Plenaire vergadering op 12 december 2024
Beknopte versie
Hoe werkt dit?
De beknopte versie gebruikt artificële intelligentie om tekst samen te vatten. De samengevatte teksten zijn dus geen uitspraken van echte mensen. De teksten kunnen foutief zijn en/of aan nuanceverlies lijden ten opzichte van de originele teksten. Deze teksten zijn onderlijnd in het paars.
Van 14h16 tot 17h20 (3 uur en 4 minuten)
8 vragen, 4 voorstellen, 7 stemmingen
Volledig verslag op dekamer.be
Aanwezigheid
135/150 (90%)
Afwezigen
De volgende 26 kamerleden waren afwezig bij tenminste de eerste naamstemming. Het is mogelijk dat deze kamerleden alsnog aanwezig waren vanaf de tweede naamstemming of later. Het is ook mogelijk dat de kamerleden uitgesloten waren bij de eerste stemming voor een legitieme reden.
CD&V
Nahima Lanjri
CD&V
Els Van Hoof
CD&V
Phaedra Van Keymolen
Groen
Meyrem Almaci
Groen
Jeroen Van Lysebettens
Les Engagés
Serge Hiligsmann
Les Engagés
Marc Lejeune
Les Engagés
Benoît Lutgen
Les Engagés
Julien Matagne
Les Engagés
Anne Pirson
MR
Christophe Bombled
MR
Anthony Dufrane
MR
Victoria Vandeberg
N-VA
Jeroen Bergers
N-VA
Lieve Truyman
N-VA
Katrijn van Riet
Open Vld
Alexia Bertrand
Open Vld
Sandro Di Nunzio
Open Vld
Paul Van Tigchelt
PS
Ludivine Dedonder
PS
Pierre-Yves Dermagne
PS
Paul Magnette
PS
Lydia Mutyebele Ngoi
VB
Kurt Ravyts
Vooruit
Nele Daenen
Vooruit
Niels Tas
Vragen
De vragen die gesteld werden tijdens deze vergadering.
Het standpunt van de regering over Syrië en het lot van de Syrische vluchtelingen in België
De toestand in Syrië
De toestand in Syrië
De toestand in Syrië
De voorwaarden voor een nieuwe samenwerking met Syrië
De toestand in Syrië
De evolutie van de toestand in Syrië
De toestand in Syrië
Syrische crisis en gevolgen voor België
Gesteld door
Groen
Matti Vandemaele
VB
Barbara Pas
N-VA
Darya Safai
CD&V
Franky Demon
Les Engagés
Ismaël Nuino
PVDA-PTB
Nabil Boukili
MR
Charlotte Deborsu
Ecolo
Rajae Maouane
Aan
Alexander De Croo (Eerste minister), Bernard Quintin
Bekijk antwoord
Matti Vandemaele:
Geachte premier, mijnheer Quintin, welkom.
Het zijn bijzondere tijden in Syrië. Na meer dan een halve eeuw kan het Syrische volk eindelijk opnieuw dromen van vrijheid. Op het moment dat het zijn bevrijding viert, wordt het al getrakteerd op een serie aanvallen en bommen van andere landen. Als bevrijdingscadeau kan dat tellen.
In ons land hebben we dan het Vlaams Belang dat meteen moord en brand begint te schreeuwen over alle Syriërs die hier werden opgevangen en nu zo snel mogelijk moeten terugkeren. Ik moet u zeggen dat ik daardoor gedegouteerd ben. Op een moment dat er nog geen duidelijkheid is over hoe het land Syrië zich verder zal ontwikkelen, op een moment dat er nog dagelijks bombardementen zijn, is het choquerend dat men nu al mensen wil terugsturen. Het toont eens te meer aan dat het voor het Vlaams Belang alleen maar gaat over een antivluchtelingenagenda.
Ook mevrouw de Moor deed uitspraken. Het is de mening van onze fractie dat we op dit moment terughoudend moeten zijn en ons beter niet tot grote uitspraken laten verleiden, zeker als we in rekening brengen welke gruwel daar de afgelopen decennia heeft plaatsgevonden.
Mijnheer de eerste minister, ten eerste, bent u het met mij eens dat het vandaag niet aan de orde is om Syrische vluchtelingen terug te sturen? Ten tweede, kunt u bevestigen dat mensen die als vluchteling werden erkend en een bijdrage aan onze welvaartsstaat leveren ook niet moeten vrezen om te worden teruggestuurd? Ten derde, bent u van mening dat het CGVS de autoriteit is om te bepalen wie al dan niet bescherming moet krijgen, en niet de stem van een of andere politicus?
Barbara Pas:
Mijnheer de eerste minister, mijnheer de vicepremier, het regime van de Syrische tiran Al-Assad is verleden tijd en dat is maar goed ook.
Dat heeft onmiskenbaar gevolgen voor Europa, zeker op het vlak van asiel en migratie. In Nederland, mijnheer Vandemaele, werd gisteren in het Parlement een motie goedgekeurd om snel werk te maken van de terugkeer van Syrische vluchtelingen. Oostenrijk heeft ondertussen aangekondigd dat alle toegekende statuten zullen worden herbekeken. De gezinshereniging van erkende Syrische vluchtelingen wordt daar opgeschort en de diensten hebben daar nu al de opdracht gekregen om een terugkeerprogramma uit te werken. Waarom heeft de Belgische regering nog geen concrete initiatieven genomen? Mohammed al-Bashir, de nieuwe interimpremier van Syrië, heeft immers zelf al de Syriërs die gevlucht zijn, opgeroepen om terug te keren naar hun land.
Gisteren vernamen wij dat een achttal Belgen betrokken is bij HTS. Het gaat om landgenoten die jaren geleden al naar Syrië zijn getrokken. Ik hoorde minister Van Tigchelt vandaag op de radio zeggen dat het best mogelijk is dat een aantal van hen een jihadistische ideologie aanhangt, maar desondanks maakt hij zich niet ongerust, want "HTS heeft voorlopig geen internationale agenda”. HTS wordt door de Europese Unie nog altijd als een terroristische organisatie beschouwd en dat is toch niet niks. Mijnheer Quintin, u hebt daarover als nieuwe minister van Buitenlandse Zaken zelfs nog wereldvreemdere verklaringen gedaan. U weet niet of die personen nog zullen radicaliseren en terugkeren naar ons land.
Weet het OCAD om wie het precies gaat en wat zij daar al die jaren in Syrië hebben gedaan? Waren zij actief bij IS? Zijn er daarvan ondertussen veroordeeld? Zult u hen hier zomaar opnieuw binnenlaten?
Darya Safai:
Mijnheer de eerste minister, mijnheer de minister, de oorlog in Syrië heeft meer dan 600.000 doden geëist en miljoenen mensen ontheemd. Nu het regime van Al-Assad is gevallen, hopen sommigen dat aan dat verhaal een einde zal komen, maar in werkelijkheid is het slechts het begin van een nieuw en gevaarlijk hoofdstuk. Het land is nog even verdeeld als gisteren.
HTS mag Al Qaida en IS publiek hebben afgezworen, het is nog steeds de erfgenaam van de gevreesde Al-Nusrabrigade. Sommige naïeve media beweren dat de groep gematigd is. Niets is minder waar. Het gaat om islamisten, die de sharia willen implementeren. Minderheden, christenen, Koerden en vrouwen zijn weer kwetsbaarder dan ooit tevoren. Een machtsvacuüm opent de deur voor nieuwe migratiestromen en de heropleving van extremistische groeperingen.
Mijnheer de eerste minister, het conflict raakt ook ons in België. Syriëstrijders bevinden zich nog steeds in de regio. Sommigen blijven loyaal aan de jihadistische groepen, terwijl anderen zouden kunnen proberen terug te keren. Dat vormt een directe bedreiging voor onze nationale veiligheid, vandaar mijn vragen aan u.
Welke concrete maatregelen neemt u om terugkerende Syriëstrijders te identificeren en de dreiging voor België te beperken?
Hoe zal België actief bijdragen aan de stabiliteit van de regio, zowel politiek als humanitair?
Franky Demon:
Mijnheer de premier, na 54 jaar is de tirannie van de familie Assad in Syrië eindelijk voorbij. Ik vind dat natuurlijk een bijzonder goede zaak, maar laten wij vooral niet te snel euforisch worden. De vraag is welk regime er in de plaats komt. De internationale gemeenschap, met name ook de Europese Unie, moet nu haar verantwoordelijkheid nemen in de begeleiding van Syrië op de weg naar een veilig en democratisch land.
De afgelopen jaren vluchtten heel wat Syriërs naar Europa, ook naar ons land. Staatssecretaris de Moor heeft werkelijk kordaat gereageerd door de beoordeling van de lopende aanvragen van Syriërs on hold te zetten, tot er meer duidelijkheid is. De afgelopen tien jaar kregen 35.000 Syriërs bescherming in ons land, van wie ongeveer een derde de afgelopen vijf jaar. Een vluchtelingenstatus is niet noodzakelijk voor altijd. Als de situatie duurzaam verbetert en de stabiliteit weerkeert, kunnen voor cd&v de statussen opnieuw individueel beoordeeld worden. Daarvoor is het nu echter nog te vroeg.
Het is belangrijk dat ons land zich op internationaal niveau inspant om nu samenwerking en informatie-uitwisseling met Syrië te versterken. We moeten op Europees niveau pleiten voor een gemeenschappelijke aanpak.
Ik heb dan ook drie misschien wel gemakkelijke vragen voor u. Ten eerste, steunt u de door staatssecretaris uitgezette beleidslijn aangaande de manier waarop ons land met de Syrische vluchtelingen zal omgaan?
Ten tweede, welke rol ziet u voor ons land en de EU? (…)
Voorzitter:
Collega's, ik wens in herinnering te brengen dat de spreektijd om een vraag te stellen, twee minuten bedraagt.
Ismaël Nuino:
Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre, nous avons tous suivi avec attention les événements qui se sont passés ces derniers jours en Syrie.
Nous devons nous réjouir de la chute du régime de Bachar al-Assad. Ce fut une dictature qui, avec celle de son père, aura duré plus de cinq décennies. Depuis 2011, ce régime barbare a causé la mort de 500 000 personnes et provoqué le déplacement de plus de 10 millions de personnes. Ce régime a incarné l'une des pires violations des droits humains de notre époque.
Comme l'histoire nous l'a malheureusement montré, la chute d'un tel régime peut créer une profonde instabilité. Nous avons vu que les périodes de transition peuvent mener à une grande instabilité, notamment après la chute des régimes de Saddam Hussein et de Mouammar Kadhafi par exemple. Dans un contexte géopolitique très tendu, la Syrie ne fait pas exception.
Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre, quelle est la position officielle de la Belgique face aux récents et derniers événements qui se sont passés en Syrie?
Notre diplomatie a-t-elle eu ou prévoit-elle d'avoir des contacts avec les autorités de transition syriennes qui semblent se mettre en place?
La Belgique compte-t-elle demander à la nouvelle haute représentante de l'Union européenne, Kaja Kallas, d'engager l'Union dans un dialogue actif avec ces nouveaux dirigeants? Le Conseil des Affaires étrangères (CAE) de ce 16 décembre pourrait être une bonne opportunité pour mettre ce sujet à l'agenda.
La Belgique va-t-elle proposer, avec l'Union européenne, une feuille de route politique et diplomatique claire afin d'accompagner la Syrie vers la stabilité?
Enfin, comme vous l'avez également déjà exprimé, monsieur le ministre, l'intégrité territoriale de la Syrie doit être garantie. Nous observons cependant déjà des actions militaires, notamment israéliennes, sur le territoire syrien. Quel regard portez-vous sur ces actions en cours?
Nabil Boukili:
Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre, je tenais à vous interroger sur la situation en Syrie et au Moyen-Orient de manière générale. Nous avons vu ce qu'il s'est passé en Syrie: la chute du régime autoritaire de Bachar al-Assad, qui est une bonne nouvelle pour le peuple syrien. Mais nous sommes encore beaucoup à être inquiets de l'avenir de la Syrie et de la souveraineté du peuple syrien.
De nombreuses puissances sont impliquées en Syrie et on remarque une ingérence de plusieurs forces sur le terrain, avec les bombardements américains, la présence de puissances régionales comme le Qatar, l'Arabie saoudite, la Turquie et Israël, qui est responsable de plus de 500 bombardements en deux ou trois jours. Ce dernier pays profite de la situation pour étendre sa présence sur le sol syrien, notamment au niveau du plateau du Golan, qui est illégalement occupé. Il est fou qu'Israël puisse se permettre d'agir de manière meurtrière en étant complètement impuni, alors que ce pays est accusé de génocide et que son chef d'État est poursuivi pour crime de guerre.
Monsieur le premier ministre, pour sortir du chaos dans cette région, nous avons besoin de plusieurs choses. Tout d'abord, il faut mettre fin au génocide à Gaza, garantir l'aide humanitaire pour les Palestiniens et mettre en place un appareil de sanctions contre cet État impuni et source d'instabilité dans la région.
Deuxièmement, il faut garantir la protection et les droits du peuple syrien et de toutes les forces syriennes qui œuvrent à la construction d'une Syrie nouvelle et unifiée, dans le respect de la diversité culturelle et religieuse, et à un gouvernement fort et souverain. Pour cela, il faut aussi mettre fin à toute ingérence étrangère sur le sol syrien. Il faut que les forces américaines, israéliennes, turques et saoudiennes sortent de la Syrie.
(Brouhaha)
Voorzitter:
Collega's, ik stel voor dat wij de spreekster van MR de ruimte geven. Ik wil nog eens iedereen die zich niet kan inhouden erop wijzen dat hun interrupties niet in het verslag worden opgenomen en dus eigenlijk volkomen overbodig zijn. Deze interrupties zullen geen spoor nalaten in de geschiedenis.
Charlotte Deborsu:
Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre des Affaires étrangères, depuis votre entrée en fonction dont je me félicite, vous vous êtes déjà exprimé sur la situation en Syrie, encore ce matin. Je note avec grande satisfaction la fin d'un régime dynastique et cruel.
Nous nous situons, pour moi, dans la continuité des "Printemps arabes" qui ont débuté en 2011. Ils avaient suscité énormément d'espoir en un avenir meilleur. Mais soyons honnêtes, certaines espérances sont loin d'avoir été exaucées. Ne répétons pas les erreurs du passé. Il me semble essentiel que la communauté internationale soit unie, malgré ses divergences. Nous devons soutenir une transition politique ambitieuse pour le bien des Syriens et la stabilité de la région. En outre, la Belgique a des intérêts de sécurité à faire valoir, notamment quant au suivi des combattants de Daech incarcérés en territoire contrôlé par les autorités kurdes.
Monsieur le ministre, j'ai quatre questions à vous poser.
Premièrement, comment surmonter les obstacles juridiques qui pèsent sur le groupe HTC qui, je le rappelle, est reconnu comme une organisation terroriste? Or nous nous devons d'établir un dialogue politique avec eux pour favoriser une transition pacifique.
Deuxièmement, comment trouver un équilibre subtil entre l'aide de la communauté internationale et la non-ingérence étatique des puissances voisines de la Syrie?
Troisièmement, comment contribuer à la lutte contre l'impunité des autorités de l'ancien régime, puisque les victimes méritent une reconnaissance de leurs souffrances ainsi qu'un procès équitable de leurs bourreaux?
Quatrièmement, la lutte contre Daech n'est malheureusement pas terminée. Les autorités kurdes se doivent d'être soutenues afin de maintenir incarcérés les combattants radicaux. Rappelons que des Belges en font partie. Dès lors, comment soutenir nos services compétents, monsieur le ministre, afin d'assurer la sécurité de notre pays?
Rajae Maouane:
Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre, ce mois de décembre a vu un événement historique se produire en Syrie: la fin du régime des al-Assad. Cinquante-quatre ans de règne sanguinaire marqués par la répression et les violences les plus brutales, des violences en partie inspirées par les méthodes du nazi Aloïs Brunner, qui est l'un des principaux responsables de la solution finale, le projet d'extermination des Juifs en Europe. Ce moment signe la fin d'une dictature qui a plongé le peuple syrien dans l'horreur absolue. Les images de l'emblématique et terrifiante prison de Saidnaya où des enfants et des prisonniers retrouvent la liberté sont absolument bouleversantes. Ce moment ouvre une période de soulagement d'abord, mais aussi d'interrogations.
La chute d'Assad est sans aucun doute une étape importante pour le peuple syrien et potentiellement pour l'avenir de la région. Les défis sont nombreux et nous nous devons d'accompagner cette transition démocratique et inclusive en Syrie, mais sans confisquer cette transition et cette révolution. La Belgique, en tant qu'acteur international engagé pour la paix et la justice, a toujours plaidé pour une solution politique en Syrie. Nous avons soutenu des résolutions aux Nations Unies et contribué à des aides humanitaires.
Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre, cet événement rappelle à quel point les aspirations des peuples pour la liberté et pour la dignité sont extrêmement puissantes, même après des décennies d'oppression. Mais ces espoirs nécessitent un soutien international fort pour éviter que les différentes puissances coloniales occidentales ou d'autres puissances de la région ne confisquent la révolution du peuple syrien. Un nouveau régime se met doucement en place entre espoirs et interrogations.
Comment la Belgique compte-t-elle se positionner par rapport au régime qui se met en place? Au sein de l'Union européenne, quel rôle spécifique la Belgique envisage-t-elle de jouer pour contribuer à la reconstruction d'une Syrie engagée sur la voie des réformes? Dans ce contexte de bouleversement, quels moyens la Belgique déploie-t-elle pour protéger les populations civiles dans une région qui est déjà sous haute tension à cause du comportement de voyou et de génocidaire de l'État d'Israël? Merci pour vos réponses.
Alexander De Croo:
Mijnheer de voorzitter, samen met miljoenen Syriërs zijn wij blij dat er een einde is gekomen aan 53 jaar dictatuur in Syrië.
Vele sprekers hebben de nadruk gelegd op de meer dan 500.000 Syriërs die het leven hebben gelaten. Niet iedereen is echter blij dat Assad vertrekt. Mevrouw Pas, u noemt Assad hier een tiran. Uw woorden zijn echter goedkoop. De heer Dewinter betreurt dat een van de grootste oorlogsmisdadigers van de voorbije eeuw vertrekt. Hij betreurt dat.
Mevrouw Pas, misschien moet u eens duidelijk maken aan wiens kant u staat. Staat u aan de kant van een Vlaams Parlementslid van u, van iemand die vandaag durft te zeggen dat hij betreurt dat een van de grootste oorlogsmisdadigers moet vertrekken of neemt u hier afstand van zijn woorden? Daarover moet u misschien eens duidelijkheid geven. (Applaus)
Il est vrai que la situation sur le terrain reste très instable. Ce qui compte aujourd'hui, c'est que la transition puisse se dérouler d'une façon pacifique et que vienne en Syrie un pouvoir qui soit représentatif et en ligne avec la résolution 2254 du Conseil de sécurité des Nations Unies. L'intégrité territoriale de la Syrie doit être respectée et les bombardements qui ont lieu aujourd'hui doivent cesser au plus vite.
Ik wil graag ingaan op een aantal vragen die werden gesteld.
De voorbije tien jaar zijn honderdduizenden Syrische vluchtelingen naar Europa gekomen. Ook in ons land hebben wij onze verantwoordelijkheid genomen. We hebben internationale bescherming gegeven aan mensen die getiranniseerd worden en uit een land komen waar mensenrechten absoluut niet gerespecteerd worden. Wij hebben dus onze verantwoordelijkheid opgenomen en voldaan aan onze verplichting om bescherming te bieden.
Als land hebben we echter ook de opdracht om op een gecoördineerde manier ervoor te zorgen dat mensen veilig terug kunnen keren naar hun thuisland als de situatie stabiliseert. Dat is logisch en ligt volledig in lijn met internationale verdragen. Vandaag is dat nog niet het geval. De situatie is namelijk nog zeer instabiel. Zodra de situatie stabiel is, moeten we dat op een menselijke manier samen met andere Europese landen doen. We moeten vandaag daarvoor de nodige voorbereidingen treffen.
De regering heeft inderdaad beslist om de lopende aanvragen on hold te zetten. Dat lijkt mij volledig logisch. Volgende week is er ook een Europese Raad. We moeten daar samen kijken op welke manier we gecoördineerd die voorbereidingen kunnen treffen.
Ons land en onze samenleving hebben daarvoor een enorme inspanning geleverd. Wij hebben onze verantwoordelijkheid opgenomen. Het is dan ook nu aan ons om er samen met de internationale gemeenschap alles aan te doen opdat Syrië zo snel mogelijk een stabiel land kan worden, dat opnieuw opgebouwd kan worden door de duizenden Syriërs die hier ook ervaring hebben opgedaan. We moeten ervoor zorgen dat ze op een veilige manier naar hun thuisland kunnen terugkeren om het te kunnen heropbouwen en een vredevolle samenleving te kunnen zijn.
Bernard Quintin:
Monsieur le président, mesdames et messieurs, honorables députés, je vous remercie pour vos questions qui me donnent l’opportunité de m’exprimer pour la première fois devant vous. Je suis bien conscient de l’honneur que cela représente.
En 53 ans, le régime des Assad s’est rendu coupable d’atrocités et de nombreux crimes contre son propre peuple. Vous avez parlé de la prison. C’est un régime qui n’a pas hésité à gazer plusieurs fois sa propre population.
Sa chute amène une lueur d’espoir pour le pays. La joie des Syriennes et des Syriens prouve qu’ils veulent envisager l’avenir avec optimisme. Je pense que nous devons aussi prendre le temps de partager cette joie avec eux. Il sera maintenant important que tous les acteurs impliqués contribuent à une paix durable en Syrie, respectueux de toutes les communautés qui composent le pays, y compris et surtout les minorités.
Bien qu’il soit encore trop tôt pour tirer de grandes conclusions, les signaux exprimés publiquement sont plutôt positifs pour les Syriennes et les Syriens. Les nouveaux dirigeants syriens devront nous démontrer, à nous certes, mais surtout et avant tout à leur population, qu’ils peuvent garantir une transition politique pacifique et inclusive. Nous évaluerons leurs actes, et pas seulement leurs paroles.
We volgen de situatie op de voet en hebben contacten binnen de Europese Unie, maar ook met landen in de regio, om informatie uit te wisselen. De hele internationale gemeenschap moet samenwerken. Na de goedkeuring van een verklaring van de EU 27 over Syrië deze week, zullen we de kwestie maandag ook bespreken tijdens de Raad Buitenlandse Zaken met mevrouw Kallas, de nieuwe Hoge vertegenwoordiger voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid (HRVP). Het is belangrijk om onze krachten te bundelen voor de heropbouw van Syrië, voor de coördinatie van de humanitaire hulp en voor het respect van de mensenrechten en de minderheden in het land.
La restauration de la souveraineté, de l'unité, de l'indépendance et de l'intégrité territoriale de la Syrie sont des éléments primordiaux. Nous appelons toutes les parties à éviter une nouvelle escalade militaire.
La Belgique restera également engagée pour que les crimes commis en Syrie ne restent pas impunis. Le mécanisme international, impartial et indépendant pour la Syrie (IIIM) aura un rôle clé à jouer.
J'aurai très prochainement un contact avec mon homologue turc.
Er is voor volgende week in Brussel ook een ontmoeting gepland met mijn Libanese en Jordaanse collega’s.
Concernant la question des foreign terrorist fighters , comme vous le savez, la position du gouvernement a été arrêtée par le Conseil national de sécurité en 2021 qui a défini des critères d'éligibilité au rapatriement. Sur cette base, des rapatriements d'enfants accompagnés de mères ont eu lieu. Si une nouvelle décision de ce type devait être prise, elle devrait l'être avec l'ensemble du gouvernement.
Mesdames et messieurs, honorables députés, une Syrie stable qui se reconstruit dans la concorde et l'unité bénéficiera non seulement aux Syriennes et aux Syriens mais aussi à tous les pays du Moyen-Orient et contribuera – nous l'espérons – à la sécurité et à la stabilité de la région et bien au-delà d'ailleurs. C'est ce que je souhaite. C'est ce que nous souhaitons et nous continuerons à encourager cette voie.
Voorzitter:
Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre, je vous remercie et donne maintenant la parole aux orateurs qui disposent chacun d'une minute pour leur réplique.
Matti Vandemaele:
Mijnheer de premier, mijnheer de minister, de situatie is duidelijk nog instabiel en erg gevaarlijk. Ik herhaal dan ook mijn pleidooi om momenteel terughoudend te zijn. Het Syrische volk smacht al decennialang naar stabiliteit en vrijheid. Het is ook onze plicht om het Syrische volk daarin te steunen.
Ik heb een laatste boodschap voor het Vlaams Belang. Ik heb hier een foto van uw goede vriend, mensen van het Vlaams Belang, de partij die op de koffie ging bij Al-Assad. Uw partij heeft dat regime gelegitimeerd en ondersteund. Als het dus over Syrië gaat, kunt u het best een toontje lager zingen en zou u misschien beter gewoon zwijgen.
Barbara Pas:
Ik ben zeer duidelijk geweest over de tiran Al-Assad. Wij hebben allang afstand genomen van die zaken, mijnheer Vandemaele. Ik ben evenwel niet zo naïef als vicepremier De Sutter om te denken dat daar in Syrië een democratie in de plaats zal komen.
U noemt mijn woorden goedkoop, mijnheer de premier, maar ik vind het zeer goedkoop om als premier van een zevende partijtje zonder democratisch draagvlak jarenlang verantwoordelijk te zijn voor een desastreus migratiebeleid en dan vandaag niet op mijn pertinente vragen te willen antwoorden.
Mijn vragen en mijn standpunten zijn politiek legitiem. In andere landen wordt uitgevoerd wat wij vandaag vragen. Maak u geen illusies, een meerderheid van die 35.000 Syrische vluchtelingen zal niet vrijwillig terugkeren. Wij vragen u om maatregelen zoals in Oostenrijk te nemen, om de gezinshereniging van Syrische vluchtelingen op te schorten, om de vrijwillige terugkeer van Syriërs te faciliteren en om het vluchtelingenstatuut in te trekken (…)
Darya Safai:
Mijnheer de premier, mijnheer de minister, Assad was een monster, laat daar geen twijfel over bestaan. We moeten echter zeer waakzaam zijn voor de mensen die hem nu opvolgen. Ik toon u een foto van de heer Al-Jolani, de leider van HTS. Hier ziet u de vlag van Jabhat al-Nusra, Al Qaida en hier is de foto van Al-Jolani met de HTS-vlag. Ze hebben allebei dezelfde islamkleuren en dragen het opschrift ‘geen andere god dan Allah en geen andere profeet dan Mohammed’. Ze willen de sharia invoeren. Ze beweren de vrouwen niets te zullen opleggen, maar daar heb ik mijn twijfels bij, ik geloof daar niets van. Khomeini beweerde hetzelfde na de Iraanse Revolutie in 1979. (…)
Franky Demon:
Mijnheer de premier, we zitten duidelijk op dezelfde lijn. Het is goed dat u verder wilt inzetten op de voorbereiding en de coördinatie op Europees niveau. Ik ben blij dat u ermee kunt lachen, mijnheer de premier. Ik hoop dat uw woorden ook overeenstemmen met uw daden, want de EU moet het momentum grijpen om samen met de Syriërs te bouwen aan een democratisch land, dat op termijn een stabiele partner in de regio moet zijn.
Mijnheer de premier, ik wil u nog één ding vragen. HST, de militie die heeft geholpen Assad te verdrijven, staat vandaag nog op de terreurlijst van de EU. Wij roepen u op om samen met de collega’s duidelijke voorwaarden af te spreken op basis waarvan we met dergelijke organisaties in gesprek kunnen gaan. De belangrijkste opdracht is voor ons de stabiliteit en de rust in dat land te laten terugkeren.
Ismaël Nuino:
Monsieur le ministre, monsieur le premier ministre, tout ce qu'il faut retenir, c'est que nous allons avoir besoin d'une réponse de l'Union européenne qui soit coordonnée, forte et rapide parce qu'il est malheureusement à craindre que dans les années à venir nous ayons très peu d'aide et de soutien de nos voisins outre-Atlantique. L'Union européenne doit donc être au rendez-vous.
Alors, monsieur le premier ministre, monsieur le ministre, loin de l'outrance et des simplismes et face à une situation qui est excessivement complexe, la prudence est de mise aujourd'hui. La prudence n'est pas une faiblesse mais une exigence en premier lieu pour notre sécurité, pour la reconstruction de la Syrie, pour qu'elle retrouve son indépendance, sa souveraineté, et que surtout les Syriens retrouvent ce pour quoi ils se sont tant battus: leur liberté.
Nabil Boukili:
Monsieur le premier ministre, vous avez rappelé qu'il faut arrêter tout bombardement aujourd'hui. Arrêter la violence sur le sol syrien est la première chose à faire. Il faut aussi garantir l'intégrité territoriale de la Syrie, condition indispensable pour espérer une stabilité. Mais il faut surtout, et je le répète ici, arrêter toute ingérence étrangère sur le sol syrien. Il faut garantir la souveraineté du peuple syrien dans sa diversité religieuse et ethnique. C'est une condition indispensable si on veut avoir une lueur d'espoir dans cette région pétrie de violence. Aujourd'hui, il faut cesser cette violence. Et cela passe par la souveraineté du peuple syrien et l'arrêt de toute ingérence étrangère en Syrie.
Charlotte Deborsu:
Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre, merci pour vos réponses détaillées. La fin de ce régime tyrannique est, on l’a dit et redit, une opportunité. Certes, elle suscite d’autres interrogations mais il y a enfin de l’espoir, et c’est ce que j’ai envie de retenir. Cette fois-ci, je veux que nous ne rations pas le coche.
Rajae Maouane:
Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre, merci pour vos réponses. Nous avons une responsabilité énorme, historique pour accompagner au mieux cette transition et qu’elle soit la plus pacifique et la plus inclusive possible, toujours à l’écoute des revendications du peuple syrien, quelle que soit la religion ou l’origine ethnique. Quand j’entends certains ici regretter à demi-mot le régime al-Assad, je me demande dans quel monde on vit. Pourtant, malgré la situation instable sur place, malgré des tensions religieuses, malgré des tensions ethniques, malgré une situation géopolitique régionale totalement instable avec Israël qui a envahi le plateau syrien du Golan, l’Europe et, dans son sillage, la Belgique, ont déjà annoncé suspendre les demandes d’asile des réfugiés syriens. C’est une décision qui n’honore pas l’Europe et qui ne nous honore pas.
Het afspringen van het sociaal overleg bij Audi Vorst
Bekijk antwoord
Anja Vanrobaeys:
Mijnheer de minister, collega's, hier is een zak geld en trek zelf uw plan, dat was gisteravond de boodschap van Audi. Het was niet de eerste keer dat die multinational zijn ware gelaat liet zien. Onze wetten worden met de voeten getreden en ondertussen is Audi op weg naar de uitgang. En we zullen snel aan de uitgang zijn. Eind februari is het voorbij voor de medewerkers en voor die van de onderaannemers. Is de reden daarvoor dat er geen overnemer is? Audi is niet transparant en houdt de boot af. Volgens mij is de reden dat Audi niet bereid is om tot een sociaal plan te komen.
Collega's, waarom bestaat er nog een wet-Renault als die niet geldt voor multinationals? Een sociaal plan is immers meer dan een zak geld. Kijk maar naar de herstructurering bij Barry Callebaut, daar werd een sociaal plan afgesloten en werd zelfs tewerkstelling behouden. De werknemers werden daar ook niet tegen elkaar opgezet.
Voor Vooruit is het onaanvaardbaar dat multinationals ons sociaal overlegmodel ondermijnen, dat zij werknemers tegen elkaar opzetten en die van de onderaannemers aan hun lot overlaten. Of het hoofdkantoor in Duitsland het nu leuk vindt of niet, wij hebben hier wetten en regels die werknemers beschermen. En die wetten en regels moeten worden nageleefd.
Mijnheer de minister, zult u de wet-Renault doen naleven? Zult u dat sociaal plan afdwingen? Lopende zaken of niet, socialisten laten niet met zich sollen, zeker niet als het gaat om wetten die werknemers moeten beschermen.
Pierre-Yves Dermagne:
Dank u voor uw vraag, mevrouw Vanrobaeys.
Ik ben vanmorgen, net zoals u, wakker geworden met het opmerkelijke nieuws dat de directie weigert om verder met de vakbonden te onderhandelen. Die houding van de directie is zeer uitzonderlijk. Het is vrij ongezien in onze geschiedenis van het sociaal overleg. Het is ook opmerkelijk omdat de directie nog maar vorige week heeft verklaard dat ze een sociaal plan wil afsluiten, tijdens een vergadering van de taskforce Audi vorige dinsdag.
Nu roep ik alle partijen met aandrang op om de besprekingen voort te zetten. De sociaal bemiddelaar staat zoals steeds, en zoals ook al gebleken is in dit dossier, ter beschikking van de partijen.
De betreurenswaardige evolutie in het dossier Audi Vorst bewijst nog maar eens het belang van een verplichting tot het afsluiten van een sociaal plan. Ik hoop dan ook dat dit Parlement eindelijk de bespreking van het wetsvoorstel van de PS aanvat dat gebaseerd is op het ontwerp dat ik voor advies aan de NAR heb voorgelegd. Het is aan het Parlement om die taak op te nemen.
Anja Vanrobaeys:
Mijnheer de minister, ik dank u voor het antwoord. Ik heb u gisteren nog gevraagd om bij de NAR aan te dringen op een advies over alle onze wetsvoorstellen, want dat is inderdaad belangrijk. Ik kan hier vandaag alleen maar vaststellen dat de PVDA het niet eens de moeite vindt om hierover een vraag te stellen, terwijl ze gisteren in de commissie wel een hoop bullshit hebben verklaard. Ze hebben u daar gezegd dat u voor een oplossing moet zorgen, maar u kunt dat niet. Dat is het verschil tussen u en mij, mijnheer Tonniau. Ik doe mee aan de acties, maar ik zit ook aan de onderhandelingstafel. Zo maken socialisten het verschil. We deden dat de voorbije vijf jaar, ook in de Vlaamse regering en nu doen we dat opnieuw. We gaan ervoor om die mensen de bescherming en de ondersteuning te geven die ze verdienen en om echte oplossingen te zoeken waarop ze kunnen rekenen. Daarvoor hebben we altijd gestreden en dat zullen we blijven doen.
Democratische vernieuwing, partijfinanciering, transparantie en vertegenwoordiging in het buitenland
Gesteld door
Aan
David Clarinval (Minister van Middenstand, Zelfstandigen, KMO's, Landbouw en Institutionele Hervormingen)
Bekijk antwoord
Patrick Prévot:
Monsieur le ministre, je voudrais vous interroger aujourd'hui sur un pan de vos compétences qui n'a, vous en conviendrez, pas souvent été abordé dans cet hémicycle et qui est pourtant éminemment important: le renouveau démocratique. Vous conviendrez également avec moi que la transparence et l'éthique politique constituent une exigence démocratique et qu'elles doivent nous servir de boussole en tout temps et en tout lieu.
Voici quelques jours, j'ai appris qu'un de nos collègues, également président de parti, s'était rendu au Qatar en pleine semaine, pendant les négociations; mais ce n'est évidemment pas l'objet de ma question, même si j'avais la naïveté de croire que les ingénieurs qui essaient de trouver un avenir à notre pays travaillaient d'arrache-pied aux négociations. Néanmoins, j'ai été surpris d'entendre notre collègue justifier sa présence par la recherche d'investisseurs pour le club de foot qu'il préside.
Ma surprise s'exprime moins par le motif déclaré que par la présence d'un collaborateur du MR en sa compagnie. Visiblement, d'après Georges-Louis Bouchez, être député et président de parti, cela ouvre des portes! C'est lui-même qui l'a dit. Georges-Louis Bouchez s'est donc rendu au Qatar pour un sommet exclusif sur le sport, co-organisé par le président qatari, mais à quel titre: président des Francs-Borains ou président du Mouvement Réformateur? J'adore le foot, mais avec tout le respect que je porte aux joueurs et aux supporters, avouez qu'il y a là une dangereuse confusion des genres. Aller au Qatar, accompagné du conseiller diplomatique du MR, et refuser de dire qui a financé ce voyage, cela entretient évidemment la confusion et l'opacité.
Si M. Bouchez s'est rendu au Qatar avec sa casquette de président de club de foot, comment justifier la présence du collaborateur du MR? Était-il en congé? Quel a été son rôle? Donc, monsieur le ministre, ne pensez-vous pas qu'il y a là un dangereux mélange des genres? N'estimez-vous pas que la transparence exige que M. Bouchez clarifie les choses et dise aux citoyens qui a payé ce voyage et dans quel but?
David Clarinval:
Monsieur Prévot, vous m'interrogez à propos d'un voyage effectué à titre privé par Georges-Louis Bouchez au Qatar ce mois de novembre.
Je confirme qu'il a été invité à participer au Sommet international du sport en tant que président de son club de football. Cela lui a donné l'occasion de parler avec Barack Obama, Boris Johnson et Tony Blair. J'espère, monsieur Prévot, que vous estimez que ces personnes sont fréquentables.
Comme vous le savez, Georges-Louis Bouchez a confirmé à plusieurs reprises le caractère privé de ce voyage. Je n'ai donc aucun commentaire à ajouter.
Je n'ai pas non plus d'autres remarques à formuler par rapport au voyage de Malik Ben Achour et Hugues Bayet à Doha, également au Qatar, pour le Forum de Doha, sur invitation de l'entreprise BESIX. Je n'ai pas non plus de commentaires à ajouter à propos des voyages d'André Flahaut au Congo, de Jean-Claude Marcourt à Dubaï, de Christophe Lacroix en Colombie, de Jean-Charles Luperto au Maroc ou de Sophie Pécriaux en Thaïlande. Il en va de même pour le voyage de Paul Magnette à Arles, en Provence, dans le sud de la France, au festival "Agir pour le vivant", dans le courant du mois d'août.
D'une manière générale, il me semble intéressant, monsieur le député, que chaque député puisse ouvrir ses horizons et exercer, dans le respect des réglementations, une activité professionnelle.
Monsieur Prévot, il ne faut pas confondre ce genre de voyage totalement privé avec, par exemple, une utilisation abusive de fonds publics. Je vous invite donc à investiguer sur les multiples voyages de la FGTB à Cuba, qui me semblent bien plus interpellants, puisqu'ils sont probablement financés par les deniers publics.
(Brouhaha)
Voorzitter:
Monsieur Prévot, je vous donne la parole pour votre réplique d'une minute.
Patrick Prévot:
Monsieur le ministre, je vous disais qu'on ne vous a pas souvent interrogé sur le renouveau démocratique; je comprends maintenant pourquoi. Vous ne mesurez pas la gravité des choses et vous venez de ridiculiser la fonction qui est la vôtre en effectuant une espèce de citation des différentes missions. Vous avez certainement fait des recherches sur moi, et vous n'aurez rien trouvé, car je n'ai pas fait de mission parlementaire depuis que je suis au Parlement fédéral.
Je veux simplement vous dire, monsieur le ministre, que ne pas comprendre qu'à un moment donné il y ait un questionnement quand un président de club de football, également président de votre parti politique, mais député fédéral, fait un déplacement à titre privé, n'est pas compréhensible. Pourquoi, s'il y était à titre privé, un collaborateur du MR était-il avec lui? Qui a payé ce voyage? Si c'est le Mouvement Réformateur, c'est évidemment de l'argent public parce que le Mouvement Réformateur est financé par l'État. Et donc, monsieur le président (…)
(Brouhaha)
Voorzitter:
Merci, cher collègue. La minute est écoulée. Daarmee hebben wij een mooi overzicht gekregen van de vakantie- en andere plannen van de collega's.
Het vervoersplan van de NMBS
Het nieuwe vervoersplan van de NMBS
Het verdwijnen van de rechtstreekse treinverbinding tussen het Waasland en Brussel vanaf 15 december
NMBS vervoersplannen, treinverbinding Waasland-Brussel
Bekijk antwoord
Dorien Cuylaerts:
Mijnheer de minister, internationale spoorverbindingen met onder andere hogesnelheidstreinen zijn belangrijk, daar is iedereen het over eens, maar dat die voorrang krijgen op de mobiliteitsnoden van de eigen inwoners, is onbegrijpelijk.
De nieuwe vervoersregeling van de NMBS, die aanstaande zondag ingaat, veroorzaakt onrust over heel Vlaanderen, van Limburg tot West-Vlaanderen. Dagelijkse planningen worden overhoopgehaald door onhaalbare overstappen, geschrapte treinen en verdwenen verbindingen. Zo verliest Sint-Niklaas een rechtstreekse verbinding met Brussel, net zoals het station Mortsel-Oude-God, dat ook een trein richting Brussel per uur zal verliezen. Dat zijn maar enkele voorbeelden, terwijl er net meer aanbod beloofd was. Hoe zult u dat uitleggen aan de reizigers? Dat alles komt natuurlijk boven op de vertragingen en de problemen die we vandaag al kennen.
Mijnheer de minister, wie betaalt de prijs van dat beleid? Dat zijn de hardwerkende mensen die elk jaar gemiddeld 700 euro aan belastinggeld betalen aan het treinvervoer. Daarbovenop moeten zij dan ook nog hun ticketjes of hun abonnement betalen. Die mensen rekenen op vlot en betrouwbaar openbaar vervoer. Vaak kiezen ze bewust voor de trein om bij te dragen aan de groenere toekomst, die u ook zo belangrijk vindt. Door dat soort beslissingen jaagt u hen echter weer regelrecht de auto in. Dat is best straf voor een Ecolominister. Mijn vraag is dan ook simpel. Zult u dat rechttrekken of zult u onze inwoners in de kou laten staan?
Tine Gielis:
Mijnheer de minister, ook ik trek vandaag aan de alarmbel. Wij van cd&v vinden het onaanvaardbaar dat de binnenlandse treinreizigers, de pendelaars die elke die elke dag naar en van hun werk reizen, nu achtergesteld worden tegenover de internationale reizigers, die ons land vluchtig met de trein doorkruisen. De inzet van meer capaciteit op de internationale verbinding tussen Brussel en Amsterdam zal namelijk zeker een impact hebben op de binnenlandse verbindingen, aangezien internationale verbindingen nog altijd prioriteit krijgen op de treinen die de pendelaars hier elke dag van en naar hun werk nemen. Vandaar dat de organisatie TreinTramBus en onze cd&v-collega's op diverse locaties in Vlaanderen heel wat acties hebben ondernomen.
En daar blijft het niet bij. Gisteren vernamen wij nog dat een Nederlandse maatschappij een nieuwe aanvraag voor bijkomende treinen vanuit België naar Groningen heeft ingediend. Ook die zullen ongetwijfeld een impact hebben.
Ik ben een rasechte Kempenaar. In de Kempen is het spoornet nu al erg verzadigd. Ik ben dus heel bezorgd over de impact van de extra buitenlandse treinen voor mijn regio.
Mijnheer de minister, in november sneuvelde het filerecord opnieuw. Zullen wij pendelaars, die dus een alternatief voor de auto gebruiken om zich van en naar het werk te verplaatsen en op die manier files helpen beperken, in de kou laten staan? Onze eigen binnenlandse reizigers moeten kunnen rekenen op een betrouwbare verbinding.
In april kwam de problematiek al zeer uitgebreid aan bod in een hoorzitting. Hebt u intussen al initiatieven genomen om de prioriteitsregels te wijzigen en ervoor te zorgen dat de binnenlandse verbindingen niet achtergesteld worden ten opzichte van de buitenlandse verbindingen?
Voorzitter:
We komen nu tot een vraag van collega Van Hoecke die in de commissie niet aan de orde kwam, maar verwezen werd naar onze plenaire vergadering.
Alexander Van Hoecke:
Mijnheer de minister, vanaf volgende week zal er voor duizenden pendelaars heel wat veranderen in dit land.
Voor reizigers uit verschillende landsdelen zal het een pak moeilijker en omslachtiger worden om op hun einddoel te geraken. In tientallen stations zal het vervoersplan van de NMBS voor problemen zorgen bij de pendelaars. Gisteren nog waarschuwden de gemeenten Asse, Lebbeke, Merchtem en Opwijk voor overvolle treinen richting Brussel door dit vervoersplan.
In het Waasland zullen pendelaars die opstappen in de stations van Sint-Niklaas, Belsele, Sinaai, het wonderschone Lokeren en Zele geen rechtstreekse verbinding meer hebben met onze hoofdstad, Brussel. Hun lijn wordt in twee geknipt in Dendermonde, met alle gevolgen van dien. Limburg wordt nog stiefmoederlijker behandeld in dit vervoersplan dan in het verleden al het geval was. Dat zal zorgen voor gemiste overstappen, treinen die te traag zullen rijden en treinen die zullen wachten op een vorige trein vol pendelaars die een overstap zullen moeten maken. Er zal met andere woorden heel veel ochtendlijke miserie zijn.
Voor de getroffen pendelaars is er geen goede kant aan dit vervoersplan. Er zit ook geen enkele visie achter, het zal zorgen voor meer frustratie bij de reizigers en uiteindelijk ook voor minder reizigers en een gedaald vertrouwen in de NMBS. Mijnheer de minister, herinnert u zich nog dat dit werd aangekondigd als het meest ambitieuze vervoersplan ooit?
Mijnheer de minister, wat zult u ondernemen om te verhinderen dat dit vervoersplan volgende week zoals voorspeld een nachtmerrie wordt voor veel pendelaars? Wat zult u als minister van Mobiliteit ondernemen om ervoor te zorgen dat die duizenden getroffen pendelaars opnieuw vertrouwen kunnen hebben in het openbaar vervoer?
Georges Gilkinet:
Geachte collega’s, bedankt voor uw vragen over het zeer belangrijke onderwerp van de dienstverlening per spoor die de NMBS maandag aan het grote aantal treingebruikers in ons land zal aanbieden. Ik heb, eerst en vooral, alle begrip voor de mensen die de gewijzigde dienstverlening en in het bijzonder de verdwijning van rechtstreekse verbindingen naar Brussel en andere grote steden betreuren. Iedereen wil logischerwijze directe en snelle treinverbindingen ter beschikking hebben.
Als lid van dit Parlement krijgt u maandag de kans om uw vragen in de commissie voor Mobiliteit direct aan de NMBS-vertegenwoordigers te stellen. Als autonoom overheidsbedrijf is de NMBS, en haar raad van bestuur, in de eerste plaats verantwoordelijk voor het vervoersplan. Elk jaar in december past de NMBS haar vervoersplan aan op basis van het beschikbare materieel en personeel en de treinpannes, maar ook op basis van haar nieuwe openbaredienstcontract met de Staat, dat voorziet in een geleidelijke toename over tien jaar van het aantal treinen dat dagelijks en wekelijks rijdt. Ook dit jaar deed de NMBS dat in het nieuwe vervoersplan. De door de NMBS gemaakte keuzes hebben geleid tot meer treinen op het spoor, tot een verbetering voor veel passagiers, maar ook tot een verslechtering voor anderen, zoals in de gevallen die u hebt genoemd.
Het zal u niet ontgaan zijn dat ik als bevoegd minister niet helemaal tevreden was met het voorstel van de NMBS. Ik heb zelfs besloten om de eerste beslissing van de NMBS te annuleren, wat niet elke dag of elk jaar gebeurt. De NMBS heeft vervolgens een nieuw vervoersplan opgesteld en ter goedkeuring aan de regering voorgelegd. Mijn administratie, de FOD Mobiliteit, is momenteel dat plan aan het analyseren. Daarna zal het plan op de agenda van de ministerraad worden gezet.
Het klopt dat de NMBS onderhevig is aan externe beperkingen.
Als minister verwacht ik echter dat de NMBS de beste service biedt aan iedereen. Wij hebben als regering, en ik als minister in het bijzonder, meer dan ons deel gedaan door een nieuw contract met de NMBS en Infrabel te ondertekenen en zo een aanzienlijke herfinanciering te garanderen.
Als u, net als ik, wilt dat het aantal treinen in de toekomst toeneemt en dat de dienst nog verbetert, dan komt het de toekomstige regering toe om de verplichtingen inzake herfinanciering na te komen en ervoor te zorgen dat de NMBS eveneens haar engagement naleeft. Mevrouw Cuylaerts en mevrouw Gielis, als potentieel deel van een nieuwe meerderheid is dat het beste antwoord dat u kunt geven aan de passagiers wier ontevredenheid u hier vandaag hebt doorgegeven.
Dorien Cuylaerts:
Mijnheer de minister, u verschuilt zich achter het feit dat de NMBS een autonoom bedrijf is. Uiteindelijk is het nog altijd een overheidsbedrijf en dus draagt u mee de verantwoordelijkheid.
Voorts vind ik dat u praatjes verkoopt. U wilde destijds een ruimer treinaanbod zonder dat u daarbij rekening hield met de vervoersvraag en de situatie op het terrein, denk maar aan de aanwervingsproblemen rond het boordpersoneel. Al die factoren moeten mee in rekening worden gebracht. De malaise is een rechtstreeks gevolg en het resultaat van uw desastreuze beleid. Het is jammer dat ik het weer moet aanhalen.
Ik kan me alleszins niet van de indruk ontdoen dat de NMBS hier een stukje weerstand tegen uw onrealistische plannen biedt. Wie is hier opnieuw de dupe van? Dat zijn de reizigers. Zopas verwees u naar de toekomstige regering. Voor de N-VA is de maat vol (…)
Tine Gielis:
Mijnheer de minister, ik betreur ten zeerste dat u nog geen initiatief hebt genomen met betrekking tot de prioritering van het internationale transport op het nationale. In de praktijk betekent dat dus dat de internationale toeristen voorrang zullen krijgen op onze eigen pendelaars. Onze pendelaars, studenten en senioren zijn voor cd&v de prioriteit en wij zullen voor hen blijven strijden.
Alexander Van Hoecke:
Mijnheer de minister, u zegt nu eigenlijk dat dit vervoersplan zorgt voor meer treinen, dat het een verbetering is voor veel passagiers en dat men voor alle problemen een mail moet sturen naar de NNBS. U komt hier doodleuk zeggen dat er geen problemen zijn waaraan u iets kunt doen, terwijl u als minister van Mobiliteit ook kunt zien dat een hele regio zijn rechtstreekse verbinding met onze hoofdstad ontzegd wordt. Pendelaars worden aan hun lot overgelaten en moeten zich maar behelpen. De impact zal ook breder zijn dan alleen die getroffen stations. Er zullen meer pendelaars op een beperkt aantal treinen gepropt worden en treinen zullen vaker moeten wachten. Ik hoop vurig - en dan richt ik mij ook tot de sprekers van cd&v en N-VA - dat dit op de agenda van de volgende regering geplaatst zal worden. Mijnheer de minister, uw aankondigingsbeleid heeft in de praktijk alvast tot één ding geleid, namelijk een dalend vertrouwen en een minder performant openbaar vervoer in dit land.
Subitogate en de nieuwe onthullingen in de zaak-Reynders
Het onderzoek naar witwaspraktijken met loterijbiljetten
Fraudezaken in de Belgische politiek
Gesteld door
PVDA-PTB
Raoul Hedebouw
Groen
Stefaan Van Hecke
Aan
Vincent Van Peteghem (Minister van Financiën)
Bekijk antwoord
Raoul Hedebouw:
Monsieur le ministre, je vous interroge aujourd'hui sur des possibles agissements de blanchiment.
On sait qu'en Belgique, pour les ministres, c'est déjà le Win for Life: 11 000 euros nets par mois in the pocket . On sait que, pour les commissaires européens, c'est le super Win for Life: carrément 28 000 euros par mois! Mais, là, visiblement, selon la presse, M. Reynders aurait potentiellement voulu encaisser le super super Win for Life. M. Reynders aurait, ces dernières années, d'abord été déposer 800 000 euros sur des comptes en banque, en cash! Salut les gars!
Puis, un jour, la banque lui a dit: "C'est un peu suspect!" Qu'a-t-il alors fait? Il a acheté pour 200 000 euros de tickets de la Loterie Nationale, 50 semaines sur 52, dans une pompe à essence. Imaginez Didier Reynders: "Salut, je vais prendre un paquet de Marlboro et tu me mets encore 500 euros de tickets en plus". Et, la semaine d'après: "Mets-moi un Snickers et 500 euros de tickets en plus". Imaginez-vous, un commissaire européen! Mais quelle honte! Là est la question!
Au MR, chez les élites libérales, c'est toujours la même chose. On fait les malins contre les profiteurs, les malades de longue durée, les chômeurs, etc. Mais, quand il s'agit de vous-mêmes, il n'y a plus personne au balcon! Voici deux minutes, M. Georges-Louis Bouchez était là! Il était là! Mais il s'est "viré" pour le débat! Il ne veut évidemment pas de débat là-dessus! On ne l'entend pas.
Monsieur le ministre, les banques ont-elles signalé à la cellule de lutte contre le blanchiment d'argent le cash et le fait que ces opérations étaient potentiellement frauduleuses? (…)
Stefaan Van Hecke:
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, het zou een gokverslaving zijn. Dat is de uitleg die de heer Reynders geeft aan dit dossier. Het is een gokverslaving. Collega's, wie een gokverslaving heeft, is chanteerbaar. Daarom mogen bijvoorbeeld politieagenten, magistraten, deurwaarders en notarissen niet binnen in een casino en mogen ze wettelijk gezien nooit gokken. Daarvoor zijn dus goede redenen.
Elke dag komen er nieuwe elementen naar boven. Ook de Nationale Loterij probeert nu aan te tonen dat hun controlemechanismen gewerkt zouden hebben. Ik wil daarop wel dieper ingaan, mijnheer de minister. Er wordt immers gesproken over een totaalbedrag van ongeveer 1 miljoen euro waarvoor een verklaring moet worden gegeven: een poging tot witwassen via de Nationale Loterij ter waarde van 200.000 euro en 800.000 euro cashgeld dat aangeboden werd aan een bank om op een rekening te zetten. Dat roept wel wat vragen op.
Ik zal het eerst hebben over de Nationale Loterij. Er zou één verdachte transactie gevonden zijn op vijf jaar tijd terwijl de feiten toch – zegt men – een tiental jaar zouden hebben geduurd. We krijgen dan een hele uitleg van de Nationale Loterij op twaalf pagina's. Ik denk echter dat er wel wat meer nodig is om de zaken uit te klaren. Mijn eerste vraag luidt dan ook of het volgens u nodig is om de controlemechanismen bij de Nationale Loterij te verstrengen en verstevigen?
Ten tweede valt de Nationale Loterij blijkbaar ook niet onder de antiwitwaswet. Er is dus geen aangifteplicht voor de Nationale Loterij. Bent u van oordeel dat de Nationale Loterij ook onder die witwaswet zou moeten vallen?
Mijn derde vraag gaat over de cashstortingen bij de bank. Hoe kan het dat het zo lang heeft geduurd voor er signalen zijn gekomen? Men moet maar eens proberen om 800.000 euro cash op een bankrekening te zetten. Dat zou dus gedurende een hele periode gebeurd zijn. Zijn er dan nooit signalen gekomen…
Voorzitter:
Bedankt, mijnheer Van Hecke. Uw tijd is om.
Ik wil u nog even herinneren aan de geheime stemmingen, want er is nog geen toevloed vastgesteld. U bent allen uitgenodigd om in de loop van de zitting uw stem uit te brengen.
Vincent Van Peteghem:
Collega’s, ik heb vorige week al geantwoord op zeer veel vragen. Er is deze week ook verduidelijking gekomen van de Nationale Loterij. Ik heb vorige week uitgelegd hoe dat controlemechanisme precies werkt.
J'ai expliqué toutes les limites de jeu, le contrôle d'identité, les limites de versement et le système de contrôle de la Loterie Nationale.
Dat werd, zoals ik al zei, in de afgelopen dagen reeds uitgebreid toegelicht door de Nationale Loterij zelf met cijfermateriaal, waaruit nogmaals blijkt dat dat controlesysteem heeft gewerkt, ondanks het uitzonderlijke karakter van het dossier, en dat ook de nodige meldingen bij de bevoegde instanties zijn gebeurd.
U kunt die nota nalezen en bestuderen, want die is openbaar. U kunt die opvragen bij mijn kabinet en ook bij de Nationale Loterij. In die nota zult u ook de antwoorden vinden op vragen over de gehanteerde controlemethode, over welke indicatoren juist wijzen op mogelijk witwassen, maar ook over de tijdlijn van het geschetste dossier.
Ceci, bien sûr, toujours en prêtant attention au secret de l'enquête.
Meer algemeen en wat betreft uw andere vragen ben ik het natuurlijk met u eens dat wij de strijd tegen witwassen – ook dat heb ik vorige week uitgebreid benadrukt – moeten verderzetten. Dat is ook exact de reden waarom de nieuwe Europese antiwitwasverordening er is, waaronder ik op Europees niveau mee mijn schouders heb gezet. Die verordening zal daar natuurlijk ook toe bijdragen. Wij moeten uiteraard bekijken hoe wij die strijd nog verder kunnen voeren, maar ik wil wel nog toevoegen dat het nu aan de justitie is om het onderzoek te voeren. Alle meldingen, zowel door de Nationale Loterij als door de CFI, zijn gemaakt.
La justice doit faire son travail et elle est évidemment la même pour tout le monde.
Raoul Hedebouw:
Mijnheer de minister, u hebt niet geantwoord op mijn specifieke vraag. In de media wordt gezegd dat de heer Reynders op een bepaald moment 200.000 euro tickets had gekocht, omdat zijn bank hem had gezegd dat 800.000 euro cash toch te veel was om op zijn rekening te storten. Mijn vraag was of de bankensector die informatie heeft doorgegeven aan de antiwitwascel. Is er van daaruit een signaal gekomen?
U hebt het alleen maar over de Nationale Loterij gehad, maar ik heb het over de banken en op die vraag antwoordt u niet. Als het over liberale, rechtse elitepolitici gaat, dan is er geen probleem, dan is alles openbaar. Win for life for Reynders . Die kreeg al 30.000 euro per maand, maar toch vond hij nog meer systemen om geld op te strijken. U moet de bankensector ook onder de loep nemen. Dat interesseert mij. Is er een signaal gekomen van de banken of niet?
Stefaan Van Hecke:
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.
Er is duidelijk nood aan meer controles, ook bij de Nationale Loterij. Ik heb de nota gelezen en men spreekt daarin over indicatoren. In dit geval ging het licht op rood voor drie indicatoren, maar wat doet men als er signalen komen in verband met een indicator of twee indicatoren? Blijkbaar onderneemt men dan geen actie. Men doet dat alleen wanneer men signalen voor de drie indicatoren krijgt. Beslissen over welk dossier wel of niet wordt doorgestuurd, mag geen kwestie van loterij zijn.
U hebt niet geantwoord op mijn vraag over de antiwitwaswet. De Nationale Loterij valt blijkbaar niet onder de antiwitwaswet. Het is duidelijk dat dat beter wel het geval zou zijn. Wij zullen een wetgevend initiatief nemen, zodat de Nationale Loterij wel onder de antiwitwaswet valt. Dan kan iedereen zijn stem uitbrengen.
(Rumoer)
Voorzitter:
Het stemgedrag van collega's kan altijd op de website worden nagekeken.
De oproep van de ziekenhuisdirecteurs om de zorgsector te hervormen
De ziekenhuisfinanciering
De oproep van de ziekenhuisdirecteurs en de nood aan hervormingen
De financiële situatie van de ziekenhuizen in 2023
De ziekenhuisfinanciering
Ziekenhuisfinanciering en hervorming
Gesteld door
Open Vld
Irina De Knop
VB
Dominiek Sneppe
Vooruit
Jan Bertels
N-VA
Frieda Gijbels
PVDA-PTB
Natalie Eggermont
Aan
Frank Vandenbroucke (Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid)
Bekijk antwoord
Irina De Knop:
Mijnheer de minister, we stevenen af op een diepe crisis in onze gezondheidszorg. We moeten veranderen om te overleven. Mijnheer de minister, dat staat in dit rapport. Dat is de noodkreet van de Belgische ziekenhuizen vandaag. We moeten hervormen. We moeten nu hervormen. Dat is de diagnose en die is al lang duidelijk. Uw remedie, die linkse recepten, ze werken niet, mijnheer de minister. De sector vandaag, de studie van PwC, eerder nog het IMF, allemaal hebben ze dezelfde duidelijke conclusie: meer is niet het antwoord.
Ook ik heb u hier al een aantal keren diezelfde boodschap gebracht. Er wordt hier ook met groeivoeten gegoocheld: 2, 2,5, 3 %, en dat op 40 miljard per jaar. Geen klein bedrag als u het mij vraagt. Het lijkt wel alsof we hier op een voddenmarkt staan te zwaaien met al die percentages.
Wat moeten we wel doen? Inzetten op preventie, op efficiëntie, op nieuwe technologie. Dat is niet alleen goed voor de patiënt, maar we kunnen op die manier ook nog eens 5 miljard euro per jaar besparen, mijnheer de minister, gewoon door goed in te zetten op preventie, door een andere vorm van gezondheidszorg aan te bieden. Zorg voor een gezondheidszorg die klaar is voor de toekomst. Dat is de vraag vanuit de sector en dat is de vraag aan ons, of beter gezegd, aan u en aan uw arizonacollega's.
Zorg ervoor dat verpleegkundigen zich kunnen focussen.
Voorzitter:
Collega's, alsjeblieft, mag ik respect vragen voor de spreker? Mevrouw De Knop, u heeft nog enkele seconden om af te ronden.
Irina De Knop:
Zorg ervoor dat verpleegkundigen zich kunnen focussen op hun taak. Neem maatregelen tegen de overconsumptie en zorg voor samenwerking tussen ziekenhuizen. Dat is wat de sector vraagt, mijnheer de minister.
Dominiek Sneppe:
Mijnheer de minister, de ziekenhuisdirecteurs trekken aan de alarmbel. Hun rapport over de toekomst van de Belgische gezondheidszorg stelt glashelder vast wat wij al jaren weten: ons zorgsysteem staat onder druk en is niet langer houdbaar. In plaats van noodzakelijke hervormingen door te voeren, blijven wij vastzitten in oude structuren die niet werken. Wij blijven onterecht vasthouden aan het verouderde fee-for-servicemodel dat niet gericht is op de uitkomst van de zorg maar op het aantal geleverde diensten. Dat zorgt voor een verspilling van middelen en het zorgt voor een stijging van de kosten. Volgens het rapport van de ziekenhuisdirecteurs gaat het om een verspilling van 16,6 miljard. 16,6 miljard, laat dat even doordringen.
Wij moeten dus weg van het prestatiegerichte model om te kunnen evolueren naar een resultaatgericht model, aldus de ziekenhuisdirecteurs. Een zorgmodel dat zich dus richt op het verbeteren van de patiëntresultaten in plaats van op de kosten voor het bereiken van dit resultaat.
Ook de digitalisering van ons zorgsysteem moet veel beter en veel sneller. De verschillende systemen moeten op elkaar afgestemd worden zodat de verschillende zorgverstrekkers gemakkelijker kunnen communiceren.
Tot slot, zoals wij allen ook weten, moet er meer ingezet worden op preventie. Keer op keer wordt preventie genoemd als de oplossing voor de toegenomen zorgvraag en voor de stijgende kosten, maar de middelen blijven ondermaats.
Mijnheer de minister, de ziekenhuisdirecteurs trappen met hun rapport heel wat open deuren in, maar het is goed dat zij er nog eens op wijzen, en dat ze een aantal door de sector gedragen voorstellen naar voren schuiven.
Ik heb dan ook twee vragen voor u. Wat bent u van plan met dat rapport? Hoe zult u paal en perk stellen aan de verspilling van 16,6 miljard euro?
Jan Bertels:
Mijnheer de minister, de ziekenhuisdirecteurs hebben vanmorgen een belangrijk rapport verspreid. Ze brachten een dubbele boodschap. Ten eerste vroegen ze om te blijven hervormen. Blijven hervormen, mevrouw De Knop. Ten tweede uitten ze terecht hun zorgen over het tekort aan zorgpersoneel. Als we op ziekenhuisbezoek gaan of als we zelf in het ziekenhuis terechtkomen, voelen we dit allemaal aan. Patiënten vragen handen aan het bed. De druk op het zorgpersoneel zal alleen toenemen en daar moeten we iets aan doen.
Die regering met socialisten – ik weet niet of jullie daarbij waren – heeft al maatregelen genomen met het Zorgpersoneelfonds en heeft een sociaal akkoord uitgevoerd. We hebben toen het moeilijk ging maatregelen genomen, tegen de wind in, bijvoorbeeld bij de verpleegkundeopleidingen. Zijn we er al? Nee, absoluut niet. Moet we verdergaan? Absoluut. Stilstaan is achteruitgaan en we kunnen ons geen stilstand veroorloven.
We moeten dit samen met het terrein doen en vooruitgaan om ervoor te zorgen dat we een kwalitatieve, toegankelijke en betaalbare gezondheidszorg kunnen blijven aanbieden, zoals de ziekhuisdirecteurs vragen. Dat hebben we nodig. In het verleden hebben we daarvoor met alle actoren een toekomstagenda uitgewerkt en zeer ruim onderzocht welke maatregelen er genomen konden worden, met innovatie, andere methodes en nieuwe technologieën.
Mijnheer de minister, hoe gaat u verder werken aan de uitvoering van die toekomstagenda?
Frieda Gijbels:
Mijnheer de minister, dat de ziekenhuizen door zwaar weer gaan, is helaas geen nieuws. Jaar na jaar zijn wij getuige van de precaire financiële situatie van de ziekenhuizen. 2023 werd afgesloten met een globaal verlies van 174 miljoen. Ook de personeelsproblematiek blijft aanslepen en er worden afdelingen in de ziekenhuizen gesloten.
Nochtans wordt er sinds vorige legislatuur via het Zorgpersoneelfonds 400 miljoen per jaar extra uitgetrokken om ervoor te zorgen dat er meer mensen aan de slag gaan en blijven in de zorg. Afgelopen week kreeg ik cijfers van uw kabinet waaruit blijkt dat het Zorgpersoneelfonds helemaal niet heeft gezorgd voor 5.000 extra voltijdse equivalenten, waarvan u steeds beweert dat ze er zijn. Er is zelfs een daling van het aantal verpleegkundigen in de ziekenhuizen ten opzichte van 2019. Bij de zorgkundigen is er slechts een beperkte toename.
Het is niet verwonderlijk dat de personeelsdirecteurs nu aan de alarmbel trekken. Ze beseffen goed dat er al heel veel geld gaat naar de gezondheidszorg en vragen eigenlijk ook niet om extra geld, maar wel om een echte aanpak van de problematiek. Hun verzuchtingen zijn ook niet nieuw. Ze vragen om te focussen op de kwaliteit van de zorg door te meten, de kosten tegen de baten af te wegen en goede praktijken uit te wisselen en toe te passen. Ze vragen om meer transparantie in de financiering van de zorg en dringen erop aan om een einde te maken aan de versnippering van het zorglandschap.
Mijnheer de minister, deelt u de analyse van de ziekenhuisdirecteurs?
Hoe komt het dat, terwijl er onder de vivaldiregering meer geld dan ooit naar de zorg is gegaan, de problemen er groter dan ooit zijn?
Natalie Eggermont:
Mijnheer de minister, de zorgsector is in crisis. Vandaag, een maand nadat het zorgpersoneel massaal op straat kwam, trekken de ziekenhuisdirecteurs aan de alarmbel.
Volgens hen dreigt er een existentiële crisis, als we een aantal belangrijke problemen niet aanpakken. Als we de vergrijzing het hoofd willen bieden, moet het budget voor de zorg jaar na jaar stijgen. We hebben daarvoor de groeinorm, die vandaag onder vuur ligt. Heel wat zorgpersoneel verlaat de zorgsector wegens de hoge werkdruk, de flexibiliteit en de moeilijke combinatie tussen werk en gezin, wat leidt tot een personeelstekort. Het personeel is op. Voorts is er de ernstige financiële situatie van onze ziekenhuizen.
Je ne sais pas, chers collègues, si vous voyez à quel point la situation est grave aujourd'hui. Nous voyons même un nombre important de licenciements dans le secteur. C’est du jamais vu! Le groupe HELORA, dont fait partie l’hôpital de Jolimont à La Louvière, a annoncé le licenciement de 60 personnes, juste avant les fêtes. C’est révoltant. Cela va encore augmenter la pression sur ceux qui restent. Ils n’en peuvent plus. Nous sommes à 100 % avec ceux et celles qui sont touchés et leurs familles.
De situatie is dus ernstig en de sector kijkt naar de volgende regering voor oplossingen. Wat heeft de arizonaregering echter in petto voor de zorgsector? Tekorten aan budget! De groeinorm, die nu al te laag is, ligt nog verder onder vuur, want de rechtse partijen willen op de zorg besparen. Dat is onaanvaardbaar.
Daarnaast zal de druk op het personeel verder toenemen. Het personeel zal harder moeten werken voor minder loon, door een loonblokkering. De rechtse partijen raken aan de premies voor nacht- en weekendwerk. Dat is een regelrechte aanval op hardwerkende zorgpersoneelsleden. Zij moeten langer werken voor minder pensioen en meer flexibilisering. Er komt binnenkort een echt vergiftigd geschenk onder de kerstboom. Dat heeft de vakbond meteen gezegd.
Mijnheer de minister, u zit mee aan de onderhandelingstafel. Gaat u ermee akkoord dat wat op tafel ligt in de arizonaregering, haaks staat op de noden van de zorgsector? Wat zult u daaraan doen?
Frank Vandenbroucke:
Het rapport dat vanochtend gepubliceerd werd over de ziekenhuizen is een uitstekend rapport. Het verwijst immers naar een reeks lopende hervormingen en geeft aan welke hervormingen nog nodig zijn. Die moeten allemaal gebeuren. Het is dus een uitstekend rapport.
Mevrouw De Knop, u spreekt over 'linkse recepten'. Ik denk dat het rapport dan wel vol staat met 'linkse recepten'. U moet dat echter eens goed bekijken, want ik zie dat niet zo. Het rapport staat gewoon vol met goede recepten die we moeten uitvoeren. Het is dus een uitstekend rapport.
Vervolgens denk ik dat de gezondheidszorg voor zeer grote uitdagingen staat in een ouder wordende samenleving, waarin er meer behoefte is aan zorg en waarin men personeel tekortkomt. We moeten dus blijven investeren en hervormen in de gezondheidszorg. We hebben al geïnvesteerd. Mevrouw Gijbels, ongetwijfeld niet voldoende, maar het Zorgpersoneelfonds heeft gezorgd voor 5.100 extra mensen in de ziekenhuizen, geteld in voltijdse equivalenten. Er was misschien verwarring over cijfers die ik heb gegeven, maar er zijn dus 5.100 extra mensen dankzij dat fonds. Het loon waarmee men vandaag begint te werken als verpleegkundige, zorgkundige of administratief medewerker, is ook aanzienlijk beter dan dat waarmee men vijf jaar geleden begon.
We moeten echter blijven investeren. Het is inderdaad vaak investeren in mensen. Investeren in mensen, collega's, mevrouw De Knop, kost geld. Dus ook in een volgende regering moet er wat mij betreft een betekenisvolle investering kunnen gebeuren in een nieuw sociaal akkoord voor het zorgpersoneel om de lonen en arbeidsomstandigheden te verbeteren. Een nieuw sociaal akkoord, mijnheer Bertels, zou ook moeten worden geïnspireerd door een overleg dat we gedurende vele maanden achter de schermen hebben gevoerd met de werkgevers en de vakbonden van de sector. We hebben daarbij een toekomstagenda op punt gesteld, die onder meer de nadruk legt op de kwaliteit van het werk, de rol van technologie, de digitalisering en de vermindering van onnodige lasten. Die toekomstagenda ligt dus klaar en ik wens dat de volgende regering een betekenisvol budget heeft om die toekomstagenda ook om te zetten in een sociaal akkoord.
We moeten echter ook hervormen in het beroep. Verpleegkunde moet interessanter en aantrekkelijker worden. Verpleegkundigen moeten meer dan vandaag dingen kunnen doen waar ze perfect toe bekwaam zijn. Er moeten minder onnodige lasten zijn voor hen en ze moeten minder werk doen dat ook door andere mensen kan gebeuren. Dat is maar één voorbeeld.
We moeten ook hervormen in de organisatie van de ziekenhuizen. Het rapport zegt heel terecht dat de huidige financiering van de ziekenhuizen er vaak gewoon toe aanzet dat men onderzoeken vermenigvuldigt. Er gebeuren te veel CT-scans. Hoe vaak moeten wij dat nog zeggen? Dat staat ook in het rapport. Wij moeten dus weg van de prestatiegeneeskunde, mevrouw De Knop. Dat staat in dat rapport waar u zo mee hebt gezwaaid. Dat staat erin.
Dat betekent bijvoorbeeld dat wij, als het gaat over scans, de ziekenhuizen het geld zullen geven dat nodig is op basis van de behoeften van de bevolking die zij bedienen. Wij kunnen niet de eindeloze vermenigvuldiging van onderzoeken en prestaties blijven financieren. Dat staat in het rapport. Is dat links, is dat rechts? Neen, dat is gewoon modern.
Zo zullen we nog andere dingen in de financiering ook moeten hervormen. Wij moeten veel meer financieren op basis van kwaliteit. Dat staat ook in het rapport. Wij moeten verder verschuiven naar een dagziekenhuis, ook om verpleegkundigen niet nodeloos nachtenlang te laten werken met loutere surveillanceopdrachten omdat mensen in een ziekenhuis verblijven. Meer en meer mensen kunnen thuis verblijven. Dat moeten wij ook doen.
Ik wil ten slotte nog iets toevoegen dat niet in het rapport staat, omdat ik alles wil zeggen. Wij moeten niet alleen verder verschuiven naar daghospitalisatie. Er is te veel beddenhuis. Wij moeten nadenken over welk aantal bedden waar mensen overnachten nog nodig zal zijn op de lange termijn en hoe wij die bedden meer kunnen inzetten voor mensen die langdurige zorg nodig hebben en minder voor het soort acute zorg waarvoor mensen vandaag nog in een ziekenhuis overnachten. Wij zullen dus ook moeten durven concentreren, ook in het belang van het verpleegkundig personeel. Wij moeten dus durven hervormen.
Ik rond af. De vorming van een nieuwe regering is een moment waarop men een zeer (…)
Voorzitter:
Uw tijd is ook op, mijnheer de minister.
Irina De Knop:
Mijnheer de minister, uw antwoord vat samen wat wij net hebben gezegd: u wil meer, meer, meer… Ik heb gehoord dat er meer geld nodig is om de mensen nog beter te belonen. Ik deel de conclusie dat mensen waar voor hun geld moeten krijgen of goed betaald moeten worden voor verricht werk. (Minister Vandenbroucke protesteert.)
Dat vergt echter een hervorming. U moet daar nu niet aan beginnen. Wat hebt u de afgelopen vijf jaar gedaan? U bent er niet in geslaagd om te hervormen. We moeten opnieuw meer geld uitgeven. Blijkbaar mag de waarheid niet worden gezegd. (Rumoer)
Ik maakte geen deel uit van die regering. Ik stel vast… (Hilariteit)
Voorzitter:
U hebt gereageerd op tussenkomsten. Dat telt mee voor uw minuut van repliek. Het staat iedereen vrij de beschikbare minuut te gebruiken zoals hij of zij dat wil.
Dominiek Sneppe:
Mijnheer de minister, werven, werven en nog eens werven, maar 16,6 miljard euro verspilling, dat is niet niets. Laat me even focussen op die verspillingen. Laten we man en paard noemen. Waar vooral liggen de verspillingen? Het is typerend dat geen enkele Franstalige collega hierover een vraag stelt, want de verspillingen liggen natuurlijk vooral in het zuiden van het land. Daar zien we hogere ereloonsupplementen, langere en meer ziekenhuisopnames, minder eerstelijnszorg, meer specialistische zorg, minder digitalisering, minder preventie.
Op preventie moeten we inderdaad vooral inzetten, maar ook daar zien we andere prioriteiten. We zien ook dat de kosten vooral voor de gemeenschappen zijn en de baten voor het federale niveau. Jarenlange Vlaamse solidariteit brengt dus niets op.
Graag wil ik hier een boodschap herhalen die men – hallo N-VA – mee kan nemen naar de onderhandelingen. Stop die verspilling en maak werk van de volledige splitsing van de gezondheidszorg, zodat elke gemeenschap niet alleen haar eigen prioriteiten kan bepalen (…)
Jan Bertels:
Collega's, als socialisten hebben wij geïnvesteerd in de gezondheidszorg en hebben wij die hervormd. Dat zullen we gewoon blijven doen, als het van ons afhangt. Wij zullen blijven strijden tegen inefficiënties. Wij zullen ervoor zorgen dat er een nieuwe, andere financiering komt die veel meer patiëntgericht is, voor patiëntgerichte zorg, geïntegreerde zorg rond de patiënt.
Van sommige uitspraken die ik hier hoor, val ik van mijn stoel. Daarom hoop ik dat als wij die hervormingen doorvoeren, de eerste kleine of grote belangengroep die een probleem opwerpt, niet vertolkt wordt door u, mevrouw De Knop, om die hervorming in het Parlement tegen te houden. Daar hoop ik dan echt op. In dat opzicht stel ik voor dat u ook doet wat u net zei. Houd het niet tegen. Keur een begroting voor de gezondheidszorg goed en dan kunnen die mensen verder hervormen. Nu blokkeert u die gewoon.
Frieda Gijbels:
Collega Eggermont, ik kan u geruststellen. Wij willen niet besparen in de zorg, maar we vinden wel dat geld goed en verstandig moet worden besteed. Geld alleen is echter niet genoeg. We hebben vooral correcte data, een correcte analyse nodig. We moeten zorgen voor zorgkwaliteit. Dat moet voorop staan.
Mijnheer de minister, we hebben al zo vaak gevraagd naar meer transparantie, naar meer data en naar meer data-uitwisseling. Het is heel illustratief dat uw antwoord op mijn vraag naar het aantal extra voltijdse equivalenten in de ziekenhuizen in tegenspraak is met wat u in de pers verkondigt. Ik vind die 5.000 extra voltijdse equivalenten niet terug in uw antwoord op mijn vraag. Daarin is er maar sprake van 1.000 extra zorgkundigen en zelfs van 110 minder verpleegkundigen in de ziekenhuizen. Dat illustreert hoe fout het zit en hoe weinig zicht wij hebben op het systeem van onze gezondheidszorg.
Natalie Eggermont:
Collega Gijbels, het is misschien eens de moeite om het interview van uw collega Francken in Humo te lezen, waarin hij er wél voor pleit om te besparen in de sociale zekerheid om dat geld te kunnen gebruiken voor Defensie. Dat is interessante lectuur. Mijnheer de minister, u hebt niet echt geantwoord op mijn vraag wat we zullen doen met de maatregelen van Arizona. Het is duidelijk dat u niet wilt luisteren, maar wij zullen u doen luisteren. Morgen, op vrijdag 13 december, is er een eerste vakbondsactie gepland tegen de afbraakregering die eraan komt. Het is de eerste actie van vele, want er zal elke maand een actie zijn. De vakbonden zeggen neen tegen de afbraakregering, neen tegen besparen in onze zorg en op de sociale zekerheid, neen tegen de aanvallen op onze lonen en pensioenen en neen tegen meer flexibilisering. Wij zullen er zijn, want we kunnen en moeten Arizona tegenhouden. Het is nog niet te laat om de juiste kant te kiezen, mijnheer de minister.
De toenemende concurrentie op de telecommarkt door de komst van DIGI
Gesteld door
Open Vld
Vincent Van Quickenborne
Aan
Petra De Sutter (Minister van Overheidsbedrijven en Ambtenarenzaken)
Bekijk antwoord
Vincent Van Quickenborne:
Mevrouw de minister, u hebt het de jongste tijd niet onder de markt als minister van Overheidsbedrijven. De beurskoers van bpost is lager dan de prijs van een postzegel. De beurskoers van Proximus staat op het laagste niveau. U wordt van alle kanten aangevallen, maar u hebt nog supporters.
Ik ben zo'n supporter, toch voor één dossier, met name het openbreken van de telecommarkt. De consumenten in ons land hebben jarenlang veel te veel betaald voor telecom. Dat was zo omdat de telecomlobby de politiek in de klauwen had. Socialisten en christendemocraten reden voor Proximus, nationalisten reden voor Telenet.
Daar hebt u zich niets van aangetrokken. U hebt gezegd: ik ga het zo niet doen, ik ga daarmee breken en ik ga de kans geven aan een vierde speler om actief te worden op de markt. U hebt dat gedaan, het is u gelukt.
Wat stond er in De Tijd ? Een clusterbom in telecomlandschap. De revolutie in telecomlandschap, 5 euro om een maand onbeperkt te bellen en 15 gigabyte. Dat is een derde van de prijs van Proximus, Telenet en Orange. Verder gaat het over 10 euro voor vast internet. Dat is een vijfde van de abonnementsprijs van Telenet en Proximus. Die kosten 50 tot 60 euro.
U hebt het gedaan, het is u gelukt, maar de strijd is nog niet gestreden. Proximus en Telenet doen er namelijk alles aan om te vermijden dat de vierde speler, DIGI, nu ook versneld vast internet kan uitrollen. Daar bestaat nochtans een oplossing voor. In technische termen heet die duct access. In mensentaal betekent dit dat men de kabelgoten openstelt zodat elke operator er data op fibersnelheid kan doorjagen. Als u dat doet, zult u ervoor zorgen dat men niet telkens opnieuw de trottoirs moet openbreken en dat wij bovendien meer concurrentie krijgen, ook als het over de infrastructuur gaat.
Mevrouw de minister, ik heb eigenlijk maar één vraag. Hoe wilt u ervoor zorgen dat door het succes van de vierde speler – dat uw verdienste is, en ook die van Alexander De Croo – alle Belgen binnenkort heel snel vast concurrentieel internet kunnen krijgen?
Petra De Sutter:
Mijnheer Van Quickenborne, ik ben ook tevreden met de komst van de vierde speler. We hebben daar een aantal jaren naartoe gewerkt, denk maar aan de 5G-veiling. Vandaag wordt dit concreet voor de burgers.
We hebben bij de veiling veel vragen gekregen over wat de regering wilde bereiken met het toelaten van die vierde speler. Het antwoord is zeer eenvoudig: de telecomprijzen moesten zakken en dat is gelukt. Dat hebben we niet alleen bereikt door het nieuwe aanbod van DIGI, maar ook omdat andere operatoren daarop zullen reageren en dat zal echt een verschil maken voor onze inwoners.
We hebben veel te lang last gehad van een stabiele, maar weinig concurrentiële telecommarkt. Dat behoort nu tot het verleden. Tegenwoordig gebruiken we steeds meer digitale tools, waardoor betaalbare telecom dus geen luxe is, maar een noodzaak voor iedereen.
Mijnheer Van Quickenborne, zeg nu zelf: als liberaal kunt u een toename van de concurrentie toch alleen maar toejuichen, aangezien dit voor een snellere uitrol van het 5G-netwerk en fiber zal zorgen. Ik ben daar ook voorstander van.
U had het specifiek over het openbreken van voetpaden en straten voor de aanleg van fiberkabels. Dat moet zo veel mogelijk beperkt worden. Ik ben daar zelf ook voorstander van. De bestaande regels bieden operatoren wel wat mogelijkheden om gebruik te maken van elkaars infrastructuur, in dit geval de wachtbuizen of de zogenaamde ducts . Dat is kostenefficiënt en milieuvriendelijk en het zorgt ook voor minimale hinder voor de burger. Gelet op de versnelde uitrol van glasvezelkabels wordt dit een bijzonder relevant onderwerp. Daarom zal ik bij het BIPT navraag doen over hoe de uitrol van glasvezel beter begeleid, gestimuleerd en versneld kan worden. We kunnen mogelijk een centrale databank laten opzetten met informatie over de ducts , waartoe elke operator dan transparant toegang kan krijgen. Dat zal voor een versnelde uitrol zorgen. Bij conflicten moet het BIPT (…)
Vincent Van Quickenborne:
Dank u, mevrouw de minister. Een groene minister die pleit voor de vrije markt, dat is misschien het moderne ecologisme waarnaar Groen op zoek is, maar u ziet onmiddellijk al de reactie op de markt, collega's. Orange, de derde speler, heeft onmiddellijk de prijzen verlaagd. Proximus en Telenet zeggen wel dat ze geen angst hebben, maar kijk maar naar de beurskoers van Proximus, mijnheer Freilich. Die is weer gezakt met 7 %, maar door de concurrentie, en dat is een goede zaak. Mevrouw de minister, de mensen willen inderdaad goede, kwaliteitsvolle producten tegen lage prijzen, en dat zit er nu eindelijk aan te komen in ons land, dankzij de concurrentie, dankzij de vrije markt. Mensen hebben echter ook veel last van hinderlijke werken. De ene week komt Proximus het trottoir openbreken en de week erna Telenet. Dan vragen de mensen zich af hoe dat in godsnaam mogelijk is. De oplossing bestaat. Die zult u aan het BIPT voorleggen. Ik hoop dat het lukt. Op die manier kunnen we met ons land eindelijk tot de top van de telecom in Europa toetreden, want dat is de plaats waar wij horen.
De beslissing om fraudedossiers onder 10.000 euro niet te behandelen bij gebrek aan middelen
Het gebrek aan middelen in de strijd tegen de financiële criminaliteit
De beslissing om in Brussel geen vervolging in te stellen in fraudedossiers onder 10.000 euro
Het Brusselse parket en de door de sectie Ecofin behandelde fraudedossiers
Gebrek aan middelen in vervolging fraudedossiers onder 10.000 euro in Brussel
Gesteld door
Les Engagés
Jean-Luc Crucke
DéFI
François De Smet
MR
Pierre Jadoul
PS
Khalil Aouasti
Aan
Paul Van Tigchelt (Minister van Justitie en Noordzee)
Bekijk antwoord
Jean-Luc Crucke:
"À la suite d'un échange avec la police judiciaire fédérale de Bruxelles, je souhaite vous informer que cette dernière ne dispose pas de la capacité d'enquête nécessaire pour mener des devoirs d'investigation dans ce dossier".
C'est la surprenante et désagréable missive qu'ont reçue des citoyens et/ou leurs avocats soumis au parquet de Bruxelles ou à la police judiciaire de Bruxelles pour leur dire tout simplement que, nonobstant le dommage qu'ils avaient encouru dans un dossier, il n'y aurait non seulement pas de suite donnée, pas d'enquête effectuée, mais que ce serait purement et simplement à oublier.
Monsieur le ministre de la Justice, il est évident que face à ce genre de courrier, nous pouvons percevoir l'émoi de personnes pour qui – puisqu'on parle de dossiers de moins de 10 000 euros – 10 000 euros, c'est quasiment le bout du monde, c'est toute leur fortune. Et ceux à qui on dit d'oublier se demandent dans quel État ils se trouvent.
Comment, en tant que ministre de la Justice, réagissez-vous à cela? Comment, lorsque vous êtes mis au courant de ces faits, prenez-vous les mesures pour dire que c'est une justice à deux vitesses? Je crois que nous en sommes là.
Nous savons que la Justice manque de moyens. Mais quand on commence à faire du tri en disant qu'il y a des petites et des grandes délinquances, avec des montants comme critère discriminant, je crois que cela ouvre la porte à tous les abus et surtout que ceux qui ont été abusés ne pourront pas retrouver la confiance dans la Justice.
François De Smet:
"À la suite d'un échange avec la police judiciaire fédérale de Bruxelles, je souhaite vous informer que cette dernière ne dispose pas de la capacité d'enquête nécessaire pour mener des devoirs d'investigation dans ce dossier". Ce message, monsieur le ministre, se retrouve dans de nombreux procès-verbaux et d'autres pièces judiciaires que des justiciables reçoivent.
C'est ainsi que l'on apprend par voie de presse que, par exemple, les dossiers de fraude financière et d'escroquerie en dessous de 10 000 euros ne sont tout simplement plus traités. Comment cela est-il possible dans un État de droit? Comment est-il possible que des commissions de pondération – je ne les critique pas, elles sont apparemment désormais indispensables – soient contraintes de faire des choix de plus en plus impossibles?
Je suis le premier à dire que des dossiers comme le narcotrafic ou la lutte contre les fusillades demandent des moyens exceptionnels. Mais, quand cela se fait au détriment de dossiers tels que ces dossiers d'escroquerie mais aussi de violences intrafamiliales, nous avons un véritable problème qui, à mon avis, ruine le crédit de la justice elle-même chez les justiciables. Bien sûr, des refinancements ont été lancés. Mais, le résultat est là: il y a actuellement des infractions qui ne sont tout simplement pas poursuivies du tout.
Ensuite, il faut se préoccuper de l'état de la police judiciaire fédérale, qui a besoin de renforts. Elle a, aussi, particulièrement besoin de spécialisation. Dans les domaines de la criminalité financière, qui sont de plus en plus sophistiqués, on a besoin d'expertise de plus en plus forte. Je me permets ici de prêcher à nouveau dans un désert – en ce compris celui de l'Arizona, où pour l'instant rien ne pousse – en faveur d'un parquet national financier, parce que nous allons avoir besoin, demain, d'une structure qui soit autonome, multidisciplinaire et qui permette de combattre ce fléau.
Monsieur le ministre, comment allez-vous réagir à ce nouvel appel au secours de magistrats et de policiers qui ne parviennent plus à rendre justice sans devoir choisir leurs combats et abandonner certains justiciables?
Pierre Jadoul:
Monsieur le ministre, je ferai l'économie de vous lire pour une troisième fois la phrase du courrier reçu par un certain nombre de justiciables. Mais je ne peux pas manquer de m'associer à l'émoi de mes collègues.
Un cas pratique: la semaine dernière, ma collaboratrice au barreau a reçu une pensionnée qui s'était fait dévaliser par un vendeur de vin, lequel était parvenu à lui soutirer 4 000 euros en vingt minutes de visite à domicile. Malheureusement, je déduis de ce que j'apprends dans la presse que tout espoir est perdu et que mieux vaut épargner à cette justiciable des frais et honoraires d'avocats, qui seront exposés en pure perte puisque, de toute façon, cela n'aboutira à rien.
Monsieur le ministre, je m'inquiète de la déliquescence de la justice dans notre pays, et particulièrement en Région de Bruxelles-Capitale. Il y a là une évolution désastreuse, qui crée à la fois un sentiment d'impunité dans le chef d'un certain nombre d'auteurs de faits et un sentiment d'injustice et de désolation dans le chef de la majorité de nos concitoyens.
Monsieur le ministre, confirmez-vous l'information communiquée par voie de presse, selon laquelle les affaires d’escroquerie ou de fraude financière pour des montants inférieurs à 10 000 euros ne sont plus traitées aujourd'hui à Bruxelles? Quelles mesures envisagez-vous de prendre pour tenter de remédier à cette situation?
Je sais qu'il y a des problèmes de recrutement au niveau de la police judiciaire de Bruxelles. Avez-vous des contacts avec votre collègue de l'Intérieur afin de renforcer l'attractivité de la profession, particulièrement dans la capitale?
Khalil Aouasti:
Monsieur le ministre, chers collègues, 10 000 euros! C'est la somme en dessous de laquelle la police et le parquet, par manque de moyens, ne traitent plus les dossiers de fraude financière. Or une fraude de moins de 10 000 euros, c'est quoi, monsieur le ministre de la Justice? Cela peut être 650 euros prélevés sur le compte d'un particulier suite à un vol de carte et, pour certains, 650 euros représentent le montant des courses pour un mois, des cadeaux de fin d'année, des inscriptions à des clubs de sport pour leurs enfants. Ce sont aussi des fraudes aux factures de gaz, d'eau ou d'électricité qui sont payées sur des faux comptes et qui endettent les ménages.
Monsieur le ministre, la situation a été décrite par mes collègues. Je n'ose imaginer le sentiment des victimes quand elles découvrent que la justice et la police ne leur apporteront ni aide ni protection. Voici bientôt trois ans, nous apprenions un classement des dossiers en trois catégories, par manque de moyens. Aujourd'hui, on ne se contente plus de hiérarchiser les dossiers. On ne les poursuit tout simplement plus.
Ce manque de moyens semble toucher tous les services dès lors que l'on apprend, pour un montant qui approche plus le million d'euros que les 10 000 euros, que le parquet fédéral, sous le ministère de votre prédécesseur, M. Van Quickenborne, a mis plus d'un an et demi pour initier l'enquête sur le blanchiment d'argent présumé de M. Reynders.
Monsieur le ministre, les prisons sont dans état de délabrement. La police judiciaire fédérale et les parquets n'ont plus la capacité de remplir leurs missions. La justice dysfonctionne en raison d'un sous-financement chronique et, aujourd'hui, à travers la fraude fiscale et le blanchiment d'argent, on laisse échapper des moyens essentiels à la solidarité et au fonctionnement de l'État. C'est le bilan! C'est le vôtre et c'est celui de votre prédécesseur en ne répondant pas aux appels incessants du monde judiciaire. (M. Van Quickenborne applaudit.)
Monsieur Van Quickenborne, ce n'est pas drôle!
Monsieur le ministre, les efforts consentis demeurent largement insuffisants. Les alertes proviennent de tous les secteurs: magistrats, policiers, avocats, agents pénitentiaires, directeurs de prison, etc. Quand allez-vous enfin prendre la mesure de la problématique et quelle réponse forte allez-vous donner?
Voorzitter:
Je vous remercie, monsieur Aouasti. Monsieur le ministre, vous disposez de cinq minutes pour répondre.
Paul Van Tigchelt:
Chers collègues, on ne peut accepter l'impunité dans la lutte contre la fraude fiscale. Mais la question est: comment réaliser cela? Je vous donne d'abord quelques faits. Il faut continuer dans cette lutte. Hier, l'arrêté de désignation du nouveau procureur de Bruxelles a été enfin publié. En effet, pendant des années, le parquet de Bruxelles n'a pas eu de procureur à part entière. La modification de la loi nécessaire pour le faire, depuis 2014, a finalement été adoptée ici il y a quelques mois. Le résultat est là: un nouveau procureur est là.
Mais, chers collègues, ce n'est pas tout. Du personnel supplémentaire a également été mis à la disposition du parquet de Bruxelles. Depuis octobre 2023, 13 magistrats supplémentaires et 20 juristes supplémentaires ont été ajoutés. La police judiciaire fédérale et les enquêteurs spécialisés ont également été renforcés par des spécialistes. En néerlandais, on dit des zij-instromers .
Il y a, depuis le début de la législature, 272 enquêteurs supplémentaires, sans oublier les équipes d'enquête multidisciplinaires, les MOTEM, que l'on a créées sous cette législature, composées de contrôleurs fiscaux et de policiers pour lutter contre la fraude fiscale organisée, en collaboration avec le parquet européen, l'EPPO, que l'on a aussi créé. Ces MOTEM ont déjà obtenu des résultats remarquables. Ces renforts étaient nécessaires car la criminalité organisée, la violence, la fraude fiscale, le cybercrime et le phishing et les autres défis dans notre capitale sont importants. Il est clair, chers collègues, que le prochain gouvernement devra également investir pour soutenir nos services dans cette lutte.
Mais la question qui se pose est de savoir comment. Comment faut-il continuer cette lutte? Je pense que vous connaissez mon opinion, messieurs Aouasti et Jadoul. Je pense qu'investir dans un parquet à part pour la fraude fiscale, ce n'est pas un investissement intelligent parce que cela voudrait dire que l'on va encore une fois investir dans une nouvelle structure, un nouvel organe, alors que nous avons déjà le parquet fédéral, doté d'une compétence nationale et d'une section financière.
Nous pourrions libérer des fonds pour recruter encore plus de personnel et d'agents de police dans notre pays. Nous en avons déjà aujourd'hui 51 000. Nous pourrions investir en vue de recruter encore plus de magistrats et de personnel judiciaire. Cependant, si vous me demandez mon avis, et c'est ce que vous faites, je pense qu'il faut investir plus intelligemment, en l'occurrence dans la technologie. En effet, celle-ci peut prévenir de nombreuses infractions dans le domaine du phishing . L'intelligence artificielle peut ainsi détecter et bloquer les transactions bancaires frauduleuses avant même que le mal ne soit fait.
Les victimes d'escroquerie doivent immédiatement pouvoir porter plainte auprès d'un poste de police numérique qui soit toujours accessible. Ce n'est pas le cas aujourd'hui. Or non seulement leur plainte serait toujours traitée directement, mais de plus les enquêteurs virtuels – et ce n'est pas le futur, puisque c'est déjà possible – pourraient immédiatement faire le nécessaire pour bloquer les comptes concernés ou encore rassembler toutes les informations pour la justice.
Nous avons déjà développé des applications, les power apps , au cours des dernières années. Il faut aller plus loin. Bien entendu, chers collègues, il ne s'agit pas là d'une technologie visant à remplacer les gens mais bien d'un outil permettant d'alléger leur charge de travail afin que les policiers puissent se concentrer sur des tâches plus utiles. C'est à cette fin qu'il convient de trouver des réponses, car ce sont des investissements intelligents au bénéfice de nos concitoyens. Je vous remercie de votre attention.
Jean-Luc Crucke:
Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse, mais je vois une contradiction dans ce que vous dites.
Je partage votre avis quant à la nécessité d'investissements en termes d'intelligence artificielle, mais il en faut également en termes humains. En tant que libéral, vous devriez savoir que les investissements peuvent rapporter. Dans ce cas-ci, on ne va plus chercher en dessous de 10 000 euros. On dit souvent que les petits ruisseaux font les grandes rivières. En vous privant de ces recettes, vous privez finalement l'efficacité de la justice de recettes dont elle aurait besoin.
Pour moi, il existe un lien entre un criminel et un consommateur. Le consommateur va toujours aller chercher le prix le moins élevé tandis que le criminel va chercher là où il paye le moins. Aujourd'hui, le signal a été donné à Bruxelles qu'ils ne paieront plus du tout!
François De Smet:
Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse.
Je soulignerai d'abord que toute petite affaire non suivie d'actions a un effet désastreux pour l'image de la justice et de notre démocratie. Je rappelle que toutes les affaires ne sont pas financières. Il y en a qui concernent des violences intrafamiliales par exemple. Il faut donc aussi traiter les petites affaires.
Ensuite, je souhaiterais confirmer qu'il y a bien une logique d'investissement mais nous sommes en désaccord sur cette histoire de parquet national financier. Après l'affaire Cahuzac, célèbre ministre des Finances qui avait un compte secret caché en Suisse, la France a créé un parquet national financier, qui était simplement plus autonome, plus armé, avec de grands moyens et qui leur rapporte aujourd'hui des milliards.
Je constate que nous ne sommes pas capables d'aller chercher des milliards aujourd'hui. Or, à mon avis, avec un tel outil, nous serions capables de le faire demain. Cette proposition est portée notamment par l'ex-juge d'instruction Michel Claise, membre de DéFI. J'encourage vraiment la future majorité Arizona à s'en inspirer parce que là, il y a des moyens à aller chercher.
Pierre Jadoul:
Monsieur le ministre, je vous remercie pour les éléments de réponse que vous communiquez.
Je voudrais souligner plusieurs choses. Je pense que ma formation politique a été particulièrement présente pour tenter de débloquer la question de la nomination d'un procureur du Roi à Bruxelles; je me réjouis que ce dossier ait enfin pu aboutir et que sa contribution ait été déterminante. Je forme le vœu que son arrivée sera l'occasion de maintenir au sein du parquet de Bruxelles un certain nombre d'acteurs qui sont aujourd'hui lassés voire dégoûtés. Et si tous les dégoûtés s'en vont, je crains que la situation ne soit pas de nature à s'améliorer.
Pour le reste, je vous rejoins totalement sur la volonté de ne pas créer une structure spécifique. En effet, je pense que le fonctionnement judiciaire actuel a montré ses limites dans la mesure où nous avons mis en place un certain nombre de collèges qui génèrent des charges de travail qui sont démesurées par rapport aux résultats qu'elles produisent.
Voorzitter:
Merci, cher collègue. Je tiens à préciser qu'il s'agissait ici de la première question posée par le collègue Jadoul. (Applaudissements)
Khalil Aouasti:
Monsieur le ministre, j'ai envie de citer Pascal, qui disait: "Ne pouvant fortifier la justice, on a justifié la force." Voici un an, auprès des dix-neuf bourgmestres bruxellois, vous vous étiez déjà engagé à renforcer considérablement les moyens dans la justice et la police. Certes, des efforts ont été réalisés. Un procureur du Roi a enfin été désigné à Bruxelles mais ces efforts demeurent aujourd'hui insuffisants – il faut pouvoir le dire.
À travers cette insuffisance, c'est la justice de classe qui est mise en question et derrière elle, le fait de ne pas poursuivre des dossiers à moins de 10 000 euros. C'est l'injustice de classe qui demeure et qui règne. À force de ne pas fortifier la justice, on décide de justifier la force.
Monsieur le ministre, la confiance dans l'institution judiciaire est nécessaire pour permettre à nos citoyens de maintenir cette confiance en l' é tat. Il faut donc mettre les moyens le plus rapidement possible, conformément à vos engagements, dans la police et dans la justice.
Voorzitter:
Je clôture cette session de questions d'actualité.
Voorstellen en Ontwerpen
De voorstellen en wetsontwerpen die besproken werden tijdens deze vergadering en de bijbehorende stemmingen.
Wetsontwerp houdende bekrachtiging van koninklijke besluiten betreffende de verplichte bijdragen aan het Begrotingsfonds voor de gezondheid en de kwaliteit van de dieren en de dierlijke producten en de retributies en bijdragen aan het Begrotingsfonds voor de grondstoffen en de producten Wetsontwerp ter bekrachtiging van bijdragen aan gezondheids- en kwaliteitsfondsen voor dieren en grondstoffen.
1 stemming
Wetsontwerp aangenomen
Wetsontwerp houdende gedeeltelijke omzetting van de Richtlijn (EU) 2022/2041 van het Europees Parlement en de Raad van 19 oktober 2022 betreffende toereikende minimumlonen in de Europese Unie Wetsontwerp ter implementatie EU-richtlijn voor toereikende minimumlonen.
1 stemming
Wetsontwerp aangenomen
Wetsontwerp tot wijziging van artikel 23quater van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt en tot omzetting van de Richtlijn (EU) 2019/944 van het Europees Parlement en de Raad van 5 juni 2019 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit en tot wijziging van Richtlijn 2012/27/EU Wetsontwerp ter aanpassing elektriciteitsmarkt en implementatie EU-richtlijn interne markt
1 stemming
Wetsontwerp aangenomen
Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 15 mei 2024 houdende bepalingen inzake digitalisering van justitie en diverse bepalingen II voor wat betreft de overheveling van het grondgebied van de voormalige gemeente Meulebeke naar het gerechtelijk kanton Tielt
1 stemming
Wetsvoorstel aangenomen
Stemmingen
Stemmingen niet gelinkt aan een voorstel/ontwerp.
Voorstel van naturalisatiewet toegekend bij toepassing van de wet van 27 december 2006 houdende diverse bepalingen tot wijziging van het Wetboek van de Belgische nationaliteit (deel A). (519/2)
ja (113) nee (19) onthouding (1)
Voorstel van naturalisatiewet toegekend bij toepassing van de wet van 4 december 2012 tot wijziging van het Wetboek van de Belgische nationaliteit (deel B). (519/2)
ja (113) nee (20) onthouding (1)
Voorstel tot verwerping door de commissie voor de Naturalisaties van de dossiers die in haar verslag nr. 519/1 op bladzijde 3 zijn opgenomen.
ja (133) nee (0) onthouding (0)