meeting-commission
De versnelling van het drone-actieplan Drones boven de legerbasis van Marche-en-Famenne De dronevluchten boven de militaire basissen van Marche-en-Famenne en Elsenborn De dronevluchten boven de militaire basis van Marche-en-Famenne De dronevluchten boven de militaire basis van Marche-en-Famenne De drone-incidenten boven militaire domeinen Drones boven onze kritieke entiteiten De aanhoudende drone-incidenten boven de luchtmachtbasis van Kleine-Brogel Herhaaldelijke incidenten met drones in Kleine-Brogel Droneaanvallen De recente drone-incidenten Dronevluchten boven sites van Defensie Collega's, de afgelopen dagen vond een ernstige reeks drone-incidenten plaats, zo ook gisterenavond en vannacht. Zonet werden we gebrieft door de minister van Defensie en generaal-majoor Van Strythem, die de ernst van de situatie benadrukken. Het geagendeerde actuadebat, met tal van vragen over de droneaanvallen wordt nu dus op een belangrijk moment gehouden. Alle collega's hebben de mogelijkheid om aan te sluiten bij het debat. Merci, monsieur le président, et merci aux collègues de me laisser poser la question en premier lieu. En effet, je dois présider une autre commission dans quelques minutes. Mathieu Michel, membre effectif de la commission, continuera avantageusement les débats avec vous. Monsieur le ministre, ce que nous vivons sur le territoire – ou plutôt au-dessus du territoire – est une attaque parfaitement inédite. Je ne vais pas revenir sur l'ensemble des attaques de drones que notre pays a subies en un peu plus d'une dizaine de jours. Heureusement que ces drones ne sont pas armés, tel est le premier élément qui m'est venu à l'esprit, lorsqu'on connaît notre faible capacité de prévention de ces attaques, qu'elles soient ciblées sur des bases militaires ou sur des aéroports, puisqu'on est ici en commission de la Défense. Néanmoins, la première chose qu'il convient de remarquer face aux attaques subies, c'est qu'elles dépassent les compétences de la Défense. Nous sommes face à un problème transversal, qui touche également aux compétences du ministre Crucke et du ministre Quintin. Dès lors, le premier élément qui me vient à l'esprit est la nécessité de réunir le Conseil national de sécurité (CNS) sur ce dossier. Je ne sais pas si vous partagerez cet avis. Par ailleurs, pouvez-vous nous indiquer nos capacités de détection actuelles, nos capacités de destruction des drones, mais également notre capacité de prise de contrôle des drones? Il s'agit là de possibilités qui existent depuis longtemps en France et en Espagne. Où en est notre pays à cet égard? Ou est-il, au contraire, totalement impuissant face à ces attaques? Mijnheer de minister, drones zijn niet meer weg te slaan uit onze media. Dat is natuurlijk terecht. Waakzaamheid ter zake is geboden. De desinvestering in onze veiligheid wordt op dit moment pijnlijk blootgelegd, zeker als het erom gaat onze veiligheid ten opzichte van drones te garanderen. Sommigen spreken van hybride dreiging en zelfs van hybride aanvallen op tal van systemen en kritieke infrastructuren, zo ook gisterenavond. Mijnheer de minister, ten eerste, u hebt generaal Van Strythem, tot voor kort het hoofd van onze cybermacht en nu dronegeneraal en als dusdanig nauw betrokken bij alle incidenten in verband met drones, gelast met de vormgeving en de uitvoering van het droneactieplan dat wordt voorgesteld. Kunt u dat drone-actieplan dat momenteel in de steigers staat, nader toelichten? Op welke manier zal dat actieplan versneld worden uitgevoerd? Als ik het goed begrepen heb, is hiervoor geen bijkomende budget uitgetrokken en blijft het bij de kredieten die er voor dit jaar en de komende jaren voor de plannen betreffende de defensiemiddelen zijn ingeschreven. Hoe staat het dan met het bijkomende personeel dat hiervoor nodig is. Kunt u de personeelsomkadering detailleren? Wat is de personeelscapaciteit van de cybermacht en tegen wanneer kunnen we een substantiële uitbouw daarvan verwachten? Wat zal het droneactieplan specifiek betekenen voor de extra beveiliging van onze luchtmachtbases in Florennes en Kleine-Brogel en eventueel van andere kritieke infrastructuren? Over de droneaanvallen – als we ze zo mogen benoemen – van de voorbije dagen en uren, onder meer boven de legerbasis Marche-en-Famenne en Kleine-Brogel zelf, heb ik ook een aantal vragen. De gebeurtenissen illustreren dat ons luchtruim en onze bewakings- en detectiecapaciteiten nog steeds erg beperkt zijn tegenover drones die voor spionage en sabotage kunnen worden ingezet. Er loopt op dit ogenblik nog onderzoek, hoewel sommige media, vooruitlopende op de feiten, de incidenten toewijzen aan de Russische autoriteiten. Hoe ver staat het op dit moment met de vaststellingen en het assessment ? Welke procedure wordt daarbij gevolgd? Mijnheer de minister, u hebt het ook gehad over de noodzaak van shotguns en droneguns om drones eventueel te jammen of neer te halen. Kunt u de commissie duidelijk maken welke juridische en operationele regels, dus de zogenaamde rules of engagement , vandaag van toepassing zijn voor het inzetten van dergelijk materieel? Hoe verloopt op dat vlak de samenwerking met politie? Welke bijsturing acht u noodzakelijk aan de rules of engagement , opdat defensie-capaciteiten dergelijke drones uit de lucht kunnen halen of ernstig kunnen verstoren? Voorts verwijs ik naar mijn heel uitgebreide schriftelijke voorbereiding. Ter afronding ga ik nog even in op de samenwerking tussen de Belgische en Nederlandse autoriteiten, zeker in het licht van de meldingen dat de drones na de aanvallen in noordelijke richting terug zouden zijn gevlogen. Hoe verloopt de samenwerking? Hebt u reeds overleg gevoerd? Wat is het resultaat van dat overleg? Ten slotte, welke maatregelen zult u nemen om onze militaire installaties en kwartieren bijkomend te beschermen? Monsieur le ministre, messieurs les représentants de notre armée, nos concitoyens sont très logiquement inquiets du survol de plusieurs sites par des drones non identifiés. À la lecture des informations publiques, je dois tirer deux enseignements majeurs. D'abord, nous avons affaire à du matériel et des modes opératoires qui excluent formellement que nous soyons confrontés à des amateurs. Ensuite, ces drones veulent être vus. Cela me paraît assez clair. Leur mission ne consiste donc pas à recueillir des informations qu'il serait, par ailleurs, facile de récolter par satellite, mais bien à susciter de l'émoi, de l'émotion ainsi que de la panique et à nous diviser en tant que pays afin que nous cessions de vivre normalement. Nous devons évidemment faire l'exact opposé. Nous nous trouvons face à une forme de guerre nouvelle. Cela fait partie de mes questions: cette manœuvre relève-t-elle, selon vous, d'un schéma hybride? Ce problème ne concerne pas que la Défense, puisque des sites civils sont désormais également visés. Pour cette raison, c'est le gouvernement dans son ensemble qui devra apporter des réponses. Puisque le but de ceux qui envoient ces drones est de nous déstabiliser, la première chose à faire est de garder notre calme, de faire preuve de sang-froid et de stabilité. En tant que membre de l'opposition, je considère qu'il est nécessaire que cette exigence de stabilité soit également d'ordre gouvernemental. Je le dis à l'attention de ceux qui seraient en train de négocier des budgets à coups d'ultimatums ou d'échanges sur les réseaux sociaux. Et puis, la deuxième réaction consiste à anticiper les intimidations futures. En effet, et c'est la nouveauté depuis hier soir, celles-ci entraînent des effets immédiats. S'il suffit d'un drone pour suspendre l'activité aéroportuaire pendant plusieurs heures, nous nous heurtons alors à un véritable problème, dans la mesure où nous envoyons comme message que nous pourrions aisément être déstabilisés. Monsieur le ministre, mes questions sont assez simples. S'agit-il, selon vous, d'actions d'amateurs ou d'un acte d'espionnage? Dans la presse, vous avez parlé d'une mission ciblée. Participe-t-elle d'une guerre hybride au sens large? Quel est le bilan fonctionnel et quantitatif des systèmes de brouillage contre les drones actuellement déployés? Lorsque la question ne concernait encore que nos bases militaires, vous aviez déclaré que le brouillage n'avait pas fonctionné. Que pouvez-vous nous répondre aujourd'hui, compte tenu de la situation d'hier soir? Et puis, où en sommes-nous – car je sais que c'est l'une de vos priorités – dans l'équipement anti-drones? Quels sont les obstacles? Sur quelle accélération pourrions-nous éventuellement compter afin de vivre demain dans un pays qui soit davantage capable de faire la différence dans cette guerre d'intimidation que nous sommes en train de subir? De drone-incidenten van de afgelopen weken zijn legio. Elke dag zijn er ook meer. Gisteren was er in de media opnieuw sprake van nieuwe incidenten. Ik vind dat zeer zorgwekkend. Ik denk dat we daar allemaal, over partijgrenzen heen, aandachtig voor moeten zijn, heel zorgvuldig mee moeten omgaan en we aan hetzelfde zeel moeten trekken opdat de veiligheid van ons luchtruim en onze binnenlandse veiligheid zouden worden beschermd. Wat mij betreft, gaat het hier niet om een spel tussen meerderheid en oppositie. Er zijn twee aspecten in het verhaal: de drone-aanvallen of -incidenten boven de militaire basissen en de andere drone-incidenten. Boven de militaire basissen zijn er een aantal drones gedetecteerd, ook gisteren als ik de pers mag geloven. Kunt u daarover een laatste stand van zaken geven en vermelden welke maatregelen er op militaire basissen binnen Defensie al zijn genomen om de veiligheidsvoorschriften en veiligheidsmaatregelen op te krikken? Het tweede aspect met misschien nog wel een grotere omvang betreft het civiele luik, het civiele luchtruim. Gisterenavond heeft er een aanval of een drone-incident plaatsgevonden rond de luchthaven van Zaventem. De luchthaven van Zaventem is enige tijd gesloten. Dat heeft een bijzonder grote economische impact op de luchthaven van Zaventem. Naast de economische impact is er natuurlijk ook de impact op de bevolking. Mensen maken zich zorgen, mensen beginnen wat wantrouwig te zijn, beginnen het vertrouwen te verliezen in de veiligheidsdiensten. We moeten daar bijzonder waakzaam voor zijn. Ik hoor vaak dat het civiele luchtruim de bevoegdheid is van Binnenlandse Zaken, de bevoegdheid van de politie en dat militaire basissen onder de bevoegdheid van Defensie vallen. Het laatste wat men nu mag doen, mijnheer de minister, is zijn paraplu opentrekken en bevoegdheden en verantwoordelijkheden naar elkaar doorschuiven. Ik heb één concrete vraag. Het civiele luchtruim beslaat een groot deel van ons land. Welke afspraken hebt u al gemaakt met de minister van Binnenlandse Zaken, minister Quintin, om een protocolakkoord te sluiten of om duidelijke afspraken tussen Defensie en politie te maken om ons volledige luchtruim en ook alle kritische infrastructuur in ons land te beveiligen? Monsieur le ministre, je ne vais pas revenir sur certaines questions que je vous ai posées auxquelles vous avez répondu il y a quelques minutes. J'irai donc directement au fait. Je regrette un peu que lorsque des bases ont été survolées par des drones, les bourgmestres locaux ne soient pas prévenus. Quand on évoque par exemple la base de Marche-en-Famenne, je présume que c'est le bourgmestre de Marche qui est contacté, mais quand on lit les documents du survol des drones, ça s'est passé à Bourdon, c'est-à-dire dans ma commune, et je n'en ai absolument pas été informé. Les casernes étant souvent situées sur plusieurs communes, il faudrait peut-être être plus attentif à cette couverture des casernes car les citoyens de nos communes se posent légitimement des questions. Je voudrais également savoir, dans le cadre de la collaboration entre la Défense, la police et les communes, si on allait finalement implémenter un mode de fonctionnement qui permettrait d'éviter que tout et n'importe quoi ne se raconte et qu'on puisse se concerter pour éviter des fake news , des exagérations ou cette volonté de faire peur aux citoyens, phénomènes que nous devons combattre. Dans le débat que nous venons d'avoir, a été évoqué le fait que certains drones, les petits drones qui sont accessibles aux citoyens, sont bridés et ne peuvent pas survoler une zone militaire. Est-ce véritablement le cas? Est-ce que si je vais sur internet acheter un drone et que je le fais voler, ce drone ne pourra pas survoler le camp militaire de Marche parce qu'un dispositif est prévu? Ou alors, n'importe quel drone peut-il maintenant survoler notre dispositif militaire? Il me semble important de connaître la réponse à cette question parce que ça permettrait de déterminer si le survol d'un camp militaire est bien le fait d'un drone particulier, qui n'est pas à la disposition du citoyen lambda et qui présente donc un risque. J'aimerais vraiment écarter le fait que tout survol d'un camp militaire puisse se faire par un drone lambda, qui serait à la disposition des citoyens. Beaucoup maintenant en ont pour faire des photos de leur maison, etc. Dans le même ordre d'idées, il semblerait que les images aériennes de nos quartiers militaires, dont celui de Marche-en-Famenne, soient disponibles sur certaines applications. Des mesures seront-elles prises pour flouter ces vues aériennes, comme la législation le prévoit? J'espère, monsieur le ministre, que nous pourrons rapidement lutter ensemble contre ces éléments car je m'inquiète quand même que nous soyons dans l'incapacité de réagir rapidement à cette problématique avec les dispositifs qui sont les nôtres. En tant que citoyens, il nous est compliqué de comprendre qu'on ne puisse pas trouver une solution immédiate pour se débarrasser de ces drones, soit en les abattant soit avec un dispositif anti-drone performant dans l'ensemble des installations sensibles de la défense – mais pas uniquement. Ik wil in eerste instantie de minister en de Defensiestaf danken voor de briefing die we zopas achter gesloten deuren gekregen hebben. We hebben daar zeer interessante informatie gekregen, informatie die we uiteraard niet kunnen delen in deze openbare vergadering, maar die ons wel duidelijk gemaakt heeft dat iemand – en ik leg niet onmiddellijk de vinger op wie dat zou zijn – ons weer aan het testen en het pesten is. Ik zal het blijven herhalen. We zijn op dit moment heel duidelijk een stap verder op de escalatieladder in deze hybride oorlog, die eigenlijk al langer woedt op het Europese continent en ook in België. Het is heel duidelijk gebleken – zonder in details te treden over de briefing van daarnet – dat we te maken hebben met professionelen. Het gaat niet over amateurs. Het gaat niet over kwajongensstreken. Het gaat echt over mensen die weten waar ze mee bezig zijn. Dat is heel erg duidelijk. Ik wil niet in detail treden waarom we dat kunnen stellen, maar het is wel heel duidelijk gebleken. De bevolking moet dat goed beseffen. Dit is iets professioneels, dit is geen werk van amateurs. Daarom is het belangrijk, mijnheer de minister, dat er degelijk gecommuniceerd wordt. Niet alles kan gecommuniceerd worden aan onze bevolking. Uiteraard niet. We hebben respect voor de operationele veiligheid. Maar het is wel belangrijk dat de mensen weten waarover het gaat en waarover het niet gaat. Ik doe dus nogmaals een oproep, ten eerste, om het hoofd koel te houden, kalm te blijven en die kalmte ook uit te stralen, en ten tweede, om goed te communiceren. Niet alleen wij, politici, moeten communiceren, maar ook de mensen van Defensie moeten communiceren. Mensen in uniform moeten op televisie de bevolking uitleggen wat hier aan de hand is. Ik heb heel veel vertrouwen in de aanpak die de kolonel heeft geschetst tijdens de briefing achter gesloten deuren. Die aanpak steunt op vijf pijlers: preventie, detectie, identificatie, engageren en command and control. Ik meen dat dit zeer goed zit. Ook daarover wil ik niet in detail treden, om de kat niet bij de melk te zetten. Voor ons is het belangrijk te onderstrepen dat op dit moment wie erachter zit van ondergeschikt belang is. Het is belangrijker te vermijden dat het verder escaleert. Het onderzoek loopt nog. De kans is zeer groot dat we nooit zwart op wit bewijs zullen hebben van de herkomst. We hebben indicaties en heel duidelijke sporen met betrekking tot de herkomst. Wanneer men puzzelstukjes op andere terreinen samenlegt, zijn de indicaties heel erg duidelijk. Op dit moment is de veiligheid het belangrijkste, want drones en gevechtsvliegtuigen gaan niet samen, drones en burgervliegtuigen gaan niet samen. Hiervan kunnen ongelukken komen. Dit is gevaarlijk. Een drone boven het kamp van Elsenborn is niet wenselijk, maar vormt niet onmiddellijk een gevaar voor de bevolking. Een drone boven een luchtmachtbasis of boven het burgerluchtverkeer, bijvoorbeeld boven de luchthaven van Zaventem, vormt wel een potentieel gevaar. Daaraan moet absoluut prioriteit worden gegeven. Collega’s, ik ben dan ook heel benieuwd welke fracties straks in de commissie voor Legeraankopen het noodpakket van 50 miljoen voor de bestrijding van deze drones zonder dralen en zonder afwachten zullen goedkeuren. Ik kijk uit naar het stemgedrag vanmiddag, zodat we effectief werk kunnen maken van die anti-dronemiddelen. Monsieur le ministre, depuis le 2 octobre, des drones survolent l'espace aérien belge, qu'il s'agisse de bases militaires ou d'aéroports civils. Le point culminant a été atteint hier soir avec la fermeture de l'espace aérien des aéroports de Bruxelles-National et de Liège et la suspension des transports civils et commerciaux. Cela montre à quel point notre pays, qui est aussi le siège de l'OTAN et le siège de l'Union européenne, peut être vulnérable face à des attaques hybrides et par des vols de drones qui viennent perturber la sécurité aérienne sans que nous puissions connaître leurs intentions. Par ailleurs, il est difficile de savoir qui est derrière ces actions, et surtout de quels types de drones il s’agit. Il existe des petits drones qui sont repérables à 100 ou 150 mètres d’altitude, mais d’autres, plus gros, volent beaucoup plus haut. Monsieur le ministre, savez-vous qui est derrière tout cela et de quels types de drones il s'agit? Deuxièmement, j'avais soulevé le problème le 2 octobre et nous sommes maintenant le 5 novembre. Pourquoi avoir attendu un mois avant que le CNS ne se réunisse pour avoir une parfaite cohérence dans l'action? Pour l’instant, tout repose sur vos épaules. Je regrette que votre collègue du MR, en charge de la police fédérale, ainsi que celui des Engagés, responsable de la sécurité de l’espace aérien, soient si absents du dossier. Il n'est pas normal qu'on s’adresse à vous, alors que vous n’êtes responsable que de la sécurité aérienne de nos bases militaires, ainsi qu'en cas d’attaque. C’est anormal, mais je l’explique par un définancement structurel de la police fédérale, puisqu’on vous demande même aujourd’hui de mettre des militaires dans la rue, faute de pouvoir y déployer des policiers. Il en est de même pour nos centrales nucléaires qui sont des infrastructures critiques. Si des drones survolent les centrales nucléaires, qui est responsable de leur surveillance, de leur détection, de leur éventuel abattage ou de l’intervention les concernant? Les jeunes militaires que vous allez envoyer pour surveiller les bases, parce que la Direction de la sécurisation (DAB) de la police fédérale ne veut plus le faire? Cela ne va pas. Les bourgmestres et la police locale? Cela ne va pas non plus. Ce n'est pas sérieux. Vos collègues ne sont pas sérieux. Il faut vraiment marquer le point par rapport à cela et montrer que nous sommes capables de réagir. Donc, quels moyens à court et moyen terme êtes-vous prêt à mettre sur la table, sachant que grâce au plan STAR, développé en 2022 par votre prédécesseur, ont été créés à la fois le Cyber Command (rebaptisé Force Cyber) et le National Airspace Security Center (NASC) – un organe de concertation qui a entamé les premières études pour lutter contre les drones? Dans la foulée de ce que Ludivine Dedonder a mis en place, quels moyens permettrez-vous de mobiliser pour garantir une sécurité maximale, dans le strict respect de vos compétences? Collega’s, de afgelopen dagen werden we geconfronteerd met ernstige dronedreigingen en -incidenten. Ze beginnen steeds meer te lijken op een ernstige en misschien wel gestructureerde aanval. We zijn dus misschien aan het evolueren van een hybridedreiging naar een hybrideantwoord. Mijnheer de minister, ik sluit mij ook aan bij de woorden van dank over de toelichting die we deze ochtend kregen van u en de generaal, waarop we hier niet in detail zullen ingaan. De afgelopen dagen hebben duidelijk gemaakt dat het terughoudende beleid van het verleden op het vlak van drone- en counterdrone-investeringen ons wat op een achterstand plaatst. We weten ook dat er de afgelopen jaren een fikse technologische evolutie, misschien wel een revolutie, heeft plaatsgevonden op het vlak van dronetechnologie. Oekraïne was daarvoor de proeftuin en dat had harde gevolgen. Mijnheer de minister, u bent niet verantwoordelijk voor alles. Ook de minister van Binnenlandse Zaken heeft namelijk zijn verantwoordelijkheid te nemen. Ik heb vernomen dat uw collega Quintin dit begrijpt en heeft gevraagd om de Nationale Veiligheidsraad bijeen te roepen. We kijken uit naar de initiatieven en gevolgen. U hebt intussen zelf ook de nodige initiatieven genomen, zoals de taskforce, en generaal Van Strythem aangeduid om de problematiek op te volgen. Ook in uw Strategische Visie plaatst u de dronetechnologie centraal, met investeringen op korte termijn. Ook ik kijk uit naar de vergadering van de commissie Legeraankopen van deze namiddag. Ook op de middellange en lange termijn plant u investeringen. Misschien zullen we onze inspanningen zelfs nog moeten versnellen en/of intensifiëren. Mijnheer de minister, hopelijk kunnen we ook met verschillende internationale partners de handen in elkaar slaan. Ik wil daarvoor verder kijken dan de buurlanden, dus ook naar Europa, de NAVO en de bedrijfswereld. We moeten het met z’n allen aanpakken. De meeste vragen die ik op voorhand had ingediend, werden deze ochtend reeds beantwoord. Ik kijk dan ook uit naar de verdere duiding in uw toelichting in antwoord op de vragen. Mijnheer de minister, ook ik wil u danken voor de informatie die we vanochtend kregen tijdens de gesloten zitting. Dat heeft toch al een en ander verhelderd. Er heerst een gevoel van onveiligheid door wat er de voorbije dagen is gebeurd, zeker nu ook de nationale luchthaven in het vizier komt. We hebben een aantal antwoorden gekregen, maar ik heb nog heel wat vragen. Heel veel burgers hebben dezelfde vragen. Ik hoor en lees dat we kunnen vermoeden dat Rusland erachter zit. Het is belangrijk dat dit zo snel mogelijk duidelijk wordt. Het is echter vooral van belang hoe we hiermee omgaan. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we onze luchthavens, onze militaire domeinen en onze burgers optimaal beschermen? U gaf zelf al aan dat dit een probleem is dat verder reikt dan uitsluitend defensie. De minister van Binnenlandse Zaken zei dat hij de Veiligheidsraad zal samenroepen. Hij sprak vanochtend op Radio 1 over de mogelijkheid om dat vandaag te doen. U spreekt al over morgen. Ik zie weinig reden om te talmen en zou die zo snel mogelijk samenroepen. Ik heb als vast lid van de commissie voor Binnenlandse Zaken ook gevraagd om die commissie met spoed samen te roepen, aangezien er een grote verantwoordelijkheid ligt bij de minister van Binnenlandse Zaken. Een andere vaststelling is dat onze huidige detectie- en verdedigingscapaciteit niet in staat is om het probleem aan te pakken. Hoe komt het dat we niet in staat zijn om hier een antwoord op te bieden? Hoe verloopt de samenwerking met de buurlanden, met Nederland en andere landen, aangezien men gebruikmaakt van de grens om ons opsporingswerk te bemoeilijken? Voor een aantal maatregelen zal het tijd vergen voor ze officieel in werking kunnen treden. Wat gaan we doen in de tussenperiode? Hoe zorgen we ervoor dat we bij wijze van spreken vanavond al in staat zijn om te reageren? Mijnheer de minister, er moet mij nog iets van het hart met betrekking tot de communicatie. De militairen zeiden hier vanochtend dat er rustig en kalm moet worden gecommuniceerd en dat men de zaken niet mag opstoken. Als ik dan kijk naar wat u soms verklaart in de media en naar wat u soms doet op Twitter, dan denk ik dat dit allemaal niet helpt. Ik verwacht van een minister van Defensie dat hij op een rustige, kalme manier communiceert, op een manier die ons land vooruithelpt, dat hij kijkt naar oplossingen eerder dan een beetje stokebrand te spelen. We hebben een ernstig probleem. We moeten kalm blijven en aan oplossingen werken. Daarvoor kijken we naar u, niet als stokebrand. Monsieur le président, je tiens également à remercier le ministre pour la transparence dont il a fait preuve lors de la réunion précédente. Je comprends pourquoi nous ne pouvons pas avoir de transparence lors de cette commission-ci. Cette question des survols de drones non autorisés doit s’appréhender avec une vision à 360 degrés, et pas uniquement sous l’angle militaire. Ces menaces mêlent des enjeux militaires et de sécurité intérieure. Nous l’avons encore vu avec la fermeture de l'espace aérien de l'aéroport de Zaventem hier. Cela ressemble très clairement à une attaque hybride. Il est évident qu'aujourd'hui, nous ne sommes plus dans la théorie. Nous sommes dans la pratique. Pour l'instant, on vient peut-être effectivement nous narguer, mais ces événements soulèvent des questions sur notre capacité à réagir. J'en viens tout d'abord à cette réflexion sur la capacité de réaction immédiate. Monsieur le ministre, nous savons tous que vous avez des budgets pour nous protéger. Ces budgets sont-ils bien disponibles et utilisables? S'ils font l'objet de réticences, notamment de la part de l'Inspection des finances, le ministre du Budget est-il prêt à outrepasser ces avis pour accélérer les dépenses? La deuxième question est liée à l'observation que l'utilisation des drones en Ukraine n'était pas un phénomène neuf. Depuis cette observation, avez-vous, ou vos prédécesseurs, mis en place des actions, des projets visant à parer à ce genre de situation? Nous pouvons effectivement oser espérer qu'un plan d'action préexistait à votre arrivée en fonction. Troisièmement, nous parlons d'attaques hybrides, civiles et militaires. Dès lors, comment se passe, ou bien comment va s'améliorer ou se construire davantage encore la coordination entre la Défense et l'Intérieur? Plusieurs départements sont concernés: la Défense, l’Intérieur, mais on peut évoquer également la Mobilité et le Budget. La dernière question, monsieur le ministre, concerne le rôle de l'OTAN et des autres pays, puisque cette contrainte ne pèse pas uniquement sur la Belgique. Nous savons que les plans, notamment le travail sur la programmation militaire, s'appuient sur la planification de défense de l'OTAN (NDPP), qui a quand même quelques années maintenant. Les menaces évoluent à une vitesse excessivement rapide. Peut-on considérer aujourd'hui que le NDPP est encore d'actualité, eu égard au type de menaces auxquelles nous sommes confrontés aujourd'hui? Mijnheer de minister, ik wil ook mijn dank uitdrukken voor het feit dat we daarnet in besloten zitting al heel wat informatie hebben gekregen. Het is duidelijk dat we hier met een verontrustende tendens te maken hebben die we eerder al in andere Europese landen zagen, maar na de gebeurtenissen van gisterenavond kunnen we spreken van zekere hybride dreigingen tegen ons land. Ik wil twee bedenkingen formuleren. Ten eerste, het is duidelijk dat dit grondig moet worden aangepakt. We zijn daarnet al enigszins gerustgesteld, maar ik wil toch benadrukken dat het niet volstaat om snel een aantal wapensystemen of antidronesystemen aan te kopen. Het is belangrijk om een grondige visie en strategie te ontwikkelen om die uitdagingen aan te pakken. We hebben de voorbije maanden de stijging van het defensiebudget naar 2 % van het bbp ondersteund, dat is absoluut nodig, maar we hebben altijd benadrukt dat dat niet alleen een militaire kwestie is. We moeten de brede veiligheidscontext en de kritische infrastructuren in ons land in ogenschouw nemen. De gebeurtenissen tonen nogmaals aan dat dat een terechte invalshoek en bekommernis is. Mijn tweede bedenking betreft de weerbaarheid van onze samenleving. Collega Weydts heeft er al op gewezen dat we moeten inzetten op een heldere en duidelijke communicatie. Het is eigenlijk een beetje de bedoeling om paniek te zaaien. We moeten ons voldoende voorbereiden en investeren in weerbaarheid en in een correcte communicatie ten aanzien van onze bevolking. Ik heb nog twee vragen over de samenwerking. Ten eerste, we kunnen het ons niet permitteren om in kokers te blijven denken, zoals de collega's ook al zeiden. De samenwerking tussen de federale en lokale politie, maar zeker ook met Defensie, is essentieel. Het lijkt mij nodig om de Nationale Veiligheidsraad zo snel mogelijk bijeen te roepen. Voor de kerncentrales bestaat al een samenwerkingsakkoord, maar de dreiging komt niet alleen van de grond, maar nu ook uit de lucht. Het is dus belangrijk om dat globaal te bekijken, niet alleen onze militaire kwartieren, maar ook onze kritische infrastructuur. Mijn tweede vraag gaat over de internationale samenwerking. We hoeven het warm water niet zelf uit te vinden, mijnheer de minister. Kunt u verduidelijken in welke mate we via een uitwisseling met de buurlanden of met de NAVO die problematiek efficiënt kunnen aanpakken? Mijnheer de minister, generaal, ik dank u voor de informatie. Wij hebben al veel vernomen achter gesloten deuren en er zijn ook al veel vragen gesteld, maar mijn vraag gaat over een toekomstvisie die wij stilaan voor ogen moeten houden. Een oorlog kan hybride zijn, maar ook asymmetrisch. In een asymmetrische oorlog is degene die aanvalt altijd sterker en voert hij oorlog zonder de regels te respecteren. Dat wij ons altijd moeten verdedigen, maakt ons gevoelig en op bepaalde punten misschien ook fragiel. Men valt ons aan, men test onze mogelijkheden en probeert te zien hoe capabel we zijn en hoeveel provocaties wij aankunnen. Wij willen uiteraard geen oorlog of escalatie, maar altijd defensief blijven, ons laten doen en alleen maar verdedigen is een moeilijke strategie. Er is een counter drone management , maar het is bijvoorbeeld heel moeilijk om drones die boven de 150 meter vliegen met shotguns uit te schakelen. Er bestaan manieren om een oorlog eerlijker te voeren. We moeten dus laten zien dat wij ook hen kunnen lastigvallen op bijvoorbeeld hun vliegvelden en luchthavens. Ik haal mijn kennis uit een land waarvan ik weet wat het allemaal doet. Dat is asymmetrische oorlogsvoering. De vraag rijst of de strijd wat eerlijker kan worden gespeeld en of we die wat symmetrischer kunnen maken en hen ook in hun eigen land kunnen lastig vallen. Kan dat worden besproken in de Nationale Veiligheidsraad of op een hoger niveau, tussen de Europese landen? Monsieur le ministre, des drones survolent notre espace aérien depuis un moment. L'aéroport a été fermé hier. Je ne vais pas revenir sur les détails mais il est clair que des drones qui survolent des zones sensibles dans notre espace aérien constituent un problème de sécurité. Quand cela concerne des aéroports, c'est aussi dangereux pour les vols. Le survol par des drones de zones sensibles ne date pas d'aujourd'hui. En 2024, on avait répertorié 31 000 vols de drones enregistrés. Je voulais savoir quelle est la différence qualitative entre ce qui a été enregistré en 2024 et ce que l'on connaît maintenant. Qui est derrière ce phénomène? Comme cela a été dit par le collègue, vu que l'objectif n'est pas l'espionnage, car ils ont envie d'être vus et de se montrer, quel est l'objectif derrière ces vols de drones? Il serait bien d'avoir des éclaircissements sur ces éléments. Cela pose aussi toute la question de l'enregistrement des drones. On n'a que 37 000 pilotes enregistrés en Belgique, sachant qu'en 2024, neuf vols sur 10 dans les zones sensibles n'étaient pas autorisés. Répertorier ce genre d'éléments pose un problème. S'agissant de l'enquête, y a-t-il des éléments ou des certitudes que l'on peut déjà établir? Sinon, y a-t-il une deadline pour recevoir ces réponses pour pouvoir déterminer qui est derrière le pilotage de ces drones, prendre les mesures nécessaires et réagir de manière efficace et ciblée? Monsieur le ministre, général, merci pour les informations que vous avez pu nous communiquer tout à l'heure lors de cette réunion à huis clos. Toutefois, il est regrettable d'entendre aujourd'hui certains déplorer un manque d'investissement total dans la lutte contre les drones, alors que ces mêmes étaient au pouvoir en son temps. Mais soit, nous ne sommes pas là pour commencer à faire du jeu politique, l'heure est venue de s'unir. L'heure est grave et nous devons évidemment tous et toutes travailler ensemble pour sortir de ces difficultés que nous rencontrons aujourd'hui. C'est pourquoi, ce matin, très tôt, notre groupe a fait une demande formelle afin de réunir les trois commissions que sont la commission de la Défense nationale, la commission de la Mobilité et la commission de l'Intérieur, afin que nous puissions, en tant que parlementaires, poser toutes nos questions aux ministres et trouver des réponses claires nous permettant de continuer à définir nos travaux. Par ailleurs, il va sans dire que les informations publiées dans la presse n'ont rien de rassurant. C'est pourquoi nous insistons pour qu'il y ait une communication structurée, claire et surtout non alarmiste. Il ne faut pas effrayer la population, mais bien l'informer correctement de la situation réelle. Non, ce n'est pas dans l'imaginaire collectif de certains membres de la majorité, et particulièrement dans la tête du ministre, mais c'est bien une situation que nous vivons aujourd'hui. Les drones survolent nos infrastructures critiques et nous devons en prendre conscience. Monsieur le ministre, vous en êtes conscient, et cette commission en a bien pris conscience aujourd'hui sur la base des informations qui nous ont été communiquées. Nous devons, et j'insiste, nous unir pour pouvoir réagir tous ensemble aux menaces auxquelles nous faisons face. Nous devons être en mesure de stabiliser cette situation très rapidement. Mais au-delà de cet aspect, je trouve qu'il est tout aussi important de sensibiliser le secteur de l'industrie afin qu'il puisse, lui aussi, réagir et se préparer. Comme nous le savons toutes et tous, la technologie évolue très rapidement, et nous éprouvons des difficultés à comprendre, à détecter et à intercepter ces drones. C'est pourquoi notre industrie doit pouvoir travailler d'arrache-pied pour trouver des solutions concrètes nous permettant de faire face aux menaces. Monsieur le ministre, pourriez-vous détailler les grands axes du plan de lutte contre les drones? Quels contacts avez-vous eus avec les entreprises belges afin d'envisager les solutions potentielles? Enfin, quelles sont les mesures prévues pour ce qui concerne les protections critiques non militaires? De nombreuses infrastructures sont effectivement non militaires et ne relèvent dès lors pas de votre compétence ou de votre département. Néanmoins, envisagez-vous une intervention à cet égard? Je reviens également sur une question que j'avais posée voici une quinzaine de jours. Toute une série d'applications, notamment Strava – pour n'en citer qu'une et pour ne pas faire de publicité –, dévoilent l'ensemble de la base de Florennes. Monsieur le ministre, qu'est-il possible de mettre en place à notre niveau pour éviter cela? Collega’s, het is duidelijk dat de hybride dreiging de afgelopen dagen is toegenomen. Boven de luchtmachtbasis van Kleine-Brogel zijn heel wat drones opgedoken. De gevolgen voor de basis en de directe omgeving hebben we vanop de eerste rij kunnen meemaken. De veiligheid van de luchtmachtbasis en de omgeving ervan moet absolute prioriteit krijgen De afgelopen dagen heeft de lokale politie met volle kracht de nodige opvolging verzekerd. Dat brengt heel wat werk met zich mee op het vlak van onderzoek, het preventieve luik, controles en dergelijke meer. Ik roep alle betrokken partners op, niet enkel binnen de Nationale Veiligheidsraad, maar ook op het terrein, om samen te zitten om de strategische afspraken verder te verfijnen. Zo kan de opvolging optimaal verlopen, in samenwerking met de luchtmachtbasis, Defensie, de federale politie en de lokale politie. Mijnheer de minister, wat is uw visie om dat op het terrein zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen, zodat we een nog beter antwoord kunnen bieden op de huidige dreiging? Geachte Kamerleden, ik heb zoals altijd een goed voorbereid antwoord meegekregen, met input van de diensten, de staf en mijn medewerkers. Ik zou ook graag kolonel Comhair het woord geven om toe te lichten wat we de afgelopen dagen in de kazernes al hebben ondernomen. De voorbije weken werd de beveiliging al een stuk opgeschaald. Het is belangrijk om dat mee te delen, zodat men ziet dat we wel degelijk heel wat maatregelen nemen. Daarnaast neemt generaal Van Strythem de lead voor alles inzake drones en counterdrones. Hij kan verder toelichting geven over de nodige capaciteiten om ons daartegen beter te wapenen. Dames en heren, de recente meldingen van drones boven zowel civiele als militaire installaties tonen opnieuw aan dat de hybride dreiging reëel en ernstig is. Het gebruik van drones in de nabijheid van luchthavens, luchtmachtbasissen en kazernes vormt niet alleen een veiligheidsrisico, maar raakt ook rechtstreeks aan onze nationale veiligheid en welvaart. Het is belangrijk om te benadrukken dat de aanpak van die dreiging een gedeelde verantwoordelijkheid is. Veel leden hebben dat ook benadrukt en ik vind het positief dat de commissie met de verschillende ministers kan samenkomen om gezamenlijk gecoördineerde antwoorden te formuleren. Binnen het bevoegdheidskader ligt de primaire verantwoordelijkheid voor detectie, opvolging en handhaving bij de politie en bij de FOD Mobiliteit en Vervoer, die instaat voor de civiele luchtvaartveiligheid. Defensie werkt echter nauw samen met die partners. Dat doen we al jaren goed en die samenwerking zullen we volhouden en versterken, onder meer via informatie-uitwisseling, technische ondersteuning en verhoogde paraatheid op onze bases, om de risico’s maximaal te beperken en snel te kunnen reageren op mogelijke incidenten. De gebeurtenissen van de voorbije dagen onderstrepen de noodzaak van een gecoördineerde en geïntegreerde aanpak, waarin Defensie haar rol ten volle zal blijven opnemen binnen het wettelijk kader en in nauwe samenwerking met onze civiele partners. De heel concrete vragen over de recente gebeurtenissen, de reeds genomen en geplande maatregelen op korte termijn evenals de specifiek aangehaalde bezorgdheden kwamen reeds aan bod tijdens de briefings van luitenant-generaal Van Strythem en kolonel Comhair. Het betreft gevoelige informatie en raakt aan de operational security . Daarom vonden die briefings achter gesloten deuren plaats. Ik dank u voor de flexibiliteit om dat toe te staan. Dat is een goede zaak. We kunnen niet alles publiek meedelen, maar wel een aantal elementen. Les enquêtes sur les incursions de drones des dernières semaines sont en cours au sein du Service Général du Renseignement et de la Sécurité (SGRS), en collaboration avec les partenaires nationaux et internationaux, afin de compléter et de vérifier les premiers témoignages et observations. L'exécution de cette étape est indispensable afin d'éviter des conclusions précipitées et fautives. Il convient également de souligner que la recherche de l'identité, et surtout de l'intention des éventuels auteurs, constitue un processus complexe et chronophage, nécessitant une analyse approfondie avant toute conclusion. Ceci n'empêche bien sûr pas les actions immédiates qui ont été prises par la Défense, afin d'augmenter la vigilance. De beveiliging van onze kwartieren is gebaseerd op een dreigingsanalyse die rekening houdt met onder andere de veiligheidssituatie en de aard van de gevoelige site. In functie van die analyse kan het wachtdispositief aangepast worden volgens verschillende alarmstadia. De exponentiële toename van dronegerelateerde incidenten is een factor in de analyse en vormt een belangrijk argument om de uitwerking van bepaalde actieplannen binnen de Strategische Visie te versnellen. Op mijn vraag heeft de Chef Defensie een taskforce Drones, Innovation en Hybrid Warfare opgericht onder leiding van de Chief Innovation Defence of CID. De eerste stap van de taskforce is het in kaart brengen van de huidige situatie, zowel binnen defensie als bij nationale en internationale partners. Tijdens die fase wordt uiteraard rekening gehouden met de recente incidenten en wordt het luik counterdrone prioritair behandeld. De taskforce werkt samen met andere diensten van defensie aan mogelijke onmiddellijke acties. Die acties moeten worden vertaald in aanvullende richtlijnen voor de verschillende kwartieren op basis van de analyses van de ADIV, het beschikbare patrimonium aan middelen binnen defensie en de optimale inzet van personeel. Daarenboven is er extra awareness gecreëerd bij het defensiepersoneel om aandachtiger te worden voor drone-overvluchten en om uiteraard eventuele verdachte gedragingen van mogelijke dronepiloten binnen of in de nabijheid van kwartieren te melden. Op korte termijn wordt er gewerkt aan een actieplan dat onder meer is gebaseerd op versnelde leveringen en kleinere, snel realiseerbare aankopen. Concreet gaat het bijvoorbeeld over extra jammers , radars, dronehunters , zijnde drones die andere drones kunnen neerhalen, detectiemateriaal en shotguns. Daarnaast wordt voortgewerkt aan de versterking van onze luchtbewakingscapaciteit door lokale detectiesystemen en betrokken actoren zoals skeyes, federale politie en douane te integreren binnen het NASC of National Air Security Center in Bevekom/Beauvechain, waar ze worden samengevoegd met alle luchtverkeersgegevens voor een realtime en gecentraliseerd luchtbeleid. Wij verhogen eveneens de waakzaamheid in onze militaire kwartieren en roepen onze militairen en burgers op om de ogen en oren open te houden. Op middellange termijn wordt een omvangrijk raamcontract voorbereid met als doel defensie in samenwerking met Europese en Belgische bedrijven op een innovatieve manier uit te rusten met mee evoluerende antidronemiddelen. Bij de investeringen, zowel op korte als op middellange termijn, wordt aandacht besteed aan detectie, identificatie, neutralisatie en exploitatie. Belangrijk in dat verband is dat de aankopen binnen het huidige defensiebudget worden gefinancierd. Wij vragen dus geen extra geld. De dreiging is echter acuut. Het besef moet aanwezig zijn dat de procedures moeten worden gemoderniseerd om sneller de juiste uitrusting te kunnen aanschaffen en de intimidaties te stoppen. Aangezien de technologie zich razendsnel ontwikkelt, dienen ook onze procedures te worden omgeschakeld zodat wij snel kunnen schakelen. De grote variatie aan drones vergt een gelaagde aanpak waarbij verschillende combinaties van sensoren en interceptoren worden ingezet, elk met specifieke capaciteiten. De snel evoluerende markt wordt dagelijks door onze specialisten gevolgd om tot een evenwichtige oplossing te komen voor zowel onze militaire kwartieren als voor ontplooide detachementen. Elke detectie moet worden opgenomen in een snel communicatie- en beslissingsproces. Om die reden hebben we reeds stappen ondernomen voor een verregaande samenwerking met onder andere SkeyDrone, douane en politie. Om gezamenlijk het hoofd te bieden aan al die uitdagingen staan onze specialisten in nauw contact met partnerlanden, de industrie en de academische wereld. Faisant référence à la commission de Suivi des missions militaires du 22 octobre dernier, je vous confirme que des mesures ont été prises afin de renforcer la coopération entre la police locale et le personnel de garde des quartiers, toujours dans le respect du cadre juridique d'application. En ce qui concerne la visibilité des infrastructures critiques dans les quartiers militaires sur des applications telles que Google Maps ou Snapchat, le SGRS est en contact avec les services concernés afin de mettre en place un floutage systématique de ces zones. Il peut être affirmé que l'analyse de la situation dans les pays voisins ne présente pas de grande différence par rapport à notre approche. Tot zover mijn voorbereide antwoord, collega’s. Ik kan ook nog een paar punten meegeven over de bevoegdheid voor de bescherming van kritieke infrastructuren tegen drones in België. In België ligt de verantwoordelijkheid voor de beveiliging van civiele kritieke infrastructuur bij de FOD Binnenlandse Zaken en bij de privébeheerders. Defensie kan hierbij ondersteuning bieden, zoals dat ook gebeurt bij internationale toppen van bijvoorbeeld de NAVO of de EU, via missies van het type Joint Umbrella. De beveiliging van militaire infrastructuur valt onder Defensie, in samenwerking met de geïntegreerde politie, en wordt juridisch ondersteund door vliegverboden en de strafrechtelijke bepaling die ertoe strekt dat men tot één jaar celstraf kan krijgen, als men een intrusie doet in een militair domein, bijvoorbeeld door er met een drone boven te vliegen. Monsieur Lacroix, vous m'avez notamment interrogé au sujet du site de Tihange. C'est la Défense qui s'en charge à présent. Ce sont des jeunes hommes, comme vous l'avez indiqué. Ils sont assez forts. La question de leur âge ne me semble pas vraiment pertinente. Ils sont bien formés. En tout cas, quand ils aperçoivent des drones, ils doivent contacter la police, conformément à la procédure. Dans le fond, c'est toujours le même problème. Je souhaite obtenir un codex définissant un cadre légal. Depuis cinq ou six ans, nous en parlons au sein de notre commission dans le but d'élaborer des outils pour la Défense qui s'appliquent dans l'espace public afin de susciter des engagements. C'est une discussion d'ordre juridique. Le codex est quasiment prêt pour être présenté ici. C'est un aspect essentiel qui est notifié dans l'accord de gouvernement, comme vous le savez. Waarom zijn de drone overflights belangrijk? Cela rejoint la question de M. Boukili sur la différence entre les 30 000 survols enregistrés l'année passée et la situation actuelle. We zien dat dit gebeurt, gecoördineerd in tijd en ruimte. Niet alles is gecoördineerd, maar een aantal acties is dat duidelijk wel. Het gaat om intentioneel disruptieve handelingen. Vaak gebeurt dit op hetzelfde moment, het donkerste moment van de dag, net na valavond en net voordat de hemellichamen zichtbaar worden, wat betekent dat het echt zeer donker is. Het is dus intentioneel en disruptief. Het gaat ook om aangepaste tactieken. Er wordt bijvoorbeeld niet van radiofrequenties gebruikgemaakt, waarvoor we radarsystemen hebben, maar van 4G- of 5G-netwerken, wat veel moeilijker te detecteren is. Het gaat om semiprofessionele grote drones. We zien meerdere drones simultaan, die in formatie vliegen. Dat kan niet iedereen. Dat vergt enige skills. Het past in het patroon van hybride technieken, die we ook in andere landen in andere theaters zien. Dit is dus niet zomaar een fenomeen van iemand die toevallig met een drone over een stukje van een militair domein of een luchthaven vliegt. Wat er gisteren op de luchthaven is gebeurd, toont dat duidelijk aan. De luchthaven werd gesloten nadat drones waren waargenomen, werd vervolgens opnieuw geopend, waarna een grote drone net voor de verkeerstoren kwam vliegen. Daarop moest de luchthaven opnieuw worden gesloten. Dat gebeurt niet zomaar. Er zijn een aantal indicaties die erop wijzen dat dit op een zeer structurele manier is georganiseerd. Belangrijk is ook dat niet elke dronemelding deel uitmaakt van een grote operatie. Gisteren waren er bijvoorbeeld dronemeldingen voor de sluiting van de luchthaven, op verschillende domeinen, kwartieren en locaties. Toen de luchthaven gesloten was, moesten vliegtuigen laag vliegen en circuleren voordat ze konden landen. Dat zorgt in het donker voor veel lichtjes. Dat kan dreigend overkomen. We hebben toen veel meldingen ontvangen, maar dat waren vliegtuigen die niet mochten landen en boven een deel van België aan het cirkelen waren. Sommige mensen dachten dat het om drones ging en belden de politie. Er is dus een verschil tussen de meldingen voor acht uur en die na acht uur, toen de luchthaven gesloten werd. Dat is belangrijk om te vermelden. We zijn dat allemaal zorgvuldig aan het oplijsten en bestuderen. Er waren ook vragen over de samenwerking met de partnerlanden. Er is contact opgenomen met Nederland, zowel op het niveau van de politie als op militair niveau. Ik heb ook politiek contact gehad met mijn collega-minister uit Nederland. Die heeft op zijn beurt contact opgenomen met zijn Franse, Luxemburgse en Duitse collega's. Die contacten zijn er dus. We bekijken ook, binnen de NAVO en de Europese Unie, of we eventueel ook daar steun kunnen krijgen. Daar zijn we ook mee bezig. Wat betreft de burgemeesters, mijne heren Courard en Matheï, dat is een gevoelig punt. U bent burgemeester en ik ben dat zelf ook al 13 jaar. Het is belangrijk om bij een crisis de burgemeester zo snel mogelijk te contacteren. Of het nu gaat over een asielcrisis, als men bijvoorbeeld een asielcentrum wil openen, of over een overstroming of een ander fenomeen, de burgemeesters moeten meteen gecontacteerd en meegenomen worden in de keten. Normaal gezien is er een overleg tussen de commandant van een kwartier en een burgemeester. Dat verloopt via de politie en soms ook rechtstreeks. Ik heb gevraagd dat elke kwartiercommandant deze week contact opneemt met de lokale autoriteiten, zoals u suggereerde, mijnheer Matheï. Die instructie is gegeven en dat zal de komende dagen zeker gebeuren. Dat is trouwens op een aantal plaatsen al gebeurd. Het is de bedoeling om een aantal afspraken vast te leggen. Als we drones zien, dan is het allerbelangrijkste zoeken naar de piloot. Die bevindt zich niet op een militaire basis, maar wel in de buurt daarvan. Dat is politiewerk omdat het om burgerlijk terrein gaat waar wij geen bevoegdheid hebben, maar militairen kunnen wel helpen. In die zin hebben we een aantal richtlijnen gegeven en kolonel Comhair zal die straks toelichten. Mijnheer Matheï, ik heb u gebeld, maar ik heb niet iedereen gebeld. Ik heb bijvoorbeeld de burgemeester van Marche-en-Famenne niet gebeld, terwijl de melding vorige week binnenkwam. Ik had dat kunnen doen en ik zal nu bekijken hoe ik dat nog gestructureerder kan doen. Ik zal deze namiddag een aantal burgemeesters telefonisch contacteren, want het is heel belangrijk dat mijn kabinetschef of ikzelf bellen om te zeggen wat er gebeurd is en dat we ermee bezig zijn. Dat is een heel terecht punt dat ik zeker meeneem. S'agissant de la communication, je pense que nous devons communiquer davantage, surtout aux voisins civils d’une base militaire. Nous allons le faire. Nous l’avons déjà fait dans quelques villages et à quelques endroits, mais nous devons formaliser et structurer cela. Ce sont deux points que je retiens, parce que je pense que c’est très important. Dat is natuurlijk ook de reden waarom de Nationale Veiligheidsraad samenkomt. Dat zijn zaken die men daar in overleg met de volledige veiligheidsketen kan afspreken. Dat neemt echter niet weg dat we hier echt werk van moeten maken. Dat wordt dus zeker meegenomen. U raakt daarmee een heel gevoelige snaar bij mij en ik denk dat u dat ook weet. Wat betreft de vraag van mevrouw Safai of we kunnen leren van andere landen en of we binnen de NAVO moeten consulteren. Dat doen we inderdaad. We nemen effectief contact op met andere NAVO-lidstaten om na te gaan hoe zij te werk gaan. Een andere kwestie is of men een procedure op grond van artikel 4 moet opstarten. Dat behoort uiteraard tot een geheel andere orde. Dat wordt bestudeerd en we zullen dat dan bekijken. Dat is iets voor de komende uren en dagen. Pour ce qui est d'organiser des commissions conjointes, je pense que c'est effectivement une bonne idée. Droneregistraties zijn niet mijn bevoegdheid. Dat is geen zaak voor Defensie. Sorry, ik weet eerlijk gezegd niet precies hoe dat juist in elkaar zit. Vragen daarover moet u aan een andere minister stellen. De heer Vandemaele klaagt aan dat ik met mijn communicatie paniek zou creëren. Ik spreek dat tegen. Ik heb hier wel al wat watertjes doorzwommen. Ik zit al 25 jaar in de Wetstraat en niet veel mensen kunnen dat zeggen. Ik heb zeker niet de bedoeling paniek te creëren. Ik heb niet proactief gecommuniceerd over drone-incidenten. Ik heb gecommuniceerd toen journalisten mijn kabinet of Defensie contacteerden met de vraag of het klopte dat er drones waren gezien boven Kleine-Brogel. Dan kan men niet liegen. Dan kan men niet zeggen dat daar niets van waar is. Dat moet men niet doen. Men moet nooit liegen. Dat is het slechtste wat men kan doen. Het wordt dus bevestigd. Dat is reactieve communicatie, want ik bevestig aan een journalist dat er drones boven een kwartier zijn gedetecteerd of online door burgers – die zijn namelijk niet blind; ze zijn alert en waakzaam op dit moment en dat is goed – gemeld. Dat is geen proactieve communicatie over wat we allemaal vandaag hebben gezien. Overigens, er zijn veel meer meldingen dan er in de pers komen, wat eens te meer bewijst dat ik absoluut niet proactief daarrond communiceer. Er is al heel wat gebeurd de jongste dagen en weken. Ik heb absoluut niet de intentie gebeurtenissen op te stoken. Ik lees op sommige sociale media dat Defensie gewoon meer geld wil en dat Francken geld nodig heeft. Dat is allemaal fake news. Ik heb geen geld nodig. Nee, de uitgaven voor het dronebeleid ten belope van 50 miljoen vallen allemaal binnen het budget, binnen de maanden geleden afgesproken 2 %. Ik heb geen enkele intentie een of andere falseflagoperatie op poten te zetten om meer geld te krijgen voor Defensie. Dat is compleet krankzinnig. Dat is het dus absoluut niet. Er is voorzien in het nodige geld; er wordt niets extra gevraagd. De commissie Legeraankopen buigt zich vandaag om 14 uur over ons dossier. Ik hoop daar brede steun van alle partijen te krijgen. Ik kom tot de vraag of de verantwoordelijken achter de drone-incidenten al dan niet amateurs zijn. Er zullen zeker amateurs bij zijn, die per ongeluk het luchtruim van de luchtmachtbasis of de nationale luchthaven schenden of het eens willen uitproberen. Er zijn echter absoluut ook professionals bij betrokken. Wat gisteren op de luchthaven werd waargenomen, gaat verder dan wat een amateur kan bewerkstelligen. Ik kom tot de vraag met betrekking tot de opdracht van de CHOD om de drones uit de lucht te schieten. De chef Defensie heeft de opdracht en de rules of engagement maandag in Zeebrugge aan de media nog eens verduidelijkt. Schieten is toegestaan, mits dat op een veilige wijze gebeurt en er is een clear shot nodig. Voordat er wordt gevuurd, moet de drone eerst gejamd worden. Dat lukt niet altijd wegens de gebruikte radiofrequentie. Daarnaast moet er een clear shot zijn voordat erop wordt geschoten. De opdracht om de drones neer te halen, werd gegeven, maar de uitvoering hangt af van de concrete situatie. Goedemiddag, het schema voor de korte en middellange termijn laat ik over aan de generaal-majoor. Defensie plant en voorziet budgetten en middelen om te reageren op de huidige dreigingssituatie. Defensie moet wendbaar zijn en in staat zijn om onmiddellijk actie te ondernemen. Er werden reeds richtlijnen verspreid en een aantal acties ondernomen. Momenteel werken we op vijf assen. Notre travail s'articule autour de cinq axes, à savoir l'axe de prévention, l'axe de détection, l'axe d'identification, l'axe d'engagement ainsi que l'axe de contrôle, de coordination et de communication. Wat betreft het luik preventie, we zijn reeds enkele weken met aandrang richtlijnen aan het versturen tot op de laagste echelons om de alertheid te verhogen en de medewerkers ervan bewust te maken dat ze ook naar boven moeten kijken - de dreiging komt immers ook uit de derde dimensie - en dat ze daarover moeten communiceren. Daarnaast hebben we gezorgd voor een versterking van de beveiligingsdispositieven in de verschillende militaire kwartieren. De alarmstadia, waarover de minister al gesproken heeft, zijn intussen aangepast in tien kwartieren. In verschillende daarvan zijn de stadia verhoogd. Dat betekent dat er meer personeel zichtbaar aanwezig is en dat ander materieel wordt ingezet aan de poorten, allemaal met het oog op een ontradend effect. Een van de gevolgen daarvan is dat het personeel meer patrouilles uitvoert, zowel binnen als buiten de kwartieren. De operatoren die de drones besturen, bevinden zich immers buiten de kwartieren. Die patrouilles gebeuren in overleg met de lokale politie en de lokale autoriteiten, eveneens met een ontradend doel. De minister heeft al aangegeven dat de kwartiercommandanten zeer snel overleg zullen plegen met de lokale politie en autoriteiten. Dat proces is volop aan de gang. Een ander luik dat mogelijk onderbelicht is gebleven, betreft de noodzaak om te blijven inzetten op duidelijke communicatie. Het moet duidelijk worden gecommuniceerd dat de drone overflights boven militaire kwartieren en vitale of kritieke installaties illegaal en strafbaar zijn. Dat heeft niet alleen een ontradend effect, maar moet ook toekomstige copycats afschrikken. Bovendien houden zulke vluchten aanzienlijke risico’s in voor de vliegveiligheid, met mogelijke materiële schade en zelfs gewonden of dodelijke slachtoffers tot gevolg. We moeten dus blijven inzetten op ontradende communicatie. Tot daar mijn toelichting betreffende het luik preventie. En ce qui concerne le volet détection, nous allons pouvoir accroître notre capacité de détection grâce aux mesures déjà prises dans le cadre du volet prévention, car nous disposons aujourd'hui de davantage d'effectifs sur le terrain. Nous avons également mis en place une meilleure coordination avec tous les acteurs concernés, soit au niveau fédéral, soit au niveau local. En outre, pour ce qui concerne les mesures ou les moyens de défense et de détection, nous avons appliqué une répartition des moyens de la Défense dans les différents quartiers concernés. Wat betreft het luik identificatie, er is met aandrang gevraagd om telkens wanneer iets wordt gedetecteerd, daarvan foto’s te maken. De laatste tijd merken we immers dat de drones ’s nachts of bij duister vliegen, wat de identificatie bemoeilijkt. We hebben binnen defensie dan ook een systeem op poten gezet waarbij we de foto’s naar een aantal experts in het dronedomein, het UAS-domein, kunnen sturen. Zij beschikken over de expertise om al een eerste aanname te maken over het soort drones en wat hun vluchtgedrag is, wat wij dan later kunnen gebruiken in onze verdere analyses. Pour le volet engagement de neutralisation, nous disposons à l'heure actuelle de deux systèmes de neutralisation, à savoir un système de brouillage électronique, the jammer , et un système kinétique, les shotguns , dont la portée est certes limitée, mais qui ne causent pas de dommages collatéraux. Nous pourrions mettre en place des fusils de guerre de grande taille, mais il faut savoir que tout ce qu'on tire vers le haut finit par redescendre, et nous devons autant que possible limiter les dommages collatéraux. Ces moyens sont répartis entre les casernes, les quartiers concernés. Binnen bepaalde kazernes zullen dronepiloten ook stand-by blijven om bij meldingen van drone overflights te trachten deze drones te volgen en te lokaliseren. De rules of engagement zijn al kort aangehaald. Die regels zijn opnieuw verduidelijkt, met name inzake wat we wel en niet mogen doen boven militaire kwartieren. Het is duidelijk de bedoeling dat we die drones boven de militaire kwartieren engageren en neutraliseren. Voor het laatste luik – het vijfde luik, namelijk Command & Control, Coördinatie en Communicatie – zijn al aanzienlijke stappen voorwaarts gezet. Er is al gesproken over de taskforce drones, onder voorzitterschap van de generaal. Daarnaast hebben we sinds iets meer dan twee weken een systeem van communicatie en rapportage opgezet dat ons toelaat een beter overzicht te krijgen van wat er waar wordt waargenomen. Dat zal ook later een diepgaandere analyse door onze counterintelligence en veiligheidsdiensten mogelijk maken, die verbanden kunnen leggen om zo te komen tot attributie en een beter inzicht te krijgen in het doel van deze incursies . Er zijn bovendien contacten gelegd, niet alleen op politiek niveau door de minister met de buurlanden, maar ook door de defensiestaf. Onze Chief Operations, een luitenant-generaal, heeft contact opgenomen met Nederland, Frankrijk, Duitsland en Luxemburg om afspraken te maken en een beter algemeen beeld te krijgen van de aard van de dreiging door drones en over de manier waarop we daar gezamenlijk mee kunnen omgaan. Dat overleg zal in de nabije toekomst nog vlotter verlopen. Tot zover. Bedankt, mijnheer de generaal. Goedemiddag, ik wil beginnen met een uitspraak die een van uw collega's deze ochtend heeft gedaan: de technologie evolueert zeer snel. De technologie evolueert inderdaad heel snel. Daarom werden in de Strategische Visie van deze zomer drie grote strategische doelstellingen vastgelegd. Ten eerste, defensie heropbouwen voor collective defence , overeenkomstig artikel 5, en, ten tweede, defensie heropbouwen voor de territoriale verdediging, overeenkomstig artikel 3. Dat zijn twee taken die we 40 jaar geleden en eerder uitvoerden en die we nu opnieuw moeten opnemen binnen defensie, vandaar de investeringen. Er is ook een derde strategische doelstelling: defensie moderniseren voor de oorlog van vandaag en morgen. Ik noem dat operationele innovatie. Een maand voor de goedkeuring van de Strategische Visie heeft de minister gevraagd om een taskforce Drones en Innovatie op te richten. Dat is ondertussen gebeurd. Er zijn daarin twee aspecten. Innovatie betreft de brede operationele innovatie in allerlei domeinen. Drone- en counterdronemogelijkheden vormen daarbij het zichtbare deel op korte termijn van die ijsberg van modernisering. Zodra dat team was opgericht, hebben we dezelfde werkmethode gevolgd als vierenhalf jaar geleden bij de oprichting van een vijfde macht bij defensie, de Cybermacht. Quelle était cette méthode de travail appliquée voici quatre ans et demi? C'était un stocktaking , une mise en carte de ce qu'on faisait déjà dans ce domaine-là à la Défense, de ce qu'on fait dans ce domaine-là en Belgique dans l'industrie, le monde académique et les centres de recherche, et évidemment de ce qui se fait chez les acteurs internationaux au niveau de la défense. We zijn voorbije zomer gestart met die veertig werken van Hercules, om dat alles in enkele maanden tijd in kaart te brengen. Toen reeds, in tempore not yet suspecto, werd prioriteit gegeven aan counter-UAS, als eerste prioriteit. Daarom heeft DGMR, in het kader van de strategische visie, voorgesteld om een structureel innovatief partnerschapsprogramma te implementeren. Een innovatief partnerschap voorziet in een cyclus om de snelle technologische evolutie van sensoren, effectoren en de aansturing van die systemen op te nemen in de werking van dat partnerschapscontract. Zo zullen iteratief capaciteiten worden ontplooid voor de twee taken, zijnde collective defence volgens artikel 5, concreet dus de strijdkrachten die worden ingezet in het kader van onder andere de NAVO-plannen, en de capaciteiten die territoriaal moeten worden ingezet. Dat structureel programma heeft een grootteorde van een miljard en zit momenteel in de fase van een AVA, een aanvraag voorafgaandelijk akkoord, in het Frans de DAP; dat is een ambtelijke stap. Le processus est pour l'instant au niveau de l'Inspecteur des finances. Le programme suit son chemin procédural. Vermeldenswaardig is dat dat programma ook zal worden opengesteld voor andere behoeften dan die van Defensie, mits bijvoeging van de nodige budgetten om gezamenlijk andere zaken te kunnen kopen. Dat is voorzien in de aanvraag voorafgaandelijk akkoord. Cette demande d'accord préalable (DAP) prévoit d’ouvrir le marché à d’autres acteurs interdépartementaux, avec l’introduction de budgets comme cela se fait dans d’autres programmes, voire même à des partenaires internationaux. Voilà donc ce qui est actuellement prévu dans ce programme, en cours d’approbation. Comme vous vous en rendez bien compte, ce genre de programme nécessite beaucoup d'argent du contribuable. Cela va donc prendre du temps et l'ensemble de l'année prochaine sera nécessaire pour qu'il soit concrétisé dans une attribution. Les premiers effets seront visibles au cours du premier semestre de l’année 2027. Voilà donc ce qui est structurellement prévu en exécution de la vision stratégique: une partie modernisation, une partie drones, une partie contre-drones. More is to follow in the other domains. Compte tenu des événements qui se sont accélérés depuis les survols de drones dans les pays nordiques et à Elsenborn, nous avons préparé un dossier parallèle et urgent d'acquisition de moyens counter-UAS . Je ne préciserai pas ici, en séance publique, à partir de quand cela produira un effet. Cela a été exposé ce matin lors de la session à huis clos. En quoi consiste ce programme? Il se compose de quatre lignes d'efforts. La première, comme l’a expliqué le colonel Comhair, est que nous avons pris des mesures au niveau de la Défense pour améliorer le reporting humain de nos gardes et de nos militaires concernant les incidents liés aux drones. Nous continuerons dans cette voie. Ce que nous allons mettre en œuvre avec la première ligne de développement dans ce dossier urgent, c’est l’appui d’une application, un logiciel de reporting standardisé, qui permettra un suivi plus centralisé des incidents, et ce suivant un canevas que nous sommes en train de tester, avec des améliorations de reporting humain. La deuxième ligne d'efforts consiste à installer des antennes de détection de radiofréquences pour l'ensemble des quartiers militaires, comme c'est déjà le cas dans d'autres infrastructures critiques. Ce n'est pas encore le cas dans la majorité des quartiers militaires. La troisième ligne est l'intégration de ces données dans le centre de sécurité aérien (NASC). Je dois ajouter un élément concernant le programme de partenariat d'innovation structurelle: le centre de commandement de la capacité counter-UAS itérative, qui sera construite sur le long terme, sera intégré avec l'Integrated Air and Missile Defence (IAMD). C'est pour cette raison que toutes les données de sécurité qui proviendront entre autres de ce système seront intégrées via le NASC. Le NASC, qui a été décidé dans le plan STAR, a été initié avec une version 1.0. Il est actuellement intégré au Centre de reporting et de contrôle de la défense antiaérienne (CRC), en l'occurrence le CRC à Beauvechain. Dans le cadre de la Vision stratégique 2025, nous passerons à une version NASC 2.0. Le NASC, pour le dire brièvement, est similaire au Carrefour d'Information Maritime (CIM). C'est la même philosophie, mais pour l'espace aérien. C'est là que sont centralisées toutes les informations de sécurité dont disposent tous les partenaires interdépartementaux compétents dans un certain domaine. Ik maak even de parallel met het Maritiem Informatiekruispunt. Als ik mij niet vergis, zijn er 17 federale en gewestelijke, meer bepaald Vlaamse, overheidsinstanties die 19 competenties beheersen over al wat er gebeurt onder en op de bodem van de zee en in, op en boven de zee. Al die actoren voeren hun eigen bevoegdheid uit met hun eigen middelen, maar beschikken over de gezamenlijke informatie die zich bevindt in dat Maritiem Informatiekruispunt. Het NASC is de versie van het Maritiem Informatiekruispunt, het MIK, voor het luchtruim, met dezelfde filosofie. De implementatie daarvan is voorzien in het kader van de Strategische Visie. Die line of effort 3 van het dringend dossier beoogt de versnelde implementatie van het NASC 2.0. Die nieuwe NASC 2.0 zal openstaan voor andere interdepartementale actoren die een rol spelen op het vlak van de veiligheid van het luchtruim, in de zin van security . Er zijn immers nog andere bevoegdheden inzake het luchtruim, onder andere safety . We moeten bekijken welke bevoegdheden waar uitgevoerd moeten worden en waar de informatie daarvoor moet worden gecentraliseerd. Last but not least, de vierde line of effort is een structureel programma voor meer middelen voor Defensie, zowel op het vlak van inzet in het buitenland als van inzet voor de territoriale opdrachten van Defensie. Dat zal een zekere tijd in beslag nemen. Ik heb daarnet gezegd dat dat structureel ten vroegste tegen het eerste semester van 2027 zal zijn. In die vierde line of effort zullen een aantal middelen, waarover ik nu geen details zal geven, de initiële capaciteit versnellen in de geest van wat gepland is in het langetermijncontract. Dat is de inhoud van een dossier dat vandaag aan bod komt in de parlementaire de commissie voor de Controle op de Legeraankopen en -verkopenen en dat dossier zal aan de ministerraad worden voorgelegd. Ik wil nog twee zaken toevoegen. Ten eerste wil ik de politiediensten uitdrukkelijk danken. De voorbije dagen heeft er veel overleg plaatsgevonden met de politie op alle niveaus: de federale politie, het hoogste niveau van de federale politie, maar ook de lokale diensten. Dat is over het algemeen zeer goed verlopen. Ik wil dus graag benadrukken dat de politiediensten uitstekend werk hebben geleverd, waarvoor mijn oprechte dank. Ten slotte wil ik om misverstanden te vermijden nog even ingaan op de artikel 4-procedure van de NAVO. Ik lees online al berichten waarin staat dat we artikel 4 zouden inschakelen. Dat heb ik niet gezegd. Er werd gevraagd of we de situatie niet in een breder kader moeten bekijken. Ik heb geantwoord dat er internationaal overleg plaatsvond en plaatsvindt met onze buurlandenop defensieniveau, maar ook op politieniveau met bijvoorbeeld Nederland, en dat er ook internationaal contacten zijn met enkele NAVO-landen op het niveau van de CHOD’s. Een artikel 4-procedure is echter een heel specifieke procedure. De procedure werd ingeroepen door Polen, maar toen was duidelijk dat Rusland eraan ten grondslag lag, want Russische drones drongen het Pools luchtruim in, zogenaamd onderweg naar Oekraïne. Dat gebeurde, als ik mij niet vergis, ongeveer zes weken geleden. Dat was dus een heel andere situatie. Ik zeg dus niet – en ik richt mij hierbij ook tot de aanwezige journalisten – dat wij de artikel 4-procedure moeten inschakelen of dat we dat moeten onderzoeken. Mochten we dat al willen doen, dan komt dat overigens niet mij toe. Zulke beslissingen worden immers genomen op het niveau van de Nationale Veiligheidsraad en verlopen via de premier en onze vertegenwoordiging bij het NAVO-hoofdkwartier. Dat wil ik heel duidelijk stellen. Wie denkt dat het grote nieuws is dat artikel 4 wordt ingeroepen, vergist zich. Dat is niet wat ik heb gezegd. Als mijn woorden verkeerd begrepen zijn, heb ik dat bij dezen rechtgezet. Soms merk ik trouwens dat bepaalde uitspraken nogal snel uitvergroot worden. Ik weet niet hoe dat komt, misschien omdat het zo sappig of sexy klinkt of omdat het internationaal interessant lijkt, of misschien druk ik mij niet altijd even duidelijk uit. Dat is mogelijk; ik heb nu eenmaal mijn eigen stijl. Maar soms lees ik naderhand wat ik volgens de media heb gezegd, en dan denk ik: dat heb ik helemaal niet bedoeld en ik heb het ook niet zo gezegd. Dat ligt echter misschien ook aan mezelf. Bij dezen dus nogmaals die verduidelijking. Ik heb trouwens ook niet gezegd dat we morgen zeemijnen gaan leggen. We zullen de capaciteit aanschaffen om zeemijnen te leggen aanschaffen, wat trouwens al in het STAR-plan stond, maar we zullen ze dus niet inzetten. Evenmin zullen we Moskou platleggen. Dat heb ik zo niet gezegd. Dat ging om een hypothetische vraag, namelijk wat er gebeurt als een nucleaire aanval op Brussel zou plaatsvinden. Het is soms wat vermoeiend, maar ik zal mijn best doen. Ik weet dat ik veel communiceer en natuurlijk krijg ik ook veel vragen. Ik ben er echter van overtuigd dat iedereen met bevoegd ter zake zal worden aangesproken, niet alleen Defensie, want mijn bevoegdheid is eigenlijk vrij beperkt. Ik beloof dat ik op het vlak van communicatie mijn best zal doen, en anders zet ik het recht, zoals bij dezen. We zullen artikel 4 van het NAVO-verdrag van Washington dus niet inroepen. Indien dat toch zou gebeuren, dan komt het niet mij toe om dat te doen. Dat is not my call . Het misverstand ontstond misschien doordat u net een hapering in uw keel had. Mijnheer de minister, mijnheer de generaal, mijnheer de kolonel, ik dank u voor uw toelichting en antwoorden. Het woord is aan de leden voor hun repliek. Dank u wel, minister, generaal en kolonel, voor uw uitgebreide toelichting nu en vanmorgen. Collega’s, de structurele onderbudgettering van ons defensieapparaat en dus van onze algemene veiligheid laat zich helaas in sneltempo voelen op allerlei domeinen, onder andere de hybride dreiging. We staan eigenlijk met de billen bloot en komen in het vizier door een schrijnend gebrek aan middelen voor dronedetectie en interventie, door de manklopende beveiliging van onze kritieke infrastructuur zowel burger- als defensiegerelateerd, door de gaten in de cyberbeveiliging en door het gebrek aan duidelijke rules of engagement , aan samenwerking tussen de federale en lokale politie en Defensie en Mobiliteit, aan duidelijke afbakening van ieders verantwoordelijkheden en inzetregels en aan internationale samenwerking. Zeker op het vlak van communicatie loopt het mank. Dan heb ik het niet over het informeren van de bevolking of de sensibilisering daaromtrent, maar wel over uw persoonlijke communicatie, minister, en uw bijzonder boude uitspraken ten opzichte van het Russische regime in een recent interview, waarin u letterlijk hebt gezegd Moskou plat te zullen leggen. Dat is potsierlijk. Het is ronduit onverantwoord en zelfs roekeloos dat u op een moment dat de Belgische en Europese Defensie nog verre van weerbaar zijn, kiest voor grootspraak in plaats van voorzichtigheid. U hebt daarmee veel resultaat geboekt, en ik bedoel dat allerminst positief. De cyberaanval op Proximus vandaag is daar nog maar één voorbeeld van. Ik denk dat we echt moeten stellen dat een minister van Defensie diplomatisch moet kunnen zijn en voorzichtigheid aan de dag moet leggen. In de huidige geopolitiek uitdagende tijden hebben we absoluut geen nood aan grootspraak of stoerdoenerij. Ik wil u dan ook met aandrang vragen een dergelijke handelswijze achterwege te laten of uw interview eventueel eens na te lezen vóór publicatie. De belangrijkste oproep, mijnheer de voorzitter en collega’s, is de volgende. Ik zeg ja aan ontrading, alertheid en sensibilisering. Tegelijk dring ik erop aan om snel werk te maken van adequate detectie-, interventie- en identificatiemiddelen, van een verdere opschaling van de noodzakelijke capaciteiten zowel personeel als budgettair en van coördinatie tussen alle betrokken actoren en vooral om slim te investeren. Merci messieurs pour ces réponses – tant ce matin à huis clos qu'en séance publique – et pour votre transparence. Vous clarifiez certaines choses sur les intentions et la coordination de ces attaques par harcèlement. J'entends qu'il y a une stratégie de lutte contre ces drones. Soyons honnêtes, cette stratégie ne date pas d'hier et des récents événements. Mais j'entends aussi qu'on est toujours dans l'analyse de la menace, dans la mise en place de dispositifs et de task forces. Ce n'est pas un reproche en soi, il est normal que ça prenne du temps. Nous avons du retard en matière de guerre des drones et la question est de savoir si nous disposons du temps nécessaire à le rattraper. J'entends notamment vos remarques sur le fait qu'on a peut-être, nous législateurs, un travail à faire sur les procédures légales. Il y a les procédures en temps de paix, il n'y a peut-être pas les procédures adéquates en temps de guerre hybride – celle que nous sommes en train de vivre –, et c'est donc à nous de jouer. Dans l'intervalle, nous avons des attaques de drones par harcèlement que nous ne sommes pas capables avec certitude, pour l'instant, de repérer, d'arrêter ou d'intercepter, même si, au niveau des sites de la Défense, vous avez longuement expliqué ce qui est en train d'être mis en place. Je suis beaucoup plus inquiet pour les infrastructures civiles. Nous ressortons de cette commission – et c'est normal parce que nous sommes en commission de la Défense nationale et que c'est plutôt une question pour le Conseil de sécurité ou pour le ministre de l'Intérieur – sans savoir ce qui va se passer si un É tat étranger décide tous les soirs d'envoyer un drone sur nos aéroports et de perturber notre espace aérien et d'ainsi harceler et empêcher notre société, notre économie et la vie de nos citoyens de se dérouler tranquillement. Vous n'êtes pas le seul en cause, c'est l'ensemble du gouvernement qui devra se réunir et nous répondre là-dessus prochainement. Mijnheer de minister, generaal, kolonel, dank voor de heldere toelichting. Ik wil op mijn beurt ook de veiligheidsdiensten danken. Er was gisteren heel wat aan de hand en de veiligheidsdiensten hebben uitstekend werk geleverd. We kunnen er echter niet omheen dat we achter de feiten aanlopen. We zijn daarin zeker niet alleen. Alle Europese landen zijn aan het opschalen en de technologie gaat inderdaad razendsnel vooruit. We hebben daar een inhaalbeweging te maken. Mijnheer de minister, u zit niet stil, uw diensten zitten niet stil en Defensie zit niet stil. Ik voel de sense of urgency bij Defensie, bij u en ook binnen deze commissie. Ik maak mij echter wel zorgen over de sense of urgency bij Binnenlandse Zaken, dat bevoegd is voor het grootste deel van het civiele luchtruim. De luchthaven van Zaventem valt onder de bevoegdheid van de politie. De kerncentrales vallen onder de bevoegdheid van de politie. In de beleidsnota van minister Quintin van Binnenlandse Zaken staat echter nul keer het woord 'drone' en één keer 'hybride dreiging'. Ik maak mij daarom echt zorgen of die sense of urgency bij Binnenlandse Zaken wel is doorgedrongen. Het gaat om gestructureerde aanvallen en die gebeuren niet door jongeren die af en toe een foto willen maken met hun drone. Die aanvallen worden uitgevoerd door professionals en vereisen een gecoördineerde en gestructureerde aanpak. Daarvoor is eenheid van commando nodig. Defensie heeft een dronegeneraal aangesteld – hij is hier aanwezig – en dat is een goede zaak. Defensie investeert massaal in drones en in counterdronesystemen. Ook dat is een goede zaak. Het personeel wordt opgeleid om daarmee te werken en zal over de knowhow beschikken om met die drones en counterdronesystemen te werken. Dan lijkt het mij logisch dat Defensie op zijn minst de regie in handen neemt bij de aanpak van deze hybride dreiging. Mijnheer de minister, eenheid van commando is belangrijk, want we moeten absoluut vermijden dat de bevolking het vertrouwen in onze veiligheidsdiensten verliest. Dat is namelijk precies waar onze vijanden en tegenstanders op uit zijn. Monsieur le président, je tenais à remercier M. le ministre et le général pour les réponses qu'ils ont apportées à l'occasion de ces deux rencontres. Il n'est peut-être pas possible de répondre à toutes les questions mais je n'ai pas entendu de réponse claire relativement aux images aériennes. J'y reviendrai peut-être. Des dispositions ont-elles été prises? Des sites donnent-ils accès à des vues aériennes des installations militaires? Dank u, minister, generaal en kolonel, voor de vele antwoorden die we ontvangen hebben boven op wat we vanochtend in de besloten vergadering mochten vernemen. De boodschap dat dit in scène gezet zou zijn, heeft me ook al een paar keer bereikt. Het is te zot om los te lopen, natuurlijk. Het is goed dat we dat nog eens benadrukken. U hebt dat gedaan, mijnheer de minister, en ik zal het ook nog eens doen. De middelen die straks naar dronebestrijding zullen gaan, zijn geen extra middelen. Het zijn middelen waarin voorzien is. Het zijn middelen waarin historisch voorzien is. Deze regering is de eerste regering die 2 % van ons bruto nationaal product zal besteden aan Defensie. De middelen die we zullen inzetten tegen die drones zitten in de 2 %. We gaan niet op basis van deze incidenten plots meer investeren. Er is vanuit Defensie ook geen vraag vandaag om meer te investeren. Laten we ons focussen op het behalen van die 2 %. Dat is een opdracht die al moeilijk genoeg is. Al wie hierbuiten mee volgt en op de sociale media het verhaaltje voedt dat alles in scène gezet is, voedt daar enkel het narratief van de Russen mee. Dat is hetgeen wat ze wensen te bereiken, dat mensen beginnen te twijfelen aan de goede intenties van de Staat, en dat mensen beginnen te twijfelen aan de capaciteiten van het veiligheidsapparaat van de Staat. Dat is precies wat de vijand, wat de tegenstander wenst te bereiken. Al wie dergelijke verhaaltjes de wereld instuurt, werkt leuk mee aan het narratief van onze tegenstanders. Mijnheer de generaal, ik waardeer het dat binnen dat domein met raamcontracten zal worden gewerkt, net vanwege het innovatieve karakter. Technologie verandert razendsnel. Over een jaar zullen wij de technologieën al op een andere manier zien. Het is dan ook heel slim om met raamcontracten te werken, zodat wij beslissingen kunnen maken op basis van de evoluties en niet gebonden zijn aan een systeem waarmee wij tien jaar zouden moeten werken. In het geval van drones zou dat heel onverstandig zijn. Het is dus heel verstandig om een en ander via raamcontracten te doen. Mijnheer de kolonel, ik verneem ook dat er patrouilles buiten de kwartieren zullen plaatsvinden. Mijnheer de minister, dat betekent dat wij snel werk zullen moeten maken van de militaire codex. Ik hoop dat de codex snel aan het Parlement en de regering kan worden voorgelegd, zodat, wanneer de patrouilles buiten het kwartier, waar Defensie in beginsel geen bevoegdheid heeft, effectief zullen worden uitgevoerd, er via een wettelijk kader wel degelijk bevoegdheden bestaan om effectief op te treden. Stel dat de patrouilles het geluk hebben om een dronepiloot te treffen, dan moet men daaraan ook effectief iets kunnen doen. Het is dus goed dat daarvan snel werk wordt gemaakt. Collega's, ik herhaal het. Het is heel erg duidelijk dat wij te maken hebben met professionelen. De toestand is ernstig. De huidige regering neemt de kwestie ernstig en krijgt daarvoor alle steun van de Vooruitfractie. Monsieur le ministre, général, colonel, merci pour vos explications. Je suis d'accord avec mon collègue François De Smet pour ce qui est de votre transparence, car l'exercice n'était pas facile. Je remarque qu'une fois de plus, c'est la Défense qui fait le job. Quant aux autres, on se demande où ils sont. Le ministre de l'Intérieur vient seulement de réclamer un Conseil national de sécurité qui, selon moi, aurait dû se réunir il y a longtemps, vu l'importance de la coordination de l'action à mener en matière de compétences partagées, de responsabilités partagées et d'actions à entreprendre. Quant au ministre de la Mobilité, il est également absent. En fin de compte, chaque fois qu'il y a un problème dans ce pays, on se tourne vers le ou la ministre de la Défense – comme on l'a fait avec Mme Dedonder – pour lui demander "Que faites-vous pour nous?". Ce n'est quand même pas normal! Dès lors, je tiens à féliciter les hommes et les femmes de la Défense ainsi que, pour une fois, le ministre, avec qui je ne suis pas toujours d'accord. En l'occurrence, je pense que le ministre, son cabinet, l'état-major ainsi que tous ceux qui travaillent à la Défense ont fait ce qu'ils devaient faire, de sorte que je me sens rassuré. C'est une capacité qui a été mise en place, grâce au plan STAR, en 2022. Les efforts portent leurs fruits et vous poursuivez l'investissement et la stratégie élaborée par le précédent gouvernement sur ce point. Par ailleurs, vous avez remercié la police locale, ce qui me fait plaisir comme bourgmestre également. Mais, en tant que simple bourgmestre, je ne trouve pas normal que cela repose sur une action de la police locale puisque, une fois de plus, la police fédérale semble absente. Je ne peux pas l'accepter. Devrons-nous désormais doter aussi nos polices locales de shotguns lorsqu'il faudra intervenir sur les infrastructures critiques qui ne sont plus couvertes par la police fédérale? Vous avez remercié les bourgmestres; on peut remercier aussi les citoyens puisque ceux-ci nous aident effectivement à détecter ce qui ne va pas, nous font part de ce qu'ils remarquent et font remonter les informations. Monsieur le ministre, vous dites n'avoir pas besoin d'argent en plus. C'est la première fois que j'entends cela de votre part. C'est très bien et je vous en remercie. Vous vous contentez donc de ce que l'on vous a donné mais il faudra encore trouver les recettes pour financer vos dépenses. Cela étant, j'ai un petit conseil à vous donner, monsieur le ministre. Mais qui suis-je pour le donner? Plutôt que de vous focaliser sur les F-35 supplémentaires, remettez les drones au cœur du débat et, avec le CNS, utilisez l'argent dédicacé aux F-35 supplémentaires pour une véritable stratégie nationale concertée anti-drones. Je crois que ce serait plus utile. Vous rebasculez ainsi des budgets dans votre département, mais également en Intérieur et en Mobilité, pour assurer une sécurité maximale des Belges, qui est aujourd'hui menacée Collega’s, we worden hier werkelijk geconfronteerd met een ernstige opschaling van de bedreiging. Misschien evolueren we zelfs van een hybride dreiging naar een effectieve hybride aanval met dit land als doelwit. Alertheid en opschaling van onze veiligheidsmechanismen zijn dan ook aangewezen. Mijnheer de minister, u doet dat samen met uw mensen van Defensie, waarvoor dank, ook in samenwerking met de partners en met de mensen van Binnenlandse Zaken. Dat dit nodig zal zijn, is hier al meermaals aangetoond. Collega’s, ik wil nog opmerken dat we deze middag samenkomen met de commissie Legeraankopen om het prioritaire dossier van de counterdrone te bespreken. Ik kijk uit naar de toelichting van defensie en hoop op brede steun. Collega’s, ik denk dat we in gevallen zoals vandaag moeten vaststellen dat we, veel meer dan in het verleden het geval was, een veiligheidscultuur moeten kunnen ontwikkelen. Het politieke spel van meerderheid en oppositie moeten we daarbij achter ons laten en kunnen overstijgen. In die zin waren de tussenkomsten van collega Vander Elst en van de collega’s van de PS positief en constructief. Ik was echter enigszins verbaasd over de repliek van mevrouw Pontier, die ik in dat opzicht niet zo hoopgevend vond. Ik heb verschillende collega’s gehoord en ook meerdere mails ontvangen met de vraag of er geen bijkomende gedachtewisseling met de mensen van Binnenlandse Zaken en of met de mensen van Mobiliteit kan plaatsvinden. Als dat goed is, zal ik met mijn twee collega-voorzitters contact opnemen om te bekijken wat er mogelijk is om dat in te plannen. Mocht daar enig bezwaar tegen bestaan, steekt u maar uw vinger op. In het andere geval zal ik daartoe de nodige initiatieven nemen. Ik dank de heren voor hun antwoorden. We hebben vanochtend veel bijgeleerd. Drie zaken zijn mij bijgebleven. Ik parkeer alle positieve elementen even en sta stil bij de drie zaken die mij frapperen. Mijnheer de minister, zowel u als uw collega Quintin, iedereen begint naar elkaar te kijken en te verwijzen. Morgen komt de Veiligheidsraad samen, zo heb ik ondertussen geleerd. Daar moet echt wel de nodige afstemming gebeuren, zodat men niet alleen naar elkaar kijkt maar echt samenwerkt. In die zin ben ik hoopvol voor die vergadering van de Veiligheidsraad morgen. U sprak ook een aantal keer over 4G en 5G. Dan moet de minister van Telecommunicatie misschien ook aanschuiven bij die Veiligheidsraad, want dan betreft het de netwerken die onder haar bevoegdheid vallen. Het tweede element is voor mij de communicatie-uitdaging. U gooit alles toch een beetje op een hoopje. Niemand heeft iets gezegd over reactief beleid, niemand hier in de commissie zei dat u meer budget zou vragen. Daarover heb ik niets gehoord, maar toch verwijst u ernaar. Wat ik zei is dat uw manier van communiceren in de pers en op sociale media niet bijdraagt aan de kalmte die noodzakelijk is om met dergelijke incidenten om te gaan. Met dat soort stoerdoenerij jaagt u de burgers eerder de kast op dan dat u werkelijk bijdraagt tot een oplossing. Dan kom ik bij het derde element, misschien het beangstigendste voor mij. U hebt het niet letterlijk gezegd en niemand van u heeft het letterlijk gezegd, maar ik lees het of hoor het toch tussen de regels: als het vanavond weer zover is, zal net hetzelfde gebeuren. Eigenlijk zijn we niet klaar en zal het nog een aantal weken of maanden duren voordat we effectief echt stappen vooruit kunnen zetten, zowel op het vlak van detectie als op dat van het neerhalen. Dat is eigenlijk het meest verontrustende nieuws van de dag, namelijk dat u aangeeft dat als het vandaag, morgen, overmorgen of volgende week opnieuw gebeurt, het wellicht hetzelfde zal zijn. Dat lijkt mij bijzonder problematisch. In die zin kijk ik uit naar wat de Nationale Veiligheidsraad zal realiseren om ook op korte termijn oplossingen te bieden, want ik denk dat onze burgers daar echt naar verlangen. Dank u wel. Zijn er nog collega’s die het woord vragen? Monsieur le président, je tiens à saluer la clarté et la transparence des propos qui ont été tenus. Par ailleurs, j'éprouve une totale confiance dans les équipes au regard de l'enjeu. Je tiens aussi à saluer le colonel Van Strythem, que j'ai croisé du coin de l'œil et qui avait déjà accompli un boulot génial au sujet de la Force Cyber. Pour cette raison, je me sens particulièrement en confiance en apprenant que c'est ce même colonel qui est en charge de ce dossier. Pour le reste, j'aimerais quand même aborder deux ou trois éléments. Tout d'abord, j'insiste sur la nécessité d'appréhender la menace à 360 degrés. Je ne voudrais pas – et je ne prétends pas que ce soit le cas, mais j'ai entendu certaines choses qui me préoccupent à ce sujet – que ce dossier nous amène à regarder la compétence du voisin plutôt que la sienne. Il est donc essentiel de considérer qu'il faut travailler en équipe. Par conséquent, il ne s'agit pas de considérer qu'il y a les volets "Défense", "Intérieur" et "Mobilité". Aujourd'hui, nous avons besoin de travailler ensemble, de briser les silos habituels lorsque nous sommes confrontés à des enjeux stratégiques majeurs. Or c'est bien le cas. Si l'on dit "ce n'est pas moi, c'est l'Intérieur, la Mobilité, le Budget, etc.", on ne parviendra jamais à se tenir à la hauteur de l'enjeu qui nous fait face aujourd'hui. Dès lors, j'y insiste avec force: de grâce, arrêtons de penser en silos, car cela ne correspond pas du tout à ce qu'est une menace hybride! Par nature, celle-ci est transversale. Et c'est de la sorte qu'elle doit s'appréhender. À ce titre, je me demande si nous ne devrions pas travailler à une véritable définition de la menace hybride et à la manière dont nous la comprenons. Nous avons passé naguère de nombreux mois à réfléchir à ce qu'était un contexte de pandémie. Il me semble aussi intéressant et important de s'interroger sur ce qu'est un contexte de guerre hybride pour, éventuellement, développer des réflexions et des procédures notamment sur le plan de l'agilité budgétaire. Enfin, j'aborderai un dernier point. Si je n'irai pas jusqu'à remettre en doute l'ensemble de la stratégie d'acquisition militaire, il est vrai, monsieur le ministre, que vous montrez un enthousiasme important pour l'acquisition des F-35. Nous avons eu l'occasion d'échanger en aparté à ce sujet Je pense qu'avoir des avions multi-rôles est un élément essentiel. Je n'aime pas l'idée que nous devions choisir l'un ou l'autre. L'enjeu est de choisir l'un et l'autre, avec des ambitions budgétaires que l'on aurait peut-être pu imaginer différemment. Ce que je vous appelle à faire, c'est de montrer le même enthousiasme que celui qui vous anime pour les F-35 pour la lutte anti-drones. C'est une chose qui me semble fondamentale parce qu'aujourd'hui, et je dis bien aujourd'hui, la menace immédiate et imminente est bien celle-là. Nous vous faisons confiance pour prendre conscience de l'importance du moment. De gedachtewisseling vanochtend was zeer interessant. Ik vat de drie aandachtspunten samen die voor de cd&v-fractie bijzonder belangrijk zijn. Ten eerste is er de weerbaarheid door middel van de juiste communicatie. De gedachtewisseling van vandaag draagt daaraan bij. We moeten dat pad blijven volgen, zodat onze bevolking weerbaarder wordt. Een tweede punt betreft de samenwerking. Uit de discussies blijkt duidelijk dat daarop moet worden ingezet. Ik ben er ook van overtuigd dat de regering dat zal doen. Morgen vindt al de formele bijeenkomst van de Nationale Veiligheidsraad plaats, maar dat betekent geenszins het einde van het proces. Dat het startpunt van de werkzaamheden. We moeten daar absoluut op inzetten en uit onze kokers komen. Naast de militaire infrastructuur moet ook ons volledige luchtruim, met bijzondere aandacht voor de kritische infrastructuur, worden meegenomen. Een derde punt betreft de internationale samenwerking. De minister heeft al bevestigd dat er inderdaad dergelijke initiatieven lopende zijn; wij moeten daarop blijven inzetten. Nog dit, mijnheer de voorzitter. Ten eerste is het zeker niet mijn bedoeling om de hete aardappel door te schuiven en mij ervan af te maken door de stelling als zou ik er niets mee te maken hebben. Ik heb de voorbije weken meermaals gecommuniceerd over de uitdaging. Ik heb daarbij meermaals niet over mijn eigen bevoegdheden gesproken. Dat is voor mij geen probleem, want we moeten samenwerken. Il est évident que nous devons collaborer et coopérer. Je suis le premier à briser les silos, d'autant plus quand cela concerne le gouvernement fédéral. Je n'ai aucun problème à prendre mes responsabilités. Demain, nous aurons une réunion. Nous allons collaborer davantage encore. S'agissant de mon enthousiasme pour les anti-drones, il est énorme, que nous parlions des navires, des F-35, etc. Wat het taalgebruik betreft, persoonlijk vind ik het sterk om een vermeende DDoS-aanval op Proximus, waarvan ik niet op de hoogte ben - ik zal me straks informeren - rechtstreeks te koppelen aan een communicatie die ik zou hebben gedaan. Ik vind dat buitengewoon kras. Mevrouw Ponthier, u legt die link. U hebt dat hier gezegd, u moet het maar eens herbeluisteren, mevrouw Ponthier. U beweert dat ik gezegd zou hebben dat ik Moskou zou platgooien. Dat heb ik helemaal niet gezegd. Lees dat maar eens na. Dat ik lessen zou moeten krijgen van u qua fors taalgebruik, terwijl uw directeur strategie duidelijk maakt dat hij nooit meer met de N-VA wil samenwerken, dat vind ik opmerkelijk. Die deur is dus gesloten. Dat hij mij op alle mogelijke fora een losgeslagen gek noemt en vindt dat ik opgesloten zou moeten worden, wat fors taalgebruik betreft, raad ik u aan eens een spiegel voor te houden. Dat zou niet misstaan. Wat ik heb gezegd – ik herhaal het -, is dat als men mij de vraag stelt of Poetin een nucleair wapen op Brussel zal gooien, ik daarop neen antwoord. Dat zal niet gebeuren. Dat lijkt mij een redelijk geruststellende uitspraak. De reden is dat Poetin weet – dat woord is toch relevant - dat als hij dat doet, daar onmiddellijk een reactie op zal volgen. Het principe van second strike kent u zeer goed, mevrouw Pontier. U bent een experte in defensie en zit hier al vele jaren. Het is een basisprincipe van de militaire doctrine van de NAVO, al 76 jaar, een gezond principe dat wij allen aanhangen. Dat is wat ik heb gezegd. Ik voel me inderdaad gepakt door een journalist die het interview niet eens heeft afgenomen. Tien dagen later verscheen plots een kop die naar mijn oordeel uit de context is gehaald waarbij een klein fragment van een lang interview werd uitvergroot. Tijdens de tien dagen nadat ik dat interview had gegeven, heeft niemand van de duizenden mensen die het hebben gelezen, er aanstoot aan genomen. Plotseling wordt één titel uitvergroot en krijgt het grote aandacht. Los van mijn imago en mijn ego vind ik dat gewoon gevaarlijk. En dat zien we nu. Overigens, persoonlijk denk ik dat er, stel dat een incident aan een bepaald land wordt toegewezen, misschien wel wat meer aan de hand is dan wat een interview in Humo wordt gezegd. Maar voor u is het blijkbaar duidelijk één op één gelinkt. Als u daar bewijs van hebt, mag u het me altijd bezorgen. Dan zullen de diensten het wel even onderzoeken. Monsieur Courard, pour ce qui est des images aériennes, c'est en cours et cela nous occupe fortement, également pour ce qui concerne Strava. Nous recherchons actuellement une solution. Mijnheer de minister van Defensie, ik wil uiteraard kort reageren op uw woorden. U hebt de titel van minister van Defensie en die titel draagt u waardig uit. Ik zou echter ook graag hebben dat u dat in uw communicatie laat blijken en dat u met omzichtigheid te werk gaat. Dat is het enige wat ik van u vraag. Het artikel getuigde niet van die omzichtigheid. Ik meen wat ik zeg. In uw functie zou ik er echt naar streven alle artikels die over u verschijnen, en zeker interviews die u zelf aflegt, vooraf na te lezen. Wij leven immers in bijzonder gevaarlijke tijden. Wij hebben het hier de hele ochtend gehad over droneaanvallen, cyberaanvallen, aanvallen op onze samenleving en op ons systeem, onze waarden en normen. U moet dus op uw taalgebruik letten. Dat lijkt mij niet te veel gevraagd in de commissie voor Landsverdediging over de cyberaanval. Ik heb niet beweerd dat u daar rechtstreeks aan bent gelinkt. Ik lees hier een nieuwsartikel dat ons daarnet is toegezonden met de titel “Pro-Russisch hackerscollectief viseert Theo Francken na cyberaanval op websites van proximus en Scarlet.” Ik lees enkel wat in de media verschijnt. Een en ander kan onrechtstreeks wel gelinkt zijn. Ik leg die link niet, maar die link wordt gelegd. Daarom roep ik u op tot omzichtigheid en voorzichtigheid in al uw uitspraken, zeker als minister van Defensie. Partijpolitiek doet hier niet ter zake. Mevrouw Ponthier, ik neem uw opmerking zeker mee. Collega's, het is ondertussen 12.55 uur. Ik stel voor om onze werkzaamheden hier te sluiten. De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.55 uur. La réunion publique de commission est levée à 12 h 55.

Commissievergadering op 5 november 2025

🪖 Commissie Landsverdediging

Van 10h56 tot 12h55 (1 uur en 59 minuten)

1 vragen

Voorgezeten door

N-VA Peter Buysrogge

Volledig verslag op dekamer.be

Vragen

De volgende vragen werden gesteld tijdens deze commissievergadering.

De versnelling van het drone-actieplan
Drones boven de legerbasis van Marche-en-Famenne
De dronevluchten boven de militaire basissen van Marche-en-Famenne en Elsenborn
De dronevluchten boven de militaire basis van Marche-en-Famenne
De dronevluchten boven de militaire basis van Marche-en-Famenne
De drone-incidenten boven militaire domeinen
Drones boven onze kritieke entiteiten
De aanhoudende drone-incidenten boven de luchtmachtbasis van Kleine-Brogel
Herhaaldelijke incidenten met drones in Kleine-Brogel
Droneaanvallen
De recente drone-incidenten
Dronevluchten boven sites van Defensie

Bekijk antwoord

Voorzitter:

Collega's, de afgelopen dagen vond een ernstige reeks drone-incidenten plaats, zo ook gisterenavond en vannacht. Zonet werden we gebrieft door de minister van Defensie en generaal-majoor Van Strythem, die de ernst van de situatie benadrukken. Het geagendeerde actuadebat, met tal van vragen over de droneaanvallen wordt nu dus op een belangrijk moment gehouden. Alle collega's hebben de mogelijkheid om aan te sluiten bij het debat.

Denis Ducarme:

Merci, monsieur le président, et merci aux collègues de me laisser poser la question en premier lieu. En effet, je dois présider une autre commission dans quelques minutes. Mathieu Michel, membre effectif de la commission, continuera avantageusement les débats avec vous.

Monsieur le ministre, ce que nous vivons sur le territoire – ou plutôt au-dessus du territoire – est une attaque parfaitement inédite. Je ne vais pas revenir sur l'ensemble des attaques de drones que notre pays a subies en un peu plus d'une dizaine de jours. Heureusement que ces drones ne sont pas armés, tel est le premier élément qui m'est venu à l'esprit, lorsqu'on connaît notre faible capacité de prévention de ces attaques, qu'elles soient ciblées sur des bases militaires ou sur des aéroports, puisqu'on est ici en commission de la Défense.

Néanmoins, la première chose qu'il convient de remarquer face aux attaques subies, c'est qu'elles dépassent les compétences de la Défense. Nous sommes face à un problème transversal, qui touche également aux compétences du ministre Crucke et du ministre Quintin. Dès lors, le premier élément qui me vient à l'esprit est la nécessité de réunir le Conseil national de sécurité (CNS) sur ce dossier. Je ne sais pas si vous partagerez cet avis.

Par ailleurs, pouvez-vous nous indiquer nos capacités de détection actuelles, nos capacités de destruction des drones, mais également notre capacité de prise de contrôle des drones? Il s'agit là de possibilités qui existent depuis longtemps en France et en Espagne. Où en est notre pays à cet égard? Ou est-il, au contraire, totalement impuissant face à ces attaques?

Annick Ponthier:

Mijnheer de minister, drones zijn niet meer weg te slaan uit onze media. Dat is natuurlijk terecht. Waakzaamheid ter zake is geboden. De desinvestering in onze veiligheid wordt op dit moment pijnlijk blootgelegd, zeker als het erom gaat onze veiligheid ten opzichte van drones te garanderen. Sommigen spreken van hybride dreiging en zelfs van hybride aanvallen op tal van systemen en kritieke infrastructuren, zo ook gisterenavond.

Mijnheer de minister, ten eerste, u hebt generaal Van Strythem, tot voor kort het hoofd van onze cybermacht en nu dronegeneraal en als dusdanig nauw betrokken bij alle incidenten in verband met drones, gelast met de vormgeving en de uitvoering van het droneactieplan dat wordt voorgesteld. Kunt u dat drone-actieplan dat momenteel in de steigers staat, nader toelichten?

Op welke manier zal dat actieplan versneld worden uitgevoerd?

Als ik het goed begrepen heb, is hiervoor geen bijkomende budget uitgetrokken en blijft het bij de kredieten die er voor dit jaar en de komende jaren voor de plannen betreffende de defensiemiddelen zijn ingeschreven. Hoe staat het dan met het bijkomende personeel dat hiervoor nodig is. Kunt u de personeelsomkadering detailleren? Wat is de personeelscapaciteit van de cybermacht en tegen wanneer kunnen we een substantiële uitbouw daarvan verwachten?

Wat zal het droneactieplan specifiek betekenen voor de extra beveiliging van onze luchtmachtbases in Florennes en Kleine-Brogel en eventueel van andere kritieke infrastructuren?

Over de droneaanvallen – als we ze zo mogen benoemen – van de voorbije dagen en uren, onder meer boven de legerbasis Marche-en-Famenne en Kleine-Brogel zelf, heb ik ook een aantal vragen. De gebeurtenissen illustreren dat ons luchtruim en onze bewakings- en detectiecapaciteiten nog steeds erg beperkt zijn tegenover drones die voor spionage en sabotage kunnen worden ingezet. Er loopt op dit ogenblik nog onderzoek, hoewel sommige media, vooruitlopende op de feiten, de incidenten toewijzen aan de Russische autoriteiten. Hoe ver staat het op dit moment met de vaststellingen en het assessment ? Welke procedure wordt daarbij gevolgd?

Mijnheer de minister, u hebt het ook gehad over de noodzaak van shotguns en droneguns om drones eventueel te jammen of neer te halen. Kunt u de commissie duidelijk maken welke juridische en operationele regels, dus de zogenaamde rules of engagement , vandaag van toepassing zijn voor het inzetten van dergelijk materieel? Hoe verloopt op dat vlak de samenwerking met politie? Welke bijsturing acht u noodzakelijk aan de rules of engagement , opdat defensie-capaciteiten dergelijke drones uit de lucht kunnen halen of ernstig kunnen verstoren?

Voorts verwijs ik naar mijn heel uitgebreide schriftelijke voorbereiding. Ter afronding ga ik nog even in op de samenwerking tussen de Belgische en Nederlandse autoriteiten, zeker in het licht van de meldingen dat de drones na de aanvallen in noordelijke richting terug zouden zijn gevlogen. Hoe verloopt de samenwerking? Hebt u reeds overleg gevoerd? Wat is het resultaat van dat overleg?

Ten slotte, welke maatregelen zult u nemen om onze militaire installaties en kwartieren bijkomend te beschermen?

François De Smet:

Monsieur le ministre, messieurs les représentants de notre armée, nos concitoyens sont très logiquement inquiets du survol de plusieurs sites par des drones non identifiés. À la lecture des informations publiques, je dois tirer deux enseignements majeurs. D'abord, nous avons affaire à du matériel et des modes opératoires qui excluent formellement que nous soyons confrontés à des amateurs. Ensuite, ces drones veulent être vus. Cela me paraît assez clair. Leur mission ne consiste donc pas à recueillir des informations qu'il serait, par ailleurs, facile de récolter par satellite, mais bien à susciter de l'émoi, de l'émotion ainsi que de la panique et à nous diviser en tant que pays afin que nous cessions de vivre normalement. Nous devons évidemment faire l'exact opposé.

Nous nous trouvons face à une forme de guerre nouvelle. Cela fait partie de mes questions: cette manœuvre relève-t-elle, selon vous, d'un schéma hybride? Ce problème ne concerne pas que la Défense, puisque des sites civils sont désormais également visés. Pour cette raison, c'est le gouvernement dans son ensemble qui devra apporter des réponses.

Puisque le but de ceux qui envoient ces drones est de nous déstabiliser, la première chose à faire est de garder notre calme, de faire preuve de sang-froid et de stabilité. En tant que membre de l'opposition, je considère qu'il est nécessaire que cette exigence de stabilité soit également d'ordre gouvernemental. Je le dis à l'attention de ceux qui seraient en train de négocier des budgets à coups d'ultimatums ou d'échanges sur les réseaux sociaux. Et puis, la deuxième réaction consiste à anticiper les intimidations futures. En effet, et c'est la nouveauté depuis hier soir, celles-ci entraînent des effets immédiats. S'il suffit d'un drone pour suspendre l'activité aéroportuaire pendant plusieurs heures, nous nous heurtons alors à un véritable problème, dans la mesure où nous envoyons comme message que nous pourrions aisément être déstabilisés.

Monsieur le ministre, mes questions sont assez simples. S'agit-il, selon vous, d'actions d'amateurs ou d'un acte d'espionnage? Dans la presse, vous avez parlé d'une mission ciblée. Participe-t-elle d'une guerre hybride au sens large? Quel est le bilan fonctionnel et quantitatif des systèmes de brouillage contre les drones actuellement déployés? Lorsque la question ne concernait encore que nos bases militaires, vous aviez déclaré que le brouillage n'avait pas fonctionné. Que pouvez-vous nous répondre aujourd'hui, compte tenu de la situation d'hier soir? Et puis, où en sommes-nous – car je sais que c'est l'une de vos priorités – dans l'équipement anti-drones? Quels sont les obstacles? Sur quelle accélération pourrions-nous éventuellement compter afin de vivre demain dans un pays qui soit davantage capable de faire la différence dans cette guerre d'intimidation que nous sommes en train de subir?

Kjell Vander Elst:

De drone-incidenten van de afgelopen weken zijn legio. Elke dag zijn er ook meer. Gisteren was er in de media opnieuw sprake van nieuwe incidenten. Ik vind dat zeer zorgwekkend. Ik denk dat we daar allemaal, over partijgrenzen heen, aandachtig voor moeten zijn, heel zorgvuldig mee moeten omgaan en we aan hetzelfde zeel moeten trekken opdat de veiligheid van ons luchtruim en onze binnenlandse veiligheid zouden worden beschermd. Wat mij betreft, gaat het hier niet om een spel tussen meerderheid en oppositie.

Er zijn twee aspecten in het verhaal: de drone-aanvallen of -incidenten boven de militaire basissen en de andere drone-incidenten. Boven de militaire basissen zijn er een aantal drones gedetecteerd, ook gisteren als ik de pers mag geloven. Kunt u daarover een laatste stand van zaken geven en vermelden welke maatregelen er op militaire basissen binnen Defensie al zijn genomen om de veiligheidsvoorschriften en veiligheidsmaatregelen op te krikken?

Het tweede aspect met misschien nog wel een grotere omvang betreft het civiele luik, het civiele luchtruim. Gisterenavond heeft er een aanval of een drone-incident plaatsgevonden rond de luchthaven van Zaventem. De luchthaven van Zaventem is enige tijd gesloten. Dat heeft een bijzonder grote economische impact op de luchthaven van Zaventem. Naast de economische impact is er natuurlijk ook de impact op de bevolking. Mensen maken zich zorgen, mensen beginnen wat wantrouwig te zijn, beginnen het vertrouwen te verliezen in de veiligheidsdiensten. We moeten daar bijzonder waakzaam voor zijn. Ik hoor vaak dat het civiele luchtruim de bevoegdheid is van Binnenlandse Zaken, de bevoegdheid van de politie en dat militaire basissen onder de bevoegdheid van Defensie vallen. Het laatste wat men nu mag doen, mijnheer de minister, is zijn paraplu opentrekken en bevoegdheden en verantwoordelijkheden naar elkaar doorschuiven.

Ik heb één concrete vraag. Het civiele luchtruim beslaat een groot deel van ons land. Welke afspraken hebt u al gemaakt met de minister van Binnenlandse Zaken, minister Quintin, om een protocolakkoord te sluiten of om duidelijke afspraken tussen Defensie en politie te maken om ons volledige luchtruim en ook alle kritische infrastructuur in ons land te beveiligen?

Philippe Courard:

Monsieur le ministre, je ne vais pas revenir sur certaines questions que je vous ai posées auxquelles vous avez répondu il y a quelques minutes. J'irai donc directement au fait.

Je regrette un peu que lorsque des bases ont été survolées par des drones, les bourgmestres locaux ne soient pas prévenus. Quand on évoque par exemple la base de Marche-en-Famenne, je présume que c'est le bourgmestre de Marche qui est contacté, mais quand on lit les documents du survol des drones, ça s'est passé à Bourdon, c'est-à-dire dans ma commune, et je n'en ai absolument pas été informé. Les casernes étant souvent situées sur plusieurs communes, il faudrait peut-être être plus attentif à cette couverture des casernes car les citoyens de nos communes se posent légitimement des questions.

Je voudrais également savoir, dans le cadre de la collaboration entre la Défense, la police et les communes, si on allait finalement implémenter un mode de fonctionnement qui permettrait d'éviter que tout et n'importe quoi ne se raconte et qu'on puisse se concerter pour éviter des fake news , des exagérations ou cette volonté de faire peur aux citoyens, phénomènes que nous devons combattre.

Dans le débat que nous venons d'avoir, a été évoqué le fait que certains drones, les petits drones qui sont accessibles aux citoyens, sont bridés et ne peuvent pas survoler une zone militaire. Est-ce véritablement le cas? Est-ce que si je vais sur internet acheter un drone et que je le fais voler, ce drone ne pourra pas survoler le camp militaire de Marche parce qu'un dispositif est prévu? Ou alors, n'importe quel drone peut-il maintenant survoler notre dispositif militaire?

Il me semble important de connaître la réponse à cette question parce que ça permettrait de déterminer si le survol d'un camp militaire est bien le fait d'un drone particulier, qui n'est pas à la disposition du citoyen lambda et qui présente donc un risque. J'aimerais vraiment écarter le fait que tout survol d'un camp militaire puisse se faire par un drone lambda, qui serait à la disposition des citoyens. Beaucoup maintenant en ont pour faire des photos de leur maison, etc.

Dans le même ordre d'idées, il semblerait que les images aériennes de nos quartiers militaires, dont celui de Marche-en-Famenne, soient disponibles sur certaines applications. Des mesures seront-elles prises pour flouter ces vues aériennes, comme la législation le prévoit?

J'espère, monsieur le ministre, que nous pourrons rapidement lutter ensemble contre ces éléments car je m'inquiète quand même que nous soyons dans l'incapacité de réagir rapidement à cette problématique avec les dispositifs qui sont les nôtres. En tant que citoyens, il nous est compliqué de comprendre qu'on ne puisse pas trouver une solution immédiate pour se débarrasser de ces drones, soit en les abattant soit avec un dispositif anti-drone performant dans l'ensemble des installations sensibles de la défense – mais pas uniquement.

Axel Weydts:

Ik wil in eerste instantie de minister en de Defensiestaf danken voor de briefing die we zopas achter gesloten deuren gekregen hebben. We hebben daar zeer interessante informatie gekregen, informatie die we uiteraard niet kunnen delen in deze openbare vergadering, maar die ons wel duidelijk gemaakt heeft dat iemand – en ik leg niet onmiddellijk de vinger op wie dat zou zijn – ons weer aan het testen en het pesten is.

Ik zal het blijven herhalen. We zijn op dit moment heel duidelijk een stap verder op de escalatieladder in deze hybride oorlog, die eigenlijk al langer woedt op het Europese continent en ook in België.

Het is heel duidelijk gebleken – zonder in details te treden over de briefing van daarnet – dat we te maken hebben met professionelen. Het gaat niet over amateurs. Het gaat niet over kwajongensstreken. Het gaat echt over mensen die weten waar ze mee bezig zijn. Dat is heel erg duidelijk. Ik wil niet in detail treden waarom we dat kunnen stellen, maar het is wel heel duidelijk gebleken. De bevolking moet dat goed beseffen. Dit is iets professioneels, dit is geen werk van amateurs.

Daarom is het belangrijk, mijnheer de minister, dat er degelijk gecommuniceerd wordt. Niet alles kan gecommuniceerd worden aan onze bevolking. Uiteraard niet. We hebben respect voor de operationele veiligheid. Maar het is wel belangrijk dat de mensen weten waarover het gaat en waarover het niet gaat.

Ik doe dus nogmaals een oproep, ten eerste, om het hoofd koel te houden, kalm te blijven en die kalmte ook uit te stralen, en ten tweede, om goed te communiceren. Niet alleen wij, politici, moeten communiceren, maar ook de mensen van Defensie moeten communiceren. Mensen in uniform moeten op televisie de bevolking uitleggen wat hier aan de hand is.

Ik heb heel veel vertrouwen in de aanpak die de kolonel heeft geschetst tijdens de briefing achter gesloten deuren. Die aanpak steunt op vijf pijlers: preventie, detectie, identificatie, engageren en command and control. Ik meen dat dit zeer goed zit. Ook daarover wil ik niet in detail treden, om de kat niet bij de melk te zetten.

Voor ons is het belangrijk te onderstrepen dat op dit moment wie erachter zit van ondergeschikt belang is. Het is belangrijker te vermijden dat het verder escaleert. Het onderzoek loopt nog. De kans is zeer groot dat we nooit zwart op wit bewijs zullen hebben van de herkomst. We hebben indicaties en heel duidelijke sporen met betrekking tot de herkomst. Wanneer men puzzelstukjes op andere terreinen samenlegt, zijn de indicaties heel erg duidelijk.

Op dit moment is de veiligheid het belangrijkste, want drones en gevechtsvliegtuigen gaan niet samen, drones en burgervliegtuigen gaan niet samen. Hiervan kunnen ongelukken komen. Dit is gevaarlijk. Een drone boven het kamp van Elsenborn is niet wenselijk, maar vormt niet onmiddellijk een gevaar voor de bevolking. Een drone boven een luchtmachtbasis of boven het burgerluchtverkeer, bijvoorbeeld boven de luchthaven van Zaventem, vormt wel een potentieel gevaar. Daaraan moet absoluut prioriteit worden gegeven.

Collega’s, ik ben dan ook heel benieuwd welke fracties straks in de commissie voor Legeraankopen het noodpakket van 50 miljoen voor de bestrijding van deze drones zonder dralen en zonder afwachten zullen goedkeuren. Ik kijk uit naar het stemgedrag vanmiddag, zodat we effectief werk kunnen maken van die anti-dronemiddelen.

Christophe Lacroix:

Monsieur le ministre, depuis le 2 octobre, des drones survolent l'espace aérien belge, qu'il s'agisse de bases militaires ou d'aéroports civils. Le point culminant a été atteint hier soir avec la fermeture de l'espace aérien des aéroports de Bruxelles-National et de Liège et la suspension des transports civils et commerciaux.

Cela montre à quel point notre pays, qui est aussi le siège de l'OTAN et le siège de l'Union européenne, peut être vulnérable face à des attaques hybrides et par des vols de drones qui viennent perturber la sécurité aérienne sans que nous puissions connaître leurs intentions. Par ailleurs, il est difficile de savoir qui est derrière ces actions, et surtout de quels types de drones il s’agit. Il existe des petits drones qui sont repérables à 100 ou 150 mètres d’altitude, mais d’autres, plus gros, volent beaucoup plus haut. Monsieur le ministre, savez-vous qui est derrière tout cela et de quels types de drones il s'agit?

Deuxièmement, j'avais soulevé le problème le 2 octobre et nous sommes maintenant le 5 novembre. Pourquoi avoir attendu un mois avant que le CNS ne se réunisse pour avoir une parfaite cohérence dans l'action?

Pour l’instant, tout repose sur vos épaules. Je regrette que votre collègue du MR, en charge de la police fédérale, ainsi que celui des Engagés, responsable de la sécurité de l’espace aérien, soient si absents du dossier. Il n'est pas normal qu'on s’adresse à vous, alors que vous n’êtes responsable que de la sécurité aérienne de nos bases militaires, ainsi qu'en cas d’attaque.

C’est anormal, mais je l’explique par un définancement structurel de la police fédérale, puisqu’on vous demande même aujourd’hui de mettre des militaires dans la rue, faute de pouvoir y déployer des policiers. Il en est de même pour nos centrales nucléaires qui sont des infrastructures critiques. Si des drones survolent les centrales nucléaires, qui est responsable de leur surveillance, de leur détection, de leur éventuel abattage ou de l’intervention les concernant? Les jeunes militaires que vous allez envoyer pour surveiller les bases, parce que la Direction de la sécurisation (DAB) de la police fédérale ne veut plus le faire? Cela ne va pas. Les bourgmestres et la police locale? Cela ne va pas non plus. Ce n'est pas sérieux. Vos collègues ne sont pas sérieux. Il faut vraiment marquer le point par rapport à cela et montrer que nous sommes capables de réagir.

Donc, quels moyens à court et moyen terme êtes-vous prêt à mettre sur la table, sachant que grâce au plan STAR, développé en 2022 par votre prédécesseur, ont été créés à la fois le Cyber Command (rebaptisé Force Cyber) et le National Airspace Security Center (NASC) – un organe de concertation qui a entamé les premières études pour lutter contre les drones? Dans la foulée de ce que Ludivine Dedonder a mis en place, quels moyens permettrez-vous de mobiliser pour garantir une sécurité maximale, dans le strict respect de vos compétences?

Peter Buysrogge:

Collega’s, de afgelopen dagen werden we geconfronteerd met ernstige dronedreigingen en -incidenten. Ze beginnen steeds meer te lijken op een ernstige en misschien wel gestructureerde aanval. We zijn dus misschien aan het evolueren van een hybridedreiging naar een hybrideantwoord.

Mijnheer de minister, ik sluit mij ook aan bij de woorden van dank over de toelichting die we deze ochtend kregen van u en de generaal, waarop we hier niet in detail zullen ingaan.

De afgelopen dagen hebben duidelijk gemaakt dat het terughoudende beleid van het verleden op het vlak van drone- en counterdrone-investeringen ons wat op een achterstand plaatst. We weten ook dat er de afgelopen jaren een fikse technologische evolutie, misschien wel een revolutie, heeft plaatsgevonden op het vlak van dronetechnologie. Oekraïne was daarvoor de proeftuin en dat had harde gevolgen.

Mijnheer de minister, u bent niet verantwoordelijk voor alles. Ook de minister van Binnenlandse Zaken heeft namelijk zijn verantwoordelijkheid te nemen. Ik heb vernomen dat uw collega Quintin dit begrijpt en heeft gevraagd om de Nationale Veiligheidsraad bijeen te roepen. We kijken uit naar de initiatieven en gevolgen.

U hebt intussen zelf ook de nodige initiatieven genomen, zoals de taskforce, en generaal Van Strythem aangeduid om de problematiek op te volgen. Ook in uw Strategische Visie plaatst u de dronetechnologie centraal, met investeringen op korte termijn. Ook ik kijk uit naar de vergadering van de commissie Legeraankopen van deze namiddag. Ook op de middellange en lange termijn plant u investeringen. Misschien zullen we onze inspanningen zelfs nog moeten versnellen en/of intensifiëren.

Mijnheer de minister, hopelijk kunnen we ook met verschillende internationale partners de handen in elkaar slaan. Ik wil daarvoor verder kijken dan de buurlanden, dus ook naar Europa, de NAVO en de bedrijfswereld. We moeten het met z’n allen aanpakken.

De meeste vragen die ik op voorhand had ingediend, werden deze ochtend reeds beantwoord. Ik kijk dan ook uit naar de verdere duiding in uw toelichting in antwoord op de vragen.

Matti Vandemaele:

Mijnheer de minister, ook ik wil u danken voor de informatie die we vanochtend kregen tijdens de gesloten zitting. Dat heeft toch al een en ander verhelderd. Er heerst een gevoel van onveiligheid door wat er de voorbije dagen is gebeurd, zeker nu ook de nationale luchthaven in het vizier komt. We hebben een aantal antwoorden gekregen, maar ik heb nog heel wat vragen. Heel veel burgers hebben dezelfde vragen.

Ik hoor en lees dat we kunnen vermoeden dat Rusland erachter zit. Het is belangrijk dat dit zo snel mogelijk duidelijk wordt. Het is echter vooral van belang hoe we hiermee omgaan. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we onze luchthavens, onze militaire domeinen en onze burgers optimaal beschermen?

U gaf zelf al aan dat dit een probleem is dat verder reikt dan uitsluitend defensie. De minister van Binnenlandse Zaken zei dat hij de Veiligheidsraad zal samenroepen. Hij sprak vanochtend op Radio 1 over de mogelijkheid om dat vandaag te doen. U spreekt al over morgen. Ik zie weinig reden om te talmen en zou die zo snel mogelijk samenroepen. Ik heb als vast lid van de commissie voor Binnenlandse Zaken ook gevraagd om die commissie met spoed samen te roepen, aangezien er een grote verantwoordelijkheid ligt bij de minister van Binnenlandse Zaken.

Een andere vaststelling is dat onze huidige detectie- en verdedigingscapaciteit niet in staat is om het probleem aan te pakken. Hoe komt het dat we niet in staat zijn om hier een antwoord op te bieden?

Hoe verloopt de samenwerking met de buurlanden, met Nederland en andere landen, aangezien men gebruikmaakt van de grens om ons opsporingswerk te bemoeilijken?

Voor een aantal maatregelen zal het tijd vergen voor ze officieel in werking kunnen treden. Wat gaan we doen in de tussenperiode? Hoe zorgen we ervoor dat we bij wijze van spreken vanavond al in staat zijn om te reageren?

Mijnheer de minister, er moet mij nog iets van het hart met betrekking tot de communicatie. De militairen zeiden hier vanochtend dat er rustig en kalm moet worden gecommuniceerd en dat men de zaken niet mag opstoken. Als ik dan kijk naar wat u soms verklaart in de media en naar wat u soms doet op Twitter, dan denk ik dat dit allemaal niet helpt. Ik verwacht van een minister van Defensie dat hij op een rustige, kalme manier communiceert, op een manier die ons land vooruithelpt, dat hij kijkt naar oplossingen eerder dan een beetje stokebrand te spelen. We hebben een ernstig probleem. We moeten kalm blijven en aan oplossingen werken. Daarvoor kijken we naar u, niet als stokebrand.

Mathieu Michel:

Monsieur le président, je tiens également à remercier le ministre pour la transparence dont il a fait preuve lors de la réunion précédente. Je comprends pourquoi nous ne pouvons pas avoir de transparence lors de cette commission-ci.

Cette question des survols de drones non autorisés doit s’appréhender avec une vision à 360 degrés, et pas uniquement sous l’angle militaire. Ces menaces mêlent des enjeux militaires et de sécurité intérieure. Nous l’avons encore vu avec la fermeture de l'espace aérien de l'aéroport de Zaventem hier. Cela ressemble très clairement à une attaque hybride. Il est évident qu'aujourd'hui, nous ne sommes plus dans la théorie. Nous sommes dans la pratique. Pour l'instant, on vient peut-être effectivement nous narguer, mais ces événements soulèvent des questions sur notre capacité à réagir.

J'en viens tout d'abord à cette réflexion sur la capacité de réaction immédiate. Monsieur le ministre, nous savons tous que vous avez des budgets pour nous protéger. Ces budgets sont-ils bien disponibles et utilisables? S'ils font l'objet de réticences, notamment de la part de l'Inspection des finances, le ministre du Budget est-il prêt à outrepasser ces avis pour accélérer les dépenses?

La deuxième question est liée à l'observation que l'utilisation des drones en Ukraine n'était pas un phénomène neuf. Depuis cette observation, avez-vous, ou vos prédécesseurs, mis en place des actions, des projets visant à parer à ce genre de situation? Nous pouvons effectivement oser espérer qu'un plan d'action préexistait à votre arrivée en fonction.

Troisièmement, nous parlons d'attaques hybrides, civiles et militaires. Dès lors, comment se passe, ou bien comment va s'améliorer ou se construire davantage encore la coordination entre la Défense et l'Intérieur? Plusieurs départements sont concernés: la Défense, l’Intérieur, mais on peut évoquer également la Mobilité et le Budget.

La dernière question, monsieur le ministre, concerne le rôle de l'OTAN et des autres pays, puisque cette contrainte ne pèse pas uniquement sur la Belgique. Nous savons que les plans, notamment le travail sur la programmation militaire, s'appuient sur la planification de défense de l'OTAN (NDPP), qui a quand même quelques années maintenant. Les menaces évoluent à une vitesse excessivement rapide. Peut-on considérer aujourd'hui que le NDPP est encore d'actualité, eu égard au type de menaces auxquelles nous sommes confrontés aujourd'hui?

Koen Van den Heuvel:

Mijnheer de minister, ik wil ook mijn dank uitdrukken voor het feit dat we daarnet in besloten zitting al heel wat informatie hebben gekregen. Het is duidelijk dat we hier met een verontrustende tendens te maken hebben die we eerder al in andere Europese landen zagen, maar na de gebeurtenissen van gisterenavond kunnen we spreken van zekere hybride dreigingen tegen ons land.

Ik wil twee bedenkingen formuleren. Ten eerste, het is duidelijk dat dit grondig moet worden aangepakt. We zijn daarnet al enigszins gerustgesteld, maar ik wil toch benadrukken dat het niet volstaat om snel een aantal wapensystemen of antidronesystemen aan te kopen.

Het is belangrijk om een grondige visie en strategie te ontwikkelen om die uitdagingen aan te pakken. We hebben de voorbije maanden de stijging van het defensiebudget naar 2 % van het bbp ondersteund, dat is absoluut nodig, maar we hebben altijd benadrukt dat dat niet alleen een militaire kwestie is. We moeten de brede veiligheidscontext en de kritische infrastructuren in ons land in ogenschouw nemen. De gebeurtenissen tonen nogmaals aan dat dat een terechte invalshoek en bekommernis is.

Mijn tweede bedenking betreft de weerbaarheid van onze samenleving. Collega Weydts heeft er al op gewezen dat we moeten inzetten op een heldere en duidelijke communicatie. Het is eigenlijk een beetje de bedoeling om paniek te zaaien. We moeten ons voldoende voorbereiden en investeren in weerbaarheid en in een correcte communicatie ten aanzien van onze bevolking.

Ik heb nog twee vragen over de samenwerking. Ten eerste, we kunnen het ons niet permitteren om in kokers te blijven denken, zoals de collega's ook al zeiden. De samenwerking tussen de federale en lokale politie, maar zeker ook met Defensie, is essentieel. Het lijkt mij nodig om de Nationale Veiligheidsraad zo snel mogelijk bijeen te roepen.

Voor de kerncentrales bestaat al een samenwerkingsakkoord, maar de dreiging komt niet alleen van de grond, maar nu ook uit de lucht. Het is dus belangrijk om dat globaal te bekijken, niet alleen onze militaire kwartieren, maar ook onze kritische infrastructuur.

Mijn tweede vraag gaat over de internationale samenwerking. We hoeven het warm water niet zelf uit te vinden, mijnheer de minister. Kunt u verduidelijken in welke mate we via een uitwisseling met de buurlanden of met de NAVO die problematiek efficiënt kunnen aanpakken?

Darya Safai:

Mijnheer de minister, generaal, ik dank u voor de informatie. Wij hebben al veel vernomen achter gesloten deuren en er zijn ook al veel vragen gesteld, maar mijn vraag gaat over een toekomstvisie die wij stilaan voor ogen moeten houden.

Een oorlog kan hybride zijn, maar ook asymmetrisch. In een asymmetrische oorlog is degene die aanvalt altijd sterker en voert hij oorlog zonder de regels te respecteren. Dat wij ons altijd moeten verdedigen, maakt ons gevoelig en op bepaalde punten misschien ook fragiel. Men valt ons aan, men test onze mogelijkheden en probeert te zien hoe capabel we zijn en hoeveel provocaties wij aankunnen.

Wij willen uiteraard geen oorlog of escalatie, maar altijd defensief blijven, ons laten doen en alleen maar verdedigen is een moeilijke strategie. Er is een counter drone management , maar het is bijvoorbeeld heel moeilijk om drones die boven de 150 meter vliegen met shotguns uit te schakelen.

Er bestaan manieren om een oorlog eerlijker te voeren. We moeten dus laten zien dat wij ook hen kunnen lastigvallen op bijvoorbeeld hun vliegvelden en luchthavens. Ik haal mijn kennis uit een land waarvan ik weet wat het allemaal doet. Dat is asymmetrische oorlogsvoering. De vraag rijst of de strijd wat eerlijker kan worden gespeeld en of we die wat symmetrischer kunnen maken en hen ook in hun eigen land kunnen lastig vallen. Kan dat worden besproken in de Nationale Veiligheidsraad of op een hoger niveau, tussen de Europese landen?

Nabil Boukili:

Monsieur le ministre, des drones survolent notre espace aérien depuis un moment. L'aéroport a été fermé hier. Je ne vais pas revenir sur les détails mais il est clair que des drones qui survolent des zones sensibles dans notre espace aérien constituent un problème de sécurité. Quand cela concerne des aéroports, c'est aussi dangereux pour les vols.

Le survol par des drones de zones sensibles ne date pas d'aujourd'hui. En 2024, on avait répertorié 31 000 vols de drones enregistrés. Je voulais savoir quelle est la différence qualitative entre ce qui a été enregistré en 2024 et ce que l'on connaît maintenant. Qui est derrière ce phénomène? Comme cela a été dit par le collègue, vu que l'objectif n'est pas l'espionnage, car ils ont envie d'être vus et de se montrer, quel est l'objectif derrière ces vols de drones? Il serait bien d'avoir des éclaircissements sur ces éléments. Cela pose aussi toute la question de l'enregistrement des drones. On n'a que 37 000 pilotes enregistrés en Belgique, sachant qu'en 2024, neuf vols sur 10 dans les zones sensibles n'étaient pas autorisés. Répertorier ce genre d'éléments pose un problème.

S'agissant de l'enquête, y a-t-il des éléments ou des certitudes que l'on peut déjà établir? Sinon, y a-t-il une deadline pour recevoir ces réponses pour pouvoir déterminer qui est derrière le pilotage de ces drones, prendre les mesures nécessaires et réagir de manière efficace et ciblée?

Stéphane Lasseaux:

Monsieur le ministre, général, merci pour les informations que vous avez pu nous communiquer tout à l'heure lors de cette réunion à huis clos. Toutefois, il est regrettable d'entendre aujourd'hui certains déplorer un manque d'investissement total dans la lutte contre les drones, alors que ces mêmes étaient au pouvoir en son temps.

Mais soit, nous ne sommes pas là pour commencer à faire du jeu politique, l'heure est venue de s'unir. L'heure est grave et nous devons évidemment tous et toutes travailler ensemble pour sortir de ces difficultés que nous rencontrons aujourd'hui. C'est pourquoi, ce matin, très tôt, notre groupe a fait une demande formelle afin de réunir les trois commissions que sont la commission de la Défense nationale, la commission de la Mobilité et la commission de l'Intérieur, afin que nous puissions, en tant que parlementaires, poser toutes nos questions aux ministres et trouver des réponses claires nous permettant de continuer à définir nos travaux.

Par ailleurs, il va sans dire que les informations publiées dans la presse n'ont rien de rassurant. C'est pourquoi nous insistons pour qu'il y ait une communication structurée, claire et surtout non alarmiste. Il ne faut pas effrayer la population, mais bien l'informer correctement de la situation réelle. Non, ce n'est pas dans l'imaginaire collectif de certains membres de la majorité, et particulièrement dans la tête du ministre, mais c'est bien une situation que nous vivons aujourd'hui. Les drones survolent nos infrastructures critiques et nous devons en prendre conscience.

Monsieur le ministre, vous en êtes conscient, et cette commission en a bien pris conscience aujourd'hui sur la base des informations qui nous ont été communiquées. Nous devons, et j'insiste, nous unir pour pouvoir réagir tous ensemble aux menaces auxquelles nous faisons face. Nous devons être en mesure de stabiliser cette situation très rapidement.

Mais au-delà de cet aspect, je trouve qu'il est tout aussi important de sensibiliser le secteur de l'industrie afin qu'il puisse, lui aussi, réagir et se préparer. Comme nous le savons toutes et tous, la technologie évolue très rapidement, et nous éprouvons des difficultés à comprendre, à détecter et à intercepter ces drones. C'est pourquoi notre industrie doit pouvoir travailler d'arrache-pied pour trouver des solutions concrètes nous permettant de faire face aux menaces.

Monsieur le ministre, pourriez-vous détailler les grands axes du plan de lutte contre les drones? Quels contacts avez-vous eus avec les entreprises belges afin d'envisager les solutions potentielles?

Enfin, quelles sont les mesures prévues pour ce qui concerne les protections critiques non militaires? De nombreuses infrastructures sont effectivement non militaires et ne relèvent dès lors pas de votre compétence ou de votre département. Néanmoins, envisagez-vous une intervention à cet égard?

Je reviens également sur une question que j'avais posée voici une quinzaine de jours. Toute une série d'applications, notamment Strava – pour n'en citer qu'une et pour ne pas faire de publicité –, dévoilent l'ensemble de la base de Florennes. Monsieur le ministre, qu'est-il possible de mettre en place à notre niveau pour éviter cela?

Steven Matheï:

Collega’s, het is duidelijk dat de hybride dreiging de afgelopen dagen is toegenomen. Boven de luchtmachtbasis van Kleine-Brogel zijn heel wat drones opgedoken. De gevolgen voor de basis en de directe omgeving hebben we vanop de eerste rij kunnen meemaken. De veiligheid van de luchtmachtbasis en de omgeving ervan moet absolute prioriteit krijgen

De afgelopen dagen heeft de lokale politie met volle kracht de nodige opvolging verzekerd. Dat brengt heel wat werk met zich mee op het vlak van onderzoek, het preventieve luik, controles en dergelijke meer. Ik roep alle betrokken partners op, niet enkel binnen de Nationale Veiligheidsraad, maar ook op het terrein, om samen te zitten om de strategische afspraken verder te verfijnen. Zo kan de opvolging optimaal verlopen, in samenwerking met de luchtmachtbasis, Defensie, de federale politie en de lokale politie.

Mijnheer de minister, wat is uw visie om dat op het terrein zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen, zodat we een nog beter antwoord kunnen bieden op de huidige dreiging?

Theo Francken:

Geachte Kamerleden, ik heb zoals altijd een goed voorbereid antwoord meegekregen, met input van de diensten, de staf en mijn medewerkers. Ik zou ook graag kolonel Comhair het woord geven om toe te lichten wat we de afgelopen dagen in de kazernes al hebben ondernomen. De voorbije weken werd de beveiliging al een stuk opgeschaald. Het is belangrijk om dat mee te delen, zodat men ziet dat we wel degelijk heel wat maatregelen nemen. Daarnaast neemt generaal Van Strythem de lead voor alles inzake drones en counterdrones. Hij kan verder toelichting geven over de nodige capaciteiten om ons daartegen beter te wapenen.

Dames en heren, de recente meldingen van drones boven zowel civiele als militaire installaties tonen opnieuw aan dat de hybride dreiging reëel en ernstig is. Het gebruik van drones in de nabijheid van luchthavens, luchtmachtbasissen en kazernes vormt niet alleen een veiligheidsrisico, maar raakt ook rechtstreeks aan onze nationale veiligheid en welvaart.

Het is belangrijk om te benadrukken dat de aanpak van die dreiging een gedeelde verantwoordelijkheid is. Veel leden hebben dat ook benadrukt en ik vind het positief dat de commissie met de verschillende ministers kan samenkomen om gezamenlijk gecoördineerde antwoorden te formuleren.

Binnen het bevoegdheidskader ligt de primaire verantwoordelijkheid voor detectie, opvolging en handhaving bij de politie en bij de FOD Mobiliteit en Vervoer, die instaat voor de civiele luchtvaartveiligheid. Defensie werkt echter nauw samen met die partners. Dat doen we al jaren goed en die samenwerking zullen we volhouden en versterken, onder meer via informatie-uitwisseling, technische ondersteuning en verhoogde paraatheid op onze bases, om de risico’s maximaal te beperken en snel te kunnen reageren op mogelijke incidenten.

De gebeurtenissen van de voorbije dagen onderstrepen de noodzaak van een gecoördineerde en geïntegreerde aanpak, waarin Defensie haar rol ten volle zal blijven opnemen binnen het wettelijk kader en in nauwe samenwerking met onze civiele partners.

De heel concrete vragen over de recente gebeurtenissen, de reeds genomen en geplande maatregelen op korte termijn evenals de specifiek aangehaalde bezorgdheden kwamen reeds aan bod tijdens de briefings van luitenant-generaal Van Strythem en kolonel Comhair. Het betreft gevoelige informatie en raakt aan de operational security . Daarom vonden die briefings achter gesloten deuren plaats. Ik dank u voor de flexibiliteit om dat toe te staan. Dat is een goede zaak. We kunnen niet alles publiek meedelen, maar wel een aantal elementen.

Les enquêtes sur les incursions de drones des dernières semaines sont en cours au sein du Service Général du Renseignement et de la Sécurité (SGRS), en collaboration avec les partenaires nationaux et internationaux, afin de compléter et de vérifier les premiers témoignages et observations. L'exécution de cette étape est indispensable afin d'éviter des conclusions précipitées et fautives.

Il convient également de souligner que la recherche de l'identité, et surtout de l'intention des éventuels auteurs, constitue un processus complexe et chronophage, nécessitant une analyse approfondie avant toute conclusion. Ceci n'empêche bien sûr pas les actions immédiates qui ont été prises par la Défense, afin d'augmenter la vigilance.

De beveiliging van onze kwartieren is gebaseerd op een dreigingsanalyse die rekening houdt met onder andere de veiligheidssituatie en de aard van de gevoelige site. In functie van die analyse kan het wachtdispositief aangepast worden volgens verschillende alarmstadia. De exponentiële toename van dronegerelateerde incidenten is een factor in de analyse en vormt een belangrijk argument om de uitwerking van bepaalde actieplannen binnen de Strategische Visie te versnellen.

Op mijn vraag heeft de Chef Defensie een taskforce Drones, Innovation en Hybrid Warfare opgericht onder leiding van de Chief Innovation Defence of CID. De eerste stap van de taskforce is het in kaart brengen van de huidige situatie, zowel binnen defensie als bij nationale en internationale partners. Tijdens die fase wordt uiteraard rekening gehouden met de recente incidenten en wordt het luik counterdrone prioritair behandeld.

De taskforce werkt samen met andere diensten van defensie aan mogelijke onmiddellijke acties. Die acties moeten worden vertaald in aanvullende richtlijnen voor de verschillende kwartieren op basis van de analyses van de ADIV, het beschikbare patrimonium aan middelen binnen defensie en de optimale inzet van personeel.

Daarenboven is er extra awareness gecreëerd bij het defensiepersoneel om aandachtiger te worden voor drone-overvluchten en om uiteraard eventuele verdachte gedragingen van mogelijke dronepiloten binnen of in de nabijheid van kwartieren te melden.

Op korte termijn wordt er gewerkt aan een actieplan dat onder meer is gebaseerd op versnelde leveringen en kleinere, snel realiseerbare aankopen. Concreet gaat het bijvoorbeeld over extra jammers , radars, dronehunters , zijnde drones die andere drones kunnen neerhalen, detectiemateriaal en shotguns.

Daarnaast wordt voortgewerkt aan de versterking van onze luchtbewakingscapaciteit door lokale detectiesystemen en betrokken actoren zoals skeyes, federale politie en douane te integreren binnen het NASC of National Air Security Center in Bevekom/Beauvechain, waar ze worden samengevoegd met alle luchtverkeersgegevens voor een realtime en gecentraliseerd luchtbeleid.

Wij verhogen eveneens de waakzaamheid in onze militaire kwartieren en roepen onze militairen en burgers op om de ogen en oren open te houden. Op middellange termijn wordt een omvangrijk raamcontract voorbereid met als doel defensie in samenwerking met Europese en Belgische bedrijven op een innovatieve manier uit te rusten met mee evoluerende antidronemiddelen.

Bij de investeringen, zowel op korte als op middellange termijn, wordt aandacht besteed aan detectie, identificatie, neutralisatie en exploitatie. Belangrijk in dat verband is dat de aankopen binnen het huidige defensiebudget worden gefinancierd. Wij vragen dus geen extra geld.

De dreiging is echter acuut. Het besef moet aanwezig zijn dat de procedures moeten worden gemoderniseerd om sneller de juiste uitrusting te kunnen aanschaffen en de intimidaties te stoppen. Aangezien de technologie zich razendsnel ontwikkelt, dienen ook onze procedures te worden omgeschakeld zodat wij snel kunnen schakelen.

De grote variatie aan drones vergt een gelaagde aanpak waarbij verschillende combinaties van sensoren en interceptoren worden ingezet, elk met specifieke capaciteiten. De snel evoluerende markt wordt dagelijks door onze specialisten gevolgd om tot een evenwichtige oplossing te komen voor zowel onze militaire kwartieren als voor ontplooide detachementen. Elke detectie moet worden opgenomen in een snel communicatie- en beslissingsproces. Om die reden hebben we reeds stappen ondernomen voor een verregaande samenwerking met onder andere SkeyDrone, douane en politie. Om gezamenlijk het hoofd te bieden aan al die uitdagingen staan onze specialisten in nauw contact met partnerlanden, de industrie en de academische wereld.

Faisant référence à la commission de Suivi des missions militaires du 22 octobre dernier, je vous confirme que des mesures ont été prises afin de renforcer la coopération entre la police locale et le personnel de garde des quartiers, toujours dans le respect du cadre juridique d'application. En ce qui concerne la visibilité des infrastructures critiques dans les quartiers militaires sur des applications telles que Google Maps ou Snapchat, le SGRS est en contact avec les services concernés afin de mettre en place un floutage systématique de ces zones.

Il peut être affirmé que l'analyse de la situation dans les pays voisins ne présente pas de grande différence par rapport à notre approche.

Tot zover mijn voorbereide antwoord, collega’s. Ik kan ook nog een paar punten meegeven over de bevoegdheid voor de bescherming van kritieke infrastructuren tegen drones in België. In België ligt de verantwoordelijkheid voor de beveiliging van civiele kritieke infrastructuur bij de FOD Binnenlandse Zaken en bij de privébeheerders. Defensie kan hierbij ondersteuning bieden, zoals dat ook gebeurt bij internationale toppen van bijvoorbeeld de NAVO of de EU, via missies van het type Joint Umbrella.

De beveiliging van militaire infrastructuur valt onder Defensie, in samenwerking met de geïntegreerde politie, en wordt juridisch ondersteund door vliegverboden en de strafrechtelijke bepaling die ertoe strekt dat men tot één jaar celstraf kan krijgen, als men een intrusie doet in een militair domein, bijvoorbeeld door er met een drone boven te vliegen.

Monsieur Lacroix, vous m'avez notamment interrogé au sujet du site de Tihange. C'est la Défense qui s'en charge à présent. Ce sont des jeunes hommes, comme vous l'avez indiqué. Ils sont assez forts. La question de leur âge ne me semble pas vraiment pertinente. Ils sont bien formés. En tout cas, quand ils aperçoivent des drones, ils doivent contacter la police, conformément à la procédure. Dans le fond, c'est toujours le même problème. Je souhaite obtenir un codex définissant un cadre légal. Depuis cinq ou six ans, nous en parlons au sein de notre commission dans le but d'élaborer des outils pour la Défense qui s'appliquent dans l'espace public afin de susciter des engagements. C'est une discussion d'ordre juridique. Le codex est quasiment prêt pour être présenté ici. C'est un aspect essentiel qui est notifié dans l'accord de gouvernement, comme vous le savez.

Waarom zijn de drone overflights belangrijk?

Cela rejoint la question de M. Boukili sur la différence entre les 30 000 survols enregistrés l'année passée et la situation actuelle.

We zien dat dit gebeurt, gecoördineerd in tijd en ruimte. Niet alles is gecoördineerd, maar een aantal acties is dat duidelijk wel. Het gaat om intentioneel disruptieve handelingen. Vaak gebeurt dit op hetzelfde moment, het donkerste moment van de dag, net na valavond en net voordat de hemellichamen zichtbaar worden, wat betekent dat het echt zeer donker is. Het is dus intentioneel en disruptief.

Het gaat ook om aangepaste tactieken. Er wordt bijvoorbeeld niet van radiofrequenties gebruikgemaakt, waarvoor we radarsystemen hebben, maar van 4G- of 5G-netwerken, wat veel moeilijker te detecteren is. Het gaat om semiprofessionele grote drones. We zien meerdere drones simultaan, die in formatie vliegen. Dat kan niet iedereen. Dat vergt enige skills. Het past in het patroon van hybride technieken, die we ook in andere landen in andere theaters zien.

Dit is dus niet zomaar een fenomeen van iemand die toevallig met een drone over een stukje van een militair domein of een luchthaven vliegt. Wat er gisteren op de luchthaven is gebeurd, toont dat duidelijk aan. De luchthaven werd gesloten nadat drones waren waargenomen, werd vervolgens opnieuw geopend, waarna een grote drone net voor de verkeerstoren kwam vliegen. Daarop moest de luchthaven opnieuw worden gesloten. Dat gebeurt niet zomaar. Er zijn een aantal indicaties die erop wijzen dat dit op een zeer structurele manier is georganiseerd.

Belangrijk is ook dat niet elke dronemelding deel uitmaakt van een grote operatie. Gisteren waren er bijvoorbeeld dronemeldingen voor de sluiting van de luchthaven, op verschillende domeinen, kwartieren en locaties. Toen de luchthaven gesloten was, moesten vliegtuigen laag vliegen en circuleren voordat ze konden landen. Dat zorgt in het donker voor veel lichtjes. Dat kan dreigend overkomen. We hebben toen veel meldingen ontvangen, maar dat waren vliegtuigen die niet mochten landen en boven een deel van België aan het cirkelen waren. Sommige mensen dachten dat het om drones ging en belden de politie. Er is dus een verschil tussen de meldingen voor acht uur en die na acht uur, toen de luchthaven gesloten werd. Dat is belangrijk om te vermelden. We zijn dat allemaal zorgvuldig aan het oplijsten en bestuderen.

Er waren ook vragen over de samenwerking met de partnerlanden. Er is contact opgenomen met Nederland, zowel op het niveau van de politie als op militair niveau. Ik heb ook politiek contact gehad met mijn collega-minister uit Nederland. Die heeft op zijn beurt contact opgenomen met zijn Franse, Luxemburgse en Duitse collega's. Die contacten zijn er dus. We bekijken ook, binnen de NAVO en de Europese Unie, of we eventueel ook daar steun kunnen krijgen. Daar zijn we ook mee bezig.

Wat betreft de burgemeesters, mijne heren Courard en Matheï, dat is een gevoelig punt. U bent burgemeester en ik ben dat zelf ook al 13 jaar. Het is belangrijk om bij een crisis de burgemeester zo snel mogelijk te contacteren. Of het nu gaat over een asielcrisis, als men bijvoorbeeld een asielcentrum wil openen, of over een overstroming of een ander fenomeen, de burgemeesters moeten meteen gecontacteerd en meegenomen worden in de keten.

Normaal gezien is er een overleg tussen de commandant van een kwartier en een burgemeester. Dat verloopt via de politie en soms ook rechtstreeks. Ik heb gevraagd dat elke kwartiercommandant deze week contact opneemt met de lokale autoriteiten, zoals u suggereerde, mijnheer Matheï. Die instructie is gegeven en dat zal de komende dagen zeker gebeuren. Dat is trouwens op een aantal plaatsen al gebeurd. Het is de bedoeling om een aantal afspraken vast te leggen. Als we drones zien, dan is het allerbelangrijkste zoeken naar de piloot. Die bevindt zich niet op een militaire basis, maar wel in de buurt daarvan. Dat is politiewerk omdat het om burgerlijk terrein gaat waar wij geen bevoegdheid hebben, maar militairen kunnen wel helpen. In die zin hebben we een aantal richtlijnen gegeven en kolonel Comhair zal die straks toelichten.

Mijnheer Matheï, ik heb u gebeld, maar ik heb niet iedereen gebeld. Ik heb bijvoorbeeld de burgemeester van Marche-en-Famenne niet gebeld, terwijl de melding vorige week binnenkwam. Ik had dat kunnen doen en ik zal nu bekijken hoe ik dat nog gestructureerder kan doen. Ik zal deze namiddag een aantal burgemeesters telefonisch contacteren, want het is heel belangrijk dat mijn kabinetschef of ikzelf bellen om te zeggen wat er gebeurd is en dat we ermee bezig zijn. Dat is een heel terecht punt dat ik zeker meeneem.

S'agissant de la communication, je pense que nous devons communiquer davantage, surtout aux voisins civils d’une base militaire. Nous allons le faire. Nous l’avons déjà fait dans quelques villages et à quelques endroits, mais nous devons formaliser et structurer cela.

Ce sont deux points que je retiens, parce que je pense que c’est très important.

Dat is natuurlijk ook de reden waarom de Nationale Veiligheidsraad samenkomt. Dat zijn zaken die men daar in overleg met de volledige veiligheidsketen kan afspreken. Dat neemt echter niet weg dat we hier echt werk van moeten maken. Dat wordt dus zeker meegenomen. U raakt daarmee een heel gevoelige snaar bij mij en ik denk dat u dat ook weet.

Wat betreft de vraag van mevrouw Safai of we kunnen leren van andere landen en of we binnen de NAVO moeten consulteren. Dat doen we inderdaad. We nemen effectief contact op met andere NAVO-lidstaten om na te gaan hoe zij te werk gaan. Een andere kwestie is of men een procedure op grond van artikel 4 moet opstarten. Dat behoort uiteraard tot een geheel andere orde. Dat wordt bestudeerd en we zullen dat dan bekijken. Dat is iets voor de komende uren en dagen.

Pour ce qui est d'organiser des commissions conjointes, je pense que c'est effectivement une bonne idée.

Droneregistraties zijn niet mijn bevoegdheid. Dat is geen zaak voor Defensie. Sorry, ik weet eerlijk gezegd niet precies hoe dat juist in elkaar zit. Vragen daarover moet u aan een andere minister stellen.

De heer Vandemaele klaagt aan dat ik met mijn communicatie paniek zou creëren. Ik spreek dat tegen. Ik heb hier wel al wat watertjes doorzwommen. Ik zit al 25 jaar in de Wetstraat en niet veel mensen kunnen dat zeggen. Ik heb zeker niet de bedoeling paniek te creëren. Ik heb niet proactief gecommuniceerd over drone-incidenten. Ik heb gecommuniceerd toen journalisten mijn kabinet of Defensie contacteerden met de vraag of het klopte dat er drones waren gezien boven Kleine-Brogel. Dan kan men niet liegen. Dan kan men niet zeggen dat daar niets van waar is. Dat moet men niet doen. Men moet nooit liegen. Dat is het slechtste wat men kan doen. Het wordt dus bevestigd.

Dat is reactieve communicatie, want ik bevestig aan een journalist dat er drones boven een kwartier zijn gedetecteerd of online door burgers – die zijn namelijk niet blind; ze zijn alert en waakzaam op dit moment en dat is goed – gemeld. Dat is geen proactieve communicatie over wat we allemaal vandaag hebben gezien.

Overigens, er zijn veel meer meldingen dan er in de pers komen, wat eens te meer bewijst dat ik absoluut niet proactief daarrond communiceer. Er is al heel wat gebeurd de jongste dagen en weken. Ik heb absoluut niet de intentie gebeurtenissen op te stoken. Ik lees op sommige sociale media dat Defensie gewoon meer geld wil en dat Francken geld nodig heeft. Dat is allemaal fake news. Ik heb geen geld nodig. Nee, de uitgaven voor het dronebeleid ten belope van 50 miljoen vallen allemaal binnen het budget, binnen de maanden geleden afgesproken 2 %. Ik heb geen enkele intentie een of andere falseflagoperatie op poten te zetten om meer geld te krijgen voor Defensie. Dat is compleet krankzinnig. Dat is het dus absoluut niet. Er is voorzien in het nodige geld; er wordt niets extra gevraagd. De commissie Legeraankopen buigt zich vandaag om 14 uur over ons dossier. Ik hoop daar brede steun van alle partijen te krijgen.

Ik kom tot de vraag of de verantwoordelijken achter de drone-incidenten al dan niet amateurs zijn. Er zullen zeker amateurs bij zijn, die per ongeluk het luchtruim van de luchtmachtbasis of de nationale luchthaven schenden of het eens willen uitproberen. Er zijn echter absoluut ook professionals bij betrokken. Wat gisteren op de luchthaven werd waargenomen, gaat verder dan wat een amateur kan bewerkstelligen.

Ik kom tot de vraag met betrekking tot de opdracht van de CHOD om de drones uit de lucht te schieten. De chef Defensie heeft de opdracht en de rules of engagement maandag in Zeebrugge aan de media nog eens verduidelijkt. Schieten is toegestaan, mits dat op een veilige wijze gebeurt en er is een clear shot nodig. Voordat er wordt gevuurd, moet de drone eerst gejamd worden. Dat lukt niet altijd wegens de gebruikte radiofrequentie. Daarnaast moet er een clear shot zijn voordat erop wordt geschoten. De opdracht om de drones neer te halen, werd gegeven, maar de uitvoering hangt af van de concrete situatie.

Christophe Comhair:

Goedemiddag, het schema voor de korte en middellange termijn laat ik over aan de generaal-majoor. Defensie plant en voorziet budgetten en middelen om te reageren op de huidige dreigingssituatie. Defensie moet wendbaar zijn en in staat zijn om onmiddellijk actie te ondernemen. Er werden reeds richtlijnen verspreid en een aantal acties ondernomen. Momenteel werken we op vijf assen.

Notre travail s'articule autour de cinq axes, à savoir l'axe de prévention, l'axe de détection, l'axe d'identification, l'axe d'engagement ainsi que l'axe de contrôle, de coordination et de communication.

Wat betreft het luik preventie, we zijn reeds enkele weken met aandrang richtlijnen aan het versturen tot op de laagste echelons om de alertheid te verhogen en de medewerkers ervan bewust te maken dat ze ook naar boven moeten kijken - de dreiging komt immers ook uit de derde dimensie - en dat ze daarover moeten communiceren.

Daarnaast hebben we gezorgd voor een versterking van de beveiligingsdispositieven in de verschillende militaire kwartieren. De alarmstadia, waarover de minister al gesproken heeft, zijn intussen aangepast in tien kwartieren. In verschillende daarvan zijn de stadia verhoogd. Dat betekent dat er meer personeel zichtbaar aanwezig is en dat ander materieel wordt ingezet aan de poorten, allemaal met het oog op een ontradend effect. Een van de gevolgen daarvan is dat het personeel meer patrouilles uitvoert, zowel binnen als buiten de kwartieren. De operatoren die de drones besturen, bevinden zich immers buiten de kwartieren. Die patrouilles gebeuren in overleg met de lokale politie en de lokale autoriteiten, eveneens met een ontradend doel. De minister heeft al aangegeven dat de kwartiercommandanten zeer snel overleg zullen plegen met de lokale politie en autoriteiten. Dat proces is volop aan de gang.

Een ander luik dat mogelijk onderbelicht is gebleven, betreft de noodzaak om te blijven inzetten op duidelijke communicatie. Het moet duidelijk worden gecommuniceerd dat de drone overflights boven militaire kwartieren en vitale of kritieke installaties illegaal en strafbaar zijn. Dat heeft niet alleen een ontradend effect, maar moet ook toekomstige copycats afschrikken. Bovendien houden zulke vluchten aanzienlijke risico’s in voor de vliegveiligheid, met mogelijke materiële schade en zelfs gewonden of dodelijke slachtoffers tot gevolg. We moeten dus blijven inzetten op ontradende communicatie.

Tot daar mijn toelichting betreffende het luik preventie.

En ce qui concerne le volet détection, nous allons pouvoir accroître notre capacité de détection grâce aux mesures déjà prises dans le cadre du volet prévention, car nous disposons aujourd'hui de davantage d'effectifs sur le terrain. Nous avons également mis en place une meilleure coordination avec tous les acteurs concernés, soit au niveau fédéral, soit au niveau local. En outre, pour ce qui concerne les mesures ou les moyens de défense et de détection, nous avons appliqué une répartition des moyens de la Défense dans les différents quartiers concernés.

Wat betreft het luik identificatie, er is met aandrang gevraagd om telkens wanneer iets wordt gedetecteerd, daarvan foto’s te maken. De laatste tijd merken we immers dat de drones ’s nachts of bij duister vliegen, wat de identificatie bemoeilijkt. We hebben binnen defensie dan ook een systeem op poten gezet waarbij we de foto’s naar een aantal experts in het dronedomein, het UAS-domein, kunnen sturen. Zij beschikken over de expertise om al een eerste aanname te maken over het soort drones en wat hun vluchtgedrag is, wat wij dan later kunnen gebruiken in onze verdere analyses.

Pour le volet engagement de neutralisation, nous disposons à l'heure actuelle de deux systèmes de neutralisation, à savoir un système de brouillage électronique, the jammer , et un système kinétique, les shotguns , dont la portée est certes limitée, mais qui ne causent pas de dommages collatéraux.

Nous pourrions mettre en place des fusils de guerre de grande taille, mais il faut savoir que tout ce qu'on tire vers le haut finit par redescendre, et nous devons autant que possible limiter les dommages collatéraux.

Ces moyens sont répartis entre les casernes, les quartiers concernés.

Binnen bepaalde kazernes zullen dronepiloten ook stand-by blijven om bij meldingen van drone overflights te trachten deze drones te volgen en te lokaliseren.

De rules of engagement zijn al kort aangehaald. Die regels zijn opnieuw verduidelijkt, met name inzake wat we wel en niet mogen doen boven militaire kwartieren. Het is duidelijk de bedoeling dat we die drones boven de militaire kwartieren engageren en neutraliseren.

Voor het laatste luik – het vijfde luik, namelijk Command & Control, Coördinatie en Communicatie – zijn al aanzienlijke stappen voorwaarts gezet. Er is al gesproken over de taskforce drones, onder voorzitterschap van de generaal. Daarnaast hebben we sinds iets meer dan twee weken een systeem van communicatie en rapportage opgezet dat ons toelaat een beter overzicht te krijgen van wat er waar wordt waargenomen. Dat zal ook later een diepgaandere analyse door onze counterintelligence en veiligheidsdiensten mogelijk maken, die verbanden kunnen leggen om zo te komen tot attributie en een beter inzicht te krijgen in het doel van deze incursies .

Er zijn bovendien contacten gelegd, niet alleen op politiek niveau door de minister met de buurlanden, maar ook door de defensiestaf. Onze Chief Operations, een luitenant-generaal, heeft contact opgenomen met Nederland, Frankrijk, Duitsland en Luxemburg om afspraken te maken en een beter algemeen beeld te krijgen van de aard van de dreiging door drones en over de manier waarop we daar gezamenlijk mee kunnen omgaan. Dat overleg zal in de nabije toekomst nog vlotter verlopen. Tot zover.

Theo Francken:

Bedankt, mijnheer de generaal.

Michel Van Strythem:

Goedemiddag, ik wil beginnen met een uitspraak die een van uw collega's deze ochtend heeft gedaan: de technologie evolueert zeer snel.

De technologie evolueert inderdaad heel snel. Daarom werden in de Strategische Visie van deze zomer drie grote strategische doelstellingen vastgelegd. Ten eerste, defensie heropbouwen voor collective defence , overeenkomstig artikel 5, en, ten tweede, defensie heropbouwen voor de territoriale verdediging, overeenkomstig artikel 3. Dat zijn twee taken die we 40 jaar geleden en eerder uitvoerden en die we nu opnieuw moeten opnemen binnen defensie, vandaar de investeringen.

Er is ook een derde strategische doelstelling: defensie moderniseren voor de oorlog van vandaag en morgen. Ik noem dat operationele innovatie. Een maand voor de goedkeuring van de Strategische Visie heeft de minister gevraagd om een taskforce Drones en Innovatie op te richten. Dat is ondertussen gebeurd.

Er zijn daarin twee aspecten. Innovatie betreft de brede operationele innovatie in allerlei domeinen. Drone- en counterdronemogelijkheden vormen daarbij het zichtbare deel op korte termijn van die ijsberg van modernisering.

Zodra dat team was opgericht, hebben we dezelfde werkmethode gevolgd als vierenhalf jaar geleden bij de oprichting van een vijfde macht bij defensie, de Cybermacht.

Quelle était cette méthode de travail appliquée voici quatre ans et demi? C'était un stocktaking , une mise en carte de ce qu'on faisait déjà dans ce domaine-là à la Défense, de ce qu'on fait dans ce domaine-là en Belgique dans l'industrie, le monde académique et les centres de recherche, et évidemment de ce qui se fait chez les acteurs internationaux au niveau de la défense.

We zijn voorbije zomer gestart met die veertig werken van Hercules, om dat alles in enkele maanden tijd in kaart te brengen. Toen reeds, in tempore not yet suspecto, werd prioriteit gegeven aan counter-UAS, als eerste prioriteit. Daarom heeft DGMR, in het kader van de strategische visie, voorgesteld om een structureel innovatief partnerschapsprogramma te implementeren.

Een innovatief partnerschap voorziet in een cyclus om de snelle technologische evolutie van sensoren, effectoren en de aansturing van die systemen op te nemen in de werking van dat partnerschapscontract. Zo zullen iteratief capaciteiten worden ontplooid voor de twee taken, zijnde collective defence volgens artikel 5, concreet dus de strijdkrachten die worden ingezet in het kader van onder andere de NAVO-plannen, en de capaciteiten die territoriaal moeten worden ingezet. Dat structureel programma heeft een grootteorde van een miljard en zit momenteel in de fase van een AVA, een aanvraag voorafgaandelijk akkoord, in het Frans de DAP; dat is een ambtelijke stap.

Le processus est pour l'instant au niveau de l'Inspecteur des finances. Le programme suit son chemin procédural.

Vermeldenswaardig is dat dat programma ook zal worden opengesteld voor andere behoeften dan die van Defensie, mits bijvoeging van de nodige budgetten om gezamenlijk andere zaken te kunnen kopen. Dat is voorzien in de aanvraag voorafgaandelijk akkoord.

Cette demande d'accord préalable (DAP) prévoit d’ouvrir le marché à d’autres acteurs interdépartementaux, avec l’introduction de budgets comme cela se fait dans d’autres programmes, voire même à des partenaires internationaux. Voilà donc ce qui est actuellement prévu dans ce programme, en cours d’approbation.

Comme vous vous en rendez bien compte, ce genre de programme nécessite beaucoup d'argent du contribuable. Cela va donc prendre du temps et l'ensemble de l'année prochaine sera nécessaire pour qu'il soit concrétisé dans une attribution. Les premiers effets seront visibles au cours du premier semestre de l’année 2027. Voilà donc ce qui est structurellement prévu en exécution de la vision stratégique: une partie modernisation, une partie drones, une partie contre-drones. More is to follow in the other domains.

Compte tenu des événements qui se sont accélérés depuis les survols de drones dans les pays nordiques et à Elsenborn, nous avons préparé un dossier parallèle et urgent d'acquisition de moyens counter-UAS . Je ne préciserai pas ici, en séance publique, à partir de quand cela produira un effet. Cela a été exposé ce matin lors de la session à huis clos.

En quoi consiste ce programme? Il se compose de quatre lignes d'efforts. La première, comme l’a expliqué le colonel Comhair, est que nous avons pris des mesures au niveau de la Défense pour améliorer le reporting humain de nos gardes et de nos militaires concernant les incidents liés aux drones. Nous continuerons dans cette voie. Ce que nous allons mettre en œuvre avec la première ligne de développement dans ce dossier urgent, c’est l’appui d’une application, un logiciel de reporting standardisé, qui permettra un suivi plus centralisé des incidents, et ce suivant un canevas que nous sommes en train de tester, avec des améliorations de reporting humain.

La deuxième ligne d'efforts consiste à installer des antennes de détection de radiofréquences pour l'ensemble des quartiers militaires, comme c'est déjà le cas dans d'autres infrastructures critiques. Ce n'est pas encore le cas dans la majorité des quartiers militaires.

La troisième ligne est l'intégration de ces données dans le centre de sécurité aérien (NASC). Je dois ajouter un élément concernant le programme de partenariat d'innovation structurelle: le centre de commandement de la capacité counter-UAS itérative, qui sera construite sur le long terme, sera intégré avec l'Integrated Air and Missile Defence (IAMD). C'est pour cette raison que toutes les données de sécurité qui proviendront entre autres de ce système seront intégrées via le NASC. Le NASC, qui a été décidé dans le plan STAR, a été initié avec une version 1.0. Il est actuellement intégré au Centre de reporting et de contrôle de la défense antiaérienne (CRC), en l'occurrence le CRC à Beauvechain.

Dans le cadre de la Vision stratégique 2025, nous passerons à une version NASC 2.0. Le NASC, pour le dire brièvement, est similaire au Carrefour d'Information Maritime (CIM). C'est la même philosophie, mais pour l'espace aérien. C'est là que sont centralisées toutes les informations de sécurité dont disposent tous les partenaires interdépartementaux compétents dans un certain domaine.

Ik maak even de parallel met het Maritiem Informatiekruispunt. Als ik mij niet vergis, zijn er 17 federale en gewestelijke, meer bepaald Vlaamse, overheidsinstanties die 19 competenties beheersen over al wat er gebeurt onder en op de bodem van de zee en in, op en boven de zee. Al die actoren voeren hun eigen bevoegdheid uit met hun eigen middelen, maar beschikken over de gezamenlijke informatie die zich bevindt in dat Maritiem Informatiekruispunt. Het NASC is de versie van het Maritiem Informatiekruispunt, het MIK, voor het luchtruim, met dezelfde filosofie. De implementatie daarvan is voorzien in het kader van de Strategische Visie.

Die line of effort 3 van het dringend dossier beoogt de versnelde implementatie van het NASC 2.0. Die nieuwe NASC 2.0 zal openstaan voor andere interdepartementale actoren die een rol spelen op het vlak van de veiligheid van het luchtruim, in de zin van security . Er zijn immers nog andere bevoegdheden inzake het luchtruim, onder andere safety . We moeten bekijken welke bevoegdheden waar uitgevoerd moeten worden en waar de informatie daarvoor moet worden gecentraliseerd.

Last but not least, de vierde line of effort is een structureel programma voor meer middelen voor Defensie, zowel op het vlak van inzet in het buitenland als van inzet voor de territoriale opdrachten van Defensie. Dat zal een zekere tijd in beslag nemen. Ik heb daarnet gezegd dat dat structureel ten vroegste tegen het eerste semester van 2027 zal zijn. In die vierde line of effort zullen een aantal middelen, waarover ik nu geen details zal geven, de initiële capaciteit versnellen in de geest van wat gepland is in het langetermijncontract. Dat is de inhoud van een dossier dat vandaag aan bod komt in de parlementaire de commissie voor de Controle op de Legeraankopen en -verkopenen en dat dossier zal aan de ministerraad worden voorgelegd.

Theo Francken:

Ik wil nog twee zaken toevoegen.

Ten eerste wil ik de politiediensten uitdrukkelijk danken. De voorbije dagen heeft er veel overleg plaatsgevonden met de politie op alle niveaus: de federale politie, het hoogste niveau van de federale politie, maar ook de lokale diensten. Dat is over het algemeen zeer goed verlopen. Ik wil dus graag benadrukken dat de politiediensten uitstekend werk hebben geleverd, waarvoor mijn oprechte dank.

Ten slotte wil ik om misverstanden te vermijden nog even ingaan op de artikel 4-procedure van de NAVO. Ik lees online al berichten waarin staat dat we artikel 4 zouden inschakelen. Dat heb ik niet gezegd. Er werd gevraagd of we de situatie niet in een breder kader moeten bekijken. Ik heb geantwoord dat er internationaal overleg plaatsvond en plaatsvindt met onze buurlandenop defensieniveau, maar ook op politieniveau met bijvoorbeeld Nederland, en dat er ook internationaal contacten zijn met enkele NAVO-landen op het niveau van de CHOD’s. Een artikel 4-procedure is echter een heel specifieke procedure. De procedure werd ingeroepen door Polen, maar toen was duidelijk dat Rusland eraan ten grondslag lag, want Russische drones drongen het Pools luchtruim in, zogenaamd onderweg naar Oekraïne. Dat gebeurde, als ik mij niet vergis, ongeveer zes weken geleden. Dat was dus een heel andere situatie.

Ik zeg dus niet – en ik richt mij hierbij ook tot de aanwezige journalisten – dat wij de artikel 4-procedure moeten inschakelen of dat we dat moeten onderzoeken. Mochten we dat al willen doen, dan komt dat overigens niet mij toe. Zulke beslissingen worden immers genomen op het niveau van de Nationale Veiligheidsraad en verlopen via de premier en onze vertegenwoordiging bij het NAVO-hoofdkwartier. Dat wil ik heel duidelijk stellen. Wie denkt dat het grote nieuws is dat artikel 4 wordt ingeroepen, vergist zich. Dat is niet wat ik heb gezegd. Als mijn woorden verkeerd begrepen zijn, heb ik dat bij dezen rechtgezet.

Soms merk ik trouwens dat bepaalde uitspraken nogal snel uitvergroot worden. Ik weet niet hoe dat komt, misschien omdat het zo sappig of sexy klinkt of omdat het internationaal interessant lijkt, of misschien druk ik mij niet altijd even duidelijk uit. Dat is mogelijk; ik heb nu eenmaal mijn eigen stijl. Maar soms lees ik naderhand wat ik volgens de media heb gezegd, en dan denk ik: dat heb ik helemaal niet bedoeld en ik heb het ook niet zo gezegd. Dat ligt echter misschien ook aan mezelf. Bij dezen dus nogmaals die verduidelijking.

Ik heb trouwens ook niet gezegd dat we morgen zeemijnen gaan leggen. We zullen de capaciteit aanschaffen om zeemijnen te leggen aanschaffen, wat trouwens al in het STAR-plan stond, maar we zullen ze dus niet inzetten. Evenmin zullen we Moskou platleggen. Dat heb ik zo niet gezegd. Dat ging om een hypothetische vraag, namelijk wat er gebeurt als een nucleaire aanval op Brussel zou plaatsvinden.

Het is soms wat vermoeiend, maar ik zal mijn best doen. Ik weet dat ik veel communiceer en natuurlijk krijg ik ook veel vragen. Ik ben er echter van overtuigd dat iedereen met bevoegd ter zake zal worden aangesproken, niet alleen Defensie, want mijn bevoegdheid is eigenlijk vrij beperkt. Ik beloof dat ik op het vlak van communicatie mijn best zal doen, en anders zet ik het recht, zoals bij dezen.

We zullen artikel 4 van het NAVO-verdrag van Washington dus niet inroepen. Indien dat toch zou gebeuren, dan komt het niet mij toe om dat te doen. Dat is not my call .

Voorzitter:

Het misverstand ontstond misschien doordat u net een hapering in uw keel had.

Mijnheer de minister, mijnheer de generaal, mijnheer de kolonel, ik dank u voor uw toelichting en antwoorden.

Het woord is aan de leden voor hun repliek.

Annick Ponthier:

Dank u wel, minister, generaal en kolonel, voor uw uitgebreide toelichting nu en vanmorgen.

Collega’s, de structurele onderbudgettering van ons defensieapparaat en dus van onze algemene veiligheid laat zich helaas in sneltempo voelen op allerlei domeinen, onder andere de hybride dreiging. We staan eigenlijk met de billen bloot en komen in het vizier door een schrijnend gebrek aan middelen voor dronedetectie en interventie, door de manklopende beveiliging van onze kritieke infrastructuur zowel burger- als defensiegerelateerd, door de gaten in de cyberbeveiliging en door het gebrek aan duidelijke rules of engagement , aan samenwerking tussen de federale en lokale politie en Defensie en Mobiliteit, aan duidelijke afbakening van ieders verantwoordelijkheden en inzetregels en aan internationale samenwerking.

Zeker op het vlak van communicatie loopt het mank. Dan heb ik het niet over het informeren van de bevolking of de sensibilisering daaromtrent, maar wel over uw persoonlijke communicatie, minister, en uw bijzonder boude uitspraken ten opzichte van het Russische regime in een recent interview, waarin u letterlijk hebt gezegd Moskou plat te zullen leggen. Dat is potsierlijk. Het is ronduit onverantwoord en zelfs roekeloos dat u op een moment dat de Belgische en Europese Defensie nog verre van weerbaar zijn, kiest voor grootspraak in plaats van voorzichtigheid. U hebt daarmee veel resultaat geboekt, en ik bedoel dat allerminst positief. De cyberaanval op Proximus vandaag is daar nog maar één voorbeeld van.

Ik denk dat we echt moeten stellen dat een minister van Defensie diplomatisch moet kunnen zijn en voorzichtigheid aan de dag moet leggen. In de huidige geopolitiek uitdagende tijden hebben we absoluut geen nood aan grootspraak of stoerdoenerij. Ik wil u dan ook met aandrang vragen een dergelijke handelswijze achterwege te laten of uw interview eventueel eens na te lezen vóór publicatie.

De belangrijkste oproep, mijnheer de voorzitter en collega’s, is de volgende. Ik zeg ja aan ontrading, alertheid en sensibilisering. Tegelijk dring ik erop aan om snel werk te maken van adequate detectie-, interventie- en identificatiemiddelen, van een verdere opschaling van de noodzakelijke capaciteiten zowel personeel als budgettair en van coördinatie tussen alle betrokken actoren en vooral om slim te investeren.

François De Smet:

Merci messieurs pour ces réponses – tant ce matin à huis clos qu'en séance publique – et pour votre transparence. Vous clarifiez certaines choses sur les intentions et la coordination de ces attaques par harcèlement.

J'entends qu'il y a une stratégie de lutte contre ces drones. Soyons honnêtes, cette stratégie ne date pas d'hier et des récents événements. Mais j'entends aussi qu'on est toujours dans l'analyse de la menace, dans la mise en place de dispositifs et de task forces. Ce n'est pas un reproche en soi, il est normal que ça prenne du temps.

Nous avons du retard en matière de guerre des drones et la question est de savoir si nous disposons du temps nécessaire à le rattraper. J'entends notamment vos remarques sur le fait qu'on a peut-être, nous législateurs, un travail à faire sur les procédures légales. Il y a les procédures en temps de paix, il n'y a peut-être pas les procédures adéquates en temps de guerre hybride – celle que nous sommes en train de vivre –, et c'est donc à nous de jouer.

Dans l'intervalle, nous avons des attaques de drones par harcèlement que nous ne sommes pas capables avec certitude, pour l'instant, de repérer, d'arrêter ou d'intercepter, même si, au niveau des sites de la Défense, vous avez longuement expliqué ce qui est en train d'être mis en place.

Je suis beaucoup plus inquiet pour les infrastructures civiles. Nous ressortons de cette commission – et c'est normal parce que nous sommes en commission de la Défense nationale et que c'est plutôt une question pour le Conseil de sécurité ou pour le ministre de l'Intérieur – sans savoir ce qui va se passer si un É tat étranger décide tous les soirs d'envoyer un drone sur nos aéroports et de perturber notre espace aérien et d'ainsi harceler et empêcher notre société, notre économie et la vie de nos citoyens de se dérouler tranquillement.

Vous n'êtes pas le seul en cause, c'est l'ensemble du gouvernement qui devra se réunir et nous répondre là-dessus prochainement.

Kjell Vander Elst:

Mijnheer de minister, generaal, kolonel, dank voor de heldere toelichting. Ik wil op mijn beurt ook de veiligheidsdiensten danken. Er was gisteren heel wat aan de hand en de veiligheidsdiensten hebben uitstekend werk geleverd. We kunnen er echter niet omheen dat we achter de feiten aanlopen. We zijn daarin zeker niet alleen. Alle Europese landen zijn aan het opschalen en de technologie gaat inderdaad razendsnel vooruit. We hebben daar een inhaalbeweging te maken.

Mijnheer de minister, u zit niet stil, uw diensten zitten niet stil en Defensie zit niet stil. Ik voel de sense of urgency bij Defensie, bij u en ook binnen deze commissie. Ik maak mij echter wel zorgen over de sense of urgency bij Binnenlandse Zaken, dat bevoegd is voor het grootste deel van het civiele luchtruim. De luchthaven van Zaventem valt onder de bevoegdheid van de politie. De kerncentrales vallen onder de bevoegdheid van de politie. In de beleidsnota van minister Quintin van Binnenlandse Zaken staat echter nul keer het woord 'drone' en één keer 'hybride dreiging'. Ik maak mij daarom echt zorgen of die sense of urgency bij Binnenlandse Zaken wel is doorgedrongen.

Het gaat om gestructureerde aanvallen en die gebeuren niet door jongeren die af en toe een foto willen maken met hun drone. Die aanvallen worden uitgevoerd door professionals en vereisen een gecoördineerde en gestructureerde aanpak. Daarvoor is eenheid van commando nodig. Defensie heeft een dronegeneraal aangesteld – hij is hier aanwezig – en dat is een goede zaak. Defensie investeert massaal in drones en in counterdronesystemen. Ook dat is een goede zaak. Het personeel wordt opgeleid om daarmee te werken en zal over de knowhow beschikken om met die drones en counterdronesystemen te werken. Dan lijkt het mij logisch dat Defensie op zijn minst de regie in handen neemt bij de aanpak van deze hybride dreiging. Mijnheer de minister, eenheid van commando is belangrijk, want we moeten absoluut vermijden dat de bevolking het vertrouwen in onze veiligheidsdiensten verliest. Dat is namelijk precies waar onze vijanden en tegenstanders op uit zijn.

Philippe Courard:

Monsieur le président, je tenais à remercier M. le ministre et le général pour les réponses qu'ils ont apportées à l'occasion de ces deux rencontres.

Il n'est peut-être pas possible de répondre à toutes les questions mais je n'ai pas entendu de réponse claire relativement aux images aériennes. J'y reviendrai peut-être. Des dispositions ont-elles été prises? Des sites donnent-ils accès à des vues aériennes des installations militaires?

Axel Weydts:

Dank u, minister, generaal en kolonel, voor de vele antwoorden die we ontvangen hebben boven op wat we vanochtend in de besloten vergadering mochten vernemen. De boodschap dat dit in scène gezet zou zijn, heeft me ook al een paar keer bereikt. Het is te zot om los te lopen, natuurlijk. Het is goed dat we dat nog eens benadrukken.

U hebt dat gedaan, mijnheer de minister, en ik zal het ook nog eens doen. De middelen die straks naar dronebestrijding zullen gaan, zijn geen extra middelen. Het zijn middelen waarin voorzien is. Het zijn middelen waarin historisch voorzien is. Deze regering is de eerste regering die 2 % van ons bruto nationaal product zal besteden aan Defensie. De middelen die we zullen inzetten tegen die drones zitten in de 2 %. We gaan niet op basis van deze incidenten plots meer investeren. Er is vanuit Defensie ook geen vraag vandaag om meer te investeren. Laten we ons focussen op het behalen van die 2 %. Dat is een opdracht die al moeilijk genoeg is.

Al wie hierbuiten mee volgt en op de sociale media het verhaaltje voedt dat alles in scène gezet is, voedt daar enkel het narratief van de Russen mee. Dat is hetgeen wat ze wensen te bereiken, dat mensen beginnen te twijfelen aan de goede intenties van de Staat, en dat mensen beginnen te twijfelen aan de capaciteiten van het veiligheidsapparaat van de Staat. Dat is precies wat de vijand, wat de tegenstander wenst te bereiken. Al wie dergelijke verhaaltjes de wereld instuurt, werkt leuk mee aan het narratief van onze tegenstanders.

Mijnheer de generaal, ik waardeer het dat binnen dat domein met raamcontracten zal worden gewerkt, net vanwege het innovatieve karakter. Technologie verandert razendsnel. Over een jaar zullen wij de technologieën al op een andere manier zien. Het is dan ook heel slim om met raamcontracten te werken, zodat wij beslissingen kunnen maken op basis van de evoluties en niet gebonden zijn aan een systeem waarmee wij tien jaar zouden moeten werken. In het geval van drones zou dat heel onverstandig zijn. Het is dus heel verstandig om een en ander via raamcontracten te doen.

Mijnheer de kolonel, ik verneem ook dat er patrouilles buiten de kwartieren zullen plaatsvinden. Mijnheer de minister, dat betekent dat wij snel werk zullen moeten maken van de militaire codex. Ik hoop dat de codex snel aan het Parlement en de regering kan worden voorgelegd, zodat, wanneer de patrouilles buiten het kwartier, waar Defensie in beginsel geen bevoegdheid heeft, effectief zullen worden uitgevoerd, er via een wettelijk kader wel degelijk bevoegdheden bestaan om effectief op te treden. Stel dat de patrouilles het geluk hebben om een dronepiloot te treffen, dan moet men daaraan ook effectief iets kunnen doen. Het is dus goed dat daarvan snel werk wordt gemaakt.

Collega's, ik herhaal het. Het is heel erg duidelijk dat wij te maken hebben met professionelen. De toestand is ernstig. De huidige regering neemt de kwestie ernstig en krijgt daarvoor alle steun van de Vooruitfractie.

Christophe Lacroix:

Monsieur le ministre, général, colonel, merci pour vos explications. Je suis d'accord avec mon collègue François De Smet pour ce qui est de votre transparence, car l'exercice n'était pas facile.

Je remarque qu'une fois de plus, c'est la Défense qui fait le job. Quant aux autres, on se demande où ils sont. Le ministre de l'Intérieur vient seulement de réclamer un Conseil national de sécurité qui, selon moi, aurait dû se réunir il y a longtemps, vu l'importance de la coordination de l'action à mener en matière de compétences partagées, de responsabilités partagées et d'actions à entreprendre. Quant au ministre de la Mobilité, il est également absent.

En fin de compte, chaque fois qu'il y a un problème dans ce pays, on se tourne vers le ou la ministre de la Défense – comme on l'a fait avec Mme Dedonder – pour lui demander "Que faites-vous pour nous?". Ce n'est quand même pas normal! Dès lors, je tiens à féliciter les hommes et les femmes de la Défense ainsi que, pour une fois, le ministre, avec qui je ne suis pas toujours d'accord. En l'occurrence, je pense que le ministre, son cabinet, l'état-major ainsi que tous ceux qui travaillent à la Défense ont fait ce qu'ils devaient faire, de sorte que je me sens rassuré. C'est une capacité qui a été mise en place, grâce au plan STAR, en 2022. Les efforts portent leurs fruits et vous poursuivez l'investissement et la stratégie élaborée par le précédent gouvernement sur ce point.

Par ailleurs, vous avez remercié la police locale, ce qui me fait plaisir comme bourgmestre également. Mais, en tant que simple bourgmestre, je ne trouve pas normal que cela repose sur une action de la police locale puisque, une fois de plus, la police fédérale semble absente. Je ne peux pas l'accepter. Devrons-nous désormais doter aussi nos polices locales de shotguns lorsqu'il faudra intervenir sur les infrastructures critiques qui ne sont plus couvertes par la police fédérale?

Vous avez remercié les bourgmestres; on peut remercier aussi les citoyens puisque ceux-ci nous aident effectivement à détecter ce qui ne va pas, nous font part de ce qu'ils remarquent et font remonter les informations.

Monsieur le ministre, vous dites n'avoir pas besoin d'argent en plus. C'est la première fois que j'entends cela de votre part. C'est très bien et je vous en remercie. Vous vous contentez donc de ce que l'on vous a donné mais il faudra encore trouver les recettes pour financer vos dépenses.

Cela étant, j'ai un petit conseil à vous donner, monsieur le ministre. Mais qui suis-je pour le donner? Plutôt que de vous focaliser sur les F-35 supplémentaires, remettez les drones au cœur du débat et, avec le CNS, utilisez l'argent dédicacé aux F-35 supplémentaires pour une véritable stratégie nationale concertée anti-drones. Je crois que ce serait plus utile. Vous rebasculez ainsi des budgets dans votre département, mais également en Intérieur et en Mobilité, pour assurer une sécurité maximale des Belges, qui est aujourd'hui menacée

Peter Buysrogge:

Collega’s, we worden hier werkelijk geconfronteerd met een ernstige opschaling van de bedreiging. Misschien evolueren we zelfs van een hybride dreiging naar een effectieve hybride aanval met dit land als doelwit. Alertheid en opschaling van onze veiligheidsmechanismen zijn dan ook aangewezen.

Mijnheer de minister, u doet dat samen met uw mensen van Defensie, waarvoor dank, ook in samenwerking met de partners en met de mensen van Binnenlandse Zaken. Dat dit nodig zal zijn, is hier al meermaals aangetoond.

Collega’s, ik wil nog opmerken dat we deze middag samenkomen met de commissie Legeraankopen om het prioritaire dossier van de counterdrone te bespreken. Ik kijk uit naar de toelichting van defensie en hoop op brede steun.

Collega’s, ik denk dat we in gevallen zoals vandaag moeten vaststellen dat we, veel meer dan in het verleden het geval was, een veiligheidscultuur moeten kunnen ontwikkelen. Het politieke spel van meerderheid en oppositie moeten we daarbij achter ons laten en kunnen overstijgen. In die zin waren de tussenkomsten van collega Vander Elst en van de collega’s van de PS positief en constructief. Ik was echter enigszins verbaasd over de repliek van mevrouw Pontier, die ik in dat opzicht niet zo hoopgevend vond.

Voorzitter:

Ik heb verschillende collega’s gehoord en ook meerdere mails ontvangen met de vraag of er geen bijkomende gedachtewisseling met de mensen van Binnenlandse Zaken en of met de mensen van Mobiliteit kan plaatsvinden. Als dat goed is, zal ik met mijn twee collega-voorzitters contact opnemen om te bekijken wat er mogelijk is om dat in te plannen. Mocht daar enig bezwaar tegen bestaan, steekt u maar uw vinger op. In het andere geval zal ik daartoe de nodige initiatieven nemen.

Matti Vandemaele:

Ik dank de heren voor hun antwoorden. We hebben vanochtend veel bijgeleerd. Drie zaken zijn mij bijgebleven. Ik parkeer alle positieve elementen even en sta stil bij de drie zaken die mij frapperen.

Mijnheer de minister, zowel u als uw collega Quintin, iedereen begint naar elkaar te kijken en te verwijzen. Morgen komt de Veiligheidsraad samen, zo heb ik ondertussen geleerd. Daar moet echt wel de nodige afstemming gebeuren, zodat men niet alleen naar elkaar kijkt maar echt samenwerkt. In die zin ben ik hoopvol voor die vergadering van de Veiligheidsraad morgen. U sprak ook een aantal keer over 4G en 5G. Dan moet de minister van Telecommunicatie misschien ook aanschuiven bij die Veiligheidsraad, want dan betreft het de netwerken die onder haar bevoegdheid vallen.

Het tweede element is voor mij de communicatie-uitdaging. U gooit alles toch een beetje op een hoopje. Niemand heeft iets gezegd over reactief beleid, niemand hier in de commissie zei dat u meer budget zou vragen. Daarover heb ik niets gehoord, maar toch verwijst u ernaar. Wat ik zei is dat uw manier van communiceren in de pers en op sociale media niet bijdraagt aan de kalmte die noodzakelijk is om met dergelijke incidenten om te gaan. Met dat soort stoerdoenerij jaagt u de burgers eerder de kast op dan dat u werkelijk bijdraagt tot een oplossing.

Dan kom ik bij het derde element, misschien het beangstigendste voor mij. U hebt het niet letterlijk gezegd en niemand van u heeft het letterlijk gezegd, maar ik lees het of hoor het toch tussen de regels: als het vanavond weer zover is, zal net hetzelfde gebeuren. Eigenlijk zijn we niet klaar en zal het nog een aantal weken of maanden duren voordat we effectief echt stappen vooruit kunnen zetten, zowel op het vlak van detectie als op dat van het neerhalen. Dat is eigenlijk het meest verontrustende nieuws van de dag, namelijk dat u aangeeft dat als het vandaag, morgen, overmorgen of volgende week opnieuw gebeurt, het wellicht hetzelfde zal zijn. Dat lijkt mij bijzonder problematisch.

In die zin kijk ik uit naar wat de Nationale Veiligheidsraad zal realiseren om ook op korte termijn oplossingen te bieden, want ik denk dat onze burgers daar echt naar verlangen. Dank u wel.

Voorzitter:

Zijn er nog collega’s die het woord vragen?

Mathieu Michel:

Monsieur le président, je tiens à saluer la clarté et la transparence des propos qui ont été tenus. Par ailleurs, j'éprouve une totale confiance dans les équipes au regard de l'enjeu. Je tiens aussi à saluer le colonel Van Strythem, que j'ai croisé du coin de l'œil et qui avait déjà accompli un boulot génial au sujet de la Force Cyber. Pour cette raison, je me sens particulièrement en confiance en apprenant que c'est ce même colonel qui est en charge de ce dossier.

Pour le reste, j'aimerais quand même aborder deux ou trois éléments. Tout d'abord, j'insiste sur la nécessité d'appréhender la menace à 360 degrés. Je ne voudrais pas – et je ne prétends pas que ce soit le cas, mais j'ai entendu certaines choses qui me préoccupent à ce sujet – que ce dossier nous amène à regarder la compétence du voisin plutôt que la sienne. Il est donc essentiel de considérer qu'il faut travailler en équipe. Par conséquent, il ne s'agit pas de considérer qu'il y a les volets "Défense", "Intérieur" et "Mobilité". Aujourd'hui, nous avons besoin de travailler ensemble, de briser les silos habituels lorsque nous sommes confrontés à des enjeux stratégiques majeurs. Or c'est bien le cas. Si l'on dit "ce n'est pas moi, c'est l'Intérieur, la Mobilité, le Budget, etc.", on ne parviendra jamais à se tenir à la hauteur de l'enjeu qui nous fait face aujourd'hui. Dès lors, j'y insiste avec force: de grâce, arrêtons de penser en silos, car cela ne correspond pas du tout à ce qu'est une menace hybride! Par nature, celle-ci est transversale. Et c'est de la sorte qu'elle doit s'appréhender. À ce titre, je me demande si nous ne devrions pas travailler à une véritable définition de la menace hybride et à la manière dont nous la comprenons. Nous avons passé naguère de nombreux mois à réfléchir à ce qu'était un contexte de pandémie. Il me semble aussi intéressant et important de s'interroger sur ce qu'est un contexte de guerre hybride pour, éventuellement, développer des réflexions et des procédures notamment sur le plan de l'agilité budgétaire.

Enfin, j'aborderai un dernier point. Si je n'irai pas jusqu'à remettre en doute l'ensemble de la stratégie d'acquisition militaire, il est vrai, monsieur le ministre, que vous montrez un enthousiasme important pour l'acquisition des F-35. Nous avons eu l'occasion d'échanger en aparté à ce sujet Je pense qu'avoir des avions multi-rôles est un élément essentiel. Je n'aime pas l'idée que nous devions choisir l'un ou l'autre. L'enjeu est de choisir l'un et l'autre, avec des ambitions budgétaires que l'on aurait peut-être pu imaginer différemment. Ce que je vous appelle à faire, c'est de montrer le même enthousiasme que celui qui vous anime pour les F-35 pour la lutte anti-drones. C'est une chose qui me semble fondamentale parce qu'aujourd'hui, et je dis bien aujourd'hui, la menace immédiate et imminente est bien celle-là. Nous vous faisons confiance pour prendre conscience de l'importance du moment.

Koen Van den Heuvel:

De gedachtewisseling vanochtend was zeer interessant. Ik vat de drie aandachtspunten samen die voor de cd&v-fractie bijzonder belangrijk zijn.

Ten eerste is er de weerbaarheid door middel van de juiste communicatie. De gedachtewisseling van vandaag draagt daaraan bij. We moeten dat pad blijven volgen, zodat onze bevolking weerbaarder wordt.

Een tweede punt betreft de samenwerking. Uit de discussies blijkt duidelijk dat daarop moet worden ingezet. Ik ben er ook van overtuigd dat de regering dat zal doen. Morgen vindt al de formele bijeenkomst van de Nationale Veiligheidsraad plaats, maar dat betekent geenszins het einde van het proces. Dat het startpunt van de werkzaamheden. We moeten daar absoluut op inzetten en uit onze kokers komen. Naast de militaire infrastructuur moet ook ons volledige luchtruim, met bijzondere aandacht voor de kritische infrastructuur, worden meegenomen.

Een derde punt betreft de internationale samenwerking. De minister heeft al bevestigd dat er inderdaad dergelijke initiatieven lopende zijn; wij moeten daarop blijven inzetten.

Theo Francken:

Nog dit, mijnheer de voorzitter. Ten eerste is het zeker niet mijn bedoeling om de hete aardappel door te schuiven en mij ervan af te maken door de stelling als zou ik er niets mee te maken hebben. Ik heb de voorbije weken meermaals gecommuniceerd over de uitdaging. Ik heb daarbij meermaals niet over mijn eigen bevoegdheden gesproken. Dat is voor mij geen probleem, want we moeten samenwerken.

Il est évident que nous devons collaborer et coopérer. Je suis le premier à briser les silos, d'autant plus quand cela concerne le gouvernement fédéral. Je n'ai aucun problème à prendre mes responsabilités. Demain, nous aurons une réunion. Nous allons collaborer davantage encore.

S'agissant de mon enthousiasme pour les anti-drones, il est énorme, que nous parlions des navires, des F-35, etc.

Wat het taalgebruik betreft, persoonlijk vind ik het sterk om een vermeende DDoS-aanval op Proximus, waarvan ik niet op de hoogte ben - ik zal me straks informeren - rechtstreeks te koppelen aan een communicatie die ik zou hebben gedaan. Ik vind dat buitengewoon kras. Mevrouw Ponthier, u legt die link. U hebt dat hier gezegd, u moet het maar eens herbeluisteren, mevrouw Ponthier. U beweert dat ik gezegd zou hebben dat ik Moskou zou platgooien. Dat heb ik helemaal niet gezegd. Lees dat maar eens na.

Dat ik lessen zou moeten krijgen van u qua fors taalgebruik, terwijl uw directeur strategie duidelijk maakt dat hij nooit meer met de N-VA wil samenwerken, dat vind ik opmerkelijk. Die deur is dus gesloten. Dat hij mij op alle mogelijke fora een losgeslagen gek noemt en vindt dat ik opgesloten zou moeten worden, wat fors taalgebruik betreft, raad ik u aan eens een spiegel voor te houden. Dat zou niet misstaan.

Wat ik heb gezegd – ik herhaal het -, is dat als men mij de vraag stelt of Poetin een nucleair wapen op Brussel zal gooien, ik daarop neen antwoord. Dat zal niet gebeuren. Dat lijkt mij een redelijk geruststellende uitspraak. De reden is dat Poetin weet – dat woord is toch relevant - dat als hij dat doet, daar onmiddellijk een reactie op zal volgen. Het principe van second strike kent u zeer goed, mevrouw Pontier. U bent een experte in defensie en zit hier al vele jaren. Het is een basisprincipe van de militaire doctrine van de NAVO, al 76 jaar, een gezond principe dat wij allen aanhangen. Dat is wat ik heb gezegd.

Ik voel me inderdaad gepakt door een journalist die het interview niet eens heeft afgenomen. Tien dagen later verscheen plots een kop die naar mijn oordeel uit de context is gehaald waarbij een klein fragment van een lang interview werd uitvergroot. Tijdens de tien dagen nadat ik dat interview had gegeven, heeft niemand van de duizenden mensen die het hebben gelezen, er aanstoot aan genomen. Plotseling wordt één titel uitvergroot en krijgt het grote aandacht. Los van mijn imago en mijn ego vind ik dat gewoon gevaarlijk. En dat zien we nu.

Overigens, persoonlijk denk ik dat er, stel dat een incident aan een bepaald land wordt toegewezen, misschien wel wat meer aan de hand is dan wat een interview in Humo wordt gezegd. Maar voor u is het blijkbaar duidelijk één op één gelinkt. Als u daar bewijs van hebt, mag u het me altijd bezorgen. Dan zullen de diensten het wel even onderzoeken.

Monsieur Courard, pour ce qui est des images aériennes, c'est en cours et cela nous occupe fortement, également pour ce qui concerne Strava. Nous recherchons actuellement une solution.

Annick Ponthier:

Mijnheer de minister van Defensie, ik wil uiteraard kort reageren op uw woorden.

U hebt de titel van minister van Defensie en die titel draagt u waardig uit. Ik zou echter ook graag hebben dat u dat in uw communicatie laat blijken en dat u met omzichtigheid te werk gaat. Dat is het enige wat ik van u vraag. Het artikel getuigde niet van die omzichtigheid. Ik meen wat ik zeg. In uw functie zou ik er echt naar streven alle artikels die over u verschijnen, en zeker interviews die u zelf aflegt, vooraf na te lezen. Wij leven immers in bijzonder gevaarlijke tijden. Wij hebben het hier de hele ochtend gehad over droneaanvallen, cyberaanvallen, aanvallen op onze samenleving en op ons systeem, onze waarden en normen. U moet dus op uw taalgebruik letten. Dat lijkt mij niet te veel gevraagd in de commissie voor Landsverdediging over de cyberaanval.

Ik heb niet beweerd dat u daar rechtstreeks aan bent gelinkt. Ik lees hier een nieuwsartikel dat ons daarnet is toegezonden met de titel “Pro-Russisch hackerscollectief viseert Theo Francken na cyberaanval op websites van proximus en Scarlet.” Ik lees enkel wat in de media verschijnt. Een en ander kan onrechtstreeks wel gelinkt zijn. Ik leg die link niet, maar die link wordt gelegd.

Daarom roep ik u op tot omzichtigheid en voorzichtigheid in al uw uitspraken, zeker als minister van Defensie. Partijpolitiek doet hier niet ter zake.

Theo Francken:

Mevrouw Ponthier, ik neem uw opmerking zeker mee.

Voorzitter:

Collega's, het is ondertussen 12.55 uur. Ik stel voor om onze werkzaamheden hier te sluiten. De openbare commissievergadering wordt gesloten om 12.55 uur. La réunion publique de commission est levée à 12 h 55.

Popover content