meeting-plenary
De koopkracht en de inflatie Mijnheer de vicepremier, we leven in een land met een traditie van begrotingstekorten. Het aantal positieve of zelfs neutrale budgetten gedurende mijn leven valt op een hand te tellen. Legt u dat maar eens uit aan de man of de vrouw in de straat. Collega’s, we leven ook in een land met een traditie van prijsstijgingen. Ons leven wordt elk jaar duurder en de koopkracht van onze mensen gaat, ondanks een onvolmaakt indexeringssysteem, jaar na jaar achteruit. Onder de regering-De Croo maakten we zelfs de ergste inflatie uit mijn leven mee, met inflatiecijfers tot boven de 10 %, wat ronduit verschrikkelijk is. Na een korte periode waarbij de stijging van de levensduurte vertraagde, zien we nu al vier maanden op rij dat de prijzen in de supermarkten stijgen. De inflatie is weer daar. Bovendien wijzen alle economische, monetaire en fiscale indicatoren op verdere prijsstijgingen in de toekomst. Beste vicepremier, we leven in een land met loodzware belastingen. Een werknemer die keihard zijn best doet en opslag krijgt, houdt slechts een peulschil extra over. Neem nu het zorgpersoneel, dat vandaag in de straten betoogt tegen onder andere de hallucinant hoge belasting op de gepresteerde overuren. U bent meer dan vier jaar verantwoordelijk geweest voor het beschermen van de koopkracht van onze bevolking. Goede huisvaders- en moeders hebben hun spaarcentjes zien smelten door de superhoge inflatie. Welke structurele hervormingen hebt u doorgevoerd opdat onze mensen meer overhouden op het einde van de maand? Ik kijk uit naar uw antwoord. Mijnheer Keuten, de inflatie gaat in oktober van 3,06 % naar 3,2 %. De hoge inflatie van de laatste vier maanden is het gevolg van het uitdovend effect van de impact van het basispakket voor elektriciteit en aardgas, een van de vele steunmaatregelen van onze regering. Volgens de laatste voorspellingen van het Federaal Planbureau, daterend van november, wordt verwacht dat de inflatie zal evolueren tot 3,1 % in 2024 en 1,8 % in 2025, terwijl die in 2023 4,1 % bedroeg en 9,6 % in 2022. De inflatie keert geleidelijk terug tot onder de 2 %. Zoals u weet, is België een van de weinige Europese landen met een systeem van automatische indexering van de lonen en sociale uitkeringen. Ook al beschermt deze indexering de burgers niet volledig tegen de stijging van de kosten, toch heeft ze onze burgers wel geholpen om met de prijsstijgingen om te gaan. Met de verschillende financiële steunmaatregelen van de overheden hebben we de koopkracht van de burgers kunnen beschermen zonder onze economie te schaden. De overheden hebben de koopkracht en de goede staat van onze economie ondersteund tijdens meerdere grote crisissen in de voorbije jaren. De huidige regering is al enkele maanden in lopende zaken en het is aan de volgende regering en aan dit Parlement om de nodige maatregelen te nemen om de koopkracht van de burgers te verbeteren en optimaal te beschermen. Dank u voor het antwoord, mijnheer de minister. Ik heb u horen spreken over het uitdovende pakket aan steunmaatregelen dat vorig jaar nog in voege was. Het was inderdaad een tijdelijk pakket aan steunmaatregelen en geen structurele hervorming. Dat is net wat we van u gemist hebben: structurele hervormingen. U spreekt over de goede staat van onze economie. Mijn collega, de heer Moons, gaat daar meteen een vraag over stellen, want daar hebben wij grote twijfels bij. Hoop doet leven. Ik hoop met u mee dat de inflatie volgend jaar onder de 2 % duikt, maar ik heb er grote twijfels bij. Collega's, gisteren werd in het grootste democratische land van onze wereld een nieuwe president verkozen. Die president werd verkozen omdat hij de Amerikanen vrede, strengere immigratie en koopkracht belooft. In de Verenigde Staten zullen inwoners wel het beleid krijgen waarvoor ze massaal gestemd hebben. Wanneer krijgen wij in België eindelijk het beleid waarvoor de Vlaming massaal stemt? Een gezond budgettair beleid (…) Ik dank de heer Keuten voor zijn eerste tussenkomst in de Kamer. (Applaus) De malaise in de industriesector Mijnheer de minister, vandaag vernemen wij alweer onheilspellende berichten: in het bedrijf Umicore staan 260 jobs op de helling, waarvan 100 jobs in België. De ontslagronde is samen met het stilleggen van de bouw van een batterijfabriek in Canada het gevolg van – ik citeer het bedrijf – "de impact in een uitdagende omgeving van de complexe overgang van de auto-industrie naar elektrische mobiliteit". De ontslagen in België zouden vooral de onderzoeks- en ontwikkelingsdivisie van het bedrijf in Olen treffen, net de activiteit waarop Vlaanderen en bij uitbreiding heel België zou moeten inzetten in de globale wedloop naar technologische vernieuwing en productiviteitsefficiëntie. De malaise in de Belgische industrie blijkt ook uit de ontslagrondes in andere sectoren, zoals bij Ontex, Beaulieu, Janssen Pharmaceutica, Van Hool en Audi Vorst. Het aantal faillissementen en collectieve ontslagen bereikt recordhoogtes. Sinds januari 2024 zijn op die manier reeds meer dan 35.000 banen verloren gegaan. In de industrie, de bouw, de handel, de horeca, de landbouw, de visserij is het aantal banen enorm teruggevallen. Enkel bij de overheid zijn er nog jobs bij gekomen. De werkgelegenheid is volgens de Nationale Bank van België in het tweede kwartaal van 2024 voor het eerst sinds de start van de coronapandemie in 2020 afgenomen. Samen met hun veiligheid is hun portemonnee datgene waarvan de mensen echt wakker liggen. Dat blijkt ook uit de recente verkiezingsoverwinning van Trump in de Verenigde Staten. Mijnheer de minister, na het afspringen van de arizonacoalitie blijft u wellicht willens nillens nog even minister. Welke maatregelen zult u nemen om de werkgelegenheid minstens op niveau te houden? Hoe zult u met uw collega’s de industrie opnieuw hoop geven? Mijnheer Moons, de industrie staat inderdaad in ons land onder druk, net zoals in de rest van Europa. Europa herindustrialiseren is dus cruciaal voor onze welvaart. Ik ben altijd voorstander geweest van een ambitieuzer Europees industriebeleid, zoals blijkt uit mijn realisaties tijdens het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie. Het industriebeleid moet bijdragen aan onze economische ontwikkeling en de lonen verbeteren. De bewering van sommigen dat de lonen verlaagd moeten worden, is dan ook onzinnig en contraproductief. De productiviteit staat centraal in het debat over de industriesector, meer dan het loonniveau. Om de industrie te kunnen ondersteunen, moeten wij ons beter wapenen tegen sociale dumping en milieudumping en moeten wij ons meer richten op innovatie en opleiding. Wat innovatie betreft, heeft de Europese Unie belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang (IPCEI) opgezet om de innovatie in strategische industriële gebieden aan te moedigen, bijvoorbeeld in de batterijsector. België neemt daar actief aan deel. Wat sociale dumping en milieudumping betreft, hebben wij tijdens het Belgisch voorzitterschap de zeer belangrijke richtlijn inzake maatschappelijk verantwoord ondernemen erdoor kunnen drukken. Dat zal helpen om dumping te verminderen door bedrijven verantwoordelijk te maken voor hun toeleveranciersketen. Tot slot, wat opleiding betreft, hebben wij in België het recht op opleiding voor alle werknemers ingevoerd, ook al wordt dat nu ernstig bedreigd door de toekomstige arizonameerderheid, met de steun van verschillende partijen. Mijnheer de minister, een regering in lopende zaken of een gebrek aan EU-maatregelen is geen excuus om nu geen maatregelen te nemen om de economie aan te zwengelen. De enige manier om de industrie te doen groeien en dus de werkgelegenheid te ondersteunen is volgens ons het inzetten op het vertrouwen en het faciliteren van het ondernemerschap, met minder regels, meer productiviteitsondersteunende maatregelen en minder fiscale druk op bedrijven en burgers. Aangezien dat niet blijkt te lukken binnen het keurslijf van het onbestuurbare België, moeten de deelstaten zelf het heft in handen kunnen nemen. Mijnheer Moons, ik feliciteer u met uw maidenspeech. (Applaus) De moeilijke arbeidsomstandigheden in de non-profitsector De betoging van de non-profitsector De betoging van de non-profitsector De betoging van de non-profitsector De actie van het zorgpersoneel Monsieur le président, chers collègues, monsieur le ministre, aujourd'hui, des milliers de travailleurs du secteur non marchand manifestaient pour dénoncer à nouveau des conditions de travail devenues intenables, et une pénurie de personnel qui n'en finit pas de s'aggraver. Des infirmières, des travailleurs sociaux, des profs, des éducateurs, des animateurs et bien d'autres professions essentielles lancent à nouveau un cri d'alarme. Leur message est clair: la précarité, les pénuries et la surcharge de travail empêchent l'exercice de leur profession et décourage les nouvelles recrues, ce qui rend impossible la continuité de ces métiers, pourtant essentiels. Dans le secteur infirmier, je citerai un nouveau chiffre: un quart des professionnels a déjà envisagé d'abandonner ce poste. C'est un signal qui doit nous alarmer. Ces métiers constituent pourtant le fondement d'une société humaine; ce sont eux qui prennent soin de nous quand nous sommes fragiles, et qui nous accompagnent dès la naissance jusqu'au plus grand âge. Lorsque ces métiers s'arrêtent, c'est le moment où on se rend compte de leur présence à nos côtés. Ce sont les écoles qui raquent, ce sont les crèches qui ferment, ce sont les maisons de repos et les hôpitaux qui ne savent plus fonctionner. Et pourtant, certains n'ont rien trouvé de mieux à faire que réaliser des coupes dans ces secteurs, au niveau des entités fédérées. C'est également ce qui est apparemment envisagé au niveau du fédéral. Ces politiques d'austérité menacent grandement ce secteur déjà sous tension. Ce dont nous avons besoin, ce sont des choix politiques qui placent l'humain et l'environnement au cœur des décisions, avec des financements à la clé, qui permettent de répondre aux besoins actuels et futurs de notre société. Par contre, ce dont nous n'avons pas besoin, monsieur le ministre, c'est de flexibilisation et de flexi-jobs alors que certains n'ont que ces mots à la bouche pour répondre aux pénuries. Ces travailleurs méritent de la stabilité, de la reconnaissance et de bonnes conditions (…) Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, onder andere de zorgsector komt vandaag op straat om grote zorgen met ons te delen. Er zijn 124.000 extra mensen nodig tegen 2040 om ons huidige systeem draaiende te houden. Men vraagt zich af of men die mensen zal vinden, wat er zal gebeuren met de werkdruk als men die mensen niet vindt en of wij die mensen überhaupt kunnen betalen. Mijn antwoord daarop is ja. Ik las vandaag in de krant dat wij voor één heel specifiek onderzoek alleen al 4 miljoen euro per jaar te veel betalen, een derde meer dan in de buurlanden. Het is een kost die jaarlijks explodeert. Die cijfers van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) tonen aan dat er nog vet op de soep zit in de gezondheidszorg. Mijnheer de minister, wat zult u ondernemen om die overconsumptie in de gezondheidszorg aan te pakken en dat geld te besteden aan al die handen aan het bed, om ervoor te zorgen dat zij gesteund worden, dat hun werkdruk niet stijgt en dat hun loon gegarandeerd blijft in de toekomst? Monsieur le président, monsieur le ministre, plus de 10 000 personnes ont manifesté aujourd'hui dans la rue pour le secteur non marchand. J’interviens particulièrement pour le personnel soignant, parce que je sais combien l’efficacité du personnel soignant est importante pour une société plus juste et plus solidaire. Je pense qu’un certain nombre de réformes doivent être menées pour lutter contre la pénurie de ce personnel. Il n’y a pas de médecine sans médecins. Il n’y a pas de santé sans soins, et il n’y a pas de soins sans soignants. C’est donc tout à fait essentiel pour nous. Certains voudraient faire croire que la pénurie de personnel soignant serait le résultat d’une politique qui sera menée dans les années futures. C’est évidemment absurde. C’est le résultat de ce qui a été effectivement fait au cours des dernières années. Il faut en assumer la responsabilité. Monsieur le ministre, comment pouvez-vous rassurer ce personnel aujourd'hui? Quel est l’état des lieux des réformes en cours pour lutter contre cette pénurie? On sait qu’aujourd'hui, sur 223 000 infirmiers diplômés, seulement 60 % travaillent dans le secteur des soins. Il y a donc manifestement un problème d’attractivité, qui est très fort aujourd'hui et qui mérite une réforme des conditions de travail dans les hôpitaux, dans les maisons de repos. Il faut notamment évaluer les nouveaux barèmes IFIC (Institut de classification de fonctions), qui n’ont pas été un grand succès. Il faut lutter contre la charge administrative, la bureaucratie excessive qui rebute beaucoup de membres du personnel infirmier notamment. Monsieur le ministre, quelles mesures comptez-vous prendre? Quelles mesures sont-elles engagées pour lutter contre cette pénurie délétère pour le bien-être de nos patients dans ce pays? Monsieur le ministre, ce matin, j'étais dans le train vers la manifestation du secteur non marchand, avec des aides à domicile, des éducateurs, des enseignants, des artistes, mais également des soignants. J'ai discuté avec Valérie, qui est infirmière depuis plus de 30 ans. Elle m'a raconté que, lundi dernier, alors qu'elle faisait le shift du matin avec ses collègues de nuit, l'infirmière qui devait travailler au service de gériatrie était malade. L'hôpital avait donc fait appel à une intérimaire, qui a découvert le service et ses patients, tout en étant épaulée par des aides-soignantes volantes, faisant des allers-retours entre les services. La nuit a été longue, mais chacune a fait de son mieux pour transmettre un rapport correct sur la vingtaine de patients à Valérie et ses collègues prenant le relais. La journée commence, mais il manque à nouveau un collègue et il faut faire avec pour la tournée des patients, la prise de paramètres, la distribution des médicaments, les soins, les repas. Pendant tout son service, Valérie ne soufflera pas une minute, avec ce sentiment de ne jamais faire assez bien les choses et de ne jamais être assez présente au chevet des patients. C'est comme cela depuis des mois et des mois. C'est pour cette raison que Valérie a été manifester, pour elle, pour ses jeunes collègues qui sont nombreux à quitter le métier et pour les patients. Soyons clair, si rien n'est fait, la qualité des soins va continuer à se dégrader et la pénurie va s'intensifier. Monsieur le ministre, le secteur réclame aujourd'hui ce qu'il réclamait déjà avant la pandémie de covid, avant les applaudissements aux fenêtres. Ils sont évidemment conscients des investissements qui ont été décidés ces dernières années avec le Fonds blouses blanches, la revalorisation des salaires, les efforts pour la formation, mais ce n'est toujours pas assez. Et, malgré cela, des économies dans les soins de santé seraient négociées. Monsieur le ministre, qu'est-ce qui attend toutes ces femmes et tous ces hommes qui se donnent corps et âme pour prendre soin des autres? Monsieur le ministre, je ne sais pas ce que vous avez fait ce matin. De mon côté, j'étais dans les rues de Bruxelles. Ce n'était sans doute pas le cas de M. Bacquelaine puisque les manifestants des soins de santé et du non-marchand n'étaient pas 10 000 ou 20 000 mais bien plus de 30 000! Cela faisait chaud au cœur de voir une telle représentation. Monsieur le ministre, ces manifestants se demandent quand vous allez les écouter. En écoutant leurs récits, nous nous rendons compte que leurs problèmes sont récurrents: la charge de travail toujours plus grande, l'impression de ne pas pouvoir exercer son métier comme il le faut. Ils ont choisi leur profession pour avoir un travail humain, pour être auprès de leurs patients et leur consacrer du temps mais au final, ils ne font que courir, en ayant l'impression de travailler dans une usine. Les plans qui sont aujourd'hui sur la table les inquiètent très fortement. On se dit qu'une infirmière qui travaille lourdement, avec des horaires irréguliers, devrait être récompensée. Or on parle d'une suppression des primes de nuit, ce qui signifie 300 euros par mois en moins. On se dit aussi que toutes ces femmes qui travaillent dans le non-marchand, notamment dans les crèches, et qui veulent prendre leur pension à un certain âge devraient avoir une pension digne. Or il faut une carrière de 35 années de travail pour partir à la pension, sous peine de perdre des centaines d'euros. C'est tout simplement scandaleux! Monsieur le ministre en affaires courantes, négociateur d'un futur gouvernement, allez-vous écouter le personnel soignant? Les avez-vous reçus et allez-vous répondre à l'urgence de leurs demandes? Mijnheer de minister, heel wat vragen zijn gesteld, daarom krijgt u vijf minuten spreektijd om de vraagstellers van antwoord te dienen. Mijnheer de voorzitter, geachte leden, de betoging die vandaag heeft plaatsgevonden, is een zeer belangrijk signaal. We hebben de voorbije jaren al ingezet op betere lonen en betere arbeidsvoorwaarden. Mensen die vandaag beginnen te werken in de zorgsector, hebben gelukkig duidelijk een beter loon dan mensen die enkele jaren geleden begonnen in de zorg. Wij hebben met het Zorgpersoneelfonds ook volop geïnvesteerd in betere tewerkstellingsmogelijkheden en meer ondersteuning van verpleegkundigen. Het resultaat is dat op federaal niveau in de zorg 5.000 voltijds equivalenten meer aan de slag zijn. Er is ingezet op mooie opleidingsprojecten die ook succes hebben. Over de arbeidsomstandigheden is eveneens met succes onderhandeld. Verbeteringen vonden plaats inzake vakantieregelingen en individuele vorming. De arbeidsovereenkomsten zijn stabieler geworden en omvatten vaker contractuele uren of recht op voltijds werk voor wie dat wenst. De uurroosters zijn meer voorspelbaar en er zijn betere regelingen voor klein verlet. Hoort u mij nu zeggen dat dit voldoende is? Neen, de strijd gaat voort. We hebben gevochten voor verbeteringen en die hebben we in de voorbije jaren ook gerealiseerd, maar als het van mij afhangt zal de volgende regering hoe dan ook, zelfs als de marges zeer beperkt zijn, zelfs als wij door een periode moeten gaan waarin de begroting op orde gezet moet worden, moeten zoeken naar middelen om te investeren in ons zorgpersoneel. Dat betekent inderdaad dat we niet alleen moeten investeren in gezondheidszorg, maar ook dat we moeten durven hervormen. Collega van Open Vld, u hebt gelijk als u zegt dat de individuele prestatiegeneeskunde tot excessen leidt. Het financieringssysteem moet dus veranderen. Mevrouw Merckx, u vroeg mij waar ik deze morgen was. Ik zat niet hoog in mijn bureau, maar wel eerst in Leuven en daarna in Éghezée, voor een uitvoerige gespreksronde met alle ziekenhuisdirecties van dit land. Ik heb daar ook gezegd dat ik meer wil investeren in de ziekenhuizen, maar in het financieringsmodel van de ziekenhuizen moeten we weg van het prestatiemodel en moeten we streven naar meer doelmatigheid en verantwoordelijkheid. Ik heb ook opgeroepen om samen na te denken over een herorganisatie van de ziekenhuizen, met als belangrijkste criterium dat wij het zorgpersoneel beter zouden kunnen inzetten, aangezien we inderdaad grote tekorten hebben. Daarmee heb ik meteen even gemeld waar ik deze ochtend mee bezig was. Kortom, dit betekent inderdaad investeringen en hervormingen, ook in het beroep. C'est ce que nous avons fait. Vous savez que nous avons notamment mené une vaste réforme de la profession d'infirmière afin de la rendre plus attrayante. Nous avons créé de larges possibilités d'entrée dans la profession à différents niveaux; nous avons créé des possibilités de progression au cours de la carrière, des possibilités de coopération plus intéressantes en valorisant tous les talents et toutes les compétences. Je crois que c'est dans cette direction qu'il faut poursuivre. Je crois qu'il faut également réfléchir aux besoins réels. À cette fin, la Commission de planification travaille activement à des scénarios alternatifs qui tiennent mieux compte des besoins et des aspirations des infirmiers et infirmi è res ainsi que de tout le personnel soignant pour mieux saisir ce qui sera vraiment nécessaire à l'avenir. Ik meen dus dat wij inderdaad verder moeten investeren in het zorgpersoneel, maar dat wij tegelijkertijd moeten hervormen. Het gaat om betere lonen, om betere arbeidsvoorwaarden, om meer mensen aan de slag in de ziekenhuizen. Maar het gaat er ook om dat het talent van eenieder die kiest voor de zorg maximaal wordt gevaloriseerd, dat verpleegkundigen worden ingezet waarvoor ze opgeleid zijn, dat zij ontlast worden van taken die ook anderen kunnen doen, dat verpleegkundigen mogelijkheden krijgen die vandaag enkel zijn voorbehouden voor artsen, mogelijkheden waarvoor zij nochtans ook zinvol kunnen optreden. Die soort hervorming is nodig. Die weg zijn wij ingeslagen, en die weg moeten wij verder inslaan. Geachte leden, ik meen dat deze betoging een belangrijk signaal was voor eenieder die verantwoordelijkheid opneemt in dit land. Ook in tijden waarin de marges uiterst beperkt zullen zijn, waarin het budgettair moeilijk zal zijn, moeten wij middelen vinden om het zorgpersoneel te steunen. Wij moeten investeren, maar wij moeten ook hervormen. Dat is de boodschap. Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses. Bien sûr, des choses positives ont été faites ces dernières années. Soyons de bon compte, ce matin, les manifestants tiraient la sonnette d'alarme par rapport à certaines mesures qui viennent d'être annoncées au niveau des entités fédérées mais aussi par rapport à certaines fuites des négociations au niveau fédéral qui sont extrêmement alarmantes. Admettons également que certaines réformes n'ont pas porté les fruits escomptés. Par exemple, la réforme de l'IFIC est une catastrophe. Si vous allez dans les hôpitaux, les infirmières vous diront que cela crée une véritable fuite des cerveaux et des études d'infirmière. Pour conclure, chers collègues, saquer dans le non-marchand est un très mauvais calcul. Cela signifie que vous saquez dans votre propre capacité à avoir des soins pour vous-même, votre famille et votre entourage lorsque vous en aurez besoin et lorsque vous vieillirez. Vous saquez dans la capacité de vos enfants et de votre entourage à avoir une place en crèche, à avoir des garde-malades, à avoir accès à un secteur culturel enrichissant. (…) Mijnheer de minister, u zegt terecht investeren en hervormen, want het geld groeit inderdaad niet aan de bomen. Men kan mensen niet oneindig belasten. We moeten sober omgaan met de middelen die er zijn. U noemt dat doelmatig en verantwoordelijk. Eigenlijk zeggen we hetzelfde. We moeten ervoor zorgen dat het budget onder controle blijft, dat we de excessen eruit halen, dat we de overconsumptie eruit halen. We moeten niet besparen om te besparen, maar wel om ervoor te zorgen dat we die handen aan het bed valoriseren, dat we die mensen erkennen in hun werk. We moeten ervoor zorgen dat we daar de werkdruk onder controle kunnen houden. Dat is de uitdaging die we in de komende jaren samen zullen moeten aangaan. Monsieur le ministre, la pénurie du personnel soignant n'est pas seulement un problème budgétaire. La vice-présidente des Mutualités chrétiennes indiquait justement ce matin dans la presse que des budgets étaient sous-utilisés et que des économies étaient faites parce qu'on ne trouvait pas de personnel à engager dans certains hôpitaux et maisons de repos. Le problème porte sur le caractère attrayant de la profession. Donc, la réforme du paysage hospitalier est quelque chose d'essentiel, de même que celle du barème IFIC, comme cela été dit. Je partage cet avis. Il s'agit aussi de gratifier davantage le temps passé avec les patients. C'est extrêmement important, parce que cela permet également des économies. En effet, plus on valorise l'acte intellectuel, moins d'actes techniques sont accomplis dans ce pays. Par conséquent, je prône pour toute une série de réformes et, notamment, une proposition que je défends relativement à la pénibilité du métier d'infirmière, mais qui n'a malheureusement pas été reprise par le gouvernement Vivaldi. Monsieur le ministre, comme vous l'avez dit, la santé ne peut pas être une variable d'ajustement. Désinvestir dans les soins se paie cher et avec intérêts: des travailleurs de moins en moins nombreux, une pression croissante sur ceux qui restent, des professions qui n'attirent plus et des soins dégradés. Il faut pouvoir dire "stop"! Il faut rassurer le secteur, notamment en adoptant le budget 2025, qui est toujours bloqué par les libéraux. Il faut revaloriser le métier des soins, améliorer les conditions de travail des soignants, leur permettre de mieux concilier leur travail et leur vie privée, donner l'envie aux jeunes de s'engager dans la profession, donner du temps et des bras au secteur des soins. Dans la rue, aujourd'hui, aux côtés des soignants défile tout le non-marchand. Je pense aux aides à domicile, aux puéricultrices, aux enseignants, mais aussi aux acteurs de la culture. Ces travailleurs sont le ciment de notre solidarité et le pilier de notre bien-être collectif. Il faut les entendre et pouvoir leur apporter des réponses concrètes. Je vous remercie. Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, u bent vanochtend met directeurs van ziekenhuizen gaan praten. Misschien was u beter naar Brussel gekomen om in de straten te spreken met die 10.000, 20.000, 30.000 mensen die dagelijks aan het bed bij de patiënten en bij de ouderen werken en die de realiteit kennen. U zegt dat u van alles hebt gedaan waardoor alles beter is. Neen, mijnheer de minister, de situatie is vandaag niet beter in de zorgsector. Er werd geïnvesteerd maar er moeten veel meer middelen worden vrijgemaakt. U brengt ook een beetje een dubbel discours. U spreekt over besparen én investeren. Wat gaat u doen? Zult u besparen of zult u investeren in de zorg? De mensen in de zorgsector zien wat aangekondigd wordt. Er is sprake van 300 euro minder per maand voor een verpleegster, omdat ze niet meer goed betaald zal worden voor nachtwerk. Er zou een lager pensioen zijn voor de mensen in de zorgsector die geen volledige carrière hebben opgebouwd (…). De strijd tegen hiv De strijd tegen hiv Mijnheer de minister, voor het derde jaar op rij stijgt het aantal nieuwe hiv-besmettingen en in 2023 moesten 665 patiënten horen dat ze met hiv besmet zijn. Dat zijn er 13 per week, 13 % meer dan het jaar ervoor. Dan kunnen we ons vragen stellen bij ons beleid, want een hiv-besmetting is niet niets. Die zet een leven immers on hold en zorgt ervoor dat men heel veel taboes moet doorbreken en levenslang medicatie moet nemen. We hebben een lange weg afgelegd en we hebben goede medicatie die de patiënten in leven houdt, maar we kunnen hiv niet genezen. Wat zegt Sciensano in zijn rapport? Dat we nieuwe hiv-besmettingen moeten proberen te voorkomen. Ik ben ervan overtuigd dat u dat weet. Wat kunnen we daarvoor doen? We kunnen beter sensibiliseren, want de groepen die op dit moment worden getroffen zijn divers. We kunnen sensibiliseren om meer condooms te gebruiken en informeren over hoe een dergelijke seksueel overdraagbare aandoening wordt doorgegeven. Ook sneller testen is heel belangrijk, een vroege diagnose is er op vandaag nog niet. We kunnen ook zorgen voor een betere toegankelijkheid tot medicatie. Er bestaat medicatie die men profylactisch kan nemen en die terugbetaald wordt wanneer een hiv-centrum daarvoor een terugbetalingsattest verstrekt. Volgens Sciensano is die medicatie echter niet toegankelijk genoeg. Die zouden we breder aan onze patiënten moeten kunnen aanleveren. Onze patiënten zouden de weg naar de terugbetaling gemakkelijker moeten vinden. Er is een objectieve en snelle weg voor terugbetaling en dat is via de huisarts. Bent u bereid om ervoor te zorgen dat meer patiënten een eerste voorschrift voor PrEP kunnen krijgen via de huisarts? Mijnheer de minister, mijn collega heeft reeds de cijfers geciteerd. Vorig jaar kregen 665 personen het verdict van hiv, wat neerkomt op maar liefst twee personen per dag. Dat is enorm, het is een stijging van 13 % en we zien dat die stijging zich de laatste drie jaar voortzet. Ook al is hiv niet langer een doodvonnis, het stigma blijft en de gevolgen zijn enorm. Het wordt een chronische ziekte en preventie blijft het codewoord. We horen dat er een preventiepil PrEP is, sinds 2017 terugbetaald, die al door bijna 9.000 personen wordt gebruikt. Dat is zeer goed. Enerzijds stellen we vast dat er een condoommoeheid heerst, anderzijds blijkt dat de PrEP-pil te weinig toegankelijk is, zeker voor kwetsbare personen door praktische drempels. Het is ook een taboe, want men moet zich begeven naar een hiv-referentiecentrum. Zeker voor kwetsbare personen is dat een hoge drempel. Bovendien stellen we vast, dat lazen we ook al de vorige jaren, dat er regelmatig wachtlijsten zijn voor die hiv-referentiecentra. Wat cd&v vraagt is heel gewoon: maak zorg nabij. Zorg dat het stigma wordt doorbroken. Daarom vinden we heel concreet dat de preventiepil PrEP moet kunnen worden voorgeschreven door de huisarts. Dit werd concreet al enkele keren gevraagd door collega Nawal Farih. Ook dit jaar werd een resolutie aangenomen, voorgesteld door cd&v en unaniem goedgekeurd in de Senaat, waarin dit ook heel concreet werd gevraagd en ondersteund door uw partij. Mijn vraag is heel concreet. U kondigde op een bepaald moment aan dat soepele voorwaarden nodig zijn voor het voorschrijfgedrag, maak hier alstublieft werk van en zorg ervoor dat PrEP kan worden voorgeschreven door de huisarts. Hoe kan men er anders voor zorgen dat minder mensen met hiv besmet worden? Mevrouw Depoorter, mevrouw Van Hoof, we hebben een aantal jaren een duidelijke daling gezien van het aantal hiv-infecties. Helaas is wat we de voorbije jaren zien niet goed, het aantal infecties stijgt opnieuw. We moeten dus absoluut opnieuw aanknopen met een actie die het mogelijk maakt dat de infecties dalen. We zien immers dat enerzijds het gebruik van PrEP aanzienlijk toeneemt, terwijl anderzijds andere soa’s, zoals gonorroe, toenemen. Daarover moeten we wel even nadenken. Gezondheidsexperts stellen dat PrEP op dit ogenblik een succesverhaal is. Er zijn echter een paar andere problemen die zich steeds duidelijker manifesteren, zoals het dalende condoomgebruik. Daarop moeten wij dus inzetten. Wij hebben samen met de deelstaten een nationaal hiv-plan uitgewerkt, dat tot 2026 loopt. Het gaat uit van de vaststelling dat elke besmetting er één te veel is. We hebben op federaal niveau een miljoen euro extra uitgetrokken voor dat plan, boven op het bedrag van 13 à 14 miljoen euro dat het RIZIV daarvoor al inschrijft. Het plan is twee jaar geleden helemaal op punt gesteld samen met alle betrokkenen, ook de patiënten. We hebben dat gedaan samen met de collega’s van de deelstaten, zoals mevrouw Crevits in Vlaanderen. Met een hele batterij acties zetten wij in op preventie, op testen, op goede zorg en op levenskwaliteit. Dat gaat van het blijvend sensibiliseren inzake seksuele gezondheid tot zelfs het systematisch contacteren en opnieuw oproepen van patiënten die niet voor hun follow-up opdagen. PrEP is heel belangrijk als preventieve hiv-behandeling. PrEP wordt ook terugbetaald. De versoepelingen die zijn gevraagd, zijn ondertussen gerealiseerd, ze zijn er. Voor een intake gaat een patiënt naar een hiv-referentiecentrum. Dat is logisch, daar zit de expertise. Daarna kan die patiënt bij de huisarts terecht voor de hele opvolging. We hebben die versoepeling mogelijk gemaakt. Dat was daarvoor niet mogelijk, men moest altijd terug naar de specialist in het referentiecentrum. Die versoepeling is een groot succes, want het gebruik van PrEP neemt aanzienlijk toe. Het volgende probleem, waarop mevrouw Van Hoof heeft gewezen, is het feit dat er bijzonder kwetsbare mensen zijn die zelfs niet verzekerd zijn. Ook daar kan ik u zeggen dat we eindelijk een oplossing hebben, want zeer recent heeft het Verzekeringscomité beslist om de medische en sociale centra voor sekswerkers een extra opdracht te geven, namelijk: PrEP ook toedienen aan mensen die niet verzekerd zijn. Dat is buitengewoon belangrijk. Daarmee is een laatste duidelijk drempel van financiële toegankelijkheid weggewerkt. Ik geloof dat de duidelijk stijgende cijfers van het gebruik van PrEP verder in die richting zullen evolueren. Laten we het debat dus niet te veel toespitsten op PrEP. Dat is op zichzelf een succesverhaal, maar het volstaat absoluut niet. We moeten inzetten op seksuele en relationele vorming en op het gebruik van voorbehoedsmiddelen, want hiv is een ziekte die men kan vermijden, zoals u zegt, maar als men ze heeft, is het een levenslang probleem. Scholen, organisaties op het terrein, maar ook socialemediakanalen, moeten dus volop op sensibilisering blijven inzetten. We hebben ter zake een goede samenwerking met de collega's in de deelstaten, die op het vlak van de sensibilisering hun rol spelen. Ik zal dat verder opvolgen en bespreken met de collega's in de deelstaten. In die zin zijn de cijfers die vandaag gepubliceerd zijn een belangrijk signaal en een wake-upcall. Mijnheer de minister, we hebben een plan nodig, maar u gaat in uw antwoord uw verantwoordelijkheid uit de weg. Als minister van Volksgezondheid bent u bevoegd voor de terugbetaling van het medicijn PrEP, dat een hiv-besmetting kan voorkomen. Zoals u hebt gezegd, moet een patiënt zich nu naar een hiv-centrum begeven. Dat is echter een drempel. Dat eerste contact, dat doorbreken van het taboe, nemelijk zeggen dat men tot een risicogroep behoort, willen die patiënten met hun huisarts bespreken. Als u kijkt naar het aantal hiv-diagnoses, ziet u dat de helft door de huisarts wordt gesteld. Geloof dus in de huisarts, geef hem vertrouwen en geef uw patiënten de zorg die ze nodig hebben, dicht bij huis. Mijnheer de minister, collega's, het hiv-actieplan is inderdaad heel belangrijk: we moeten opsporen, testen en behandelen. Preventie is echter het codewoord. PrEP speelt daarin een heel belangrijke rol. Er zijn inderdaad zaken versoepeld, maar de drempel blijft bestaan. Ik zie een jongere nog niet gemakkelijk naar een hiv-referentiecentrum gaan. De huisarts moet dus PrEP kunnen voorschrijven. Ik begrijp niet waarom dat niet mogelijk kan worden gemaakt. Het is het eerste middel dat men moet gebruiken ter preventie. De huisarts is daartoe de beste manier, zeker nu men vaststelt dat hiv-besmettingen zich niet beperken tot de homogemeenschap. Het is veel diverser geworden, er zijn nieuwe besmettingen in alle leeftijdscategorieën en ook de heterogemeenschap wordt ermee geconfronteerd. We moeten vanaf nu een dam oprichten. Op 1 december is het Wereldaidsdag. We moeten dat lintje met trots kunnen dragen. Zorg er dus voor dat ook de huisarts PrEP kan voorschrijven. De vergoeding voor verpleegkundige stages Mijnheer de minister, verpleegkundigen hebben een heel dienstbaar beroep. Zij zetten zich in voor de samenleving door hun zorgende bijdrage. We staan echter voor enorm grote uitdagingen. Tegen 2040 hebben we maar liefst 124.000 extra zorgkundigen nodig. Dat is een gigantisch aantal, maar zoveel zijn er effectief nodig om dezelfde zorg als vandaag te kunnen aanbieden. In dat verband wordt er wel vaker gesproken over maatregelen ter bevordering van de aantrekkelijkheid van het beroep. In de eerste plaats moeten we echter studenten mobiliseren om in het beroep van verpleegkundige in te stappen. Vandaag draaien studenten in hun vierde jaar verpleegkunde, die maar liefst 800 uren stage lopen, op voor de gemaakte onkosten. Dat kan voor cd&v niet. Het kan voor ons niet dat stagiairs die 800 uren meedraaien in een zorginstelling zelf voor hun werktenue moeten zorgen. Het kan voor ons niet dat stagiairs die meedraaien in een zorginstelling maar liefst 20 tot 30 euro verplaatsingskosten hebben om daar te geraken. Voor cd&v is het heel belangrijk dat er een sterk statuut komt voor verpleegkundigen in opleiding. Dat wil zeggen dat wij moeten zorgen voor een onkostenvergoeding wanneer zij stage lopen. Daarnaast vinden wij als partij dat de 800 uren stage, waarmee studenten niet alleen bijleren maar ook bijdragen, moeten worden meegeteld bij de opbouw van hun anciënniteit zodra ze in de zorgsector instappen. Mijnheer de minister, hoe kijkt u naar de kwestie? Hoe zult u ervoor zorgen dat niet enkel het beroep aantrekkelijk is, maar ook de opleiding en de stage? Mevrouw Farih, we hebben samen met de mensen op het terrein een toekomstagenda over het werken in de zorg opgesteld. Dat is een grote oefening waarmee we een volgende ronde van sociaal overleg voor het zorgpersoneel willen voorbereiden, want daar moet opnieuw in geïnvesteerd worden. Uit die toekomstagenda blijkt overduidelijk het belang van goede stages, met een goede begeleiding tijdens de stage en goede werkomstandigheden. Dat is onontbeerlijk. Dat is een uitermate belangrijke verantwoordelijkheid van de onderwijssector en van de verantwoordelijken van de werkplekken. De Vlaamse overheid voorziet naar aanleiding van de verlenging van de opleiding van drie naar vier jaar al enkele jaren inderdaad in een onkostenvergoeding voor de stagiairs in het vierde jaar verpleegkunde. Het debat over de verbetering daarvan moet worden gevoerd in het Vlaams Parlement, dat bevoegd is voor de opleiding. De Vlaamse regering heeft wel gevraagd of we zouden kunnen onderzoeken of een statuut van verpleegkundige in opleiding, ter verankering van wat zij met die vergoeding doet, iets zou bijdragen aan onze wetgeving. We hebben dat onderzocht en het heeft geen meerwaarde om in onze wetgeving op zorgberoepen nog eens een statuut bij te schrijven. Het debat over de onkostenvergoeding moet mijns inziens dus in het Vlaams Parlement worden gevoerd. Ik wil beklemtonen dat de kwestie belangrijk is en dat we zeer veel hebben geïnvesteerd in de zorg en in de verpleegkunde. Ik noem de verbetering van de carrièremogelijkheden die we voor de bachelors tot stand brengen, wat ook de echte valorisatie is die nodig was voor de studenten waarvan de studie van drie naar vier jaar werd verlengd. Daar lag en ligt nog altijd een zeer groot deel van onze verantwoordelijkheid hier, maar ik denk dat u die mening deelt. Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord. U hebt verschillende facetten van de uitdagingen die voor ons liggen geschetst. Ik vind het wat jammer dat u verwijst naar de Vlaamse regering, het is u immers niet onbekend dat heel wat interfederale discussies nog niet uitgeklaard zijn. Wij denken met cd&v wel dat een statuut de verpleegkundigen in opleiding kan versterken. Toen er een groot gat dreigde omdat er geen zekerheid kon worden geboden aan verpleegkundigen in opleiding en we dus voor een enorme uitdaging stonden, koos cd&v in Vlaanderen ervoor om 1.000 euro voor elke student uit te trekken. Maar liefst 3.800 studenten hebben daarvan kunnen profiteren. Het is schitterend dat u dat toejuicht, maar in uw antwoord had ik dan wel willen horen dat u uw Vlaamse collega-minister, mevrouw Gennez, over de kwestie zou aanspreken. De verlenging van het mandaat van de CEO van Proximus ondanks de slechte beursresultaten Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, u bent minister van Overheidsbedrijven, beursgenoteerde overheidsbedrijven. Wij hebben niet zoveel dergelijke overheidsbedrijven, het zijn er twee, namelijk Proximus en bpost. Wij weten allemaal hoe fantastisch bpost het gedaan heeft, hoe de beurskoers opgeveerd is en hoe de contracten werden onderhandeld. Laten wij dan kijken naar Proximus. Telecom is een mooie branche, een mooie sector, maar wel een heel andere sector. Vijf jaar geleden, bij het begin van de vorige legislatuur, bedroeg de beurswaarde van Proximus 9,3 miljard euro. Vandaag bedraagt die 2,2 miljard euro. 7 miljard euro ging in rook op. De beurskoers is gedaald met meer dan 75 %. Laten wij eens kijken naar onze buurlanden. KPN in Nederland heeft +30 % verwezenlijkt in vijf jaar. Deutsche Telekom in Duitsland heeft +80 % gerealiseerd. Dat verschil is enorm. U zult nu zeggen dat u geen CEO bent maar minister. Dan nog, u controleert de raad van bestuur. U kunt de CEO toch wel een aantal belangrijke vragen stellen. U hebt de voorbije zomer, in juni of juli, het mandaat van de heer Guillaume Boutin, de CEO van Proximus, dat nog een jaar liep, stiekem, in lopende zaken laten verlengen met zes jaar. In plaats van die man onder druk te zetten en te zeggen dat hij iets moet doen aan de beurskoers van het bedrijf, geeft u hem nog eens zes jaar carte blanche. Leg dat eens uit. Het bedrijf Proximus is van ons allemaal, het gaat om ons geld, en dat gaat nu de dieperik in. U staat erbij, u kijkt ernaar en geeft nog een duwtje. Leg dat eens uit. Mijnheer Freilich, u stelt een zeer actuele vraag, want op 25 juli werd inderdaad het mandaat van de heer Guillaume Boutin als CEO van Proximus door de voltallige raad van bestuur verlengd op aanbeveling van het benoemingscomité. U kent de procedure, u weet hoe dat gaat en wie welk mandaat heeft. De motivatie om dat te doen, is in de eerste plaats de erkenning van de visie en de excellente uitvoering van de strategische transformatie van het bedrijf, wat heeft geleid tot groei, zowel in België als internationaal. U kijkt alleen naar de beurskoers, maar u moet ook naar andere cijfers kijken. Ik zal ze u geven. De raad van bestuur verwijst naar de heel belangrijke opdracht voor de heer Boutin inzake de fameuze uitrol van het mobiele 5G-netwerk en het vaste fibernetwerk waarin heel wat investeringen en versnellingen moesten optreden. De verlenging van het mandaat van de heer Boutin moet ook toelaten om de continuïteit te garanderen met een focus op de uitvoering van de strategie. Het klopt – ik stel dat natuurlijk ook vast – dat de beurskoers van Proximus al enkele jaren nogal onder druk staat. Dat heeft voor een stuk te maken met de belangrijke investering van 6 miljard euro over meerdere jaren in het glasvezelnetwerk. Op korte termijn heeft dat natuurlijk een impact op de vrije kasstroom en op de uit te keren winsten, maar het is tegelijkertijd ook een langetermijninvestering over meerdere decennia die zowel het bedrijf als de klanten op lange termijn ten goede zal komen. Daarnaast is er nog een andere externe factor die u ook zeer goed kent, namelijk de komst van de vierde operator op de Belgische markt. Toch legt Proximus echt wel sterke operationele en financiële resultaten voor. Ik verwijs bijvoorbeeld naar de aankondiging van de resultaten van het derde kwartaal met een groei van 3 %. Mevrouw de minister, u overtuigt mij niet. Nederland en Duitsland hebben ook een uitrol van 5G en glasvezel en daar doen ze het veel beter. U communiceert graag en vaak via sociale media, onder andere op Twitter, vandaag X. U communiceert over alle problemen van de wereld: dat Trump een slechterik is, dat u het probleem in het Midden-Oosten zult oplossen. Vandaag, godbetert, hebt u het over een resolutie in het Duitse Parlement waarbij u aangeeft hoe het moet stemmen. Over Proximus vind ik op uw sociale media echter helemaal niets terug. Vandaar mijn simpele vraag. U bent minister, u wordt daarvoor betaald. Doe uw job. Focus niet op alle andere problemen in de wereld, focus hier op de welvaart van de Vlaming, van alle Belgen. Zorg ervoor dat de aandelen van Proximus en van bpost kunnen stijgen. Dat is uw job. U wordt ervoor betaald. Do your work! De watersnood in Valencia De overstromingen in Spanje De COP29, de overstromingen in Spanje en de noodzaak van internationale klimaatambities Collega's, naar aanleiding van deze drie vragen, deel ik graag mee dat ik in naam van dit Huis een brief heb geschreven aan de voorzitter van de Cortes teneinde ons medeleven te betuigen. Dat lijkt mij passend, aangezien de gebeurtenissen in Spanje toch zonder meer verschrikkelijk zijn. (Applaus) Mijnheer de voorzitter, ik dank u voor de brief die u hebt gestuurd. Mevrouw de minister, men hoort sommige mensen weleens zeggen dat we tijd genoeg hebben om ons te beschermen tegen de klimaatopwarming. Ze zouden raar opkijken in Valencia als ze dat zouden horen. Meer dan 200 mensen werden weggevaagd door een gigantische waterbom die alleen maar versterkt werd door de klimaatopwarming. Door mensen alleen maar bang te maken zetten we geen stap vooruit. Wat de mensen van ons vragen is dat we hen beschermen. Als we eerlijk zijn, moeten we toegeven dat we vandaag nog te kwetsbaar zijn. Herinner u de overstromingen in Wallonië. Waar we nood aan hebben, is een klimaatbeleid dat durft door te pakken, dat keuzes durft te maken en dat iedereen meeneemt. Een woning kunnen kopen die niet gelegen is in overstromingsgebied zou niet mogen afhangen van de dikte van iemand portefeuille. De Vlaamse regering bewijst met de socialisten dat ze werk wil maken van betaalbare renovaties en een klimaatbeleid wil uitstippelen dat iedereen wil meenemen. Mevrouw de minister, u vertrekt binnenkort naar de klimaattop in Azerbeidzjan. Ik denk dat iedereen in dit halfrond al kan voorspellen wat de algemene boodschap zal zijn die terug zal komen: de tijd is kort en we moeten nu actie ondernemen. Daar draait het om, actie ondernemen. Welke keuzes maakt België? Zijn wij deel van een oplossing of kijken wij weg? Wij menen dat men die uitdagingen heel ernstig moet nemen en er tegelijkertijd voor moet zorgen dat de kosten niet altijd bij dezelfde groep mensen terechtkomen, maar eerlijk verdeeld worden. Mevrouw de minister, met welke boodschap trekt u straks naar de klimaattop in Azerbeidzjan? Madame la ministre, i maginez qu'en une journée, tout ce que vous avez toujours connu et qui vous tient à cœur – votre maison, votre voiture, l'école de vos enfants, le terrain de foot o ù vous jouez tous les jours – soit balayé, détruit, sous eau. C'est précisément, chers collègues, ce qu'a connu la population de la région de Valence. En une seule nuit, il a plu davantage qu'en une année. Deux cents victimes, nonante personnes toujours portées disparues. C'est une catastrophe et je voudrais réitérer l'expression de mon soutien et de notre solidarité aux victimes et à leurs familles. Madame la ministre, d è s les premiers instants du drame, des dizaines de bénévoles sont partis de tout le pays en camionnettes chargées pour prêter main-forte aux sinistrés. Et au moment o ù je vous parle, il y a des jeunes, des travailleurs qui sont sur le terrain, via les Solidarity Dienst notamment. Et c'est ça l'espoir, l'entraide et la solidarité car seul le peuple peut sauver le peuple. Madame la ministre, ce n'est malheureusement pas la première ni la dernière fois mais c'est la réalité de la crise climatique. Ce qui s'est passé il y a quelques jours à 1 700 km de chez nous s'est déj à produit ici en 2021 à Verviers. Et tant en Espagne que chez nous, il est patent que nos gouvernements ne sont pas prêts. Il y a un vrai manque d'investissements pour lutter contre la crise climatique et adapter notre société à toutes ses conséquences. On le voit dans les projets d'austérité du gouvernement et dans les plans du futur gouvernement. Madame la ministre, des investissements massifs sont indispensables pour faire face aux défis climatiques, pour adapter notre société et pour mitiger les effets de tels désastres. Car si la prochaine catastrophe se produit chez nous, nous ne pourrons pas dire que nous ne le savions pas. Madame la ministre, (…) Mevrouw de minister, meer dan 219 doden en nog 93 vermisten, veel woede en wanhoop, ook veel solidariteit en een afwezige overheid. Overal, echt overal, bruine modder die zoveel levens heeft verwoest. De overstromingen in Valencia brengen echo's terug van de waterbom die bij ons en in Duitsland gevallen is en daar 220 levens heeft geëist. De heropbouw is nog altijd bezig. Solidariteit is belangrijk, ook van hieruit tot in Valencia. Wat daar gebeurde, en wat ook hier in de Ardennen gebeurde, maakt echter duidelijk dat de klimaatverandering allesbehalve een ver-van-mijn-bedshow is. Ons Europees continent is een van de kwetsbaarste. Dergelijke rampen zullen zich vaker voordoen en we zullen ons er beter op moeten voorbereiden. Dat is geen groene ideologie, maar keiharde realpolitik. We dienen te handelen naar de omstandigheden. Met de COP die volgende week start, roepen wij dan ook alle hens aan dek. Alle experts vragen om meer klimaatambitie, meer adaptatie én meer investeringen. Al die zaken samen. Het kan dus niet zoals in Valencia, waar de voorzieningen werden afgebouwd, ook niet zoals onder de Zweedse regering, waar minister Jambon de civiele bescherming afbouwde, en ook niet, collega Seuntjens, zoals onder de Vlaamse regering die nu de budgetten voor de aanpak van overstromingen meer dan halveert. Niet zo! De herverkiezing van Trump maakt duidelijk dat Europa het voortouw zal moeten nemen. Mevrouw de minister, daarom vraag ik u heel eenvoudig welke boodschap u volgende week op de COP zult verdedigen. Chers collègues, c'est avec beaucoup d'émotion que je viens à nouveau devant vous commenter un drame humain. Avant de l'évoquer, je voudrais prendre quelques secondes de mon temps pour rendre hommage aux victimes de Valence. La crise climatique n'est, depuis longtemps déjà, plus qu'une seule réalité scientifique. Elle a désormais un visage, un nom. À Valence, comme à Verviers d'ailleurs, c'est celui d'un parent, d'un ami, d'un collègue. Les autorités espagnoles annonçaient tout à l'heure que le nombre de morts s'élevait désormais à 219 et que 93 personnes étaient encore portées disparues. Alors, je voudrais leur dire que leur colère est légitime et que je la partage. Ce qui s'est passé à Valence n'est pas un accident. Ces catastrophes se succèdent mettant en lumière nos faillites, l'imperméabilisation des sols à outrance, le désinvestissement dans des services publics de première ligne, des politiques d'atténuation trop peu ambitieuses, des politiques d'adaptation trop peu investies. Tout cela aurait pu ou plutôt aurait dû être évité. Ces catastrophes qui se suivent, là comme ailleurs, constituent à mes yeux – et je l'assume – des actes criminels causés par un aveuglement politique. Het World Economic Forum identificeert de klimaatcrisis als een van de belangrijkste dreigingen. Ook de Belgische veiligheidsstrategie erkent de risico’s van klimaatverandering en biodiversiteitsverlies. De wetenschappelijke informatie is er. Vele oplossingen zijn er. Het ontbreekt echter aan politiek leiderschap om coherente keuzes te maken, met aandacht voor het rechtvaardige en duurzame karakter van de noodzakelijke transitie naar een duurzame maatschappij. Le drame en Espagne nous rappelle une nouvelle fois l'importance d'une action urgente et coordonnée dans tous les aspects de la politique climatique. L'atténuation, l'adaptation, la gestion des pertes et préjudices font l'objet de nos discussions et engagements internationaux. L'urgence de réduire les émissions au niveau mondial ne s'est pas arrêtée. L'Union a des objectifs ambitieux et les politiques convenues doivent maintenant être mises en œuvre. Chaque dixième de degré compte et, comme vous le savez, malheureusement, notre pays n'a pas fait sa part. Nous devons par ailleurs avancer dans l'adaptation. Un récent rapport spécial de la Cour des comptes européenne met en évidence les lacunes évidentes dans la mise en œuvre des politiques d'adaptation de l'Union et de ses États membres. En la matière, considérant que le dérèglement climatique est un enjeu majeur de sécurité, j'ai officiellement lancé, le 22 avril dernier, le nouveau Centre d'analyse des risques du changement climatique (Cerac) qui identifiera les risques environnementaux et climatiques en temps utile et fera rapport au Conseil national de sécurité (CNS), permettant ainsi d'anticiper au mieux les dangers en la matière. Un plan national d'adaptation cohérent est aussi nécessaire, accordant suffisamment d'attention, précisément à la coordination et à la coopération. L'économiste britannique Nicholas Stern avait déjà calculé en 2006 que les mesures visant à réduire drastiquement les émissions de gaz à effet de serre coûteraient 1 % du PIB tandis que celles visant à adapter la société au changement climatique en coûteraient entre 5 et 20 %. Le choix doit donc être clair! À Valence, les conséquences vont coûter des dizaines de milliards d'euros. Le coût de l'inaction est donc bien plus élevé que l'ambition. Aujourd'hui, comme à chacune de mes interventions faites à ce pupitre depuis quatre ans, je répète que gouverner c'est prévoir et qu'appuyer sur le bouton pause n'est pas une option. Het is duidelijk dat de internationale geopolitieke context niet bevorderlijk is voor globale samenwerking op het vlak van de internationale klimaatambitie. Het afgelopen jaar was reeds merkbaar hoe globale spanningen zoals de opvolging van de covidcrisis of de conflicten in Oekraïne en het Midden-Oosten de internationale klimaatonderhandelingen beïnvloeden. Het wordt moeilijker om akkoorden te vinden en bepaalde landen verliezen hun capaciteit om op te treden als bruggenbouwer en honest broker . De uitslag van de Amerikaanse verkiezingen is hier een bijkomend element. Tijdens zijn vorige termijn heeft president Trump het proces in gang gezet om uit het akkoord van Parijs te stappen en heeft hij de impact van de klimaatcrisis geminimaliseerd. De rol van de EU op internationaal niveau wordt nog belangrijker in die context, alsook die van de actoren in het breed maatschappelijk middenveld in de Verenigde Staten en elders. Dank voor uw antwoord, mevrouw de minister. De afgelopen dagen berichtte men in het nieuws vaak dat deze regering en zeker de volgende regering ons land op financieel vlak moet klaarmaken voor de toekomst. Daarbij mogen we duurzaamheid zeker niet uit het oog verliezen. De Vooruitfractie pleit voor sterke hervormingen waarbij we tezelfdertijd niemand uit het oog verliezen en dat is mogelijk. We kunnen onze mensen bijvoorbeeld beschermen tegen de klimaatopwarming en onze begroting gezonder maken door de nog steeds bestaande miljardensubsidies aan de fossiele sector te beperken. Wij socialisten zullen altijd strijden voor hervormingen gebaseerd op solidariteit. Dat is de strijd die wij elke dag zullen voeren. Madame la ministre, merci pour votre réponse. Vous parlez, s'agissant de la crise de climatique, de nos faillites, de désinvestissement, d'aveuglement politique. Laissez-moi vous rappeler que vous êtes ministre dans un gouvernement qui a réintroduit les règles d'austérité sous la présidence belge de l'Union européenne. C'est un ministre de la Vivaldi, madame, qui a fièrement rebaptisé les normes de Maastricht en normes de Gand. C'est votre gouvernement qui a enfermé une fois de plus notre pays dans des politiques d'économies, et le prochain qui veut imposer l'austérité. Si vous ne prenez pas vos responsabilités, madame la ministre, si vous ne changez pas de politique, c'est la population qui va payer le coût de la crise climatique. Et, ça, le PTB ne l'acceptera jamais. Je félicite le collègue Ribaudo pour sa première question posée dans l'hémicycle. (Applaudissements) Mevrouw de minister, dank u voor uw heldere woorden. Wat er gebeurt in Valencia, wat er gebeurd is bij ons, zijn spiegels die ons voorhouden dat het anders moet en dat het beter moet. We kunnen het ons niet veroorloven te wachten op een volgende ramp, we moeten bijsturen. Dat zal inderdaad geld kosten, maar het gaat om investeringen. De prijs van ontreddering zal altijd vele malen hoger liggen dan de kosten voor preventie. Door te investeren zal men mensenlevens redden, zal men de toekomstige en huidige generaties beschermen tegen erger. De prijs van nietsdoen, van klimaatpauzes en allerlei andere onzin zal vele malen hoger liggen. We zijn het aan alle slachtoffers, aan alle nabestaanden, aan al diegenen die hun bedrijf moeten heropbouwen verplicht om het beter te doen. Het moet mij van het hart dat het door de Vlaamse regering is dat we internationaal met lege handen staan. Er is nog wel wat werk aan de winkel, collega’s. Zeker daar, want de waterbom kost Vlaanderen (…) De gevolgen van de verkiezing van Donald Trump tot president van de Verenigde Staten De herverkiezing van Donald Trump tot president van de Verenigde Staten De politieke gevolgen van de verkiezingen in de Verenigde Staten De verkiezingen in de Verenigde Staten De verkiezing van Donald Trump De Amerikaanse verkiezingen Mevrouw de minister, ik weet niet of u de voorbije dagen veel tijd hebt gehad om u voor te bereiden op de vergadering van vandaag; u hebt dat alleszins gedaan, en met verve, voor een andere vragenronde. Monsieur le président, madame la ministre, le peuple américain a parlé. Il l’a fait clairement, et il a choisi une nouvelle fois d’envoyer à la présidence un personnage autocrate, outrancier et qui a déjà mis en danger les institutions démocratiques. Mais il l’a fait démocratiquement et souverainement, et nous devons en prendre acte. Le message me paraît clair. Le nationalisme et le populisme ne sont pas des parenthèses de l’Histoire. Ce sont des courants structurants. Ceux qui veulent combattre ces courants doivent sortir de leur bulle et en prendre acte, là aussi. Il me semble que cette élection est un séisme pour le monde, et donc pour l’Europe. Cela doit être un réveil pour l’Europe, sur trois plans. D’abord, sur la question de l’industrie et de l’économie. Je rappelle que nous sommes en train de fermer notre avant-dernière industrie automobile. Voulons-nous continuer à être les simples consommateurs d’une mondialisation décidée par les Américains et la Chine, ou voulons-nous une place dans le cockpit? Ensuite, il y a l’énergie. La guerre en Ukraine l’a montré: l’Europe est extrêmement dépendante aux énergies fossiles en général. Nous savons qu’une Europe plus indépendante demain doit absolument reposer sur un pilier renouvelable et un pilier nucléaire. Enfin, il y a la question de la défense. C’est ma principale question, madame la ministre. Un crash test va arriver très vite: c’est la question de l’Ukraine. Nous savons que M. Trump a l’intention de sacrifier l’Ukraine. Nous ne le voyons pas, d’ailleurs, prendre une décision qui pourrait contrarier M. Poutine de manière générale. Allons-nous abandonner l’Ukraine? Nous, les Européen, et nous, la Belgique. Allons-nous abandonner ce peuple qui, depuis deux ans, fait face à l’impérialisme de M. Poutine? Allons-nous suivre le mouvement des Américains qui vont très probablement se retirer? Ou allons-nous, au contraire, profiter de ce moment, en nous disant que nous n’allons pas abandonner les Ukrainiens, que nous allons au contraire rehausser notre investissement et enfin faire en sorte que cet investissement soit à la hauteur de nos mots, car, malheureusement, nous avons beaucoup de grands principes, mais nos moyens, l’aide financière, l’aide militaire à l’Ukraine, ne suffisent pas? Mevrouw de minister, ik wil u in de eerste plaats feliciteren met uw hoorzitting van gisteren. Als Eurocommissaris voor Paraatheid en Crisisbeheer zult u uw handen vol hebben. Dat blijkt ook sinds gisteren. Donald Trump is immers verkozen als Amerikaans president met een zeer sterk mandaat van de Amerikaanse bevolking. Ik weiger echter mee te gaan in de paniekzaaierij. De wereld zal van vandaag op morgen niet ineens vergaan. De Verenigde Staten zijn een belangrijke bondgenoot van België en de Europese Unie. De strategische en economische banden tussen ons land en Amerika zijn sterk. Die zijn er vandaag en die zullen er in de toekomst ook nog steeds zijn. We mogen echter niet naïef zijn. De Verenigde Staten en Trump zullen ons met de neus op een aantal zaken duwen. Een van die zaken is dat wij onvoldoende investeren in onze defensie en in onze veiligheid. Wij zijn freeriders in het NAVO-partnerschap en dat moet stoppen. Trump heeft daarin voor de volle 100 % gelijk. We moeten meer investeren in onze defensie, beter samenwerken met de Europese lidstaten om onze veiligheid te garanderen en we moeten af van het imago dat wij het kleine broertje van de Verenigde Staten zijn. Kortom, ons continent moet volwassen worden en de Europese Unie moet haar verantwoordelijkheid nemen. Mevrouw de minister, hoe ziet u de samenwerking met Amerika de komende jaren en wat is voor u de belangrijkste uitdaging voor de toekomst? Madame la ministre, les électeurs américains l'ont décidé, et de façon incontestable: Donald Trump sera le prochain président des États-Unis. Cela soulève bien des inquiétudes en Europe. Dans le même temps, vous le savez, nous sommes viscéralement attachés à une relation transatlantique constructive, au bénéfice des deux partenaires. Cela ne doit donc pas occulter la nécessité primordiale pour les Européens de développer leur autonomie stratégique. C'est crucial pour constituer une relation équilibrée dans laquelle chacun puisse se respecter et se retrouver. J'aimerais donc vous poser quelques questions sur les perspectives d'avenir de cette relation dans un contexte géopolitique mondial des plus tendus et des plus complexes. Madame la ministre, comment analysez-vous les résultats de cette élection et ses conséquences sur les intérêts de la Belgique aux États-Unis? La Belgique et l'Europe peuvent craindre un impact sérieux sur leur commerce extérieur, et donc sur notre croissance économique. Comment peut-on y faire face? La sécurité européenne, le rôle de l'OTAN, la poursuite de l'aide à l'Ukraine restent des enjeux primordiaux. Comment les Européens vont-ils assumer leurs responsabilités et rester des acteurs respectés en la matière? On connaît la proximité politique entre Donald Trump et le premier ministre israélien Benjamin Netanyahu. Comment le message européen peut-il rester audible et crédible afin de parvenir à une paix régionale et à une solution à deux États? Enfin, madame la ministre, l'élection de Donald Trump doit plus que jamais accélérer l'approfondissement du projet européen, accélérer notre autonomie stratégique. Nous devons renforcer l'Union, assumer nos responsabilités en termes de sécurité, d'énergie, de commerce international mais aussi de politique étrangère. Comment l'Union européenne s'est-elle préparée à ce défi, et comment la Belgique va-t-elle y contribuer? Madame la ministre, depuis hier, nous avons à la tête d'une des plus grandes puissances de ce monde un véritable danger. Donald Trump a gagné largement les élections et a bénéficié d'un soutien populaire massif. C'est, du reste, un large soutien que nous n'imaginions même pas. Rendez-vous compte: 20 % des hommes noirs ont voté pour un raciste décomplexé; 54 % des latinos ont voté pour un homme qui n'a pas hésité à dire que des immigrés mangent des chats et des chiens; 52 % des femmes blanches ont voté pour un misogyne, un violeur et un homme qui veut supprimer leurs droits les plus élémentaires comme celui de disposer de leur corps et le droit à l'avortement. Nous espérions la victoire de Kamala Harris, mais il n'en sera pas ainsi. Les États-Unis , le pays de la liberté, retombent aux mains du conservatisme et de l'obscurantisme. Nous recommençons une traversée glaçante et glaciaire, axée sur le protectionnisme, l'augmentation des droits de douane, le repli sur soi et la diffusion de la haine de ceux qui sont différents. Nous débutons une période violente, durant laquelle la recherche de la paix ne sera pas la priorité. Je pense à l'Ukraine et aux Palestiniens. Nous sommes des démocrates, nous respectons bien entendu le résultat des urnes, mais notre responsabilité est immense. Toute faiblesse doit être exclue, de même que toute passivité. Nous devons mettre fin à cet extrémisme de droite, à ce terreau pour le populisme, car nous nous situons sur une faille, un point de basculement violent, une période sans scrupule. Madame la ministre, dans ce moment que je qualifierais d'historique, la Belgique s'est-elle exprimée à l'annonce de l'élection de Trump? Comment envisagez-vous nos futures relations bilatérales et multilatérales? Madame la ministre des Affaires étrangères de Belgique, l'élection de Donald Trump est une mauvaise chose pour la classe ouvrière et la classe travailleuse américaine. Son programme est clair. C'est le programme du pourcent les plus riches. Il est lui-même un milliardaire fini. Il a lui-même gagné sa campagne en recevant le soutien d'Elon Musk, le big business de la big tech , la communication des plus riches. Il a lui-même, quand il était d'ailleurs président, organisé mille milliards de cadeaux fiscaux aux grandes multinationales. Il a exclu huit millions de travailleurs américains du paiement des heures supplémentaires. Il s'est opposé à l'augmentation du salaire minimum. C'est donc une mauvaise choses pour les travailleurs américains. Mais cette victoire a évidemment aussi été possible par la défaite cuisante du parti démocrate qui, lui aussi, est le parti de Wall Street et qui, lui aussi, n'a plus su écouter les travailleurs et a organisé réellement la perte de pouvoir d'achat des travailleurs. Comme le dit Bernie Sanders, le parti démocrate a été confronté au fait que, si le parti démocrate a abandonné la classe travailleuse, évidemment, la classe travailleuse a abandonné le parti démocrate. Se pose maintenant la question pour toutes les forces sociales du monde, pas uniquement aux États-Unis, de savoir ce que nous allons faire. Qu'allons-nous faire ici en Europe, madame la ministre des Affaires étrangères? Continuerons-nous à suivre les Américains? Zullen wij alweer de schoothondjes zijn van de Amerikanen en de NAVO? Zullen wij alweer blindelings de imperialistische operaties van Amerika in Afghanistan, in Irak en in Syrië volgen? Ou prendrons-nous notre vraie politique indépendante? C'est la question que j'avais posée pendant la campagne électorale. Allons-nous suivre notre propre voie et tendre la main aux peuples du Sud, tendre la main solidaire plutôt que de suivre la politique guerrière des Américains? Voilà la question! Goedemiddag, mevrouw de minister. Proficiat met uw verkiezing als Europees commissaris. Ik hoop dat u van die positie zult gebruikmaken om de belangen van Europa en de Verenigde Staten te vrijwaren. Afgelopen dinsdag werd een nieuwe Amerikaanse president verkozen. Wij horen dat sommigen hier in het halfrond daar een probleem mee hebben. Het is niet de kandidaat geworden die zij hoopten dat het ging worden. Wij als democraten respecteren echter de keuze van het Amerikaanse volk. Volgens ons is het nu vooral essentieel dat wij onze relatie met de Verenigde Staten in de veranderde context blijven versterken. Wij hebben elkaar meer dan ooit nodig. De Verenigde Staten behoren tot onze belangrijkste handelspartners. Het beleid van de nieuwe Amerikaanse regering zal ook gevolgen hebben voor onze Europese economie. De economische band tussen de Verenigde Staten en Europa is immers zeer sterk. Denk maar aan sectoren als chemie, energie, industrie, technologie en zelfs landbouw. Eventuele veranderingen in het Amerikaanse handelsbeleid zullen direct voelbaar zijn in onze economie. Stel dat de Verenigde Staten een zeer protectionistische koers varen, dan heeft dat een directe invloed op onze export en zal dat ook onze inflatie aanwakkeren. Daarnaast zijn er geopolitieke uitdagingen. Donald Trump heeft al gezegd dat NAVO-partners die hun defensiedoelen niet halen, minder steun zullen krijgen. Wij, als rode lantaarn wat dat betreft, moeten daar toch aandacht voor hebben. Mevrouw de minister, hoe zal, ten eerste, dit land zich in de toekomst positioneren ten opzichte van de Verenigde Staten? Ten tweede, hoe ziet u de effecten op onze geopolitieke relaties, onze handelsrelaties, onze economische relaties en onze veiligheidsbelangen? Mesdames et messieurs les députés, j'entends vos avis. Cette maison permet à chacun de s'exprimer sur le vote qui a été émis hier matin de façon démocratique par les électeurs américains. Je ne me permettrai pas de juger, en tant que ministre des Affaires étrangères, ce choix démocratique. Le premier ministre a d'ailleurs félicité Donald Trump au nom de la Belgique. Tout le monde se demande quelles seront les conséquences de cette élection. Les États-Unis, l'Europe et la Belgique ont toujours été des partenaires économiques intenses. Ce sont des centaines de milliers d'emplois et les échanges économiques entre nos deux continents représentent évidemment un chiffre d'affaires très important. Ce sont aussi des relations diplomatiques, stratégiques qui sont essentielles. Nous devons absolument continuer à renforcer cette relation transatlantique à tous les niveaux, autour des valeurs démocratiques de l'État de droit et du multilatéralisme, qui est de plus en plus mis en danger avec les nombreuses violations du droit international auxquelles nous assistons actuellement. Dans le même temps, l'Union européenne doit prendre son destin en main, peu importe finalement le résultat outre-Atlantique. Il est important de ne pas rester spectateurs des évolutions mondiales et de ne pas être dépendants d'un contexte international. Nous devons continuer à renforcer notre autonomie stratégique à tous les niveaux. Je pense au secteur de l'énergie, à notre politique de Défense, à notre politique industrielle mais aussi à la lutte contre toutes nos formes de dépendances stratégiques, qu'elles soient au niveau de la Défense, de la sécurité sanitaire ou encore de notre compétitivité. Vous m'avez questionnée sur notre Défense et en particulier sur l'OTAN. In de NAVO zijn de Verenigde Staten een belangrijke en betrouwbare partner, net als de 31 andere lidstaten. Wij blijven sterk geloven in de onderlinge duurzame banden. Onze collectieve veiligheid kan er alleen maar wel bij varen. Le Conseil européen va d'ailleurs mener ce soir à Budapest un débat sur les relations transatlantiques et leur impact sur la sécurité et la géopolitique, notamment s'agissant des conflits qui nous occupent le plus. En ce qui concerne l'Ukraine, notre position est que tout processus de paix ne peut avoir lieu qu'en impliquant étroitement l'Ukraine et en prenant en compte ses préoccupations légitimes. In Boedapest zullen de Europese leiders ook ingaan op de mondiale uitdagingen, waaronder de klimaatveranderingen. Mesdames et messieurs les députés, dans un monde instable, plein de défis, où les crises deviennent la norme, l'Europe doit plus que jamais se montrer unie et prendre son destin en main, pour garantir sa propre souveraineté, son autonomie stratégique et pour faire demeurer ce projet de paix et de prospérité qui fait la fierté de quelques 450 millions d'Européens. Merci pour votre réponse, madame la ministre. Je ne peux pas m'empêcher d'être inquiet – parce que nous vivons des moments difficiles, historiques et en face de cela, nous avons un gouvernement qui est en affaires courantes, qui n'est donc pas encore plein et légitime. Moi aussi, je vous félicite pour votre confirmation au sein de la Commission européenne et je vous souhaite un bon travail là-bas. Or, votre départ marque aussi le fait que ce gouvernement va devenir un vaisseau fantôme, comme c'était le cas déjà lorsque Charles Michel et Didier Reynders sont partis. Nous avons d'un côté Trump, nous avons l'Ukraine, nous avons le climat, nous avons une possible récession et, d'un autre côté, nous avons des partis de l'Arizona dont on ne comprend pas très bien où ils en sont. Certains font des notes, d'autres diffusent les notes, les troisièmes contestent les notes. Vous avez des gens qui se disputent sur les tableaux budgétaires, vous avez des gens qui vont voir le Roi et qui ne sont pas d'accord à cinq. Je pense qu'il est grand temps que nous nous hissions à la hauteur des enjeux, parce que le monde, lui, n'attend pas. Mevrouw de minister, ik dank u voor uw duidelijke antwoord. Eén zaak is glashelder: de Europese Commissie en de Europese Unie zullen sterk uit de startblokken moeten schieten. Ik herhaal dat het schrikbeeld en de paniekzaaierij, die hier door verschillende partijen opnieuw zijn tentoongespreid, ons geen stap vooruitbrengen. Wij moeten onze rug rechten. Europa moet een sterk blok vormen. Ook ons land moet verantwoordelijkheid opnemen. Door het getreuzel van de onderhandelende arizonapartijen verliezen we tijd. Die luxe hebben we niet. De prioriteit voor ons land moet zijn dat we investeren in defensie en in onze veiligheid, nu meer dan ooit. Merci, madame la ministre, pour vos réponses Le retour de Donald Trump à la Maison-Blanche marque, il est vrai, un tournant décisif, mais je ne partage évidemment pas les outrances et la vision quelque peu caricaturale des communistes. En effet, à les écouter, on se demande pourquoi les Américains ont voté pour Donald Trump, en réalité. Ceci étant dit, c'est un signal d'alarme pour l'Europe. Elle ne peut plus être dépendante de Washington et d'un président imprévisible, et qui ne vise au final que l'intérêt américain. Défense, énergie, commerce, nouvelles technologies: nous devons renforcer d'urgence notre autonomie. C'est une question de souveraineté mais c'est aussi, chers collègues, une question de survie du projet européen. L'Union européenne s'est construite dans les crises, comme celles qu'elle traverse aujourd'hui, avec notamment la guerre en Ukraine. Ces crises doivent être le marchepied d'une Europe beaucoup plus forte. Nous devons être maîtres de notre destin, un destin lié à nos alliés, bien sûr, mais qui ne dépend pas de leur seul bon vouloir. Alliés oui, aliénés non: ce serait le début de la fin. Dans un autre registre, madame la ministre, permettez-moi, au nom de mon groupe, de vous féliciter pour votre accession à la Commission européenne. Madame la ministre, je vous remercie. Ce que Trump et ses alliés, Milei, Orban, Meloni, Le Pen, Wilders et j'en passe et pas des meilleurs, espèrent, c'est notre résignation. Mais il y a quelque chose qui ne nous manquera jamais à nous, socialistes: c'est la résolution, c'est le courage et la fidélité. Je l'affirme avec une forme de solennité car le moment est historique, mais aussi et surtout avec une conviction inébranlable: nous, socialistes, serons toujours en première ligne pour défendre la démocratie et les libertés. Nous, socialistes, serons toujours en première ligne pour défendre les droits des femmes et le droit à l'avortement. Nous, socialistes, serons toujours en première ligne pour défendre les minorités et les personnes LGBTQIA+. Nous, socialistes, serons en première ligne pour protéger la santé et la protection sociale. Nous, socialistes, serons en première ligne aux côtés des Palestiniens et des Ukrainiens et de tous ceux qui souffrent. L'espoir est toujours plus fort que la peur. La justice triomphe toujours de la haine. Madame la ministre, comment peut-on être aussi naïf? Donald Trump dit clairement qu'il va se battre à fond pour les intérêts impérialistes américains, et uniquement ceux-là, et votre conclusion politique est qu'il faut renforcer les relations transatlantiques! Mais combien de temps allons-nous encore nous faire berner en croyant naïvement que les Américains défendent les intérêts des Européens? Les Américains défendent l'impérialisme américain. Quand ils disent qu'ils soutiennent Netanyahu au moyen de milliards de dollars en armement, que fait l'Union européenne? Elle se met au garde-à-vous. Que fait-elle lorsque les États-Unis d'Amérique annoncent qu'ils vont bombarder l'Afghanistan, la Libye, la Syrie? Elle se met au garde-à-vous! Quand les Américains nous vendent un gaz très cher pour des milliards d'euros aux dépens de notre industrie, que fait-elle? Elle se met au garde-à-vous. Combien de temps allons-nous encore croire que cela peut continuer? Tendons la main à tous les pays du Sud qui, aujourd'hui, n'acceptent plus l'ordre (…) Collega’s, de Amerikaanse kiezer heeft gekozen en we moeten die democratische keuze respecteren. Dat lijkt misschien vanzelfsprekend, maar geloof mij: als men uitgescholden, uitgejouwd en bespuwd wordt, terwijl men een duidelijk mandaat van de kiezer heeft gekregen, dan beseft men dat dat voor sommigen in onze samenleving niet meer zo vanzelfsprekend is. (Applaus en staande ovatie op de banken van de N-VA) De reactie van de regering op de arrestatie van Ahoo Daryaei door de Iraanse zedenpolitie Madame la ministre, je manquerais à mes devoirs en ne vous félicitant pas, en mon nom et au nom de mon groupe des Engagés, pour le feu vert que nos collègues parlementaires européens ont donné à votre nomination. Malheureusement, le sujet que je dois aborder avec vous est moins réjouissant. Vous l'avez certainement vu passer sur les réseaux sociaux, la jeune étudiante iranienne Ahou Daryaei, pour avoir osé contester le diktat vestimentaire face à une police des mœurs de sinistre réputation, termine sans doute aujourd'hui – dans le meilleur des cas, dirais-je – dans un hôpital dit psychiatrique avec, sans doute, des marques à vie. Derrière cette jeune étudiante, il y a d'autres femmes iraniennes. Il y a manifestement dans ce pays, berceau de l'Occident doté d'une culture extraordinaire, une aliénation inacceptable des droits des femmes. Et il est heureux de voir que des citoyens se sont mobilisés via les réseaux sociaux, via une vidéo. On voit qu'il y a un besoin de réaction. Si je vous questionne aujourd'hui, c'est parce que je voudrais que notre pays réagisse par la voix de la ministre des Affaires étrang è res et de celle du premier ministre pour dire d'une voix forte à cette femme ainsi qu' à toutes les Iraniennes que nous ne les abandonnerons pas. Vous allez assumer une responsabilité au sein de la Commission européenne, il faut que là aussi nous puissions être fiers de ce que nous sommes et fiers surtout de nous montrer solidaires avec ces femmes. Madame la ministre, quelle est la voix que vous allez porter? Demanderez-vous un rapport à l'ambassadeur? Convoquerez-vous l'ambassadeur d'Iran pour lui communiquer que c'est pour nous totalement inacceptable? Monsieur le député, l'image de cette jeune iranienne qui, par révolte, par désespoir, défie au péril de sa vie un régime qui piétine les droits et les libertés les plus essentiels à l'épanouissement de tout être humain est un exemple de courage, de bravoure et ce geste doit toutes et tous nous inspirer. Chacun, là où nous sommes, au Parlement, au gouvernement ou dans la société, a un rôle à jouer pour faire avancer les libertés fondamentales et les droits humains. J'y suis très attachée et je me suis d'ailleurs exprimée hier à ce sujet au Parlement européen. Il s'agira certainement de l'une de mes priorités lors de mon prochain mandat. En tant qu'actuelle ministre des Affaires étrangères, mon rôle est d'agir dans l'intérêt d'Ahou Daryaei, dont le nom restera dans l'histoire. La jeune fille serait actuellement dans un hôpital de Téhéran. Comme je l'ai dit, chacun doit jouer son rôle. Notre ambassade à Téhéran est mobilisée et suit la situation de près avec la discrétion nécessaire pour protéger la vie d'Ahou Daryaei. C'est la raison pour laquelle vous n'avez sans doute pas vu de réaction de la ministre des Affaires étrangères qui est devant vous, ni d'autres ministres des Affaires étrangères d'ailleurs. La diplomatie doit parfois se faire en toute discrétion pour protéger la vie des concernés. Je vous remercie, madame la ministre, pour votre réaction et la sensibilité de vos propos. Je peux comprendre qu'il faille parfois faire preuve de discrétion mais je crois aussi qu'il ne faut pas se cacher, ce dont je ne vous accuse pas. Aujourd'hui, cette jeune femme et les autres femmes en Iran ont besoin de sentir, tant que c'est encore possible, que l'Europe est à leurs côtés. Elles sentent sûrement que les citoyens européens le sont. Le courage des hommes et des femmes politiques au sein de notre démocratie est aussi de pouvoir hausser le ton, de ne pas se taire. C'est en parlant que nous serons peut-être les plus forts. Je vous demande de convoquer l'ambassadeur iranien et de lui dire au nom de ce Parlement et de mon groupe des Engagés que nous n'accepterons pas ce qui se passe là-bas. Het regeringsstandpunt over het akkoord met Mercosur in de aanloop naar de G20-top in Brazilië Madame la ministre, en 2019, un accord a été conclu entre le Mercosur et l’Union européenne. Cet accord comprend de nombreuses insuffisances au niveau des normes environnementales, du respect des droits sociaux et de l’équilibre des concessions. Mais surtout, il prévoit une ouverture du marché de l’Union européenne aux importations de viande bovine, ce qui aura des conséquences néfastes sur une filière qui est déjà très fragile aujourd'hui. L’incompréhension du monde agricole face à la politique commerciale de l’Union européenne a été démontrée. On se souvient des manifestations d’il y a quelques mois. La politique commerciale de l’Union européenne considère la filière agricole comme une simple variable d’ajustement. Elle favorise l’importation de produits qui ne respectent pas nos normes de production et cela, au détriment de notre souveraineté alimentaire, de notre économie rurale et de l’environnement. Certes, la Commission européenne est en train d’essayer d’améliorer cet accord, mais il n’y a aucune négociation sur le volet agricole. Il n’y a rien sur la nécessité d’introduire des clauses miroirs pour assurer une concurrence loyale dans ce secteur. Il paraît que des avancées au niveau des négociations interviendront les 18 et 19 novembre prochains lors de la réunion du G20 à Rio. J’ai quatre questions à vous poser, madame la ministre. Quelle est la position du gouvernement fédéral? Avez-vous fait comprendre à la Commission européenne que sans une révision du volet agricole, l’accord est inacceptable en l’état? Avez-vous invoqué la nécessité d’introduire des clauses miroirs? Avez-vous essayé de vous coordonner avec les pays qui partagent (…) Madame la députée, je vous remercie pour votre question qui me permet de rappeler qu'en fait, depuis plusieurs années, la Belgique dit clairement à la Commission européenne que l'accord qui a été négocié en 2019 n'est pas suffisant en l'état. Nous plaidons pour l'ajout de dispositions législatives relatives au développement durable, avec des mesures contraignantes sur le climat, la déforestation et les droits sociaux. Nous demandons systématiquement à la Commission de prendre des mesures pour protéger notre secteur agricole sensible, que ce soit pour l'accord du Mercosur ou pour n'importe quel autre accord commercial. Cela reste et restera une priorité pour nous. La Commission européenne a repris en 2023, entre autres à notre demande, des négociations avec les pays du Mercosur pour intégrer, sous la forme d'un protocole additionnel, des engagements supplémentaires en matière de développement durable, notamment concernant la déforestation. Suite à la réouverture des négociations, des ajustements ont également été demandés par les pays du Mercosur. Les négociations sont toujours en cours. Elles pourraient aboutir dans les prochaines semaines ou les prochains mois. La Commission européenne est responsable des négociations, du timing et de l'architecture juridique de cet accord. Nous continuons bien entendu à suivre l'évolution des négociations avec attention, ainsi que les développements au sein des entités fédérées, en espérant évidemment qu'un gouvernement bruxellois soit formé. La position finale de la Belgique se fera en concertation avec tous les acteurs concernés sur la base de l'accord définitif présenté par la Commission européenne aux États membres. Nous n'en sommes pas encore là. Madame la ministre, des informations circulent aussi au sujet d'une éventuelle scission de l'accord pour séparer le volet commercial du reste, pour que celui-ci ne soit pas soumis à la ratification des États membres. Nous trouvons que c'est évidemment inacceptable et que les parlements des différents pays doivent pouvoir donner leur avis sur un texte avec de pareilles conséquences. Par ailleurs, je vous ai entendu dire qu'il est essentiel pour vous de revoir les normes au niveau environnemental et des droits sociaux. Je souhaite rappeler que, pour Les Engagés, il est hors de question d'accepter un accord qui attaquerait directement les agriculteurs si le volet agricole n'était pas revu. Je tiens également à souligner que toutes ces exigences sont partagées par le Parlement wallon qui a voté une résolution hier. Je vous remercie. Het verbod op enige activiteit van UNRWA op Israëlisch grondgebied De situatie in het Midden-Oosten Mevrouw de minister, ook vanwege onze fractie proficiat gewenst. We wensen u heel veel succes. De situatie in Gaza dreigt alleen maar erger te worden in 2025. Na het vernietigen van scholen, ziekenhuizen, woningen, het massaal op de vlucht doen slaan van inwoners, het bombarderen van tentenkampen op plaatsen waar men zich veilig waande, is het blijkbaar voor de extreemrechtse regering van Netanyahu nog altijd niet genoeg. Er is nog niet genoeg geweld, er zijn nog niet genoeg doden. Dat heeft allang niks meer met het conflict tussen twee strijdende partijen te maken. Het verbieden van voedselhulp heeft eigenlijk maar een enkel doel: mensen die geen kant meer op kunnen nog meer treffen. Collega’s, de wereld wordt elke dag grimmiger en het ondermijnen van een VN-instantie zoals UNRWA is de zoveelste horror in het Gaza-conflict. Het resultaat zal nog meer onschuldige slachtoffers en zeker nog meer doden zijn. Iedereen kan online de vreselijke beelden meevolgen en zien hoe afhankelijk men daar ter plaatse in Gaza van onze noodhulp is. Mevrouw de minister, ik heb voor u de volgende vraag. Zal de voedselhulp nog ter plaatse in Gaza geraken als de nieuwe wet in werking treedt op 1 januari? Zal de vrije toegang van hulpgoederen gegarandeerd kunnen worden door u? Monsieur le président, madame la ministre, le peuple palestinien, c'est 75 ans d'apartheid, d'occupation. Ce sont des millions de réfugiés dans le monde entier et, depuis un an, c'est aussi un génocide qui est en cours. Il y a déjà eu 43 400 morts. À chaque fois qu'on pense avoir tout vu de la part d'Israël (bombardements d'hôpitaux, bombes au phosphore, meurtres de journalistes, mutilations et décès d'enfants), Israël fait ou veut faire quelque chose de nouveau. Le dernier élément, dont ma collègue a parlé, c'est la décision d'expulsion de l'Office de secours et de travaux des Nations Unies pour les réfugiés de Palestine dans le Proche-Orient (UNRWA) des territoires palestiniens. Toutefois, alors que ceci se passe, je constate aussi quelque chose de positif. C'est le fait que nous sommes de plus en plus nombreux, tant en Belgique qu'en Europe ou dans le monde entier, à dire qu'on ne peut plus accepter cela. Ce matin encore, un sondage de 11.11.11 démontrait que 54 % de la population belge demandent qu'il y ait enfin des sanctions contre Israël. Madame la ministre, mes questions sont simples. Combien de morts faut-il encore? Combien de crimes faut-il encore? Combien d'enfants doivent-ils encore être mutilés? Combien d'enfants devront-ils encore mourir avant que vous ne preniez vos responsabilités pour défendre les droits du peuple palestinien? Mesdames les députées, la situation dans le Nord de Gaza est dramatique. Les conditions de vie y sont de plus en plus inhumaines, l'aide humanitaire ne parvenant plus suffisamment depuis trop longtemps. J'ai donné des instructions très claires à nos ambassades dans la région, en leur demandant d'intensifier les contacts diplomatiques pour rallier d'autres États et organisations internationales à la nécessité de faire pression pour que le gouvernement israélien respecte le droit international et permette l'accès de l'aide à Gaza, en particulier au Nord de Gaza. Je ne rentrerai pas dans les détails car il s'agit de démarches diplomatiques qui sont en cours. Ik wil hieraan toevoegen dat het leveren van humanitaire hulp aan Gaza op het laagste niveau sinds 7 oktober 2023 zit. De Verenigde Naties vragen om 500 vrachtwagens per dag, maar we tellen momenteel 30 vrachtwagens per dag. Maandag liet Israël de secretaris-generaal van de VN in een officiële brief weten dat de operaties van UNRWA binnen drie maanden verboden zouden worden. Vervolgens werd een bijzondere VN-zitting in New York gehouden om te praten over UNRWA en de door de Knesset aangenomen wetten die UNRWA-operaties in de bezette gebieden zullen verbieden. Hier, la Belgique a pris la parole au nom de 123 pays, c'est-à-dire le groupe des Shared Commitments, en soutenant le mandat de l'UNRWA, en demandant l'accès humanitaire sans entrave et en insistant sur les responsabilités d'Israël en tant que force occupante et partie prenante au conflit. Aucune agence d'aide humanitaire – aucune! – n'est en mesure de remplacer l'UNRWA. Son mandat doit être préservé tant qu'une solution durable au conflit n'est pas trouvée. C'est le message que nous avons transmis et que nous continuerons à défendre sur la scène internationale, en invitant les autres États à partager cette position qui rappelle les principes universels du droit international humanitaire. Je vous remercie de votre attention. Mevrouw de minister, wanneer houdt het op? Het wordt elke dag erger, elke dag slechter. De allerlaatste organisatie die voedselhulp naar Gaza kon brengen, wordt nu ook verboden. De nood om het verschil te maken, was nog nooit zo groot. Het is echt essentieel dat u, zoals u vandaag doet – u moet dat vooral blijven doen en krachtiger doen – uw stem laat horen, omdat dit echt niet kan. Velen – het zijn er steeds meer – hebben de voorbije maanden laten horen dat het zo niet kan en dat het moet stoppen. De onschuldige slachtoffers zijn niet alleen, steeds meer mensen kunnen dit niet meer aanzien en aanvaarden. Vooruit zal altijd aan de kant van de onschuldige slachtoffers staan, keer op keer en zeker ook nu. Madame la ministre, vous confirmez donc bien que, en exécutant cette décision, Israël bafoue tous les principes universels du droit humanitaire. Par conséquent, en effet, s'exprimer comme vous le faites devant les instances des Nations Unies est une chose positive mais qui ne suffit pas. Les gens attendent de vous que vous preniez des mesures concrètes et des sanctions. D'ailleurs ce matin, l'Espagne a interdit à un avion transportant une cargaison militaire de faire escale sur son sol. L'État d'Israël n'écoute pas les belles paroles mais agit en toute impunité. Il faut agir concrètement avec des sanctions pour mettre fin à ces agissements et cesser d'en être complice. Mevrouw de minister, ik wil u op mijn beurt hartelijk gelukwensen met uw hoorzitting in het Europees Parlement, die u succesrijk hebt afgerond. Ik wens u veel succes bij de uitvoering van uw mandaat. (Applaus) (Applaudissements) Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 6 november 2024 hebt u een gewijzigde agenda voor de vergadering van vandaag ontvangen. Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 6 novembre 2024, vous avez reçu un ordre du jour modifié pour la séance d'aujourd'hui. Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee) Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non) Bijgevolg is de agenda aangenomen. En conséquence, l'ordre du jour est adopté.

Plenaire vergadering op 7 november 2024

Beknopte versie

Van 14h18 tot 18h14 (3 uur en 56 minuten)

11 vragen, 7 voorstellen, 4 stemmingen

Volledig verslag op dekamer.be

Aanwezigheid

135/150 (90%)

Afwezigen

De volgende 30 kamerleden waren afwezig bij tenminste de eerste naamstemming. Het is mogelijk dat deze kamerleden alsnog aanwezig waren vanaf de tweede naamstemming of later. Het is ook mogelijk dat de kamerleden uitgesloten waren bij de eerste stemming voor een legitieme reden.

CD&V Nahima Lanjri
CD&V Phaedra Van Keymolen
Groen Tinne Van der Straeten
Groen Jeroen Van Lysebettens
Les Engagés Serge Hiligsmann
Les Engagés Marc Lejeune
Les Engagés Benoît Lutgen
Les Engagés Julien Matagne
MR Christophe Bombled
MR Gilles Foret
MR Victoria Vandeberg
N-VA Jeroen Bergers
N-VA Kathleen Depoorter
N-VA Lieve Truyman
N-VA Wim Van der Donckt
N-VA Katrijn van Riet
Open Vld Irina De Knop
Open Vld Sandro Di Nunzio
PS Hugues Bayet
PS Ludivine Dedonder
PS Paul Magnette
PS Marie Meunier
PS Lydia Mutyebele Ngoi
PS Éric Thiébaut
PVDA-PTB Roberto D'Amico
PVDA-PTB Nadia Moscufo
VB Ellen Samyn
Vooruit Nele Daenen
Vooruit Achraf El Yakhloufi
Vooruit Niels Tas

Vragen

De vragen die gesteld werden tijdens deze vergadering.

economie en werk

De koopkracht en de inflatie

Gesteld door

VB Dieter Keuten

Aan

Pierre-Yves Dermagne (Minister van Werk en Economie)

Bekijk antwoord

Dieter Keuten:

Mijnheer de vicepremier, we leven in een land met een traditie van begrotingstekorten. Het aantal positieve of zelfs neutrale budgetten gedurende mijn leven valt op een hand te tellen. Legt u dat maar eens uit aan de man of de vrouw in de straat.

Collega’s, we leven ook in een land met een traditie van prijsstijgingen. Ons leven wordt elk jaar duurder en de koopkracht van onze mensen gaat, ondanks een onvolmaakt indexeringssysteem, jaar na jaar achteruit. Onder de regering-De Croo maakten we zelfs de ergste inflatie uit mijn leven mee, met inflatiecijfers tot boven de 10 %, wat ronduit verschrikkelijk is.

Na een korte periode waarbij de stijging van de levensduurte vertraagde, zien we nu al vier maanden op rij dat de prijzen in de supermarkten stijgen. De inflatie is weer daar. Bovendien wijzen alle economische, monetaire en fiscale indicatoren op verdere prijsstijgingen in de toekomst.

Beste vicepremier, we leven in een land met loodzware belastingen. Een werknemer die keihard zijn best doet en opslag krijgt, houdt slechts een peulschil extra over. Neem nu het zorgpersoneel, dat vandaag in de straten betoogt tegen onder andere de hallucinant hoge belasting op de gepresteerde overuren.

U bent meer dan vier jaar verantwoordelijk geweest voor het beschermen van de koopkracht van onze bevolking. Goede huisvaders- en moeders hebben hun spaarcentjes zien smelten door de superhoge inflatie. Welke structurele hervormingen hebt u doorgevoerd opdat onze mensen meer overhouden op het einde van de maand?

Ik kijk uit naar uw antwoord.

Pierre-Yves Dermagne:

Mijnheer Keuten, de inflatie gaat in oktober van 3,06 % naar 3,2 %. De hoge inflatie van de laatste vier maanden is het gevolg van het uitdovend effect van de impact van het basispakket voor elektriciteit en aardgas, een van de vele steunmaatregelen van onze regering.

Volgens de laatste voorspellingen van het Federaal Planbureau, daterend van november, wordt verwacht dat de inflatie zal evolueren tot 3,1 % in 2024 en 1,8 % in 2025, terwijl die in 2023 4,1 % bedroeg en 9,6 % in 2022. De inflatie keert geleidelijk terug tot onder de 2 %.

Zoals u weet, is België een van de weinige Europese landen met een systeem van automatische indexering van de lonen en sociale uitkeringen. Ook al beschermt deze indexering de burgers niet volledig tegen de stijging van de kosten, toch heeft ze onze burgers wel geholpen om met de prijsstijgingen om te gaan. Met de verschillende financiële steunmaatregelen van de overheden hebben we de koopkracht van de burgers kunnen beschermen zonder onze economie te schaden.

De overheden hebben de koopkracht en de goede staat van onze economie ondersteund tijdens meerdere grote crisissen in de voorbije jaren. De huidige regering is al enkele maanden in lopende zaken en het is aan de volgende regering en aan dit Parlement om de nodige maatregelen te nemen om de koopkracht van de burgers te verbeteren en optimaal te beschermen.

Dieter Keuten:

Dank u voor het antwoord, mijnheer de minister.

Ik heb u horen spreken over het uitdovende pakket aan steunmaatregelen dat vorig jaar nog in voege was. Het was inderdaad een tijdelijk pakket aan steunmaatregelen en geen structurele hervorming. Dat is net wat we van u gemist hebben: structurele hervormingen.

U spreekt over de goede staat van onze economie. Mijn collega, de heer Moons, gaat daar meteen een vraag over stellen, want daar hebben wij grote twijfels bij. Hoop doet leven. Ik hoop met u mee dat de inflatie volgend jaar onder de 2 % duikt, maar ik heb er grote twijfels bij.

Collega's, gisteren werd in het grootste democratische land van onze wereld een nieuwe president verkozen. Die president werd verkozen omdat hij de Amerikanen vrede, strengere immigratie en koopkracht belooft. In de Verenigde Staten zullen inwoners wel het beleid krijgen waarvoor ze massaal gestemd hebben. Wanneer krijgen wij in België eindelijk het beleid waarvoor de Vlaming massaal stemt? Een gezond budgettair beleid (…)

Voorzitter:

Ik dank de heer Keuten voor zijn eerste tussenkomst in de Kamer. (Applaus)

economie en werk

De malaise in de industriesector

Gesteld door

VB Kurt Moons

Aan

Pierre-Yves Dermagne (Minister van Werk en Economie)

Bekijk antwoord

Kurt Moons:

Mijnheer de minister, vandaag vernemen wij alweer onheilspellende berichten: in het bedrijf Umicore staan 260 jobs op de helling, waarvan 100 jobs in België. De ontslagronde is samen met het stilleggen van de bouw van een batterijfabriek in Canada het gevolg van – ik citeer het bedrijf – "de impact in een uitdagende omgeving van de complexe overgang van de auto-industrie naar elektrische mobiliteit". De ontslagen in België zouden vooral de onderzoeks- en ontwikkelingsdivisie van het bedrijf in Olen treffen, net de activiteit waarop Vlaanderen en bij uitbreiding heel België zou moeten inzetten in de globale wedloop naar technologische vernieuwing en productiviteitsefficiëntie.

De malaise in de Belgische industrie blijkt ook uit de ontslagrondes in andere sectoren, zoals bij Ontex, Beaulieu, Janssen Pharmaceutica, Van Hool en Audi Vorst. Het aantal faillissementen en collectieve ontslagen bereikt recordhoogtes. Sinds januari 2024 zijn op die manier reeds meer dan 35.000 banen verloren gegaan. In de industrie, de bouw, de handel, de horeca, de landbouw, de visserij is het aantal banen enorm teruggevallen. Enkel bij de overheid zijn er nog jobs bij gekomen. De werkgelegenheid is volgens de Nationale Bank van België in het tweede kwartaal van 2024 voor het eerst sinds de start van de coronapandemie in 2020 afgenomen. Samen met hun veiligheid is hun portemonnee datgene waarvan de mensen echt wakker liggen. Dat blijkt ook uit de recente verkiezingsoverwinning van Trump in de Verenigde Staten.

Mijnheer de minister, na het afspringen van de arizonacoalitie blijft u wellicht willens nillens nog even minister. Welke maatregelen zult u nemen om de werkgelegenheid minstens op niveau te houden?

Hoe zult u met uw collega’s de industrie opnieuw hoop geven?

Pierre-Yves Dermagne:

Mijnheer Moons, de industrie staat inderdaad in ons land onder druk, net zoals in de rest van Europa. Europa herindustrialiseren is dus cruciaal voor onze welvaart.

Ik ben altijd voorstander geweest van een ambitieuzer Europees industriebeleid, zoals blijkt uit mijn realisaties tijdens het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie. Het industriebeleid moet bijdragen aan onze economische ontwikkeling en de lonen verbeteren. De bewering van sommigen dat de lonen verlaagd moeten worden, is dan ook onzinnig en contraproductief. De productiviteit staat centraal in het debat over de industriesector, meer dan het loonniveau.

Om de industrie te kunnen ondersteunen, moeten wij ons beter wapenen tegen sociale dumping en milieudumping en moeten wij ons meer richten op innovatie en opleiding.

Wat innovatie betreft, heeft de Europese Unie belangrijke projecten van gemeenschappelijk Europees belang (IPCEI) opgezet om de innovatie in strategische industriële gebieden aan te moedigen, bijvoorbeeld in de batterijsector. België neemt daar actief aan deel.

Wat sociale dumping en milieudumping betreft, hebben wij tijdens het Belgisch voorzitterschap de zeer belangrijke richtlijn inzake maatschappelijk verantwoord ondernemen erdoor kunnen drukken. Dat zal helpen om dumping te verminderen door bedrijven verantwoordelijk te maken voor hun toeleveranciersketen.

Tot slot, wat opleiding betreft, hebben wij in België het recht op opleiding voor alle werknemers ingevoerd, ook al wordt dat nu ernstig bedreigd door de toekomstige arizonameerderheid, met de steun van verschillende partijen.

Kurt Moons:

Mijnheer de minister, een regering in lopende zaken of een gebrek aan EU-maatregelen is geen excuus om nu geen maatregelen te nemen om de economie aan te zwengelen. De enige manier om de industrie te doen groeien en dus de werkgelegenheid te ondersteunen is volgens ons het inzetten op het vertrouwen en het faciliteren van het ondernemerschap, met minder regels, meer productiviteitsondersteunende maatregelen en minder fiscale druk op bedrijven en burgers. Aangezien dat niet blijkt te lukken binnen het keurslijf van het onbestuurbare België, moeten de deelstaten zelf het heft in handen kunnen nemen.

Voorzitter:

Mijnheer Moons, ik feliciteer u met uw maidenspeech. (Applaus)

gezondheid en welzijn

De moeilijke arbeidsomstandigheden in de non-profitsector
De betoging van de non-profitsector
De betoging van de non-profitsector
De betoging van de non-profitsector
De actie van het zorgpersoneel

Gesteld door

Ecolo Sarah Schlitz
Open Vld Steven Coenegrachts
MR Daniel Bacquelaine
PS Marie Meunier
PVDA-PTB Sofie Merckx

Aan

Frank Vandenbroucke (Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid)

Bekijk antwoord

Sarah Schlitz:

Monsieur le président, chers collègues, monsieur le ministre, aujourd'hui, des milliers de travailleurs du secteur non marchand manifestaient pour dénoncer à nouveau des conditions de travail devenues intenables, et une pénurie de personnel qui n'en finit pas de s'aggraver. Des infirmières, des travailleurs sociaux, des profs, des éducateurs, des animateurs et bien d'autres professions essentielles lancent à nouveau un cri d'alarme. Leur message est clair: la précarité, les pénuries et la surcharge de travail empêchent l'exercice de leur profession et décourage les nouvelles recrues, ce qui rend impossible la continuité de ces métiers, pourtant essentiels.

Dans le secteur infirmier, je citerai un nouveau chiffre: un quart des professionnels a déjà envisagé d'abandonner ce poste. C'est un signal qui doit nous alarmer.

Ces métiers constituent pourtant le fondement d'une société humaine; ce sont eux qui prennent soin de nous quand nous sommes fragiles, et qui nous accompagnent dès la naissance jusqu'au plus grand âge. Lorsque ces métiers s'arrêtent, c'est le moment où on se rend compte de leur présence à nos côtés. Ce sont les écoles qui raquent, ce sont les crèches qui ferment, ce sont les maisons de repos et les hôpitaux qui ne savent plus fonctionner.

Et pourtant, certains n'ont rien trouvé de mieux à faire que réaliser des coupes dans ces secteurs, au niveau des entités fédérées. C'est également ce qui est apparemment envisagé au niveau du fédéral. Ces politiques d'austérité menacent grandement ce secteur déjà sous tension.

Ce dont nous avons besoin, ce sont des choix politiques qui placent l'humain et l'environnement au cœur des décisions, avec des financements à la clé, qui permettent de répondre aux besoins actuels et futurs de notre société. Par contre, ce dont nous n'avons pas besoin, monsieur le ministre, c'est de flexibilisation et de flexi-jobs alors que certains n'ont que ces mots à la bouche pour répondre aux pénuries. Ces travailleurs méritent de la stabilité, de la reconnaissance et de bonnes conditions (…)

Steven Coenegrachts:

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, onder andere de zorgsector komt vandaag op straat om grote zorgen met ons te delen. Er zijn 124.000 extra mensen nodig tegen 2040 om ons huidige systeem draaiende te houden. Men vraagt zich af of men die mensen zal vinden, wat er zal gebeuren met de werkdruk als men die mensen niet vindt en of wij die mensen überhaupt kunnen betalen.

Mijn antwoord daarop is ja. Ik las vandaag in de krant dat wij voor één heel specifiek onderzoek alleen al 4 miljoen euro per jaar te veel betalen, een derde meer dan in de buurlanden. Het is een kost die jaarlijks explodeert. Die cijfers van het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg (KCE) tonen aan dat er nog vet op de soep zit in de gezondheidszorg.

Mijnheer de minister, wat zult u ondernemen om die overconsumptie in de gezondheidszorg aan te pakken en dat geld te besteden aan al die handen aan het bed, om ervoor te zorgen dat zij gesteund worden, dat hun werkdruk niet stijgt en dat hun loon gegarandeerd blijft in de toekomst?

Daniel Bacquelaine:

Monsieur le président, monsieur le ministre, plus de 10 000 personnes ont manifesté aujourd'hui dans la rue pour le secteur non marchand. J’interviens particulièrement pour le personnel soignant, parce que je sais combien l’efficacité du personnel soignant est importante pour une société plus juste et plus solidaire.

Je pense qu’un certain nombre de réformes doivent être menées pour lutter contre la pénurie de ce personnel. Il n’y a pas de médecine sans médecins. Il n’y a pas de santé sans soins, et il n’y a pas de soins sans soignants. C’est donc tout à fait essentiel pour nous.

Certains voudraient faire croire que la pénurie de personnel soignant serait le résultat d’une politique qui sera menée dans les années futures. C’est évidemment absurde. C’est le résultat de ce qui a été effectivement fait au cours des dernières années. Il faut en assumer la responsabilité.

Monsieur le ministre, comment pouvez-vous rassurer ce personnel aujourd'hui? Quel est l’état des lieux des réformes en cours pour lutter contre cette pénurie?

On sait qu’aujourd'hui, sur 223 000 infirmiers diplômés, seulement 60 % travaillent dans le secteur des soins. Il y a donc manifestement un problème d’attractivité, qui est très fort aujourd'hui et qui mérite une réforme des conditions de travail dans les hôpitaux, dans les maisons de repos. Il faut notamment évaluer les nouveaux barèmes IFIC (Institut de classification de fonctions), qui n’ont pas été un grand succès. Il faut lutter contre la charge administrative, la bureaucratie excessive qui rebute beaucoup de membres du personnel infirmier notamment.

Monsieur le ministre, quelles mesures comptez-vous prendre? Quelles mesures sont-elles engagées pour lutter contre cette pénurie délétère pour le bien-être de nos patients dans ce pays?

Marie Meunier:

Monsieur le ministre, ce matin, j'étais dans le train vers la manifestation du secteur non marchand, avec des aides à domicile, des éducateurs, des enseignants, des artistes, mais également des soignants. J'ai discuté avec Valérie, qui est infirmière depuis plus de 30 ans. Elle m'a raconté que, lundi dernier, alors qu'elle faisait le shift du matin avec ses collègues de nuit, l'infirmière qui devait travailler au service de gériatrie était malade. L'hôpital avait donc fait appel à une intérimaire, qui a découvert le service et ses patients, tout en étant épaulée par des aides-soignantes volantes, faisant des allers-retours entre les services.

La nuit a été longue, mais chacune a fait de son mieux pour transmettre un rapport correct sur la vingtaine de patients à Valérie et ses collègues prenant le relais. La journée commence, mais il manque à nouveau un collègue et il faut faire avec pour la tournée des patients, la prise de paramètres, la distribution des médicaments, les soins, les repas. Pendant tout son service, Valérie ne soufflera pas une minute, avec ce sentiment de ne jamais faire assez bien les choses et de ne jamais être assez présente au chevet des patients. C'est comme cela depuis des mois et des mois.

C'est pour cette raison que Valérie a été manifester, pour elle, pour ses jeunes collègues qui sont nombreux à quitter le métier et pour les patients. Soyons clair, si rien n'est fait, la qualité des soins va continuer à se dégrader et la pénurie va s'intensifier.

Monsieur le ministre, le secteur réclame aujourd'hui ce qu'il réclamait déjà avant la pandémie de covid, avant les applaudissements aux fenêtres. Ils sont évidemment conscients des investissements qui ont été décidés ces dernières années avec le Fonds blouses blanches, la revalorisation des salaires, les efforts pour la formation, mais ce n'est toujours pas assez. Et, malgré cela, des économies dans les soins de santé seraient négociées.

Monsieur le ministre, qu'est-ce qui attend toutes ces femmes et tous ces hommes qui se donnent corps et âme pour prendre soin des autres?

Sofie Merckx:

Monsieur le ministre, je ne sais pas ce que vous avez fait ce matin. De mon côté, j'étais dans les rues de Bruxelles. Ce n'était sans doute pas le cas de M. Bacquelaine puisque les manifestants des soins de santé et du non-marchand n'étaient pas 10 000 ou 20 000 mais bien plus de 30 000! Cela faisait chaud au cœur de voir une telle représentation.

Monsieur le ministre, ces manifestants se demandent quand vous allez les écouter. En écoutant leurs récits, nous nous rendons compte que leurs problèmes sont récurrents: la charge de travail toujours plus grande, l'impression de ne pas pouvoir exercer son métier comme il le faut. Ils ont choisi leur profession pour avoir un travail humain, pour être auprès de leurs patients et leur consacrer du temps mais au final, ils ne font que courir, en ayant l'impression de travailler dans une usine.

Les plans qui sont aujourd'hui sur la table les inquiètent très fortement. On se dit qu'une infirmière qui travaille lourdement, avec des horaires irréguliers, devrait être récompensée. Or on parle d'une suppression des primes de nuit, ce qui signifie 300 euros par mois en moins. On se dit aussi que toutes ces femmes qui travaillent dans le non-marchand, notamment dans les crèches, et qui veulent prendre leur pension à un certain âge devraient avoir une pension digne. Or il faut une carrière de 35 années de travail pour partir à la pension, sous peine de perdre des centaines d'euros. C'est tout simplement scandaleux!

Monsieur le ministre en affaires courantes, négociateur d'un futur gouvernement, allez-vous écouter le personnel soignant? Les avez-vous reçus et allez-vous répondre à l'urgence de leurs demandes?

Voorzitter:

Mijnheer de minister, heel wat vragen zijn gesteld, daarom krijgt u vijf minuten spreektijd om de vraagstellers van antwoord te dienen.

Frank Vandenbroucke:

Mijnheer de voorzitter, geachte leden, de betoging die vandaag heeft plaatsgevonden, is een zeer belangrijk signaal.

We hebben de voorbije jaren al ingezet op betere lonen en betere arbeidsvoorwaarden. Mensen die vandaag beginnen te werken in de zorgsector, hebben gelukkig duidelijk een beter loon dan mensen die enkele jaren geleden begonnen in de zorg. Wij hebben met het Zorgpersoneelfonds ook volop geïnvesteerd in betere tewerkstellingsmogelijkheden en meer ondersteuning van verpleegkundigen. Het resultaat is dat op federaal niveau in de zorg 5.000 voltijds equivalenten meer aan de slag zijn. Er is ingezet op mooie opleidingsprojecten die ook succes hebben. Over de arbeidsomstandigheden is eveneens met succes onderhandeld. Verbeteringen vonden plaats inzake vakantieregelingen en individuele vorming. De arbeidsovereenkomsten zijn stabieler geworden en omvatten vaker contractuele uren of recht op voltijds werk voor wie dat wenst. De uurroosters zijn meer voorspelbaar en er zijn betere regelingen voor klein verlet.

Hoort u mij nu zeggen dat dit voldoende is? Neen, de strijd gaat voort. We hebben gevochten voor verbeteringen en die hebben we in de voorbije jaren ook gerealiseerd, maar als het van mij afhangt zal de volgende regering hoe dan ook, zelfs als de marges zeer beperkt zijn, zelfs als wij door een periode moeten gaan waarin de begroting op orde gezet moet worden, moeten zoeken naar middelen om te investeren in ons zorgpersoneel.

Dat betekent inderdaad dat we niet alleen moeten investeren in gezondheidszorg, maar ook dat we moeten durven hervormen. Collega van Open Vld, u hebt gelijk als u zegt dat de individuele prestatiegeneeskunde tot excessen leidt. Het financieringssysteem moet dus veranderen.

Mevrouw Merckx, u vroeg mij waar ik deze morgen was. Ik zat niet hoog in mijn bureau, maar wel eerst in Leuven en daarna in Éghezée, voor een uitvoerige gespreksronde met alle ziekenhuisdirecties van dit land. Ik heb daar ook gezegd dat ik meer wil investeren in de ziekenhuizen, maar in het financieringsmodel van de ziekenhuizen moeten we weg van het prestatiemodel en moeten we streven naar meer doelmatigheid en verantwoordelijkheid. Ik heb ook opgeroepen om samen na te denken over een herorganisatie van de ziekenhuizen, met als belangrijkste criterium dat wij het zorgpersoneel beter zouden kunnen inzetten, aangezien we inderdaad grote tekorten hebben. Daarmee heb ik meteen even gemeld waar ik deze ochtend mee bezig was.

Kortom, dit betekent inderdaad investeringen en hervormingen, ook in het beroep.

C'est ce que nous avons fait. Vous savez que nous avons notamment mené une vaste réforme de la profession d'infirmière afin de la rendre plus attrayante. Nous avons créé de larges possibilités d'entrée dans la profession à différents niveaux; nous avons créé des possibilités de progression au cours de la carrière, des possibilités de coopération plus intéressantes en valorisant tous les talents et toutes les compétences. Je crois que c'est dans cette direction qu'il faut poursuivre.

Je crois qu'il faut également réfléchir aux besoins réels. À cette fin, la Commission de planification travaille activement à des scénarios alternatifs qui tiennent mieux compte des besoins et des aspirations des infirmiers et infirmi è res ainsi que de tout le personnel soignant pour mieux saisir ce qui sera vraiment nécessaire à l'avenir.

Ik meen dus dat wij inderdaad verder moeten investeren in het zorgpersoneel, maar dat wij tegelijkertijd moeten hervormen. Het gaat om betere lonen, om betere arbeidsvoorwaarden, om meer mensen aan de slag in de ziekenhuizen. Maar het gaat er ook om dat het talent van eenieder die kiest voor de zorg maximaal wordt gevaloriseerd, dat verpleegkundigen worden ingezet waarvoor ze opgeleid zijn, dat zij ontlast worden van taken die ook anderen kunnen doen, dat verpleegkundigen mogelijkheden krijgen die vandaag enkel zijn voorbehouden voor artsen, mogelijkheden waarvoor zij nochtans ook zinvol kunnen optreden. Die soort hervorming is nodig. Die weg zijn wij ingeslagen, en die weg moeten wij verder inslaan.

Geachte leden, ik meen dat deze betoging een belangrijk signaal was voor eenieder die verantwoordelijkheid opneemt in dit land. Ook in tijden waarin de marges uiterst beperkt zullen zijn, waarin het budgettair moeilijk zal zijn, moeten wij middelen vinden om het zorgpersoneel te steunen. Wij moeten investeren, maar wij moeten ook hervormen. Dat is de boodschap.

Sarah Schlitz:

Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses.

Bien sûr, des choses positives ont été faites ces dernières années. Soyons de bon compte, ce matin, les manifestants tiraient la sonnette d'alarme par rapport à certaines mesures qui viennent d'être annoncées au niveau des entités fédérées mais aussi par rapport à certaines fuites des négociations au niveau fédéral qui sont extrêmement alarmantes.

Admettons également que certaines réformes n'ont pas porté les fruits escomptés. Par exemple, la réforme de l'IFIC est une catastrophe. Si vous allez dans les hôpitaux, les infirmières vous diront que cela crée une véritable fuite des cerveaux et des études d'infirmière.

Pour conclure, chers collègues, saquer dans le non-marchand est un très mauvais calcul. Cela signifie que vous saquez dans votre propre capacité à avoir des soins pour vous-même, votre famille et votre entourage lorsque vous en aurez besoin et lorsque vous vieillirez. Vous saquez dans la capacité de vos enfants et de votre entourage à avoir une place en crèche, à avoir des garde-malades, à avoir accès à un secteur culturel enrichissant. (…)

Steven Coenegrachts:

Mijnheer de minister, u zegt terecht investeren en hervormen, want het geld groeit inderdaad niet aan de bomen. Men kan mensen niet oneindig belasten. We moeten sober omgaan met de middelen die er zijn. U noemt dat doelmatig en verantwoordelijk.

Eigenlijk zeggen we hetzelfde. We moeten ervoor zorgen dat het budget onder controle blijft, dat we de excessen eruit halen, dat we de overconsumptie eruit halen. We moeten niet besparen om te besparen, maar wel om ervoor te zorgen dat we die handen aan het bed valoriseren, dat we die mensen erkennen in hun werk. We moeten ervoor zorgen dat we daar de werkdruk onder controle kunnen houden. Dat is de uitdaging die we in de komende jaren samen zullen moeten aangaan.

Daniel Bacquelaine:

Monsieur le ministre, la pénurie du personnel soignant n'est pas seulement un problème budgétaire. La vice-présidente des Mutualités chrétiennes indiquait justement ce matin dans la presse que des budgets étaient sous-utilisés et que des économies étaient faites parce qu'on ne trouvait pas de personnel à engager dans certains hôpitaux et maisons de repos.

Le problème porte sur le caractère attrayant de la profession. Donc, la réforme du paysage hospitalier est quelque chose d'essentiel, de même que celle du barème IFIC, comme cela été dit. Je partage cet avis. Il s'agit aussi de gratifier davantage le temps passé avec les patients. C'est extrêmement important, parce que cela permet également des économies. En effet, plus on valorise l'acte intellectuel, moins d'actes techniques sont accomplis dans ce pays. Par conséquent, je prône pour toute une série de réformes et, notamment, une proposition que je défends relativement à la pénibilité du métier d'infirmière, mais qui n'a malheureusement pas été reprise par le gouvernement Vivaldi.

Marie Meunier:

Monsieur le ministre, comme vous l'avez dit, la santé ne peut pas être une variable d'ajustement. Désinvestir dans les soins se paie cher et avec intérêts: des travailleurs de moins en moins nombreux, une pression croissante sur ceux qui restent, des professions qui n'attirent plus et des soins dégradés. Il faut pouvoir dire "stop"!

Il faut rassurer le secteur, notamment en adoptant le budget 2025, qui est toujours bloqué par les libéraux. Il faut revaloriser le métier des soins, améliorer les conditions de travail des soignants, leur permettre de mieux concilier leur travail et leur vie privée, donner l'envie aux jeunes de s'engager dans la profession, donner du temps et des bras au secteur des soins.

Dans la rue, aujourd'hui, aux côtés des soignants défile tout le non-marchand. Je pense aux aides à domicile, aux puéricultrices, aux enseignants, mais aussi aux acteurs de la culture. Ces travailleurs sont le ciment de notre solidarité et le pilier de notre bien-être collectif. Il faut les entendre et pouvoir leur apporter des réponses concrètes. Je vous remercie.

Sofie Merckx:

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, u bent vanochtend met directeurs van ziekenhuizen gaan praten. Misschien was u beter naar Brussel gekomen om in de straten te spreken met die 10.000, 20.000, 30.000 mensen die dagelijks aan het bed bij de patiënten en bij de ouderen werken en die de realiteit kennen. U zegt dat u van alles hebt gedaan waardoor alles beter is. Neen, mijnheer de minister, de situatie is vandaag niet beter in de zorgsector. Er werd geïnvesteerd maar er moeten veel meer middelen worden vrijgemaakt. U brengt ook een beetje een dubbel discours. U spreekt over besparen én investeren. Wat gaat u doen? Zult u besparen of zult u investeren in de zorg? De mensen in de zorgsector zien wat aangekondigd wordt. Er is sprake van 300 euro minder per maand voor een verpleegster, omdat ze niet meer goed betaald zal worden voor nachtwerk. Er zou een lager pensioen zijn voor de mensen in de zorgsector die geen volledige carrière hebben opgebouwd (…).

gezondheid en welzijn

De strijd tegen hiv
De strijd tegen hiv

Gesteld door

N-VA Kathleen Depoorter
CD&V Els Van Hoof

Aan

Frank Vandenbroucke (Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid)

Bekijk antwoord

Kathleen Depoorter:

Mijnheer de minister, voor het derde jaar op rij stijgt het aantal nieuwe hiv-besmettingen en in 2023 moesten 665 patiënten horen dat ze met hiv besmet zijn. Dat zijn er 13 per week, 13 % meer dan het jaar ervoor. Dan kunnen we ons vragen stellen bij ons beleid, want een hiv-besmetting is niet niets. Die zet een leven immers on hold en zorgt ervoor dat men heel veel taboes moet doorbreken en levenslang medicatie moet nemen. We hebben een lange weg afgelegd en we hebben goede medicatie die de patiënten in leven houdt, maar we kunnen hiv niet genezen.

Wat zegt Sciensano in zijn rapport? Dat we nieuwe hiv-besmettingen moeten proberen te voorkomen. Ik ben ervan overtuigd dat u dat weet. Wat kunnen we daarvoor doen? We kunnen beter sensibiliseren, want de groepen die op dit moment worden getroffen zijn divers. We kunnen sensibiliseren om meer condooms te gebruiken en informeren over hoe een dergelijke seksueel overdraagbare aandoening wordt doorgegeven. Ook sneller testen is heel belangrijk, een vroege diagnose is er op vandaag nog niet. We kunnen ook zorgen voor een betere toegankelijkheid tot medicatie. Er bestaat medicatie die men profylactisch kan nemen en die terugbetaald wordt wanneer een hiv-centrum daarvoor een terugbetalingsattest verstrekt. Volgens Sciensano is die medicatie echter niet toegankelijk genoeg. Die zouden we breder aan onze patiënten moeten kunnen aanleveren. Onze patiënten zouden de weg naar de terugbetaling gemakkelijker moeten vinden.

Er is een objectieve en snelle weg voor terugbetaling en dat is via de huisarts. Bent u bereid om ervoor te zorgen dat meer patiënten een eerste voorschrift voor PrEP kunnen krijgen via de huisarts?

Els Van Hoof:

Mijnheer de minister, mijn collega heeft reeds de cijfers geciteerd.

Vorig jaar kregen 665 personen het verdict van hiv, wat neerkomt op maar liefst twee personen per dag. Dat is enorm, het is een stijging van 13 % en we zien dat die stijging zich de laatste drie jaar voortzet. Ook al is hiv niet langer een doodvonnis, het stigma blijft en de gevolgen zijn enorm. Het wordt een chronische ziekte en preventie blijft het codewoord. We horen dat er een preventiepil PrEP is, sinds 2017 terugbetaald, die al door bijna 9.000 personen wordt gebruikt. Dat is zeer goed.

Enerzijds stellen we vast dat er een condoommoeheid heerst, anderzijds blijkt dat de PrEP-pil te weinig toegankelijk is, zeker voor kwetsbare personen door praktische drempels. Het is ook een taboe, want men moet zich begeven naar een hiv-referentiecentrum. Zeker voor kwetsbare personen is dat een hoge drempel. Bovendien stellen we vast, dat lazen we ook al de vorige jaren, dat er regelmatig wachtlijsten zijn voor die hiv-referentiecentra.

Wat cd&v vraagt is heel gewoon: maak zorg nabij. Zorg dat het stigma wordt doorbroken. Daarom vinden we heel concreet dat de preventiepil PrEP moet kunnen worden voorgeschreven door de huisarts. Dit werd concreet al enkele keren gevraagd door collega Nawal Farih. Ook dit jaar werd een resolutie aangenomen, voorgesteld door cd&v en unaniem goedgekeurd in de Senaat, waarin dit ook heel concreet werd gevraagd en ondersteund door uw partij.

Mijn vraag is heel concreet. U kondigde op een bepaald moment aan dat soepele voorwaarden nodig zijn voor het voorschrijfgedrag, maak hier alstublieft werk van en zorg ervoor dat PrEP kan worden voorgeschreven door de huisarts. Hoe kan men er anders voor zorgen dat minder mensen met hiv besmet worden?

Frank Vandenbroucke:

Mevrouw Depoorter, mevrouw Van Hoof, we hebben een aantal jaren een duidelijke daling gezien van het aantal hiv-infecties. Helaas is wat we de voorbije jaren zien niet goed, het aantal infecties stijgt opnieuw. We moeten dus absoluut opnieuw aanknopen met een actie die het mogelijk maakt dat de infecties dalen. We zien immers dat enerzijds het gebruik van PrEP aanzienlijk toeneemt, terwijl anderzijds andere soa’s, zoals gonorroe, toenemen. Daarover moeten we wel even nadenken.

Gezondheidsexperts stellen dat PrEP op dit ogenblik een succesverhaal is. Er zijn echter een paar andere problemen die zich steeds duidelijker manifesteren, zoals het dalende condoomgebruik. Daarop moeten wij dus inzetten.

Wij hebben samen met de deelstaten een nationaal hiv-plan uitgewerkt, dat tot 2026 loopt. Het gaat uit van de vaststelling dat elke besmetting er één te veel is. We hebben op federaal niveau een miljoen euro extra uitgetrokken voor dat plan, boven op het bedrag van 13 à 14 miljoen euro dat het RIZIV daarvoor al inschrijft. Het plan is twee jaar geleden helemaal op punt gesteld samen met alle betrokkenen, ook de patiënten. We hebben dat gedaan samen met de collega’s van de deelstaten, zoals mevrouw Crevits in Vlaanderen. Met een hele batterij acties zetten wij in op preventie, op testen, op goede zorg en op levenskwaliteit. Dat gaat van het blijvend sensibiliseren inzake seksuele gezondheid tot zelfs het systematisch contacteren en opnieuw oproepen van patiënten die niet voor hun follow-up opdagen.

PrEP is heel belangrijk als preventieve hiv-behandeling. PrEP wordt ook terugbetaald. De versoepelingen die zijn gevraagd, zijn ondertussen gerealiseerd, ze zijn er. Voor een intake gaat een patiënt naar een hiv-referentiecentrum. Dat is logisch, daar zit de expertise. Daarna kan die patiënt bij de huisarts terecht voor de hele opvolging. We hebben die versoepeling mogelijk gemaakt. Dat was daarvoor niet mogelijk, men moest altijd terug naar de specialist in het referentiecentrum. Die versoepeling is een groot succes, want het gebruik van PrEP neemt aanzienlijk toe.

Het volgende probleem, waarop mevrouw Van Hoof heeft gewezen, is het feit dat er bijzonder kwetsbare mensen zijn die zelfs niet verzekerd zijn. Ook daar kan ik u zeggen dat we eindelijk een oplossing hebben, want zeer recent heeft het Verzekeringscomité beslist om de medische en sociale centra voor sekswerkers een extra opdracht te geven, namelijk: PrEP ook toedienen aan mensen die niet verzekerd zijn. Dat is buitengewoon belangrijk. Daarmee is een laatste duidelijk drempel van financiële toegankelijkheid weggewerkt. Ik geloof dat de duidelijk stijgende cijfers van het gebruik van PrEP verder in die richting zullen evolueren.

Laten we het debat dus niet te veel toespitsten op PrEP. Dat is op zichzelf een succesverhaal, maar het volstaat absoluut niet. We moeten inzetten op seksuele en relationele vorming en op het gebruik van voorbehoedsmiddelen, want hiv is een ziekte die men kan vermijden, zoals u zegt, maar als men ze heeft, is het een levenslang probleem. Scholen, organisaties op het terrein, maar ook socialemediakanalen, moeten dus volop op sensibilisering blijven inzetten.

We hebben ter zake een goede samenwerking met de collega's in de deelstaten, die op het vlak van de sensibilisering hun rol spelen. Ik zal dat verder opvolgen en bespreken met de collega's in de deelstaten. In die zin zijn de cijfers die vandaag gepubliceerd zijn een belangrijk signaal en een wake-upcall.

Kathleen Depoorter:

Mijnheer de minister, we hebben een plan nodig, maar u gaat in uw antwoord uw verantwoordelijkheid uit de weg. Als minister van Volksgezondheid bent u bevoegd voor de terugbetaling van het medicijn PrEP, dat een hiv-besmetting kan voorkomen. Zoals u hebt gezegd, moet een patiënt zich nu naar een hiv-centrum begeven. Dat is echter een drempel. Dat eerste contact, dat doorbreken van het taboe, nemelijk zeggen dat men tot een risicogroep behoort, willen die patiënten met hun huisarts bespreken.

Als u kijkt naar het aantal hiv-diagnoses, ziet u dat de helft door de huisarts wordt gesteld. Geloof dus in de huisarts, geef hem vertrouwen en geef uw patiënten de zorg die ze nodig hebben, dicht bij huis.

Els Van Hoof:

Mijnheer de minister, collega's, het hiv-actieplan is inderdaad heel belangrijk: we moeten opsporen, testen en behandelen. Preventie is echter het codewoord. PrEP speelt daarin een heel belangrijke rol. Er zijn inderdaad zaken versoepeld, maar de drempel blijft bestaan. Ik zie een jongere nog niet gemakkelijk naar een hiv-referentiecentrum gaan. De huisarts moet dus PrEP kunnen voorschrijven. Ik begrijp niet waarom dat niet mogelijk kan worden gemaakt. Het is het eerste middel dat men moet gebruiken ter preventie. De huisarts is daartoe de beste manier, zeker nu men vaststelt dat hiv-besmettingen zich niet beperken tot de homogemeenschap. Het is veel diverser geworden, er zijn nieuwe besmettingen in alle leeftijdscategorieën en ook de heterogemeenschap wordt ermee geconfronteerd. We moeten vanaf nu een dam oprichten. Op 1 december is het Wereldaidsdag. We moeten dat lintje met trots kunnen dragen. Zorg er dus voor dat ook de huisarts PrEP kan voorschrijven.

gezondheid en welzijn

De vergoeding voor verpleegkundige stages

Gesteld door

CD&V Nawal Farih

Aan

Frank Vandenbroucke (Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid)

Bekijk antwoord

Nawal Farih:

Mijnheer de minister, verpleegkundigen hebben een heel dienstbaar beroep. Zij zetten zich in voor de samenleving door hun zorgende bijdrage. We staan echter voor enorm grote uitdagingen. Tegen 2040 hebben we maar liefst 124.000 extra zorgkundigen nodig. Dat is een gigantisch aantal, maar zoveel zijn er effectief nodig om dezelfde zorg als vandaag te kunnen aanbieden.

In dat verband wordt er wel vaker gesproken over maatregelen ter bevordering van de aantrekkelijkheid van het beroep. In de eerste plaats moeten we echter studenten mobiliseren om in het beroep van verpleegkundige in te stappen. Vandaag draaien studenten in hun vierde jaar verpleegkunde, die maar liefst 800 uren stage lopen, op voor de gemaakte onkosten. Dat kan voor cd&v niet. Het kan voor ons niet dat stagiairs die 800 uren meedraaien in een zorginstelling zelf voor hun werktenue moeten zorgen. Het kan voor ons niet dat stagiairs die meedraaien in een zorginstelling maar liefst 20 tot 30 euro verplaatsingskosten hebben om daar te geraken.

Voor cd&v is het heel belangrijk dat er een sterk statuut komt voor verpleegkundigen in opleiding. Dat wil zeggen dat wij moeten zorgen voor een onkostenvergoeding wanneer zij stage lopen. Daarnaast vinden wij als partij dat de 800 uren stage, waarmee studenten niet alleen bijleren maar ook bijdragen, moeten worden meegeteld bij de opbouw van hun anciënniteit zodra ze in de zorgsector instappen.

Mijnheer de minister, hoe kijkt u naar de kwestie? Hoe zult u ervoor zorgen dat niet enkel het beroep aantrekkelijk is, maar ook de opleiding en de stage?

Frank Vandenbroucke:

Mevrouw Farih, we hebben samen met de mensen op het terrein een toekomstagenda over het werken in de zorg opgesteld. Dat is een grote oefening waarmee we een volgende ronde van sociaal overleg voor het zorgpersoneel willen voorbereiden, want daar moet opnieuw in geïnvesteerd worden.

Uit die toekomstagenda blijkt overduidelijk het belang van goede stages, met een goede begeleiding tijdens de stage en goede werkomstandigheden. Dat is onontbeerlijk. Dat is een uitermate belangrijke verantwoordelijkheid van de onderwijssector en van de verantwoordelijken van de werkplekken. De Vlaamse overheid voorziet naar aanleiding van de verlenging van de opleiding van drie naar vier jaar al enkele jaren inderdaad in een onkostenvergoeding voor de stagiairs in het vierde jaar verpleegkunde. Het debat over de verbetering daarvan moet worden gevoerd in het Vlaams Parlement, dat bevoegd is voor de opleiding.

De Vlaamse regering heeft wel gevraagd of we zouden kunnen onderzoeken of een statuut van verpleegkundige in opleiding, ter verankering van wat zij met die vergoeding doet, iets zou bijdragen aan onze wetgeving. We hebben dat onderzocht en het heeft geen meerwaarde om in onze wetgeving op zorgberoepen nog eens een statuut bij te schrijven. Het debat over de onkostenvergoeding moet mijns inziens dus in het Vlaams Parlement worden gevoerd.

Ik wil beklemtonen dat de kwestie belangrijk is en dat we zeer veel hebben geïnvesteerd in de zorg en in de verpleegkunde. Ik noem de verbetering van de carrièremogelijkheden die we voor de bachelors tot stand brengen, wat ook de echte valorisatie is die nodig was voor de studenten waarvan de studie van drie naar vier jaar werd verlengd. Daar lag en ligt nog altijd een zeer groot deel van onze verantwoordelijkheid hier, maar ik denk dat u die mening deelt.

Nawal Farih:

Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord. U hebt verschillende facetten van de uitdagingen die voor ons liggen geschetst. Ik vind het wat jammer dat u verwijst naar de Vlaamse regering, het is u immers niet onbekend dat heel wat interfederale discussies nog niet uitgeklaard zijn. Wij denken met cd&v wel dat een statuut de verpleegkundigen in opleiding kan versterken. Toen er een groot gat dreigde omdat er geen zekerheid kon worden geboden aan verpleegkundigen in opleiding en we dus voor een enorme uitdaging stonden, koos cd&v in Vlaanderen ervoor om 1.000 euro voor elke student uit te trekken. Maar liefst 3.800 studenten hebben daarvan kunnen profiteren. Het is schitterend dat u dat toejuicht, maar in uw antwoord had ik dan wel willen horen dat u uw Vlaamse collega-minister, mevrouw Gennez, over de kwestie zou aanspreken.

economie en werk

De verlenging van het mandaat van de CEO van Proximus ondanks de slechte beursresultaten

Gesteld door

N-VA Michael Freilich

Aan

Petra De Sutter (Minister van Overheidsbedrijven en Ambtenarenzaken)

Bekijk antwoord

Michael Freilich:

Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, u bent minister van Overheidsbedrijven, beursgenoteerde overheidsbedrijven. Wij hebben niet zoveel dergelijke overheidsbedrijven, het zijn er twee, namelijk Proximus en bpost.

Wij weten allemaal hoe fantastisch bpost het gedaan heeft, hoe de beurskoers opgeveerd is en hoe de contracten werden onderhandeld. Laten wij dan kijken naar Proximus. Telecom is een mooie branche, een mooie sector, maar wel een heel andere sector. Vijf jaar geleden, bij het begin van de vorige legislatuur, bedroeg de beurswaarde van Proximus 9,3 miljard euro. Vandaag bedraagt die 2,2 miljard euro. 7 miljard euro ging in rook op. De beurskoers is gedaald met meer dan 75 %. Laten wij eens kijken naar onze buurlanden. KPN in Nederland heeft +30 % verwezenlijkt in vijf jaar. Deutsche Telekom in Duitsland heeft +80 % gerealiseerd. Dat verschil is enorm.

U zult nu zeggen dat u geen CEO bent maar minister. Dan nog, u controleert de raad van bestuur. U kunt de CEO toch wel een aantal belangrijke vragen stellen. U hebt de voorbije zomer, in juni of juli, het mandaat van de heer Guillaume Boutin, de CEO van Proximus, dat nog een jaar liep, stiekem, in lopende zaken laten verlengen met zes jaar. In plaats van die man onder druk te zetten en te zeggen dat hij iets moet doen aan de beurskoers van het bedrijf, geeft u hem nog eens zes jaar carte blanche. Leg dat eens uit. Het bedrijf Proximus is van ons allemaal, het gaat om ons geld, en dat gaat nu de dieperik in. U staat erbij, u kijkt ernaar en geeft nog een duwtje. Leg dat eens uit.

Petra De Sutter:

Mijnheer Freilich, u stelt een zeer actuele vraag, want op 25 juli werd inderdaad het mandaat van de heer Guillaume Boutin als CEO van Proximus door de voltallige raad van bestuur verlengd op aanbeveling van het benoemingscomité. U kent de procedure, u weet hoe dat gaat en wie welk mandaat heeft. De motivatie om dat te doen, is in de eerste plaats de erkenning van de visie en de excellente uitvoering van de strategische transformatie van het bedrijf, wat heeft geleid tot groei, zowel in België als internationaal.

U kijkt alleen naar de beurskoers, maar u moet ook naar andere cijfers kijken. Ik zal ze u geven. De raad van bestuur verwijst naar de heel belangrijke opdracht voor de heer Boutin inzake de fameuze uitrol van het mobiele 5G-netwerk en het vaste fibernetwerk waarin heel wat investeringen en versnellingen moesten optreden. De verlenging van het mandaat van de heer Boutin moet ook toelaten om de continuïteit te garanderen met een focus op de uitvoering van de strategie.

Het klopt – ik stel dat natuurlijk ook vast – dat de beurskoers van Proximus al enkele jaren nogal onder druk staat. Dat heeft voor een stuk te maken met de belangrijke investering van 6 miljard euro over meerdere jaren in het glasvezelnetwerk. Op korte termijn heeft dat natuurlijk een impact op de vrije kasstroom en op de uit te keren winsten, maar het is tegelijkertijd ook een langetermijninvestering over meerdere decennia die zowel het bedrijf als de klanten op lange termijn ten goede zal komen.

Daarnaast is er nog een andere externe factor die u ook zeer goed kent, namelijk de komst van de vierde operator op de Belgische markt. Toch legt Proximus echt wel sterke operationele en financiële resultaten voor. Ik verwijs bijvoorbeeld naar de aankondiging van de resultaten van het derde kwartaal met een groei van 3 %.

Michael Freilich:

Mevrouw de minister, u overtuigt mij niet. Nederland en Duitsland hebben ook een uitrol van 5G en glasvezel en daar doen ze het veel beter. U communiceert graag en vaak via sociale media, onder andere op Twitter, vandaag X. U communiceert over alle problemen van de wereld: dat Trump een slechterik is, dat u het probleem in het Midden-Oosten zult oplossen. Vandaag, godbetert, hebt u het over een resolutie in het Duitse Parlement waarbij u aangeeft hoe het moet stemmen. Over Proximus vind ik op uw sociale media echter helemaal niets terug. Vandaar mijn simpele vraag. U bent minister, u wordt daarvoor betaald. Doe uw job. Focus niet op alle andere problemen in de wereld, focus hier op de welvaart van de Vlaming, van alle Belgen. Zorg ervoor dat de aandelen van Proximus en van bpost kunnen stijgen. Dat is uw job. U wordt ervoor betaald. Do your work!

klimaat, energie en landbouw

De watersnood in Valencia
De overstromingen in Spanje
De COP29, de overstromingen in Spanje en de noodzaak van internationale klimaatambities

Gesteld door

Vooruit Oskar Seuntjens
PVDA-PTB Julien Ribaudo
Groen Meyrem Almaci

Aan

Zakia Khattabi (Minster van Klimaat, Milieu en Duurzame Ontwikkelin)

Bekijk antwoord

Voorzitter:

Collega's, naar aanleiding van deze drie vragen, deel ik graag mee dat ik in naam van dit Huis een brief heb geschreven aan de voorzitter van de Cortes teneinde ons medeleven te betuigen. Dat lijkt mij passend, aangezien de gebeurtenissen in Spanje toch zonder meer verschrikkelijk zijn. (Applaus)

Oskar Seuntjens:

Mijnheer de voorzitter, ik dank u voor de brief die u hebt gestuurd.

Mevrouw de minister, men hoort sommige mensen weleens zeggen dat we tijd genoeg hebben om ons te beschermen tegen de klimaatopwarming. Ze zouden raar opkijken in Valencia als ze dat zouden horen. Meer dan 200 mensen werden weggevaagd door een gigantische waterbom die alleen maar versterkt werd door de klimaatopwarming.

Door mensen alleen maar bang te maken zetten we geen stap vooruit. Wat de mensen van ons vragen is dat we hen beschermen. Als we eerlijk zijn, moeten we toegeven dat we vandaag nog te kwetsbaar zijn. Herinner u de overstromingen in Wallonië. Waar we nood aan hebben, is een klimaatbeleid dat durft door te pakken, dat keuzes durft te maken en dat iedereen meeneemt. Een woning kunnen kopen die niet gelegen is in overstromingsgebied zou niet mogen afhangen van de dikte van iemand portefeuille. De Vlaamse regering bewijst met de socialisten dat ze werk wil maken van betaalbare renovaties en een klimaatbeleid wil uitstippelen dat iedereen wil meenemen.

Mevrouw de minister, u vertrekt binnenkort naar de klimaattop in Azerbeidzjan. Ik denk dat iedereen in dit halfrond al kan voorspellen wat de algemene boodschap zal zijn die terug zal komen: de tijd is kort en we moeten nu actie ondernemen. Daar draait het om, actie ondernemen.

Welke keuzes maakt België? Zijn wij deel van een oplossing of kijken wij weg? Wij menen dat men die uitdagingen heel ernstig moet nemen en er tegelijkertijd voor moet zorgen dat de kosten niet altijd bij dezelfde groep mensen terechtkomen, maar eerlijk verdeeld worden. Mevrouw de minister, met welke boodschap trekt u straks naar de klimaattop in Azerbeidzjan?

Julien Ribaudo:

Madame la ministre, i maginez qu'en une journée, tout ce que vous avez toujours connu et qui vous tient à cœur – votre maison, votre voiture, l'école de vos enfants, le terrain de foot o ù vous jouez tous les jours – soit balayé, détruit, sous eau.

C'est précisément, chers collègues, ce qu'a connu la population de la région de Valence. En une seule nuit, il a plu davantage qu'en une année. Deux cents victimes, nonante personnes toujours portées disparues. C'est une catastrophe et je voudrais réitérer l'expression de mon soutien et de notre solidarité aux victimes et à leurs familles.

Madame la ministre, d è s les premiers instants du drame, des dizaines de bénévoles sont partis de tout le pays en camionnettes chargées pour prêter main-forte aux sinistrés. Et au moment o ù je vous parle, il y a des jeunes, des travailleurs qui sont sur le terrain, via les Solidarity Dienst notamment. Et c'est ça l'espoir, l'entraide et la solidarité car seul le peuple peut sauver le peuple.

Madame la ministre, ce n'est malheureusement pas la première ni la dernière fois mais c'est la réalité de la crise climatique. Ce qui s'est passé il y a quelques jours à 1 700 km de chez nous s'est déj à produit ici en 2021 à Verviers. Et tant en Espagne que chez nous, il est patent que nos gouvernements ne sont pas prêts. Il y a un vrai manque d'investissements pour lutter contre la crise climatique et adapter notre société à toutes ses conséquences. On le voit dans les projets d'austérité du gouvernement et dans les plans du futur gouvernement.

Madame la ministre, des investissements massifs sont indispensables pour faire face aux défis climatiques, pour adapter notre société et pour mitiger les effets de tels désastres. Car si la prochaine catastrophe se produit chez nous, nous ne pourrons pas dire que nous ne le savions pas.

Madame la ministre, (…)

Meyrem Almaci:

Mevrouw de minister, meer dan 219 doden en nog 93 vermisten, veel woede en wanhoop, ook veel solidariteit en een afwezige overheid. Overal, echt overal, bruine modder die zoveel levens heeft verwoest. De overstromingen in Valencia brengen echo's terug van de waterbom die bij ons en in Duitsland gevallen is en daar 220 levens heeft geëist. De heropbouw is nog altijd bezig.

Solidariteit is belangrijk, ook van hieruit tot in Valencia. Wat daar gebeurde, en wat ook hier in de Ardennen gebeurde, maakt echter duidelijk dat de klimaatverandering allesbehalve een ver-van-mijn-bedshow is. Ons Europees continent is een van de kwetsbaarste. Dergelijke rampen zullen zich vaker voordoen en we zullen ons er beter op moeten voorbereiden. Dat is geen groene ideologie, maar keiharde realpolitik. We dienen te handelen naar de omstandigheden.

Met de COP die volgende week start, roepen wij dan ook alle hens aan dek. Alle experts vragen om meer klimaatambitie, meer adaptatie én meer investeringen. Al die zaken samen. Het kan dus niet zoals in Valencia, waar de voorzieningen werden afgebouwd, ook niet zoals onder de Zweedse regering, waar minister Jambon de civiele bescherming afbouwde, en ook niet, collega Seuntjens, zoals onder de Vlaamse regering die nu de budgetten voor de aanpak van overstromingen meer dan halveert. Niet zo!

De herverkiezing van Trump maakt duidelijk dat Europa het voortouw zal moeten nemen.

Mevrouw de minister, daarom vraag ik u heel eenvoudig welke boodschap u volgende week op de COP zult verdedigen.

Zakia Khattabi:

Chers collègues, c'est avec beaucoup d'émotion que je viens à nouveau devant vous commenter un drame humain. Avant de l'évoquer, je voudrais prendre quelques secondes de mon temps pour rendre hommage aux victimes de Valence.

La crise climatique n'est, depuis longtemps déjà, plus qu'une seule réalité scientifique. Elle a désormais un visage, un nom. À Valence, comme à Verviers d'ailleurs, c'est celui d'un parent, d'un ami, d'un collègue.

Les autorités espagnoles annonçaient tout à l'heure que le nombre de morts s'élevait désormais à 219 et que 93 personnes étaient encore portées disparues.

Alors, je voudrais leur dire que leur colère est légitime et que je la partage. Ce qui s'est passé à Valence n'est pas un accident. Ces catastrophes se succèdent mettant en lumière nos faillites, l'imperméabilisation des sols à outrance, le désinvestissement dans des services publics de première ligne, des politiques d'atténuation trop peu ambitieuses, des politiques d'adaptation trop peu investies. Tout cela aurait pu ou plutôt aurait dû être évité.

Ces catastrophes qui se suivent, là comme ailleurs, constituent à mes yeux – et je l'assume – des actes criminels causés par un aveuglement politique.

Het World Economic Forum identificeert de klimaatcrisis als een van de belangrijkste dreigingen. Ook de Belgische veiligheidsstrategie erkent de risico’s van klimaatverandering en biodiversiteitsverlies. De wetenschappelijke informatie is er. Vele oplossingen zijn er. Het ontbreekt echter aan politiek leiderschap om coherente keuzes te maken, met aandacht voor het rechtvaardige en duurzame karakter van de noodzakelijke transitie naar een duurzame maatschappij.

Le drame en Espagne nous rappelle une nouvelle fois l'importance d'une action urgente et coordonnée dans tous les aspects de la politique climatique. L'atténuation, l'adaptation, la gestion des pertes et préjudices font l'objet de nos discussions et engagements internationaux.

L'urgence de réduire les émissions au niveau mondial ne s'est pas arrêtée. L'Union a des objectifs ambitieux et les politiques convenues doivent maintenant être mises en œuvre. Chaque dixième de degré compte et, comme vous le savez, malheureusement, notre pays n'a pas fait sa part.

Nous devons par ailleurs avancer dans l'adaptation. Un récent rapport spécial de la Cour des comptes européenne met en évidence les lacunes évidentes dans la mise en œuvre des politiques d'adaptation de l'Union et de ses États membres.

En la matière, considérant que le dérèglement climatique est un enjeu majeur de sécurité, j'ai officiellement lancé, le 22 avril dernier, le nouveau Centre d'analyse des risques du changement climatique (Cerac) qui identifiera les risques environnementaux et climatiques en temps utile et fera rapport au Conseil national de sécurité (CNS), permettant ainsi d'anticiper au mieux les dangers en la matière.

Un plan national d'adaptation cohérent est aussi nécessaire, accordant suffisamment d'attention, précisément à la coordination et à la coopération.

L'économiste britannique Nicholas Stern avait déjà calculé en 2006 que les mesures visant à réduire drastiquement les émissions de gaz à effet de serre coûteraient 1 % du PIB tandis que celles visant à adapter la société au changement climatique en coûteraient entre 5 et 20 %. Le choix doit donc être clair!

À Valence, les conséquences vont coûter des dizaines de milliards d'euros. Le coût de l'inaction est donc bien plus élevé que l'ambition. Aujourd'hui, comme à chacune de mes interventions faites à ce pupitre depuis quatre ans, je répète que gouverner c'est prévoir et qu'appuyer sur le bouton pause n'est pas une option.

Het is duidelijk dat de internationale geopolitieke context niet bevorderlijk is voor globale samenwerking op het vlak van de internationale klimaatambitie. Het afgelopen jaar was reeds merkbaar hoe globale spanningen zoals de opvolging van de covidcrisis of de conflicten in Oekraïne en het Midden-Oosten de internationale klimaatonderhandelingen beïnvloeden. Het wordt moeilijker om akkoorden te vinden en bepaalde landen verliezen hun capaciteit om op te treden als bruggenbouwer en honest broker .

De uitslag van de Amerikaanse verkiezingen is hier een bijkomend element. Tijdens zijn vorige termijn heeft president Trump het proces in gang gezet om uit het akkoord van Parijs te stappen en heeft hij de impact van de klimaatcrisis geminimaliseerd. De rol van de EU op internationaal niveau wordt nog belangrijker in die context, alsook die van de actoren in het breed maatschappelijk middenveld in de Verenigde Staten en elders.

Oskar Seuntjens:

Dank voor uw antwoord, mevrouw de minister.

De afgelopen dagen berichtte men in het nieuws vaak dat deze regering en zeker de volgende regering ons land op financieel vlak moet klaarmaken voor de toekomst. Daarbij mogen we duurzaamheid zeker niet uit het oog verliezen. De Vooruitfractie pleit voor sterke hervormingen waarbij we tezelfdertijd niemand uit het oog verliezen en dat is mogelijk. We kunnen onze mensen bijvoorbeeld beschermen tegen de klimaatopwarming en onze begroting gezonder maken door de nog steeds bestaande miljardensubsidies aan de fossiele sector te beperken. Wij socialisten zullen altijd strijden voor hervormingen gebaseerd op solidariteit. Dat is de strijd die wij elke dag zullen voeren.

Julien Ribaudo:

Madame la ministre, merci pour votre réponse.

Vous parlez, s'agissant de la crise de climatique, de nos faillites, de désinvestissement, d'aveuglement politique. Laissez-moi vous rappeler que vous êtes ministre dans un gouvernement qui a réintroduit les règles d'austérité sous la présidence belge de l'Union européenne.

C'est un ministre de la Vivaldi, madame, qui a fièrement rebaptisé les normes de Maastricht en normes de Gand. C'est votre gouvernement qui a enfermé une fois de plus notre pays dans des politiques d'économies, et le prochain qui veut imposer l'austérité.

Si vous ne prenez pas vos responsabilités, madame la ministre, si vous ne changez pas de politique, c'est la population qui va payer le coût de la crise climatique. Et, ça, le PTB ne l'acceptera jamais.

Voorzitter:

Je félicite le collègue Ribaudo pour sa première question posée dans l'hémicycle. (Applaudissements)

Meyrem Almaci:

Mevrouw de minister, dank u voor uw heldere woorden. Wat er gebeurt in Valencia, wat er gebeurd is bij ons, zijn spiegels die ons voorhouden dat het anders moet en dat het beter moet. We kunnen het ons niet veroorloven te wachten op een volgende ramp, we moeten bijsturen. Dat zal inderdaad geld kosten, maar het gaat om investeringen. De prijs van ontreddering zal altijd vele malen hoger liggen dan de kosten voor preventie. Door te investeren zal men mensenlevens redden, zal men de toekomstige en huidige generaties beschermen tegen erger. De prijs van nietsdoen, van klimaatpauzes en allerlei andere onzin zal vele malen hoger liggen. We zijn het aan alle slachtoffers, aan alle nabestaanden, aan al diegenen die hun bedrijf moeten heropbouwen verplicht om het beter te doen. Het moet mij van het hart dat het door de Vlaamse regering is dat we internationaal met lege handen staan. Er is nog wel wat werk aan de winkel, collega’s. Zeker daar, want de waterbom kost Vlaanderen (…)

veiligheid, justitie en defensie

De gevolgen van de verkiezing van Donald Trump tot president van de Verenigde Staten
De herverkiezing van Donald Trump tot president van de Verenigde Staten
De politieke gevolgen van de verkiezingen in de Verenigde Staten
De verkiezingen in de Verenigde Staten
De verkiezing van Donald Trump
De Amerikaanse verkiezingen

Gesteld door

DéFI François De Smet
Open Vld Kjell Vander Elst
MR Michel De Maegd
PS Christophe Lacroix
PVDA-PTB Raoul Hedebouw
N-VA Anneleen Van Bossuyt

Aan

Hadja Lahbib (Minister van Buitenlandse Zaken, Europese Zaken, Buitenlandse Handel en Federale Culturele Instellingen)

Bekijk antwoord

Voorzitter:

Mevrouw de minister, ik weet niet of u de voorbije dagen veel tijd hebt gehad om u voor te bereiden op de vergadering van vandaag; u hebt dat alleszins gedaan, en met verve, voor een andere vragenronde.

François De Smet:

Monsieur le président, madame la ministre, le peuple américain a parlé. Il l’a fait clairement, et il a choisi une nouvelle fois d’envoyer à la présidence un personnage autocrate, outrancier et qui a déjà mis en danger les institutions démocratiques. Mais il l’a fait démocratiquement et souverainement, et nous devons en prendre acte.

Le message me paraît clair. Le nationalisme et le populisme ne sont pas des parenthèses de l’Histoire. Ce sont des courants structurants. Ceux qui veulent combattre ces courants doivent sortir de leur bulle et en prendre acte, là aussi.

Il me semble que cette élection est un séisme pour le monde, et donc pour l’Europe. Cela doit être un réveil pour l’Europe, sur trois plans.

D’abord, sur la question de l’industrie et de l’économie. Je rappelle que nous sommes en train de fermer notre avant-dernière industrie automobile. Voulons-nous continuer à être les simples consommateurs d’une mondialisation décidée par les Américains et la Chine, ou voulons-nous une place dans le cockpit?

Ensuite, il y a l’énergie. La guerre en Ukraine l’a montré: l’Europe est extrêmement dépendante aux énergies fossiles en général. Nous savons qu’une Europe plus indépendante demain doit absolument reposer sur un pilier renouvelable et un pilier nucléaire.

Enfin, il y a la question de la défense. C’est ma principale question, madame la ministre. Un crash test va arriver très vite: c’est la question de l’Ukraine. Nous savons que M. Trump a l’intention de sacrifier l’Ukraine. Nous ne le voyons pas, d’ailleurs, prendre une décision qui pourrait contrarier M. Poutine de manière générale.

Allons-nous abandonner l’Ukraine? Nous, les Européen, et nous, la Belgique. Allons-nous abandonner ce peuple qui, depuis deux ans, fait face à l’impérialisme de M. Poutine? Allons-nous suivre le mouvement des Américains qui vont très probablement se retirer? Ou allons-nous, au contraire, profiter de ce moment, en nous disant que nous n’allons pas abandonner les Ukrainiens, que nous allons au contraire rehausser notre investissement et enfin faire en sorte que cet investissement soit à la hauteur de nos mots, car, malheureusement, nous avons beaucoup de grands principes, mais nos moyens, l’aide financière, l’aide militaire à l’Ukraine, ne suffisent pas?

Kjell Vander Elst:

Mevrouw de minister, ik wil u in de eerste plaats feliciteren met uw hoorzitting van gisteren. Als Eurocommissaris voor Paraatheid en Crisisbeheer zult u uw handen vol hebben. Dat blijkt ook sinds gisteren. Donald Trump is immers verkozen als Amerikaans president met een zeer sterk mandaat van de Amerikaanse bevolking. Ik weiger echter mee te gaan in de paniekzaaierij. De wereld zal van vandaag op morgen niet ineens vergaan. De Verenigde Staten zijn een belangrijke bondgenoot van België en de Europese Unie. De strategische en economische banden tussen ons land en Amerika zijn sterk. Die zijn er vandaag en die zullen er in de toekomst ook nog steeds zijn.

We mogen echter niet naïef zijn. De Verenigde Staten en Trump zullen ons met de neus op een aantal zaken duwen. Een van die zaken is dat wij onvoldoende investeren in onze defensie en in onze veiligheid. Wij zijn freeriders in het NAVO-partnerschap en dat moet stoppen. Trump heeft daarin voor de volle 100 % gelijk. We moeten meer investeren in onze defensie, beter samenwerken met de Europese lidstaten om onze veiligheid te garanderen en we moeten af van het imago dat wij het kleine broertje van de Verenigde Staten zijn. Kortom, ons continent moet volwassen worden en de Europese Unie moet haar verantwoordelijkheid nemen.

Mevrouw de minister, hoe ziet u de samenwerking met Amerika de komende jaren en wat is voor u de belangrijkste uitdaging voor de toekomst?

Michel De Maegd:

Madame la ministre, les électeurs américains l'ont décidé, et de façon incontestable: Donald Trump sera le prochain président des États-Unis. Cela soulève bien des inquiétudes en Europe. Dans le même temps, vous le savez, nous sommes viscéralement attachés à une relation transatlantique constructive, au bénéfice des deux partenaires. Cela ne doit donc pas occulter la nécessité primordiale pour les Européens de développer leur autonomie stratégique. C'est crucial pour constituer une relation équilibrée dans laquelle chacun puisse se respecter et se retrouver.

J'aimerais donc vous poser quelques questions sur les perspectives d'avenir de cette relation dans un contexte géopolitique mondial des plus tendus et des plus complexes.

Madame la ministre, comment analysez-vous les résultats de cette élection et ses conséquences sur les intérêts de la Belgique aux États-Unis? La Belgique et l'Europe peuvent craindre un impact sérieux sur leur commerce extérieur, et donc sur notre croissance économique. Comment peut-on y faire face?

La sécurité européenne, le rôle de l'OTAN, la poursuite de l'aide à l'Ukraine restent des enjeux primordiaux. Comment les Européens vont-ils assumer leurs responsabilités et rester des acteurs respectés en la matière?

On connaît la proximité politique entre Donald Trump et le premier ministre israélien Benjamin Netanyahu. Comment le message européen peut-il rester audible et crédible afin de parvenir à une paix régionale et à une solution à deux États?

Enfin, madame la ministre, l'élection de Donald Trump doit plus que jamais accélérer l'approfondissement du projet européen, accélérer notre autonomie stratégique. Nous devons renforcer l'Union, assumer nos responsabilités en termes de sécurité, d'énergie, de commerce international mais aussi de politique étrangère. Comment l'Union européenne s'est-elle préparée à ce défi, et comment la Belgique va-t-elle y contribuer?

Christophe Lacroix:

Madame la ministre, depuis hier, nous avons à la tête d'une des plus grandes puissances de ce monde un véritable danger. Donald Trump a gagné largement les élections et a bénéficié d'un soutien populaire massif. C'est, du reste, un large soutien que nous n'imaginions même pas. Rendez-vous compte: 20 % des hommes noirs ont voté pour un raciste décomplexé; 54 % des latinos ont voté pour un homme qui n'a pas hésité à dire que des immigrés mangent des chats et des chiens; 52 % des femmes blanches ont voté pour un misogyne, un violeur et un homme qui veut supprimer leurs droits les plus élémentaires comme celui de disposer de leur corps et le droit à l'avortement. Nous espérions la victoire de Kamala Harris, mais il n'en sera pas ainsi.

Les États-Unis , le pays de la liberté, retombent aux mains du conservatisme et de l'obscurantisme. Nous recommençons une traversée glaçante et glaciaire, axée sur le protectionnisme, l'augmentation des droits de douane, le repli sur soi et la diffusion de la haine de ceux qui sont différents. Nous débutons une période violente, durant laquelle la recherche de la paix ne sera pas la priorité. Je pense à l'Ukraine et aux Palestiniens.

Nous sommes des démocrates, nous respectons bien entendu le résultat des urnes, mais notre responsabilité est immense. Toute faiblesse doit être exclue, de même que toute passivité. Nous devons mettre fin à cet extrémisme de droite, à ce terreau pour le populisme, car nous nous situons sur une faille, un point de basculement violent, une période sans scrupule.

Madame la ministre, dans ce moment que je qualifierais d'historique, la Belgique s'est-elle exprimée à l'annonce de l'élection de Trump? Comment envisagez-vous nos futures relations bilatérales et multilatérales?

Raoul Hedebouw:

Madame la ministre des Affaires étrangères de Belgique, l'élection de Donald Trump est une mauvaise chose pour la classe ouvrière et la classe travailleuse américaine. Son programme est clair. C'est le programme du pourcent les plus riches. Il est lui-même un milliardaire fini. Il a lui-même gagné sa campagne en recevant le soutien d'Elon Musk, le big business de la big tech , la communication des plus riches. Il a lui-même, quand il était d'ailleurs président, organisé mille milliards de cadeaux fiscaux aux grandes multinationales. Il a exclu huit millions de travailleurs américains du paiement des heures supplémentaires. Il s'est opposé à l'augmentation du salaire minimum. C'est donc une mauvaise choses pour les travailleurs américains.

Mais cette victoire a évidemment aussi été possible par la défaite cuisante du parti démocrate qui, lui aussi, est le parti de Wall Street et qui, lui aussi, n'a plus su écouter les travailleurs et a organisé réellement la perte de pouvoir d'achat des travailleurs. Comme le dit Bernie Sanders, le parti démocrate a été confronté au fait que, si le parti démocrate a abandonné la classe travailleuse, évidemment, la classe travailleuse a abandonné le parti démocrate.

Se pose maintenant la question pour toutes les forces sociales du monde, pas uniquement aux États-Unis, de savoir ce que nous allons faire. Qu'allons-nous faire ici en Europe, madame la ministre des Affaires étrangères? Continuerons-nous à suivre les Américains?

Zullen wij alweer de schoothondjes zijn van de Amerikanen en de NAVO? Zullen wij alweer blindelings de imperialistische operaties van Amerika in Afghanistan, in Irak en in Syrië volgen?

Ou prendrons-nous notre vraie politique indépendante? C'est la question que j'avais posée pendant la campagne électorale. Allons-nous suivre notre propre voie et tendre la main aux peuples du Sud, tendre la main solidaire plutôt que de suivre la politique guerrière des Américains? Voilà la question!

Anneleen Van Bossuyt:

Goedemiddag, mevrouw de minister. Proficiat met uw verkiezing als Europees commissaris. Ik hoop dat u van die positie zult gebruikmaken om de belangen van Europa en de Verenigde Staten te vrijwaren.

Afgelopen dinsdag werd een nieuwe Amerikaanse president verkozen. Wij horen dat sommigen hier in het halfrond daar een probleem mee hebben. Het is niet de kandidaat geworden die zij hoopten dat het ging worden. Wij als democraten respecteren echter de keuze van het Amerikaanse volk.

Volgens ons is het nu vooral essentieel dat wij onze relatie met de Verenigde Staten in de veranderde context blijven versterken. Wij hebben elkaar meer dan ooit nodig. De Verenigde Staten behoren tot onze belangrijkste handelspartners. Het beleid van de nieuwe Amerikaanse regering zal ook gevolgen hebben voor onze Europese economie. De economische band tussen de Verenigde Staten en Europa is immers zeer sterk. Denk maar aan sectoren als chemie, energie, industrie, technologie en zelfs landbouw. Eventuele veranderingen in het Amerikaanse handelsbeleid zullen direct voelbaar zijn in onze economie. Stel dat de Verenigde Staten een zeer protectionistische koers varen, dan heeft dat een directe invloed op onze export en zal dat ook onze inflatie aanwakkeren.

Daarnaast zijn er geopolitieke uitdagingen. Donald Trump heeft al gezegd dat NAVO-partners die hun defensiedoelen niet halen, minder steun zullen krijgen. Wij, als rode lantaarn wat dat betreft, moeten daar toch aandacht voor hebben.

Mevrouw de minister, hoe zal, ten eerste, dit land zich in de toekomst positioneren ten opzichte van de Verenigde Staten?

Ten tweede, hoe ziet u de effecten op onze geopolitieke relaties, onze handelsrelaties, onze economische relaties en onze veiligheidsbelangen?

Hadja Lahbib:

Mesdames et messieurs les députés, j'entends vos avis. Cette maison permet à chacun de s'exprimer sur le vote qui a été émis hier matin de façon démocratique par les électeurs américains. Je ne me permettrai pas de juger, en tant que ministre des Affaires étrangères, ce choix démocratique. Le premier ministre a d'ailleurs félicité Donald Trump au nom de la Belgique.

Tout le monde se demande quelles seront les conséquences de cette élection. Les États-Unis, l'Europe et la Belgique ont toujours été des partenaires économiques intenses. Ce sont des centaines de milliers d'emplois et les échanges économiques entre nos deux continents représentent évidemment un chiffre d'affaires très important. Ce sont aussi des relations diplomatiques, stratégiques qui sont essentielles.

Nous devons absolument continuer à renforcer cette relation transatlantique à tous les niveaux, autour des valeurs démocratiques de l'État de droit et du multilatéralisme, qui est de plus en plus mis en danger avec les nombreuses violations du droit international auxquelles nous assistons actuellement.

Dans le même temps, l'Union européenne doit prendre son destin en main, peu importe finalement le résultat outre-Atlantique. Il est important de ne pas rester spectateurs des évolutions mondiales et de ne pas être dépendants d'un contexte international. Nous devons continuer à renforcer notre autonomie stratégique à tous les niveaux. Je pense au secteur de l'énergie, à notre politique de Défense, à notre politique industrielle mais aussi à la lutte contre toutes nos formes de dépendances stratégiques, qu'elles soient au niveau de la Défense, de la sécurité sanitaire ou encore de notre compétitivité.

Vous m'avez questionnée sur notre Défense et en particulier sur l'OTAN.

In de NAVO zijn de Verenigde Staten een belangrijke en betrouwbare partner, net als de 31 andere lidstaten. Wij blijven sterk geloven in de onderlinge duurzame banden. Onze collectieve veiligheid kan er alleen maar wel bij varen.

Le Conseil européen va d'ailleurs mener ce soir à Budapest un débat sur les relations transatlantiques et leur impact sur la sécurité et la géopolitique, notamment s'agissant des conflits qui nous occupent le plus. En ce qui concerne l'Ukraine, notre position est que tout processus de paix ne peut avoir lieu qu'en impliquant étroitement l'Ukraine et en prenant en compte ses préoccupations légitimes.

In Boedapest zullen de Europese leiders ook ingaan op de mondiale uitdagingen, waaronder de klimaatveranderingen.

Mesdames et messieurs les députés, dans un monde instable, plein de défis, où les crises deviennent la norme, l'Europe doit plus que jamais se montrer unie et prendre son destin en main, pour garantir sa propre souveraineté, son autonomie stratégique et pour faire demeurer ce projet de paix et de prospérité qui fait la fierté de quelques 450 millions d'Européens.

François De Smet:

Merci pour votre réponse, madame la ministre.

Je ne peux pas m'empêcher d'être inquiet – parce que nous vivons des moments difficiles, historiques et en face de cela, nous avons un gouvernement qui est en affaires courantes, qui n'est donc pas encore plein et légitime.

Moi aussi, je vous félicite pour votre confirmation au sein de la Commission européenne et je vous souhaite un bon travail là-bas. Or, votre départ marque aussi le fait que ce gouvernement va devenir un vaisseau fantôme, comme c'était le cas déjà lorsque Charles Michel et Didier Reynders sont partis. Nous avons d'un côté Trump, nous avons l'Ukraine, nous avons le climat, nous avons une possible récession et, d'un autre côté, nous avons des partis de l'Arizona dont on ne comprend pas très bien où ils en sont. Certains font des notes, d'autres diffusent les notes, les troisièmes contestent les notes. Vous avez des gens qui se disputent sur les tableaux budgétaires, vous avez des gens qui vont voir le Roi et qui ne sont pas d'accord à cinq. Je pense qu'il est grand temps que nous nous hissions à la hauteur des enjeux, parce que le monde, lui, n'attend pas.

Kjell Vander Elst:

Mevrouw de minister, ik dank u voor uw duidelijke antwoord.

Eén zaak is glashelder: de Europese Commissie en de Europese Unie zullen sterk uit de startblokken moeten schieten.

Ik herhaal dat het schrikbeeld en de paniekzaaierij, die hier door verschillende partijen opnieuw zijn tentoongespreid, ons geen stap vooruitbrengen. Wij moeten onze rug rechten. Europa moet een sterk blok vormen.

Ook ons land moet verantwoordelijkheid opnemen. Door het getreuzel van de onderhandelende arizonapartijen verliezen we tijd. Die luxe hebben we niet. De prioriteit voor ons land moet zijn dat we investeren in defensie en in onze veiligheid, nu meer dan ooit.

Michel De Maegd:

Merci, madame la ministre, pour vos réponses

Le retour de Donald Trump à la Maison-Blanche marque, il est vrai, un tournant décisif, mais je ne partage évidemment pas les outrances et la vision quelque peu caricaturale des communistes. En effet, à les écouter, on se demande pourquoi les Américains ont voté pour Donald Trump, en réalité. Ceci étant dit, c'est un signal d'alarme pour l'Europe. Elle ne peut plus être dépendante de Washington et d'un président imprévisible, et qui ne vise au final que l'intérêt américain.

Défense, énergie, commerce, nouvelles technologies: nous devons renforcer d'urgence notre autonomie. C'est une question de souveraineté mais c'est aussi, chers collègues, une question de survie du projet européen. L'Union européenne s'est construite dans les crises, comme celles qu'elle traverse aujourd'hui, avec notamment la guerre en Ukraine. Ces crises doivent être le marchepied d'une Europe beaucoup plus forte. Nous devons être maîtres de notre destin, un destin lié à nos alliés, bien sûr, mais qui ne dépend pas de leur seul bon vouloir. Alliés oui, aliénés non: ce serait le début de la fin.

Dans un autre registre, madame la ministre, permettez-moi, au nom de mon groupe, de vous féliciter pour votre accession à la Commission européenne.

Christophe Lacroix:

Madame la ministre, je vous remercie.

Ce que Trump et ses alliés, Milei, Orban, Meloni, Le Pen, Wilders et j'en passe et pas des meilleurs, espèrent, c'est notre résignation. Mais il y a quelque chose qui ne nous manquera jamais à nous, socialistes: c'est la résolution, c'est le courage et la fidélité.

Je l'affirme avec une forme de solennité car le moment est historique, mais aussi et surtout avec une conviction inébranlable: nous, socialistes, serons toujours en première ligne pour défendre la démocratie et les libertés. Nous, socialistes, serons toujours en première ligne pour défendre les droits des femmes et le droit à l'avortement. Nous, socialistes, serons toujours en première ligne pour défendre les minorités et les personnes LGBTQIA+. Nous, socialistes, serons en première ligne pour protéger la santé et la protection sociale. Nous, socialistes, serons en première ligne aux côtés des Palestiniens et des Ukrainiens et de tous ceux qui souffrent.

L'espoir est toujours plus fort que la peur. La justice triomphe toujours de la haine.

Raoul Hedebouw:

Madame la ministre, comment peut-on être aussi naïf? Donald Trump dit clairement qu'il va se battre à fond pour les intérêts impérialistes américains, et uniquement ceux-là, et votre conclusion politique est qu'il faut renforcer les relations transatlantiques! Mais combien de temps allons-nous encore nous faire berner en croyant naïvement que les Américains défendent les intérêts des Européens? Les Américains défendent l'impérialisme américain. Quand ils disent qu'ils soutiennent Netanyahu au moyen de milliards de dollars en armement, que fait l'Union européenne? Elle se met au garde-à-vous. Que fait-elle lorsque les États-Unis d'Amérique annoncent qu'ils vont bombarder l'Afghanistan, la Libye, la Syrie? Elle se met au garde-à-vous! Quand les Américains nous vendent un gaz très cher pour des milliards d'euros aux dépens de notre industrie, que fait-elle? Elle se met au garde-à-vous.

Combien de temps allons-nous encore croire que cela peut continuer? Tendons la main à tous les pays du Sud qui, aujourd'hui, n'acceptent plus l'ordre (…)

Anneleen Van Bossuyt:

Collega’s, de Amerikaanse kiezer heeft gekozen en we moeten die democratische keuze respecteren. Dat lijkt misschien vanzelfsprekend, maar geloof mij: als men uitgescholden, uitgejouwd en bespuwd wordt, terwijl men een duidelijk mandaat van de kiezer heeft gekregen, dan beseft men dat dat voor sommigen in onze samenleving niet meer zo vanzelfsprekend is. (Applaus en staande ovatie op de banken van de N-VA)

veiligheid, justitie en defensie

De reactie van de regering op de arrestatie van Ahoo Daryaei door de Iraanse zedenpolitie

Gesteld door

Les Engagés Jean-Luc Crucke

Aan

Hadja Lahbib (Minister van Buitenlandse Zaken, Europese Zaken, Buitenlandse Handel en Federale Culturele Instellingen)

Bekijk antwoord

Jean-Luc Crucke:

Madame la ministre, je manquerais à mes devoirs en ne vous félicitant pas, en mon nom et au nom de mon groupe des Engagés, pour le feu vert que nos collègues parlementaires européens ont donné à votre nomination.

Malheureusement, le sujet que je dois aborder avec vous est moins réjouissant. Vous l'avez certainement vu passer sur les réseaux sociaux, la jeune étudiante iranienne Ahou Daryaei, pour avoir osé contester le diktat vestimentaire face à une police des mœurs de sinistre réputation, termine sans doute aujourd'hui – dans le meilleur des cas, dirais-je – dans un hôpital dit psychiatrique avec, sans doute, des marques à vie. Derrière cette jeune étudiante, il y a d'autres femmes iraniennes. Il y a manifestement dans ce pays, berceau de l'Occident doté d'une culture extraordinaire, une aliénation inacceptable des droits des femmes. Et il est heureux de voir que des citoyens se sont mobilisés via les réseaux sociaux, via une vidéo. On voit qu'il y a un besoin de réaction.

Si je vous questionne aujourd'hui, c'est parce que je voudrais que notre pays réagisse par la voix de la ministre des Affaires étrang è res et de celle du premier ministre pour dire d'une voix forte à cette femme ainsi qu' à toutes les Iraniennes que nous ne les abandonnerons pas. Vous allez assumer une responsabilité au sein de la Commission européenne, il faut que là aussi nous puissions être fiers de ce que nous sommes et fiers surtout de nous montrer solidaires avec ces femmes.

Madame la ministre, quelle est la voix que vous allez porter? Demanderez-vous un rapport à l'ambassadeur? Convoquerez-vous l'ambassadeur d'Iran pour lui communiquer que c'est pour nous totalement inacceptable?

Hadja Lahbib:

Monsieur le député, l'image de cette jeune iranienne qui, par révolte, par désespoir, défie au péril de sa vie un régime qui piétine les droits et les libertés les plus essentiels à l'épanouissement de tout être humain est un exemple de courage, de bravoure et ce geste doit toutes et tous nous inspirer.

Chacun, là où nous sommes, au Parlement, au gouvernement ou dans la société, a un rôle à jouer pour faire avancer les libertés fondamentales et les droits humains. J'y suis très attachée et je me suis d'ailleurs exprimée hier à ce sujet au Parlement européen. Il s'agira certainement de l'une de mes priorités lors de mon prochain mandat.

En tant qu'actuelle ministre des Affaires étrangères, mon rôle est d'agir dans l'intérêt d'Ahou Daryaei, dont le nom restera dans l'histoire. La jeune fille serait actuellement dans un hôpital de Téhéran. Comme je l'ai dit, chacun doit jouer son rôle. Notre ambassade à Téhéran est mobilisée et suit la situation de près avec la discrétion nécessaire pour protéger la vie d'Ahou Daryaei. C'est la raison pour laquelle vous n'avez sans doute pas vu de réaction de la ministre des Affaires étrangères qui est devant vous, ni d'autres ministres des Affaires étrangères d'ailleurs. La diplomatie doit parfois se faire en toute discrétion pour protéger la vie des concernés.

Jean-Luc Crucke:

Je vous remercie, madame la ministre, pour votre réaction et la sensibilité de vos propos. Je peux comprendre qu'il faille parfois faire preuve de discrétion mais je crois aussi qu'il ne faut pas se cacher, ce dont je ne vous accuse pas. Aujourd'hui, cette jeune femme et les autres femmes en Iran ont besoin de sentir, tant que c'est encore possible, que l'Europe est à leurs côtés. Elles sentent sûrement que les citoyens européens le sont. Le courage des hommes et des femmes politiques au sein de notre démocratie est aussi de pouvoir hausser le ton, de ne pas se taire. C'est en parlant que nous serons peut-être les plus forts. Je vous demande de convoquer l'ambassadeur iranien et de lui dire au nom de ce Parlement et de mon groupe des Engagés que nous n'accepterons pas ce qui se passe là-bas.

internationale politiek en migratie

Het regeringsstandpunt over het akkoord met Mercosur in de aanloop naar de G20-top in Brazilië

Gesteld door

Les Engagés Anne Pirson

Aan

Hadja Lahbib (Minister van Buitenlandse Zaken, Europese Zaken, Buitenlandse Handel en Federale Culturele Instellingen)

Bekijk antwoord

Anne Pirson:

Madame la ministre, en 2019, un accord a été conclu entre le Mercosur et l’Union européenne. Cet accord comprend de nombreuses insuffisances au niveau des normes environnementales, du respect des droits sociaux et de l’équilibre des concessions. Mais surtout, il prévoit une ouverture du marché de l’Union européenne aux importations de viande bovine, ce qui aura des conséquences néfastes sur une filière qui est déjà très fragile aujourd'hui.

L’incompréhension du monde agricole face à la politique commerciale de l’Union européenne a été démontrée. On se souvient des manifestations d’il y a quelques mois.

La politique commerciale de l’Union européenne considère la filière agricole comme une simple variable d’ajustement. Elle favorise l’importation de produits qui ne respectent pas nos normes de production et cela, au détriment de notre souveraineté alimentaire, de notre économie rurale et de l’environnement.

Certes, la Commission européenne est en train d’essayer d’améliorer cet accord, mais il n’y a aucune négociation sur le volet agricole. Il n’y a rien sur la nécessité d’introduire des clauses miroirs pour assurer une concurrence loyale dans ce secteur. Il paraît que des avancées au niveau des négociations interviendront les 18 et 19 novembre prochains lors de la réunion du G20 à Rio.

J’ai quatre questions à vous poser, madame la ministre. Quelle est la position du gouvernement fédéral? Avez-vous fait comprendre à la Commission européenne que sans une révision du volet agricole, l’accord est inacceptable en l’état? Avez-vous invoqué la nécessité d’introduire des clauses miroirs? Avez-vous essayé de vous coordonner avec les pays qui partagent (…)

Hadja Lahbib:

Madame la députée, je vous remercie pour votre question qui me permet de rappeler qu'en fait, depuis plusieurs années, la Belgique dit clairement à la Commission européenne que l'accord qui a été négocié en 2019 n'est pas suffisant en l'état. Nous plaidons pour l'ajout de dispositions législatives relatives au développement durable, avec des mesures contraignantes sur le climat, la déforestation et les droits sociaux. Nous demandons systématiquement à la Commission de prendre des mesures pour protéger notre secteur agricole sensible, que ce soit pour l'accord du Mercosur ou pour n'importe quel autre accord commercial. Cela reste et restera une priorité pour nous.

La Commission européenne a repris en 2023, entre autres à notre demande, des négociations avec les pays du Mercosur pour intégrer, sous la forme d'un protocole additionnel, des engagements supplémentaires en matière de développement durable, notamment concernant la déforestation. Suite à la réouverture des négociations, des ajustements ont également été demandés par les pays du Mercosur. Les négociations sont toujours en cours. Elles pourraient aboutir dans les prochaines semaines ou les prochains mois. La Commission européenne est responsable des négociations, du timing et de l'architecture juridique de cet accord. Nous continuons bien entendu à suivre l'évolution des négociations avec attention, ainsi que les développements au sein des entités fédérées, en espérant évidemment qu'un gouvernement bruxellois soit formé.

La position finale de la Belgique se fera en concertation avec tous les acteurs concernés sur la base de l'accord définitif présenté par la Commission européenne aux États membres. Nous n'en sommes pas encore là.

Anne Pirson:

Madame la ministre, des informations circulent aussi au sujet d'une éventuelle scission de l'accord pour séparer le volet commercial du reste, pour que celui-ci ne soit pas soumis à la ratification des États membres. Nous trouvons que c'est évidemment inacceptable et que les parlements des différents pays doivent pouvoir donner leur avis sur un texte avec de pareilles conséquences. Par ailleurs, je vous ai entendu dire qu'il est essentiel pour vous de revoir les normes au niveau environnemental et des droits sociaux. Je souhaite rappeler que, pour Les Engagés, il est hors de question d'accepter un accord qui attaquerait directement les agriculteurs si le volet agricole n'était pas revu. Je tiens également à souligner que toutes ces exigences sont partagées par le Parlement wallon qui a voté une résolution hier. Je vous remercie.

internationale politiek en migratie

Het verbod op enige activiteit van UNRWA op Israëlisch grondgebied
De situatie in het Midden-Oosten

Gesteld door

Vooruit Annick Lambrecht
PVDA-PTB Sofie Merckx

Aan

Hadja Lahbib (Minister van Buitenlandse Zaken, Europese Zaken, Buitenlandse Handel en Federale Culturele Instellingen)

Bekijk antwoord

Annick Lambrecht:

Mevrouw de minister, ook vanwege onze fractie proficiat gewenst. We wensen u heel veel succes.

De situatie in Gaza dreigt alleen maar erger te worden in 2025. Na het vernietigen van scholen, ziekenhuizen, woningen, het massaal op de vlucht doen slaan van inwoners, het bombarderen van tentenkampen op plaatsen waar men zich veilig waande, is het blijkbaar voor de extreemrechtse regering van Netanyahu nog altijd niet genoeg. Er is nog niet genoeg geweld, er zijn nog niet genoeg doden. Dat heeft allang niks meer met het conflict tussen twee strijdende partijen te maken. Het verbieden van voedselhulp heeft eigenlijk maar een enkel doel: mensen die geen kant meer op kunnen nog meer treffen.

Collega’s, de wereld wordt elke dag grimmiger en het ondermijnen van een VN-instantie zoals UNRWA is de zoveelste horror in het Gaza-conflict. Het resultaat zal nog meer onschuldige slachtoffers en zeker nog meer doden zijn. Iedereen kan online de vreselijke beelden meevolgen en zien hoe afhankelijk men daar ter plaatse in Gaza van onze noodhulp is.

Mevrouw de minister, ik heb voor u de volgende vraag. Zal de voedselhulp nog ter plaatse in Gaza geraken als de nieuwe wet in werking treedt op 1 januari? Zal de vrije toegang van hulpgoederen gegarandeerd kunnen worden door u?

Sofie Merckx:

Monsieur le président, madame la ministre, le peuple palestinien, c'est 75 ans d'apartheid, d'occupation. Ce sont des millions de réfugiés dans le monde entier et, depuis un an, c'est aussi un génocide qui est en cours. Il y a déjà eu 43 400 morts. À chaque fois qu'on pense avoir tout vu de la part d'Israël (bombardements d'hôpitaux, bombes au phosphore, meurtres de journalistes, mutilations et décès d'enfants), Israël fait ou veut faire quelque chose de nouveau. Le dernier élément, dont ma collègue a parlé, c'est la décision d'expulsion de l'Office de secours et de travaux des Nations Unies pour les réfugiés de Palestine dans le Proche-Orient (UNRWA) des territoires palestiniens.

Toutefois, alors que ceci se passe, je constate aussi quelque chose de positif. C'est le fait que nous sommes de plus en plus nombreux, tant en Belgique qu'en Europe ou dans le monde entier, à dire qu'on ne peut plus accepter cela. Ce matin encore, un sondage de 11.11.11 démontrait que 54 % de la population belge demandent qu'il y ait enfin des sanctions contre Israël.

Madame la ministre, mes questions sont simples. Combien de morts faut-il encore? Combien de crimes faut-il encore? Combien d'enfants doivent-ils encore être mutilés? Combien d'enfants devront-ils encore mourir avant que vous ne preniez vos responsabilités pour défendre les droits du peuple palestinien?

Hadja Lahbib:

Mesdames les députées, la situation dans le Nord de Gaza est dramatique. Les conditions de vie y sont de plus en plus inhumaines, l'aide humanitaire ne parvenant plus suffisamment depuis trop longtemps.

J'ai donné des instructions très claires à nos ambassades dans la région, en leur demandant d'intensifier les contacts diplomatiques pour rallier d'autres États et organisations internationales à la nécessité de faire pression pour que le gouvernement israélien respecte le droit international et permette l'accès de l'aide à Gaza, en particulier au Nord de Gaza. Je ne rentrerai pas dans les détails car il s'agit de démarches diplomatiques qui sont en cours.

Ik wil hieraan toevoegen dat het leveren van humanitaire hulp aan Gaza op het laagste niveau sinds 7 oktober 2023 zit. De Verenigde Naties vragen om 500 vrachtwagens per dag, maar we tellen momenteel 30 vrachtwagens per dag. Maandag liet Israël de secretaris-generaal van de VN in een officiële brief weten dat de operaties van UNRWA binnen drie maanden verboden zouden worden. Vervolgens werd een bijzondere VN-zitting in New York gehouden om te praten over UNRWA en de door de Knesset aangenomen wetten die UNRWA-operaties in de bezette gebieden zullen verbieden.

Hier, la Belgique a pris la parole au nom de 123 pays, c'est-à-dire le groupe des Shared Commitments, en soutenant le mandat de l'UNRWA, en demandant l'accès humanitaire sans entrave et en insistant sur les responsabilités d'Israël en tant que force occupante et partie prenante au conflit. Aucune agence d'aide humanitaire – aucune! – n'est en mesure de remplacer l'UNRWA. Son mandat doit être préservé tant qu'une solution durable au conflit n'est pas trouvée. C'est le message que nous avons transmis et que nous continuerons à défendre sur la scène internationale, en invitant les autres États à partager cette position qui rappelle les principes universels du droit international humanitaire. Je vous remercie de votre attention.

Annick Lambrecht:

Mevrouw de minister, wanneer houdt het op? Het wordt elke dag erger, elke dag slechter. De allerlaatste organisatie die voedselhulp naar Gaza kon brengen, wordt nu ook verboden.

De nood om het verschil te maken, was nog nooit zo groot. Het is echt essentieel dat u, zoals u vandaag doet – u moet dat vooral blijven doen en krachtiger doen – uw stem laat horen, omdat dit echt niet kan. Velen – het zijn er steeds meer – hebben de voorbije maanden laten horen dat het zo niet kan en dat het moet stoppen. De onschuldige slachtoffers zijn niet alleen, steeds meer mensen kunnen dit niet meer aanzien en aanvaarden. Vooruit zal altijd aan de kant van de onschuldige slachtoffers staan, keer op keer en zeker ook nu.

Sofie Merckx:

Madame la ministre, vous confirmez donc bien que, en exécutant cette décision, Israël bafoue tous les principes universels du droit humanitaire. Par conséquent, en effet, s'exprimer comme vous le faites devant les instances des Nations Unies est une chose positive mais qui ne suffit pas. Les gens attendent de vous que vous preniez des mesures concrètes et des sanctions. D'ailleurs ce matin, l'Espagne a interdit à un avion transportant une cargaison militaire de faire escale sur son sol. L'État d'Israël n'écoute pas les belles paroles mais agit en toute impunité. Il faut agir concrètement avec des sanctions pour mettre fin à ces agissements et cesser d'en être complice.

Voorzitter:

Mevrouw de minister, ik wil u op mijn beurt hartelijk gelukwensen met uw hoorzitting in het Europees Parlement, die u succesrijk hebt afgerond. Ik wens u veel succes bij de uitvoering van uw mandaat. (Applaus) (Applaudissements) Overeenkomstig het advies van de Conferentie van voorzitters van 6 november 2024 hebt u een gewijzigde agenda voor de vergadering van vandaag ontvangen. Conformément à l’avis de la Conférence des présidents du 6 novembre 2024, vous avez reçu un ordre du jour modifié pour la séance d'aujourd'hui. Zijn er dienaangaande opmerkingen? (Nee) Y a-t-il une observation à ce sujet? (Non) Bijgevolg is de agenda aangenomen. En conséquence, l'ordre du jour est adopté.

Voorstellen en Ontwerpen

De voorstellen en wetsontwerpen die besproken werden tijdens deze vergadering en de bijbehorende stemmingen.

Wetsontwerp (216)

Wetsontwerp tot goedkeuring van de algemene rekening van het algemeen bestuur en van de algemene rekeningen van de administratieve openbare instellingen met ministerieel beheer en van de administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie van het jaar 2023

1 stemming

Wetsontwerp aangenomen

Wetsvoorstel (231)

Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 9 oktober 2023 tot wijziging van de wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen voor wat betreft het verduurzamen van de griepvaccinatie door de officina-apothekers van publiek opengestelde apotheken

Wetsvoorstel zonder onderwerp

Wetsontwerp (266)

Wetsontwerp tot goedkeuring van de zestiende algemene herziening van de quota van de leden van het Internationaal Monetair Fonds, naar aanleiding van de Resolutie 79-1 van 15 december 2023 van de Raad van Gouverneurs van het Internationaal Monetair Fonds

1 stemming

Wetsontwerp aangenomen

Wetsvoorstel (55)

Wetsvoorstel tot wijziging van de wetten van 18 juli 1966 op het gebruik van de talen in bestuurszaken wat betreft het toezicht op de uitvoering van deze wetten

1 stemming

Wetsvoorstel verworpen

Benoemingscommissies voor het notariaat – Hernieuwing van de helft van de mandaten – Oproep tot kandidaten

InoverwegingnemingenPrises en considérationUrgentieverzoek van de regeringDemande d'urgence émanant du gouvernement

Stemmingen

Stemmingen niet gelinkt aan een voorstel/ontwerp.

Popover content