Commissievergadering op 21 oktober 2025

In uw beleidsnota las ik het volgende: “Daarnaast zal de Regie der Gebouwen vanaf 2025 een strategie ontwikkelen om bepaalde leegstaande eigendommen tijdelijk ter beschikking te stellen, zonder afbreuk te doen aan de doelstelling om de ongebruikte activa zo snel mogelijk te verkopen."

Hieromtrent volgende vragen aan de minister:

Wat is de exacte strategie? Kunnen wij dit in detail ontvangen?

Zijn er al leegstaande eigendommen tijdelijk ter beschikking gesteld? Zo ja, hoeveel? Aan wie? Met welk doel? Betalen zij huur, waarom wel, waarom niet?

Hoeveel leegstaande gebouwen zijn er al verkocht?

​In uw beleidsnota las ik het volgende: “In 2025 zullen, zoals voorzien in het Regeerakkoord, verschillende pistes worden onderzocht om de Regie der Gebouwen te laten evolueren naar een professionelere, efficiëntere en verantwoordelijke entiteit die duurzaam de zorg, het onderhoud en de waarde van het vastgoedpatrimonium van de Belgische Staat kan verzekeren. In dit kader en om te komen tot een versterkte centralisatie van gemeenschappelijke aankopen op federaal niveau, zal in 2025 een gedetailleerde analyse worden gestart."

Hieromtrent volgende vragen aan de minister:

Is deze analyse al gestart? Waarom niet?

Wat waren de resultaten van deze analyse?

Kunnen de leden van deze commissie de analyse ontvangen?

In uw beleidsnota las ik het volgende: “Overeenkomstig het regeerakkoord zal de Regie der Gebouwen het actief beleid van rationalisering van haar vastgoedportefeuille voortzetten, met als doel een vermindering van 15 % van de gehuurde kantooroppervlakten tegen 2029." en “Op basis hiervan zal de Regie der Gebouwen vanaf 2025 beginnen met de uitvoering van dit plan?"

Hieromtrent volgende vragen aan de minister:

Wat is de status van dit plan? Kunnen wij de details van dit plan krijgen?

Zijn er al resultaten geboekt? Zo ja, hoeveel contracten zijn er al afgelopen of heronderhandeld? Wat is de totale oppervlakte aan gehuurde kantoren dat u al heeft verminderd? Op welke percentage van de 15% in totaal staan we nu?

Zijn er in 2025 nieuwe contracten huurcontracten aangegaan? Zo ja, hoeveel? Wat is de prijs per contract? Waarom heeft men beslist om dit contract aan te gaan?

Wat is de totale gehuurde kantooroppervlakte op dit moment?

Hoeveel staat hiervan leeg?

In uw beleidsnota las ik het volgende: “In 2025 zal een totaal van 20 audits worden gerealiseerd."

Hieromtrent volgende vragen aan de minister:

Zijn deze 20 audits al gerealiseerd?

Indien niet, hoeveel moeten er nog gerealiseerd worden?

Wat waren de resultaten van deze audits?

Kunnen de leden van de commissie deze krijgen?

Het Rekenhof wijst erop dat leegstaande panden van de Regie der Gebouwen vaak “tijdelijk in gebruik" worden gehouden, waardoor ze niet op de markt kunnen worden gebracht. Dit houdt het vastgoedpark nodeloos groot en inefficiënt.

Hoeveel leegstaande gebouwen worden momenteel als “tijdelijk in gebruik" geboekt, en op welke basis gebeurt dat?

Hoeveel potentiële verkoopopbrengsten zijn hierdoor de laatste drie jaar niet gerealiseerd?

Wanneer komt er eindelijk een plan om overtollig federaal vastgoed systematisch te verkopen of over te dragen aan de gewesten?

Het Rekenhof stelt vast dat de inventaris van de Regie der Gebouwen onvolledig en verouderd is. Volgens de audit (p. 32 en 69) zijn er 28.388 verschillen tussen de gegevens van de Regie der Gebouwen en die van de FOD Financiën, en wordt een groot deel van het patrimonium niet correct opgevolgd. Dit maakt een efficiënt beheer of verkoop van leegstaande gebouwen onmogelijk.

Hoe verklaart u dat de inventaris van federaal vastgoed nog steeds niet overeenstemt met de officiële databanken van Financiën?

Welke concrete stappen worden gezet om de inventaris van terreinen en gebouwen te actualiseren en te digitaliseren?

Hoeveel m² federaal vastgoed stond in 2024 leeg of onderbenut, en hoeveel daarvan bevindt zich in Vlaanderen?

“Je souhaite également que ceux qui travaillent dans ou pour l'administration fédérale, se sentent plus valorisés”. Je reprends vos propres mots, si je ne m'abuse, madame la ministre. C'était notamment avec ces phrases pleines de bonne volonté que vous commenciez votre note de politique générale pour une de vos autres compétences, la Fonction publique. Force est de constater que sous l'Arizona, nous sommes loin du compte. Les acteurs de la justice sont vent debout contre leurs conditions de travail. Les prisons sont surpeuplées et tombent en ruine sans même parler de l'état des bâtiments de la police fédérale, notamment dans votre province de Liège.

L'entretien du patrimoine fédéral est également en danger alors que des projets porteurs pour l'avenir concernent notamment la politique scientifique qui relève également de votre responsabilité. Des projets portant sur le bicentenaire semblent dans les faits abandonnés. La Régie des Bâtiments est en effet sous le coup de coupes linéaires de 1,8 % auxquelles venaient s'ajouter 25 millions d'euros rien qu'en 2025 si je ne m'abuse.

Madame la ministre, vous avez fourni récemment un inventaire des bâtiments de la Régie que je salue. Alors que les négociations pour le budget 2026 semblent patiner, pourriez-vous faire le point sur vos besoins budgétaires pour réaliser les travaux urgents et structurels des bâtiments dont la Régie a la charge en 2026? Pouvez-vous faire le point sur la liste des travaux et des priorités de la Régie en 2026 à la suite des économies décidées par votre gouvernement? Quels projets planifiés vont-ils voir leur agenda reporté sous cette législature? Pouvez-vous nous dresser le bilan de l'année 2025 au regard de ces coupes?

Dank u wel, mevrouw de minister. Ik ben positief verrast door uw antwoord dat er al 25 miljoen euro is bespaard dit jaar; dat vind ik zeer interessant. Ik zal nog een schriftelijke vraag indienen over de details daarvan.

Ik vind het wel jammer dat we nog geen uitgebreid zicht krijgen op het meerjarenplan. Het lijkt mij interessant om, ook al is het misschien nog niet definitief, toch al te weten waar de hoofdprioriteiten zullen liggen.

Vervolgens zal ik inderdaad nog enkele andere schriftelijke vragen indienen, over concrete cijfers en wellicht ook over de analyse van bijvoorbeeld uw beleidsnota over de transformatie van de Regie der Gebouwen en wat de voornaamste resultaten daarvan waren. Ik begrijp dat het moeilijk is om alles mondeling toe te lichten. Ik zal daarom nog een reeks schriftelijke vragen indienen daaromtrent. Mijn excuses alvast voor het werk dat dit met zich mee zal brengen.

Madame la ministre, dans un mois, on dira de vous qu’"en 9 mois, elle n’a pas su" - comment dire – "rattraper tout le retard des législatures antérieures". Dans 10 mois, elle me dira qu'"elle ne"… J'espère que dans quelques années, elle saura me dire autre chose. Mais j’en suis sûr. Enfin, je veux le croire! Je l’espère pour nous tous! Plus sérieusement: certes, le plan pluriannuel est en révision. Certes, il y a un conclave budgétaire. Certes, certaines mesures ont déjà été mises en œuvre, et vous faites référence aux bâtiments vendus et aux baux qui ont été résiliés. Mais il devient maintenant important et urgent, singulièrement dans le cadre du conclave budgétaire, de nous apporter des réponses, et de défendre bec et ongles, les investissements qui sont vraiment impérieux au regard des mouvements sociaux de nos fonctionnaires publics, qu’il s’agisse de la justice, de la police et d’autres. Je vous en prie, madame la ministre, revenez-moi le mois prochain ou le mois suivant avec de vraies réponses. Je vous en remercie.

Mevrouw de minister, ik weet niet of u een antwoord hebt op deze vraag, want eigenlijk was het de bedoeling dat die naar de commissie voor Buitenlandse Betrekkingen zou gaan. Ik vermoed dat er ergens een miscommunicatie was, waarop die vraag hier is beland. Als u echter interessante inzichten hebt, dan luister ik graag.

Dank u wel, mevrouw de minister, voor de cijfers. Het blijft natuurlijk een zeer gevoelig onderwerp, zeker omdat die kunstwerken eigenlijk gewoon van ons zijn en een historisch belangrijke bijdrage vormen. Het is bovendien interessant dat wij die kunstwerken kunnen inzetten voor de verdere verwetenschappelijking en kunsteducatie in Vlaanderen en België. Het blijft mij verbazen, aangezien wij onlangs nog hier in het Parlement kunstwerken hebben teruggegeven aan Duitsland. Dat kan dan blijkbaar wel. Voor een aantal andere, zeer symbolische kunstwerken van grootmeesters hier in België blijkt dat dan weer veel moeilijker. Ik zal dit dossier in elk geval blijven opvolgen en geregeld vragen indienen om te bekijken of het toch niet mogelijk is dat te bewerkstelligen, eventueel via diplomatieke contacten van vicepremier Prévot.

Madame la ministre, j'avais également adressé une question à votre collègue Jan Jambon. Je vais donc faire un condensé des deux questions en me référant à mon volet écrit concernant la question à M. Jan Jambon.

Madame la ministre, la rénovation urbaine de Charleroi est en pleine effervescence, avec de nombreux projets qui transforment le visage de la ville. Parmi ces chantiers majeurs, l’avenir des bâtiments abritant des fonctionnaires fédéraux – notamment la Tour des Finances et le Centre des Finances – suscite un intérêt légitime.

Selon un article récent, la ville de Charleroi évoque un scénario de démolition par phases du Centre des Finances. Ce projet permettrait de reloger les fonctionnaires dans deux nouveaux bâtiments moins énergivores construits au même endroit. L’hypothèse d’y transférer des employés de l’actuelle Tour des Finances est également évoquée.

Ces informations indiquent une volonté de moderniser les infrastructures fédérales à Charleroi, ce qui est une excellente nouvelle pour les employés et pour la ville. Cependant, de nombreuses questions subsistent quant à l’avenir et au déménagement des employés fédéraux.

Madame la ministre, avez-vous des informations concernant le calendrier précis de ces projets? Le cas échéant, comment la continuité du service aux citoyens et les conditions de travail des fonctionnaires seront-elles garanties pendant la période de démolition et de reconstruction? La Régie des Bâtiments compte-t-elle profiter de cette situation pour construire ou investir dans l’immobilier carolo?

Monsieur le Ministre,

La Ville de Charleroi est au cœur d'un plan urbanistique et certains bâtiments sont voués à disparaitre pour diverses raisons. Parmi ceux qui seront détruits, on peut retenir le Centre des Finances car il est considéré comme obsolète et il sera remplacé par deux nouveaux édifices moins énergivores.

Cette destruction – construction sera réalisée par phases afin d'assurer le travail des employés du SPF Finances. Il est aussi évoqué que des employés des « Finances », situés dans la Tour Albert, pourraient être déplacés dans ces nouveaux bâtiments afin de rassembler et centraliser ces derniers.

Dès lors, il est intéressant de se demander si les fonctions pourront être assurées en continu par vos services durant les travaux et si le nombre d'employés restera identique.

Mes questions, Monsieur le Ministre, sont :

Quel est le calendrier précis de ce projet et, le cas échéant, comment la continuité du service pour les citoyens et les conditions de travail des fonctionnaires seront-elles garanties pendant la démolition et la construction ?

Les employés seront-ils tous basés à Charleroi ou une partie sera-t-elle mutée sur un autre site ?

Est-ce que l'emploi de l'ensemble des travailleurs du SPF Finances est garanti ?

Ou comptez-vous- recruter, vu la nouvelle structure des « Finances » à Charleroi ?

Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses. Je ne manquerai pas de rester attentif à ce dossier, en attendant que les discussions s'opèrent.

Mevrouw de minister, op 8 september werd in Olen een nieuw detentiehuis geopend. Los van de bedenkelijke feiten in dat detentiehuis de voorbije dagen, die niet onder uw verantwoordelijkheid vallen, was het niet eenvoudig om dat detentiehuis te openen. Men moest immers de nodige vergunningen en toestemmingen verkrijgen, een woonzorgcentrum omvormen tot een beveiligde inrichting, de plannen door onverwachte vertraging bijsturen, enzovoort.

Mevrouw de minister, kunt u daarover gedetailleerde informatie verstrekken? Welke moeilijkheden er zijn geweest om de nodige vergunningen en toestemmingen te verkrijgen?

Ten tweede, wat was de oorzaak van de onverwachte vertraging? Hoeveel maal en op welke wijze zijn de plannen bijgestuurd? Wat waren daarvan de financiële gevolgen?

Ten derde, wat was van dat detentiehuis de totale kostprijs voor de Regie der Gebouwen?

Mevrouw de minister, dank u voor uw antwoord. Begrijp ik het goed dat het dossier bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen nog altijd hangende is, dat er nog geen uitspraak is? Dan vraag ik mij toch wel af hoe dat detentiehuis een maand geleden al kon opengaan. Hebt u enig zicht op wanneer die uitspraak kan worden verwacht? Stel dat de Raad voor Vergunningsbetwistingen, in tegenstelling tot de gemeente en de provincie, de klagers toch gelijk geeft, dan is er wel een groot probleem.

In uw beleidsnota las ik het volgende: “In 2025 zal de Regie der Gebouwen een eerste grondige evaluatie van de Handleiding Klantrelaties uitvoeren, waarbij rekening wordt gehouden met de feedback en suggesties van de klanten."

Hieromtrent volgende vragen aan de minister:

Heeft deze evaluatie plaatsgevonden? Indien niet, waarom heeft dit nog niet plaatsgevonden?

Wat waren de resultaten?

Kunnen de leden van de commissie deze evaluatie krijgen?

Mevrouw de minister, ik vind het opnieuw zeer goed dat er een plan wordt uitgewerkt. Het is ook interessant dat er drie verschillende fases zijn en vooral dat die fases gelijklopend bezig zijn. Meestal zegt men immers eerst fase één, dan fase twee en wanneer de eerste fase dan vastloopt, loopt de rest meestal ook vertraging op. Het is wel jammer dat het project niet tegen 2025 zal zijn afgerond, vanwege het bekende probleem van het personeelstekort. Ik heb daarover al regelmatig vragen gesteld en ik zal daarover wellicht nog eens een vraag indienen. Kunt bij uw regeringspartners in het kader van de begroting niet wat meer budget vragen om extra personeel aan te werven? Opnieuw, ik denk dat er veel winst te boeken valt als u het personeel krijgt dat u nodig hebt. Dan zouden er ook aanzienlijke besparingen kunnen worden gerealiseerd bij de Regie der Gebouwen.

Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar de ingediende vraag.

In uw beleidsnota las ik het volgende: “In 2025 zal een analyse worden gestart om de personeelsbehoeften nauwkeurig in kaart te brengen, de noodzakelijke investeringen te definiëren en de potentiële besparingen te identificeren die door een beter beheer van de middelen kunnen worden gegenereerd. Dit plan zal een echt strategisch instrument vormen, waarmee de mogelijkheden van de Regie der Gebouwen duurzaam kunnen worden versterkt om de huidige en toekomstige uitdagingen in verband met het federale vastgoedbeheer aan te pakken."

Hieromtrent volgende vragen aan de minister:

Is deze analyse klaar?

Wat waren de resultaten?

Kan deze analyse in het geheel meegedeeld worden met de leden van de commissie?

Ik zal volgend jaar dan een nieuwe vraag indienen over deze analyse. De analyse is eigenlijk heel eenvoudig: er is te weinig personeel. Ik zal wachten tot de volledige analyse is afgerond. Het inzetten van voldoende personeel kan aanzienlijke besparingen opleveren binnen de Regie der Gebouwen, aangezien de Regie voor tal van financiële aangelegenheden bevoegd is. Hoe sneller dit dus afgerond is, hoe sneller we ook besparingen zullen kunnen realiseren binnen de Regie der Gebouwen en hoe minder we zullen moeten besparen op kap van de werkende Vlaming.

Madame la ministre, le Palais de Justice de Bruxelles, bâtiment emblématique du patrimoine judiciaire et architectural belge, continue de faire face à de graves problèmes techniques et surtout structurels. Ce vendredi 10 octobre encore, une panne d'électricité a paralysé le site durant plusieurs heures, empêchant le bon déroulement des audiences et limitant son accès au public. Seuls les avocats, munis de leur badge, ont pu pénétrer dans l'enceinte du Palais, tandis que les contrôles de sécurité étaient suspendus.

Ce n'est pas la première fois qu'une telle situation se produit, les coupures de courant et autres incidents techniques se multipliant depuis peu. Ces pannes à répétition illustrent surtout la fragilité d'un bâtiment déjà fortement dégradé et dont la rénovation, amorcée depuis plusieurs années, peine à aboutir.

Outre la question du confort et de la sécurité des travailleurs de la Justice, ces incidents portent atteinte au bon fonctionnement des institutions judiciaires. La situation pose également la question de l'entretien préventif du bâtiment, de la qualité du réseau électrique et du suivi assuré par la Régie des Bâtiments sur ce site particulièrement sensible.

Enfin, ces difficultés sont préoccupantes et d'autres biens de la Régie pourraient aussi subir divers problèmes limitant leur bon fonctionnement. Une évaluation plus large de l'état du patrimoine géré par la Régie des Bâtiments paraît donc nécessaire pour prévenir de nouvelles situations similaires.

Madame la ministre, j'en viens à mes questions. Quelle est la situation actuelle du Palais de Justice de Bruxelles en matière d'infrastructure électrique et de maintenance technique? Quelles sont les causes exactes de la panne survenue vendredi dernier et combien d'incidents de ce type ont-ils été recensés ces douze derniers mois? Quels travaux ou rénovations sont-ils prévus pour sécuriser durablement l'alimentation électrique et éviter des répétitions de telles perturbations? Comment la Régie des Bâtiments assure-t-elle le suivi et l'entretien réguliers du Palais de Justice de Bruxelles? D'autres bâtiments gérés par la Régie connaissent-ils des problèmes similaires et, le cas échéant, quelle en est l'ampleur et quelle est la stratégie envisagée pour y remédier?

Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse. Une étude de faisabilité est en cours et les résultats sont attendus pour la fin de l'année. J’y resterai attentif. Je suppose que vous communiquerez vos priorités dès qu'elles seront établies. Je vous souhaite une pleine réussite dans ce suivi. J'espère que le Palais de Justice de Bruxelles retrouvera sa splendeur d'antan et que nous éviterons des déboires à l'avenir pour ses visiteurs et pour les personnes qui y évoluent. Cela doit demeurer une priorité. J'espère que vous y serez attentive, madame la ministre.

Mevrouw de minister, in de nabijheid van de E40, ter hoogte van de Reyerslaan in Schaarbeek, constateer ik opnieuw tekenen van een tentenkamp. Ik heb er vanmorgen nog op gelet. Wanneer men Brussel binnenrijdt, zijn de kenmerken van een tentenkamp duidelijk zichtbaar.

Dat is interessant, aangezien daar vorige zomer – ik heb daarover toen veel vragen gesteld aan uw voorganger – Roma-zigeuners verbleven. Zij hebben destijds aanzienlijke schade veroorzaakt. De hekken waren beschadigd, wat ons veel geld heeft gekost. Ik heb het gevoel dat zij daar opnieuw verblijven. Misschien is het een andere groep, maar in elk geval is het tentenkamp terug van weggeweest. Daarom heb ik een aantal vragen voor u, mevrouw de minister.

Kunt u bevestigen dat er momenteel opnieuw een tentenkamp actief is op het betrokken terrein? Indien dat het geval is, gaat het om dezelfde Roma-families als bij eerdere bezettingen of zijn het nieuwe ‘bewoners’?

Na de laatste ontruiming werd fors geïnvesteerd in omheining en andere maatregelen om de schade te herstellen. Kunt u aangeven hoeveel deze interventies in totaal hebben gekost? Welke concrete maatregelen zult u nemen om een herhaling in de toekomst te vermijden? Zijn er plannen om het terrein structureel te beveiligen of te sluiten zodat niemand er nog toegang toe heeft? Overweegt de Regie der Gebouwen samen te werken met de gemeente Schaarbeek en andere instanties om een duurzame oplossing voor dit terrein uit te werken?

Ik dank u alvast voor het antwoord.

Mevrouw de minister, ik heb het goed gespot telkens ik naar Brussel rijd. Het is zeer erg dat het terrein weer wordt ingenomen, zeker omdat ik ervan overtuigd was dat het bijna hersteld was. Het is vooral erg voor de bewoners, aangezien de vorige bezoekers, de Roma, enorm veel overlast veroorzaakten door geweld, drugsgebruik en lawaai. Ik weet dat u niet kunt vaststellen of het opnieuw om Roma’s gaat, maar ik vermoed dat dat wel het geval zal zijn, aangezien zij doorgaans na een tijdje terugkeren. Ik volg dit verder op en zal ook mijn collega’s van het Brussels Parlement hierover informeren om te bekijken wat zij kunnen doen om dit zo snel mogelijk op te lossen.

"Il faut sauver le soldat BELSPO", madame la ministre. C'est ainsi que l'on pourrait résumer votre interview dans L'Echo . Alors que votre parti était autour de la table des négociations de la majorité Arizona, vous semblez découvrir l'ampleur des coupes budgétaires que vous avez décidées ensemble: 381 millions d'euros d'économies sur cinq années, soit 20 % du budget de BELSPO, dont le volet spatial représente 50 % du budget total.

Nous partageons évidemment votre constat: la politique scientifique fédérale est un enjeu crucial ainsi que la politique spatiale qui en fait partie. La politique spatiale est un moteur indéniable en matière de recherche et développement et d'emplois dans notre pays, notamment pour la Wallonie et la province de M. Courard, avec le centre de Redu.

Pour pallier cette diminution historique de la contribution belge à l'Agence spatiale européenne (ESA) décidée par l'Arizona à travers la politique scientifique fédérale, vous vous tournez à nouveau vers la Défense.

Madame la ministre, quels ont été les résultats de votre concertation avec le ministre de la Défense, ou devrais-je dire, le ministre de la Guerre ou des Achats? Pouvez-vous me faire le point sur les moyens que la Défense a injectés en 2025 et injectera en 2026 dans l'ESA? Cette contribution est-elle amenée à devenir structurelle alors que l'ESA fera l'objet d'une importante conférence ministérielle en novembre prochain pour définir son cadre budgétaire 2026-2030?

Qu'en est-il de la militarisation de l'espace et des dangers que cela implique? La Défense entend-elle prendre la tête de la politique scientifique fédérale en matière d'espace et d'ESA?

Madame la ministre, de notre niveau de vie sur la terre, il est bien question! Nous aurions préféré que l'ESA ou plutôt le civil et la politique spatiale civile prennent le pas et le lead sur la Défense plutôt que l'inverse, même si vous tentez de nous convaincre sincèrement – je n'en doute pas un seul instant – que ce ne soit pas le cas. Mais j'ai noté ni "structurel", ni "récurrent", "trop tôt", et malgré tout "381 millions" comme chiffre négatif global. J'entends bien que, dans le cadre du conclave, vous allez défendre des budgets complémentaires. Je vous invite vraiment à vous battre parce que ce ne sera pas simple pour vous. J'en suis convaincu.

Bpost a annoncé avoir atteint, depuis cette rentrée 2025, une distribution 100% électrique dans les 19 communes bruxelloises, à travers une flotte de 565 camionnettes électriques et de 57 remorques de vélos électriques spécialement conçues pour le courrier et les colis. Ce déploiement, qui s'inscrit dans la politique de création d'"Ecozones' à travers la Belgique, a déjà permis la mise en place de 18 zones similaires et devrait en compter 25 d'ici la fin de l'année.

Selon les données communiquées, cette stratégie réduit de 97% les émissions de CO2 et génère également une diminution de 38% des coûts sociaux liés à la pollution sonore, à la congestion et aux dommages routiers. Cependant, plusieurs questions se posent sur l'investissement consenti pour mettre en œuvre ces dispositifs, tels que le coût du déploiement des vélos et camionnettes électriques, les économies réellement générées à ce jour et les investissements futurs prévus dans d'autres grandes villes du pays.

En parallèle, Bpost a fixé un objectif ambitieux d'implanter un point d'enlèvement tous les 400 mètres, ce qui représente environ 2500 localisations à l'échelle nationale, via des partenariats avec des commerces ou le déploiement de « lockers ».

Mes questions, Madame la Ministre, sont les suivantes:

Quel a été le coût total du déploiement des vélos électriques, remorques et camionnettes dans la capitale?

À combien s'élèvent les économies concrètes déjà observées?

Quels investissements supplémentaires sont prévus pour étendre le dispositif des Ecozones ailleurs en Belgique, et selon quel calendrier?

Quel est le budget prévu pour atteindre l'objectif de densification du réseau de points d'enlèvement (1 tous les 400 m)?

Comment comptez-vous installer autant de lockers ou de points-postes en termes de logistique, accès à l'électricité, commerces participants etc.?

Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses encourageantes. Le développement des Ecozones est un projet intéressant, tant sur le point de vue social qu'écologique, comme vous le faisiez remarquer. Cependant, les coûts engagés par bpost sont conséquents. Je ne doute pas qu'ils s'amortiront dans le temps. Concernant les lockers tous les 400 mètres, le projet semble idéal mais reste compliqué à réaliser. Néanmoins, je vous souhaite un plein succès ainsi qu'à bpost pour le développement de ce beau projet. Je resterai attentif au déploiement des services de proximité engagé par bpost.

Madame la ministre, la politique scientifique fédérale traverse une période critique. D'après nos informations, les discussions budgétaires actuelles laissent entrevoir des coupes sévères qui mettent en péril des pans entiers de notre recherche publique. Alors que le spatial ne bénéficie d'aucune enveloppe compensatoire, hormis les promesses de la Défense – nous en parlions il y a un instant –, l'exécution anticipée de la demande de l’ex-ministre Dedonder, que vous jugiez créative tout à l'heure et que vous ne vouliez pas dédire par rapport à son initiative, risque de générer une facture différée dans trois ans, rendant la planification budgétaire encore plus complexe.

La Défense annonce certes un apport de 220 millions, mais les besoins réels s'élèveraient à 850 millions. Ce déficit aura des conséquences directes sur la recherche, notamment sur le programme PRODEX (Programme de Développement d’Expériences scientifiques) de l'Agence spatiale européenne (ESA), dont la non-prolongation pourrait mettre 70 chercheurs de l'Institut royal d'Aéronomie Spatiale de Belgique à la porte.

Par ailleurs, la réforme structurelle portée par votre cabinet, sans concertation avec le Collège des présidents des SPF, prévoit une fusion des deux entités de la Politique scientifique, une intégration chez BOSA et une mise en œuvre dès le 1 er janvier 2026 – échéance matériellement irréaliste.

Cette réforme, qui semble précipitée et opaque, menace la stabilité des institutions scientifiques fédérales, des musées, du Musée royal de l’Afrique centrale (MRAC), du patrimoine et même de la cinémathèque, dont les subventions facultatives seraient en danger.

Madame la ministre, pouvez-vous nous expliquer dès lors comment le gouvernement entend préserver la continuité et la qualité de la politique scientifique fédérale dans ce contexte de coupes budgétaires, de réformes administratives non concertées et de désengagement progressif de l'État fédéral? Quelles garanties pouvez-vous offrir aux chercheurs, aux institutions scientifiques et aux agents concernés face à ce climat d'incertitude et à l'absence de dialogue inter-cabinets?

Effectivement, parfois vous écoutez, parfois vous entendez et parfois pas. C'est très sélectif. Elle sera assurément revue à la baisse. Du moins, je le crains. Le conclave n'annonce d'ailleurs rien de bon en ce qui concerne les moyens financiers. J'entends bien que vous ne pouvez rien dire – ou du moins pas grand chose – tant que le conclave est en cours. Tout cela est incertain. Il va falloir recentrer les missions et générer des revenus supplémentaires. Vous ne connaissez pas mes sources. Vous avez vos chiffres, très bien. Nous reviendrons sur ces questions une fois le conclave terminé. Je vous remercie, madame la ministre.

Mevrouw de minister, de Koninklijke Bibliotheek van België (KBR) is een van de belangrijkste culturele instellingen van het land en bewaart een schat aan erfgoed, waaronder zeldzame manuscripten, kaarten en archieven van onschatbare historische waarde. Als historica heb ik heel veel uren in die archieven doorgebracht.

Momenteel wordt er in het gebouw gewerkt aan de installatie van een nieuwe lift, die de toegankelijkheid van de bibliotheek moet verbeteren, wat natuurlijk een zeer goede zaak is. Toch zijn er vragen en bezorgdheden gerezen over de veiligheid en de locatie van die nieuwe toegang. Volgens bepaalde bronnen zouden bezoekers via die lift heel gemakkelijk toegang kunnen krijgen tot de archieven, waar onder meer zeer fragiele manuscripten bewaard worden. Als men weet waar de ingang of uitgang via de lift is, dan moet men slechts nog door één deur om in de archieven te raken. Die deur zou vaker niet dan wel afgesloten zijn. Als dat klopt, dan houdt dat een reëel veiligheidsrisico in.

Kunt u bevestigen dat de nieuwe lift en ingang van de KBR zodanig zijn geplaatst dat bezoekers mogelijk rechtstreeks toegang zouden kunnen krijgen tot de archiefzones en manuscriptenzalen?

Welke maatregelen zijn er momenteel voorzien om onbevoegde toegang tot die ruimtes te verhinderen?

Kunt u laten onderzoeken of er reële veiligheidsrisico's bestaan door de nieuwe inrichting en mij verzekeren dat het niet mogelijk is voor bezoekers om zonder toegang aan die manuscripten of andere archiefstukken te komen?

Als blijkt dat er risico's bestaan, wat zult u ondernemen om die te beperken of te elimineren?

Mevrouw de minister, ik ben zeer gerustgesteld door uw antwoord. Ik had verschillende meldingen gekregen dat het waarschijnlijk wel mogelijk was. Ik blijf het echter opvolgen. Zodra de lift daadwerkelijk klaar is, zal ik die uiteraard persoonlijk bezoeken om te zien of het al dan niet mogelijk is. Mocht er toch een risico zijn, dan zult u uiteraard actie ondernemen. Het is zeer goed dat u dat nu al meedeelt. Dank u wel.

De Regie der Gebouwen rekent fondsen die ze voor andere diensten beheert (“beheren"-fondsen) verkeerdelijk als eigen opbrengst in haar resultatenrekening, terwijl dat volgens het Rekenhof strijdig is met het boekhoudkundig referentiekader. Hierdoor worden de inkomsten kunstmatig opgeblazen.

Waarom worden deze derdenfondsen nog steeds als opbrengst geboekt, ondanks de duidelijke opmerkingen van het Rekenhof?

Bent u bereid om de boekhouding van de Regie der Gebouwen te corrigeren en deze bedragen in de balans op te nemen waar ze thuishoren?

Kan u aangeven over welke bedragen het precies gaat, uitgesplitst per fonds of project?

Mevrouw de minister, ik zal hierover natuurlijk nog een schriftelijke vraag indienen. Ik wilde eerst zien of het interessant genoeg was. Vandaar deze mondelinge vraag. Het blijft natuurlijk een moeilijk concept, waarover ik ook uw voorganger al aangesproken heb en dat het Rekenhof al meerdere keren heeft gesignaleerd. Uw voorganger zei ook dat men het zou hervormen, maar dat is niet gebeurd. Ik hoop dat u het in deze legislatuur toch kunt herzien, want het klinkt niet ideaal als het Rekenhof zegt dat er eigenlijk foutieve boekingen plaatsvinden, zeker daar het grote risico’s kan inhouden. Deze manier van boeken opent natuurlijk een deur voor fraude en voor corruptie. Vandaar dat ik hoop dat ze zo snel mogelijk wordt aangepakt.

Mevrouw de minister, ik verwijs naar de tekst van mijn vragen zoals ingediend, aangezien het om erg technische materie gaat.

Het Rekenhof stelt dat de interne controle ontoereikend is. Betalingen worden niet altijd met bewijsstukken gereconcilieerd en het ontbreken van een interface verhoogt het risico op fouten en fraude.

Hoeveel ongeregistreerde of onvolledig gedocumenteerde betalingen heeft de interne audit van de Regie der Gebouwen vastgesteld in 2024?

Werd er ooit effectief fraude vastgesteld binnen de Regie der Gebouwen, en zo ja, welke maatregelen zijn genomen?

Wanneer plant u een grondige hervorming van de interne audit en controlemechanismen binnen de Regie?

Volgens het Rekenhof (p. 5 en 79) slaagt de Regie der Gebouwen er niet in om een betrouwbare boekhouding te voeren. Er is geen automatische koppeling tussen de boekhoudsoftware en de betalingsapplicatie Isabel, waardoor betalingen niet automatisch worden gecontroleerd. Het Rekenhof noemt dit een reëel frauderisico. Bovendien bevat de boekhouding talloze foutieve en verouderde wachtrekeningen.

Erkent u dat het ontbreken van een digitale koppeling tussen de boekhouding en het betalingssysteem een ernstig frauderisico vormt?

Welke maatregelen neemt u concreet om deze interface eindelijk te realiseren, en tegen wanneer?

Hoeveel betalingen gebeurden in 2024 nog manueel zonder automatische verificatie, en welke interne controle werd daarop uitgevoerd?

De Regie der Gebouwen gebruikt een eigen boekhoudplan dat niet het officiële ARS-plan volgt. Bovendien werden begrotingsaanpassingen uitgevoerd zonder voorafgaande goedkeuring door de toezichthoudende minister of de FOD Begroting.

Hoe kan het dat een federale dienst eigenhandig van het officiële boekhoudplan afwijkt zonder goedkeuring?

Welke begrotingswijzigingen zijn in 2024 uitgevoerd zonder formele validatie, en om welke bedragen gaat het?

Wat doet u om te garanderen dat de Regie der Gebouwen in de toekomst opnieuw volledig binnen het wettelijk kader werkt?

Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Dat klinkt allemaal heel goed. Ik hoop dat het een effect zal hebben en ik kijk uit naar de volgende evaluatie van het Rekenhof, aangezien dat daarop het best de controle kan uitoefenen. Als het Rekenhof opnieuw opmerkingen formuleert, zal ik daarop terugkomen, omdat ik oprecht geloof dat de zaken die het Rekenhof aankaart aangepakt moeten worden om op die manier fraude en corruptie tegen te gaan.

Mijnheer de voorzitter, ik verwijs naar de ingediende vraag.

Het Rekenhof bevestigt dat het federale wetenschapsbeleid versnipperd blijft over verschillende instellingen en diensten met elk hun eigen financiële en administratieve systemen. BELSPO slaagt er niet in om de tien federale wetenschappelijke instellingen gecoördineerd aan te sturen.

De federale onderzoeksfondsen worden zonder prestatiegerichte criteria verdeeld, terwijl de samenwerking met de gewesten amper bestaat. Deze situatie leidt tot inefficiëntie, overlapping en verlies van middelen.

Hoe verklaart u dat er na jaren van waarschuwingen nog steeds geen geharmoniseerde structuur bestaat voor de administratie, boekhouding en rapportering van de federale wetenschappelijke instellingen?

Welke concrete stappen zal u nemen om duplicatie van onderzoeksprogramma's tussen BELSPO en de gewestelijke overheden te vermijden?

Bestaan er samenwerkingsakkoorden tussen BELSPO en de gewestelijke onderzoeksagentschappen om overlapping van onderzoekssteun te vermijden?

Hoeveel projecten ontvingen de afgelopen drie jaar zowel federale als gewestelijke financiering? En hoe viel de dubbele financiering te verantwoorden?

Bent u bereid om, in overleg met de gewesten, een duidelijke bevoegdheidsafbakening vast te leggen voor wetenschapsbeleid?

Mevrouw de minister, ik vond uw antwoord zeer interessant omdat ik niet op de hoogte was van het interministerieel overlegorgaan. Ik ga mijn Vlaamse collega's hiervan op de hoogte brengen, om hierover nog een aantal interessante opvolgvragen te stellen.

Le site des Archives de l'État, situé dans le quartier de Cointe à Liège, jouxte les infrastructures du Royal Daring Club de Cointe, club sportif local particulièrement actif dans la formation des jeunes et dans la promotion du sport de proximité. Cette cohabitation entre un bâtiment fédéral et un acteur communal constitue un bel exemple de complémentarité dans l'utilisation du domaine public.

Dans cette optique, le Club souhaiterait pouvoir utiliser le parking du site des Archives de l'État en dehors des heures de service, c'est-à-dire en soirée et durant le week-end, afin de permettre à ses membres, bénévoles et familles d'accéder plus aisément aux terrains. Cette utilisation encadrée pourrait se faire dans le cadre d'une convention de mise à disposition temporaire.

Madame la ministre, une telle convention de mise à disposition du parking à une association locale est-elle envisageable dans le respect du cadre juridique applicable aux sites fédéraux? Existe-t-il des précédents ou des procédures types pour permettre l'usage ponctuel ou partagé de parkings fédéraux par des associations sportives ou culturelles? Enfin, vos services ont-ils déjà été saisis d'une demande formelle en ce sens pour le site de Cointe? Dans l'affirmative, quel suivi a pu lui être réservé?

Cette demande s'inscrit dans un esprit de collaboration constructive entre les pouvoirs publics et le tissu associatif local.

​

Madame la ministre, le Mémorial Interallié de Cointe, dont la tour est propriété de la Régie des Bâtiments, de l’État fédéral, constitue un haut lieu de mémoire et un symbole de paix reconnu bien au-delà de la ville de Liège.

Depuis près de 40 ans, des associations locales, aujourd’hui regroupées au sein du Comité de quartier de Cointe, organisent bénévolement des visites publiques de la tour, notamment lors du week-end de la Pentecôte, de la fête du quartier, du 21 juillet et des Journées du Patrimoine. Ces visites, gratuites et organisées dans un cadre strictement bénévole, ont toujours permis à la Régie de valoriser son patrimoine sans devoir mobiliser des ressources internes pour l'accueil du public. Jusqu’à présent, aucune difficulté n'avait été observée, les autorisations étant ponctuellement accordées sur simple demande.

Toutefois, la Régie des Bâtiments exige désormais la conclusion d’une convention d’occupation à durée déterminée, assortie de conditions financières difficilement soutenables pour une structure bénévole: frais de dossier s'élevant à 585 euros, caution de 2 500 euros, assurance responsabilité civile et incendie avec un capital minimum de 1,25 million d'euros. Si le Comité comprend la nécessité d’un cadre formel et d’une couverture assurantielle adéquate, il s'interroge sur la pertinence de frais et d'une garantie aussi élevés pour une activité non lucrative et strictement patrimoniale qui contribue, par ailleurs, à la mission culturelle et citoyenne de l’État.

Madame la ministre, permettez-moi dès lors de vous poser les questions suivantes. La Régie des Bâtiments applique-t-elle une politique uniforme concernant les conventions d’occupation temporaire à vocation culturelle ou associative sur les sites fédéraux ouverts au public?

Dans le cas spécifique du Mémorial Interallié de Cointe, serait-il envisageable d’adapter ces conditions financières au caractère bénévole et non commercial de l’activité?

La Régie pourrait-elle envisager une convention de collaboration plutôt qu’une convention d’occupation, reconnaissant ainsi l’intérêt public du Comité de quartier dans la valorisation du patrimoine fédéral?

Enfin, seriez-vous disposée à faciliter une concertation entre vos services, la Régie des Bâtiments et le Comité de quartier de Cointe afin qu’un accord équilibré permette la reprise des visites dès 2026?

Je vous remercie, madame la ministre, pour vos réponses et pour l’attention que vous réserverez à la valorisation citoyenne du patrimoine fédéral, au service de la mémoire collective et de la cohésion sociale.​

Madame la ministre, le Mémorial Interallié de Cointe n'est pas qu'un monument, c'est un symbole de paix, de mémoire et de fraternité. Depuis près d'un siècle, il fait partie du paysage et du cœur de la Cité ardente que vous connaissez bien.

Depuis des décennies, des bénévoles liégeois, rassemblés aujourd'hui au sein du Comité de quartier de Cointe, s'investissent pour maintenir ce site vivant. Ils organisent des visites, accueillent le public, participent aux commémorations et font vivre, par leur seule énergie, un pan du patrimoine fédéral.

Or, depuis quelque temps, de nouvelles conditions imposées par la Régie des Bâtiments risquent de compromettre ces initiatives. Ces exigences, si elles peuvent se justifier pour des projets commerciaux, semblent disproportionnées quand il s'agit d'une action bénévole, culturelle et de mémoire.

Madame la ministre, à Liège comme ailleurs, l'État fédéral détient un patrimoine d'une richesse exceptionnelle: le Mémorial de Cointe, bien sûr, mais aussi le palais de justice, les bâtiments du SPF Finances ou encore ceux de la police fédérale à Vottem. Ce patrimoine fédéral est aussi une part du patrimoine citoyen. Il appartient à toutes et à tous.

Madame la ministre, la Régie des Bâtiments dispose-t-elle d'une marge d'adaptation pour assouplir les conditions d'occupation de certains sites, lorsque ceux-ci font l'objet d'une mise en valeur culturelle, commémorative ou associative? Le gouvernement envisage-t-il de mettre en place une politique fédérale de soutien ou de partenariat avec les associations qui contribuent à la valorisation citoyenne de ce patrimoine? Enfin, dans la perspective des Journées du Patrimoine 2026, envisagez-vous d'ouvrir plus largement certains bâtiments fédéraux situés en province de Liège, tels que celui dont on parle? Si oui, selon quelles modalités et en concertation avec quels acteurs locaux?

Madame la ministre, valoriser le patrimoine fédéral, c'est aussi reconnaître la valeur du travail bénévole, renforcer le lien entre l'État et ses citoyens et rappeler que la mémoire n'a de sens que si elle est accessible à toutes et à tous.

Merci, madame la ministre, pour vos différentes réponses. Je salue la volonté de vos services de préserver le cadre légal tout en restant à l'écoute des réalités de terrain et des associations.

Le comité de quartier de Cointe agit depuis des décennies comme un véritable relais citoyen de mémoire et de mise en valeur du patrimoine fédéral. Adapter les conditions imposées par la Régie à la nature bénévole de cette initiative serait un signal fort, celui d'un État partenaire qui reconnaît et soutient les efforts de ses citoyens lorsqu'ils contribuent à faire vivre la mémoire et la culture. J'espère donc que les discussions prochaines permettront d'arriver à un accord équilibré, permettant de reprendre les visites. C'est important. Ce mémorial aujourd'hui n'est plus accessible. Il a été rénové avec de l'argent fédéral il y a maintenant quelques années, dans le cadre des commémorations de la guerre 14-18. Ce serait dommage que cet élan et cette dynamique qui existaient avant avec le comité de quartier s'éteignent. J'espère donc vivement que cet accord équilibré sera trouvé.

Quant au Royal Daring Club de Cointe, je leur transmettrai évidemment l'importance d'officialiser la demande pour pouvoir en effet mutualiser les coûts et bénéficier des infrastructures des archives de l'État qui jouxtent les leurs.

Merci, madame la ministre, pour votre réponse. Celle-ci souligne la complexité du cadre administratif mais elle ne doit pas nous faire oublier l'essentiel derrière ces conventions. À Liège, des citoyennes et des citoyens donnent de leur temps pour faire vivre notre mémoire collective et si l'État fédéral veut préserver son patrimoine, il doit le faire avec celles et ceux qui le font vivre au quotidien. La mémoire ne se gère pas à coups de cautions, elle se cultive dans la confiance et la reconnaissance. J'entends que c'est votre volonté également. Je vous remercie, madame la ministre, d'être attentive à ce devoir de mémoire si essentiel pour notre cohésion et notre avenir.

Madame la ministre, l'automne est bien avancé et les travaux au palais de justice de Nivelles devraient commencer, si j'en crois vos dernières réponses aux diverses et nombreuses questions qui vous ont été posées par moi-même et par d'autres collègues. Permettez-moi dès lors de revenir aux nouvelles dans la mesure où la situation des employés et des utilisateurs des tribunaux mérite certainement – vous serez d'accord avec moi – la plus grande attention.

Avez-vous reçu des candidatures pour le fameux compartimentage d'archives? Les travaux pourront-ils être attribués à la fin de ce mois, comme vous l'aviez non pas promis, mais comme il était prévu? L'appel d'offres pour la mise en conformité de l'installation électrique a-t-il été lancé fin septembre comme annoncé et y a-t-il déjà des candidatures?

Par ailleurs, en ce qui concerne l'extension du palais de justice II de la rue Clarisse, il apparaît que les travaux ne pourront pas être lancés cet automne. Vous allez me demander quelles sont mes sources, mais c'est ce qu'il apparaît et c'est ce que j'ai ouï dire. Le planning a été revu. La livraison du bâtiment ne devrait pas se faire à l'été 2027 mais plutôt – enfin plus tard – un an plus tard. L'ouverture des demandes de participation a-t-elle bien eu lieu? Ou doit-on s'attendre à de nouveaux délais qui entraîneraient un nouveau retard pour l'attribution du marché et donc le lancement des travaux?

Je suis ravi d'entendre les réponses de Mme la ministre. J'étais donc très mal informé, et tant mieux, surtout pour les utilisateurs du palais de justice. Je serai sans doute amené à reposer des questions au fur et à mesure de l'évolution des différentes dossiers. C'est le bourgmestre de la Ville de Nivelles qui pourra libérer les lieux et permettre de retrouver le bâtiment.

Madame la ministre, cela fait quelques jours que ce produit est lancé: bpost a lancé un nouveau service de livraison de nuit pour les entreprises et les indépendants. Son objectif, dit-elle, est de permettre au personnel de terrain de récupérer le matériel dont ils ont besoin dès 7 h 00 du matin et dans un endroit pratique pour eux. Les colis sont collectés jusqu'à 18 h 00 avant d'être triés de nuit et distribués dans tous les points bbox de bpost avant 7 h 00 du matin. Si j'en crois l'entreprise postale, une livraison directement sur site ou dans les camionnettes des travailleurs concernés est possible aussi.

En lançant ce produit, bpost répond certainement à une demande de la clientèle professionnelle. Elle se met aussi au diapason d'autres acteurs privés. Madame la ministre, quels sont les objectifs chiffrés de bpost avec cette nouvelle initiative? Y a-t-il une réelle demande pour la livraison aussi matinale et donc pour un travail de nuit supplémentaire? Cela concerne-t-il des envois locaux? Je suppose qu'une commande passée le jour 1 à une entreprise de Bruges n'arrivera pas à 7 h 00 à Arlon le jour 2? De même, quels types de produits sont concernés? Est-ce du personnel de bpost qui sera utilisé pour ses livraisons ou l'entreprise compte-t-elle sous-traiter? Alors que le travail de nuit sera dorénavant moins bien rémunéré, quels sont les avantages éventuels qui ont été promis aux personnes qui s'occuperont de ce job?

Madame la ministre, moi aussi, j'y resterai attentif. J'entends qu'il s'agit de personnel interne et volontaire, et j'en suis ravi, que les syndicats ont été consultés et qu'ils ont marqué leur accord et, enfin, bien entendu, qu'on respecte le cadre légal et les conventions en vigueur. Il ne manquerait plus que ça. Si ce test est concluant, tant mieux pour bpost. Nous serons donc amenés à en reparler lorsqu'il sera temps d'évaluer ce dispositif. Un délai a-t-il déjà été fixé? Vous n'avez pas à me répondre, car ce n'est pas une question complémentaire, mais j'imagine qu'une évaluation est prévue. Nous en reparlerons donc certainement. Je vous remercie, madame la ministre.

Op zondag 29 juni vond in het centrum van Brussel de BRITA Urban Trail Brussels plaats, een loopevenement waarbij de deelnemers een parcours van 7 of 12 kilometer aflegden door diverse Brusselse gebouwen en instellingen. Dat sportevenement heeft tot doel de stad en het erfgoed te promoten, maar het liep dit jaar ook door federale gebouwen, zoals de Koninklijke Bibliotheek van België (KBR) en het Justitiepaleis.

Het initiatief is sympathiek en draagt bij aan het dichterbij brengen van burgers bij culturele instellingen, maar de route liep door gebouwen die al heel fragiel zijn. Tevens passeerde het parcours gangen waarvan niet alle deuren waren afgesloten, waardoor er aanzienlijke risico's bestonden dat deelnemers per ongeluk of opzettelijk in ruimtes kwamen waar ze niet mochten zijn.

Gezien het recente incident in het Louvre waarbij waardevolle stukken konden worden gestolen, roept de Urban Trail vragen op over de veiligheid bij toekomstige sportevenementen.

Werd voorafgaand aan het evenement een veiligheidsadvies of toestemming gevraagd aan de betrokken federale diensten, waaronder de Regie der Gebouwen, de FOD Justitie of het Federaal Crisiscentrum?

Is tijdens of na het evenement schade of overlast vastgesteld binnen de gebouwen, zoals de KBR en het Justitiepaleis?

Werden er maatregelen genomen om te voorkomen dat deelnemers toegang kregen tot ruimtes met vertrouwelijke dossiers of waardevolle stukken?

Plant u voor de toekomst duidelijke richtlijnen of beperkingen voor het gebruik van federale gebouwen bij dergelijke evenementen, teneinde herhaling van mogelijke risico's te vermijden?

Ik dank u bij voorbaat.

Dan heeft mijn bron zich mogelijk vergist over het Justitiepaleis en bedoelde die inderdaad een andere instantie. Maar goed… In elk geval, wat betreft die Urban Trail, had ik een bericht gekregen van iemand met nauwe banden met het evenement, die meldde dat het parcours toch door een bepaald deel van het museum liep, ondanks het advies van de restauratieafdelingen om dat niet te doen. Het kan dus zijn dat niet alle diensten voldoende geïnformeerd waren. Ik hoop dat men bij de volgende Urban Trail, of een ander soortgelijk initiatief, wel alle afdelingen goed raadpleegt over de haalbaarheid van het evenement.

Madame la ministre, depuis des mois voire des années, mon groupe formule une proposition: utiliser les bâtiments inoccupés de la Régie des Bâtiments pour augmenter les capacités d’accueil. À plusieurs reprises, les partis de l'Arizona ont balayé notre proposition aussi concrète, pragmatique qu'humaine.

À l'époque, nous ne pouvions en effet pas encore nous douter de la violence de la politique Arizona puisqu'il y a peu, votre gouvernement a pris la décision unilatérale et sans préavis de supprimer les subventions fédérales au plan grand froid, un plan qui sauve des vies chaque hiver. Ce n'est pas seulement une décision budgétaire à laquelle on a assisté mais bien une décision qui met en jeu des vies humaines.

Cette décision tombe au pire moment, alors que les files devant les CPAS s'allongent et ne cesseront de s'allonger avec cette fameuse réforme des allocations de chômage et que les personnes sans abri sont de plus en plus nombreuses.

Aujourd’hui, je me réjouis qu'une lueur de bon sens brille encore, que vous semblez soutenir notre proposition et que, grâce à la Régie des Bâtiments, un premier bâtiment a été mis à la disposition du CPAS de Liège pour l’accueil hivernal. C’est évidemment une décision positive que l'ensemble de mon groupe et moi-même saluons mais qui ne peut se résumer à un one shot . Cette initiative montre qu’une opposition constructive peut porter ses fruits, mais il reste beaucoup à faire.

Madame la ministre, avez-vous dressé une liste des bâtiments susceptibles d’être mis à disposition des CPAS? Si oui, pouvez-vous la communiquer? Quand cette mise à disposition sera-t-elle organisée, alors que nous sommes aux portes de l'hiver? Le plan grand froid commence en effet dans 15 jours. Quels contacts ont-ils été pris avec les CPAS et autres organisations d'accueil pour évaluer leurs besoins et leur proposer de collaborer avec la Régie? La ministre Van Bossuyt a remis un avis négatif sur notre proposition de mise à disposition des bâtiments de la Régie. La Régie a, quant à elle, posé une longue série de conditions. Comptez-vous évaluer ces conditions et les rendre "formelles" et "lisibles" pour que les villes et communes aient un cadre clair pour demander la mise à disposition desdits bâtiments? Qu'en sera-t-il des coûts? Je vous remercie pour vos réponses.

Je vous remercie, madame la ministre, pour votre réponse.

Nous avons toujours travaillé en bonne collaboration depuis le début de cette législature. Je vous invite à relire mes communications sur le sujet: vous n’avez jamais été mise en cause mais bien les collègues de la majorité.

Vous me demandez ce que mon groupe politique a attendu lors de la précédente législature pour agir et mettre des choses en place. Je vais vous répondre très simplement. Autour de la table, nous n’étions pas seuls et, malgré cela, Mme Ludivine Dedonder a ouvert des milliers de places dans les casernes militaires. Votre prédécesseur, M. Mathieu Michel, en charge de la Régie des Bâtiments, n'a jamais rien fait. Il est vrai que ces mises à disposition ne dépendaient pas de la Régie mais de la Défense. Notre proposition, quant à elle, a toujours porté sur les bâtiments de la Régie et là, rien n’a été entrepris. Sur ce point, nous pouvons nous rejoindre, mais ce n’est pas de notre fait.

J’entends votre avis concernant la mise à disposition des bâtiments. Je me tourne vers mon collègue, car je ne siège pas habituellement dans la commission de la Mobilité, sauf dans le cadre de cette proposition de loi qui me tient particulièrement à cœur. En effet, ayant moi-même présidé un CPAS et un relais social, je connais un peu la gestion du sans-abrisme.

Je confirme qu’à ce stade – c’est ce qui nous a été rapporté ce matin en commission –, nous n’avons pas encore reçu votre avis. C’est d’ailleurs pour cela que, le 30 septembre dernier, au sein de cette commission, j’ai demandé à pouvoir vous auditionner sur le sujet, afin d’entendre votre position sur notre proposition. Les collègues de la majorité, y compris Les Engagés, ont alors refusé votre venue.

Vous n'avez pas été sollicitée sur ce point-là, mais vos collègues l'ont été et ont refusé votre venue.

J'ai bientôt terminé, monsieur le président. J'ai toujours aussi fait des choses avec beaucoup d'enthousiasme et de conviction. Mais je partage l'honnêteté intellectuelle avec Mme la ministre. Il ne faut pas me faire dire des choses que je ne dis pas, des choses que je n'écris pas et ma communication a toujours été faite sur ce qu'il se passait dans cette commission.

La Régie est à la disposition des communes. Je vous demande aujourd'hui plutôt l'inverse. Il faut être proactive et donc voir quels bâtiments peuvent être mis à disposition et en dresser une liste. Ce n'est pas impossible à faire et à communiquer, d'autant que si, aujourd'hui, une commune ou un CPAS vous sollicite, vous avez des bâtiments à leur proposer. Il faut pouvoir faire les choses dans le sens inverse. C'est ce que nous vous demandons aujourd'hui, afin que tout un chacun puisse déjà analyser des bâtiments dans lesquels on peut potentiellement accueillir des sans-abris. J'espère pouvoir obtenir cette liste prochainement.

Madame la ministre, la prison de Mons continue de symboliser l'échec de la politique fédérale d'infrastructure pénitentiaire. Depuis que le Conseil des ministres a, en mars 2024, mandaté la Régie des Bâtiments pour identifier un nouvel emplacement et élaborer un dossier de remplacement pour la prison actuelle, aucune avancée concrète n'a été communiquée.

Pendant ce temps, on connaît les conditions de travail et de détention qui continuent à être indignes et qui empirent. Je pense que chaque semaine, un peu partout en Wallonie, à Bruxelles et en Flandre, des articles de presse paraissent régulièrement sur les conditions de détention et les conditions de travail des agents.

Or, récemment, deux élus du MR de la Région wallonne ont visité la prison de Mons et ont reconnu que, je cite: "Le MR est au fédéral sans interruption depuis 1999. On ne peut pas faire croire que nous ne sommes pas en partie responsables."

Je salue ces visites de terrain qui permettent à chacun de constater l'ampleur de la dégradation de la situation – la ministre de la Justice est d'ailleurs venue aussi voir cette prison – et surtout, le manque d'actions concrètes de votre prédécesseur face à l'urgence.

Je dois cependant avouer que je reste très inquiète sur la situation carcérale à Mons, comme ailleurs, compte tenu des coupes budgétaires de l'Arizona dans le domaine, face auxquelles la Régie est en première ligne. Dans ces conditions, il sera impossible de régler la situation en urgence, comme cela devrait s'imposer.

Madame la ministre, pouvez-vous nous communiquer l'avancement précis du dossier que la Régie devait soumettre au Conseil des ministres concernant la nouvelle prison de Mons? Une localisation a-t-elle été identifiée? Si oui, pouvez-vous nous la communiquer?

Un calendrier de mise en œuvre a-t-il été arrêté? Si oui, qu'en est-il du financement au regard des coupes budgétaires?

Pouvez-vous faire le point sur les travaux au sein de la prison actuelle, leur calendrier et leur budget?

Merci beaucoup pour vos réponses, madame la ministre. Elles sont clairement beaucoup plus positives que celles de votre prédécesseur, que j'ai pu interroger plusieurs fois sur le sujet. Nous ne manquerons de revenir vers vous d'ici 2026. J'entends que la task force entre la Justice et la Régie se tient toutes les deux semaines et avance. Il serait intéressant d'aboutir à un calendrier. Cela fait des années qu'on dit aux travailleurs de cette prison qu'on est en train de mettre en place un calendrier et qu'on y travaille au niveau fédéral. Mais comme sœur Anne, ils ne voient toujours rien venir. C'est loin d'être motivant pour les travailleurs.

Mevrouw de minister, mijn vraag gaat over het vooruitgangsrapport van het federale klimaatbeleid, dat we vorige week hebben ontvangen en dat we ook al hebben kunnen inkijken. Laten we duidelijk zijn, er is nog veel werk met betrekking tot het patrimonium van deze overheid. Uw collega-minister Crucke stelt in zijn reactie op dat rapport dat we een tandje moeten bijsteken, moeten versnellen, beter moeten coördineren en elke ambitie moeten omzetten naar concrete acties.

Bij deze wil ik u eerst en vooral bedanken voor het vastgoedkadaster, dat sinds begin oktober beschikbaar is en dat we nu kunnen raadplegen. Er waren aanvankelijk wat problemen, maar ondertussen kan ik het kadaster raadplegen. Wordt dit instrument verder efficiënt gebruikt om prioriteiten te plannen met het oog op renovatie en verduurzaming? Welke projecten krijgen voorkeur van uitvoering? Wordt hierbij rekening gehouden met het snelste rendement, de grootte van de site en de kostprijs van de werken?

Op welke manier brengt het vastgoedkadaster duidelijkheid over de mogelijke verkoop van leegstaande panden? Is hiervoor al een plan van aanpak in opmaak? Uiteraard is er ook Europese regelgeving. Is er rekening gehouden met de opstart van de ETS2 in 2027? Welke inspanningen werden hieromtrent al gedaan?

Uit het klimaatrapport blijkt dat er een tekort is aan technische medewerkers die het verbruik kunnen monitoren. In uw beleidsnota van 2025 staat dat er een analyse zal worden gemaakt teneinde de personeelsbehoeften nauwkeuriger in kaart te brengen. We zijn ondertussen bijna aan het einde van 2025. Is die analyse al opgestart en zijn hierover gegevens beschikbaar?

Dat zijn positieve signalen. We zullen dit verder opvolgen. Succes alvast.