportait pas de barrière défavorisant un candidat par rapport à GEMS ou une autre société du groupe ENGIE si d'aventure elle postulait. Les documents d'appel d'offres ont été élaborés par l'État belge en tenant compte des résultats du RFI.
Du fait du rôle du SPF Économie et de l'État belge, ENGIE Electrabel et leurs représentants au sein de Be-Nuc sont exclus de toute décision ou délibération relative à la procédure de passation. Chez Electrabel, des barrières d'information et des ethical walls stricts s'appliquent entre les responsables du négoce d'électricité chez GEMS et la direction de Be-Nuc. Et même si GEMS devait être choisie comme gestionnaire de l'EMSA, ces barrières resteraient évidemment en place. Si GEMS devait être sélectionnée comme partenaire EMSA, elle serait soumise aux mêmes obligations, incitants de marché et autres conditions contractuelles que tout autre candidat. Cela comprend notamment l'obligation, dans le chef du gestionnaire, d'agir conformément à une stratégie spécifique d'enchères et d'équilibrages lors de la commercialisation de l'électricité sur le marché ainsi que le fait de l'exécution des services EMSA liés au paiement d'une rémunération à la fois fixe et variable visant à favoriser l'exécution optimale des services.
La Commission a jugé, dans sa décision du 21 février 25 relative à la prolongation de la durée de vie de Doel 4 et Tihange 3, qu'au regard des règles en matière d'aides d'État, ces mesures contribuent à rendre l'EMSA appropriée et proportionnée.
J'avais prévenu que je dépasserais mon temps de parole, mais voici une réponse complète bien que quelque peu technique.
Kurt Ravyts:
U hebt inderdaad gezegd dat u het antwoord uitgebreid zou maken. Er zat uiteraard ook veel in de vraagstelling. Ik zal uw antwoord heel aandachtig herlezen.
Ik heb enkele zaken onthouden. Ik heb begrepen dat we met de indexering naar rond de 90 euro evolueren. De EMSA-procedure is dus nog altijd lopend, evenals de afdekkings- of risicobeheersingsstrategie.
Eigenlijk zijn de begrotingsbesprekingen niet het geschikte moment, vind ik, om de implementatie van al die verschillende aspecten van de ENGIE-deal te bespreken, dus we zouden daarvoor binnen enkele weken eens een aparte vergadering moeten organiseren, mijnheer de voorzitter. Ik hoop daarvoor steun te krijgen van de andere fracties.
Voorzitter:
Dank u, collega Ravyts. U weet dat mijn mailbox altijd openstaat voor u en de andere collega's. Indien er voldoende steun is, zal dat wel gebeuren.
Mijnheer Wollants, u hebt het woord.
Bert Wollants:
Ik dank u voor uw antwoord, mijnheer de minister, maar ik herlees het best een aantal keer om te bepalen welke verdere stappen we moeten zetten. Er zitten veel elementen in en er moet met veel zaken rekening worden gehouden.
Tinne Van der Straeten:
Een verwachte strike price van rond de 90 euro lag inderdaad in de lijn der verwachtingen toen de extrapolaties tijdens de onderhandelingen werden gemaakt. Dat ligt min of meer binnen die vork. Ik heb u goed gehoord toen u opmerkte dat een en ander zeker nog niet definitief is, maar dat u de prijszetting daar wel verwacht. Laten we ons uitgaan van 90 euro, om bevattelijk te maken waarover het gaat. Als die 90 euro niet is afgedekt door de BIS, de Biedings- en Onbalansstrategie, die u hebt vernoemd, dan kost een dag met 13 negatieve uren qua elektriciteitsprijzen, zoals wij vorige week of twee weken geleden hadden, 1,17 miljoen euro aan de Staat. Het is net daarom dat het rapport werd besteld. De Belgische Staat is immers geen trader. Het is niet de kerntaak van een overheid om als trader op te treden. Daarom werd dat rapport besteld, om na te gaan hoe wij ons moeten organiseren om dat risico te vermijden. In die zin hoor ik dat men bezig is met het zoeken van een partij, maar ik heb ook gehoord dat de Biedings- en Onbalansstrategie nog moet worden opgemaakt. Daarvoor moeten wij eerst BE-WATT hebben. Over BE-WATT bestaat echter nog onduidelijkheid. Dat betekent dat het aspect waarbij de Belgische Staat het risico zoveel mogelijk beperkt, eigenlijk nog niet op poten staat. Nochtans biedt dat ook enorme kansen voor de Belgische Staat. Als dat goed wordt georganiseerd, kunnen interessante producten worden ontwikkeld, bijvoorbeeld voor onze industrie. Er ontbreken dus nog enkele bouwstenen om te vermijden dat de impact op de begroting negatiever zou zijn dan nodig.
De Belgisch-Franse intentieverklaring van 23/07/25 m.b.t. samenwerking op het vlak van kernenergie
Bekijk antwoord
Kurt Ravyts:
Minister Bihet, in volle zomer, op 23 juli, werd in Parijs een intentieverklaring ondertekend tussen de Belgische en Franse minister van Energie, waarmee een nieuwe stap wordt gezet in de samenwerking tussen België en Frankrijk op het vlak van kernenergie. Ik meen dat na de wijziging van de wet van 2003 inderdaad concreet moet worden samengewerkt.
Het intentieprotocol is erop gericht de uitwisseling tussen beide regeringen te versterken op een aantal sleuteldomeinen zoals de verlenging van de levensduur van de reactoren, de ontwikkeling van nieuwe projecten, waaronder de Franse SMR's, onderzoek en innovatie, strategische bevoorradingsketens en opleiding en vaardigheden.
Kernenergie – en voor ons is dit een open deur intrappen – mag niet alleen een transitie-instrument worden, maar moet een industriële en wetenschappelijke pijler blijven en worden voor de toekomstige generaties.
Kunt u aan de commissie toelichting geven bij de thematische werkgroepen, die hopelijk al geïnstalleerd zijn, inzake de door mij geschetste vijf thematische samenwerkingen? Hebt u informatie over de beoogde periodiciteit van de samenkomsten? Wat zijn de concrete beoogde projecten van de vijf thema's en wat is het tijdspad?
Mathieu Bihet:
Mijnheer Ravyts, de intentieverklaring die ik op 23 juli jongstleden samen met mijn Franse ambtgenoot heb ondertekend, legt een breed samenwerkingskader vast dat 15 thema’s omvat. Het gemeenschappelijke engagement betekent ook een belangrijke politieke stap op het kruispunt van twee realiteiten: een paradigmaverschuiving op het vlak van energie in België en een Europese dynamiek die gericht is op de herbevestiging van de strategische soevereiniteit in de context van geopolitieke instabiliteit. Het is daarom van groot belang dat die samenwerking zorgvuldig en nauwgezet wordt uitgewerkt, zodat de gezamenlijke meerwaarde maximaal kan worden benut.
De praktische modaliteiten voor de uitvoering van het intentieprotocol worden momenteel uitgewerkt. Een evaluatie van de vooruitgang is om de twee jaar gepland conform de intentieverklaring. Dat engagement moet resulteren in een duidelijke meerwaarde voor beide landen, die elk beschikken over een sterke traditie en expertise op het gebied van kernenergie en elkaar in dat domein wederzijds kunnen versterken.
Kurt Ravyts:
Mijn vraag komt inderdaad misschien wat te vroeg om een heel concreet antwoord van u te kunnen krijgen. Ik heb begrepen dat de uitvoering van de overeenkomst tweejaarlijks wordt geëvalueerd. Ik zal uiteraard bijvoorbeeld volgend jaar toch even bij u naar de concrete resultaten polsen.
De geleidelijke afschaffing van leidinggas en lng afkomstig uit de Russische Federatie
Bekijk antwoord
Kurt Ravyts:
Mijnheer de minister, de door de Europese Commissie begin juni voorgestelde verordening voorzag in een geleidelijke afschaffing van leidinggas en vloeibaar aardgas, lng, afkomstig uit de Russische Federatie. U zei toen terecht dat u de verordening en de gevolgen ervan eerst wilde bestuderen. Zeebrugge is immers de tweede grootste Europese doorvoerhaven van lng en er bestaan langlopende contracten tussen Fluxys en Russische gasleveranciers. Bovendien, op Europees niveau wezen Belgische diplomaten op een potentieel destabiliserend effect.
Blijkbaar botste de Europese Commissie op een negatieve beoordeling van haar eigen juridische dienst en die van de Raad van de Europese Unie. In de laatste versie van de verordening zijn twee artikelen geschrapt op vraag van België.
Daar staat tegenover dat ik verneem dat een en ander deel zou uitmaken van een nieuw Europees sanctiepakket, het 19de, dat nog niet definitief is getrancheerd, maar dat in oktober in de Europese gremia aan bod zou komen. Dat verandert de zaak natuurlijk.
In elk geval kan het niet de bedoeling zijn dat Fluxys een bijzonder grote schadevergoeding zou moeten betalen of contractbreuk zou plegen.
Voor onze partij en voor nog andere partijen in de Europese context – ze hebben gelijk –, zijn de gevolgen op het vlak van bevoorrading en de prijs zeer belangrijk. Zeker bij onze oosterburen is dat een zeer belangrijk politiek thema. Dat merkt men als men de geopolitieke situatie een beetje volgt.
Mathieu Bihet:
Mijnheer Ravyts, België volgt de REPowerEU-besprekingen van zeer nabij. Sinds juni nemen onze diensten actief deel aan de onderhandelingen binnen de Raad, in nauwe coördinatie met onze Europese partners.
Ons optreden en onze standpunten steunen op drie prioriteiten. Ten eerste willen we bijdragen aan het gemeenschappelijke Europese doel om de invoer van Russisch gas geleidelijk en volledig af te bouwen. Ten tweede moeten we de energiebevoorradingszekerheid van België en, in ruimere zin, van de Europese Unie vrijwaren. Ten derde houden we rekening met de strategische rol van de terminal van Zeebrugge en zien erop toe dat de aangenomen tekst juridisch solide en coherent is.
België heeft zijn bezorgdheden en voorstellen in een constructieve geest naar voren gebracht, opdat de verordening onder de best mogelijke omstandigheden kan worden afgerond, ten voordele van alle lidstaten. Daarnaast verdedigt België een pragmatische en evenwichtige benadering: een duidelijk invoerverbod op Russisch gas behouden en tegelijk erop toezien dat het aangenomen juridische kader solide, toepasbaar en coherent blijft met de bestaande instrumenten.
Wanneer de verordening in werking treedt, zal de markt effectief op zoek moeten gaan naar nieuwe bronnen van aardgas om de hoeveelheden te compenseren die niet langer uit Rusland kunnen worden geleverd. Om de haalbaarheid van een dergelijke alternatieve bevoorrading te beoordelen, moet worden gekeken naar enerzijds de importcapaciteiten en anderzijds de beschikbaarheid van aardgasmoleculen. Met betrekking tot de importcapaciteiten beschikt Europa dankzij investeringen in Floating Storage Regasification Units en extra uitbreidingen van lng-terminalcapaciteit in heel Europa over voldoende mogelijkheden om het verlies van Russisch gas te vervangen door vloeibaar aardgas.
Tegelijkertijd wordt de productiecapaciteit voor lng wereldwijd uitgebreid, met name in Noord-Amerika en het Midden-Oosten. Huidige ramingen geven aan dat de nieuwe volumes die op korte termijn beschikbaar komen, groter zullen zijn dan het volume aan Russisch aardgas dat de Europese markt zal verliezen.
Hoewel de genoemde elementen geruststellend zijn, blijven we uiteraard alert voor de gespannen geopolitieke ontwikkelingen, die een impact kunnen hebben op de bevoorradingszekerheid en de prijs.
Kurt Ravyts:
Die laatste elementen zijn voor ons zeer belangrijk. We weten dat Trump von der Leyen onder druk heeft gezet om zeer grote hoeveelheden lng uit de Verenigde Staten toe te laten. De vraag is uiteraard tegen welke prijs dat zal gebeuren. Daarnaast speelt het Midden-Oosten, met name Qatar, een belangrijke rol in die context. Enerzijds speelt dus het geweten tegen de Russische Federatie en Poetin, anderzijds is de internationale gasprijs een belangrijk element. Het zijn twee aspecten die onze partij zoveel mogelijk op elkaar wil afstemmen.
De verdere operationalisering van Hedera
De bestuursproblemen bij Hedera
Hedera
De betaling van de cap met inbegrip van de NIRAS-kosten
Gesteld door
VB
Kurt Ravyts
PS
Marie Meunier
N-VA
Bert Wollants
Groen
Tinne Van der Straeten
Aan
Mathieu Bihet (Minister van Energie)
Bekijk antwoord
Kurt Ravyts:
Mijnheer de minister, we weten dat u zich in het voorjaar geconfronteerd zag met de preselectie van de kandidaten voor het directiecomité van Hedera, waaruit geen enkel trio van kandidaten voortkwam dat voldeed aan de taal- en gendervereisten. Daarom bent u op een ad-interimoplossing teruggevallen in de vorm van de aanstelling van twee van de drie directeuren voor de duur van één jaar. De heer Fernandez en de heer Wauthier, wiens namen ik mag noemen, aangezien dat publieke informatie is, hebben ons een eerste uitleg gegeven over Hedera.
Er is natuurlijk meer aan de hand, want er moeten ook een technisch comité en een investeringscomité worden opgericht met telkens maximaal drie onafhankelijke deskundigen. Vóór 15 oktober van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop ze betrekking hebben, legt het directiecomité de ontwerpbegroting en het plan met het beleid van de organisatie ter goedkeuring voor aan de Kamer van Volksvertegenwoordigers, dus aan onze commissie voor Energie.
Uit een eerste contact met de tijdelijk voorzitter en de tijdelijk directeur van de financiële directie blijkt dat u een dossier werd bezorgd om Hedera bestuurlijk verder te operationaliseren.
Mijnheer de minister, kunt u bevestigen dat dat dossier u werd bezorgd?
Wanneer worden de verschillende directiefuncties volledig ingevuld en definitief benoemd, en kan er dus een einde worden gemaakt aan de ad-interimoplossing?
Wanneer worden de technisch deskundigen voor het voor de werking van Hedera cruciale investeringscomité en het technisch comité aangeduid?
Bert Wollants:
Mijnheer de minister, uit de hoorzitting met Hedera bleek dat we in het eerste jaar van de cyclus rond de opvolging van investeringen met betrekking tot de bijna 16 miljard euro aan middelen een bijzondere situatie hebben. Zo wordt het strategisch plan samen met de begroting aan het Parlement voorgelegd, maar het is verre van duidelijk wat de investeringsstrategie zal zijn. Daarbij speelt mee dat Hedera voorlopig geen investeringscomité heeft samengesteld, terwijl het Parlement wel uitspraken zal moeten doen over een strategisch plan op dat vlak. Dat is een bijzondere situatie die als beleidsmaker niet geweldig comfortabel aanvoelt.
Tegelijkertijd bleek uit verschillende uitwisselingen in de commissie voor Energie dat het vandaag ook niet duidelijk is of er een ethisch kader is opgesteld en uitgewerkt voor die investeringsstrategie. De wet-Hedera bevat weliswaar enkele aanknopingspunten, maar die lijken te beperkt om van een echte positiebepaling te kunnen spreken, zeker aangezien het nuttig kan zijn om ook de wet in dit kader tegen het licht te houden, bijvoorbeeld wanneer het gaat over investeringen in defensie.
Hoe ziet u het samenlopen van het ontbreken van het investeringscomité met het opstellen en aannemen van een strategisch plan? Bent u van mening dat er nood is aan een ethisch kader voor beslissingen over die investeringsstrategie? Is er nood om de wet-Hedera opnieuw tegen het licht te houden in dat kader? Welke tijdlijn zou u hiervoor willen hanteren?
Mathieu Bihet:
C’est la réponse sur la fixation des prix qui a eu raison de certains membres de l’Assemblée.
Comme la fois précédente, il y avait d’autres personnes inscrites. Nous avons préparé une réponse dans les deux langues. Je vais évidemment vous répondre de manière complète.
De verschillende vragen hebben betrekking op meerdere aspecten van Hedera. Ik begin met het eerste aspect: de operationele werking en de benoemingen. Ik ben in de eerste plaats tevreden dat Hedera, dankzij mijn inspanningen, nu operationeel is, waardoor vooruitgang kan worden geboekt bij de uitvoering van de Fenix-overeenkomst.
Wat de benoemingen betreft, heb ik op 29 augustus jongstleden een dossier van Hedera ontvangen met betrekking tot de onafhankelijke experten en de regeringsvertegenwoordigers. In dat dossier werd aangegeven dat de Hederawet van 26 april 2024 bepaalt dat de Koning tot drie onafhankelijke experten benoemt in het investeringscomité en het technisch comité. Daarnaast worden twee regeringsvertegenwoordigers aangewezen om toezicht te houden op de opdrachten inzake de scenario’s en plannen voor het afvalbeheer die aan Hedera zijn overgedragen, voornamelijk op technisch vlak. De wet bepaalt eveneens dat deze adviescomités op eigen initiatief of op verzoek van het directiecomité adviezen uitbrengen over de opdrachten van Hedera.
Het investeringscomité bestaat reeds uit de voorzitter van de FOD Economie, een vertegenwoordiger van het Agentschap van de Schuld, een vertegenwoordiger van de FPIM en de bevoegde directeur. Dit comité kan volgens bovengenoemde wet worden aangevuld met drie onafhankelijke experten. Tot slot bepaalt de wet dat het technisch comité, naast de bevoegde directeur, reeds het DG Energie, de NIRAS en het FANC omvat en kan worden aangevuld met drie onafhankelijke experten.
Hedera benadrukt het belang van de benoeming van deze onafhankelijke deskundigen om de operationalisering van het bestuur van Hedera mogelijk te maken. In zijn dossier gaf Hedera aan een gespecialiseerd bureau te hebben gemandateerd om op onafhankelijke wijze een lijst met potentiële kandidaten op te stellen.
Hedera me soulignait, enfin, que le Roi devait également nommer deux représentants du gouvernement pour assumer le contrôle sur les missions relatives aux scénarios et plans de gestion des déchets dont la responsabilité était transférée à Hedera, donc essentiellement sur la partie technique et non sur la partie investissements. Ce dossier a été analysé par mon cabinet et nous avons rencontré le président d'Hedera la semaine dernière pour bien comprendre la mission de ces experts, ainsi que pour identifier les caractéristiques et les compétences prioritaires souhaitées par Hedera pour ces experts indépendants au regard des défis des premières années de la phase d'opérationnalisation d'Hedera, pour identifier et sélectionner les profils les plus adaptés et pour déterminer les modalités pratiques comme la durée de mandat, les compétences relatives à la rémunération etc.
Lors de cette réunion, le président d'Hedera a confirmé que le comité d'investissements était déjà opérationnel mais qu'il était important de l'étoffer d'experts incontestés en matière de gestion d'actifs, comme prévu par la loi d'ailleurs. Cela confirme les propos que son président avait tenus dans la commission de l'Énergie le 16 septembre dernier. Il disait: "À ce jour, nous avons un comité d'investissements qui se réunit valablement, et qui est principalement constitué de représentants des entités fédérales. Cela étant, sans pour autant remettre en cause la qualité des représentants de l'État au sein de ce comité d'investissements, il est pour nous, comme comité de direction, capital de nous entourer d'experts incontestés en matière de gestion d'actifs en Belgique, comme le prévoit d'ailleurs la loi."
Op basis hiervan zullen twee ontwerpen van koninklijk besluit worden voorbereid door de administratie en zal er een voorbereidende IKW worden georganiseerd over de algemene structuur. Vervolgens zal ik de vermelde ontwerpen van koninklijk besluit voorleggen aan de ministerraad, met het oog op zowel de benoeming van onafhankelijke deskundigen als de regeringsvertegenwoordigers.
Ten tweede is er het kader van de investeringsstrategie.
La loi fixe déjà des cadres d'exclusion – les armes, les munitions, l'alcool fort, le tabac, l'industrie pornographique, les psychotropes récréatifs, etc. – ainsi que des priorités en matière de rendement. J'ai pris connaissance de la proposition N-VA signée par de heer Wollants relative à la modification du cadre actuel.
En ce qui me concerne, je rappelle que Hedera est placée sous le contrôle de la loi et du Parlement. Le premier principe éthique qui doit être apprécié au regard de sa mission première est de s'assurer que les moyens existent et qu'ils soient suffisants et disponibles le jour où ils seront nécessaires, sans reporter la charge du passif nucléaire actuel sur le budget de l' État et donc sur le contribuable présent et à venir. Cela implique des rendements suffisants et orientés long terme ainsi qu'une gestion prudente des risques. Dans tous les cas, les moyens prévus pour la gestion des déchets des centrales nucléaires doivent rester affectés à cet effet. Ces conditions figurent, du reste, à l'article 27 de la loi Hedera que j'ai mentionnée précédemment.
Ten derde, de institutionele evolutie van Hedera. Hedera werd door de vorige regering in het kader van de Phoenixdeal opgericht, met het oog op de externalisering van het deel van de nucleaire provisies, met name die met betrekking tot radioactief afval en bestraalde splijtstof, die voordien bij Electrabel en Synatom waren geïnternaliseerd.
La partie versée au fonds à long terme (FLT) de l’ONDRAF était, quant à elle, déjà externalisée. À cette externalisation des provisions hors du giron de l'exploitation des centrales, s'est également associé un transfert de responsabilités financières de l'État. Certaines superpositions existent actuellement entre Hedera, l’ONDRAF, la Commission des provisions nucléaires (CPN) et Agence fédérale de contrôle nucléaire (AFCN), ce qui justifie de clarifier les rôles et d'éviter les situations de conflit d'intérêt ou d'angle mort.
J’en viens à vos questions relatives au montant payé pour les coûts liés au cap et à la transparence.
D’une part, pour le closing , les factures payées à l’ONDRAF entre le 31 décembre 2022 et le closing par Electrabel et Synatom, venaient en déduction du cap, conformément à la méthodologie décrite dans la lettre du 24 octobre 2024 entre les producteurs et le précédent gouvernement. Ces factures ont été établies dans le cadre contractuel entre l’ONDRAF et les producteurs de déchets Electrabel-Synatom qui existait à l'époque et dans le cadre de gouvernance de l’ONDRAF et d’Hedera, qui n'existait pas encore lors de ce paiement. D'autre part, après le closing , Hedera est désormais responsable des paiements à l’ONDRAF, sur la base d'un plan quinquennal transmis par l’ONDRAF. Il faut noter que depuis le closing et avant qu’Hedera n'existe, l’ONDRAF a transmis un premier plan quinquennal préliminaire établi sur les hypothèses connues à ce moment-là, de telle manière à ce que le mécanisme prévu dans la loi puisse immédiatement débuter.
Kurt Ravyts:
Dank u, mijnheer de minister, voor uw preciseringen over Hedera. Het was een zeer lang antwoord, dus ik zal het zeker nog eens moeten doornemen.
Ik heb begrepen dat er twee ontwerpen van koninklijk besluit zullen worden opgesteld. Ik had ook begrepen dat het investeringscomité deels al operationeel is. Dat kan niet anders, gezien een aantal betalingen aan NIRAS en dergelijke. Ik denk dat die experts best zo snel mogelijk worden aangesteld.
Bert Wollants:
Dank u, mijnheer de minister. We moeten de kwestie goed bekijken, want het investeringscomité is wel actief, maar niet in de samenstelling zoals oorspronkelijk voorzien. Dat bemoeilijkt de zaken en het we moeten goed bekijken hoe we dat gaan organiseren. Ik ben het ermee eens dat volgende doelstelling altijd bovenaan moet staan: ervoor zorgen dat er voldoende middelen zijn om de verplichtingen na te komen in het kader van de nucleaire deal en er tevens voor zorgen dat die centen er ook zijn wanneer ze nodig zijn. De investeringsstrategie is cruciaal om de richting te bepalen. Daarom heb ik mijn voorstel op die manier geformuleerd. Bij wet gaan wij niet bepalen dat die middelen in defensie moeten worden geïnvesteerd, maar als evenwel blijkt dat dat een interessante investering is die leidt tot de nodige inkomsten, mogelijk zelfs meer dan het huidige kader zoals de vorige minister dat heeft vormgegeven, dan moeten we daar grondig over nadenken en belemmeringen wegnemen. Dan zijn we beter voorbereid om de kosten te dekken wanneer de middelen noodzakelijk zijn. Ik zal ook uw antwoord nog eens doornemen om te zien hoe we in de toekomst met die kwesties moeten omgaan, want er zit veel inhoud in uw uitleg.
Het bestuur en de opstart van BE-WATT
De stand van zaken betreffende BE-WATT
Bekijk antwoord
Mathieu Bihet:
Pouvez-vous me confirmer que la question jointe de Mme Meunier est transformée en question écrite?
(Oui)
Luc Frank:
Monsieur le ministre, BE-WATT est un outil essentiel dans le cadre de la prolongation des centrales de Doel 4 et de Tihange 3. En effet, c'est via BE-WATT que transiteront presque tous les flux financiers liés à l'accord sur la prolongation du nucléaire.
Mes questions à ce sujet sont très simples. Premièrement, où en est le processus de nomination au sein de BE-WATT? Deuxièmement, si des retards interviennent dans ce processus de nomination, auront-ils un impact sur la prolongation de Doel 4 et de Tihange 3?
Mathieu Bihet:
À question courte, réponse courte, monsieur Franck. Actuellement, les moyens n'ont pas été dégagés pour financer les frais de personnel ou de fonctionnement de BE-WATT. Ce service administratif doté d'une autonomie comptable ne dispose ni de directeur général, ni de responsable financier, ni de comptable.
La mise en œuvre opérationnelle de BE-WATT est un point sur lequel le gouvernement se prononcera dans le cadre de l'élaboration de son budget également. Des réunions à ce sujet auront lieu encore cette semaine. Le rôle de BE-WATT est actuellement assuré par l'administration et le ministre de l' É nergie, comme prévu par les accords en l'attente de BE-WATT.
Cet état de fait, pour répondre à votre dernière question, n'a pas retardé le processus de prolongation de Doel 4 et de Tihange 3. Il n'y a donc pas de problème de ce côté-là.
Luc Frank:
Alles in Ordnung. Vielen Dank für Ihre Antwort .
De verlenging van de levensduur van Doel 4 en Tihange 3 met 20 jaar
De rol van EDF in het eigenaarschap en de uitbating van nucleaire productie-eenheden in België
De onderhandelingen met EDF over de kerncentrales
Gesteld door
PS
Marie Meunier
VB
Kurt Ravyts
Vooruit
Oskar Seuntjens
Aan
Mathieu Bihet (Minister van Energie)
Bekijk antwoord
Kurt Ravyts:
Mijnheer de minister, uw antwoord zal wellicht ook weer heel kort zijn. Dat begrijp ik wel. Als we de pers mogen geloven, zou er een package deal met EDF de maak zijn waarbij de Fransen niet alleen Tihange 1 maar ook het resterende nucleaire park in België volledig zouden overnemen. Weer anderen spreken dat in de media tegen, aangezien EDF volgens Franse instanties heel veel schulden heeft en zo’n aankoop niet aan zou kunnen.
Los van het concrete dossier, hoe ziet de MR het eigenaarschap van de kerncentrales? Is het uw mening dat de Phoenixdeal, die u van een vorige regering hebt geërfd, misschien voor u niet de ideale constellatie is? EDF is een staatsbedrijf, wat een ander verhaal is. Wilt u dat anderen dan de Belgische overheid eigenaar worden van het nucleaire park, bestaande en toekomstige centrales inbegrepen, en dat de exploitatie dus uiteraard niet voor de Belgische Staat is? Is dat al dan niet uw ideale model?
Daarover zouden wij heel graag duidelijkheid krijgen. Stel immers dat de pers gelijk heeft en dat EDF ter zake een rol zou spelen, dan zouden we ons uiteraard in een heel ander scenario bevinden dan met de vivaldiregering.
Oskar Seuntjens:
Door het feit dat u moest lachen bij het begin van de vraag, mijnheer de minister, kan ik al raden wat uw antwoord zal zijn. Ik heb eigenlijk niet veel toe te voegen aan wat de vorige spreker gevraagd heeft.
Er zijn berichten verschenen in de media dat er meerdere kerncentrales overgenomen zouden worden. Ik heb de volgende praktische vragen. Is er onderhandeld? Hoe vaak was ENGIE daarbij betrokken? Wat is de impact op de Phoenixdeal? Speelt BeNuc een rol in het verhaal?
Wat is – dit is de kernvraag - de waarachtigheid van de persberichten?
Voorzitter:
Mijnheer de minister, kunnen we de pers nog geloven of niet?
Mathieu Bihet:
U verwijst naar verklaringen in de pers, onder meer toegeschreven aan de CEO van ENGIE, betreffende een mogelijke levensduurverlenging met 20 jaar van Doel 4 en Tihange 3. U verwijst ook naar een uitspraak van de directeur van EDF waarin interesse voor Doel 4 en Tihange 3 werd vermeld.
Ik herinner er vooreerst aan dat het regeerakkoord van 3 februari 2025 een duidelijk traject vastlegt: het verzekeren van een nucleaire capaciteit van ongeveer 4 gigawatt in onze elektriciteitsmix, in overeenstemming met de wet van 17 mei 2025, die een einde maakt aan het algemeen verbod op de exploitatie van nieuwe nucleaire capaciteit of bestaande nucleaire centrales.
Mijnheer Ravyts, ik waardeer uw verwijzing naar het belang van Belgische verankering, in het bijzonder in handen van de Belgische Staat. Bij de ontwikkeling van kernenergie lijkt ons het behoud van een Belgische verankering met het oog op de compensaties noodzakelijk.
En matière de recherche et de développement, je pense, par exemple, au SCK CEN et à son projet de SMR-LFR et au consortium Eagles. Dans nos compétences en matière d'ingénierie et d'exploitation, nos talents ne sont plus à négliger. Enfin, l'énergie nucléaire, ce n'est pas que des centrales ou des réacteurs, mais cela recouvre également tout le cycle du combustible nucléaire, tant l'approvisionnement en matière en amont que la gestion du combustible usé en aval, là où nous avons aussi conservé du know-how .
De centrale elementen blijven de bevoorradingszekerheid van het land, wat een uitdaging zal vormen voor de komende 25 jaar in het licht van de jongste studie van het Planbureau, de bijdrage van kernenergie aan onze klimaatdoelstellingen, de herindustrialisatie, de werkgelegenheid en het behoud van de competitiviteit van de ondernemingen en van de koopkracht van de huishoudens. De federale regering neemt hierin haar verantwoordelijkheid volledig op. We gaan stap voor stap vooruit en zullen onze verbintenissen waarmaken.
Vous l’aurez compris, tant sur ce sujet que sur le précédent, et au regard des discussions que nous menons actuellement, nous souhaitons leur laisser toutes les chances d’aboutir. C’est pourquoi nous évitons les commentaires surabondants et parfois inutiles, d’une part, concernant les fuites parues dans la presse à propos d’entreprises cotées ou non cotées et, d'autre part, par rapport à des stratégies industrielles qu’elles pourraient développer. Il s’agit de propos qui engagent directement l’entreprise cotée ainsi que le directeur d’EDF. Nous ne les commenterons donc pas.
Comme je l’ai déjà indiqué – et comme je l’ai répété à de nombreux journalistes –, des discussions sont en cours. Nous ne commenterons pas leur contenu, mais je me suis permis de vous rappeler ces quelques éléments tout de même.
Voorzitter:
Mijnheer Ravyts, ik onthoud dat discretie de moeder van de vooruitgang is, maar misschien denkt u er anders over.
Kurt Ravyts:
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, ik denk daar niet anders over, maar los van wat er in de pers is verschenen, als het de arizonaregering menens is met een nucleaire renaissance en het aantrekken van nieuwe industriële projecten op het vlak van kernenergie, dan is de vraag pertinent of de overheid nog geïnteresseerd is om gedeeltelijk ook in het eigenaarschap te stappen. In sommige landen is dat het geval, kijk maar naar onze zuiderburen, om nog maar te zwijgen van bijvoorbeeld pensioenspaarfondsen. Dus zo denkbeeldig is zo’n maatregel niet. Dat is geen sciencefiction. Ik kan natuurlijk al vermoeden welke richting de regering zal uitgaan. Daarover kan in de plenaire vergadering nog worden gediscussieerd.
De studie van het Federaal Planbureau om tegen 2050 klimaatneutraliteit te bereiken
Het rapport van het Federaal Planbureau
De studie van het Federaal Planbureau
De studie van het Federaal Planbureau over de stroomvoorziening
Gesteld door
VB
Kurt Ravyts
MR
Anthony Dufrane
Vooruit
Oskar Seuntjens
DéFI
François De Smet
Aan
Mathieu Bihet (Minister van Energie)
Bekijk antwoord
Kurt Ravyts:
De drie scenario’s van het Federaal Planbureau hoef ik hier niet allemaal meer op te sommen. In het derde scenario worden de nucleaire en offshore capaciteit bepaald door kostenoptimalisatie: een maximale capaciteit van 8 GW kernenergie en 8 GW offshorewind wordt volledig geïnstalleerd tegen 2050. De kostenoptimale mix zou dus gediversifieerd zijn. Dat is in overeenstemming met het regeerakkoord en lijkt mij eigenlijk een open deur intrappen.
Er wordt gesteld dat de gemiddelde kosten het laagst zijn in het scenario met ruimte voor nieuwe kernreactoren, namelijk ongeveer 115 euro per MWh. Daarbij is echter geen rekening gehouden met de bergings- en ontmantelingskosten. De resultaten hangen sterk af van aannames over de kosten van kapitaalintensieve technologieën. Nucleaire energie hoort daar uiteraard ook bij.
De studie bevestigt in ieder geval dat het onmogelijk is onze volledige stroomvraag te dekken met uitsluitend eigen hernieuwbare energie. Honderd procent hernieuwbare energie in 2050 – het zogenaamde Rijk Gods – is dus een utopie. De keuze tussen stroomimport en nieuwe nucleaire capaciteit wordt daarmee op scherp gesteld.
U kunt natuurlijk raden, mijnheer de minister, wat onze partij daarover zegt. Wij zijn realisten. Import zal er altijd zijn, maar we hopen dat die tot een minimum beperkt kan blijven. Afhankelijkheid zal er in elk scenario bestaan – bijvoorbeeld inzake uranium als brandstof. Ook bij hernieuwbare energie is er afhankelijkheid, onder meer van landen zoals China.
Hoe reageert de minister op die studie? Welke conclusies trekt hij hieruit voor het federale energiebeleid van deze regering? Zal de in oprichting zijnde Hoge Raad voor de Energiebevoorrading verschillende scenario’s tegelijk voorbereiden, zoals sommige experten in hun reactie op dit onderzoek naar voren schuiven?
Anthony Dufrane:
Monsieur le ministre, le Bureau fédéral du Plan a récemment publié une étude qui trace plusieurs scénarios pour l'approvisionnement énergétique de la Belgique à l'horizon 2050. Dans son scénario le plus optimisé, il estime que le développement combiné de l'éolien en mer et du nucléaire permettrait de répondre à une demande électrique qui pourrait plus que doubler, tout en réduisant drastiquement les importations et les coûts pour les ménages et les entreprises.
Ce scénario préconise la construction de 8 gigawatts de nouvelles centrales nucléaires, soit l'équivalent de huit grands réacteurs comme Doel 4. Les experts rappellent que ce mix serait le moins coûteux pour la collectivité et offrirait une plus grande sécurité d'approvisionnement, contrairement aux scénarios sans nucléaire, qui entraîneraient une dépendance accrue vis-à-vis de l'étranger et une facture bien plus élevée pour le consommateur.
Dans l'état actuel des relations internationales, il importe de pouvoir répondre de manière autarcique à une partie des besoins en électricité. Cependant, il convient également de s'assurer que les relations avec les pays fournissant du combustible nucléaire soient optimales.
Monsieur le ministre, comment analysez-vous le rapport du Bureau fédéral du Plan et ses conclusions favorables à un développement accru de l'énergie nucléaire? Confirmez-vous que, sans nouveaux réacteurs, la Belgique devra importer massivement de l'électricité d'ici 2050? Quelles mesures concrètes envisagez-vous pour planifier la construction de nouvelles centrales nucléaires? Comment garantir que ces investissements resteront compétitifs, tout en maîtrisant les coûts de construction? Pour conclure, dans quelle mesure la Belgique compte-t-elle se positionner en leader européen du nucléaire, en complément du développement de l'éolien offshore et du solaire, afin de concilier sécurité énergétique, durabilité et compétitivité économique?
Oskar Seuntjens:
Ik denk dat de studie heel wat waardevolle inzichten biedt waar we zeker over kunnen discussiëren, maar er zijn ook een aantal aannames gemaakt in de studie en ik heb vooral daar enkele vragen over.
Hoe evalueert u de aannames in de studie, specifiek wat betreft de kapitaalkosten voor nieuwe kerncentrales? Welke kostprijs per gigawatt hanteert de regering in haar eigen toekomstprojecties? Deelt u de analyse dat een sterke afhankelijkheid van import per definitie zal leiden tot significant hogere energiekosten, of ziet u ook een potentieel voor goedkope import van overschatten van hernieuwbare energie? Hoe garandeert de regering dat de volledige levenscycluskosten van energietechnologieën, inclusief de maatschappelijke kosten voor de berging van nucleair afval, correct en transparant zullen worden meegewogen in haar beslissingen? Welke concrete stappen onderneemt u om ervoor te zorgen dat de toekomstige energiemix de juiste richting uitgaat en de koopkracht van de burgers maximaal beschermt? Ik heb het debat over de Hoge Raad voor Energiebevoorrading daarnet helaas niet kunnen bijwonen, maar ik vermoed dat een deel van het antwoord daar gegeven werd.
Mathieu Bihet:
Monsieur Dufrane, bienvenue dans notre commission pour cette première question qui n'est pas dénuée d'intérêt. J'avais aussi la réponse à la question de M. De Smet mais il n'est pas là. Évidemment, j'accueille positivement les travaux réalisés par le Bureau fédéral du Plan sur la question du futur mix énergétique, et du mix électrique plus particulièrement.
Quelques points m'interpellent par ailleurs et nécessiteront des entretiens plus approfondis avec le Bureau fédéral du Plan, notamment pour éclairer le niveau de demande considérée de 202 térawattsheures, un niveau supérieur à celui communiqué par Elia dans son étude blueprin t. Il en confirme néanmoins la tendance. Ils seront nécessaires aussi pour préciser le lieu d'installation du potentiel envisagé de 8 gigawatts d'éolien offshore, pour expliciter les interconnexions offshore considérées dans le scénario RES, à savoir un potentiel de 17,4 gigawatts au regard de la longueur actuelle des projets de développement, processus d'autorisation, processus de financement et processus de construction effective, dont nous avons déjà parlé tout à l'heure. Ils serviront aussi à donner des détails sur les périodes de construction envisagées, sur le coût de la dette éventuelle considérée et l'évolution du coût au fil des années. Enfin, il conviendra de présenter les niveaux de potentiel des batteries et de DSM considérés et les coûts associés.
Desondanks kunnen een aantal zaken in overweging worden genomen voor het federaal beleid. Volgens het onderzoek van het FPB leidt het bouwen van nieuwe capaciteiten en het uitsluitend vertrouwen op de verhoging van de import tot de hoogste systeemkosten en het verlies van soevereiniteit en energieautonomie. Zonder nieuwe capaciteiten, naast de projecten waartoe reeds besloten is, is het meer waarschijnlijk dat, zoals zowel de studie van Elia als die van het FPB aantonen, de beschikbare capaciteit onvoldoende zal zijn om de toekomstige behoeften te dekken die voortvloeien uit de toenemende elektrificatie van het gebruik, in samenhang met de decarbonisatie die als onderdeel van de energietransitie wordt verwacht.
Deze situatie zal leiden tot een structurele afhankelijkheid van de invoer van elektriciteit, met name uit landen met een sterk potentieel van hernieuwbare energie.
Il est utile d'estimer avec davantage de précision le coût futur des technologies. Plus spécifiquement pour les coûts d'investissement dans la capacité nucléaire, les hypothèses du Bureau fédéral du Plan concernant le coût du nucléaire correspondent aux estimations des futurs EPR2 ( evolutionary power reactor) en France, c'est-à-dire aux alentours de 7 500 euros par kilowatt. Cette estimation est plus élevée que, par exemple, le World Energy Outlook qui donne des estimations de 5 100 dollars en 2030 et de 4 500 dollars en 2050 par kilowatt pour l'Union européenne.
L'autre hypothèse importante prise par le Bureau fédéral du Plan est le coût moyen pondéré du capital qui est de 7,5 %, ce qui est assez élevé, surtout si des interventions publiques doivent être mises en place pour le financement ou la réalisation de tels projets.
Andere studies zullen ongetwijfeld de tendens van de studie van het Planbureau bevestigen.
En référence à la question concernant le Haut Conseil, évoqué plus tôt, je tiens à souligner que je ne souhaite pas préjuger des activités et des scénarios que le Haut Conseil viendrait à prendre, entreprendre et réaliser dans l'objectif d'indépendance que j'ai rappelé déjà à l'occasion d'autres questions.
Kurt Ravyts:
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw preciseringen en commentaren bij deze studie. U zei in het begin van uw antwoord dat u een aantal zaken verder wilt bespreken met het Planbureau. Ik zal uw antwoord aandachtig nalezen.
Anthony Dufrane:
Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre mot de bienvenue, et surtout je vous remercie pour la qualité de vos réponses.
Aujourd'hui, la fermeture d’un réacteur à Tihange fait l’actualité. Cela nous rappelle à quel point l’énergie est importante.
Je n’ai aucun doute concernant vos choix. Je sais que vous allez œuvrer pour développer un mix énergétique. Le nucléaire représente une sécurité et une souveraineté énergétique à côté de laquelle nous ne pouvons pas passer pour nos concitoyens, tant en termes de qualité de service que de coût pour ces derniers.
Oskar Seuntjens:
Dank u voor uw technische antwoord, mijnheer de minister. Ik zal uw antwoord nog eens herbeluisteren om ermee aan de slag te kunnen. Ik doe nog een oproep voor een holistische aanpak waarbij alle factoren in aanmerking worden genomen, zoals goede beleidsmakers doen of zoals dat van hen wordt verwacht.
De daling van de olie- en gasprijzen
De rationalisering van ons energieverbruik
Gesteld door
Vooruit
Oskar Seuntjens
Les Engagés
Marc Lejeune
Aan
Mathieu Bihet (Minister van Energie)
Bekijk antwoord
Oskar Seuntjens:
Mijnheer de minister, onlangs las ik voor de verandering nog eens positief nieuws in de kranten, want er wordt een daling van de olie- en gasprijzen verwacht. Dat schrijft het IEA, het Internationaal Energieagentschap. Ik dacht eerst dat de prijsdaling te wijten was aan een schitterende maatregel die u had genomen, maar experten verduidelijkten meteen dat de daling het gevolg is van een aantal geopolitieke en internationale spelletjes. Dat is misschien niet het juiste woord, maar de prijsdaling zou het gevolg zijn van een aantal strategische beslissingen in de wereldpolitiek en de energiepolitiek.
De experten wezen echter meteen ook op het risico, want die prijsdaling kan ons verblinden voor nog steeds bestaande gevaren. We zijn immers nog altijd afhankelijk van fossiele brandstoffen. Net vanwege dat altijd bestaand risico, moeten we daaraan verder werken. U knikt, dus u bent het met mij eens. Dat is geweldig.
Mijnheer de minister, hoe analyseert en evalueert u de voorspelde daling van de energieprijzen? Erkent u dat, zonder bijkomende maatregelen, deze periode misschien een vals gevoel van zekerheid creëert? Volgens experten is die prijsdaling immers toch maar tijdelijk. Tot slot, welke strategie – u hebt daarop daarnet al gedeeltelijk geantwoord – zal de regering volgen om zo snel mogelijk komaf te maken met fossiele brandstoffen?
Mathieu Bihet:
Mijnheer Seuntjens, ik vestig de aandacht van de commissie op het feit dat rationeel energiegebruik bijna volledig een gewestelijke bevoegdheid is. Het zijn immers de gewesten die beschikken over de bevoegdheden inzake onderzoek en innovatie, renovatie van gebouwen, energie-efficiëntie in transport en industrie.
De wereldwijde energievraag vertoont al geruime tijd een stijgende trend en dat in alle modellen van internationale instellingen. Het kernpunt om te onthouden is dat de meeste landen nog in ontwikkeling zijn en dat die ontwikkeling een enorme energieconsumptie met zich meebrengt. De uitdaging is om die stijging op te vangen met een maximaal aandeel koolstofarme energie, zodat we binnen de krijtlijnen van het klimaatakkoord van Parijs blijven.
(…) merken we dat het grootste deel van onze energiemix nog steeds op olie en gas is gebaseerd. Daarom geeft de regering de voorkeur aan een energiebeleid dat steunt op een maximaal aandeel koolstofarme energie, terwijl we tegelijk de optimalisatie van het energiesysteem vergroten, onder meer via de optimalisatie van het energieverbruik en het net.
We zijn niet immuun voor gebeurtenissen of verstoringen die de prijs van aardgas beïnvloeden. Er bestaan echter instrumenten waarmee ons gassysteem de gevolgen van deze verstoringen kan beperken.
M. Lejeune m'avait aussi posé une question, même s'il n'est plus là.
À l'échelle mondiale, les nouvelles capacités de production GNL contribuent à la diminution attendue du prix du gaz et améliorent les alternatives en cas d'interruption d'une source d'approvisionnement. Au plan national, le prix des produits pétroliers est régulé par un système de prix maximum, fixé dans un contrat-programme entre l' É tat belge et la Fédération Energia. Ce dispositif tient compte des fluctuations des prix des produits sur les marchés internationaux et permet donc d'atténuer les effets d'une hausse brutale des prix sur ces derniers. Le marché du gaz naturel étant libéralisé, ce sont des acteurs privés du marché qui développent leur propre stratégie d'approvisionnement, y compris la conclusion de contrats à long ou court terme.
Wat de bevoorradingszekerheid en prijsstabiliteit betreft, hebben langetermijncontracten in feite een positief effect omdat ze het mogelijk maken afstand te nemen van de groothandelsmarkt die onderhevig is aan dagelijkse schommelingen van beschikbare volumes en prijzen. Er dient in dezen een optimum te worden gevonden.
Enfin, à notre niveau et malgré les leviers institutionnels très réduits dont nous disposons, nous avons déjà pris des mesures afin de favoriser l'efficacité énergétique.
Par exemple, les mesures fiscales visant à augmenter la TVA sur le charbon et diminuer celle sur les pompes à chaleur vont dans le sens de la transition énergétique. Nous continuons en ce sens, en veillant à ne pas entamer la compétitivité des entreprises ni le pouvoir d'achat des ménages. Un autre exemple, encore: dans le cadre du CRM, des technologies plus efficientes sont contractées plutôt que des vieilles technologies avec un mauvais rendement énergétique.
Oskar Seuntjens:
Mijnheer de minister, aanvankelijk vreesde ik dat u alleen naar een andere bevoegdheid zou verwijzen, maar ik bedank u voor uw omstandig antwoord.
Het sociaal tarief
De hervorming van het sociaal energietarief
De stand van zaken met betrekking tot de hervorming van het sociaal tarief
Gesteld door
Vooruit
Oskar Seuntjens
PVDA-PTB
Roberto D'Amico
N-VA
Bert Wollants
Aan
Mathieu Bihet (Minister van Energie)
Bekijk antwoord
Oskar Seuntjens:
Mijnheer de minister, op 24 april keurde de Kamer een resolutie goed die pleit voor een hervorming van het sociaal energietarief. De kern van de vraag is eenvoudig: het tarief moet rechtvaardiger worden. Daarbij moet men niet alleen naar het statuut kijken, maar effectief naar het inkomen van iemand, ongeacht of dat voortkomt uit loon of uit vermogen.
Meneer de minister, hoe ver staat het met de voorbereidingen van die hervorming? Wat is er gebeurd sinds de goedkeuring van de resolutie? Kunt u bevestigen dat de vooropgestelde timing van 1 januari 2026 nog altijd haalbaar is?
Roberto D'Amico:
Monsieur le ministre, dans l'accord de gouvernement, vous indiquez vouloir mettre en place une reforme budgétairement neutre du tarif social de l'énergie. Vous indiquez aussi vouloir remplacer ce tarif régulé par une prime forfaitaire qui serait basée sur les revenus et non sur le statut. Il faut préciser que ce n'est pas parce que la réforme est neutre pour le budget de l'État qu'elle le sera pour celui des familles en risque de précarité énergétique, à savoir plus d'une famille sur cinq actuellement en Belgique.
Nous sommes favorables au fait que le tarif social soit octroyé sur base d'un revenu, et pas seulement sur base du statut. Toutefois, si une réforme du tarif social revient à exclure une part des bénéficiaires actuels, il s'agirait clairement d'un recul social. Par ailleurs, cela ne règlerait rien au fait que l'énergie reste chère pour l'ensemble de la population et n'assurerait pas non plus l'avenir de notre industrie en Belgique.
Monsieur le ministre, avez-vous avancé dans votre projet de réforme du tarif social? À quelle échéance envisagez-vous de déposer un projet de loi? Confirmez-vous vouloir remplacer le tarif régulé par une prime forfaitaire malgré les critiques émises par la Commission de Régulation de l’Électricité et du Gaz (CREG)? Confirmez-vous que vous souhaitez remplacer le tarif social par un tarif qui serait basé sur les revenus et non pas sur le statut? Dans le cas d'un nouveau tarif social basé sur le revenu, quel serait le niveau de revenu pris en compte pour y avoir accès?
Bert Wollants:
Mijnheer de minister, er zijn al veel zaken gezegd. Er is een resolutie van de Kamer die een aantal zaken vraagt: een hervorming die budgetneutraal is, die technologieneutraal is en die kijkt naar de tariefpremie in plaats van naar de huidige tarieven.
Enerzijds is er niet zoveel duidelijkheid of de timing wel gehaald wordt en anderzijds wordt er wel eens gezegd dat de bevoegdheidsverdeling maakt dat er beperkingen zijn die een impact kunnen hebben op de mogelijkheid die hervorming uit te voeren.
Mijn vragen zijn de volgende. Wat is de stand van zaken van de hervorming van het sociaal tarief? Hebt u er al met uw gewestelijke compagnons over gesproken?
Mathieu Bihet:
Op 24 april 2025 werd een resolutie aangenomen over de hervorming van het sociaal energietarief. Ze vraagt een hervorming voor te stellen aan de Kamer van volksvertegenwoordigers, met het oog op de uitvoering van de nieuwe maatregelen op 1 januari 2026.
Le même jour a été déposée la note de politique générale pour l’année 2025, qui ne reprend pas le délai du 1 er janvier 2026. Je m’en tiens donc pour le délai à la note de politique générale, qui a d’ailleurs été approuvée par cette noble commission.
Deze beleidsnota omvat de argumenten van de regering ter zake en wijst op het volgende.
"Nous examinons une réforme budgétairement neutre du tarif social de l'énergie et des interventions du Fonds Social Chauffage visant à établir une intervention forfaitaire plus transparente basée sur le revenu et le patrimoine, et technologiquement neutre. Cette réforme veillera à éviter des effets secondaires indésirables, notamment en ce qui concerne la distinction entre travailleurs et non-travailleurs."
Elle précise aussi que la réforme devra veiller à ce que les mesures soient adaptées aux besoins.
Dat betekent dat het bedrag van het forfait rekening zal moeten houden met de tarieven. De hervorming van de sociale tarieven vereist overleg, met name met organisaties voor consumentenbescherming, de vakbonden, de sociale diensten en het Sociaal Verwarmingsfonds, zoals vermeld in mijn antwoord op 1 juli op de vraag van de heer Wollants.
La Direction générale de l' é nergie qui gère le tarif social dit "classique", à savoir celui dont les personnes raccordées au réseau électrique et gaz bénéficient, a apporté ses réflexions. Je profite des questions qui me sont à nouveau posées pour corriger une erreur. Il s'agit de quelque chose qui a été mal dit, ou mal traduit lors de la commission du 1 er juillet. Le tarif social étant financé par les accises, ce dossier est lié au tax shift sur l'énergie. Pourquoi? Il est nécessaire de connaître de nombreux paramètres avant d'entamer une réforme, sinon celle-ci risque d'être injuste. La taxation de l'énergie est un élément. Le ministre des Finances doit encore mettre au point ce tax shift au profit de l'énergie décarbonée et au détriment de l'énergie plus carbonée. Dans le même temps, l'ETS2, le système d'échange de quotas d'émission qui entrera en vigueur en 2027, impactant les coûts de chauffage des bâtiments et le transport routier, est un élément à prendre en considération également. Son coût réel n'est pas encore fixé, mais les estimations indiquent que le prix du CO 2 pourrait atteindre 45 euros la tonne au lancement, au minimum. Cela se traduira par une hausse des prix des carburants et du gaz pour les ménages. Il ne convient pas de mettre en place une réforme du tarif social pour qu'ensuite les taxes environnementales viennent reprendre d'une main ce que l'on a donné de l'autre. Il faut chercher de la cohérence dans cette réforme.
In het kader van de energietransitie is het van belang het sociaal tarief voor energie te behouden.
Je le dis aussi en français: il est important de maintenir le tarif social de l'énergie. Il n'y a pas de doute là-dessus.
Wanneer de kwetsbare burgers op regionaal niveau geholpen kunnen worden de transitie te maken, van bijvoorbeeld mazout naar elektriciteit, en bij die omschakeling nadien kunnen genieten van het sociaal tarief voor dit product, dan gaan de federale en regionale maatregelen hand in hand. De hervorming moet holistisch aangepakt worden, pour reprendre les propos de M. Seuntjens.
Oskar Seuntjens:
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.
Wij zijn het volledig eens dat de zaak ernstig moet worden aangepakt. Ik hoor dat er nog een paar obstakels op de hervormingsweg liggen.
Wij moeten in ieder geval de mensen perspectief bieden, des te meer aangezien de koude wintermaanden stilaan dichterbij komen. Er is een sterk sociaal tarief, dat reeds werd hervormd door de vorige regering, van toepassing. De arizonaregering moet nu de volgende stap zetten om het systeem nog eerlijker te maken en ervoor te zorgen dat het sociaal tarief terechtkomt bij wie het echt nodig heeft. Daarbij moet worden gekeken naar het inkomen, ongeacht de bron. Dat doet er uiteindelijk niet toe. Het geld moet terechtkomen bij de meest kwetsbaren in onze samenleving.
Met de begrotingsbesprekingen in het achterhoofd, waarbij wij moeilijke maar moedige keuzes zullen moeten maken, is het ook heel erg belangrijk dat wij snel werk maken van een eerlijk sociaal energietarief, zodat de mensen zich de komende moeilijke en duurdere wintermaanden door de overheid gesteund weten. Ik doe een oproep om samen met alle partners, die er van ver of dichtbij bij betrokken zijn, er daadwerkelijk werk van te maken en de mensen perspectief op een eerlijke en betaalbare energiefactuur te geven.
Roberto D'Amico:
Monsieur le ministre, si je comprends bien, vous avez l'intention d'instaurer la taxe carbone avec l'ETS 2, de réformer les accises et, après seulement, de réformer le tarif social. Ce ne sera pas avant 2027 si c'est fait dans cet ordre-là. Le cd&v avait pourtant prévu tout cela pour janvier 2026!
Le prix de l'énergie reste trop élevé pour l'ensemble des travailleurs. La solution toute simple serait de bloquer les prix. Mais ça n'arrivera pas! Je crains que ce soit le plan de votre gouvernement. Il faudrait plutôt prévoir un contrôle et un blocage des prix pour garantir des prix accessibles à toutes les familles et garantir l'avenir de l'industrie.
Monsieur le président, j'avais quatre questions jointes au dernier point de notre ordre du jour. M. le Ministre m'a dit qu'elles étaient transmises au ministre Benders.
Mathieu Bihet:
Non, ce n'est pas exactement cela! Il m'a été confirmé que ces questions ne relevaient pas de mes compétences. Elles sont à l'ordre du jour car elles sont parvenues hier, juste avant l'échéance de 11 heures, mais trop tard pour être transférées.
Selon l'administration, ces question relèvent du ministre en charge de la Protection des consommateurs. Il faut donc les lui envoyer, ce qui n'a pu se faire parce que les questions sont arrivées juste avant l'échéance.
Roberto D'Amico:
Monsieur le ministre, il n'y a vraiment pas de souci Il faut que ce soit inscrit dans le rapport, tout simplement. Ainsi, on saura qu'elles pourront être transférées au ministre Beenders.
Mathieu Bihet:
Je suivrai la procédure pour confirmer qu'elles ne relèvent pas de mes compétences.
Les quatre réponses sont prêtes et je peux vous les transmettre par écrit, ce qui confirmera que ces questions ne doivent pas m'être adressées.
Bert Wollants:
Mijnheer de minister, de hervorming van het sociaal tarief wordt zo natuurlijk een zeer complexe aangelegenheid. Ik ben het met u eens dat de aangehaalde elementen een effect hebben en dat er moet worden bekeken op welke manier het sociaal tarief zijn plaats in het geheel heeft. Tegelijkertijd moeten we vaststellen dat het sociaal tarief zoals het vandaag bestaat, een rem is op de energietransitie en dat is geen goede zaak. Wie het sociaal tarief geniet en vervolgens de terugverdientijd van bepaalde energiebesparende maatregelen berekent, komt tot de vaststelling dat die terugverdientijden vaak zeer lang zijn. Ik kijk uit naar de werkzaamheden rond het sociaal tarief; ik vrees in ieder geval dat de weg langer is dan we denken.
Het intergouvernementele samenwerkingsakkoord over energie
Bekijk antwoord
Luc Frank:
Monsieur le ministre, l'accord de gouvernement a annoncé la conclusion d'un accord de coopération entre le fédéral et les Régions afin d'assurer une cohérence dans la stratégie énergétique et climatique de notre pays. Or, à ce jour, force est de constater que l'articulation entre les niveaux de pouvoir reste encore incertaine. La Wallonie avance avec son plan intervectoriel, la Flandre semble rester en retrait et le fédéral a adopté le Plan national Énergie-Climat (PNEC) en juin, sans attendre l’input de votre Haut Conseil. Ce manque de synchronisation fragilise à la fois notre crédibilité européenne et la lisibilité de la transition énergétique pour les citoyens comme pour les acteurs économiques.
Monsieur le ministre, comment le Haut Conseil pour l’approvisionnement énergétique s'associera-t-il à la préparation du prochain accord de coopération intergouvernemental, essentiel pour notre pays? Quelle a été votre action pour voir cet accord de coopération intergouvernemental concrétisé? Quel est l'état de la situation? Quelles compétences précises de votre département seront-elles mises à contribution pour assurer l'articulation entre le rapport attendu du Haut Conseil, les plans régionaux et la contribution du PNEC? Quel calendrier concret fixez-vous pour que le Haut Conseil puisse réellement influencer la stratégie énergétique fédérale plutôt que d'arriver une fois les décisions déjà prises? Quels sont les échéanciers prévus en la matière?
Mathieu Bihet:
Monsieur Frank, pour répondre à votre première question, suivant le calendrier de mise sur pied du Haut Conseil, ce dernier pourra remettre un avis et des recommandations sur les mesures à inclure dans l'accord de coopération.
Pour répondre à la deuxième, dès que le gouvernement bruxellois sera formé, les travaux relatifs à un pacte énergétique interfédéral et à l'accord de coopération correspondant débuteront. On ne peut conclure un accord avec un gouvernement qui, à ce stade-ci, n'a plus la légitimité démocratique d’un gouvernement de plein exercice.
Pour votre troisième question, mon administration développe à ce stade un projet d'étude prospective multivectorielle qui sera publiée prochainement. Cette étude, dont une première version est attendue début 2026, et ses mises à jour seront des contributions utiles pour le Haut Conseil. Elles nous aideront à définir la stratégie énergétique à long terme et à revoir au mieux les prochaines mises à jour du PNEC. Mon administration, et le Haut Conseil en particulier, m'aideront également dans les discussions utiles d'articulation des visions stratégiques des plans des Régions et le PNEC.
Enfin, sur la quatrième question relative au Haut Conseil, j’y ai répondu tout à l’heure. Je vous remercie.
Luc Frank:
Je suis content de la réponse. Nous attendons de voir. Merci.
De energienorm en de verlaging van de transmissienettarieven
De stand van zaken met betrekking tot de energienorm
De energienorm
Gesteld door
N-VA
Bert Wollants
Groen
Tinne Van der Straeten
Les Engagés
Luc Frank
Aan
Mathieu Bihet (Minister van Energie)
Bekijk antwoord
Bert Wollants:
Mijnheer de minister, er wordt al een geruime tijd gesproken over een potentiële verlaging van de transmissienettarieven om de competitiviteit van de energie-intensieve industrie te kunnen verzekeren, nadat de transmissienettarieven als gevolg van het beleid van de afgelopen jaren met 80 % stegen.
Tegelijkertijd bereiken signalen de markt dat de Europese Commissie daarvoor op de rem staat, onder andere omdat de vorige minister wel een amendement liet goedkeuren om de wet te wijzigen, maar totaal naliet om ook het nodige traject met de Europese Commissie op het vlak van staatssteun op te starten.
Het gevolg lijkt nu te zijn dat het zeer moeilijk is om een doorbraak te realiseren, omdat de Europese Commissie aanstoot neemt aan het feit dat men wel de wet heeft gewijzigd, maar niet heeft gevraagd om de kwestie van de staatssteun op te lossen.
Daar staat tegenover dat men ook naar andere methodieken zou kunnen kijken om de broodnodige verlaging van de energiekosten voor die doelgroep te realiseren, bijvoorbeeld het Clean Industrial Deal State Aid Framework. Andere suggesties die de ronde doen zijn het gebruik van accijnzen om dat doel te bereiken, al is dat voor de betrokken doelgroep wellicht onmogelijk, omdat zij al het minimum van de voor hen geldende accijnzen betalen.
Mijnheer de minister, het is dus dringend tijd om een stand van zaken op te maken. Ten eerste, wat is de stand van zaken van het project inzake de energienorm en de gesprekken daarover met de Europese Commissie? Ten tweede, klopt het dat er problemen zijn gerezen door de onoordeelkundige manier waarop de vorige regering in dat dossier te werk is gegaan? Ten derde, welke alternatieve pistes worden momenteel bewandeld? Wat zijn daarvan de krachtlijnen?
Luc Frank:
Monsieur le ministre, la compétitivité de l’industrie belge est aujourd’hui mise à mal par la flambée des tarifs de transition, qui ont presque doublé en un an, et par le fait que les prix de l’électricité en France restent nettement plus bas. Cette thématique est bien connue.
La CREG a d’ailleurs, dans un avis du 27 juin, rappelé l’urgence d’activer la norme énergétique, un mécanisme permettant de compenser partiellement les surcoûts pour les grands consommateurs industriels, à condition qu’ils s’engagent à réduire leurs émissions de CO ₂ . Un budget a m ê me é t é pr é vu et s'élève à 126 millions d ’ euros cette année, montant qui doit atteindre environ 165 millions d’euros d’ici 2029.
Pourtant, à ce jour, aucun arrêté royal n’a été pris pour rendre ce mécanisme effectif. Les fédérations patronales espéraient que cette mesure fasse partie des accords d’été du gouvernement, mais cela n’a pas été le cas. Vous avez indiqué avoir soumis le projet à la Commission européenne afin de sécuriser sa légalité. C'est une bonne chose car toute erreur pourrait, rappelons-le, exposer les entreprises à un risque de remboursement si l’aide était jugée incompatible avec les règles européennes.
Cependant, la Commission européenne a exprimé certaines réserves, notamment sur le fait que la compensation se ferait via le budget de l’État et non via la facture d’énergie, ce que le gouvernement voulait justement éviter pour ne pas faire peser ce coût sur les ménages et les PME.
Vous avez également mentionné que le nouveau cadre européen de juin dernier, qui autorise certaines formes de soutien aux industries fortement électro-intensives à condition qu’elles investissent dans la décarbonation, pourrait ouvrir une fenêtre d’opportunités. Mais, jusqu’ici, aucune échéance concrète n’a été donnée.
Monsieur le ministre, quand le gouvernement compte-t-il concrètement adopter un arrêté royal afin d’activer la compensation tarifaire ou tout autre type de mécanisme pour atténuer le prix final de l'électricité de notre industrie?
Quelles garanties pouvez-vous offrir quant au respect du calendrier et à la mise en place rapide de ce mécanisme?
Mathieu Bihet:
Geachte Kamerleden, in eerste instantie wil ik u bedanken voor uw vragen over dit zeer belangrijke onderwerp.
Mijn wil, en die van de regering, is altijd duidelijk geweest. Onze elektro-intensieve industrie lijdt onder hoge energiekosten, en haar competitiviteit staat onder druk.
Comme vous l'avez très justement mentionné, monsieur Frank, la stabilité juridique de ce dossier est essentielle, car ni vous, ni moi, ni les entreprises, ni encore aucun membre de cette commission ne voulons prendre le risque de devoir rembourser l'aide qui a été fournie. C'est principalement cette piste que la CREG examine dans son avis du 27 juin en ce qui concerne la sauvegarde de la compétitivité des entreprises. Par conséquent, nous avons en effet présenté ce dossier à la Commission, qui a été très surprise de découvrir la modification de la base légale opérée par le précédent gouvernement, à savoir l'article 12 quinquies . Comme vous l'avez très justement expliqué, celle-ci présente des difficultés majeures en vertu des règles européennes.
Enerzijds vallen de transmissienettarieven onder de exclusieve bevoegdheid van de onafhankelijke regulator. Overeenkomstig de recente rechtspraak van het Europees Hof van Justitie valt de bepaling van de nettarieven onder de exclusieve bevoegdheid van de nationale onafhankelijke regulator, de CREG, en voldoet een ingreep via het koninklijk besluit voor die compensatie, zelfs met de goedkeuring van de CREG, niet aan die vereiste. Anderzijds is de financiering via de begroting van de staat ook problematisch.
Mais, comme j’ai tendance à le dire, il ne sert à rien de pleurer sur le lait renversé. Nous ne laisserons pas tomber nos entreprises. Nous travaillons actuellement à une nouvelle modification légale qui soutiendrait nos entreprises tout en garantissant la sécurité juridique.
Le nouvel encadrement en matière d’aides d’État en faveur d’une industrie propre permet des nouvelles possibilités mais nécessite néanmoins une coordination avec les services de la Commission européenne pour sa mise en œuvre. Sa coordination est en cours. Je vous remercie.
Bert Wollants:
Mijnheer de minister, het is jammer dat de vorige minister niets beter heeft gevonden dan twintig minuten voor aanvang van de commissievergadering een amendementje op tafel te leggen dat niet was doorgesproken met de Europese Commissie, dat niet doordacht was en dat nu ook geen resultaat oplevert.
Wij moeten verder. We moeten een manier vinden om de transmissienettarieven te verlagen, want al sinds januari betalen onze industriëlen een tarief dat 80 % hoger ligt dan het jaar voordien. Geen wonder dat onze industrie in de problemen komt op dat vlak. We kijken dus heel erg uit naar de wetswijziging die u voorstelt om daarop een antwoord te bieden. Ik hoop dat er tegen de volgende vergadering al wat meer details bekend zijn over de vorm die dat aanneemt en ik hoop dat, zoals u aangeeft, de coördinatie met de Europese Commissie op een goede manier gebeurt, zodat we het broddelwerk van uw voorgangster niet herhalen.
Luc Frank:
Je ne vais pas répéter les propos de mon collègue Bert Wollants, mais je suis à 200 % d'accord avec lui.
De Roadmaps to New Nuclear
Bekijk antwoord
Bert Wollants:
Mijnheer de minister, verschillende studies geven aan dat ook nieuwe nucleaire capaciteit een kostenefficiënte manier kan zijn om de bevoorradingszekerheid op middellange termijn te garanderen. De hervormingen van de wet op de kernuitstap maken dat ook mogelijk en vereisen dat er nu een kader wordt uitgewerkt waarbinnen die nieuwe nucleaire capaciteit gerealiseerd kan worden.
Gelet op de ambities van het regeerakkoord om 4 gigawatt aan nucleaire energie in onze energiemix te verzekeren, moet er in de komende decennia nieuwe nucleaire capaciteit bijkomen. De vraag is echter hoe het besluitvormingsproces vorm zal krijgen en welke roadmap daarvoor wordt uitgewerkt. We hebben niet de luxe om hiermee te talmen. We moeten aan het begin van deze legislatuur al de nodige stappen zetten op dat vlak.
Dit leidt uiteraard tot een aantal vragen. Wat is uw visie op nieuwe nucleaire capaciteit in onze energiemix van de toekomst? Welk kader wenst u hiervoor op poten te zetten? Op welke termijn kunnen hiervoor beslissingen worden genomen? Hoe ziet u de rol van kleine modulaire reactoren, dan wel grote conventionele kernreactoren in de markt? Bent u bereid een industriële rondetafel op poten te zetten om ook onze industrie hierbij te betrekken? Kan u inzicht geven in de tijdlijn om deze piste op korte termijn in gang te zetten?
Mathieu Bihet:
Mijnheer Wollants, we staan voor een echte elektriciteitsnoodsituatie. Het elektriciteitsverbruik verhoogt snel en zou volgens recente studies, zoals de Blueprint van Elia uit september 2024 en de recente studie van het Federaal Planbureau, tegen 2050 kunnen verdubbelen. Vandaag al krijgen tal van ondernemingen, zowel innovatieve kmo's als grote industriële verbruikers, een weigering tot aansluiting bij gebrek aan voldoende capaciteit. Ik ontvang hierover veel oproepen. In die context is de bevoorradingszekerheid een cruciale uitdaging, zowel voor de gezinnen als voor de toekomst van onze Belgische, Vlaamse, Waalse en Brusselse economie.
De wet van 19 mei 2025, die het algemene verbod op de exploitatie van bestaande nucleaire capaciteit of de ontwikkeling van nieuwe nucleaire capaciteit heeft opgeheven, maakt nu de weg vrij voor een volledig nucleair ontwikkelingsplan. Wij zijn begonnen met de uitvoering van de Phoenixdeal en de tienjarige verlenging van Doel 4 en Tihange 3. Daarna komen alle andere mogelijkheden en verlengingen aan bod om onze productiecapaciteit maximaal te beveiligen.
Het is echter ook absoluut noodzakelijk om de toekomst voor te bereiden. Daarom willen wij een geïntegreerde nucleaire roadmap opstellen in samenhang en in wisselwerking met alle prospectieve instrumenten van de Staat, bijvoorbeeld de energietoekomstverkenningen, het EPE, het Federaal Ontwikkelingsplan, het NEKP, het FEKP en het nationale programma.
De roadmap zal alle facetten van de kernenergie moeten behandelen, niet enkel de bouw van productiecapaciteit. Ze zal ook de valorisatie van de competentie, expertise en knowhow van onze bedrijven moeten omvatten evenals het onderzoek. Ook het thema van de splijtstofcyclus moet aan bod komen, zowel inzake de bevoorrading met grondstoffen als inzake de verhoging van de circulariteit in het beheer van de gebruikte splijtstoffen.
Het spreekt voor zich dat deze roadmap in overleg met de stakeholders zal worden uitgewerkt. De industriëlen zijn onmisbare actoren, als grootverbruikers maar ook als leveranciers van diensten en technologieën. Dankzij die dialoog zal het mogelijk zijn om rekening te houden met de herindustrialisatiebehoefte van ons land. Nieuwe bedrijven en nieuwe verbruikers zullen ons economisch weefsel versterken en ook tot hen zal deze roadmap zich moeten richten.
Indien deze roadmap de vorm zou aannemen van een plan of programma, wat zeer waarschijnlijk is, dan zal hij uiteraard het voorwerp uitmaken van de vereiste brede consultatie.
Bert Wollants:
Mijnheer de minister, er is inderdaad werk aan de winkel. U hebt een aantal elementen gegeven waarmee verder kan worden gewerkt. Ik kan u alleen aanmoedigen om die piste verder te volgen, zodat we er stap voor stap in slagen de nucleaire renaissance in al haar facetten vorm te geven. We bezitten de knowhow en deze regering heeft de absolute wil om ervoor te gaan. Laten we dat zo snel mogelijk verder uitwerken, want het is onvermijdelijk een lang traject. Als we er echter niet aan beginnen, zullen we nooit de finish bereiken. Zoals u hebt gezegd, is de nood op het vlak van elektriciteit zeer hoog. We moeten dus nu beginnen, anders komen we hopeloos te laat. De openbare commissievergadering wordt gesloten om 17.42 uur. La réunion publique de commission est levée à 17 h 42.