Commissievergadering op 21 oktober 2025
Vragen
De volgende vragen werden gesteld tijdens deze commissievergadering.
Het openstellen van markten
Gesteld door
Aan
David Clarinval (Minister van Werk, Economie en Landbouw)
Bekijk antwoord
Voorzitter:
Aangezien ik even naar de commissie voor Justitie moet, laat ik me graag even vervangen.
Voorzitster: Annik Van den Bosch.
Présidente: Annik Van den Bosch.
Annik Van den Bosch:
Mijnheer de minister, de voorbije weken hebben we in de commissie voor Economie – waar ik normaal zit, maar deze vraag werd naar u doorgestuurd – verschillende hoorzittingen over onze industrie gehad. Overal hoorden we terug dat de energiecrisis een van de grote oorzaken van de moeilijkheden is waarmee onze industrie vandaag kampt. Bedrijven snakken naar zuurstof, maar de hoge energieprijzen blijven hun adem afsnijden.
Deze crisis is niet uit de lucht komen vallen. Het is het gevolg van een politieke keuze, namelijk de liberalisering van de energiemarkt. Sinds de liberalisering hebben we de controle over onze energieprijzen helemaal aan de markt uit handen gegeven. Toen die markt begon te ontsporen, zijn de prijzen gewoon ontploft. Vandaag betalen gezinnen en bedrijven daarvoor nog altijd de prijs. Terwijl onze bedrijven kreunen onder de hoge energiekosten, zien we dat energieproducenten recordwinsten blijven boeken. Dat klopt gewoon niet.
Wij van de PVDA vinden dat het tijd is om het roer om te gooien. We moeten opnieuw publieke controle krijgen over onze energie, via een publieke speler die energie aan kostprijs levert. Dat zou niet alleen de gezinnen helpen, maar ook onze bedrijven opnieuw zuurstof geven, zodat ze kunnen blijven investeren in jobs en deze behouden.
Mijnheer de minister, erkent u dat de liberalisering van de energiemarkt voor onze gezinnen en bedrijven niet heeft gewerkt? Welke maatregelen zult u nemen om de prijs van energie voor onze industrie en de gezinnen te laten dalen?
Mathieu Bihet:
Mevrouw Van den Bosch, in de geliberaliseerde markt van vandaag is het toezicht op de werking van de markt toevertrouwd aan een onafhankelijke regulator, de CREG. Ik laat het dan ook aan de CREG om zich uit te spreken over de werking van de markt. Aarzel niet om de CREG daarover te bevragen, met name tijdens hoorzittingen georganiseerd in de commissie voor Energie.
De regering wil nog steeds onze industrie en de competitiviteit ervan steunen. Het economisch herstel en de strategische autonomie van ons land zijn ondenkbaar zonder de zorgen op het vlak van competitiviteit aan te pakken. In dit opzicht wil de regering een ambitieuze energienorm aannemen om onze energie-intensieve industrie te steunen.
We willen zo snel mogelijk tot een resultaat komen en hadden het nodige voorbereidende werk tijdig afgerond om deze kalender te respecteren, maar de feedback van de Europese Commissie over punten die niet eerder waren voorgelegd door de vorige regering inzake de wettelijke grondslag, heeft dat verhinderd. We laten onze bedrijven echter niet vallen en maken werk van de ondersteuning van onze competitiviteit met inachtneming van de Europese regels.
Tegelijkertijd heb ik al gezegd dat de koopkracht van de gezinnen behouden zal blijven. Mijn optreden zal altijd worden gestuurd door een evenwicht tussen competitiviteit en de koopkracht van onze medeburgers. De betaalbaarheid van onze energie is een fundamenteel punt van ons regeerakkoord en we werken in die richting. Hoe meer onze energieautonomie gegarandeerd is, hoe beter de koopkracht beschermd zal worden. Ik dank u.
Annik Van den Bosch:
Dank u wel voor uw antwoorden, mijnheer de minister. Ik geloof nog altijd dat de prijzen beter gereguleerd zullen zijn als energie uit de markt wordt gehaald, maar ik zie dat u toch bepaalde stappen zet en ik kijk uit naar de resultaten daarvan. Dank u wel.
De energienorm
Bekijk antwoord
Bert Wollants:
Mijnheer de minister, het gaat om een zaak waarover we al meerdere keren vragen hebben gesteld en die we van nabij trachten op te volgen. We konden in de kranten lezen dat u het Clean Industrial State Aid Framework wilt gebruiken om de kostprijs van elektriciteit voor onze bedrijven te verlagen en in het bijzonder voor diegenen die zeer veel elektriciteit nodig hebben voor hun processen. De suggestie om het mechanisme van CISAF te onderzoeken en zo tot een oplossing te komen, hadden we u trouwens eerder in een schriftelijke of mondelinge vraag reeds gegeven.
Vandaag worden er in het werkveld al enkele voorstellen gedaan om een dergelijke maatregel te financieren, bijvoorbeeld via de regulatoire saldi die bestaan in de aardgassector, onder andere op het vlak van LNG. Het is echter niet duidelijk of die piste wordt gevolgd.
Op welke manier gaan we daarmee aan de slag? Welke stappen moeten concreet worden genomen om dit in praktijk te brengen? Wanneer mogen we een wetsontwerp over dit onderwerp verwachten? Wat zijn de krijtlijnen van dit voorstel en waarop mogen onze bedrijven rekenen? Wat is ten slotte de kostprijs van uw voorstel, op welke manier wilt u het financieren en welke bedragen denkt u nodig te hebben? Ik kijk uit naar uw antwoord.
Mathieu Bihet:
Mijnheer Wollants, ik heb het al vele malen gezegd, de regering zal de bedrijven niet laten vallen. De implementatie van een van de maatregelen die toegestaan zijn door het nieuwe staatssteunkader CISAF zou het mogelijk kunnen maken om onze bedrijven te steunen via de elektriciteitsprijs. De uitvoering van deze maatregelen vereist in de eerste plaats een wetswijziging, evenals de vervanging van artikel 12quinquies van de elektriciteitswet van 29 april 1999 door een machtiging gegeven aan de Koning, gevolgd door een koninklijk besluit. Dergelijke maatregelen vereisen een voorafgaande staatssteunaanmelding overeenkomstig artikelen 107 en 108 VWEU in het kader van CISAF, gevolgd door de goedkeuring van de staatssteun door de Europese Commissie.
Wat de details van de maatregelen betreft, zijn de technische en politieke discussies momenteel gaande. U wilt, net als ik, de competitiviteit van onze bedrijven ondersteunen. Daarom zult u begrijpen dat het, om de kans op een efficiënt en snel resultaat te maximaliseren, niet wenselijk is om dat hier op dit moment verder toe te lichten. Ik dank u.
Bert Wollants:
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Dit is een vrij dringende kwestie. We weten allemaal dat de bedrijven sinds januari ondertussen 80 % meer transmissienettarieven betalen, bovenop de huidige relatief hoge elektriciteitsprijzen. Men hoopt al heel lang dat er op het vlak van de transmissienettarieven iets zou worden gedaan. Dat is een piste die door de Europese Commissie wat moeilijk is gemaakt, wat we begrijpen, maar tegelijkertijd moeten we wel stappen zetten om te zorgen voor resultaten. Ik kan u alleen maar aanmoedigen om hier vaart mee te maken en daarover ook te overleggen met de industrie zelf, zodat we allemaal aan dezelfde kar kunnen trekken. Het is een grote uitdaging om onze industrie overeind te houden in deze crisis. De bedrijven hebben het vandaag heel moeilijk en het zou bijzonder jammer zijn als een aantal daarvan overkop zou gaan omdat we niet tijdig met een mechanisme zijn gekomen. Ik vrees dat ik u hierover nog een aantal keer vragen zal moeten stellen, want het is absoluut nodig dat er iets gebeurt ter bescherming van onze welvaart.
De stijging van de elektriciteitsprijzen
Bekijk antwoord
Marie Meunier:
Monsieur le ministre, depuis la mise à l’arrêt définitive du réacteur nucléaire de Tihange 1 le 1 er octobre dernier, le prix de gros de l’électricité a connu une hausse de 7 % en seulement cinq jours. Cette augmentation rapide suscite une inquiétude quant à l’évolution future des prix pour les consommateurs. Nous avons donc une production aujourd’hui en recul et une demande, par ailleurs, croissante.
Il n’y a pas besoin d’être économiste pour comprendre que cette situation continuera non seulement de faire augmenter les prix, mais placera aussi la Belgique dans une dépendance vis-à-vis de nos voisins et des marchés internationaux.
À la lumière de la précédente séance de questions dans cette commission et des échanges qu’on a d’ailleurs eu l’occasion d’avoir, force est de constater qu’aucun plan clair et crédible n’a encore été présenté pour faire face à cette situation. En même temps, plusieurs acteurs du secteur pointent les retards accumulés dans le développement de l’énergie éolienne offshore . Dans cet contexte, j’ai plusieurs questions à vous poser.
Comment comptez-vous agir et réagir concrètement et rapidement pour éviter une nouvelle hausse du prix de l’électricité pour les ménages et les entreprises belges? Disposez-vous à présent d’un plan clair pour renforcer la production? Si oui, pouvez-vous nous communiquer un calendrier?
Mathieu Bihet:
Madame Meunier, je suis très content que, désormais, personne ne considère plus le nucléaire comme l'énergie du passé. Vous avez 1 000 fois raison. La fermeture de Tihange a eu un impact clair sur le prix de l'électricité.
Pour renforcer la production, je mets notamment en œuvre, comme le prévoit l'accord de gouvernement, le développement de l'éolien offshore et le développement des capacités nucléaires. Nous soutenons aussi le maintien et le développement des capacités électriques nécessaires à notre sécurité d'approvisionnement, notamment via le mécanisme de rémunération de capacité (CRM). Ce dernier permet aussi de soutenir les capacités de stockage. Je travaille, par ailleurs, en étroite coopération et collaboration avec mes homologues européens comme je l'ai fait hier à l'occasion du Conseil européen des ministres de l' É nergie afin de renforcer les interconnexions avec les pays voisins.
En ce qui concerne le nucléaire, le redémarrage de Doel 4 a eu lieu le 14 octobre 2025, conformément à l'accord avec l'opérateur sur l'exploitation à long terme (LTO). Pour la prolongation de Tihange 1, comme je l'ai dit le 30 septembre lors de la précédente séance de questions, nous travaillons afin de maximiser l'aboutissement des discussions. Il est judicieux de ne pas dévoiler le contenu de ces négociations à ce stade.
S'agissant du développement éolien en mer, nous travaillons activement à la préparation du nouvel appel d'offre pour la première parcelle de la zone princesse Elisabeth. J'ai chargé la direction générale de l'énergie d'examiner les pistes pouvant affecter favorablement le strike price , de sorte à limiter l'impact du Contract for Difference (CFD) sur les finances publiques et, par conséquent, sur les citoyens. Il est actuellement prévu que cet appel d'offre soit publié à la fin du premier trimestre 2026.
Marie Meunier:
Je vous remercie, monsieur le ministre, pour votre réponse. N'hésitez pas à revenir rapidement vers nous avec un plan pour renforcer le production!
De competitiviteit van België
Bekijk antwoord
Lieve Truyman:
Een minister is bevoegd voor zijn materie, maar die bevoegdheid staat uiteraard niet op zichzelf. Ik volg zelf vooral de commissie voor Economie op. Zoals collega’s daarnet al zeiden, krijgen wij tijdens hoorzittingen van professoren en experts heel vaak te horen dat onze competitiviteit onder druk staat. Bedrijven verlaten ons land, er is geen zekerheid meer en er zijn heel wat vraagtekens.
Een van de onzekerheden die vaak naar boven komt is de energievoorziening. Daarom kom ik met de vlag van onze economie, ten gunste van onze bedrijven, in de commissie voor Energie vragen wat wij op relatief korte termijn kunnen doen om de bedrijven opnieuw de zekerheid en het vertrouwen te geven om in België en in onze werknemers te investeren, zodat onze koopkracht behouden blijft.
Als we ook kijken naar de huidige digitale revolutie, zien we dat de VS en China daar al zeer ver mee staan. Europa hinkt achterop. Wij zijn met een inhaalbeweging bezig, maar al die AI-toepassingen en datacenters vergen enorm veel energie. Steeds meer bedrijven maken gebruik van die datagegevens. In de zorgsector wordt bijvoorbeeld veel meer datagedreven gewerkt. Ik zou het absoluut niet fijn vinden als een van de computers in een ziekenhuis zou uitvallen, waardoor het leven van sommige mensen in gevaar zou komen. Het is belangrijk dat wij voor de AI-toepassingen en de data, die enorm veel energie vragen, ook energie kunnen aanleveren.
Mijnheer de minister, hoe kunnen wij onze bedrijven en onze zorgsector de garantie geven dat er voldoende energievoorzieningen zijn om gebruik te maken van AI? Hoe kunnen we dat in ons beleid implementeren?
Mathieu Bihet:
Mevrouw Truyman, ik ben het met u eens dat onze bedrijven en industrie voor serieuze uitdagingen staan. De hoge energieprijs in de EU is een van de factoren die parten speelt. Binnen mijn bevoegdheden ben ik samen met mijn federale collega’s bezig met het voorbereiden van maatregelen die een competitief ondernemingsklimaat moeten creëren, zodat de Belgische industrie opnieuw kan floreren.
Zoals vermeld in het regeerakkoord, werken we onder meer aan de implementatie van energienormen. Daarnaast heeft de regering het initiatief MAKE 2025-2030 opgestart om samen met de sector concrete voorstellen uit te werken ter verbetering van de situatie.
In dat kader werken twee energiewerkgroepen aan de thema’s energiekosten en energie-infrastructuur. Die werkgroepen zijn van start gegaan en zullen zeer binnenkort aanbevelingen formuleren voor concrete maatregelen.
Tevens bekijken we de voorwaarden van de wettelijk verplichte competitiviteitsstudie rond energie. Dat blijft de basis voor het uitwerken van maatregelen. Het is dus cruciaal dat zij duidelijk aangeven waar de pijnpunten zich precies bevinden, zodat we gericht ondersteuning kunnen bieden.
Ten slotte, ik kan u geruststellen dat de regering, ikzelf, de regulator en de netbeheerders allemaal als doel hebben te voorzien in een voldoende krachtig energiesysteem dat niet alleen voldoende energie levert, maar ook betrouwbaar, duurzaam en betaalbaar is. Het gebruik van AI door bedrijven is daarbij een aandachtspunt dat zeker op onze radar staat. Tegelijk waken we erover dat het energieverbruik van het gehele economisch weefsel beheersbaar blijft.
Lieve Truyman:
Mijnheer de minister, het stemt mij positief dat het dossier goed op de radar staat en dat er diverse werkgroepen mee bezig zijn. Ik kijk uit naar de aanbevelingen die zij zullen bezorgen, zodat we daar verder mee aan de slag kunnen. Het dataverbruik van artificiële intelligentie is gigantisch, waardoor er ook veel energievoorziening voor nodig zal zijn. Dank u wel voor uw antwoord.
De energiebehoefte van de datacenters in Wallonië
De dreigende druk op het elektriciteitsnet door AI en het stijgende aantal datacenters
De impact van datacenters op de netcapaciteit
Gesteld door
PS
Marie Meunier
MR
Hervé Cornillie
CD&V
Phaedra Van Keymolen
Aan
Mathieu Bihet (Minister van Energie)
Bekijk antwoord
Marie Meunier:
Monsieur le ministre, Google a récemment annoncé un nouvel investissement de 5 milliards d’euros en Wallonie, notamment pour étendre son centre de données de Saint-Ghislain et pour potentiellement relancer son projet à Écaussinnes.
Ces infrastructures sont importantes pour notre économie mais elles sont également extrêmement énergivores. Google affiche la volonté de fonctionner à 100 % à l’énergie décarbonée, mais cette ambition ne pourra se concrétiser que si notre pays parvient à garantir un approvisionnement suffisant en électricité verte.
Au vu de la demande d’électricité de l’industrie numérique qui explose, ces projets posent la question stratégique de la planification énergétique.
Monsieur le ministre, quelle évaluation avez-vous menée sur les besoins supplémentaires en électricité que ces projets représenteront pour la Wallonie? Dispose-t-on aujourd’hui des capacités suffisantes en production d’électricité décarbonée pour répondre à ces nouveaux besoins? Des discussions ont-elles été engagées avec Google à ce sujet?
Phaedra Van Keymolen:
Mevrouw de voorzitster, mijnheer de minister, we hadden daarnet een interessante toelichting over AI. Dat is het nieuwe thema in de adviescommissie voor Wetenschappelijke en Technologische Vraagstukken. Het was heel interessant. We mogen het belang van innovatie niet onderschatten, maar daarover gaat het nu niet, het gaat over de datacentra en het energieverbruik.
Google kondigde onlangs een bijkomende investering van 5 miljard euro aan in zijn datacenter in Saint-Ghislain. Deze datacentra, zeker met de doorbraak van artificiële intelligentie, beginnen steeds zwaarder door te wegen op ons energiesysteem. Het Internationaal Energieagentschap verwacht dat hun elektriciteitsverbruik wereldwijd tegen 2030 zal toenemen tot 945 terawattuur, wat enorm veel is.
Elia wees in het verleden al op de toenemende netcongestie. Tegelijkertijd wordt het voor andere industriële spelers steeds moeilijker om garanties te krijgen over aansluiting, uitbreiding of toekomstige capaciteit. In Nederland is al een rem gezet op de komst van nieuwe datacenters. Dat gebeurt trouwens niet alleen in Nederland, maar ook in andere landen. Als ik de pers mag geloven, doet België het tegenovergestelde. Men verwelkomt de datacentra in ons land.
Hoe beoordeelt u de snelle groei van energie-intensieve projecten zoals datacentra in ons land, in het licht van de beschikbare netcapaciteit?
Acht u het opportuun om werk te maken van een beleidsmatig kader dat datacentra niet louter als investeringen bekijkt, maar hun maatschappelijke en economische meerwaarde afweegt ten aanzien van hun impact op ons energiesysteem?
Mathieu Bihet:
Mijn antwoord omvat met name informatie over de verwachte evolutie van de vraag naar elektriciteit van datacenters in België in het kader van mijn bevoegdheden als federaal minister van Energie.
Wat de geactualiseerde verbruikscijfers betreft, hebben de Belgische datacenters in 2024 3,2 terrawattuur verbruikt of ongeveer 4 % van het nationale elektriciteitsverbruik.
En ce qui concerne les projections pour le futur, l'étude du Boston Consulting Group (BCG) propose trois scénarios pour 2030. Un scénario bas de 682 MW, un scénario qui suit les capacités annoncées de 823 MW et un scénario de fort développement de 922 MW.
Ces trois scénarios correspondent à une augmentation de la demande en électricité de respectivement – accrochez-vous! – 2,1, 3,4 et 4,6 TWh en 2030. Dans la dernière étude sur l'adéquation et la flexibilité réalisée par Elia et publiée en juin 2025, une consommation additionnelle de 2,5 TWh avait été prévue pour 2030 dans leur scénario du Current Commitments . À l'horizon 2050, en termes de consommation, la demande électrique des data centers atteindrait respectivement 10,5, 18,5 et 34 TWh selon les différents scénarios de l'étude du BCG.
Mijn teams en ik volgen aandachtig de evolutie van het verbruik van de datacenters en de globale adequatie van het systeem om de elektriciteitsbevoorrading te verzekeren en elk schadelijk tekort voor onze huishoudens en onze economie te vermijden. In dit verband herinner ik u onder andere aan de jaarlijkse kalibratie van de vraag in het kader van het CRM.
Ik herinner u tevens aan mijn voornemen om het elektriciteitsproductiepark te versterken, zoals vastgelegd in ons regeerakkoord en met name de ontwikkeling van offshore windenergie, kernenergie en thermische capaciteit in het kader van het CRM, om zo de doelstelling van koolstofneutraliteit in 2050 te halen.
Afin de limiter les périodes de tension sur le réseau consécutives à cette évolution de la consommation électrique, la prise en compte de l'évolution des centres de données sera traitée à travers le plan de développement du réseau de transport fédéral 2028-2038 qui est en cours d'élaboration. J'y veillerai tout particulièrement lors de l'approbation de ce plan.
Comme indiqué précédemment, il y a également la plateforme stratégique MAKE 2025-2030 au moyen de laquelle le fédéral et les entités fédérées entendent renforcer la compétitivité, la résilience et la durabilité de notre industrie. Je veillerai à favoriser le développement de capacités énergétiques stratégiques. Ces enjeux sont examinés en collaboration avec les différentes parties prenantes afin de dégager des pistes durables pour notre réseau en fonction des enjeux présents et, surtout, à venir. À ce propos, nous avons évidemment parlé des projets de Google et de l'investissement. Cependant, il ne m'appartient pas, et vous connaissez ma logique, de commenter la stratégie d'une entreprise privée.
Marie Meunier:
Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse assez complète, je dois le reconnaître. Nous ne manquerons pas de revenir vous interroger à ce sujet. Vous vous doutez bien que, venant des environs de Saint-Ghislain, je considère cette infrastructure complémentaire comme importante pour notre environnement, d'autant qu'elle soulèvera plusieurs questions d'un point de vue énergétique. Je ne manquerai donc pas de revenir devant vous à ce propos.
Phaedra Van Keymolen:
Dank u wel, mijnheer de minister. In Nederland zijn er inderdaad al veel bedrijven die momenteel niet kunnen aansluiten. Dat is uiteraard een scenario dat we willen vermijden. Bij ons geldt momenteel het principe first come, first served . U gaf aan dat u het verder opvolgt. Wij zullen dat in de commissie zeker ook doen. In uw antwoord aan collega Truyman zei u dat er twee energiewerkgroepen bezig zijn met het uitwerken van diverse maatregelen. Ik veronderstel dat dit daar ook aan bod zal komen. We kijken dan ook uit naar die voorstellen. De vraag naar energie voor datacentra zal zeker nog terugkomen. Dat is naar mijn mening een van de grote uitdagingen voor de komende periode.
De congestie van het hoogspanningsnet
Bekijk antwoord
Oskar Seuntjens:
Mevrouw de voorzitster, mijn vraag sluit nauw aan bij de vorige vragen die zijn gesteld, dus ik zal de context niet volledig herhalen. Ik heb echter nog enkele vragen genoteerd die volgens mij nog niet zijn gesteld. Ik zal proberen die te behandelen binnen de voorziene twee minuten.
Mijnheer de minister, mijn vragen hebben betrekking op het hoogspanningsnet en de datacenters.
Is ons hoogspanningsnet voldoende voorbereid? Daarop hebt u zonet geantwoord.
Welke analyses hebben uw administratie of de netbeheerder gemaakt van de impact op de netstabiliteit en de bevoorradingszekerheid? Hoe verhoudt deze investering zich tot de Boucle du Hainaut? Zal er na deze investering nog ruimte zijn voor andere klanten op het hoogspanningsnet? Wat is de timing voor de Boucle du Hainaut en hoeveel bijkomende onthaalcapaciteit zal die creëren?
In welke mate worden aanvragen voor bijkomende netaansluitingen op het Elia-net afgestemd met de regionale distributienetbeheerders? Welke criteria hanteert Elia momenteel bij het behandelen van aanvragen voor netaansluitingen of verzwaringen? Bent u van mening dat een soort prioriteringskader voor netaansluitingen noodzakelijk is?
Op de laatste vraag hebt u reeds geantwoord.
Tot daar de vragen die overblijven na het vorige debat.
Mathieu Bihet:
Mijnheer Seuntjens, bij het opstellen van het plan voor de ontwikkeling van het net houdt Elia natuurlijk rekening met alle netgebruikers. Het distributienet is een van de belangrijkste gebruikers van het net, wat coördinatie en overleg tussen de netbeheerders noodzakelijk en frequent maakt.
Het proces van de aansluitingsaanvraag wordt op zijn beurt geregeld door de gedragscode van de CREG. Ik nodig u uit om kennis te nemen van de methodologie ontwikkeld door Elia voor de aansluitingsaanvragen, conform artikel 22, 1e lid bis, van de gedragscode.
Onlangs werd een nieuwe versie van de aansluitingsmethodologie voorgesteld aan de netgebruikers. Elia heeft onlangs een nieuwe categorie Datacentergebruikers geïntroduceerd. De categorisering is bedoeld om te voorkomen dat de snelle opkomst van bepaalde soorten gebruikers, zoals batterijen en datacenters, waarop niet geanticipeerd zou zijn de beschikbare capaciteit zou kannibaliseren ten nadele van andere gebruikers.
Gezien de heel sterke stijging van het aantal aanvragen voor aansluiting op het Elia-net enerzijds en op de transmissienetten anderzijds, is het noodzakelijk om het principe wie eerst komt, eerst maalt te herzien. Het is ook van cruciaal belang de capaciteitsreserveringen strikt te beheren, met name door ervoor te zorgen dat de toegewezen gereserveerde capaciteit daadwerkelijk wordt gerealiseerd of, in het omgekeerde geval, wordt vrijgegeven.
Het in kaart brengen van de industriële behoeften in het hele land om de nuttige ontwikkeling van het transmissienet voor elektriciteit zo goed mogelijk te plannen, is een essentiële maatregel die samen met de gewesten moet worden gerealiseerd. Deze maatregel wordt besproken en ik volg de werkgroep MAKE2025-2030 over de strategische energie-infrastructuur aandachtig op.
Wat betreft de ontwikkeling van het net en uw vraag over de Lus van Henegouwen, dit project maakt deel uit van de langetermijnplanning waarvan de administratieve en technische fases tussen 2025 en 2033 zijn gespreid. De gezamenlijke ingebruikname van het project is gepland rond 2032 of 2033.
De Lus van Henegouwen zal extra transmissiecapaciteit bieden tussen de onderstations van Avelgem en Courcelles. Het project zal het met name mogelijk maken de output van offshore windmolenparken op het net te integreren en een antwoord te bieden op de problemen van verzadiging van het 150 kilovolt-net in de provincie Henegouwen.
Het biedt nieuwe ontwikkelingsperspectieven voor de regio. Investeringen zoals de Lus van Henegouwen zullen immers de capaciteit van het midden- en laagspanningsnet verhogen, zodat stroom uit het hoogspanningsnet kan worden geput en er zo bijgedragen wordt aan de economische ontwikkeling van de regio.
Oskar Seuntjens:
Bedankt, mijnheer de minister, voor uw volledig antwoord. Dat is alles wat ik voorlopig wilde weten. We blijven het opvolgen.
Het sociaal energietarief
De hervorming van het sociaal tarief
Bekijk antwoord
Nahima Lanjri:
Mijnheer de minister, op 24 april keurde zowel de meerderheid als een deel van de oppositie mijn resolutie om het sociaal tarief te hervormen en rechtvaardiger te maken, goed. We mogen immers niet alleen rekening houden met het sociaal statuut. Als we het sociaal tarief echt rechtvaardig willen maken, moeten we het ook kunnen toekennen aan personen met een beperkt inkomen maar zonder sociaal statuut. De hervorming van het sociaal energietarief staat trouwens ook in het regeerakkoord.
Op vragen van collega's hebt u onlangs geantwoord dat er momenteel nog onzekerheid is over twee factoren, namelijk de accijnsverhoging en het Emission Trading System (ETS) of het ruilsysteem van uitstoot tussen bedrijven. Ook al laat zowel de accijnsverhoging als de invoering van ETS2 nog lang op zich wachten, de impact ervan kan al vrij goed worden ingeschat, waardoor we eigenlijk niet met de hervorming van het sociaal tarief hoeven te wachten. Zo gaat men op dit ogenblik uit van een impact van ETS2 op de energiefactuur voor aardgas van ongeveer 1 cent per kilowattuur. Ik laat even opmerken dat de gasprijzen tijdens de energiecrisis een paar jaar geleden veel sterker stegen en het sociaal tarief die sterke stijging toch perfect kon opvangen en stand hield. Uiteraard moet het sociaal tarief na de hervorming even flexibel tegemoet kunnen komen aan onzekerheid zowel op het vlak van aardgasprijzen als op het vlak van de ETS2-prijs te
Met de accijnshervorming zal elektriciteit goedkoper worden dan aardgas, waardoor de kosten voor het sociaal tarief voor elektriciteit lager zullen liggen en de stijging van de kosten voor het sociaal tarief voor aardgas min of meer compenseren. Beide effecten zullen elkaar dus in evenwicht houden, waardoor de impact ervan met relatieve zekerheid kan worden ingeschat.
Mijnheer de minister, hoe ver staat u momenteel met het overleg over de hervorming met de consumentenorganisaties, de vakbonden, de sociale diensten en het Sociaal Verwarmingsfonds?
Het Parlement verzoekt de regering in de resolutie om het sociaal tarief zoveel mogelijk automatisch toe te kennen door snel werk te maken van de federale databank. Hoe ver staat u daarmee?
Hebt u een oplossing voor wie zich met stookolie of andere brandstoffen verwarmt en dus geen eigen aansluitpunt heeft?
Voorts dringt het Parlement er bij de regering in de resolutie op aan om te onderzoeken welke vermogenscriteria als referentie kunnen worden gebruikt om het sociaal tarief toe te kennen. Is er al duidelijkheid over hoe u dat zal invullen?
In de resolutie, die door alle partijen, op een na, werd goedgekeurd, ook uw partij, staat dat de hervorming rond moet zijn tegen 1 januari 2026. Hoe zult u ervoor zorgen dat die datum wordt gehaald?
Marie Meunier:
Monsieur le ministre, dans l’accord de gouvernement, vous annoncez envisager une réforme budgétairement neutre du tarif social ainsi que des interventions du fonds social de chauffage. Votre accord souligne la volonté d’aller vers une intervention forfaitaire, et ce malgré les avis négatifs, notamment émis par la CREG.
Allez-vous continuer à soutenir une logique d’intervention forfaitaire en remplacement du système actuellement en vigueur? Quel est votre calendrier pour cette réforme? Vous savez que j’aime beaucoup les calendriers. Je n’en ai pas encore reçu beaucoup en termes de réponses, mais j’aime savoir vers quoi nous nous dirigeons. Quand comptez-vous mettre en œuvre cette réforme? Tiendrez-vous compte des nombreux avis formulés, notamment par les régulateurs et les associations? Pouvez-vous dresser la liste des acteurs que vous allez consulter? Enfin, envisagez-vous de mener une étude afin d’évaluer les impacts de cette réforme sur le budget des citoyens concernés?
Mathieu Bihet:
Pour ce qui est du calendrier, une réponse vous a déjà été apportée le 30 septembre dernier.
Het regeerakkoord voorziet erin dat voor de budgetneutrale hervorming van het sociaal energietarief en de tussenkomsten van het Sociaal Verwarmingsfonds wordt gekeken in de richting van een transparante, inkomens- en vermogensgebaseerde en technologieneutrale forfaitaire tussenkomst. Zoals in de algemene beleidsnota staat, moet de maatregel worden aangepast aan de behoeften. De forfaitaire tussenkomst moet daarom rekening houden met de tarieven.
Een hervorming van het sociaal tarief dient goeddoordacht en met ondersteuning van alle stakeholders te worden uitgewerkt, gezien het belang van de maatregelen voor kwetsbare burgers. Daarnaast moeten de nodige procedures en IT-systemen hiervoor worden uitgewerkt.
Président: Jeroen Soete.
Voorzitter: Jeroen Soete.
La création et la gestion de la base de données fédérale contenant des informations sur les revenus et le statut relèvent de la responsabilité conjointe de la BCSS, des institutions de sécurité sociale, du SPF Sécurité sociale et du SPF Finances.
Les statuts sociaux actuels sont largement liés à des critères de revenus. Les critères eux-mêmes peuvent varier d'un statut à l'autre. Pour avoir droit au tarif social, il faut avoir droit à une allocation, par exemple une garantie de revenu pour les personnes handicapées. La reconnaissance d'un handicap en soi n'est donc pas suffisante. Sur la base d'une enquête sur les revenus de la famille, l'institution sociale compétente décide d'accorder ou non une garantie de revenu. Seule la perception de l'allocation spécifique donne droit au tarif social.
Willen we een hervorming die niet oneerlijk is, dan moeten we ons baseren op verschillende bekende parameters.
Le TS2 évoqué par Mme Lanjri, qui entrera en vigueur en 2027, augmentera les coûts, mais dans une proportion que nous ne pouvons qu'esquisser, puisque cela dépendra du prix de la tonne de CO 2 sur les marchés du carbone.
Compte tenu des nombreuses variables, il est difficile de déterminer à l'avance l'impact exact par le biais d'études, sauf en lançant des hypothèses et en faisant des fourchettes de prix. Des consultations auront donc lieu avec les différentes parties prenantes, dans le but d'élaborer la meilleure réforme possible, neutre sur le plan budgétaire, afin que les familles concernées ne soient pas affectées, ou alors de manière limitée. Une liste des parties prenantes à contacter doit encore être discutée, mais nous pensons ici aux fédérations sectorielles, aux organisations de lutte contre la pauvreté, aux institutions sociales concernées, à la Banque Carrefour de la Sécurité Sociale, aux administrations fédérales et régionales concernées, ainsi qu'aux régulateurs de l'énergie.
Nahima Lanjri:
Mijnheer de minister, we hebben in de resolutie wel degelijk rekening gehouden met de passage uit het regeerakkoord, getuige de vraag om een budgetneutrale hervorming, resolutie die iedereen in het Parlement heeft goedgekeurd, met uitzondering van de PTB die tegen heeft gestemd, en de partij van mevrouw Meunier, die zich onthouden heeft. Kortom, er is een overgrote meerderheid om de hervorming door te voeren.
Mijnheer de minister, natuurlijk zijn er een aantal onbekende factoren, maar dat was in het verleden ook het geval en toen zijn we er, ondanks de energiecrisis, in geslaagd het sociaal tarief te handhaven. Ook nu is een hervorming noodzakelijk.
Het valt enigszins te betreuren dat u nu nog bezig bent met het opstellen van de lijst van organisaties met wie u zult spreken. Ik hoop, mijnheer de minister, dat u er wat vaart achter wilt zetten, want de resolutie, die uw partij mee goedkeurde, dateert al van april.
Ik wil u dan ook vragen om voortgang te maken met het overleg, niet te talmen en zo snel mogelijk, begin volgend jaar, een voorstel ter hervorming van het sociaal tarief om dat sociaal rechtvaardiger te maken, bij het Parlement in te dienen. Vandaag worden immers personen met een zeer beperkt inkomen uitgesloten, terwijl sommigen met een sociaal statuut en een hoger inkomen wel het sociaal tarief genieten. Dat is niet eerlijk en moeten we aanpakken. Ik ben het volledig met u eens, mijnheer de minister, dat dat op een budgetneutrale manier moet gebeuren.
Ik wil u dus met aandrang vragen om conform de resolutie de nodige stappen vooruit te zetten. Ik zal u binnenkort opnieuw ondervragen en hopelijk kunt u ons dan wel wat goed nieuws brengen.
Marie Meunier:
Monsieur le ministre, merci pour vos réponses. Sur la logique d’intervention actuelle, d’accord. Vous me la réexpliquez, et je la connais. Ma question, était cependant de savoir si vous alliez continuer à soutenir votre logique d’intervention forfaitaire ou si vous alliez finalement en revenir à la méthodologie actuelle. Votre réponse là-dessus n'était pas très claire. J'en profite pour repréciser à la collègue que nous nous sommes effectivement abstenus parce que nous n’avions pas, déjà à l'époque, d’apaisement concernant la méthodologie d'obtention de ce statut. Tant que nous ne serons pas rassurés là-dessus, nous continuerons à nous abstenir sur la proposition. Pour les avis, j'entends que la liste arrive, c’est bien. Pour l'étude de l'impact pour le budget des citoyens concernés, j'entends que c'est difficile à calculer, mais allez-vous étudier cet impact? J'entends que vous allez faire appel à toute une série d'experts; mais je n'entends pas concrètement si une étude va être mise en place. Or, finalement, c'est un point fondamental de votre réforme: l'impact que celle-ci aura sur les citoyens concernés. Il me semble que cette question devrait être au cœur de votre réflexion par la suite. Je vous remercie, et je reviendrai également, comme ma collègue, avec d'autres questions au fur et à mesure que le travail avancera.
De gasprijzen
Bekijk antwoord
Marie Meunier:
Monsieur le ministre, le prix du gaz demeure aujourd'hui artificiellement bas par rapport à son coût réel, exposant ainsi les ménages les plus fragiles à une hausse brutale qui pourrait résulter d'une décision politique. Parallèlement, les subventions qui soutiennent la rentabilité du marché gazier apparaissent incompatibles avec nos engagements climatiques et ralentissent le déploiement d'alternatives durables, susceptibles de renforcer la résilience des familles belges.
J'ai deux questions précises. Comment entendez-vous alléger le coût de l'électricité afin d'encourager l'électrification des foyers et leur sortie progressive du gaz? De quelle manière assurerez-vous la réaffectation d'une partie des subsides actuellement consacrés au gaz vers des énergies renouvelables véritablement avantageuses pour les ménages? Je vous remercie pour vos réponses.
Mathieu Bihet:
Monsieur le président, madame Meunier, actuellement, le prix du gaz reflète assez fidèlement le prix du maché pour les consommateurs puisque les coûts de réseau, les surcharges et la TVA sont proportionnellement moins élevés que pour l'électricité. Il est vrai que notre pays est davantage sensible à la conjoncture internationale que les pays voisins, ce qui signifie que des prix bas se ressentent davantage pour les consommateurs belges mais que les prix hauts, dans le même ordre d'idées, se ressentent davantage également.
Du point de vue des subsides, les seuls qui existent à ce stade et qui se trouvent dans mon champ de compétences sont ceux qui portent sur le tarif social pour les ménages en précarité et les subsides qui seront octroyés à certaines capacités productrices d'électricité à partir du mécanisme de CRM. Comme vous le savez, certains contrats démarrent à partir de cet hiver. Je ne suis pas pour la suppression de ces subsides, dans la mesure où ils poursuivent des objectifs parfaitement légitimes de protection des ménages précarisés, pour l'aspect tarif social. Ils poursuivent d'autre part, évidemment, des objectifs de sécurisation de l'approvisionnement électrique. C'est le modèle qui a été choisi avant: il s'agit de combler le gap de la sécurité d'approvisionnement par des centrales à gaz.
Imposer tous les produits pétroliers et gaziers à la hauteur de l'imposition la plus haute créerait de graves problèmes sociaux chez les ménages et entamerait considérablement la compétitivité des entreprises.
J'attire aussi l'attention sur le fait qu'une tarification carbone sur le gaz va arriver en 2027, notamment via le mécanisme d'ETS2. Elle aura précisément pour but de faire prendre en compte cette externalité négative dans le prix. Je serai en conséquence particulièrement vigilant à ne pas créer de nouvelles impositions qui rendraient la facture du consommateur imbuvable, sachant que des tarifications carbone auront déjà un impact direct sur la facture du consommateur très prochainement.
Le shift sur la facture qui est mentionné dans l'accord de gouvernement est à l'étude. Tout l'enjeu est de ne pas mettre les consommateurs devant un choix impossible où tout augmente rapidement, sans qu'aucune alternative comme l'électrification ne soit possible. Les alternatives abordables pour les consommateurs sont la condition sine qua non de la transition énergétique.
Marie Meunier:
Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses. On sait que le gaz risque de réaugmenter d'ici quelques années et il ne faudrait pas – on est certainement d'accord là-dessus – que nous revivions la crise énergétique que nous avons déjà vécue voici quelques années. Si je vous pose cette question aujourd'hui, monsieur le ministre, c'est parce que gouverner, c'est prévoir et il se peut que, demain, ces subventions, auxquelles nous faisons référence tous les deux, risquent de ne plus être suffisantes dans les années à venir. J'attire donc votre attention aujourd'hui sur la problématique et je ne manquerai pas de faire en sorte que vous soyez attentif à celle-ci dans les semaines et les mois qui arrivent et je reviendrai régulièrement sur ce sujet dans notre commission.
Het contract van Fluxys met Yamal LNG
Langlopende gascontracten en de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen
Bekijk antwoord
Marie Meunier:
Monsieur le président, je renvoie à la version écrite de mes deux questions.
Monsieur le Ministre,
L'entreprise Fluxys soutient qu'elle ne peut, en aucune circonstance, invoquer la force majeur, y compris en cas de conflit armé. Elle estime que cette prérogative relève exclusivement du client, en l'occurence ici Yamal LNG. En tant qu'entreprise d'utilité publique, Fluxys doit aux citoyens belges une transparence entière sur les clauses exactes du contrat liant Fluxys à Yamal LNG. Monsieur le Ministre, mes questions sont alors les suivantes :
- Quelles sont les clauses exactes de ce contrat ?
- Est-il avéré que Fluxys devrait résilier ce contrat en cas de sanctions européennes interdisant l'importation de GNL russe, au motif qu'il deviendrait juridiquement caduc ? Quelle est votre interpretation de cette situation, et avez-vous eu des contacts avec Fluxys ou Yamal LNG à ce sujet ?
- Que prévoit Fluxys pour les plus de 160 millions d'euros actuellement immobilisés sur ses comptes ? De les restituer à ses clients y compris russes ?
- Quelles initiatives allez-vous prendre pour interdire les importations de GNL russe dans le contexte géostratégique que l'on connait ?
Je vous remercie pour vos réponses.
Monsieur le Ministre,
La Belgique a entamé sa sortie progressive du gaz russe, mais cela ne ne peut pas se traduire par une nouvelle dépendance vis-à-vis d’autres fournisseurs de gaz fossile, notamment américains, ni par la conclusion de contrats qui prolongeraient notre usage de ces énergies bien au-delà des échéances fixées.
Le contrat récemment signé entre Fluxys et la société américaine ConocoPhillips, qui court jusqu’en 2044, interroge. Il dépasse largement l’horizon de 2035 fixé pour la fin du gaz fossile.
Par ailleurs, la consommation belge de gaz est aujourd’hui à son niveau le plus bas depuis quinze ans, et les importations européennes ont chuté de près de 20 % depuis 2021. Ces évolutions devraient logiquement conduire à une réévaluation des besoins à moyen et long terme.
Enfin, depuis août 2024, de nouvelles règles européennes imposent que tout contrat gazier conclu après cette date respecte des normes strictes de surveillance et de réduction des émissions de méthane. Ces normes ne sont pas encore en vigueur aux États-Unis, ce qui pourrait rendre certains contrats problématiques.
Dès lors, Monsieur le Ministre :
- Comment comptez-vous éviter que la sortie du gaz russe ne se traduise par une nouvelle dépendance à d’autres fournisseurs fossiles, et garantir que les contrats conclus restent compatibles avec nos objectifs climatiques fixés ?
- De quelle manière intégrez-vous dans votre stratégie énergétique la baisse structurelle de la demande de gaz et l’empreinte carbone particulièrement élevée du GNL issu du gaz de schiste ?
- Quelles mesures envisagez-vous pour assurer la conformité future des contrats gaziers avec la réglementation européenne sur le méthane, sans en faire supporter le coût aux citoyens ?
- Enfin, comment ces décisions s’inscrivent-elles dans le respect de l’article 7bis de la Constitution, qui impose à l’État d’agir « de manière appropriée afin de poursuivre un développement durable » et de « prendre en compte la solidarité entre les générations » ?
Je vous remercie.
Mathieu Bihet:
Madame Meunier, les contrats conclus entre Fluxys LNG et ses clients, dont Yamal LNG, reposent sur les modèles contractuels (LNG Services Agreement, LNG Terminalling Agreement, LNG Transshipment Services Agreement, etc.) et les conditions générales approuvées par la CREG, disponibles d'ailleurs sur le site internet de Fluxys.
Ces documents constituent les cadres contractuels publics applicables à tous les utilisateurs du terminal, conformément aux règles européennes sur l'accès régulé aux infrastructures de GNL. Les contrats effectivement conclus avec les clients reprennent ces modèles, mais contiennent des éléments spécifiques. Ils sont couverts par des clauses de confidentialité commerciale et ne sont donc pas accessibles au SPF Économie ou au cabinet, ou à moi-même d'ailleurs.
Deuxièmement, l'État belge n'est pas partie au contrat entre Fluxys LNG et Novatek Gas & Power Asia. Il ne lui appartient donc pas d'en interpréter les clauses ou d'évaluer les conséquences juridiques d'éventuelles sanctions européennes sur ce contrat.
Il s'agit d'une relation contractuelle de droit privé entre une entreprise belge et une société étrangère, dont la validité et la résiliation relèvent du droit applicable au contrat et des mécanismes prévus par celui-ci.
Sur le plan juridique cependant, si un règlement européen vient à interdire explicitement l'importation de GNL russe, une telle interdiction aura un effet direct et obligatoire dans l'ordre juridique belge et entraînera diverses conséquences qu'il conviendra dès lors d'analyser.
Troisièmement – je pense que cela concerne votre question par rapport aux 160 millions –, il s'agit d'un mécanisme comptable régulatoire utilisé pour gérer certains soldes liés à l'activité de terminalling GNL de Fluxys. Les modalités d'utilisation du compte d'attente et des autres comptes régulatoires sont définies par la CREG dans ses décisions tarifaires.
Quatrième question, la Belgique soutient pleinement l'initiative REPowerEU qui constitue une étape importante vers l'indépendance énergétique et une diversification accrue et s'inscrit dans la stratégie européenne plus large où l'autonomie stratégique ouverte est essentielle.
La Belgique estime qu'il est de la plus haute importance d'atteindre les objectifs de REPowerEU en éliminant progressivement les combustibles fossiles tout en préservant la compétitivité et en garantissant la sécurité d'approvisionnement.
Deux initiatives réglementaires européennes sont en cours de négociation pour interdire les importations de gaz russe.
Une interdiction d'importation du GNL russe est en cours de négociation dans le cadre du projet de règlement du Conseil modifiant le règlement UE 833/2014 concernant des mesures restrictives en raison d'actions de la Russie qui déstabilisent la situation en Ukraine – le 19 e paquet de sanctions – et une interdiction progressive d'importation du GNL russe et du gaz par pipeline russe est en cours de négociation dans le cadre du projet de règlement du Parlement européen et du Conseil concernant la suppression progressive des importations de gaz naturel, l'amélioration de la surveillance des éventuelles dépendances énergétiques et la modification du règlement UE 2017/1938 REPowerEU.
Hier, lors du Conseil européen de l'Énergie à Luxembourg, j'ai exprimé au nom de la Belgique tout notre soutien à la proposition législative REPowerEU actuellement sur la table. Conformément au processus institutionnel européen, nous souhaitons le lancement rapide des trilogues afin que le texte final puisse être adopté avant la fin de l'année.
Étant donné qu'il s'agit ici de la mise en œuvre d'une interdiction d'importation, il appartient à l'Administration générale des Douanes et Accises de prévoir, le cas échéant, le cadre réglementaire à cet effet.
S'agissant de votre cinquième question, lorsque les dispositions de la proposition de règlement entreront en vigueur, le marché devra effectivement chercher de nouvelles sources de gaz naturel afin de compenser les quantités qui ne pourront plus être fournies par la Russie. Pour évaluer la fiabilité d'un tel approvisionnement alternatif, il convient d'examiner la capacité d'importation. Le projet de règlement REPowerEU prévoit une période de transition pendant laquelle le marché pourra anticiper l'arrêt définitif des importations de gaz naturel russe et, évidemment, rechercher des sources alternatives.
Dans le même temps, la capacité de production GNL est en cours d'expansion à l'échelle mondiale, notamment en Amérique du Nord et au Moyen-Orient, de sorte que, selon les estimations actuelles, les volumes qui seront disponibles sur le marché dépasseront d'ici là les volumes de gaz naturel russe "perdus" par le marché européen, donc les quantités qu'on s'interdit d'importer.
Cependant, le contexte géopolitique mondial tendu continue de susciter des incertitudes, notamment en ce qui concerne la fiabilité des partenariats commerciaux. En nous éloignant d'un pays important pour l'approvisionnement en gaz naturel de l'Europe, nous limitons encore un peu plus le nombre déjà très restreint des pays producteurs de gaz avec lesquels les fournisseurs européens peuvent commercer.
Nous devons donc veiller à ne pas créer de nouvelles dépendances énergétiques vis-à-vis d'un nombre limité de partenaires parmi les producteurs de gaz.
À l'heure actuelle, deux textes se trouvent sur la table au niveau européen: le 19 e paquet de sanctions et REPowerEU. Le 19 e paquet de sanctions est une réponse à l'agression russe alors que REPowerEU, initié sous la présidence belge, veille à faire le phasing out de nos dépendances aux énergies fossiles.
Nous avons, au nom de la Belgique, avalisé et soutenu le programme REPowerEU. Ce sont deux textes différents. Il faut donc aller chercher une nouvelle capacité sur les marchés mais il ne faut pas remplacer une dépendance par une autre – c'est un leitmotiv chez nous.
Les 6 e , 7 e et 8 e questions ne relèvent pas de mes compétences. Le méthane et son implémentation relèvent des compétences du ministre Crucke en concertation avec les Régions. Il en est de même pour la régulation sur le méthane. Le développement durable relève essentiellement des compétences régionales ainsi que du ministre Crucke.
Marie Meunier:
Merci beaucoup pour vos réponses très complètes, monsieur le ministre. Nous avons dédoublé les questions car nous savions qu'une partie de celles-ci ne vous était pas vraiment destinée, mais était destinée à votre collègue. On ne manquera évidemment pas d'avoir le complément d'information de sa part.
Voorzitter:
We zijn aan het einde van deze vragensessie gekomen, gelet op de afwezigheid van mevrouw Maouane. Haar vraag nr. 56009576C vervalt. De openbare commissievergadering wordt gesloten om 15.05 uur. La réunion publique de commission est levée à 15 h 05.