Commissievergadering op 1 oktober 2025
Vragen
De volgende vragen werden gesteld tijdens deze commissievergadering.
De veelplegersdatabank
Bekijk antwoord
Voorzitter:
Chers collègues, étant donné l'importance de notre ordre du jour, nous ne parviendrons certainement pas à l'épuiser aujourd'hui. N'hésitez pas à nous indiquer si vous désirez transformer vos questions en questions écrites afin d'obtenir des réponses plus rapidement!
Wouter Raskin:
Mevrouw de minister, dit is een opvolgvraag, die al dateert van voor het zomerreces. In maart 2023 veroorzaakte profvoetballer Sofian Kiyine een spectaculair ongeval, toen hij met zijn wagen door een sporthal reed. Hij reed te hard en bleek onder de invloed van alcohol. Dat deed hem besluiten om definitief met alcohol te kappen. Helaas bleken dat loze beloften, want in juli van dit jaar ging hij opnieuw in de fout. In het centrum van Luik botste hij tegen een rotonde en eindigde tegen een verlichtingspaal. Ook bij dat ongeval waren overdreven snelheid en waarschijnlijk alcohol in het spel.
Strikt juridisch gezien, is er van recidive geen sprake, want voor het eerste ongeval verleende de politierechter Sofian Kiyine een opschorting van straf. Tegen die uitspraak ging het openbaar ministerie echter in beroep en de zaak is nog hangende. Recidive of niet, dit soort verkeerscriminelen moeten hard worden aangepakt. Daarom heeft de regering in het regeerakkoord het engagement opgenomen om een centrale veelplegersdatabank op te richten.
Ik heb daarover twee vragen. Ten eerste, wat is de stand van zaken van die databank, mevrouw de minister? Ten tweede, het is een complex project dat overleg vergt tussen diverse actoren, waaronder de ministers van Mobiliteit en Binnenlandse Zaken, maar ook de bevoegde ministers van de deelstaten. Is dat overleg al opgestart en zo niet, wanneer gebeurt dat dan?
Annelies Verlinden:
Mijnheer Raskin, de ontwikkeling van de centrale veelplegersdatabank is momenteel in voorbereiding. Het is juridisch en technisch een uitdagend project, door de betrokkenheid van vele actoren en meerdere beleids- en bestuursniveaus.
Er zijn al contacten opgestart met de kabinetten van de ministers van Mobiliteit en Binnenlandse Zaken en ook met de deelstaten. De verdere formele gesprekken worden later dit jaar nog gevoerd.
In eerste instantie wordt gewerkt aan een protocol of een samenwerkingsakkoord tussen de federale overheid en de gewesten. Dat akkoord kan de noodzakelijke rechtsgrond bieden voor een gezamenlijke bevoegdheidsuitoefening inzake recidivebestrijding. Het kan ook leiden tot een evenwichtige verdeling van middelen en bevoegdheden.
Daarnaast wordt onderzocht of een gemeenschappelijke entiteit kan worden opgericht, voorlopig aangeduid als het Orgaan voor Recidivevervolging en Verkeersveiligheid. Dat orgaan zou justitie, de gewesten, de politie en de lokale besturen verenigen en instaan voor het beheer van de veelplegersdatabank.
Verder wordt een wettelijk kader voorbereid, waarin duidelijk wordt vastgelegd welke instanties welke gegevens moeten aanleveren en wie toegang kan krijgen tot de databank. De verdere concretisering en planning hangen af van het overleg met de collega's uit de federale regering en de deelstaatregeringen.
Wouter Raskin:
Mevrouw de minister, het stemt me tevreden dat de ontwikkeling wordt voorbereid en dat er ondertussen contacten zijn gelegd. De vorige keer dat ik hierover een vraag stelde, was dit nog niet het geval. Hoewel alles nog bescheiden van aard is, is er duidelijk vooruitgang geboekt. Ik noteer dat er rond het project contacten zijn geweest met Mobiliteit, Binnenlandse Zaken en de deelstaten, en dat het de bedoeling is om protocollen en samenwerkingsakkoorden te sluiten. Ik begrijp dat dit een zeer complex dossier is en dat er kosten aan verbonden zijn. Het is een uitdagend project en daar heb ik veel begrip voor. Ik wil u vragen om de regie stevig in handen te houden, het tempo hoog te houden en ervoor te zorgen dat er significante stappen voorwaarts worden gezet. Ik wil ook verwijzen naar de databank Mercurius. Die vormde in het verleden eveneens een grote uitdaging op het gebied van technologie en IT. Ik heb zelf meegemaakt hoe lang het duurde voordat Mercurius volledig operationeel was en zelfs nu kan het nog beter. Het blijft een gigantische uitdaging en we mogen geen tijd verliezen als we onze ambitie uit het regeerakkoord willen realiseren. Ik zal u geregeld herinneren aan de noodzaak van dit dossier.
De zelfmoord in de gevangenis van Wortel
De zelfmoord in de gevangenis van Wortel
De situatie in de gevangenis van Wortel
De situatie in de gevangenis van Wortel
Gesteld door
VB
Marijke Dillen
Vooruit
Alain Yzermans
Groen
Stefaan Van Hecke
N-VA
Sophie De Wit
Aan
Annelies Verlinden (Minister van Justitie)
Bekijk antwoord
Marijke Dillen:
Mevrouw de minister, enige tijd geleden maakte een gedetineerde in de gevangenis van Wortel een einde aan zijn leven. De precieze omstandigheden waren op het moment dat ik deze vraag indiende onbekend, maar dat is al enige tijd geleden. In de pers wordt echter melding gemaakt van pesterijen. Een ex-gedetineerde stelde het volgende en ik citeer: "In een gevangenis zoals deze is nauwelijks adequate geestelijke gezondheidszorg beschikbaar voor mensen die intensieve ondersteuning nodig hebben. Het personeel doet wat het kan, maar het systeem faalt volledig. Voor hen is dit opnieuw een slag in het gezicht. Zij proberen dag in, dag uit een veilige omgeving te bieden, terwijl het systeem mensen zoals deze gedetineerde eenvoudigweg niet kan helpen."
Een paar dagen daarvoor was een gevangene die een uitgaansvergunning had gekregen, niet teruggekeerd. Die twee feiten op korte tijd, mevrouw de minister, komen boven op een lange reeks problemen in de gevangenis van Wortel. Naast de gedetineerden zelf klagen de cipiers ook steeds vaker dat de agressie naar hen toeneemt. De personeelstekorten blijven structureel. Enkele weken geleden heb ik u ook ondervraagd over de defecte camera's. In juli legden de cipiers nog het werk neer vanwege geweld door gedetineerden. Kortom, de situatie in Wortel is werkelijk onhoudbaar geworden.
Ik heb daarom enkele vragen.
Kunt u wat meer toelichting geven over de precieze omstandigheden van die zelfmoord?
Een ex-gedetineerde gaf aan dat de geestelijke gezondheidszorg in Wortel inadequaat is of zelfs niet beschikbaar voor mensen die ondersteuning nodig hebben. Wat is daarop uw reactie?
Kunt u toelichten hoeveel gevangenen die in de gevangenis van Wortel verblijven, geïnterneerd zijn en geestelijke gezondheidszorg nodig hebben, hoeveel zorgpersoneel ter beschikking staat en op welke manier die geestelijke gezondheidszorg wordt geboden?
Alain Yzermans:
Het incident in de gevangenis van Wortel brengt zowel gedetineerden als cipiers in opspraak en ondergraven het imago van ons detentiesysteem. Een tragisch voorval heeft plaatsgevonden waarbij een gedetineerde zichzelf van het leven beroofde, nadat hij - volgens de media - was blootgesteld aan wangedrag door bewakers. Dit incident maakt deel uit van een bredere geweldsproblematiek en onveiligheid binnen de muren van de gevangenis. Zijn dit uitwassen van de overbevolking die die wederzijdse spanningen doen oplaaien tussen een groeiend aantal kwetsbare gedetineerden en het personeel dat onder enorme druk niet altijd adequaat reageert? Alleszins maken we hier als overheid een slechte beurt , een zoveelste knauw in het vertrouwen van ons rechtssysteem.
Vragen voor de minister van Justitie;
Welke maatregelen worden er genomen om de veiligheid en geestelijke gezondheid van gedetineerden in gevangenissen te waarborgen, vooral na de recente zelfmoord? Is er een voldoende aanbod aan gezondheidszorg in Wortel ?
Hoe gaat u de meldingen van mishandeling en pesterijen, zoals gerapporteerd in de media, onderzoeken en welke maatregelen zijn hiervoor opgesteld?
Hoe zorgt u ervoor dat gevangenissen niet alleen plaatsen van detentie zijn, maar ook effectieve instellingen voor rehabilitatie en re-integratie van gedetineerden? Krijgen onze cipiers voldoende opleiding en weerbaarheidstraining om met dergelijke complexe profielen om te gaan ?
We constateren dat de nog steeds groeiende overbevolking in onze gevangenissen de spanningen doet toenemen. We tellen ondertussen 13.075 gedetineerden. Het aantal groeit ondanks de recente noodwet die van kracht is. Heeft u hier verklaringen voor?
Stefaan Van Hecke:
De gevangenis van Wortel kwam de afgelopen maanden meermaals in het nieuws door ernstige incidenten: een ontsnappingspoging in 2024 via een gat in een celmuur, brandstichting tijdens een protestactie in januari 2025, vechtpartijen en smokkelpogingen in juni, en recent een geval van zelfdoding en een ontsnapping die opnieuw tot een intern onderzoek hebben geleid. Deze opeenvolging van gebeurtenissen legt niet alleen structurele gebreken bloot, maar roept ook vragen op over de werkomstandigheden van penitentiair bewakingsassistenten (PBA's), de opleiding die zij krijgen om met kwetsbare of suïcidale gedetineerden om te gaan, en de interne controlemechanismen.
Daarnaast bereiken ons signalen over een gebrek aan transparantie bij de behandeling van klachten van gedetineerden en over onduidelijkheid over hoe ongepast gedrag van personeel wordt geregistreerd en opgevolgd.
Hoeveel formele klachten werden in 2024 en in 2025 tot op heden ingediend in de gevangenis van Wortel, en hoeveel daarvan hadden betrekking op ongepast gedrag of geweld door personeel? En wat zijn de cijfers in het totaal (alle gevangenissen?
Hoe verloopt de behandeling van dergelijke klachten concreet: door wie worden ze onderzocht, binnen welke termijnen, en welke maatregelen werden het voorbije jaar effectief genomen naar aanleiding van gegronde klachten?
Welke specifieke opleidingen of bijscholingen volgen PBA's met betrekking tot (a) het omgaan met geïnterneerden en psychisch kwetsbare personen, en (b) het herkennen en voorkomen van suïcidale gedragingen? Zijn deze opleidingen verplicht voor alle personeelsleden?
Hoe ziet de evaluatie- en opvolgingscyclus van PBA's eruit? Met welke frequentie vinden functionerings- of evaluatiegesprekken plaats, en welke criteria worden daarbij gehanteerd?
Naar aanleiding van de recente incidenten in Wortel: welke structurele en organisatorische maatregelen werden reeds genomen of zijn gepland om de veiligheid te verbeteren voor zowel gedetineerden als personeel?
Sophie De Wit:
De gevangenis van Wortel kwam de afgelopen maanden herhaaldelijk in het nieuws door ernstige incidenten: een ontsnappingspoging via een gat in de celmuur, brandstichting en vechtpartijen eerder dit jaar, en recent een zelfdoding en een ontsnapping die opnieuw tot een intern onderzoek hebben geleid. Deze opeenvolging van gebeurtenissen wijst niet enkel op structurele problemen, maar roept ook vragen op over de opleiding en ondersteuning van ons gevangenispersoneel.
De penitentiaire beambten staan dagelijks in de frontlinie: zij worden geconfronteerd met overbevolking, agressieve en psychisch kwetsbare gedetineerden, en een hoge werkdruk. Net daarom is het essentieel dat zij via hun opleiding en permanente vorming de juiste instrumenten krijgen om professioneel en veilig te kunnen functioneren.
Is er al meer duidelijkheid over de beschuldigingen aan het adres van de gevangenis en het personeel?
Kan u bevestigen dat de klachten over de omstandigheden in de gevangenis van Wortel hoger liggen dan in andere instellingen?
Welke conclusies trekt u uit uw recente werkbezoek aan de gevangenis en uw ontmoeting met het personeel? Plant u maatregelen om de veiligheid van personeel en gedetineerden te verbeteren?
Hoe beoordeelt u de huidige basisopleiding van penitentiaire beambten in het licht van de steeds complexere werkomstandigheden, zoals in de gevangenis van Wortel?
Wordt in de opleiding voldoende aandacht besteed aan omgaan met agressie, conflicthantering, diversiteit en het herkennen van psychische kwetsbaarheid en suïcidaal gedrag bij gedetineerden?
Welke mogelijkheden bestaan er voor permanente vorming en bijscholing, en hoe worden deze toegepast in instellingen die zwaar onder druk staan?
Annelies Verlinden:
Uiteraard is het overlijden van een gedetineerde door zelfdoding telkens opnieuw een ingrijpende gebeurtenis. Elk suïcidegeval is er één te veel en dat geldt zeker ook in de gevangenis. Zo'n overlijden treft de nabestaanden, maar ook de gevangenismedewerkers, die zich dag in dag uit inzetten om een veilige omgeving te creëren in de gevangenis. Ondanks de blijvende aandacht voor suïcidepreventie en de genomen veiligheidsmaatregelen, voelt zo'n overlijden daarom ook altijd aan als een falen van het systeem.
We moeten erkennen dat de situatie in onze gevangenissen bijzonder moeilijk is. Wortel is daar helaas geen uitzondering op. Dat legt extra druk op zowel de gedetineerden als de medewerkers en beïnvloedt ook het mentaal welzijn van beide groepen. Ik heb zelf recent de gevangenis van Wortel bezocht. Daar heb ik met eigen ogen kunnen zien welke problemen het personeel dagelijks ondervindt.
Uw vragen rond het suïcidebeleid en de opleiding van het personeel geven een belangrijk aandachtspunt aan. Vanuit de penitentiaire administratie bestaan duidelijke richtlijnen en een leidraad inzake suïcidepreventie, die in 2023 volledig werd geactualiseerd.
Daarnaast is sensibiliseringsmateriaal beschikbaar, zowel voor personeel als voor gedetineerden. Gedetineerden hebben ook toegang tot gratis telefonische hulplijnen. Bewust wordt ervoor gekozen penitentiaire beambten of detentiebegeleiders als eerstelijnswerkers in te zetten op de sectie. Zij zijn het eerste aanspreekpunt en ook de eersten die signalen kunnen opvangen wanneer het met een gedetineerde niet goed gaat. Die observaties worden bovendien bijgehouden in observatiefiches.
Er wordt momenteel gewerkt aan de ontwikkeling van de BelRAI, een gestandaardiseerd en wetenschappelijk gevalideerd screenings- en intake-instrument. Dat instrument kan binnenkomende gedetineerden screenen, onder meer om het suïciderisico te detecteren. Het instrument wordt vandaag getest in vijf pilootgevangenissen, meer bepaald Hasselt, Lantin, Jamioulx, Dendermonde en Leuze.
Voor het personeel wordt in de basisopleiding ruim aandacht besteed aan thema's zoals agressiebeheersing, het inschatten van suïciderisico's, statistieken en risicopopulaties, maar ook het herkennen van waarschuwingssignalen en de principes die gelden bij het detecteren ervan. Daarnaast komen depressie en een gepaste reactie binnen de detentiecontext aan bod. Die basisvorming wordt aangevuld met supervisie, intervisie en bijscholing, zodat medewerkers blijvend worden ondersteund.
Er loopt momenteel een pilootproject rond suïcidepreventie in vier penitentiaire inrichtingen, meer bepaald in Brugge, Mechelen, Merksplas en Ieper. Medewerkers volgen daarbij via e-learning zeer gerichte vorming.
Voor wie werkt op een psychiatrische afdeling zijn er bovendien specifieke zorgtrajecten rond omgaan met psychisch kwetsbare personen. Er worden ook korte flitstrainingen over suïcidepreventie georganiseerd.
Collega Van Hecke, met betrekking tot de opvolging en evaluatie wordt het bewakingspersoneel jaarlijks geëvalueerd op basis van duidelijke prestatie- en ontwikkelingsdoelstellingen. De gevangenisdirectie kan daarin bepaalde accenten leggen, in functie van het beleid dat zij binnen haar inrichting wil voeren. Waakzaam zijn voor suïcide kan als concreet actiepunt worden opgenomen in het kader van de evaluatie.
Het functioneren van personeelsleden wordt bijgestuurd aan de hand van tussentijdse functioneringsgesprekken.
Collega's, uw vragen over de geestelijke gezondheidszorg in de gevangenissen en de bijbehorende bezorgdheden zijn uiteraard zeer relevant. Dat is niet alleen een uitdaging in de gevangenis van Wortel, maar ook in andere gevangenissen. Ik deel die bezorgdheid met u. Daarom werk ik nauw samen met mijn collega van Volksgezondheid en met de deelstaten om gespecialiseerde zorgteams op te zetten, zoals eerstelijnspsychologen en andere gezondheidszorgorganisaties. Toch moeten we erkennen dat vandaag de noden groter zijn dan het aanbod en dat alle actoren blijvend moeten investeren in zorgpersoneel en aangepaste begeleiding.
Samen met collega Vandenbroucke onderzoek ik op welke manier de gezondheidszorg, en dus ook de geestelijke gezondheidszorg, kan worden overgeheveld naar de FOD Volksgezondheid. Tijdens deze legislatuur zullen daartoe twee pilootprojecten worden geïdentificeerd.
Het is zo dat de gevangenis van Wortel veel gedetineerden met complexe problematieken huisvest. Vaak worden psychisch kwetsbare personen naar Wortel overgebracht, omdat daar nog monocellen beschikbaar zijn. Velen van hen hebben dus nood aan geestelijke gezondheidszorg en het huidige aanbod is ontoereikend. Er is wel permanent medisch personeel aanwezig, aangevuld met psychologen en maatschappelijk werkers, die ook werken aan re-integratie.
Collega Dillen, met betrekking tot uw vraag naar het aantal geïnterneerden en het zorgpersoneel in Wortel kan ik verduidelijken dat er in Wortel geen geïnterneerden verblijven en dat er dus geen EPI-zorgequipe is tewerkgesteld. De Vlaamse Gemeenschap voorziet wel in ondersteuning – bijvoorbeeld door het CGG – via het strategisch plan voor hulp- en dienstverlening aan gedetineerden en via de bevoegdheid welzijn, maar dat aanbod is beperkt. Net als in de samenleving is het zorgaanbod onvoldoende groot om aan de noden te voldoen, terwijl de gevangenispopulatie vaak een concentratie is van kwetsbare profielen met een grote zorgnood.
Collega Yzermans, ik ben het met u eens dat gevangenissen niet louter detentieplaatsen mogen zijn, maar ook instellingen voor rehabilitatie en re-integratie moeten zijn. De zware overbevolking en het tekort aan middelen dwingen ons vaak tot voortdurend crisismanagement, waardoor de ruimte om onder veilige omstandigheden aan re-integratie te werken, beperkt blijft. Daarom zetten we tegelijk in op de aanpak van de overbevolking en op een nauwe samenwerking met de deelstaten en met Volksgezondheid. Meer hulp- en dienstverlening en kwalitatieve gezondheidszorg in de gevangenissen zijn essentieel, net als de verdere uitbouw van detentiehuizen.
Het nog te vroeg om over de noodwet definitieve uitspraken te doen. De gevangenisdirecteurs hebben de voorbije weken heel veel adviezen opgesteld die nu ter beoordeling bij de SURB liggen. Dat is het systeem dat we hebben moeten ontwikkelen. In de komende weken zal blijken hoe de SURB met de adviezen omgaat en in welke mate dat aanleiding geeft tot een verdere toepassing van de uitvoeringsmodaliteiten.
Mevrouw De Wit, mijnheer Van Hecke, voor uw vragen over het aantal klachten van gedetineerden tegen personeel moet ik antwoorden dat die klachten niet centraal worden geregistreerd en dat het onmogelijk is om daarover een globale uitspraak te doen. In Wortel zijn naar aanleiding van het incident wel twee tuchtprocedures opgestart tegen bewakingspersoneel. Die procedures lopen nog, zodat ik daarover vandaag niets bijkomends kan communiceren.
Mevrouw Dillen, tijdens en voorafgaand aan mijn bezoek aan Wortel heb ik enkele dringende infrastructurele noden vastgesteld waarvoor inmiddels actie is ondernomen, onder meer met betrekking tot de camera’s. Om de defecte camerabeelden op cruciale plaatsen opnieuw te activeren, werd een tijdelijk systeem geïmplementeerd dat al operationeel is en positief werd onthaald. Op 26 augustus 2025 kreeg ook het dossier voor de vernieuwing van de cameraserver en de update van de software een positief advies van de Inspectie van Financiën.
Het dossier kan nu de administratieve procedure doorlopen. Offertes konden tot 16 september 2025 worden ingediend. De analyse daarvan bevindt zich inmiddels in de eindfase, waarna het gunningsdossier zo snel mogelijk aan de Inspectie van Financiën kan worden voorgelegd.
Daarnaast zijn enkele veiligheidscellen onbruikbaar door beschadiging. De Regie der Gebouwen heeft intussen een aannemer aangesteld om de gevandaliseerde cellen te herstellen. Die aannemer start de werken momenteel op.
Voorts loopt een dossier om twee bestaande, maar momenteel niet bruikbare strafcellen in vleugel A te renoveren. Ook dat dossier werd via de officiële kanalen ingediend bij de Regie der Gebouwen en doorloopt de administratieve procedure voor opname in de prioriteitenlijst.
Marijke Dillen:
Ik dank u voor het antwoord, mevrouw de minister. We weten allemaal dat de situatie in alle gevangenissen bijzonder schrijnend is, maar in Wortel is het nog veel ernstiger dan elders. Er is een nijpend personeelstekort, de agressie neemt toe, de infrastructuur is onveilig, het ziekteverzuim is extreem hoog en er doen zich veel arbeidsongevallen voor.
Daarnaast is er, zoals u zelf aangaf, een complexe gedetineerdenpopulatie. Er verblijven blijkbaar geen geïnterneerden, maar er zijn toch een heel aantal gedetineerden met een bijzonder complexe psychiatrische problematiek. Ook verblijven er veel gedetineerden zonder verblijfsrecht. Dat maakt de situatie voor het personeel daar werkelijk onhoudbaar.
U zegt dat er inmiddels een aantal acties werd ondernomen om dringende noden op te vangen, zoals het camerasysteem en twee van die cellen. De situatie in Wortel gaat echter veel verder. Ik vind dat u, samen met uw collega, bevoegd voor de Regie der Gebouwen, meer inspanningen moet leveren om daar met hoogdringendheid werk van te maken, want het personeel is werkelijk op. Die mensen moeten onder steeds zwaardere arbeidsomstandigheden werken. Zij merken niets van de verbeteringen. Zij geven duidelijk aan dat de situatie voor hen onhoudbaar is. Velen overwegen om deze gevangenis te verlaten en elders te gaan werken.
Alain Yzermans:
De situatie is schrijnend. Een aantal initiatieven die nu worden genomen, sluiten goed aan bij de vraag van vandaag. Er staan enkele vulkanen – op het vlak van de hulpverlening en personeelstekorten bijvoorbeeld – op uitbarsten. Het zou wellicht goed zijn om een monitoring per gevangenis op te starten en een alomvattend rapport op te stellen, dat duidelijk maakt waar de tekorten liggen en op welke manier die kunnen worden aangepakt. Zo kan per detentiehuis een voortgangsrapport worden opgesteld op alle verschillende niveaus, van de gebouwen tot het welzijn. Ik doe slechts een suggestie.
Stefaan Van Hecke:
Mevrouw de minister de situatie is ernstig en schrijnend. Ik wil inpikken op één element van uw antwoord. U zei dat de klachten niet worden bijgehouden. Dat zou eigenlijk niet mogen, want hoe kan vanuit het beleid worden beoordeeld hoe een en ander verloopt als er geen cijfers worden bijgehouden? Ik vraag me dan ook af hoe de commissies van toezicht te werk moeten gaan als er geen cijfers beschikbaar zijn. Of beschikken de commissies van toezicht wel over cijfers, maar betreft het enkel klachten die specifiek bij hen worden ingediend? Als we het belangrijk vinden dat de commissies van toezicht hun werk grondig kunnen doen, lijkt het mij essentieel dat dergelijke gegevens aan hen ter beschikking worden gesteld. Indien die cijfers niet worden bijgehouden, is dat een belangrijk werkpunt.
Sophie De Wit:
Mevrouw de minister, ik zou kunnen herhalen dat de situatie schrijnend is, maar dat is al voldoende gezegd. Ik steun het idee om alles goed te blijven monitoren, niet alleen in Wortel, maar in alle gevangenissen. We kunnen niet zomaar overgaan tot de orde van de dag. Het is een grote uitdaging, eentje die we elke dag opnieuw zullen moeten aangaan, vrees ik.
Voorzitter:
Chers collègues, les questions n os 56007723C et 56007803C de M. Frédéric Daerden sont transformées en questions écrites. Il en est de même pour les questions jointes n os 56008072C et 56008561C de Mme Sophie De Wit et de M. Alexander Van Hoecke, de la question n° 56008106C de M. Anthony Dufrane. Les questions jointes n os 56008242C, 56008277C et 56008532C de M. Alexander Van Hoecke et de Mme Sophie De Wit sont reportées. Les questions n os 56008549C et 56008590C de M. Julien Ribaudo, les questions jointes n os 56008637C et 56008700C de Mme Sophie De Wit et de M. Paul Van Tigchelt ainsi que la question n° 56008682C de Mme Sophie De Wit sont transformées en questions écrites.
De aanhoudende betaalachterstand voor gerechtstolken en -vertalers
De betaalachterstand bij Justitie voor vertalers en tolken
De achterstand in de betaling van gerechtstolken in Brussel
De betaling van vertalers-tolken
Gesteld door
VB
Marijke Dillen
Open Vld
Paul Van Tigchelt
VB
Marijke Dillen
N-VA
Kristien Van Vaerenbergh
Aan
Annelies Verlinden (Minister van Justitie)
Bekijk antwoord
Voorzitter:
Mevrouw Dillen, kunt u uw interpellatie en vraag in één enkele tussenkomst behandelen?
Marijke Dillen:
Mevrouw de minister, de betaalachterstand bij Justitie heeft een nieuw dieptepunt bereikt. In de media konden we lezen dat een 79-jarige Limburgse gerechtstolk maanden moest wachten op een betaling van 50.000 euro. De btw-administratie hield daar echter geen rekening mee, verleende geen uitstel van betaling en stuurde zelfs een gerechtsdeurwaarder.
Alsmaar meer vertalers en tolken klagen over structurele betaalachterstanden. Verschillende tolken, mevrouw de minister, staat het water aan de lippen. Omdat Justitie haar facturen niet tijdig betaalt, kampen ze zelf met moeilijkheden om hun eigen rekeningen te betalen.
Het probleem is niet nieuw, dat weten we allemaal, maar het is blijkbaar nog nooit zo erg geweest. Mevrouw de minister, dit is een regelrechte schande, Justitie onwaardig. Van de door u al lang beloofde wegwerking van deze betaalachterstand is blijkbaar nog niets gerealiseerd.
Justitie heeft duidelijk structurele problemen met de administratieve verwerking, waardoor de achterstand niet wordt weggewerkt, maar integendeel blijft toenemen. Vakbonden en belangenorganisaties luiden opnieuw de alarmbel. Ze vrezen dat tolken en vertalers zullen afhaken, waardoor rechtszaken in gevaar komen.
Iedereen is het er immers over eens dat de rol van tolken cruciaal is voor een goed verloop van een rechtszaak. Het gaat bovendien om een absoluut gebrek aan respect tegenover de vertalers en tolken, die vaak op onregelmatige uren en onder moeilijke omstandigheden hun werk doen.
U hebt al herhaaldelijk aangekondigd dat de facturen tijdig zouden worden betaald, maar in de praktijk blijkt dat nog altijd niet het geval te zijn.
Ten eerste, wat zijn de oorzaken daarvan? Kunt u mij vervolgens bevestigen hoeveel achterstallige betalingen er momenteel openstaan en hoe groot de vertraging is?
Ten derde, mevrouw de minister, heb ik nog een heel belangrijke vraag. Hebt u nu eindelijk overleg gehad met de minister van Financiën om uitstel van betaling van de btw te verkrijgen zolang Justitie de facturen zelf niet heeft betaald? Dat is het minimum dat u deze mensen verschuldigd bent.
Ten vierde, welke concrete initiatieven zult u nemen om deze onaanvaardbare problematiek eindelijk fundamenteel en ten gronde op te lossen, zodat vertalers en gerechtstolken in de toekomst uiterlijk op de vervaldag van hun facturen worden betaald?
Ten vijfde stel ik vast dat voornamelijk in correctionele zaken en voor de jeugdrechtbanken almaar meer een beroep moet worden gedaan op tolken, omdat verdachten het Nederlands niet machtig zijn. Erkent u deze situatie, mevrouw de minister, en erkent u ook dat dat het gevolg is van de enorme toename van tolk- en vertaalopdrachten door de aanhoudende massa-immigratie?
Hoe is ten slotte de concrete situatie bij andere beroepsgroepen waar Justitie regelmatig een beroep op doet, zoals de takeldiensten, slotenmakers enzovoort? Worden hun facturen nu eindelijk tijdig betaald of is er ook daar sprake van een betalingsachterstand?
Ik had, mijnheer de voorzitter, ook een specifieke vraag met betrekking tot de gerechtstolken in Brussel. Daarvoor verwijs ik naar mijn schriftelijke voorbereiding.
Ondanks alle mooie beloftes om gerechtstolken eindelijk tijdig te betalen, komt er maar geen einde aan de reeds lang aanslepende problematiek van het veel te laat betalen van de facturen van de gerechtstolken die een cruciale rol spelen bij de goede werking van de rechtbanken, in het bijzonder van de correctionele rechtbanken. Dit heeft ernstige gevolgen voor de rechtszoekende. Reeds lang waarschuwen belangenorganisaties en vakbonden voor het risico dat gerechtstolken en vertalers zullen afhaken waardoor rechtszaken in gevaar komen. Dit wordt helaas de harde realiteit. Een voorbeeld: 5 jaar nadat een Nederlandstalige kleuterjuf werd aangevallen, geslagen en belaagd door de ouders van een leerling krijgt ze eindelijk haar proces. De zaak moest voorkomen op woensdag 24 september jl. voor de Franstalige correctionele rechtbank. Maar op de zitting diende deze dame en haar raadsman te vernemen dat er geen tolk kwam omdat hij niet betaald wordt. Gevolg: zaak werd uitgesteld naar januari 2026. Dit is absoluut onaanvaardbaar, een goed werkende Justitie absoluut onwaardig. Het is de zoveelste smet op Justitie.
Is de minister op de hoogte van deze problematiek? Waarom kon er geen andere tolk worden opgeroepen om het slachtoffer bij te staan zodat de behandeling van het dossier toch kon doorgaan?
Kan de minister meer toelichting geven betreffende de omvang van deze problematiek bij de Nederlandstalige en Franstalige Rechtbanken te Brussel? Hebt u cijfers van het aantal dossiers dat hier door de afwezigheid van een gerechtstolk diende te worden uitgesteld?
De minister heeft al herhaaldelijk aangekondigd dat de facturen tijdig zouden worden betaald maar uit de praktijk blijkt dit niet het geval te zijn. Wat zijn hiervan de oorzaken specifiek wat de rechtbanken in Brussel betreft? Hoe groot is de omvang van de nog openstaande facturen hier en hoe groot is de vertraging?
Welke concrete initiatieven gaat de minister bij hoogdringendheid nemen om deze onaanvaardbare problematiek eindelijk fundamenteel op te lossen zodat de gerechtstolken en -vertalers in de toekomst uiterlijk op de vervaldag van de facturen worden betaald?
Paul Van Tigchelt:
Uit cijfers van de FOD Justitie blijkt dat in de eerste helft van dit jaar slechts 46 procent van de facturen van vertalers en tolken in strafzaken binnen de wettelijke termijn van 30 dagen werd betaald. Vorig jaar was dat nog 64 procent, twee jaar geleden zelfs 90 procent met een gemiddelde betalingstermijn van 19 dagen. Vandaag wachten gerechtstolken gemiddeld 47 dagen op hun geld, vaak nog langer.
In dit verband heb ik voor u volgende vragen:
Hoe verklaart u deze scherpe achteruitgang in de tijdige betalingen?
Welke maatregelen hebt u reeds genomen of bent u bereid te nemen om de achterstanden weg te werken en opnieuw de wettelijke termijn te respecteren?
Overweegt u een structurele hervorming van het betalingssysteem om dit probleem definitief op te lossen?
Hebt u enig idee of er hierdoor vertalers en tolken in financiële problemen komen? Zo ja, over hoeveel personen gaat dit en wat wil u daaraan doen?
Hoe wilt u het vertrouwen van vertalers en tolken herstellen die zich steeds meer miskend voelen?
Kristien Van Vaerenbergh:
Mijnheer de voorzitter, ik heb deze vraag ingediend naar aanleiding van het concrete geval van Brussel, waarbij een slachtoffer vijf jaar heeft gewacht voor haar zaak kon worden behandeld en zij op de dag zelf moest vaststellen dat de zaak niet kon worden gepleit omdat er geen tolk aanwezig was.
Wat is de stand van zaken met betrekking tot de betalingsachterstand?
Geachte mevrouw minister,
Dat straffeloosheid niet de norm mag zijn binnen onze rechtsstaat, mag geen loze belofte blijven. De realiteit op het terrein toont helaas aan dat structurele problemen zoals juridische achterstand, administratieve traagheid en organisatorische tekorten blijven doorwegen met tastbare gevolgen voor slachtoffers en het vertrouwen in Justitie.
Recent werd dat nog maar eens pijnlijk duidelijk toen, ruim vijf jaar na de feiten, de zaak van een Nederlandstalig slachtoffer voor de Franstalige rechtbank in Brussel kon komen maar die uiteindelijk geen doorgang kon vinden omdat het slachtoffer niet kon worden bijgestaan door een beëdigd vertaler-tolk. Het is al langer dan vandaag bekend dat tolken vaak niet komen opdagen uit protest voor het feit dat Justitie achterloopt met de betalingen aan hun cruciale beroepsgroep.
Ik heb daarom volgende vragen voor u:
Welke stappen onderneemt u vandaag nog actief om de achterstand van betalingen door Justitie aan vertaler-tolken in te halen?
Hoeveel bedraagt de achterstand? Is er al significante vooruitgang geboekt? U heeft namelijk al eerder beloofd werk te maken van dergelijke juridische tekorten!
Kan u aangeven hoe groot de problematiek is bij de Nederlandstalige en Franstalige rechtbanken in Brussel? Heeft u cijfers m.b.t. het aantal zaken dat niet kon worden behandeld ten gevolge van afwezigheid van een tolk?
Welke structurele of anticiperende maatregelen neemt u om te vermijden dat gerechtelijke procedures in de toekomst nog worden stilgelegd door dit soort juridische tekorten?
Annelies Verlinden:
Collega's, bij mijn aanstelling als minister van Justitie trof ik een dramatische toestand aan betreffende de betaling van de gerechtskosten. De taxatiebureaus kampen met een nijpend personeelstekort, het werkproces is niet gedigitaliseerd en de tariefstructuur van de gerechtskosten is al jaren niet grondig herzien of vereenvoudigd. Dat alles heeft geleid tot een historische betalingsachterstand. Bovendien leiden de complexe budgettaire procedures en de beperkingen die verband houden met de begrotingscontrole soms tot een budgettekort, waardoor betalingen niet kunnen worden uitgevoerd.
Om die problemen het hoofd te bieden, heb ik mijn administratie gevraagd een project op te zetten dat tot concrete oplossingen moet leiden. Het instrument van de spending review , gehanteerd door de FIA , de Inspectie van Financiën en de FOD BOSA, vormt in dat verband een belangrijke hefboom. Voor deze legislatuur heb ik middelen uitgetrokken voor dit project, zodat dit oude zeer eindelijk kan worden verholpen.
Het project zal in nauw overleg met de gerechtsexperten, tolken en vertalers worden uitgevoerd, om zo rekening te houden met de concrete vragen van het terrein en de dialoog met de beroepsgroepen open te houden. Intussen is er al veel overleg geweest met tolken, vertalers en de diverse beroepsgroepen waarop justitie een beroep doet. Mijn administratie houdt de vinger aan de pols en weet dat ik van een correcte betaling van gerechtsexperten, tolken en vertalers een prioriteit heb gemaakt. We hebben deze actoren immers nodig om de kernopdrachten van justitie te vervullen. Zij verdienen al ons respect en waardering.
Verder heb ik mijn administratie gevraagd om onmiddellijk actie te ondernemen om de betalingsachterstand weg te werken. Ik licht graag enkele actiepunten toe. Om het personeelstekort in bepaalde taxatiebureaus op te vangen, worden de dossiers herverdeeld over de verschillende vestigingen. Net als andere arrondissementen kampen de Nederlandstalige en Franstalige taxatiebureaus van Brussel met een achterstand in de verwerking van de kostenstaten. Dat is te wijten aan het personeelstekort, waardoor de achterstand zich heeft opgehoopt. De opleiding van nieuwe personeelsleden duurt bovendien minstens een jaar en de procedure voor de verwerking van kostenstaten is bijzonder streng. Daarom worden extra administratieve assistenten aangeworven. Voor de taxatiebureaus van de Nederlandstalige gerechtelijke arrondissementen zijn alle vacante plaatsen tijdens de laatste sollicitatieronde ingevuld. De kandidaten zullen binnenkort in dienst treden.
Om de opvolging en het beheer van de dossiers te optimaliseren, zal het gebruik van het platform Justinvoice binnen afzienbare tijd verplicht worden om onkostenstaten in te dienen. Tot nu toe konden dossiers ook per e-mail worden ingediend, wat verwarring en dubbel werk veroorzaakte bij de verzending van de onkostenstaten. De verplichting zal een centralisering van de indiening van dossiers mogelijk maken, wat de processen verder vereenvoudigt.
De analyse van de wet en de voorstudie voor de digitalisering van het behandelings- en controleproces van de gerechtskosten zijn eveneens opgestart.
Er werd ook een overleg met de btw-administratie opgezet om de samenwerking tussen beide diensten te verstevigen en de pistes te onderzoeken tot oplossing van de fiscale gevolgen van deze betalingsachterstand voor de gerechtsexperten, -tolken en -vertalers. Eind september werd afgestemd met de Inspectie van Financiën over de aanpak van de verbetering van de afhandeling van de gerechtskosten. Wat de vraag naar een stijging van de tolk- en vertaalkosten in de correctionele en jeugdrechtbanken betreft, beschik ik niet over objectieve gegevens die deze bewering zouden ontkennen of bevestigen.
Collega Dillen, voor het individuele geval waarnaar u verwees, dient de rechtbank ervoor te zorgen dat er een tolk aanwezig is op de zitting. Wanneer een tolk afzegt, moet de rechtbank een andere tolk oproepen. Het is dus niet zo dat er geen andere tolk kon worden opgeroepen om het slachtoffer bij te staan. Op basis van informatie die we hebben verkregen van de rechtbank van eerste aanleg in Brussel, blijkt dat voor deze zitting de rechtbank last minute een tolk heeft moeten zoeken. Helaas kon geen van de gecontacteerde tolken zich beschikbaar stellen binnen de gestelde tijd.
Voor het overige hebben wij geen kennis over de omvang van deze problematiek in de Nederlandstalige en Franstalige rechtbanken van Brussel. Wij houden ook geen cijfers bij over het aantal dossiers dat wordt uitgesteld wegens afwezigheid van een tolk. Bovendien is dat geen informatie die de rechtbanken communiceren met de FOD Justitie.
Laat me tot slot nogmaals herhalen dat wij ons terdege bewust zijn van de problemen die de betalingsachterstanden voor al onze dienstverleners met zich meebrengen en dat wij deze uiteraard betreuren. We stellen alles in het werk om ervoor te zorgen dat de dienstverleners tijdig worden vergoed.
Marijke Dillen:
Minister, over het stijgend aantal correctionele zaken in jeugdrechtbanken waarbij er een beroep moet worden gedaan op tolken omdat de verdachten de Nederlandstalige taal niet machtig zijn moeten toch objectieve cijfers bestaan. U hebt gezegd dat u zich niet kunt baseren op cijfers. U moet eens de moeite doen om naar een correctionele zitting of een zitting van een jeugdrechtbank te komen en daar de rollen na te kijken. Daaruit blijkt zeer duidelijk dat heel veel van deze beklaagden van buitenlandse origine zijn. Ik dring erop aan dat daarover cijfers worden bijgehouden.
Wat de specifieke situatie in Brussel betreft, wil ik wijzen op een zaak waarbij een dame vijf jaar moest wachten voordat het proces eindelijk plaatsvond. Was er niet vooraf gemeld dat er een tolk nodig was? Ik vind dat merkwaardig, want meestal wordt dat tijdig aan de raadslieden gevraagd. Kon die zaak echt niet sneller worden uitgesteld? Nu moet de dame opnieuw bijna een half jaar wachten tot januari 2026. Zij is slachtoffer geweest van zware slagen. Dat zijn toch toestanden die men een gewone burger echt niet meer kan uitleggen.
Wat de problematiek van de btw betreft, zegt u dat u in onderhandeling bent met de FOD Financiën. Ik dring erop aan dat daar snel werk van wordt gemaakt, want het gaat om 21 % btw op die facturen. Het kan toch niet zo moeilijk zijn om dat gedeelte al tijdelijk te blokkeren. Ik dring erop aan dat u hier met hoge urgentie werk van maakt.
Tot slot, mevrouw de minister, is het niet de eerste keer dat hier beloftes worden gedaan. Ik heb u hierover al verschillende keren geïnterpelleerd, maar in de praktijk verandert er niets. U presenteert vandaag opnieuw een stappenplan en meldt overleg met de sector. Dat is goed en wel, maar mensen willen oplossingen. Alleen overleg en een aankondiging van een stappenplan zorgen er niet voor dat de facturen worden betaald.
U hebt eerder aangegeven dat u inspanningen doet om mensen op te leiden, maar dat die opleiding een jaar duurt. Pas dan zijn de administratieve krachten werkelijk operationeel. Wat betekent dat voor het wegwerken van de achterstand? Mevrouw de minister, dat belooft weinig goeds.
Tot slot heb ik een motie opgesteld.
Paul Van Tigchelt:
Dank u wel, mevrouw de minister. We delen de bekommernis dat vertalers, tolken en deskundigen in het algemeen tijdig betaald moeten worden, want anders haken ze af. Als u dit allemaal op een hoop gooit met problemen uit het verleden, wil ik dat toch wel nuanceren. In 2023 werd 90 % van die tolken namelijk binnen de 20 dagen betaald via Justinvoice. De gemiddelde betalingstermijn bedroeg 19 dagen. Vandaag, in 2025, zitten we aan 47 dagen. Daar moet dus een specifieke oorzaak voor zijn. Het is niet juist om te stellen dat dit allemaal de schuld van het verleden is. Dat klopt niet.
Kristien Van Vaerenbergh:
Dank u wel, mevrouw de minister, voor uw antwoord. Het is inderdaad een problematiek die regelmatig terugkeert en er zijn al lang problemen, zoals een gebrek aan informatisering en de complexe procedures. Het is nochtans heel belangrijk dat dit nu eindelijk eens opgelost raakt.
Zoals de collega’s zeggen, als u niet betaald wordt, waarom zou u dan nog voor justitie gaan werken? Het heeft allemaal zijn impact. Procedures duren al zo lang. Vijf jaar wachten vooraleer uw zaak gepleit kan worden, dat is heel lang voor een slachtoffer.
Misschien was het in deze concrete situatie niet zoals het initieel overkwam, maar er zijn wel degelijk situaties waarin tolken niet komen opdagen – begrijpelijk - omdat zij niet betaald worden. Ik hoop dus echt dat er concreet en snel stappen kunnen worden gezet.
Moties
Motions
Voorzitter:
Tot besluit van deze bespreking werden volgende moties ingediend. En conclusion de cette discussion, les motions suivantes ont été déposées. Een motie van aanbeveling werd ingediend door mevrouw Marijke Dillen en luidt als volgt: "De Kamer, gehoord de interpellatie van mevrouw Marijke Dillen en het antwoord van de minister van Justitie, belast met de Noordzee, - overwegende dat tolken en vertalers een taak van algemeen belang vervullen en essentiële schakels zijn binnen de werking van Justitie: kwalitatieve vertalingen en tolkdiensten in procedures zijn essentieel in een moderne rechtsstaat. Zij garanderen de naleving van het EVRM, de rechtspraak van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens en de Europese richtlijn 2010/64/EU betreffende het recht op vertolking en vertaling in strafprocedures, een richtlijn die bij wet van 25 april 2024 werd omgezet in de wetgeving, wat geleid heeft tot een verhoogd vertaalvolume; - overwegende dat de beëdigd vertalers en tolken nog steeds ondergewaardeerd zijn; - overwegende dat vertragingen in betalingen door de FOD Justitie en tegenstrijdige en bureaucratische procedures structureel zijn en ondanks de belofte van de minister van Justitie hen tijdig te betalen de betaalachterstand blijft voortduren; - overwegende dat gerechtstolken en -vertalers door de wanbetaling van Justitie zelf in de financiële problemen komen; - overwegende dat de tarieven voor dit beëdigd vertaal- en tolkwerk ontoereikend zijn en niet voldoen aan de economische realiteit; - overwegende dat ook de werkomstandigheden voor tolken in gerechtsgebouwen vaak erbarmelijk zijn, denken we onder meer aan een gebrekkige geluidsinstallatie, slechte akoestiek, het hoge spreektempo van magistraten en advocaten, een gebrek aan voorkennis van het dossier, wat het vaak moeilijk maakt de debatten te volgen. Dit in combinatie met te lange werktijden zonder pauzes bemoeilijkt vaak het leveren van kwalitatief werk; - overwegende dat taptolken vaak moeten werken in slecht ingerichte lokalen bij de politie met aftands meubilair en zonder daglicht; - overwegende dat door al deze problemen het risico groot wordt dat vele gerechtstolken en -vertalers dreigen af te haken waardoor rechtszaken in het gevaar komen omdat de rol van gerechtstolken vaak cruciaal is voor het goede verloop van de rechtszaken; vraagt de regering: - de nodige initiatieven te nemen om een voldoende budget te voorzien voor de gerechtskosten in het algemeen en voor de gerechtstolken en -vertalers in het bijzonder zodat alle gerechtskosten tijdig en correct betaald worden en ervoor te zorgen dat facturen van alle prestatieverleners betaald worden binnen de wettelijke termijn van 30 dagen; - de tarieven te herwaarderen waarbij de honoraria voor beëdigd vertalers en tolken wordt verhoogd in de lijn met de aanbevelingen van de HRZKMO; - de werkomstandigheden voor tolken in de rechtbank en bij de politie te verbeteren, onder meer door te investeren in een akoestische optimalisatie en moderne geluids- en fluisterapparatuur, tolken vooraf toegang te geven tot relevante informatie over het dossier en bij langere opdrachten standaard regelmatige pauzes in te lassen. Voor taptolken moeten bij de politie ergonomisch ingerichte werkruimtes worden voorzien en een performante hardware. - te zorgen voor een duidelijke regelgeving en tariefstructuur waarbij tegenstrijdigheden in de wetgeving betreffende de gerechtskosten wordt weggewerkt en er een transparante tariefstructuur wordt gecreëerd; - een eenvoudig, geautomatiseerd platform te ontwikkelen voor de bestelling, goedkeuring en verwerking van prestaties en betalingen, en dit toegankelijk te maken voor alle betrokken actoren binnen Justitie en politie; - de beëdigd vertalers en tolken toe te voegen aan de limitatieve lijst van personen met een maatschappelijke functie in de zin van artikel 79,4 ° van het nieuwe Strafwetboek zodat ze een betere bescherming genieten; - de veiligheid en anonimiteit te waarborgen voor vertaal- en tolkwerk in gevoelige dossiers door per gevoelig dossier een anoniem identificatienummer in te stellen. " [FR]Une motion de recommandation a été déposée par Mme Marijke Dillen et est libellée comme suit: " La Chambre, ayant entendu l'interpellation de Mme Marijke Dillen et la réponse de la ministre de la Justice, chargée de la Mer du Nord, - considérant que les interprètes et les traducteurs accomplissent une mission d'intérêt général et constituent des maillons essentiels dans le fonctionnement de la Justice, eu égard au fait que des traductions et des services d'interprétation de qualité dans les procédures sont essentiels dans un État de droit moderne; qu'ils garantissent le respect de la CEDH, la jurisprudence de la Cour européenne des droits de l’homme et la directive européenne 2010/64/EU relative au droit à l’interprétation et à la traduction dans le cadre des procédures pénales, une directive dont la transposition dans la législation par la loi du 25 avril 2024 a entraîné un accroissement du volume à traduire; - considérant que les traducteurs et interprètes jurés demeurent insuffisamment valorisés; - considérant que les retards de paiement par le SPF Justice ainsi que les procédures bureaucratiques et contradictoires sont structurels et que l'arriéré de paiement perdure malgré l'engagement de la ministre de la Justice à les payer à temps; - considérant qu'en raison des impayés de la Justice, les interprètes et traducteurs jurés doivent eux-mêmes faire face à des difficultés financières; - considérant que les tarifs pour les missions effectuées par les traducteurs et les interprètes jurés sont insuffisants et ne correspondent pas à la réalité économique; - considérant que de même, les conditions de travail des interprètes dans les palais de justice sont souvent déplorables, par exemple en raison d'une installation sonore défaillante, d'une mauvaise acoustique, d'un débit de parole soutenu de magistrats et d'avocats, d'un manque de connaissance préalable du dossier, ce qui rend souvent les débats difficiles à suivre, et que, combinée avec des horaires de travail trop longs sans pauses, cette situation rend souvent difficile la fourniture d'un travail de qualité; - considérant que les interprètes d'écoutes doivent souvent travailler dans des locaux de police mal aménagés, équipés d'un mobilier vétuste et dépourvus de lumière du jour; - considérant que tous ces problèmes augmentent le risque que de nombreux interprètes et traducteurs judiciaires décrochent, mettant en péril des affaires judiciaires puisque le rôle des interprètes judiciaires est souvent essentiel à leur bon fonctionnement; demande au gouvernement: - de prendre les initiatives nécessaires pour prévoir un budget suffisant pour les frais de justice en général et pour les interprètes et traducteurs judiciaires en particulier afin que tous les frais de justice soient réglés à temps et correctement et pour veiller à ce que les factures de tous les prestataires soient honorées dans le délai légal de 30 jours; - de revaloriser les tarifs en augmentant les honoraires des traducteurs et interprètes jurés conformément aux recommandations du CSIPME; - d'améliorer les conditions de travail des interprètes dans les tribunaux et les locaux de la police, entre autres en investissant dans une optimisation acoustique et dans des dispositifs modernes de sonorisation et d'écoute, en donnant aux interprètes un accès préalable aux informations pertinentes concernant le dossier, en prévoyant par défaut des pauses régulières dans le cas de tâches de longue durée, et en aménageant pour les interprètes d'écoutes des espaces de travail ergonomiques dans les locaux de la police, équipés de matériel informatique performant; - de prévoir une réglementation et une structure tarifaire claires éliminant les contradictions de la législation en ce qui concerne les frais de justice et créant une structure tarifaire transparente; - de développer une plateforme automatisée simple pour la commande, la validation et le traitement des prestations et des paiements, et de la rendre accessible à tous les acteurs concernés au sein de la Justice et de la police; - d'ajouter les traducteurs et interprètes jurés à la liste limitative des personnes exerçant une fonction sociétale au sens de l'article 79, 4° du nouveau Code pénal afin qu'ils bénéficient d'une meilleure protection; - de garantir l'anonymat des traducteurs et interprètes lorsqu'ils travaillent sur des dossiers sensibles, en créant un numéro d'identification anonyme pour chaque dossier sensible. " Een eenvoudige motie werd ingediend door de heer Steven Matheï. Une motion pure et simple a été déposée par M. Steven Matheï . Over de moties zal later worden gestemd. De bespreking is gesloten. Le vote sur les motions aura lieu ultérieurement. La discussion est close.
De onrustwekkende cijfers die wijzen op een gerechtelijk apparaat onder hoogspanning
Bekijk antwoord
Aurore Tourneur:
Madame la ministre, comme vous le savez, les rapports récents du Conseil supérieur de la Justice (CSJ), les déclarations des procureurs généraux, des présidents des cours et des barreaux dressent un tableau sombre et préoccupant de notre système judiciaire.
Les chiffres sont éloquents. La cour d'appel de Bruxelles, par exemple, subit de plein fouet un arriéré judiciaire endémique. La situation est d'ailleurs telle que les délais d'attente peuvent atteindre jusqu'à 7 ans dans certaines sections civiles. Pire, faute de moyens de recherche suffisants, les parquets correctionnels de Bruxelles ont vu le nombre d'affaires clôturées sans suite augmenter de 40 % entre 2019 et 2024.
Le rapport de la Commission européenne pour l'efficacité de la justice révèle que la Belgique consacre seulement 0,22 % de son PIB à son système judiciaire, bien en deçà de la moyenne européenne. Alors que nos magistrats traitent un nombre d'affaires par habitant trois fois supérieur à cette moyenne européenne, le manque de personnel est abyssal. Le Collège des cours et tribunaux estime qu'il faudrait 697 juges supplémentaires pour que les affaires puissent être traitées dans des délais raisonnables. Et je vous passe l'épisode de l'effondrement du plafond dans une des salles du Palais de justice de Bruxelles.
À l'issue de tous ces constats, madame la ministre, je souhaiterais vous poser les questions suivantes. Compte tenu de l'augmentation préoccupante des affaires clôturées sans suite par les parquets, quelles mesures immédiates envisagez-vous pour renforcer les moyens d'enquête et de recherche? Comment le gouvernement compte-t-il concrètement revoir le budget de la justice et réévaluer le cadre des juges, permettant ainsi de traiter les affaires de manière plus efficace, plus rapide et surtout plus humaine? Enfin, quelles actions concrètes mettrez-vous en œuvre pour résorber l'arriéré judiciaire, notamment à la cour d'appel de Bruxelles et à la cour d'assises, et pour restaurer la confiance des citoyens dans notre système judiciaire?
Annelies Verlinden:
Chère collègue Tourneur, je comprends la situation difficile dans laquelle se trouvent les parquets, les cours et les tribunaux. Je suis heureuse que vous la reconnaissiez également. Afin d'inverser la tendance, j'ai plaidé pour une augmentation des moyens alloués à la justice dans le cadre de l'accord de Pâques. Avant l'été, j'ai élaboré en concertation avec l'ordre judiciaire un plan d'impulsion visant à répondre aux besoins les plus urgents. L'une des mesures concerne un renforcement de 8 millions d'euros pour les parquets, afin de recruter des magistrats et du personnel judiciaire supplémentaire. Le Collège du ministère public attribuera ces moyens et, en collaboration avec le Collège, nous contrôlerons l'impact concret de ces moyens supplémentaires sur les résultats.
Ce plan d'impulsion ne constitue qu'une première étape dans le renforcement de la justice. C'est la raison pour laquelle j'ai à nouveau soumis une demande de moyens supplémentaires dans le cadre des prochaines discussions budgétaires. Je compte donc sur votre soutien, ainsi que sur celui de votre parti. Vous indiquez à juste titre que les cadres légaux actuels ne correspondent pas aux besoins réels en matière de disponibilité de ressources humaines au sein de l'ordre judiciaire. Il est clair que nous devons évoluer vers un dispositif qui combine une gestion flexible du personnel à des garanties de dotations de base dans tout le pays.
C'est pourquoi l'accord de gouvernement prévoit que, dans le cadre de l'autonomisation de l'ordre judiciaire, les cadres légaux du personnel soient remplacés par un modèle d'allocation réglementé par la loi sur la base de paramètres objectifs fixés par la loi, notamment la mesure de la charge de travail, qui tient déjà compte de la complexité des dossiers. Ce modèle indiquera auprès de quelle juridiction il convient de renforcer prioritairement les effectifs ou d'ouvrir des postes vacants de magistrats.
Ce processus de transition nécessitera un certain temps. Entre-temps, les collègues sont habilités, dans le cadre de leur plan de places vacantes réguliers, à déterminer eux-mêmes les priorités concernant l'ouverture des postes vacants. Par ailleurs, l'article 186 § 1/1 du Code judiciaire permet déjà, dans les limites qu'il fixe, de déroger par arrêté royal au cadre fixé par la loi.
En octobre 2024, des ajustements ont déjà été apportés de cette manière aux effectifs des magistrats du ministère public pour les juridictions d'Anvers et de Gand. À ma demande, un exercice similaire est en préparation au sein des cours et tribunaux. Concernant la situation particulière de la cour d'appel de Bruxelles, il convient de rappeler qu'en 2024, les cadres temporaires des conseillers en surnombre ont été intégrés dans le cadre légal de la cour de manière à lui conférer plus de stabilité. Des rapports du Conseil supérieur de la Justice consacrés à la cour d'appel de Bruxelles contiennent des propositions qui permettraient de réduire l'arriéré sans grande incidence budgétaire.
L'accord de gouvernement prévoit que le rétablissement de la confiance envers le système judiciaire implique que les autorités publiques respectent l' É tat de droit. En concertation avec les juges d'instruction et les ministères publics qui ont déjà formulé conjointement certaines propositions, le gouvernement réformera le droit de la procédure pénale.
Cette réforme vise à moderniser, à rendre plus efficaces et à accélérer les procédures pénales.
La loi sur la détention préventive sera revue afin de moduler l'intervention de la Chambre du conseil. Il est notamment examiné si celle-ci peut statuer tous les six mois sur le maintien ou non de la détention préventive pour les infractions liées à la criminalité organisée, au terrorisme, aux homicides ou aux séjours irréguliers, avec la possibilité pour les détenus d'introduire une demande de mise en liberté anticipativement.
Nous analysons l'incidence de cette mesure sur la population carcérale. Le recours à la procédure de comparution immédiate est encouragé et facilité afin de permettre à la Justice de réagir le plus rapidement possible après la commission d'une infraction et d'éviter le sentiment d'impunité. Une réflexion est également en cours, en concertation avec le Collège des cours et tribunaux sur les mesures à prendre en vue d'accélérer la procédure civile et ainsi lutter contre l'arriéré judiciaire, notamment à la cour d'appel de Bruxelles. Je vous remercie.
Aurore Tourneur:
Merci madame la ministre pour vos réponses. Soyez sûre que mon groupe et moi-même sommes pleinement conscients de la complexité du monde judiciaire. Nous ne voulons absolument pas jeter la pierre mais souhaitons plutôt recenser les solutions durables aux défis observés par les professionnels du secteur. Dès lors, je vous souhaite à vous et au gouvernement un bon travail dans le cadre du conclave budgétaire, afin de prendre des décisions équilibrées et vitales pour notre É tat de droit. Merci madame la ministre.
Voorzitter:
Madame la ministre devait nous quitter à 18 h 00. Je considère donc que c'était la dernière question qu'elle pouvait traiter. Je félicite le collègue Cornillie pour sa motivation. Il est resté tout l'après-midi et n'aura pas pu poser sa question, j'en suis désolé. Deux autres questions ont été transformées en questions écrites: il s'agit des questions n° 56008045C et 56008355C de M. Van Hecke et de la mienne, portant le n°56008593C. Les autres questions sont considérées comme reportées et seront évidemment traitées. La réunion publique de commission est levée à 18 h 03. De openbare commissievergadering wordt gesloten om 18.03 uur.