meeting-plenary
De hoge kosten van het energie-eiland en de brief van Elia aan de eerste minister Beste premier, de energiefactuur betaalbaar houden is nog nooit zo moeilijk geweest. De oorlog in Oekraïne gaat verder en internationale prijzen staan weer onder druk. Beste collega’s, op hetzelfde elan verderdoen is en was duidelijk geen oplossing. Bijna heel Europa komt tot dezelfde conclusie: minder fossiele brandstoffen van Poetin, maar meer duurzame stroom van hier. Vooruit kijkt daar zonder taboes naar, zolang de stroom maar duurzaam, veilig en vooral betaalbaar is. Dat is ook exact wat onze minister in de Vlaamse regering doet. Op federaal niveau doen we hetzelfde. We bouwen windmolens op zee en we bouwen een energie-eiland en dat is allemaal goed. Het prijskaartje daarvan is echter minder goed. Collega’s, we gingen iets bouwen dat voorheen nog nooit was gedaan en we dachten dat te kunnen doen voor slechts 2 miljard euro. Het was bijna te mooi om waar te zijn en dat is het ook. Intussen zijn de kosten niet verdubbeld of verdrievoudigd, maar opgelopen tot 7 miljard euro. Iedereen hier weet wie dat zal moeten betalen: gewone mensen en onze bedrijven en gezinnen. Mijnheer de premier, dat is onaanvaardbaar. Als we de koopkracht van de mensen willen beschermen, dan mogen we hen niet opzadelen met een duur prestigeproject. Het kan gebeuren dat zo’n groot project anders verloopt dan verwacht. Ik ben zelf ingenieur en als er een iets is dat ik in die hoedanigheid heb geleerd, dan is het dat men tijdig moet ingrijpen als er iets misloopt. Vandaag gaan alle alarmbellen af. De wereld is en blijft onrustig. De oplossing zal van een volgende regering moeten komen. Mijnheer de premier, hoe kijkt u naar dit dossier? Wat is uw reactie op de brief van Elia? Bedankt voor uw vraag, mijnheer Seuntjens. We hebben de voorbije jaren bijzonder veel gedaan om de energie betaalbaar te houden en om de bevoorradingszekerheid te kunnen garanderen. Toegang krijgen tot voldoende hernieuwbare energie die we zelf onder controle hebben en die goedkoop is, was daarvan een essentieel onderdeel. De opzet van het energie-eiland was dan ook het aan land brengen van die forse uitbreiding van hernieuwbare energie in de Noordzee. Eind 2021 keurde de ministerraad dat design, dat door Elia was voorgesteld, goed. Reeds in juli 2023 heeft de ministerraad kennisgenomen van het feit dat een aantal prijzen zouden stijgen door de geopolitieke spanningen. Op dat moment heeft de ministerraad beslist om aan de minister, samen met de CREG, te vragen om meer informatie te krijgen om dat te kunnen opvolgen. Al meer dan een jaar geleden hebben wij gezegd dat daar moest worden ingegrepen. In het najaar van 2024 kwam het signaal dat de prijzen verder zijn gestegen. Op 22 november heb ik de top van Elia bij mij ontboden en aangegeven dat zoiets niet aanvaardbaar was en dat men moest kijken op welke manier Elia het design kon herbekijken om ervoor te zorgen dat het paste binnen de politieke beslissing die wij hebben genomen. Het is onverantwoord dat een project de prijzen zo kan laten stijgen. Ik citeer uit de brief die ik op dat moment naar Elia heb gestuurd: "Het project in zijn huidige vorm is te duur en is niet conform de beslissing van de ministerraad van 20 juli 2023. Ik blijf dan ook bij mijn standpunt dat ik u op 22 november 2024 heb meegedeeld dat een project met een dergelijke kostprijs geen doorgang kan vinden. Het is dan ook noodzakelijk dat andere opties worden onderzocht, zodat het project politiek en maatschappelijk kan worden gedragen en de kosten voor bedrijven en gezinnen beperkt blijven." Elia heeft daarop geantwoord dat men met een alternatief zou komen, om ervoor te zorgen dat het beantwoordt aan wat in de initiële beslissing stond. Mijnheer de premier, ik dank u voor uw antwoord. Of het nu gaat om energie-eilanden op zee, kerncentrales of windenergie, als dit dossier ons een iets leert, is het wel dat het niemand vooruithelpt om halsstarrig vast te houden aan dogma's en stokpaardjes. Het zijn altijd de gewone mensen die daarvan de dupe zijn. Deze regering heeft tijdig ingegrepen toen dat nodig was. Ik denk niet dat ik overdrijf wanneer ik zeg dat deze bestuursperiode de zwaarste van mijn generatie is geweest. Het ging van corona over een energiecrisis tot een oorlog in Europa. Er was een overheid nodig die haar verantwoordelijkheid nam en dat heeft ze ook gedaan. Ze heeft dat gedaan door de btw te verlagen naar 6 %, energiecheques uit te schrijven en een sociaal tarief uit te breiden en te versterken. Ik wil u dan ook graag persoonlijk bedanken voor uw aandeel daarin. Uiteindelijk draait politiek immers om compromissen sluiten en boven zichzelf uitstijgen. Ik kan alleen maar hopen dat we zo verder te werk zullen gaan. De situatie in de DRC De situatie in de DRC De situatie in Oost-Congo De situatie in de DRC De situatie in Congo De oorlog in de Democratische Republiek Congo De situatie in de Democratische Republiek Congo De geopolitieke focus van Europa in Afrika Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre, chaque jour qui passe en République démocratique du Congo, ce sont des vies qui sont brisées dans un silence complice. La prise de Goma par les rebelles du M23 soutenus par le Rwanda n'est pas qu'un fait militaire. C'est un crime contre l'humanité, voire un génocide qui se déroule sous nos yeux. Ce sont des femmes violées, utilisées comme armes de guerre. Ce sont des villages détruits, des familles arrachées, plus de sept millions de personnes déplacées. Ce sont des civils bombardés dans des camps de réfugiés. Ce sont des enfants qui grandissent dans le chaos et dans la peur. Pourtant, que fait la communauté internationale? Eh bien, elle ne fait pas grand-chose. Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre, l'Europe a su sanctionner la Russie pour son agression en Ukraine, et c'est très bien. Mais pourquoi n'y arrive-t-elle pas quand c'est le Rwanda? Il est temps d'arrêter ce deux poids deux mesures insupportable. Le droit international doit être une boussole de Kiev à Kinshasa en passant par Gaza. Les discours ne suffisent plus. Nous demandons que la Belgique et l'Union européenne prennent des mesures fermes et immédiates. Nous demandons des sanctions ciblées contre les dirigeants rwandais impliqués dans ce conflit. Nous demandons un embargo total sur les minerais étiquetés rwandais qui sont, en réalité, des minerais de sang pillés au Congo. Nous demandons un soutien à la justice internationale. Nous devons répondre aux appels de la société civile du Congo. Il ne peut y avoir de paix sans justice, et tant que l'impunité régnera, les massacres continueront. Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre, quand allons-nous enfin passer des paroles aux actes? Quelles mesures concrètes la Belgique compte-t-elle prendre pour stopper ce massacre et protéger les populations civiles de l'Est du Congo? Quand la Belgique ordonnera-t-elle la fin du massacre et exigera le retrait des troupes rwandaises, comme le réclamait d'ailleurs l'ambassadeur de la République démocratique du Congo que nous avons rencontré hier? La Belgique sera-t-elle au premier plan aux Nations Unies (l'ONU) pour réclamer des sanctions contre le Rwanda? Messieurs les ministres, chers collègues, je vais aller droit au but. Pardonnez-moi ce cri de rage, mais le peuple congolais en crève, au sens propre comme au sens figuré! Les femmes de l'Est du Congo sont mutilées et violées, l'arme de guerre la plus immonde. Elles en crèvent, à petit feu ou sous les balles du M23. Les enfants de l'Est du Congo, sans eau ni électricité, sans de quoi subsister dignement, n'ont-ils droit à un autre destin que celui d'enfants soldats? Les hommes de l'Est du Congo n'ont-ils comme seul avenir que de survivre dans la peur et la perpétuelle violence, au gré des groupes rebelles qui s'affrontent dans une indifférence quasi générale? Alors oui, cela fait des décennies que les Congolais de l'Est en crèvent, qu'ils soient de Goma, du Nord ou du Sud-Kivu, qu'ils survivent dans d'innombrables camps de réfugiés ou dans des villes et villages dans lesquels "vivre" veut d'abord dire "survivre". Au nom de mon groupe, je veux avoir une pensée sincère pour ces femmes, ces enfants et ces hommes qui, chers collègues, nous attendent. Monsieur le ministre des Affaires étrangères, monsieur le premier ministre, je sais qu'en tant qu'amis fervents de l'Afrique, vous partagez mon désarroi. Hier en commission, nous recevions l'ambassadeur de la RDC, qui a adressé quatre demandes à la Belgique: ordonner la fin des hostilités et le retrait des troupes rwandaises de la RDC; mettre en place un embargo total sur les minerais étiquetés rwandais et introduire une traçabilité dès le sol congolais; plaider auprès de l'Union européenne pour revoir les accords militaires et économiques avec le Rwanda; plaider pour un registre complet des armes vendues à celui-ci. Messieurs les ministres, dans quelle mesure pouvons-nous répondre à ces demandes? Quels sont les leviers que nous pouvons immédiatement actionner pour éviter de nouveaux massacres? L'Union européenne annonce une aide humanitaire d'urgence de 60 millions d'euros, insuffisants certes, mais comment garantir que cette aide atteigne les populations touchées? Et puis, enfin, messieurs les ministres, pouvez-vous dresser un bilan de la sécurité de nos ressortissants dans la région et de nos équipes diplomatiques en RDC? Nous savons en effet que plusieurs ambassades ont été attaquées. Monsieur le président, je suis fier d’être ici devant deux représentants du pays, qui travaillent et connaissent le Congo. Je connais le Congo, mais je ne peux pas prétendre le connaître nécessairement mieux que vous. Des questions se posent. Le pays qui souffre, c’est le Congo. Des questions se posent. Pourquoi cela a-t-il duré tant d’années sans que des êtres humains – comme nous, qui sommes ici les représentants du peuple – aient débattu de ce problème et aient mis un terme, il y a longtemps, à ce que nous vivons aujourd'hui? Je me le demande, et je vous le demande, monsieur le ministre des Affaires étrangères. Je sais que le premier ministre couvre tout. La Belgique va-t-elle soutenir l’adoption de sanctions contre le Rwanda au sein du Conseil de sécurité des Nations Unies? Avez-vous des contacts sur ce sujet avec les États actuellement membres du Conseil de sécurité? La Belgique va-t-elle demander, au sein de l’Union européenne, la suspension de tous les accords avec le Rwanda et la suspension des financements accordés par l’Union? Ils sont accordés y compris par le biais de la Facilité européenne pour la paix – étonnant! Quel soutien la Belgique va-t-elle elle-même donner à la MONUSCO et aux troupes africaines de la SADC qui défendent la République démocratique du Congo? Quelles actions diplomatiques les Affaires étrangères mettent-elles en œuvre pour rétablir la paix? Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre des Affaires étrangères, je vous interpelle évidemment sur les événements dramatiques en cours à l'Est de la République démocratique du Congo, notamment la prise de Goma par le M23 soutenu par l'armée rwandaise. Je vous pose tout de suite la question. Pourquoi autant d'inaction? Pourquoi laisse-t-on faire? Waarom laten wij hen gewoon doen? In Oekraïne komen wij direct tussen: sancties, het leger, wapens enzovoort, alles erop en eraan. Als het echter over Congo gaat, gebeurt er niets. Waarom? C'est cela la question! Tout le monde sait ici que l'armée rwandaise ne pourrait pas se permettre cela sans le soutien de l'impérialisme américain. Sans le soutien des États-Unis d'Amérique, c'est impossible. Vous le savez. Vous regardez par terre parce que vous le savez. Un petit pays comme cela ne peut pas intervenir chez son voisin sans un appui occidental important. Il y a aujourd'hui des protocoles d'accord entre l'Union européenne et le Rwanda. Le protocole sur les minerais stratégiques est signé. Ce sont des accords favorables à l'Union européenne et au Rwanda. On aide le Rwanda. Il y a des accords entre l'armée rwandaise et les institutions européennes. Pourquoi? Pourquoi tant d'hypocrisie? C'est la question qui est posée aujourd'hui par les peuples africains et par le peuple congolais. Va-t-on faire sauter ces protocoles? Le PTB a proposé de faire sauter ces protocoles. Tous les partis traditionnels belges ont voté contre, ils ont voté pour le maintien de ce partenariat stratégique. Pourquoi? Business! Les minerais, le cobalt, le coltan, le cuivre. Business, business, business! C'est pour cela que vous ne voulez pas intervenir. Monsieur le ministre, va-t-on enfin soutenir le peuple congolais, soutenir l'intégrité territoriale de ce pays, ne pas appliquer le deux poids deux mesures? Quand ça nous arrange, on ferme les yeux parce qu'il y a de l'argent, et quand ça ne nous arrange pas, on intervient aussi, parce que là aussi il y a de l'argent. Les droits humains ne sont pas à géométrie variable. C'est une question de principes, monsieur le ministre. Minister Quintin, ik merk het ook aan u, de oorlog in Oost-Congo raakt u persoonlijk. U was destijds kandidaat-speciaal gezant van de EU voor de Grote Meren. U werd geweigerd door Rwanda. Dood, vernieling, plundering en seksueel geweld, het raakt mij ook als vrouw, al decennialang. Moeders en dochters worden verkracht en dokter Mukwege herstelt. Dat is het cynische spel vandaag in Oost-Congo. Het Rwandese regime ligt er niet wakker van. Het heeft een onverzadigbare honger naar grondstoffen. Opportunistische rebellen als die van M23 helpen hen. Dat zijn de recepten van het Rwandese imperialisme. Poetin inspireert, mijnheer Hedebouw, en de Congolese bevolking crepeert. België kan niet langer toekijken. Maandag zei u het al, mijnheer de minister: woorden volstaan echt niet meer. Hoe kunnen we vanuit de EU het geweld veroordelen en tegelijkertijd toch grondstoffen importeren uit Rwanda? Hoe kunnen we vrolijk een WK wielrennen organiseren in de straten van Kigali in Rwanda? De Belgische kritische houding leidt al langer tot ruis op de diplomatieke lijn met Rwanda, maar dat zal Kagame worst wezen. Only money talks . Het is hoog tijd om een ethische en morele grens te trekken. De Congolese ambassadeur vroeg dat gisteren ook. Wij steunen hem. Leg een embargo op voor de Rwandese grondstoffen. Ze zijn trouwens niet van Rwanda, ze komen uit Oost-Congo. Herroep de Europese militaire en economische samenwerking. Er moeten sancties komen! Daarom is mijn vraag aan u, mijnheer de eerste minister en mijnheer de minister: welke concrete maatregelen stellen wij voor aan de Europese Unie? Welke bilaterale maatregelen nemen wij zelf? Ik merk dat Duitsland en het VK kijken naar hun ontwikkelingssamenwerking. U moet natuurlijk de Rwandese bevolking niet straffen, maar er is wel een heroriëntatie nodig. Messieurs les ministres, les combats qui ont repris il y a quelques semaines dans l'Est du Congo ont déjà fait de trop nombreuses victimes et ont jeté des centaines de milliers de personnes sur les routes. Et, comme toujours, ce sont les civils qui payent le prix principal, en premier lieu les femmes et les enfants. Mais, en réalité, nous le savons, voilà des décennies que l'Est du Congo est abandonné, dans un conflit meurtrier par intermittence et qui est, en fait, tout simplement, le conflit le plus meurtrier de l'histoire moderne. Alors, oui, on doit pouvoir cibler les responsables principaux: le M23, bien sûr, qui est le principal groupe paramilitaire qui terrorise la région, mais aussi ses soutiens et, en premier lieu, le Rwanda de M. Paul Kagame qui, dès l'instant où il choisit de soutenir et d'armer ces milices, porte aussi la responsabilité de leurs exactions. Et puis, il y a la communauté internationale, dont l'inaction et le silence ne sont plus possibles. Que peut faire, que doit faire la Belgique? DéFI vous demande, monsieur le premier ministre, d'abord dans les mots les plus clairs et les plus durs, de condamner les responsables de ces exactions, à savoir le M23 et le Rwanda. Mais il faut aussi ajouter, en effet, des armes plus dures. Il faut qu'on parle d'embargo sur les armes, il faut qu'on puisse parler de sanctions économiques, et nous pourrions aussi demander – nous vous le demandons – que l'Union européenne suspende et rompe dès que possible le partenariat sur l'extraction des minerais entre l'Union européenne et le Rwanda. Je n'oublie pas l'aspect humanitaire. En ce moment-même, des centaines de milliers de personnes sont isolées, notamment parce que la prise de l'aéroport de Goma rend les accès difficiles. La Belgique peut participer à l'ouverture d'un corridor humanitaire. Et puis, il faudra tôt ou tard que, dans cette région meurtrie, vienne l'heure de la justice. La Cour pénale internationale (CPI) a repris des enquêtes et des activités. C'est très bien, et nous devons les soutenir. Tous les démocrates doivent soutenir le fait que, quels qu'ils soient, les responsables des viols et des meurtres soient poursuivis parce qu'au Congo comme ailleurs, il n'y aura pas de paix sans justice. Messieurs les ministres, la peur! La peur! Voilà l'état de la population de Goma et de l'Est du Congo. Mais on ne peut pas dire qu'ils ne sont pas habitués à cette situation car cela fait 30 ans que le Kivu et l'Est de la RDC se sentent en insécurité. Trente ans que des factions rebelles soutenues par le Rwanda pillent, violent, tuent, sèment la terreur dans les zones rurales! Trente ans qu'il y a des millions de déplacés! Trente ans qu'il y a des millions de morts! Pourquoi, monsieur le ministre? C'est pour la richesse du sous-sol de cette région, pour des minerais – oui, monsieur le ministre, vous m'avez bien entendue! – pour que nous puissions rouler dans nos belles voitures électriques, pour que nous puissions utiliser nos smartphones. Trente ans, monsieur le ministre, et nous n'avons voulu rien voir. La Communauté internationale est silencieuse. Pourquoi? Monsieur le ministre, le Congo, c'est trop loin! L'Ukraine, c'est à côté! Ce sont nos voisins! C'est beaucoup plus facile. Et puis, les Rwandais sont des personnes sérieuses. Ils sont considérés comme des partenaires stables. C'est un régime autoritaire avec un président élu à 99 % des voix mais c'est un régime stable. Belligérant mais stable! Parce que, surtout, on a besoin d'or, de diamants, de cobalt, de coltan. Oui, j'ose le dire, monsieur le ministre. Nous sommes restés silencieux. J'apprécie toutefois votre sortie volontariste de cette semaine. Je devais quand même vous le dire. Comment la Belgique compte-t-elle agir? Quelles solutions diplomatiques sont envisagées pour éviter ce bain de sang et sauver cette population qui a trop souffert? Comment la Belgique compte-t-elle faire pression à l'Union européenne pour suspendre ce protocole de coopération sur les matières critiques avec le Rwanda qui sont pillées en RDC? Comment la Belgique compte-t-elle faire pression à l'Union européenne pour suspendre la coopération militaire? Mijnheer de eerste minister, mijnheer de minister, de crisis in Oost-Congo, een van de vergeten conflicten, duurt al dertig jaar en het is pas sinds vorige week met de val van Goma dat de internationale gemeenschap eindelijk tot actie oproept. De M23-terreurgroepen hebben de miljoenenstad, een economisch knooppunt aan de rand van Rwanda, al jaren in hun greep. We zien er een vicieuze cirkel van mensenrechtenschade en van terreur, waaraan de staat Rwanda deelneemt. Het land financiert de rebellen immers. Die houden zich ook niet in. Vrouwen worden verkracht, kinderen worden vermoord, mensen verdwijnen. Er is geen voedsel. Er zijn geen geneesmiddelen. De ziekenhuizen liggen vol. De humanitaire crisis is op het moment enorm. De greep van de M23-rebellen en van Rwanda op Oost-Congo wordt ook alleen maar groter, omdat zij het slagveld uitbreiden. Zij trekken ook naar het zuiden, naar Bukavu. De mensen in Congo zijn angstig en boos. Zij komen op straat, want zij voelen zich in de kou gelaten. Wij, de westerse overheden, praten immers nog altijd met de militaire regimes in Rwanda. Wij blijven ook financieren. Wij financieren niet alleen het leger, maar besteden ook 40 miljoen euro aan ontwikkelingssamenwerking in Rwanda. Mijnheer de minister, is dit niet het moment waarop wij onze hulp ter discussie moeten stellen? U hebt gepleit voor concrete acties. Welke acties zijn dat? Wat hebt u aan uw Europese collega’s gevraagd? Mevrouw Depoorter, u eindigt net als de andere sprekers keurig op tijd, waarvoor mijn dank. Mesdames et messieurs les députés, je vous remercie pour vos questions relatives à la situation dans l'Est du Congo, situation dramatique depuis bien trop longtemps. En effet, cela fait des décennies que les conflits sont quotidiens dans cette région. Malheureusement, la situation a empiré récemment. La réaction de la Belgique a été très claire. Elle a demandé à l'ensemble des partis de faire tout le nécessaire pour veiller à une désescalade. Le Rwanda doit arrêter son soutien au M23. Cela a été documenté partout et il est important que le message soit très clair. Mais du côté congolais, il y a aussi des choses à faire: arrêter les discours haineux, tenter de restaurer l'autorité dans la région. Il y a bien des efforts à faire des deux côtés. Le point principal est d'arrêter l'ingérence dans l'Est du Congo depuis le Rwanda. J'ai eu l'occasion de m'entretenir avec le président Félix Tshisekedi hier au sujet d'actions que nous pourrions entreprendre pour mobiliser la communauté internationale. De plus, s'agissant de la situation à Kinshasa, je lui ai demandé d'agir avec fermeté pour faire cesser les attaques contre l'ambassade belge et les ambassades d'autres pays. Il m'a assuré qu'il ferait tout ce qui est nécessaire pour calmer la situation à Kinshasa. On voit aujourd'hui que ce genre de manifestations se produit moins souvent qu'auparavant. Avant de donner la parole au ministre des Affaires étrangères concernant les actions internationales et notre position par rapport à des sanctions, je rappellerai que la Belgique a toujours été très critique, notamment concernant le protocole européen sur les minerais. La Belgique a d'emblée alerté sur le fait que ce n'était pas une bonne idée. Malheureusement, nous le voyons aujourd'hui, nous avions raison d'émettre de nombreuses questions au sujet de cet accord. Dans un contexte plus large, la position internationale de la Belgique a toujours été de respecter le droit international et la souveraineté d'un pays, position que nous affichons partout. Concernant ce qui se passe en Ukraine, cela a été notre position. Nous avons dit que la souveraineté et l'intégrité d'un pays devaient être respectées. Concernant ce qui se passe au Proche-Orient, nous avons toujours été clairs. Les lois internationales et les conventions doivent être respectées. Pour ce qui se passe au Congo, le même raisonnement s'applique. L'intégrité du pays doit être respectée. Les ingérences auxquelles nous assistons de la part du Rwanda ou de groupes soutenus par le Rwanda au Congo sont insupportables. Nous ferons tout pour les arrêter et pour sauver les vies de ceux qui vivent pour l'instant des moments extrêmement pénibles et difficiles. Monsieur le président, mesdames et messieurs les députés, j'ai décidé de revenir anticipativement de ma mission officielle au Maroc pour pouvoir répondre à vos vives inquiétudes. Ce n'est que normal car la situation actuelle en RDC nous mobilise pleinement. Wij volgen de situatie minuut per minuut en zijn in permanent contact met onze ambassade, de Belgische gemeenschap, de Congolese autoriteiten en onze internationale partners. La prise de Goma constitue une violation supplémentaire, claire et nette du droit international et, en plus, du cessez-le-feu conclu via le processus de Luanda. Nous ne restons ni silencieux ni inactifs, madame Maouane, je puis vous l'assurer. Lundi, j'ai appelé mes homologues européens à prendre des mesures concrètes. J'ai évoqué explicitement les dossiers suivants, mevrouw Depoorter: le MoU sur les matières premières critiques – pour répondre aussi à Mme Mutyebele –, la Facilité européenne pour la paix dite "Cabo Delgado", la suspension du dialogue sécuritaire avec le Rwanda, monsieur De Smet. Il faut trouver un compromis à l'échelle européenne, parce que c'est à ce niveau-là que nous aurons un impact significatif. Monsieur Kompany, s'agissant des Nations Unies, j'ai pris contact, dès dimanche dernier, avec mes homologues européens qui siègent au Conseil de sécurité afin de faire passer nos messages et pour que soit nommé le Rwanda dans son agression. Ondertussen heb ik de Rwandese zaakgelastigde al door mijn FOD laten ontbieden en heb ik het reisadvies voor Rwanda laten aanpassen. Alle reizen naar de parken in het westen van het land worden afgeraden. Het doel is om de druk op de partijen, vooral Rwanda, op te voeren. De Rwandese autoriteiten mogen zich niet onaantastbaar voelen, als ze het internationaal recht aan hun laars lappen. C'est la seule façon de les ramener autour de la table des négociations afin de travailler à une solution pacifique, comme on a pu le constater en 2012. J'ai partagé ce point de vue de modus operandi avec mon homologue américain, Marco Rubio, hier soir. Il y a urgence. Kigali a déjà communiqué publiquement qu'elle compte prendre Bukavu. Mais soyons clairs, comme l'a dit le premier ministre, les autorités congolaises doivent aussi prendre leurs responsabilités: rétablir l'autorité sur l'Est de la RDC, mettre fin aux discours de haine et mettre fin à la coopération avec des groupes armés, singulièrement les FDLR, comme nous le demandons systématiquement dans chacun des contacts que nous avons avec toutes les autorités congolaises. Monsieur De Maegd, en effet, il faut s'attaquer aux racines de ce conflit qui dure depuis plus de 30 ans. De gevolgen voor de bevolking zijn inderdaad afschuwelijk, mevrouw Van Hoof. Ce conflit me parle personnellement, puisque je le suis depuis de nombreuses années déjà et que j'en ai vu de mes propres yeux les conséquences innommables il y a déjà 20 ans. Wat de situatie in Kinshasa betreft, veroordeel ik ten zeerste de aanvallen op onze ambassade en die van onze partners. Zodra ik op de hoogte werd gebracht van de situatie, heb ik onmiddellijk contact opgenomen met de Congolese autoriteiten en hen gevraagd om in te grijpen. Die interventie heeft geleid tot een terugkeer van de rust. Sans la présence et l’intervention de nos militaires qui ont protégé notre équipe sur place, nous aurions un autre débat aujourd'hui. Je tiens ici à les remercier sincèrement, comme je tiens à remercier notre personnel à Kinshasa ainsi que mes services à Bruxelles qui ont géré avec beaucoup de sang-froid une situation explosive. De veiligheid van het personeel van de ambassade en de Belgische gemeenschap is zoals steeds onze prioriteit. We nemen sindsdien bijkomende veiligheidsmaatregelen en passen ons reisadvies aan in functie van de evolutie. Je suis pleinement mobilisé, tout comme le SPF Affaires étrangères, afin de tout mettre en œuvre pour faire cesser les combats dans l'Est de la RDC. Le droit international, comme cela a été rappelé par le premier ministre, doit être respecté et défendu partout, en tout temps et en tous lieux. La Belgique joue et continuera à jouer pleinement son rôle dans la promotion de la paix et de la sécurité dans la région. Merci, messieurs les ministres, pour vos réponses. Je dois dire qu'elles me laissent un peu sur ma faim. Je trouve que la réponse de la Belgique n'est pas à la hauteur de la situation. La Belgique a une responsabilité historique dans ce pays et dans cette région. On ne demande pas aux agresseurs de désescalader. On dit aux agresseurs d'arrêter de violer le droit international. On fait en sorte de sanctionner les agresseurs. Je suis révoltée, je dois le dire, par l'hypocrisie que j'entends parfois, de ceux qui prêchent la paix tout en fermant les yeux sur des crimes, par opportunisme politique ou par intérêt économique. L'heure aujourd'hui n'est plus aux déclarations, aussi fortes soient-elles. Il faut des actions. Nous exigeons des sanctions dès maintenant. Nous exigeons un embargo et nous exigeons la justice. Merci, messieurs les ministres, pour vos réponses franches et déterminées. Je voudrais insister sur les responsabilités de chacun, toujours au détriment des populations de l'Est du Congo. C'est indéniable pour le Rwanda. Je le dis depuis des années. Il fait fi de toute règle internationale au travers du M23, pour s'accaparer des minerais du Congo, et aujourd'hui, pour violer, de façon flagrante, la souveraineté de la RDC. C'est tout aussi indéniable pour d'autres pays voisins qui, avec d'autres rebelles, s'assurent de leur part du gâteau. C'est encore indéniable pour le pouvoir en place à Kinshasa, miné par la corruption endémique, et dont les discours vigoureux peinent à masquer les énormes défaillances quand il s'agit de protéger son peuple avec une armée en perdition. Soyons francs, que dire de l'Europe et de sa réalpolitique? En effet, pour ne pas se faire damer le pion sur cet échiquier morbide, les adversaires occidentaux mais aussi, soyons honnêtes, monsieur Hedebouw, chinois, indiens, turcs et, demain, russes, prennent aussi leur part du gâteau, encore et toujours sur le dos des populations congolaises. Monsieur le président, je suis vraiment fier d'être ici, tout simplement parce que je suis d'origine congolaise. J'en ai presque les larmes aux yeux. Monsieur le premier ministre, vous avez parlé des discours de haine. Pensez quand même un seul instant que ce peuple congolais a une générosité qui dépasse le monde. Il a reçu tous ceux qui, aujourd'hui, deviennent les agresseurs. Des bourses d'études ont été distribuées à la peine des enfants congolais. La plupart des gens que vous voyez, qui font le Rwanda et qui sont du côté congolais ont souvent étudié avec des bourses d'études congolaises que les Congolais n'ont pas eues. Alors, remettons les choses en place: le Rwanda doit remercier le Congo au lieu de faire ce qu'il fait avec l'argent du monde entier. Monsieur le premier ministre de Belgique, monsieur le ministre des Affaires étrangères de Belgique, Frantz Fanon, un grand militant panafricain disait que "l'Afrique a la forme d'un revolver dont la gâchette se trouve au Congo". Et je pense qu'il a raison. Le but des puissances occidentales aujourd'hui est d'avoir un Congo faible pour qu'il n'y ait plus de gâchette, pour avoir un continent africain faible devant les puissances mondiales. Voilà ce qui se joue aujourd'hui, le but étant d'avoir une balkanisation du pays. On n'a pas eu de réponse, monsieur De Maegd, à la question de savoir pourquoi les États-Unis d'Amérique soutiennent Kagame depuis le début. Vous le savez! C'est là où tout le monde se tait car l'échiquier mondial se joue à coups de millions de morts. C'est cela qu'il faut dénoncer aujourd'hui et c'est pour cela qu'il y a de l'impunité. J'aurais espéré aujourd'hui que la Belgique dise stop: "Stop, United States! Stop!" Mais non, business, business, business! C'est un problème. On mène le combat contre (…) Mijnheer de eerste minister, mijnheer de minister, het is goed dat wij concrete voorstellen hebben voorgelegd aan de Europese Unie, maar nu moeten wij doorpakken, er is nog niets gebeurd. Tolereren wij in Oost-Congo wat wij niet tolereren in Oekraïne? Dat is de vraag waarvoor wij staan. U sprak ook over de haat die vandaag heerst bij de Congolezen. Is het echter niet normaal dat die mensen boos zijn na zoveel straffeloosheid? MONUSCO staat daar al jarenlang naar te kijken en kan niets ondernemen wegens het beperkte mandaat. De Congolezen zijn terecht boos. Er wordt gewerkt met twee maten en twee gewichten. Dat aanvaarden zij niet meer. Het is ook heel terecht dat ze dat niet meer aanvaarden. Er wordt Kigali weinig of niets in de weg gelegd. Dat moet veranderen. Gaan wij vandaag tolereren dat het internationaal recht word opgeofferd op het altaar van geld en grondstoffen? Misschien valt Bukavu binnenkort. Het is tijd voor sancties en acties. Wij moeten niet alleen naar de Verenigde Staten kijken, wij moeten vooral ook kijken naar onszelf. Ik vertrouw op u, heren ministers. Messieurs les ministres, merci pour vos réponses. Trois choses. D’abord, attention quand même au relativisme. Bien sûr que tout ne va pas bien au Congo. C’est évident. Mais dans cette histoire, il y a quand même très clairement un agresseur et un agressé. L’agresseur, c’est le Rwanda. L’agressé, c’est la République démocratique du Congo. Ensuite, huit partis se sont succédé à cette tribune, et pratiquement tout le monde a demandé de hausser le ton sur les sanctions économiques et sur les sanctions sur les armes. Cela veut dire que ce gouvernement et le suivant – s’il advient – ont un mandat extrêmement clair de cette Assemblée et auront un soutien pour aller en ce sens. Enfin, vous n’avez pratiquement pas évoqué le volet humanitaire. On parle de 400 000 personnes qui se trouvent sur les routes. Si la Belgique, d’autres démocraties et les ONG n’aident pas très rapidement, cela va devenir très vite une catastrophe humanitaire. Messieurs les ministres, merci pour vos réponses. Moi, je vais vous parler un peu de ma famille qui est coincée à Goma sans eau et sans électricité, de la fille que mon frère a adoptée dans cette mauvaise situation. Je vais vous parler de mes nombreuses visites à Panzi où j’ai vu des enfants emmenés parce qu’ils ont été violés, des petites filles de un an, des mamans complètement désorientées. Alors maintenant, il est temps d’agir. Le temps est aux actes. On doit dire au M23 de se retirer. On doit dire au Rwanda de se retirer. La Belgique ne doit plus rester passive. Il faut que nous puissions préserver l’intégrité territoriale de la RDC. Surtout, nous devons imposer des sanctions fermes contre le Rwanda. Une réponse humanitaire et diplomatique urgente est nécessaire, messieurs les ministres. La paix doit être rétablie en RDC, et les crimes doivent cesser. Je voudrais également présenter toutes mes condoléances aux familles de ces soldats de la MONUSCO et des FARDC qui sont tombés au front. Mijnheer de premier, mijnheer de minister, het militaire regime van Rwanda aarzelt niet om bij zijn buurman de minerale rijkdommen te gaan plunderen en om daar de bevolking te gaan verkrachten en te folteren. We mogen vandaag niet aarzelen om daadkrachtig op te treden en om te pleiten voor een opbouw van de humanitaire hulp in Oost-Congo, maar we mogen ook niet aarzelen om te herevalueren hoe we de 40 miljoen euro aan ontwikkelingssamenwerking zullen besteden. De 500.000 mensen op de vlucht hebben nood aan hulp. We mogen ook niet aarzelen in de herevaluatie van onze omgang met de middelen die naar het Rwandese leger gaan, want met die middelen worden de M23-rebellen betaald. De aarzeling moet voorbij zijn, de stilte moet worden gebroken. Dank u. Collega's, wij hebben nog 25 minuten de tijd om onze stem uit te brengen, maar nog niet heel veel mensen hebben dat gedaan, dus u bent daartoe uitgenodigd. Het plan van de Europese Commissie om het concurrentievermogen van de EU te stimuleren Monsieur le ministre des Affaires européennes, après la publication des rapports Draghi et Letta, la Commission européenne a rendu publiques une série de propositions en renfort du tissu économique des pays de l'Union européenne. Monsieur le ministre, les entreprises ne doivent plus avoir la vie dure, grâce à différents paquets de simplification de législations européennes, appelés poétiquement "paquets omnibus". Un point important, à mes yeux, concerne une révision des règles sur les appels d'offres publics pour introduire une préférence européenne pour les secteurs technologiques stratégiques, la révision des règles de la concurrence pour favoriser la création sur notre sol de champions internationaux. Monsieur le ministre, ma première question concerne la portée de cette simplification administrative pour les entreprises, les premières législations ou les secteurs particuliers qui vont être ciblés et la nature de la concertation avec les entreprises. Comment l'État fédéral, en concertation avec les Régions, va-t-il pouvoir aider nos entreprises à tirer profit de cette modification structurelle du cadre législatif européen? Ma deuxième question porte sur l'aspect financier ou budgétaire qui sous-tend ces mesures. On se rappelle des propositions du rapport Draghi qui évoquaient 750 à 800 milliards d'euros d'investissements additionnels nécessaires par an. Or on constate la fuite des capitaux européens: 300 milliards d'euros d'épargne européenne filent vers des contrées plus accueillantes. Comment mobiliser l'épargne européenne et les investissements étrangers vers les entreprises européennes? Monsieur le ministre, nous savons aussi que les prix élevés de l'énergie dans l'Union européenne pénalisent les entreprises européennes par rapport à leurs concurrentes internationales. Quelles sont les mesures envisagées par la Commission sur cet aspect cardinal? Enfin, nous sommes attentifs à la poursuite des ambitions climatiques européennes, afin d'atteindre la neutralité carbone. Monsieur le député, une des priorités de la présidence belge de l'Union européenne était la compétitivité. Vous vous rappellerez que nous avons demandé le rapport Letta, que nous avons soutenu le rapport Draghi et que nous avons présenté la Déclaration d'Anvers. Les constats étaient clairs et ont été une inspiration pour cette "boussole pour la compétitivité" de l'Union européenne que j'accueille donc favorablement. C'est notre conviction qu'il est temps d'écouter le quatrième wake-up call . Nous avons eu la première administration Trump, le covid, la crise énergétique liée à la guerre contre l'Ukraine. Il nous faut donc maintenant travailler à l'autonomie stratégique de l'Union européenne. Et cette initiative y contribuera. Plusieurs initiatives sont regroupées sous cette "boussole". Je voudrais revenir sur certaines qui, selon moi, sont essentielles pour la Belgique. Premièrement, il s'agit de la simplification des règles, qui réduira les charges administratives et qui permettra aussi de mieux prendre en compte l'intérêt de nos entreprises européennes. C'est très important pour les PME belges qui sont, comme nous le savons, le moteur de notre économie. Deuxièmement, je pense à la réduction des obstacles au marché unique. C'est crucial pour une économie interconnectée comme la nôtre, avec plus de 60 % de nos exportations destinées aux pays de l'Union européenne. Enfin, troisièmement, il s'agit de la promotion des compétences et emplois de qualité, car nous avons des talents incroyables en Belgique, qui ne demandent qu'à être utiles et utilisés. Beaucoup reste à faire, mais une chose est certaine: il est plus que temps d'agir, en étant rapides et unis. Dans un monde en mutation, l'Union européenne et, singulièrement, la Belgique doivent rester compétitives pour maintenir leur position de leader à l'échelle mondiale. L'initiative montre la voie à suivre et sera une mission importante pour le futur gouvernement. Soyons au cœur de l'élaboration des plans. Nous devons saisir l'opportunité qui découle de ce rapport pour le bien de nos acteurs économiques, qui sont les garants de notre prospérité. Et c'est, comme vous l'avez souligné, ce que nous devons faire en Belgique avec tous les acteurs qui sont impliqués à tous les niveaux. Je vous remercie de votre attention. Monsieur le ministre, agir vite et uni: " wake-up call "! Effectivement c'est ce dont nous avons besoin et c'est ce que le futur gouvernement devra mettre en place rapidement, car il s'agit de notre autonomie stratégique. Les travailleurs en ont besoin. Je vais peut-être oser, pour une certaine gauche, un gros mot: les PME et les entrepreneurs ont besoin de ce " wake-up call" , de cette énergie. C'est la raison pour laquelle je vous remercie pour vos réponses. Nous soutiendrons le prochain gouvernement pour que cette stratégie soit appliquée. De onwil van verzekeraars om droogteschade te vergoeden De vergoeding van droogteschade door verzekeraars Mijnheer de minister, op een natte dag als vandaag verlangen we wellicht allemaal naar een stralende en warme zomer, op wie vreest voor droogteschade aan zijn huis na dan. Dat is niet alleen een vrees, maar het bleek ook de werkelijkheid voor heel wat mensen in het zuiden van mijn provincie, West-Vlaanderen, en in de Vlaamse Ardennen. Zelfs met een verzekering tegen droogteschade liepen de facturen op. De verzekeraars gebruikten immers jarenlang achterpoortjes om niet te moeten tussenkomen. Dat was onaanvaardbaar en daarom werd op initiatief van Melissa Depraetere een nieuwe wet in dit Parlement aangenomen om die achterpoortjes te sluiten. Voor ons, socialisten, is het maar rechtvaardig dat een verzekeraar de schade vergoedt nadat men jarenlang braaf zijn premies heeft betaald. Collega’s, we hebben effectief stappen vooruit gezet, maar we zijn er helaas nog niet. Vandaag weigeren verzekeraars immers in twee gevallen van droogteschade op drie om tussen te komen. In geval van weigering moet men maar naar de rechter stappen om de naleving van de wet af te dwingen. Als men dat niet kan betalen, kan men naar zijn tussenkomst fluiten. Dat is toch compleet gaga? Voor Vooruit is het essentieel om mensen te beschermen tegen bedrijven die hun voeten vegen aan onze wetten. Het is tijd voor actie en de Vooruitfractie vraagt een onderzoek naar de afwikkeling van deze droogtedossiers door de verzekeraars. Er is effectief een doorlichting nodig en sancties mogen hierbij geen taboe zijn. Mijnheer de minister, bent u bereid om de FOD Economie en de FSMA op te dragen een onderzoek op te starten? Mijnheer de vice-eersteminister, er werd al gerefereerd aan het weer, aan droge, warme zomerdagen, waarnaar we nu allemaal verlangen, want het weer van de laatste dagen zegt iets anders. Heel wat gezinnen liggen momenteel wakker van de droogteschade aan hun huizen. De nalatigheid van de verzekeraars is een echte schande. De collega besprak reeds de problemen in West-Vlaanderen, maar ook in mijn provincie, in de Vlaamse Ardennen, waar de ondergrond uit klei bestaat, is langdurige droogte een probleem voor mogelijke schade aan woningen. De Kamer keurde in 2021 de wet goed die bevestigt dat schade door langdurige droogte onder de dekking van natuurrampen valt. Ook het Grondwettelijk Hof trad ons daarin bij. Wat is er dan nog aan de hand, waarom volgen die verzekeraars de wet niet gewoon? Het is toch echt niet logisch dat de verzekeraars dat niet doen. Uit cijfers die collega Van Bossuyt opgevraagd heeft, kunnen we vaststellen dat bij twee gedupeerden van droogteschade op de drie de verzekeraar nog steeds niet tegemoetkomt. Dat kan niet blijven duren. Mijnheer de vice-eersteminister, gaat u de verzekeraars op de vingers tikken? Zult u bekijken wat er mogelijk is om ervoor te zorgen dat de wet effectief wordt nageleefd? In tweede instantie, of misschien zelfs in eerste instantie, zult u ervoor zorgen dat de bevolking zeker weet dat er mogelijkheden bestaan om zich te verzekeren tegen dergelijke schade? Mijnheer de minister, u hebt vier minuten spreektijd om op die vragen te reageren. Collega's, zoals u weet, is schade door een natuurramp sinds 2005 opgenomen in de brandverzekering. Begin 2021 werd de vraag gesteld of het inkrimpen van de bodem door droogte kan worden beschouwd als een natuurramp waarvoor de brandverzekering moet tussenkomen. Ik heb daarop een werkgroep opgericht om dit te onderzoeken en eind 2021 werd een interpretatieve wet, op initiatief van mevrouw Depraetere, goedgekeurd en in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Hierin werd bevestigd dat schade door droogte weldegelijk gedekt is door de brandverzekering. Wel is het belangrijk niet te vergeten dat de brandverzekering een schadeverzekering is, waarbij de gewone schade van een verzekerd risico wordt gedekt, maar niet de reparatie of de vervanging van de oorzaak van de schade, noch de verbetering van een bestaande situatie om te voorkomen dat de schade zich herhaalt. Of de verzekeraar in een concreet geval moet tussenkomen moet uiteraard steeds geval per geval worden onderzocht. Ik heb Assuralia hierover recent nog bevraagd. Sinds december 2021 zijn er ongeveer 1.400 dossiers ingediend voor vergoeding van droogteschade aan woningen. In ongeveer 500 dossiers is de verzekering al tussengekomen en 300 dossiers zijn nog in onderzoek. Ik hoop dat die spoedig kunnen worden afgehandeld. Mijnheer de minister, ik dank u voor het antwoord. Het zal aan dit Parlement en aan de nieuwe regering zijn om te tonen dat we de noden van de mensen ernstig nemen. De verzekeraars hebben lobbyisten genoeg, maar de verzekeraars van de gewone mensen zitten hier. Dat zijn wij allemaal. Mensen betalen jarenlang netjes hun premies, om op het einde van de rit met lege handen komen te staan. Dat vinden wij onaanvaardbaar. Er is 30 miljard euro omzet in de verzekeringssector en 3,7 miljoen euro uitkering voor schadegevallen door droogte aan huizen. Dat zegt genoeg. Voor ons moet het gedaan zijn. De warme maanden komen er weer aan. Laat ons allen samen, ook met mevrouw Van Bossuyt, werken aan een zorgeloze zomer. Mijnheer de minister, ik dank u voor het antwoord. Met cd&v blijven we erop hameren dat de verzekeraars hun wettelijke verplichtingen moeten nakomen. Dat is toch het minste wat we kunnen vragen. Als mensen jarenlang premies betalen, hebben ze recht op een schadevergoeding. Het is echt niet logisch dat mensen daarvoor moeten strijden en jarenlange juridische procedures moeten ondergaan. Dat is een lijdensweg die we mensen moeten besparen. Ik denk dat we de hand aan de ploeg moeten slaan en dat we moeten bekijken hoe we met wetgevend werk nog bijkomende verzekeringen kunnen inschrijven voor de mensen die schade hebben geleden. We mogen deze mensen niet in de steek laten. Dat is de belangrijkste boodschap die ik vandaag wilde geven. De bankautomaten Mijnheer de minister, de bankautomatencrisis blijft onze gemoederen beroeren. Ik start graag met een citaat van een noodkreet van een lokaal bestuur, u welbekend, want het werd aan u toegestuurd: "Ik schrijf u om mijn bezorgdheid te uiten over het beperkt aantal beschikbare geldautomaten. Dit zorgt voor moeilijkheden en overlast. Na meerdere contacten door ons, samen met onze schepen, met Batopin, ook met verschillende voorstellen van diverse locaties in de stad zitten wij nog steeds te wachten op resultaten." Ik hoop dat we vandaag een reactie krijgen, want het probleem is actueel. Heel wat lokale besturen hebben afgelopen week bevestigd dat er niet enkel gronden tekort zijn om er bankautomaten te plaatsen, maar vooral dat ze onder druk worden gezet door Batopin, een commercieel concern, om gratis en voor niets overheidsgebouwen daarvoor ter beschikking te stellen. Het kan toch niet dat hetzelfde concern bij u komt klagen met de drogreden dat men geen locaties vindt? Mijnheer de minister, de problemen zijn bekend. Er rest mij maar een vraag, namelijk: wat moet er gebeuren? De N-VA heeft een oplossing in de vorm van een wetsvoorstel dat ondernemers en zelfstandigen toestaat zelf een bankautomaat in hun zaak te installeren. Wat is uw visie daarop? In de Wetstraat hebben we toch een plicht om te luisteren en oplossingen te zoeken voor de problemen in de Dorpstraat. Mijnheer de voorzitter, mevrouw Verkeyn, in 2023 werd een protocol gesloten tussen de federale overheid, Febelfin en Batopin over de beschikbaarheid van de ATM's. De uitrol ervan is volop bezig, met moeilijkheden op het terrein. Batopin sprak omwille van inspraak van lokale besturen meer dan 400 gemeenten aan. Volgens informatie van de Nationale Bank van België waren op 31 oktober 2024 in totaal 521 cashpunten van Batopin operationeel. Eind 2024 zouden 580 cashpunten operationeel moeten zijn geweest, maar de recentste cijfers werden nog niet officieel geverifieerd. Tegen het einde van 2025 zouden alle geplande cashpunten van Batopin operationeel moeten zijn. De uitrol van de automaten zal worden geëvalueerd eind 2025, dus door de volgende regering. Het staat de regering vrij om te bekijken of bijkomende inspanningen noodzakelijk zijn om aan alle lokale probleemsituaties tegemoet te komen. Persoonlijk ben ik voorstander om verder te kunnen gaan dan de verplichtingen die in het protocol zijn vastgelegd. Daar heb ik hier en in de regering altijd voor gepleit. Ik sta ook open voor de voorstellen van de N-VA rond de beschikbaarheid van cashpunten bij handelaars en in winkels. De vraag daarover moet u echter stellen aan mijn collega van Binnenlandse Zaken, die bevoegd is voor de materie. Mijnheer de minister, ik heb ook een vraag ingediend aan haar gericht. Het siert u enorm dat u ook in de komende periode in gelijk welke positie het voorstel zult steunen en dat u de problemen erkent waarmee elk lokaal bestuur zit en die ook de burger heeft, als hij geen toegang meer heeft tot wat toch een basisbankdienst zou moeten zijn. Ik heb wel een kleine correctie. Het is wel degelijk trekken en sleuren voor een lokaal bestuur; onderschat dat niet. Ik kan daar zelf van getuigen. Wij hebben verantwoordelijken met stokken naar ons stadhuis moeten krijgen, hen rondleiden en er ten zeerste bij hen op moeten aandringen dat zij toch een bankautomaat zouden voorzien, en dan nog was het zeer moeilijk. Ik hoop dus dat wij allemaal samen voor het wetsvoorstel van de N-VA gaan, zodat onze ondernemingen het zelf kunnen doen. Mevrouw Verkeyn, ik zal uw oproep niet kwalificeren als een oproep tot geweld, hoewel u met stokken te werk gaat. Het onderbroken treinverkeer op de lijn Ottignies-Brussel tijdens de werken aan het Leonardkruispunt Monsieur le ministre, la semaine dernière, je vous interpellais ici-même sur l'évolution des travaux au carrefour Léonard puisque nous avons appris qu'à la suite de travaux dans le tunnel, il serait fermé à la circulation durant la nuit. Nous avons également appris qu'à partir du mois d'avril, le tunnel sera fermé pendant la journée. Ces fermetures auront des répercussions importantes pour tous les usagers. La semaine dernière, je vous demandais si vous aviez anticipé cette situation et si vous aviez demandé à la SNCB de prévoir des trains supplémentaires pour offrir une véritable alternative aux usagers. Vous m'aviez répondu que ce n'était pas nécessaire étant donné que l'offre de trains avait déjà été renforcée. Or, si on doit se rendre à Bruxelles, on ne perçoit pas que cette offre a été renforcée. Et la situation va encore se dégrader puisqu'entre le 25 avril et le 5 mai, aucun train ne circulera entre Ottignies et Bruxelles. La nouvelle est importante et aura de graves répercussions pour les usagers. En outre, cette annonce a été faite très tardivement puisque les autorités flamandes n'en ont été informées que début de cette année, en janvier, alors que d'après ce que nous relate Infrabel, ces travaux sont prévus depuis trois ans! Monsieur le ministre, à qui la faute cette fois-ci? Est-ce la faute du gouvernement flamand? Celle du gouvernement wallon? Celle d'Infrabel? Celle des usagers peut-être? Quelle est votre responsabilité en la matière? Quelles actions avez-vous prévues? Apparemment pas grand-chose! Pourquoi avez-vous tardé à transmettre cette information? Quelles seront les alternatives? Un plan alternatif de mobilité sera-t-il prévu? Quand sera-t-il communiqué aux usagers? Il est important de rassurer les usagers face à cette problématique cruciale. Monsieur Dubois, ne renversons pas les rôles. Les problèmes de mobilité au carrefour Léonard sont une responsabilité régionale, en l’occurrence du gouvernement flamand et de la ministre de la Mobilité flamande. J’entends que mon collègue wallon va la rencontrer pour lui proposer de surseoir aux travaux. Il va mettre en place des bus supplémentaires. C’est de bon aloi. Quant à Infrabel, je vous confirme que des travaux massifs seront mis en œuvre sur la ligne 161 entre Ottignies et Watermael-Boitsfort durant la première moitié des vacances de Pâques francophones, du 25 avril au 5 mai. Il s’agit d’une option prise de longue date, il y a plus de trois ans, avec des plannings et des marchés publics établis avec des sous-traitants pour accélérer la finalisation du RER jusqu'à Ottignies et mettre en service les quatre voies au bénéfice des voyageurs. Est-ce nécessaire et utile? Absolument! Avec cette massification des travaux, on progresse beaucoup plus vite, beaucoup plus efficacement en travaillant pendant deux semaines continues plutôt que six mois pendant la nuit. Évidemment, cela génère des désagréments. Pour les minimiser autant que possible, une offre alternative de bus sera mise en service par la SNCB. C’est aussi pourquoi la période des vacances a été choisie pour réaliser ces travaux d’envergure. En toute logique, il y a moins de navetteurs pendant cette période. Ces travaux sur la voie sont avant tout le résultat des investissements que nous avons obtenus avec l’objectif de mettre enfin à fruit un service attendu de longue date. Reporter ces travaux serait absolument déraisonnable parce qu’un tel report viendrait retarder encore la mise en service du RER, parce que la facture serait alourdie, parce que, en l’occurrence, le problème vient du gestionnaire flamand qui n’a pas tenu compte des plannings préexistants. Évidemment, s’il n’y avait pas d’investissement, il n’y aurait pas de travaux sur la ligne. Mais sans travaux, il n’y aurait ni amélioration durable de la mobilité ni solution aux embarras de circulation de la Région la plus embouteillée du pays. C’est pour cela que je souhaite fermement que les engagements pris et les plannings décidés soient respectés. Merci, monsieur le ministre, pour votre réponse. Encore une fois, vous reportez la responsabilité sur quelqu'un d'autre. Vous ne prenez pas vos responsabilités. Votre rôle à vous est justement d'anticiper ces problèmes qui concernent plusieurs Régions. Il existe un outil pour cela: la Conférence interministérielle en matière de Mobilité. D'après mes informations, cela fait très longtemps qu'elle n'a pas été organisée. Vous auriez pu et vous auriez dû convoquer aussi cette Conférence interministérielle de la Mobilité pour parler de ce problème de manière concrète. Au niveau wallon, comme vous l'avez dit, l'initiative est prise pour rencontrer les autorités flamandes et voir quelles solutions pourraient être développées. Des bus vont être mis en service de manière plus importante au niveau wallon. Il y a une action, une réaction. De votre côté, pas d'action, pas de réaction, pas d'anticipation. En termes de bilan et de conclusion, je me permettrai de reprendre les mots de mon regretté prédécesseur Josy Arens: vous êtes définitivement le ministre de l'Immobilité. De toegankelijkheid van de treinen Mijnheer de minister, deze week werd het weer pijnlijk duidelijk hoe ontoegankelijk onze treinen nog steeds zijn voor mensen met een beperking. We zagen het verhaal van de paralympiër Francis Rombouts, die de NMBS voor de rechter daagt wegens discriminatie. Hij kan de trein in het station van Tielen niet nemen omdat daar een hoogteverschil is tussen het perron en de trein. Daardoor geraakt hij niet op zijn wekelijkse training in Gent en dreigt zijn deelname aan de Paralympische Spelen in 2028 in het water te vallen. Tielen is geen alleenstaand geval. In mijn regio, de Kempen, zijn er slechts twee stations toegankelijk voor rolstoelgebruikers. Dat is onaanvaardbaar. De beloftes blijven zich opstapelen, maar de realiteit blijft pijnlijk achter. U beloofde de reizigers in de afgelopen jaren meer en zij hebben meer gekregen: meer afschaffingen, meer vertragingen en sinds kort ook meer overvolle treinen. Hoewel de belastingbetalers jaarlijks elk maar liefst 750 euro bijdragen aan de spoorwegen, krijgen zij steeds minder waar voor hun geld. In tegenstelling daarmee staat het nieuwe station van Bergen. Dat prestigeproject wordt morgen ingehuldigd. U zult daar een toespraak houden met een kritische noot, werd gezegd in de commissie. Dat station heeft een prijskaartje van 480 miljoen euro. En terwijl er honderden miljoenen euro naar prestigeprojecten gaan, blijven de mensen met een beperking in de kou staan. Mijn vraag is heel eenvoudig. Bent u tevreden over de resultaten van uw beleid? Dat zullen wij vernemen van de minister. Mevrouw Cuylaerts, uw vraag gaat over een essentieel onderwerp, namelijk de toegankelijkheid. Toegankelijke treinen waren vanaf dag één van mijn aantreden een absolute prioriteit. Mobiliteit moet immers inclusief zijn. Niemand mag in de kou blijven staan, zeker niet de meest kwetsbaren onder ons. De situatie die ik erfde, was onvoldoende. Het materieel dat voor ons werd gekocht, onder andere tijdens de N-VA-MR-regering, was namelijk niet geschikt voor personen met een beperkte mobiliteit. Een trein heeft daarbij een levensduur van veertig jaar. Dat verandert nu, treinen worden vervangen. De helft van het rollend materieel wordt binnen een periode van tien jaar vernieuwd dankzij het nieuwe contract met de NMBS, inclusief M7-dubbeldektreinen en toekomstige bestedingen aan integrale, toegankelijke rijtuigen. Wij hebben het reservatiesysteem verbeterd en de verkoopautomaten en reizigersinformatie toegankelijker gemaakt. Datzelfde geldt voor stations en perrons op verschillende plaatsen in ons land. Is dat genoeg? Neen. Is er nog veel te doen? Jazeker. Het is volkomen gerechtvaardigd dat reizigersverenigingen en of iedere andere belanghebbende druk blijven uitoefenen. Ik wil zelfs beklemtonen dat wij die mensen en verenigingen nodig hebben om zaken in beweging te zetten en om bovenal mensen te beschermen, zeker nu de dorre woestijn van Arizona eraan zit te komen. Om zaken op lange termijn te veranderen, moet toegankelijkheid een prioriteit blijven. Dat lees ik niet in de arizonanota’s. De middelen moeten ook op peil blijven. Ik lees het tegenovergestelde in de begrotingstabellen van Arizona. Er ligt dus veel werk op de plank voor u en de andere arizonapartijen op dit moment van de waarheid. (…) Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord. Helaas was dat antwoord toch weer voorspelbaar. U blijft herhalen dat uw beleidsplannen oké waren, maar de werkelijkheid op het terrein spreekt dat regelrecht tegen. Door uw beleid kunnen mensen als Francis hun activiteiten niet terdege uitvoeren. Uiteraard hebt u uw paraplu weer opengetrokken door te blijven verwijzen naar het verleden en naar een toekomstige regering. Het is heel duidelijk dat uw beleid heeft gefaald. Het is mij op die korte tijd nog meer duidelijk dat u uw trein gemist hebt. De fiscale aftrek van giften aan goede doelen Mijnheer de minister, het spijt mij dat ik u eventjes moet wegslepen van uw onderhandelingsmarathon, maar ik weet dat u diep van binnen een man bent met het hart op de juiste plaats. Daarom wil ik het met u even hebben over de intentie van de regering die u probeert te vormen, om de belastingaftrek van giften aan een goed doel sterk af te bouwen. Verenigingen als Natuurpunt, Amnesty International en Ouders van Verkeersslachtoffers zijn afhankelijk van die giften. Wij vinden allebei dat die organisaties belangrijk zijn en schenken daarom ook allebei een deel van ons inkomen aan die organisaties. Ik doe dat alleszins, maar ik kan niet in uw naam spreken. Tijdens de coronapandemie konden die verenigingen moeilijk activiteiten organiseren om centen te verdienen. Azaleaplantjes of stickers verkopen op kruispunten kon tijdelijk niet. Wij hebben toen met de vivaldiregering de belastingaftrek verhoogd van 45 naar 60 % om de mensen te stimuleren om meer te geven. Dat is ook gelukt, in die mate zelfs dat de sector vraagt om die aftrek permanent op 60 % te laten. Hoe groter de aftrekbaarheid, hoe guller de giften. Wat doen de arizonapartijen echter? Ze bestendigen de verhoogde aftrek van 60 % niet, maar verminderen die van 45 naar 30 %. Dat is een derde minder. We hebben hier daarnet de vragen gehad over de vreselijke situatie in Oost-Congo gehad, maar wie staat daar vandaag klaar om de mensen te helpen? Dat zijn het Rode Kruis en Artsen zonder Grenzen. Die organisaties zijn afhankelijk van giften. Mijnheer de minister, wanneer u straks teruggaat naar de Koninklijke Militaire School om verder te onderhandelen, bent u dan bereid om aan de formateur te vragen om die maatregel alsnog te schrappen en, indien mogelijk, zelfs de aftrekbaarheid van 45 naar 60 % te brengen? Ik zou u daar heel dankbaar voor zijn. Mijnheer Vanbesien, zoals dat het geval is bij elke onderhandeling over een bredere fiscale hervorming of een breder regeerakkoord, vormen heel veel individuele maatregelen samen het grotere geheel. U mag van mij vandaag niet verwachten dat ik al een voorafname doe op deze of een andere maatregel. Wel bespreken we met zorg elke fiscale maatregel en wegen we de mogelijke gevolgen voor het werkveld af. Ik hoef u niet te herhalen dat ik de afgelopen jaren, samen met u en met de collega's in de commissie voor Financiën, steeds oog voor het welzijn van de non-profitsector had. Denk maar aan de tijdelijke verhoging van de aftrek voor giften tijdens de bijzondere coronaperiode. Wij blijven voortwerken om zo snel mogelijk te komen tot een goed en rechtvaardig regeerakkoord, dat helderheid en steun biedt voor wie werkt, voor wie onderneemt en voor wie jarenlang gewerkt heeft. Daartoe zal ik mijn steentje blijven bijdragen. Mijnheer de minister, u zegt dat heel veel individuele maatregelen een groter geheel vormen, maar de rode draad die wij daarin zien, is dat de arizonapartijen in de verkeerde zakken zitten. Een leraar ziet zijn pensioen met honderden euro's verminderen en langdurig werklozen worden niet langer begeleid naar werk, maar op een leefloon gezet, dat vijf jaar lang niet zal worden geïndexeerd. Voor mensen in een heel kwetsbare positie met een kleine koopkracht zal de koopkracht nog kleiner worden. Tijdens de campagne was de vraag over de koopkracht of het nu vooruit of achteruit zou zijn. Het lijkt erop dat die achteruit zal gaan. Nu blijken ook de goede doelen in het vizier van de nieuwe regering te zitten. Het toont aan wie en wat er meer of minder belangrijk is voor die regering. Ik herhaal dus: de arizonapartijen zitten in de verkeerde zakken. De impact op de ontvangsten van de reactie van VS-president Trump aangaande de minimumbelasting Mijnheer de minister, vorige week kondigde president Trump aan dat hij zijn land terugtrekt uit het wereldwijde verdrag voor een minimumbelasting van 15 %. Daarover werd een vraag gesteld in de plenaire vergadering en in de commissie. Gisteren werd die dreiging wel heel concreet, want Trump viseert nu ook de Europese en daarmee ook de Belgische belegger en investeerder. Als landen vasthouden aan dat belastingverdrag, wil hij de Amerikaanse bronheffing op dividenden van inwoners van Europa optrekken naar 35 %. In combinatie met de Belgische roerende voorheffing van 30 % zorgt dat voor een belastingaanslag van 65 %. Zelfs linkse partijen zullen dat redelijk veel vinden. Mijnheer de minister, het gaat hier concreet over de fameuze UPTR, de vangnetbepaling, die stelt dat als een land zijn eigen bedrijven geen minimumbelasting oplegt andere landen dat wel kunnen doen ten aanzien van die buitenlandse bedrijven via de zogenaamde bijheffing. Het gevolg hiervan is dat ons land zich tussen twee vuren bevindt. Ofwel passen we die regels toe en dan dreigen er Amerikaanse belastingen voor beleggers en investeerders, ofwel passen we die regels niet toe en riskeren we Europese sancties, want die regel is een omzetting van een Europese richtlijn. Mijnheer de minister, met al uw wijsheid, hoe geraken we uit die beknelling? Niets doen is geen optie, want dan zal Trump ons komen scheren. Europa en de OESO moeten reageren. Gaat u initiatieven nemen? Wat zou de impact hiervan zijn op de begroting? Mijnheer Bertels, in de begroting voor 2024 stond 624 miljoen euro ingeschreven en in de begroting voor 2025 stond nog eens 75 miljoen euro ingeschreven. Kiest u voor de belangen van onze beleggers en investeerders of kiest u voor de schatkist? Mijnheer Van Quickenborne, ik heb vorige week inderdaad al veel meegedeeld en ben ook in de commissievergadering op die vragen teruggekomen. Inzake de internationale minimumbelasting voor ondernemingen heb ik heel duidelijk gemaakt dat wij een vuist moeten maken en ervoor moeten zorgen dat de lasten rechtvaardig verdeeld worden. Natuurlijk moeten we ook zorgen voor een eerlijk speelveld voor onze eigen zelfstandigen en onze eigen kmo's. In die zin sprak premier De Croo in de context van de begrotingscontrole, toen we dat ingevoerd hebben, ook over een belangrijke mijlpaal. De dreigementen van president Trump zorgen vandaag inderdaad voor een scheeftrekking in dat gelijk speelveld. Hij geeft een stomp in de maag van onze burgers en onze eigen ondernemingen. Daardoor mogen wij ons echter niet laten ontmoedigen. Belangrijk is immers te weten dat de huidige van toepassing zijnde regels inzake de minimumbelasting bijzonder robuust zijn en ook in lijn liggen met gemaakte internationale afspraken. Voor alle duidelijkheid, de VS passen dezelfde regels, die nog ingevoerd werden tijdens de vorige ambtstermijn van Donald Trump, op onze bedrijven toe. Het is dus belangrijk en we blijven ervoor ijveren dat multinationals een eerlijke bijdrage blijven betalen. Daarvoor zullen we dan ook zorgen. Immers, ook zonder de VS moeten we in staat zijn om rechtvaardige fiscaliteit te verzoenen met een competitieve economie. Europa moet waken over haar competitiviteit. De minimumbelasting vormt daar een onderdeel van, onder andere voor onze kmo's en onze zelfstandigen. Op Europees niveau hebben we dat al besproken in de vergaderingen van de Ecofinraad, maar uiteraard zal ik dat de volgende keer opnieuw aanhalen. Mijnheer de minister, dank voor uw antwoord. Uiteraard heeft iedereen de mond vol van rechtvaardige belastingen, dat is evident. Wat zijn we daar echter mee als uiteindelijk onze beleggers en onze investeerders er de dupe van zijn? We weten allemaal dat Trump een dealmaker is en we have to deal with it . Het beste is een pragmatische en gecoördineerde houding van de verschillende lidstaten om de kern van de maatregel overeind te houden, maar ook om ervoor te zorgen dat onze relaties met de Verenigde Staten niet op het spel worden gezet. Ik zou zeggen: doe zoals Ursula von der Leyen heeft gezegd. Hoewel sommigen in Europa en waarschijnlijk ook in dit halfrond de realiteit in Amerika niet prettig vinden, moeten we klaar zijn om ermee om te gaan. Misschien kunt u dat doen als de volgende minister van Financiën in een volgende vergadering. De nood aan bijkomende initiatieven inzake orgaandonatie Mijnheer de minister, één orgaandonor kan voor tientallen mensen het verschil maken. Of het nu gaat over een harttransplantatie, een levertransplantatie, een niertransplantatie of over een kruisband, in vele gevallen kan een donor echt een verschil maken. We lazen nog over de kleuter Nox, die na zijn overlijden vijf andere mensenlevens heeft gered. Dat is enerzijds erg dramatisch, maar anderzijds natuurlijk ook heel erg mooi. België behoort tot de wereldtop in het geval van orgaandonatie. Dat heeft waarschijnlijk heel veel te maken met de wetgeving daaromtrent. En toch, toch zijn er nog hele belangrijke tekorten en staan heel veel patiënten op de wachtlijst voor een orgaan. Dat heeft verschillende redenen. In de eerste plaats is er natuurlijk een medische reden, omdat men in een ziekenhuis moet overlijden om ook in aanmerking te komen voor orgaandonatie. Maar dan is er nog tweede reden. Hoewel onze wetgeving er niet in voorziet dat nabestaanden met donatie moeten instemmen, wordt er in vele gevallen natuurlijk wel naar hen geluisterd. Dat is heel begrijpelijk, maar heeft wel als gevolg dat in tot 20 % van de gevallen waarin de vraag gesteld wordt, de nabestaanden niet de toestemming geven. Mijnheer de minister, hoe kijkt u naar het tekort aan donoren? Volstaat volgens u ons wettelijk kader? Welke andere voorstellen hebt u eventueel met betrekking tot die belangrijke en levensreddende problematiek? Het verhaal van de kleine Nox is inderdaad droevig, maar het heeft ook iets moois en hartverwarmends. Het is vooral een signaal dat we heel ernstig moeten nemen, vind ik. Ik deel uw bekommernis dat we het aantal orgaandonaties zo groot mogelijk moeten maken. Wie niet uitdrukkelijk zijn of haar weigering tot orgaandotatie heeft uitgesproken, komt bij overlijden in aanmerking voor donatie, tenzij de familie zich verzet. Daarom is het natuurlijk wel goed dat mensen ook de mogelijkheid hebben om positief te zeggen dat ze donor willen zijn. Ongeveer 500.000 mensen hebben vastgelegd dat ze willen doneren. Het zou natuurlijk mooi zijn mocht die groep nog groter zijn. Ik wil hierbij wel de kanttekening maken dat donatie hoe dan ook medisch niet zo eenvoudig is: iemand moet in gecontroleerde omstandigheden overleden zijn, in principe dus in een ziekenhuis. Bij een hersenbloeding, een ongeval met hersendood of een hartstilstand waarbij een behandeling is stopgezet, is dat meer evident. Medisch zijn er natuurlijk ook belangrijke beperkingen die uitleggen waarom we altijd wel tekorten zullen hebben. Ik zie niet meteen een evidente wijziging in de wetgeving, in alle eerlijkheid, maar ik zie wel vele mogelijkheden tot sensibilisering. We voeren overigens permanente bewustmakingscampagnes met affiches en flyers in de gemeenten. Er zijn ook opleidingen die artsen en verpleegkundigen beter voorbereiden om met de familie van een overledene te spreken. Overigens heeft onze FOD vorig jaar ook een sensibiliseringscampagne gelanceerd voor kinderen tussen 10 en 12 jaar, waarbij op een eenvoudige, toegankelijke manier wordt uitgelegd wat transplantatie is, zodat kinderen daar ook over kunnen praten met ouders en leerkrachten. Ik kan daarvoor verwijzen naar de website donorhero.be. Ik denk dus dat we moeten nadenken hoe we de sensibilisering kunnen versterken. Ik zie niet meteen een evidente wijziging (…) Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord. Orgaandonatie raakt ons allemaal, omdat we er vroeg of laat mee geconfronteerd kunnen worden. Zoals u terecht stelde, kunnen mensen zich ook actief registreren om orgaandonor te worden. Campagnes en vragen zoals de mijne zijn belangrijk om de mogelijkheid onder de aandacht te brengen. Men kan door zich actief te registreren inderdaad het verschil maken en voor nabestaanden een hartverscheurende keuze vergemakkelijken. Dankzij Open Vld is het in de vorige legislatuur, in 2020, mogelijk geworden dat mensen zich makkelijker kunnen registreren. Ze kunnen dat digitaal doen, of via hun behandelende arts. We moeten dat met zijn allen blijvend onder de aandacht brengen. De pensioenen bij de politie Madame la ministre, travailler plus longtemps pour moins de pension. Voilà le projet de l'Arizona pour nos policiers. Dès lors, il ne faut pas s'étonner de les voir manifester ce matin à Bruxelles pour dénoncer ce que prépare le futur gouvernement. Avec ce genre de mesure, on est bien loin des promesses électorales de certains partis de l'Arizona qui promettaient de mieux récompenser le travail. Mais comment peut-on aujourd'hui s'attaquer au statut de nos policiers alors qu'on sait qu'ils font un travail dangereux, difficile, stressant; alors qu'on sait qu'on a besoin d'eux aujourd'hui plus que jamais pour lutter contre la montée de la criminalité liée à la drogue, à Bruxelles et à Anvers notamment; alors qu'on sait qu'on a des difficultés pour recruter nos policiers? Il y a un manque d'attractivité, 5 000 postes sont vacants, on n'arrive pas à trouver les policiers dans nos zones et à la police fédérale. Après ça, comment certains peuvent-ils encore dire que la sécurité est leur priorité? Madame la ministre, j'aimerais avoir votre sentiment, en tant que spécialiste en matière de pensions, sur ce que prépare ce gouvernement Arizona. Pouvez-vous me dire quelles implications aura ce genre de mesure sur les pensions de nos policiers? Cher collègue, je comprends bien évidemment le mécontentement et les fortes inquiétudes des policiers et des policières, comme de tous les travailleurs des services actifs en matière de sécurité. Alors que sous la Vivaldi, j'ai veillé à garantir les pensions des travailleurs occupant de telles fonctions, les différentes notes qui ont fuité laissent apparaître une volonté de venir couper drastiquement dans les droits des policiers et des policières. Les attaques sont d'ailleurs de plus en plus fortes au fur et à mesure que les notes fuitent. J'en veux pour preuve qu'alors que les policiers étaient immunisés pour ce qui concerne la suppression des tantièmes, aujourd'hui, non seulement leurs tantièmes seront supprimés, selon les dernières notes, mais également la NAPAP. Par ailleurs, même les policiers et les policières pensionnés sont visés, car leurs pensions, si elles sont supérieures à 3 000 euros bruts, ne seront pas indexées pendant cinq ans. Cela représente cinq sauts d'index. Comme j'ai déjà pu l'exprimer, la réforme envisagée est un retour en arrière de plus d'un siècle. C'est un scandale sans nom et un non-respect pour tous ces policiers et policières qui agissent au quotidien pour notre sécurité, comme vous l'avez dit. Très concrètement, les mesures comme celle visant à modifier le calcul des pensions de tous les fonctionnaires, la suppression des tantièmes, un malus si on prend une pension anticipée sans correspondre à certaines conditions de travail effectif, vont avoir pour effet de réduire de plusieurs centaines d'euros la pension de nos policiers et de nos policières tout en les obligeant à travailler plus. Par ailleurs, pour l'essentiel de ces réformes, aucune mesure longue de transition n'est prévue. Voilà le vrai visage de la droite: l'appel à une politique sécuritaire extrêmement renforcée mais un non-respect total pour les hommes et les femmes qui agissent au quotidien pour assurer notre sécurité! Merci, madame la ministre. Cette semaine, j'ai entendu un président de parti de l'Arizona dire à un manifestant qu'il faudrait faire des efforts, sinon ses enfants n'auraient plus de pension. Les travailleurs peuvent comprendre qu'il faille faire des efforts. Ce que les travailleurs ne comprennent pas, c'est que le 1 % de la population belge qui détient 25 % de la richesse ne sera pas touché par les mesures de l'Arizona. Ce seront uniquement les travailleurs, les travailleurs de la fonction publique, nos policiers, nos pompiers, nos enseignants, nos militaires qui seront touchés par toutes les mesures de l'Arizona. Malheureusement, ce gouvernement s'annonce d'ores et déjà certainement comme le gouvernement le plus antisocial de l'histoire de notre pays. De aantrekkelijkheid van het beroep van politieagent Het politieprotest Mevrouw de minister, toen vanmorgen niet u maar uw collega's wakker werden op een legerbedje in de Koninklijke Militaire School na de nachtelijke onderhandelingen, was de politie aan het betogen in Brussel. De betogers trokken van het centraal station via de Koningsstraat naar het hoofdkwartier van de N-VA, van formateur Bart de Wever, die hardnekkig België tracht te redden en een arizonaregering op de been probeert te brengen. De politieagenten waren ongerust en boos. Ze zeiden zelf met verstomming te zijn geslagen over de plannen van de mogelijke arizonaregering. Ze vinden het een regelrechte aanslag op hun statuut en op de aantrekkelijkheid van de loopbaan bij de politie. Als minister van Binnenlandse Zaken, verantwoordelijk voor de politie, weet u als geen ander hoe hard de politie zich dag in dag uit moet inspannen, soms in heel moeilijke omstandigheden, om de veiligheid van alles en iedereen te garanderen. U weet ook dat de vivaldiregering erin geslaagd is om in de vorige legislatuur een aantal beloften aan die politieagenten te verbreken. Zij waren dus boos en ongerust en daarin kan ik hun perfect volgen. Het was zelfs een onderwerp in de aanloop naar de verkiezingen. Veel politici hadden de mond vol over het terug aantrekkelijker maken van die loopbaan bij de politie. Er is zelfs nog geen regering of die beloften dreigen allemaal al terug in de vergeethoek terecht te komen. Mevrouw de minister, u bent nog steeds minister van Binnenlandse Zaken, bevoegd voor de politie. U neemt ook deel aan de gesprekken voor de arizonaregering. Ik begrijp dat uw partij zeker van een volgende regering deel zal uitmaken. Ik kan dus niemand geschikter dan u vinden om mijn vraag te stellen. Wat zal er nu eigenlijk gebeuren met het statuut en met het aantrekkelijker maken van een loopbaan bij de politie in de toekomst? Mevrouw de minister, vandaag kwamen de politiemensen op straat. Ze zijn boos omdat ze langer moeten werken voor minder pensioen. Ik begrijp die boosheid volledig, want u schendt uw beloftes keer op keer. Ik heb een lijstje opgesteld van de afgelopen jaren. In 2014 stond in elk verkiezingsprogramma dat we de pensioenleeftijd niet tot 67 jaar zouden optrekken. Een paar maanden later werd het werken tot 67 jaar. In 2015 zeiden Frank Vandenbroucke en de regering in koor dat geen zinnig mens eraan denkt om iedereen tot zijn 67ste te laten werken, want dat er uitzonderingen zouden komen voor de zware beroepen. Wat zien we tien jaar later? Geen uitzonderingen. In 2019 zeiden de collega's van Vooruit dat ze niet in een regering zouden stappen als de pensioenleeftijd op 67 jaar behouden zou blijven. Even later maakten ze deel uit van de regering. In 2024 werd gezegd dat men niet aan de verworven rechten zou raken, maar als we uw plannen goed lezen, wordt er wél aan de verworven rechten van heel veel mensen geraakt, behalve aan die van de ministers en de parlementsleden. Dáár gaan we niet aan komen, dát zijn verworven rechten. Mevrouw de minister, het is dat soort pensioenbedrog dat de mensen niet meer pikken. Ze zeggen dat het genoeg is geweest. Voor u is het misschien geen probleem om te werken tot 67 jaar, om hier te zitten voor 7 tot 10.000 euro per maand, maar voor de meeste mensen is dat wel een probleem. Wat zult u doen met de eisen van de politiemensen? Zult u nu eindelijk zorgen voor een regeling voor de zware beroepen? Collega’s, de door de erkende politievakbonden geuite bezorgdheden van de politiemensen over hun loopbaan zijn mij bekend en ik neem die zoals steeds erg ter harte. In het kader van de lopende regeringsonderhandelingen werden een aantal maatregelen voorgesteld over de pensionering van het overheidspersoneel, waaronder ook de politie. Deze voorstellen geven aanleiding tot grote bezorgdheden. In het bijzonder gaat het over de eindeloopbaanregeling en het pensioenbedrag van de ambtenaren, wat uiteraard ook een impact heeft op de politiemedewerkers. De onderhandelingen lopen nog steeds, al hoop ik samen met u dat die niet meer al te lang zullen duren. Ik kan echter niet vooruitlopen op het uiteindelijke akkoord. Aan de onderhandelingstafel verdedigen wij overtuigd de belangen van de overheidsmedewerkers, waaronder ook die van het veiligheidspersoneel en die van de politiemensen. Zij hebben immers ook recht op een rechtvaardig en correct pensioen na een toegewijde carrière in het teken van de veiligheid van ons land. Daarbij moeten we ook afspraken uit het verleden in aanmerking nemen. We zullen de strijd voor een goed pensioen in de komende uren verderzetten. Ik zal in de toekomst deze zorgen ook ter harte blijven nemen. Ik begrijp de ongerustheid. Niet alleen de vakorganisaties, maar ook de politietop gaven mij eerder al aan dat de ongerustheid naar aanleiding van de publieke discussies over de voorlopige pensioenvoorstellen ervoor zouden kunnen zorgen dat een aantal personeelsleden, voornamelijk leidinggevenden, op korte termijn vroeger dan oorspronkelijk gepland op pensioen zouden gaan. Ook daarom moeten we daarover goede en verdedigbare oplossingen uitwerken. Ik geloof in het huidig model van de geïntegreerde politie dat gestructureerd is op twee niveaus. Die organisatie omvat mijns inziens een versterkte federale politie die gespecialiseerde politieopdrachten uitvoert en die in staat is haar verantwoordelijkheden op het vlak van geïntegreerde operaties beter op te nemen. Het is een federale politie die we verdedigen en uitdrukkelijk bevestigen en waarin we blijven investeren, in het belang van de veiligheid van ons land. Daarnaast moeten we uiteraard ook investeren in performante lokale politiezones die de basispolitiezorg overal in het land op een kwalitatieve en gelijkwaardige manier kunnen verzekeren. We hebben de politie de afgelopen legislatuur al aanzienlijk versterkt. Het spreekt voor zich dat, als we de veiligheid en een sterke politie in ons land willen waarborgen, we ervoor moeten zorgen dat de loopbaan van politiemedewerkers aantrekkelijk en verdienstelijk is en dat de vele inspanningen en de persoonlijke inzet naar waarde worden geschat. Om die reden is er de afgelopen legislatuur dan ook fors geïnvesteerd in betere loonvoorwaarden voor onze politiemedewerkers. Zo was er een weddeverhoging, de eerste sinds de politiehervorming begin jaren 2000. Er kwamen maaltijdcheques en een verhoging, er kwam een vergoeding voor administratieve personeelsleden die thuiswerk kunnen doen en er is de mogelijkheid om sneller carrière te maken, wat ook betekent dat politiemensen sneller in een hogere weddeschaal terecht kunnen komen. Ik onderschrijf samen met u dat voor de volgende legislatuur de aantrekkelijkheid van het beroep van politiemedewerker een blijvend aandachtspunt moet zijn en dat er moet worden gezocht naar manieren om het beroep aantrekkelijker te houden en toekomstgericht in te vullen. Voor mij hoort daar, onbetwistbaar, een rechtvaardige en aantrekkelijke pensioenregeling bij. Mevrouw de minister, ik hoor al zes jaar dat men begrip heeft voor de bezorgdheden van de politie, maar daar hebben ze tot nu toe weinig aan gehad. We weten dat het een heel zware job is door de wisselende uren, het dag- en nachtwerk, de fysiek zware arbeid en het blootstaan aan een verhoogd veiligheidsrisico. Er is ook de mentale belasting en de toenemende agressiviteit en criminaliteit in onze samenleving, zowel tegenover mensen en hulpverleners als tegenover de politie. Ik kan hun onrust, hun onbegrip en hun actie van deze morgen volledig volgen en begrijpen. Het Vlaams Belang vraagt opnieuw om te investeren in meer mensen en middelen, maar vooral om meer respect te betuigen voor onze politiemensen. Maak daar eindelijk werk van. Mevrouw de minister, uw antwoord is hallucinant. De politiemensen komen op straat, omdat zij niet langer willen werken voor minder pensioen. Dat is hun punt en u gaat daar volledig aan voorbij. U geeft aan dat u ervoor zal zorgen dat het beroep aantrekkelijker wordt. U weet echter dat er momenteel al een probleem is om voldoende politiemensen te vinden. Wat zult u doen om op hun vraag in te gaan? Collega’s, ik wil nog even ingaan op het punt dat er moet worden hervormd, omdat het onbetaalbaar is. Dat is wat de arizonacoalitie in aanmaak zegt, de pensioenen zouden onbetaalbaar zijn. Weet u wat wij vandaag betalen voor onze pensioenen? Dat is 11,2 % van ons bruto binnenlands product. Er zijn zes West-Europese landen die meer betalen. In de toekomst, namelijk in 2070, zouden wij volgens de Studiecommissie voor de Vergrijzing 13,7 % betalen. Dat is wat Frankrijk en Finland vandaag al betalen. Hoe kunnen onze pensioenen dan onbetaalbaar zijn? De pensioenen zijn betaalbaar als wij de welvaart eerlijker verdelen. Mijn vraag is om dat te doen. Ik dank de minister en nodig mevrouw de staatssecretaris de Moor uit. De gevolgen van de verstrenging van het Duitse asielbeleid voor België Mevrouw de staatssecretaris, gisteren stemde de Bundestag, het Duitse Parlement, over een voorstel om het asiel- en migratiebeleid van Duitsland een heel stuk strenger te maken. Het voorstel werd ingediend door uw zusterpartijen, de CDU en de CSU en het werd aangenomen met een meerderheid van CDU/CSU, de liberale FDP en het rechts-nationalistische AfD. Ook in Duitsland, mevrouw de Moor, begint de zogenaamde Brandmauer , het Duitse equivalent van het cordon sanitaire, dus stilaan af te brokkelen. Ik doe een greep uit de voorgestelde maatregelen. Er zouden permanente controles moeten komen aan de staatsgrenzen van Duitsland met alle buurlanden, dus ook met België. Het aantal plaatsen in gesloten centra zou ferm worden opgedreven. Men denkt er onder meer aan leegstaande kazernes in te richten als gesloten centra en containers te bouwen, zodat mensen die het land moeten verlaten, niet langer op vrije voeten kunnen rondlopen en het aantal uitwijzingen fel kan worden opgedreven. Er is sprake van dagelijkse uitwijzingen, onder meer naar Syrië en naar Afghanistan. Vreemdelingen die niet in het bezit zijn van geldige inreisdocumenten, zouden meteen aan de grens, zonder pardon en zonder uitzondering, uitgewezen worden. Morgen wordt er in de Bundestag ook gestemd over een voorstel van Zustrombegrenzungsgesetz , een wettekst dus ter beperking van de instroom. Een aantal van de voorstellen die gisteren zijn goedgekeurd, zou dus binnenkort daadwerkelijk omgezet kunnen worden in beleid. Mevrouw de staatssecretaris, ik heb een drietal vragen voor u. Ten eerste, wat zou de impact zijn van die maatregelen op België? Ten tweede, waarom zijn dergelijke maatregelen onder deze regering (…) Mijnheer Somers, migratie is een van de grote uitdagingen van onze tijd. We zien dat overal in Europa. We zien dat ook in de rest van de wereld, kijk maar naar de Verenigde Staten. Overal plaatsen regeringen het onderwerp centraal. Dat is terecht, want mensen maken zich zorgen over migratie. Dus ook in onze buurlanden, in Nederland, in Duitsland en in Frankrijk, regent het dezer dagen aankondigingen. Vooralsnog gaat het in het bijzonder in Duitsland om woorden en nog niet om wetgevende daden. Mijnheer Somers, als u de tijd zou nemen om door die aankondigingen heen te kijken, dan zou u zien dat in onze buurlanden geen fundamenteel andere beslissingen genomen worden dan in België. Natuurlijk zijn de uitdagingen in België heel gelijkaardig. Natuurlijk zijn we allemaal gebaat bij een goedwerkend Europees systeem. Dat heb ik al eerder verteld. We moeten ons dus niet laten leiden door slogans en emoties, maar door feiten. De voorbije jaren hebben we gewerkt aan een beleid dat de instroom kan beperken, een beleid dat misbruik van het systeem aanpakt. Wij bereikten een akkoord over het nieuwe Europees Migratiepact. Er ligt een migratiewetboek klaar. Er is een blauwdruk voor een eenmaking van verschillende migratiediensten in een FOD Migratie. We werkten aan een versterkt terugkeerbeleid. We breidden ook de capaciteit van de gesloten centra uit. Daarnaast is het cruciaal dat we ook werk maken van een betere integratie van nieuwkomers. En ja, wij moeten daaraan ook gevolgen koppelen, bijvoorbeeld in de sociale bijstand. Het gaat om rechten en plichten en die moeten in evenwicht zijn. Wij moeten de weg van die hervormingen verder bewandelen. Dat zijn geen slogans, dat zijn daden. Collega's, we doen dat om het systeem overeind te houden, om bescherming te kunnen blijven bieden aan mensen die het echt nodig hebben. Ik hoop dan ook dat we de komende uren een akkoord zullen bereiken over een nieuwe regering om daarvan verder werk te maken. Mevrouw de staatssecretaris, bedankt voor uw antwoord, dat even voorspelbaar als teleurstellend is. Hoeveel jaren wordt hier nu al gesproken over een nieuw migratiewetboek? Dat is zoals het monster van Loch Ness, dat voortdurend opduikt. In Duitsland hebben uw christendemocratische zusterpartijen blijkbaar het licht gezien, want zij zien in dat de fameuze slogan wir schaffen das van hun partijgenote, gewezen bondskanselier Angela Merkel, een loze kreet is gebleken en dat de naïeve Willkommenskultur hun land in de afgrond heeft geleid. Mevrouw de staatssecretaris, wanneer zal ons land eindelijk eens volgen? Waarom is hier niet mogelijk wat in andere Europese landen wel mogelijk blijkt te zijn? Wat u de voorbije jaren allemaal gedaan hebt, is niet meer dan gemorrel in de marge, of, om het in de taal van onze oosterburen te zeggen, kurieren am Symptom . De resultaten zijn ernaar. Wat hebben we gekregen? Dat zijn een recordaantal asielzoekers, een recordaantal gezinsherenigingen, een recordaantal nieuwe Belgen en een absoluut (…) Mijnheer Somers, ik mag u ook gelukwensen met uw eerste betoog in de plenaire vergadering. (Applaus)

Plenaire vergadering op 30 januari 2025

Beknopte versie

Van 14h15 tot 17h02 (2 uur en 47 minuten)

13 vragen, 0 voorstellen, 3 stemmingen

Volledig verslag op dekamer.be

Aanwezigheid

120/150 (80%)

Afwezigen

De volgende 37 kamerleden waren afwezig bij tenminste de eerste naamstemming. Het is mogelijk dat deze kamerleden alsnog aanwezig waren vanaf de tweede naamstemming of later. Het is ook mogelijk dat de kamerleden uitgesloten waren bij de eerste stemming voor een legitieme reden.

CD&V Nahima Lanjri
CD&V Sammy Mahdi
CD&V Nathalie Muylle
CD&V Phaedra Van Keymolen
Groen Jeroen Van Lysebettens
Les Engagés Serge Hiligsmann
Les Engagés Marc Lejeune
Les Engagés Julien Matagne
MR Christophe Bombled
MR Georges-Louis Bouchez
MR Hervé Cornillie
MR Catherine Delcourt
MR Denis Ducarme
MR Julie Taton
MR Victoria Vandeberg
N-VA Jeroen Bergers
N-VA Lieve Truyman
N-VA Katrijn van Riet
Open Vld Alexia Bertrand
Open Vld Sandro Di Nunzio
Open Vld Paul Van Tigchelt
PS Hugues Bayet
PS Philippe Courard
PS Pierre-Yves Dermagne
PS Christophe Lacroix
PS Paul Magnette
PVDA-PTB Roberto D'Amico
PVDA-PTB Natalie Eggermont
PVDA-PTB Peter Mertens
PVDA-PTB Nadia Moscufo
VB Ortwin Depoortere
VB Britt Huybrechts
VB Barbara Pas
VB Sam Van Rooy
Vooruit Nele Daenen
Vooruit Annick Lambrecht
Vooruit Niels Tas

Vragen

De vragen die gesteld werden tijdens deze vergadering.

klimaat, energie en landbouw

De hoge kosten van het energie-eiland en de brief van Elia aan de eerste minister

Gesteld door

Vooruit Oskar Seuntjens

Aan

Alexander De Croo (Eerste minister)

Bekijk antwoord

Oskar Seuntjens:

Beste premier, de energiefactuur betaalbaar houden is nog nooit zo moeilijk geweest. De oorlog in Oekraïne gaat verder en internationale prijzen staan weer onder druk. Beste collega’s, op hetzelfde elan verderdoen is en was duidelijk geen oplossing. Bijna heel Europa komt tot dezelfde conclusie: minder fossiele brandstoffen van Poetin, maar meer duurzame stroom van hier. Vooruit kijkt daar zonder taboes naar, zolang de stroom maar duurzaam, veilig en vooral betaalbaar is. Dat is ook exact wat onze minister in de Vlaamse regering doet. Op federaal niveau doen we hetzelfde. We bouwen windmolens op zee en we bouwen een energie-eiland en dat is allemaal goed. Het prijskaartje daarvan is echter minder goed.

Collega’s, we gingen iets bouwen dat voorheen nog nooit was gedaan en we dachten dat te kunnen doen voor slechts 2 miljard euro. Het was bijna te mooi om waar te zijn en dat is het ook. Intussen zijn de kosten niet verdubbeld of verdrievoudigd, maar opgelopen tot 7 miljard euro. Iedereen hier weet wie dat zal moeten betalen: gewone mensen en onze bedrijven en gezinnen. Mijnheer de premier, dat is onaanvaardbaar. Als we de koopkracht van de mensen willen beschermen, dan mogen we hen niet opzadelen met een duur prestigeproject.

Het kan gebeuren dat zo’n groot project anders verloopt dan verwacht. Ik ben zelf ingenieur en als er een iets is dat ik in die hoedanigheid heb geleerd, dan is het dat men tijdig moet ingrijpen als er iets misloopt. Vandaag gaan alle alarmbellen af. De wereld is en blijft onrustig. De oplossing zal van een volgende regering moeten komen.

Mijnheer de premier, hoe kijkt u naar dit dossier? Wat is uw reactie op de brief van Elia?

Alexander De Croo:

Bedankt voor uw vraag, mijnheer Seuntjens.

We hebben de voorbije jaren bijzonder veel gedaan om de energie betaalbaar te houden en om de bevoorradingszekerheid te kunnen garanderen. Toegang krijgen tot voldoende hernieuwbare energie die we zelf onder controle hebben en die goedkoop is, was daarvan een essentieel onderdeel. De opzet van het energie-eiland was dan ook het aan land brengen van die forse uitbreiding van hernieuwbare energie in de Noordzee.

Eind 2021 keurde de ministerraad dat design, dat door Elia was voorgesteld, goed. Reeds in juli 2023 heeft de ministerraad kennisgenomen van het feit dat een aantal prijzen zouden stijgen door de geopolitieke spanningen. Op dat moment heeft de ministerraad beslist om aan de minister, samen met de CREG, te vragen om meer informatie te krijgen om dat te kunnen opvolgen. Al meer dan een jaar geleden hebben wij gezegd dat daar moest worden ingegrepen.

In het najaar van 2024 kwam het signaal dat de prijzen verder zijn gestegen. Op 22 november heb ik de top van Elia bij mij ontboden en aangegeven dat zoiets niet aanvaardbaar was en dat men moest kijken op welke manier Elia het design kon herbekijken om ervoor te zorgen dat het paste binnen de politieke beslissing die wij hebben genomen. Het is onverantwoord dat een project de prijzen zo kan laten stijgen.

Ik citeer uit de brief die ik op dat moment naar Elia heb gestuurd: "Het project in zijn huidige vorm is te duur en is niet conform de beslissing van de ministerraad van 20 juli 2023. Ik blijf dan ook bij mijn standpunt dat ik u op 22 november 2024 heb meegedeeld dat een project met een dergelijke kostprijs geen doorgang kan vinden. Het is dan ook noodzakelijk dat andere opties worden onderzocht, zodat het project politiek en maatschappelijk kan worden gedragen en de kosten voor bedrijven en gezinnen beperkt blijven."

Elia heeft daarop geantwoord dat men met een alternatief zou komen, om ervoor te zorgen dat het beantwoordt aan wat in de initiële beslissing stond.

Oskar Seuntjens:

Mijnheer de premier, ik dank u voor uw antwoord. Of het nu gaat om energie-eilanden op zee, kerncentrales of windenergie, als dit dossier ons een iets leert, is het wel dat het niemand vooruithelpt om halsstarrig vast te houden aan dogma's en stokpaardjes. Het zijn altijd de gewone mensen die daarvan de dupe zijn. Deze regering heeft tijdig ingegrepen toen dat nodig was. Ik denk niet dat ik overdrijf wanneer ik zeg dat deze bestuursperiode de zwaarste van mijn generatie is geweest. Het ging van corona over een energiecrisis tot een oorlog in Europa. Er was een overheid nodig die haar verantwoordelijkheid nam en dat heeft ze ook gedaan. Ze heeft dat gedaan door de btw te verlagen naar 6 %, energiecheques uit te schrijven en een sociaal tarief uit te breiden en te versterken. Ik wil u dan ook graag persoonlijk bedanken voor uw aandeel daarin. Uiteindelijk draait politiek immers om compromissen sluiten en boven zichzelf uitstijgen. Ik kan alleen maar hopen dat we zo verder te werk zullen gaan.

veiligheid, justitie en defensie

De situatie in de DRC
De situatie in de DRC
De situatie in Oost-Congo
De situatie in de DRC
De situatie in Congo
De oorlog in de Democratische Republiek Congo
De situatie in de Democratische Republiek Congo
De geopolitieke focus van Europa in Afrika

Bekijk antwoord

Rajae Maouane:

Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre, chaque jour qui passe en République démocratique du Congo, ce sont des vies qui sont brisées dans un silence complice. La prise de Goma par les rebelles du M23 soutenus par le Rwanda n'est pas qu'un fait militaire. C'est un crime contre l'humanité, voire un génocide qui se déroule sous nos yeux. Ce sont des femmes violées, utilisées comme armes de guerre. Ce sont des villages détruits, des familles arrachées, plus de sept millions de personnes déplacées. Ce sont des civils bombardés dans des camps de réfugiés. Ce sont des enfants qui grandissent dans le chaos et dans la peur.

Pourtant, que fait la communauté internationale? Eh bien, elle ne fait pas grand-chose.

Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre, l'Europe a su sanctionner la Russie pour son agression en Ukraine, et c'est très bien. Mais pourquoi n'y arrive-t-elle pas quand c'est le Rwanda? Il est temps d'arrêter ce deux poids deux mesures insupportable. Le droit international doit être une boussole de Kiev à Kinshasa en passant par Gaza. Les discours ne suffisent plus. Nous demandons que la Belgique et l'Union européenne prennent des mesures fermes et immédiates. Nous demandons des sanctions ciblées contre les dirigeants rwandais impliqués dans ce conflit. Nous demandons un embargo total sur les minerais étiquetés rwandais qui sont, en réalité, des minerais de sang pillés au Congo. Nous demandons un soutien à la justice internationale. Nous devons répondre aux appels de la société civile du Congo. Il ne peut y avoir de paix sans justice, et tant que l'impunité régnera, les massacres continueront.

Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre, quand allons-nous enfin passer des paroles aux actes? Quelles mesures concrètes la Belgique compte-t-elle prendre pour stopper ce massacre et protéger les populations civiles de l'Est du Congo? Quand la Belgique ordonnera-t-elle la fin du massacre et exigera le retrait des troupes rwandaises, comme le réclamait d'ailleurs l'ambassadeur de la République démocratique du Congo que nous avons rencontré hier? La Belgique sera-t-elle au premier plan aux Nations Unies (l'ONU) pour réclamer des sanctions contre le Rwanda?

Michel De Maegd:

Messieurs les ministres, chers collègues, je vais aller droit au but. Pardonnez-moi ce cri de rage, mais le peuple congolais en crève, au sens propre comme au sens figuré! Les femmes de l'Est du Congo sont mutilées et violées, l'arme de guerre la plus immonde. Elles en crèvent, à petit feu ou sous les balles du M23. Les enfants de l'Est du Congo, sans eau ni électricité, sans de quoi subsister dignement, n'ont-ils droit à un autre destin que celui d'enfants soldats? Les hommes de l'Est du Congo n'ont-ils comme seul avenir que de survivre dans la peur et la perpétuelle violence, au gré des groupes rebelles qui s'affrontent dans une indifférence quasi générale? Alors oui, cela fait des décennies que les Congolais de l'Est en crèvent, qu'ils soient de Goma, du Nord ou du Sud-Kivu, qu'ils survivent dans d'innombrables camps de réfugiés ou dans des villes et villages dans lesquels "vivre" veut d'abord dire "survivre". Au nom de mon groupe, je veux avoir une pensée sincère pour ces femmes, ces enfants et ces hommes qui, chers collègues, nous attendent.

Monsieur le ministre des Affaires étrangères, monsieur le premier ministre, je sais qu'en tant qu'amis fervents de l'Afrique, vous partagez mon désarroi. Hier en commission, nous recevions l'ambassadeur de la RDC, qui a adressé quatre demandes à la Belgique: ordonner la fin des hostilités et le retrait des troupes rwandaises de la RDC; mettre en place un embargo total sur les minerais étiquetés rwandais et introduire une traçabilité dès le sol congolais; plaider auprès de l'Union européenne pour revoir les accords militaires et économiques avec le Rwanda; plaider pour un registre complet des armes vendues à celui-ci.

Messieurs les ministres, dans quelle mesure pouvons-nous répondre à ces demandes? Quels sont les leviers que nous pouvons immédiatement actionner pour éviter de nouveaux massacres? L'Union européenne annonce une aide humanitaire d'urgence de 60 millions d'euros, insuffisants certes, mais comment garantir que cette aide atteigne les populations touchées? Et puis, enfin, messieurs les ministres, pouvez-vous dresser un bilan de la sécurité de nos ressortissants dans la région et de nos équipes diplomatiques en RDC? Nous savons en effet que plusieurs ambassades ont été attaquées.

Pierre Kompany:

Monsieur le président, je suis fier d’être ici devant deux représentants du pays, qui travaillent et connaissent le Congo. Je connais le Congo, mais je ne peux pas prétendre le connaître nécessairement mieux que vous.

Des questions se posent. Le pays qui souffre, c’est le Congo. Des questions se posent. Pourquoi cela a-t-il duré tant d’années sans que des êtres humains – comme nous, qui sommes ici les représentants du peuple – aient débattu de ce problème et aient mis un terme, il y a longtemps, à ce que nous vivons aujourd'hui?

Je me le demande, et je vous le demande, monsieur le ministre des Affaires étrangères. Je sais que le premier ministre couvre tout. La Belgique va-t-elle soutenir l’adoption de sanctions contre le Rwanda au sein du Conseil de sécurité des Nations Unies? Avez-vous des contacts sur ce sujet avec les États actuellement membres du Conseil de sécurité?

La Belgique va-t-elle demander, au sein de l’Union européenne, la suspension de tous les accords avec le Rwanda et la suspension des financements accordés par l’Union? Ils sont accordés y compris par le biais de la Facilité européenne pour la paix – étonnant!

Quel soutien la Belgique va-t-elle elle-même donner à la MONUSCO et aux troupes africaines de la SADC qui défendent la République démocratique du Congo? Quelles actions diplomatiques les Affaires étrangères mettent-elles en œuvre pour rétablir la paix?

Raoul Hedebouw:

Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre des Affaires étrangères, je vous interpelle évidemment sur les événements dramatiques en cours à l'Est de la République démocratique du Congo, notamment la prise de Goma par le M23 soutenu par l'armée rwandaise. Je vous pose tout de suite la question. Pourquoi autant d'inaction? Pourquoi laisse-t-on faire?

Waarom laten wij hen gewoon doen? In Oekraïne komen wij direct tussen: sancties, het leger, wapens enzovoort, alles erop en eraan. Als het echter over Congo gaat, gebeurt er niets. Waarom?

C'est cela la question! Tout le monde sait ici que l'armée rwandaise ne pourrait pas se permettre cela sans le soutien de l'impérialisme américain. Sans le soutien des États-Unis d'Amérique, c'est impossible. Vous le savez. Vous regardez par terre parce que vous le savez. Un petit pays comme cela ne peut pas intervenir chez son voisin sans un appui occidental important.

Il y a aujourd'hui des protocoles d'accord entre l'Union européenne et le Rwanda. Le protocole sur les minerais stratégiques est signé. Ce sont des accords favorables à l'Union européenne et au Rwanda. On aide le Rwanda. Il y a des accords entre l'armée rwandaise et les institutions européennes. Pourquoi? Pourquoi tant d'hypocrisie? C'est la question qui est posée aujourd'hui par les peuples africains et par le peuple congolais.

Va-t-on faire sauter ces protocoles? Le PTB a proposé de faire sauter ces protocoles. Tous les partis traditionnels belges ont voté contre, ils ont voté pour le maintien de ce partenariat stratégique. Pourquoi? Business! Les minerais, le cobalt, le coltan, le cuivre. Business, business, business! C'est pour cela que vous ne voulez pas intervenir.

Monsieur le ministre, va-t-on enfin soutenir le peuple congolais, soutenir l'intégrité territoriale de ce pays, ne pas appliquer le deux poids deux mesures? Quand ça nous arrange, on ferme les yeux parce qu'il y a de l'argent, et quand ça ne nous arrange pas, on intervient aussi, parce que là aussi il y a de l'argent. Les droits humains ne sont pas à géométrie variable. C'est une question de principes, monsieur le ministre.

Els Van Hoof:

Minister Quintin, ik merk het ook aan u, de oorlog in Oost-Congo raakt u persoonlijk. U was destijds kandidaat-speciaal gezant van de EU voor de Grote Meren. U werd geweigerd door Rwanda.

Dood, vernieling, plundering en seksueel geweld, het raakt mij ook als vrouw, al decennialang. Moeders en dochters worden verkracht en dokter Mukwege herstelt. Dat is het cynische spel vandaag in Oost-Congo. Het Rwandese regime ligt er niet wakker van. Het heeft een onverzadigbare honger naar grondstoffen. Opportunistische rebellen als die van M23 helpen hen. Dat zijn de recepten van het Rwandese imperialisme.

Poetin inspireert, mijnheer Hedebouw, en de Congolese bevolking crepeert. België kan niet langer toekijken. Maandag zei u het al, mijnheer de minister: woorden volstaan echt niet meer.

Hoe kunnen we vanuit de EU het geweld veroordelen en tegelijkertijd toch grondstoffen importeren uit Rwanda? Hoe kunnen we vrolijk een WK wielrennen organiseren in de straten van Kigali in Rwanda? De Belgische kritische houding leidt al langer tot ruis op de diplomatieke lijn met Rwanda, maar dat zal Kagame worst wezen. Only money talks .

Het is hoog tijd om een ethische en morele grens te trekken. De Congolese ambassadeur vroeg dat gisteren ook. Wij steunen hem. Leg een embargo op voor de Rwandese grondstoffen. Ze zijn trouwens niet van Rwanda, ze komen uit Oost-Congo. Herroep de Europese militaire en economische samenwerking. Er moeten sancties komen!

Daarom is mijn vraag aan u, mijnheer de eerste minister en mijnheer de minister: welke concrete maatregelen stellen wij voor aan de Europese Unie? Welke bilaterale maatregelen nemen wij zelf? Ik merk dat Duitsland en het VK kijken naar hun ontwikkelingssamenwerking. U moet natuurlijk de Rwandese bevolking niet straffen, maar er is wel een heroriëntatie nodig.

François De Smet:

Messieurs les ministres, les combats qui ont repris il y a quelques semaines dans l'Est du Congo ont déjà fait de trop nombreuses victimes et ont jeté des centaines de milliers de personnes sur les routes. Et, comme toujours, ce sont les civils qui payent le prix principal, en premier lieu les femmes et les enfants.

Mais, en réalité, nous le savons, voilà des décennies que l'Est du Congo est abandonné, dans un conflit meurtrier par intermittence et qui est, en fait, tout simplement, le conflit le plus meurtrier de l'histoire moderne. Alors, oui, on doit pouvoir cibler les responsables principaux: le M23, bien sûr, qui est le principal groupe paramilitaire qui terrorise la région, mais aussi ses soutiens et, en premier lieu, le Rwanda de M. Paul Kagame qui, dès l'instant où il choisit de soutenir et d'armer ces milices, porte aussi la responsabilité de leurs exactions. Et puis, il y a la communauté internationale, dont l'inaction et le silence ne sont plus possibles.

Que peut faire, que doit faire la Belgique? DéFI vous demande, monsieur le premier ministre, d'abord dans les mots les plus clairs et les plus durs, de condamner les responsables de ces exactions, à savoir le M23 et le Rwanda. Mais il faut aussi ajouter, en effet, des armes plus dures. Il faut qu'on parle d'embargo sur les armes, il faut qu'on puisse parler de sanctions économiques, et nous pourrions aussi demander – nous vous le demandons – que l'Union européenne suspende et rompe dès que possible le partenariat sur l'extraction des minerais entre l'Union européenne et le Rwanda.

Je n'oublie pas l'aspect humanitaire. En ce moment-même, des centaines de milliers de personnes sont isolées, notamment parce que la prise de l'aéroport de Goma rend les accès difficiles. La Belgique peut participer à l'ouverture d'un corridor humanitaire. Et puis, il faudra tôt ou tard que, dans cette région meurtrie, vienne l'heure de la justice. La Cour pénale internationale (CPI) a repris des enquêtes et des activités. C'est très bien, et nous devons les soutenir. Tous les démocrates doivent soutenir le fait que, quels qu'ils soient, les responsables des viols et des meurtres soient poursuivis parce qu'au Congo comme ailleurs, il n'y aura pas de paix sans justice.

Lydia Mutyebele Ngoi:

Messieurs les ministres, la peur! La peur! Voilà l'état de la population de Goma et de l'Est du Congo. Mais on ne peut pas dire qu'ils ne sont pas habitués à cette situation car cela fait 30 ans que le Kivu et l'Est de la RDC se sentent en insécurité. Trente ans que des factions rebelles soutenues par le Rwanda pillent, violent, tuent, sèment la terreur dans les zones rurales! Trente ans qu'il y a des millions de déplacés! Trente ans qu'il y a des millions de morts!

Pourquoi, monsieur le ministre? C'est pour la richesse du sous-sol de cette région, pour des minerais – oui, monsieur le ministre, vous m'avez bien entendue! – pour que nous puissions rouler dans nos belles voitures électriques, pour que nous puissions utiliser nos smartphones. Trente ans, monsieur le ministre, et nous n'avons voulu rien voir. La Communauté internationale est silencieuse. Pourquoi? Monsieur le ministre, le Congo, c'est trop loin! L'Ukraine, c'est à côté! Ce sont nos voisins! C'est beaucoup plus facile. Et puis, les Rwandais sont des personnes sérieuses. Ils sont considérés comme des partenaires stables. C'est un régime autoritaire avec un président élu à 99 % des voix mais c'est un régime stable. Belligérant mais stable! Parce que, surtout, on a besoin d'or, de diamants, de cobalt, de coltan. Oui, j'ose le dire, monsieur le ministre. Nous sommes restés silencieux. J'apprécie toutefois votre sortie volontariste de cette semaine. Je devais quand même vous le dire.

Comment la Belgique compte-t-elle agir? Quelles solutions diplomatiques sont envisagées pour éviter ce bain de sang et sauver cette population qui a trop souffert? Comment la Belgique compte-t-elle faire pression à l'Union européenne pour suspendre ce protocole de coopération sur les matières critiques avec le Rwanda qui sont pillées en RDC? Comment la Belgique compte-t-elle faire pression à l'Union européenne pour suspendre la coopération militaire?

Kathleen Depoorter:

Mijnheer de eerste minister, mijnheer de minister, de crisis in Oost-Congo, een van de vergeten conflicten, duurt al dertig jaar en het is pas sinds vorige week met de val van Goma dat de internationale gemeenschap eindelijk tot actie oproept.

De M23-terreurgroepen hebben de miljoenenstad, een economisch knooppunt aan de rand van Rwanda, al jaren in hun greep. We zien er een vicieuze cirkel van mensenrechtenschade en van terreur, waaraan de staat Rwanda deelneemt. Het land financiert de rebellen immers. Die houden zich ook niet in. Vrouwen worden verkracht, kinderen worden vermoord, mensen verdwijnen. Er is geen voedsel. Er zijn geen geneesmiddelen. De ziekenhuizen liggen vol. De humanitaire crisis is op het moment enorm.

De greep van de M23-rebellen en van Rwanda op Oost-Congo wordt ook alleen maar groter, omdat zij het slagveld uitbreiden. Zij trekken ook naar het zuiden, naar Bukavu.

De mensen in Congo zijn angstig en boos. Zij komen op straat, want zij voelen zich in de kou gelaten. Wij, de westerse overheden, praten immers nog altijd met de militaire regimes in Rwanda. Wij blijven ook financieren. Wij financieren niet alleen het leger, maar besteden ook 40 miljoen euro aan ontwikkelingssamenwerking in Rwanda.

Mijnheer de minister, is dit niet het moment waarop wij onze hulp ter discussie moeten stellen? U hebt gepleit voor concrete acties. Welke acties zijn dat? Wat hebt u aan uw Europese collega’s gevraagd?

Voorzitter:

Mevrouw Depoorter, u eindigt net als de andere sprekers keurig op tijd, waarvoor mijn dank.

Alexander De Croo:

Mesdames et messieurs les députés, je vous remercie pour vos questions relatives à la situation dans l'Est du Congo, situation dramatique depuis bien trop longtemps.

En effet, cela fait des décennies que les conflits sont quotidiens dans cette région. Malheureusement, la situation a empiré récemment.

La réaction de la Belgique a été très claire. Elle a demandé à l'ensemble des partis de faire tout le nécessaire pour veiller à une désescalade. Le Rwanda doit arrêter son soutien au M23. Cela a été documenté partout et il est important que le message soit très clair. Mais du côté congolais, il y a aussi des choses à faire: arrêter les discours haineux, tenter de restaurer l'autorité dans la région. Il y a bien des efforts à faire des deux côtés.

Le point principal est d'arrêter l'ingérence dans l'Est du Congo depuis le Rwanda. J'ai eu l'occasion de m'entretenir avec le président Félix Tshisekedi hier au sujet d'actions que nous pourrions entreprendre pour mobiliser la communauté internationale. De plus, s'agissant de la situation à Kinshasa, je lui ai demandé d'agir avec fermeté pour faire cesser les attaques contre l'ambassade belge et les ambassades d'autres pays. Il m'a assuré qu'il ferait tout ce qui est nécessaire pour calmer la situation à Kinshasa. On voit aujourd'hui que ce genre de manifestations se produit moins souvent qu'auparavant.

Avant de donner la parole au ministre des Affaires étrangères concernant les actions internationales et notre position par rapport à des sanctions, je rappellerai que la Belgique a toujours été très critique, notamment concernant le protocole européen sur les minerais. La Belgique a d'emblée alerté sur le fait que ce n'était pas une bonne idée. Malheureusement, nous le voyons aujourd'hui, nous avions raison d'émettre de nombreuses questions au sujet de cet accord.

Dans un contexte plus large, la position internationale de la Belgique a toujours été de respecter le droit international et la souveraineté d'un pays, position que nous affichons partout.

Concernant ce qui se passe en Ukraine, cela a été notre position. Nous avons dit que la souveraineté et l'intégrité d'un pays devaient être respectées. Concernant ce qui se passe au Proche-Orient, nous avons toujours été clairs. Les lois internationales et les conventions doivent être respectées. Pour ce qui se passe au Congo, le même raisonnement s'applique. L'intégrité du pays doit être respectée. Les ingérences auxquelles nous assistons de la part du Rwanda ou de groupes soutenus par le Rwanda au Congo sont insupportables. Nous ferons tout pour les arrêter et pour sauver les vies de ceux qui vivent pour l'instant des moments extrêmement pénibles et difficiles.

Bernard Quintin:

Monsieur le président, mesdames et messieurs les députés, j'ai décidé de revenir anticipativement de ma mission officielle au Maroc pour pouvoir répondre à vos vives inquiétudes. Ce n'est que normal car la situation actuelle en RDC nous mobilise pleinement.

Wij volgen de situatie minuut per minuut en zijn in permanent contact met onze ambassade, de Belgische gemeenschap, de Congolese autoriteiten en onze internationale partners.

La prise de Goma constitue une violation supplémentaire, claire et nette du droit international et, en plus, du cessez-le-feu conclu via le processus de Luanda.

Nous ne restons ni silencieux ni inactifs, madame Maouane, je puis vous l'assurer. Lundi, j'ai appelé mes homologues européens à prendre des mesures concrètes. J'ai évoqué explicitement les dossiers suivants, mevrouw Depoorter: le MoU sur les matières premières critiques – pour répondre aussi à Mme Mutyebele –, la Facilité européenne pour la paix dite "Cabo Delgado", la suspension du dialogue sécuritaire avec le Rwanda, monsieur De Smet. Il faut trouver un compromis à l'échelle européenne, parce que c'est à ce niveau-là que nous aurons un impact significatif.

Monsieur Kompany, s'agissant des Nations Unies, j'ai pris contact, dès dimanche dernier, avec mes homologues européens qui siègent au Conseil de sécurité afin de faire passer nos messages et pour que soit nommé le Rwanda dans son agression.

Ondertussen heb ik de Rwandese zaakgelastigde al door mijn FOD laten ontbieden en heb ik het reisadvies voor Rwanda laten aanpassen. Alle reizen naar de parken in het westen van het land worden afgeraden. Het doel is om de druk op de partijen, vooral Rwanda, op te voeren. De Rwandese autoriteiten mogen zich niet onaantastbaar voelen, als ze het internationaal recht aan hun laars lappen.

C'est la seule façon de les ramener autour de la table des négociations afin de travailler à une solution pacifique, comme on a pu le constater en 2012. J'ai partagé ce point de vue de modus operandi avec mon homologue américain, Marco Rubio, hier soir.

Il y a urgence. Kigali a déjà communiqué publiquement qu'elle compte prendre Bukavu. Mais soyons clairs, comme l'a dit le premier ministre, les autorités congolaises doivent aussi prendre leurs responsabilités: rétablir l'autorité sur l'Est de la RDC, mettre fin aux discours de haine et mettre fin à la coopération avec des groupes armés, singulièrement les FDLR, comme nous le demandons systématiquement dans chacun des contacts que nous avons avec toutes les autorités congolaises.

Monsieur De Maegd, en effet, il faut s'attaquer aux racines de ce conflit qui dure depuis plus de 30 ans.

De gevolgen voor de bevolking zijn inderdaad afschuwelijk, mevrouw Van Hoof.

Ce conflit me parle personnellement, puisque je le suis depuis de nombreuses années déjà et que j'en ai vu de mes propres yeux les conséquences innommables il y a déjà 20 ans.

Wat de situatie in Kinshasa betreft, veroordeel ik ten zeerste de aanvallen op onze ambassade en die van onze partners. Zodra ik op de hoogte werd gebracht van de situatie, heb ik onmiddellijk contact opgenomen met de Congolese autoriteiten en hen gevraagd om in te grijpen. Die interventie heeft geleid tot een terugkeer van de rust.

Sans la présence et l’intervention de nos militaires qui ont protégé notre équipe sur place, nous aurions un autre débat aujourd'hui. Je tiens ici à les remercier sincèrement, comme je tiens à remercier notre personnel à Kinshasa ainsi que mes services à Bruxelles qui ont géré avec beaucoup de sang-froid une situation explosive.

De veiligheid van het personeel van de ambassade en de Belgische gemeenschap is zoals steeds onze prioriteit. We nemen sindsdien bijkomende veiligheidsmaatregelen en passen ons reisadvies aan in functie van de evolutie.

Je suis pleinement mobilisé, tout comme le SPF Affaires étrangères, afin de tout mettre en œuvre pour faire cesser les combats dans l'Est de la RDC.

Le droit international, comme cela a été rappelé par le premier ministre, doit être respecté et défendu partout, en tout temps et en tous lieux. La Belgique joue et continuera à jouer pleinement son rôle dans la promotion de la paix et de la sécurité dans la région.

Rajae Maouane:

Merci, messieurs les ministres, pour vos réponses.

Je dois dire qu'elles me laissent un peu sur ma faim. Je trouve que la réponse de la Belgique n'est pas à la hauteur de la situation. La Belgique a une responsabilité historique dans ce pays et dans cette région. On ne demande pas aux agresseurs de désescalader. On dit aux agresseurs d'arrêter de violer le droit international. On fait en sorte de sanctionner les agresseurs.

Je suis révoltée, je dois le dire, par l'hypocrisie que j'entends parfois, de ceux qui prêchent la paix tout en fermant les yeux sur des crimes, par opportunisme politique ou par intérêt économique. L'heure aujourd'hui n'est plus aux déclarations, aussi fortes soient-elles. Il faut des actions. Nous exigeons des sanctions dès maintenant. Nous exigeons un embargo et nous exigeons la justice.

Michel De Maegd:

Merci, messieurs les ministres, pour vos réponses franches et déterminées.

Je voudrais insister sur les responsabilités de chacun, toujours au détriment des populations de l'Est du Congo. C'est indéniable pour le Rwanda. Je le dis depuis des années. Il fait fi de toute règle internationale au travers du M23, pour s'accaparer des minerais du Congo, et aujourd'hui, pour violer, de façon flagrante, la souveraineté de la RDC. C'est tout aussi indéniable pour d'autres pays voisins qui, avec d'autres rebelles, s'assurent de leur part du gâteau. C'est encore indéniable pour le pouvoir en place à Kinshasa, miné par la corruption endémique, et dont les discours vigoureux peinent à masquer les énormes défaillances quand il s'agit de protéger son peuple avec une armée en perdition.

Soyons francs, que dire de l'Europe et de sa réalpolitique? En effet, pour ne pas se faire damer le pion sur cet échiquier morbide, les adversaires occidentaux mais aussi, soyons honnêtes, monsieur Hedebouw, chinois, indiens, turcs et, demain, russes, prennent aussi leur part du gâteau, encore et toujours sur le dos des populations congolaises.

Pierre Kompany:

Monsieur le président, je suis vraiment fier d'être ici, tout simplement parce que je suis d'origine congolaise. J'en ai presque les larmes aux yeux.

Monsieur le premier ministre, vous avez parlé des discours de haine. Pensez quand même un seul instant que ce peuple congolais a une générosité qui dépasse le monde. Il a reçu tous ceux qui, aujourd'hui, deviennent les agresseurs. Des bourses d'études ont été distribuées à la peine des enfants congolais. La plupart des gens que vous voyez, qui font le Rwanda et qui sont du côté congolais ont souvent étudié avec des bourses d'études congolaises que les Congolais n'ont pas eues. Alors, remettons les choses en place: le Rwanda doit remercier le Congo au lieu de faire ce qu'il fait avec l'argent du monde entier.

Raoul Hedebouw:

Monsieur le premier ministre de Belgique, monsieur le ministre des Affaires étrangères de Belgique, Frantz Fanon, un grand militant panafricain disait que "l'Afrique a la forme d'un revolver dont la gâchette se trouve au Congo". Et je pense qu'il a raison. Le but des puissances occidentales aujourd'hui est d'avoir un Congo faible pour qu'il n'y ait plus de gâchette, pour avoir un continent africain faible devant les puissances mondiales. Voilà ce qui se joue aujourd'hui, le but étant d'avoir une balkanisation du pays.

On n'a pas eu de réponse, monsieur De Maegd, à la question de savoir pourquoi les États-Unis d'Amérique soutiennent Kagame depuis le début. Vous le savez! C'est là où tout le monde se tait car l'échiquier mondial se joue à coups de millions de morts. C'est cela qu'il faut dénoncer aujourd'hui et c'est pour cela qu'il y a de l'impunité. J'aurais espéré aujourd'hui que la Belgique dise stop: "Stop, United States! Stop!" Mais non, business, business, business! C'est un problème. On mène le combat contre (…)

Els Van Hoof:

Mijnheer de eerste minister, mijnheer de minister, het is goed dat wij concrete voorstellen hebben voorgelegd aan de Europese Unie, maar nu moeten wij doorpakken, er is nog niets gebeurd. Tolereren wij in Oost-Congo wat wij niet tolereren in Oekraïne? Dat is de vraag waarvoor wij staan.

U sprak ook over de haat die vandaag heerst bij de Congolezen. Is het echter niet normaal dat die mensen boos zijn na zoveel straffeloosheid? MONUSCO staat daar al jarenlang naar te kijken en kan niets ondernemen wegens het beperkte mandaat. De Congolezen zijn terecht boos. Er wordt gewerkt met twee maten en twee gewichten. Dat aanvaarden zij niet meer. Het is ook heel terecht dat ze dat niet meer aanvaarden.

Er wordt Kigali weinig of niets in de weg gelegd. Dat moet veranderen. Gaan wij vandaag tolereren dat het internationaal recht word opgeofferd op het altaar van geld en grondstoffen? Misschien valt Bukavu binnenkort. Het is tijd voor sancties en acties. Wij moeten niet alleen naar de Verenigde Staten kijken, wij moeten vooral ook kijken naar onszelf. Ik vertrouw op u, heren ministers.

François De Smet:

Messieurs les ministres, merci pour vos réponses.

Trois choses. D’abord, attention quand même au relativisme. Bien sûr que tout ne va pas bien au Congo. C’est évident. Mais dans cette histoire, il y a quand même très clairement un agresseur et un agressé. L’agresseur, c’est le Rwanda. L’agressé, c’est la République démocratique du Congo.

Ensuite, huit partis se sont succédé à cette tribune, et pratiquement tout le monde a demandé de hausser le ton sur les sanctions économiques et sur les sanctions sur les armes. Cela veut dire que ce gouvernement et le suivant – s’il advient – ont un mandat extrêmement clair de cette Assemblée et auront un soutien pour aller en ce sens.

Enfin, vous n’avez pratiquement pas évoqué le volet humanitaire. On parle de 400 000 personnes qui se trouvent sur les routes. Si la Belgique, d’autres démocraties et les ONG n’aident pas très rapidement, cela va devenir très vite une catastrophe humanitaire.

Lydia Mutyebele Ngoi:

Messieurs les ministres, merci pour vos réponses.

Moi, je vais vous parler un peu de ma famille qui est coincée à Goma sans eau et sans électricité, de la fille que mon frère a adoptée dans cette mauvaise situation. Je vais vous parler de mes nombreuses visites à Panzi où j’ai vu des enfants emmenés parce qu’ils ont été violés, des petites filles de un an, des mamans complètement désorientées.

Alors maintenant, il est temps d’agir. Le temps est aux actes. On doit dire au M23 de se retirer. On doit dire au Rwanda de se retirer. La Belgique ne doit plus rester passive. Il faut que nous puissions préserver l’intégrité territoriale de la RDC. Surtout, nous devons imposer des sanctions fermes contre le Rwanda.

Une réponse humanitaire et diplomatique urgente est nécessaire, messieurs les ministres. La paix doit être rétablie en RDC, et les crimes doivent cesser.

Je voudrais également présenter toutes mes condoléances aux familles de ces soldats de la MONUSCO et des FARDC qui sont tombés au front.

Kathleen Depoorter:

Mijnheer de premier, mijnheer de minister, het militaire regime van Rwanda aarzelt niet om bij zijn buurman de minerale rijkdommen te gaan plunderen en om daar de bevolking te gaan verkrachten en te folteren.

We mogen vandaag niet aarzelen om daadkrachtig op te treden en om te pleiten voor een opbouw van de humanitaire hulp in Oost-Congo, maar we mogen ook niet aarzelen om te herevalueren hoe we de 40 miljoen euro aan ontwikkelingssamenwerking zullen besteden. De 500.000 mensen op de vlucht hebben nood aan hulp. We mogen ook niet aarzelen in de herevaluatie van onze omgang met de middelen die naar het Rwandese leger gaan, want met die middelen worden de M23-rebellen betaald.

De aarzeling moet voorbij zijn, de stilte moet worden gebroken. Dank u.

Voorzitter:

Collega's, wij hebben nog 25 minuten de tijd om onze stem uit te brengen, maar nog niet heel veel mensen hebben dat gedaan, dus u bent daartoe uitgenodigd.

economie en werk

Het plan van de Europese Commissie om het concurrentievermogen van de EU te stimuleren

Gesteld door

MR Youssef Handichi

Aan

Bernard Quintin

Bekijk antwoord

Youssef Handichi:

Monsieur le ministre des Affaires européennes, après la publication des rapports Draghi et Letta, la Commission européenne a rendu publiques une série de propositions en renfort du tissu économique des pays de l'Union européenne. Monsieur le ministre, les entreprises ne doivent plus avoir la vie dure, grâce à différents paquets de simplification de législations européennes, appelés poétiquement "paquets omnibus". Un point important, à mes yeux, concerne une révision des règles sur les appels d'offres publics pour introduire une préférence européenne pour les secteurs technologiques stratégiques, la révision des règles de la concurrence pour favoriser la création sur notre sol de champions internationaux.

Monsieur le ministre, ma première question concerne la portée de cette simplification administrative pour les entreprises, les premières législations ou les secteurs particuliers qui vont être ciblés et la nature de la concertation avec les entreprises. Comment l'État fédéral, en concertation avec les Régions, va-t-il pouvoir aider nos entreprises à tirer profit de cette modification structurelle du cadre législatif européen?

Ma deuxième question porte sur l'aspect financier ou budgétaire qui sous-tend ces mesures. On se rappelle des propositions du rapport Draghi qui évoquaient 750 à 800 milliards d'euros d'investissements additionnels nécessaires par an. Or on constate la fuite des capitaux européens: 300 milliards d'euros d'épargne européenne filent vers des contrées plus accueillantes. Comment mobiliser l'épargne européenne et les investissements étrangers vers les entreprises européennes?

Monsieur le ministre, nous savons aussi que les prix élevés de l'énergie dans l'Union européenne pénalisent les entreprises européennes par rapport à leurs concurrentes internationales. Quelles sont les mesures envisagées par la Commission sur cet aspect cardinal?

Enfin, nous sommes attentifs à la poursuite des ambitions climatiques européennes, afin d'atteindre la neutralité carbone.

Bernard Quintin:

Monsieur le député, une des priorités de la présidence belge de l'Union européenne était la compétitivité. Vous vous rappellerez que nous avons demandé le rapport Letta, que nous avons soutenu le rapport Draghi et que nous avons présenté la Déclaration d'Anvers. Les constats étaient clairs et ont été une inspiration pour cette "boussole pour la compétitivité" de l'Union européenne que j'accueille donc favorablement.

C'est notre conviction qu'il est temps d'écouter le quatrième wake-up call . Nous avons eu la première administration Trump, le covid, la crise énergétique liée à la guerre contre l'Ukraine. Il nous faut donc maintenant travailler à l'autonomie stratégique de l'Union européenne. Et cette initiative y contribuera.

Plusieurs initiatives sont regroupées sous cette "boussole". Je voudrais revenir sur certaines qui, selon moi, sont essentielles pour la Belgique.

Premièrement, il s'agit de la simplification des règles, qui réduira les charges administratives et qui permettra aussi de mieux prendre en compte l'intérêt de nos entreprises européennes. C'est très important pour les PME belges qui sont, comme nous le savons, le moteur de notre économie. Deuxièmement, je pense à la réduction des obstacles au marché unique. C'est crucial pour une économie interconnectée comme la nôtre, avec plus de 60 % de nos exportations destinées aux pays de l'Union européenne. Enfin, troisièmement, il s'agit de la promotion des compétences et emplois de qualité, car nous avons des talents incroyables en Belgique, qui ne demandent qu'à être utiles et utilisés.

Beaucoup reste à faire, mais une chose est certaine: il est plus que temps d'agir, en étant rapides et unis. Dans un monde en mutation, l'Union européenne et, singulièrement, la Belgique doivent rester compétitives pour maintenir leur position de leader à l'échelle mondiale. L'initiative montre la voie à suivre et sera une mission importante pour le futur gouvernement. Soyons au cœur de l'élaboration des plans. Nous devons saisir l'opportunité qui découle de ce rapport pour le bien de nos acteurs économiques, qui sont les garants de notre prospérité. Et c'est, comme vous l'avez souligné, ce que nous devons faire en Belgique avec tous les acteurs qui sont impliqués à tous les niveaux. Je vous remercie de votre attention.

Youssef Handichi:

Monsieur le ministre, agir vite et uni: " wake-up call "! Effectivement c'est ce dont nous avons besoin et c'est ce que le futur gouvernement devra mettre en place rapidement, car il s'agit de notre autonomie stratégique. Les travailleurs en ont besoin. Je vais peut-être oser, pour une certaine gauche, un gros mot: les PME et les entrepreneurs ont besoin de ce " wake-up call" , de cette énergie. C'est la raison pour laquelle je vous remercie pour vos réponses. Nous soutiendrons le prochain gouvernement pour que cette stratégie soit appliquée.

klimaat, energie en landbouw

De onwil van verzekeraars om droogteschade te vergoeden
De vergoeding van droogteschade door verzekeraars

Gesteld door

Vooruit Jeroen Soete
CD&V Leentje Grillaert

Aan

Pierre-Yves Dermagne (Minister van Werk en Economie)

Bekijk antwoord

Jeroen Soete:

Mijnheer de minister, op een natte dag als vandaag verlangen we wellicht allemaal naar een stralende en warme zomer, op wie vreest voor droogteschade aan zijn huis na dan. Dat is niet alleen een vrees, maar het bleek ook de werkelijkheid voor heel wat mensen in het zuiden van mijn provincie, West-Vlaanderen, en in de Vlaamse Ardennen. Zelfs met een verzekering tegen droogteschade liepen de facturen op. De verzekeraars gebruikten immers jarenlang achterpoortjes om niet te moeten tussenkomen. Dat was onaanvaardbaar en daarom werd op initiatief van Melissa Depraetere een nieuwe wet in dit Parlement aangenomen om die achterpoortjes te sluiten. Voor ons, socialisten, is het maar rechtvaardig dat een verzekeraar de schade vergoedt nadat men jarenlang braaf zijn premies heeft betaald.

Collega’s, we hebben effectief stappen vooruit gezet, maar we zijn er helaas nog niet. Vandaag weigeren verzekeraars immers in twee gevallen van droogteschade op drie om tussen te komen. In geval van weigering moet men maar naar de rechter stappen om de naleving van de wet af te dwingen. Als men dat niet kan betalen, kan men naar zijn tussenkomst fluiten. Dat is toch compleet gaga?

Voor Vooruit is het essentieel om mensen te beschermen tegen bedrijven die hun voeten vegen aan onze wetten. Het is tijd voor actie en de Vooruitfractie vraagt een onderzoek naar de afwikkeling van deze droogtedossiers door de verzekeraars. Er is effectief een doorlichting nodig en sancties mogen hierbij geen taboe zijn.

Mijnheer de minister, bent u bereid om de FOD Economie en de FSMA op te dragen een onderzoek op te starten?

Leentje Grillaert:

Mijnheer de vice-eersteminister, er werd al gerefereerd aan het weer, aan droge, warme zomerdagen, waarnaar we nu allemaal verlangen, want het weer van de laatste dagen zegt iets anders. Heel wat gezinnen liggen momenteel wakker van de droogteschade aan hun huizen. De nalatigheid van de verzekeraars is een echte schande. De collega besprak reeds de problemen in West-Vlaanderen, maar ook in mijn provincie, in de Vlaamse Ardennen, waar de ondergrond uit klei bestaat, is langdurige droogte een probleem voor mogelijke schade aan woningen.

De Kamer keurde in 2021 de wet goed die bevestigt dat schade door langdurige droogte onder de dekking van natuurrampen valt. Ook het Grondwettelijk Hof trad ons daarin bij. Wat is er dan nog aan de hand, waarom volgen die verzekeraars de wet niet gewoon? Het is toch echt niet logisch dat de verzekeraars dat niet doen. Uit cijfers die collega Van Bossuyt opgevraagd heeft, kunnen we vaststellen dat bij twee gedupeerden van droogteschade op de drie de verzekeraar nog steeds niet tegemoetkomt. Dat kan niet blijven duren.

Mijnheer de vice-eersteminister, gaat u de verzekeraars op de vingers tikken? Zult u bekijken wat er mogelijk is om ervoor te zorgen dat de wet effectief wordt nageleefd?

In tweede instantie, of misschien zelfs in eerste instantie, zult u ervoor zorgen dat de bevolking zeker weet dat er mogelijkheden bestaan om zich te verzekeren tegen dergelijke schade?

Voorzitter:

Mijnheer de minister, u hebt vier minuten spreektijd om op die vragen te reageren.

Pierre-Yves Dermagne:

Collega's, zoals u weet, is schade door een natuurramp sinds 2005 opgenomen in de brandverzekering.

Begin 2021 werd de vraag gesteld of het inkrimpen van de bodem door droogte kan worden beschouwd als een natuurramp waarvoor de brandverzekering moet tussenkomen. Ik heb daarop een werkgroep opgericht om dit te onderzoeken en eind 2021 werd een interpretatieve wet, op initiatief van mevrouw Depraetere, goedgekeurd en in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. Hierin werd bevestigd dat schade door droogte weldegelijk gedekt is door de brandverzekering. Wel is het belangrijk niet te vergeten dat de brandverzekering een schadeverzekering is, waarbij de gewone schade van een verzekerd risico wordt gedekt, maar niet de reparatie of de vervanging van de oorzaak van de schade, noch de verbetering van een bestaande situatie om te voorkomen dat de schade zich herhaalt.

Of de verzekeraar in een concreet geval moet tussenkomen moet uiteraard steeds geval per geval worden onderzocht. Ik heb Assuralia hierover recent nog bevraagd. Sinds december 2021 zijn er ongeveer 1.400 dossiers ingediend voor vergoeding van droogteschade aan woningen. In ongeveer 500 dossiers is de verzekering al tussengekomen en 300 dossiers zijn nog in onderzoek. Ik hoop dat die spoedig kunnen worden afgehandeld.

Jeroen Soete:

Mijnheer de minister, ik dank u voor het antwoord. Het zal aan dit Parlement en aan de nieuwe regering zijn om te tonen dat we de noden van de mensen ernstig nemen. De verzekeraars hebben lobbyisten genoeg, maar de verzekeraars van de gewone mensen zitten hier. Dat zijn wij allemaal. Mensen betalen jarenlang netjes hun premies, om op het einde van de rit met lege handen komen te staan. Dat vinden wij onaanvaardbaar.

Er is 30 miljard euro omzet in de verzekeringssector en 3,7 miljoen euro uitkering voor schadegevallen door droogte aan huizen. Dat zegt genoeg. Voor ons moet het gedaan zijn. De warme maanden komen er weer aan. Laat ons allen samen, ook met mevrouw Van Bossuyt, werken aan een zorgeloze zomer.

Leentje Grillaert:

Mijnheer de minister, ik dank u voor het antwoord. Met cd&v blijven we erop hameren dat de verzekeraars hun wettelijke verplichtingen moeten nakomen. Dat is toch het minste wat we kunnen vragen. Als mensen jarenlang premies betalen, hebben ze recht op een schadevergoeding. Het is echt niet logisch dat mensen daarvoor moeten strijden en jarenlange juridische procedures moeten ondergaan. Dat is een lijdensweg die we mensen moeten besparen. Ik denk dat we de hand aan de ploeg moeten slaan en dat we moeten bekijken hoe we met wetgevend werk nog bijkomende verzekeringen kunnen inschrijven voor de mensen die schade hebben geleden. We mogen deze mensen niet in de steek laten. Dat is de belangrijkste boodschap die ik vandaag wilde geven.

economie en werk

De bankautomaten

Gesteld door

N-VA Charlotte Verkeyn

Aan

Pierre-Yves Dermagne (Minister van Werk en Economie)

Bekijk antwoord

Charlotte Verkeyn:

Mijnheer de minister, de bankautomatencrisis blijft onze gemoederen beroeren. Ik start graag met een citaat van een noodkreet van een lokaal bestuur, u welbekend, want het werd aan u toegestuurd: "Ik schrijf u om mijn bezorgdheid te uiten over het beperkt aantal beschikbare geldautomaten. Dit zorgt voor moeilijkheden en overlast. Na meerdere contacten door ons, samen met onze schepen, met Batopin, ook met verschillende voorstellen van diverse locaties in de stad zitten wij nog steeds te wachten op resultaten."

Ik hoop dat we vandaag een reactie krijgen, want het probleem is actueel. Heel wat lokale besturen hebben afgelopen week bevestigd dat er niet enkel gronden tekort zijn om er bankautomaten te plaatsen, maar vooral dat ze onder druk worden gezet door Batopin, een commercieel concern, om gratis en voor niets overheidsgebouwen daarvoor ter beschikking te stellen. Het kan toch niet dat hetzelfde concern bij u komt klagen met de drogreden dat men geen locaties vindt?

Mijnheer de minister, de problemen zijn bekend. Er rest mij maar een vraag, namelijk: wat moet er gebeuren? De N-VA heeft een oplossing in de vorm van een wetsvoorstel dat ondernemers en zelfstandigen toestaat zelf een bankautomaat in hun zaak te installeren. Wat is uw visie daarop? In de Wetstraat hebben we toch een plicht om te luisteren en oplossingen te zoeken voor de problemen in de Dorpstraat.

Pierre-Yves Dermagne:

Mijnheer de voorzitter, mevrouw Verkeyn, in 2023 werd een protocol gesloten tussen de federale overheid, Febelfin en Batopin over de beschikbaarheid van de ATM's. De uitrol ervan is volop bezig, met moeilijkheden op het terrein. Batopin sprak omwille van inspraak van lokale besturen meer dan 400 gemeenten aan.

Volgens informatie van de Nationale Bank van België waren op 31 oktober 2024 in totaal 521 cashpunten van Batopin operationeel. Eind 2024 zouden 580 cashpunten operationeel moeten zijn geweest, maar de recentste cijfers werden nog niet officieel geverifieerd. Tegen het einde van 2025 zouden alle geplande cashpunten van Batopin operationeel moeten zijn. De uitrol van de automaten zal worden geëvalueerd eind 2025, dus door de volgende regering. Het staat de regering vrij om te bekijken of bijkomende inspanningen noodzakelijk zijn om aan alle lokale probleemsituaties tegemoet te komen.

Persoonlijk ben ik voorstander om verder te kunnen gaan dan de verplichtingen die in het protocol zijn vastgelegd. Daar heb ik hier en in de regering altijd voor gepleit. Ik sta ook open voor de voorstellen van de N-VA rond de beschikbaarheid van cashpunten bij handelaars en in winkels. De vraag daarover moet u echter stellen aan mijn collega van Binnenlandse Zaken, die bevoegd is voor de materie.

Charlotte Verkeyn:

Mijnheer de minister, ik heb ook een vraag ingediend aan haar gericht. Het siert u enorm dat u ook in de komende periode in gelijk welke positie het voorstel zult steunen en dat u de problemen erkent waarmee elk lokaal bestuur zit en die ook de burger heeft, als hij geen toegang meer heeft tot wat toch een basisbankdienst zou moeten zijn.

Ik heb wel een kleine correctie. Het is wel degelijk trekken en sleuren voor een lokaal bestuur; onderschat dat niet. Ik kan daar zelf van getuigen. Wij hebben verantwoordelijken met stokken naar ons stadhuis moeten krijgen, hen rondleiden en er ten zeerste bij hen op moeten aandringen dat zij toch een bankautomaat zouden voorzien, en dan nog was het zeer moeilijk. Ik hoop dus dat wij allemaal samen voor het wetsvoorstel van de N-VA gaan, zodat onze ondernemingen het zelf kunnen doen.

Voorzitter:

Mevrouw Verkeyn, ik zal uw oproep niet kwalificeren als een oproep tot geweld, hoewel u met stokken te werk gaat.

mobiliteit en transport

Het onderbroken treinverkeer op de lijn Ottignies-Brussel tijdens de werken aan het Leonardkruispunt

Gesteld door

Les Engagés Xavier Dubois

Aan

Georges Gilkinet

Bekijk antwoord

Xavier Dubois:

Monsieur le ministre, la semaine dernière, je vous interpellais ici-même sur l'évolution des travaux au carrefour Léonard puisque nous avons appris qu'à la suite de travaux dans le tunnel, il serait fermé à la circulation durant la nuit. Nous avons également appris qu'à partir du mois d'avril, le tunnel sera fermé pendant la journée.

Ces fermetures auront des répercussions importantes pour tous les usagers.

La semaine dernière, je vous demandais si vous aviez anticipé cette situation et si vous aviez demandé à la SNCB de prévoir des trains supplémentaires pour offrir une véritable alternative aux usagers. Vous m'aviez répondu que ce n'était pas nécessaire étant donné que l'offre de trains avait déjà été renforcée. Or, si on doit se rendre à Bruxelles, on ne perçoit pas que cette offre a été renforcée.

Et la situation va encore se dégrader puisqu'entre le 25 avril et le 5 mai, aucun train ne circulera entre Ottignies et Bruxelles. La nouvelle est importante et aura de graves répercussions pour les usagers. En outre, cette annonce a été faite très tardivement puisque les autorités flamandes n'en ont été informées que début de cette année, en janvier, alors que d'après ce que nous relate Infrabel, ces travaux sont prévus depuis trois ans!

Monsieur le ministre, à qui la faute cette fois-ci? Est-ce la faute du gouvernement flamand? Celle du gouvernement wallon? Celle d'Infrabel? Celle des usagers peut-être? Quelle est votre responsabilité en la matière? Quelles actions avez-vous prévues? Apparemment pas grand-chose!

Pourquoi avez-vous tardé à transmettre cette information? Quelles seront les alternatives? Un plan alternatif de mobilité sera-t-il prévu? Quand sera-t-il communiqué aux usagers? Il est important de rassurer les usagers face à cette problématique cruciale.

Georges Gilkinet:

Monsieur Dubois, ne renversons pas les rôles. Les problèmes de mobilité au carrefour Léonard sont une responsabilité régionale, en l’occurrence du gouvernement flamand et de la ministre de la Mobilité flamande. J’entends que mon collègue wallon va la rencontrer pour lui proposer de surseoir aux travaux. Il va mettre en place des bus supplémentaires. C’est de bon aloi.

Quant à Infrabel, je vous confirme que des travaux massifs seront mis en œuvre sur la ligne 161 entre Ottignies et Watermael-Boitsfort durant la première moitié des vacances de Pâques francophones, du 25 avril au 5 mai.

Il s’agit d’une option prise de longue date, il y a plus de trois ans, avec des plannings et des marchés publics établis avec des sous-traitants pour accélérer la finalisation du RER jusqu'à Ottignies et mettre en service les quatre voies au bénéfice des voyageurs.

Est-ce nécessaire et utile? Absolument! Avec cette massification des travaux, on progresse beaucoup plus vite, beaucoup plus efficacement en travaillant pendant deux semaines continues plutôt que six mois pendant la nuit.

Évidemment, cela génère des désagréments. Pour les minimiser autant que possible, une offre alternative de bus sera mise en service par la SNCB. C’est aussi pourquoi la période des vacances a été choisie pour réaliser ces travaux d’envergure. En toute logique, il y a moins de navetteurs pendant cette période.

Ces travaux sur la voie sont avant tout le résultat des investissements que nous avons obtenus avec l’objectif de mettre enfin à fruit un service attendu de longue date. Reporter ces travaux serait absolument déraisonnable parce qu’un tel report viendrait retarder encore la mise en service du RER, parce que la facture serait alourdie, parce que, en l’occurrence, le problème vient du gestionnaire flamand qui n’a pas tenu compte des plannings préexistants.

Évidemment, s’il n’y avait pas d’investissement, il n’y aurait pas de travaux sur la ligne. Mais sans travaux, il n’y aurait ni amélioration durable de la mobilité ni solution aux embarras de circulation de la Région la plus embouteillée du pays. C’est pour cela que je souhaite fermement que les engagements pris et les plannings décidés soient respectés.

Xavier Dubois:

Merci, monsieur le ministre, pour votre réponse. Encore une fois, vous reportez la responsabilité sur quelqu'un d'autre. Vous ne prenez pas vos responsabilités. Votre rôle à vous est justement d'anticiper ces problèmes qui concernent plusieurs Régions. Il existe un outil pour cela: la Conférence interministérielle en matière de Mobilité. D'après mes informations, cela fait très longtemps qu'elle n'a pas été organisée. Vous auriez pu et vous auriez dû convoquer aussi cette Conférence interministérielle de la Mobilité pour parler de ce problème de manière concrète. Au niveau wallon, comme vous l'avez dit, l'initiative est prise pour rencontrer les autorités flamandes et voir quelles solutions pourraient être développées. Des bus vont être mis en service de manière plus importante au niveau wallon. Il y a une action, une réaction. De votre côté, pas d'action, pas de réaction, pas d'anticipation. En termes de bilan et de conclusion, je me permettrai de reprendre les mots de mon regretté prédécesseur Josy Arens: vous êtes définitivement le ministre de l'Immobilité.

mobiliteit en transport

De toegankelijkheid van de treinen

Gesteld door

N-VA Dorien Cuylaerts

Aan

Georges Gilkinet

Bekijk antwoord

Dorien Cuylaerts:

Mijnheer de minister, deze week werd het weer pijnlijk duidelijk hoe ontoegankelijk onze treinen nog steeds zijn voor mensen met een beperking. We zagen het verhaal van de paralympiër Francis Rombouts, die de NMBS voor de rechter daagt wegens discriminatie. Hij kan de trein in het station van Tielen niet nemen omdat daar een hoogteverschil is tussen het perron en de trein. Daardoor geraakt hij niet op zijn wekelijkse training in Gent en dreigt zijn deelname aan de Paralympische Spelen in 2028 in het water te vallen.

Tielen is geen alleenstaand geval. In mijn regio, de Kempen, zijn er slechts twee stations toegankelijk voor rolstoelgebruikers. Dat is onaanvaardbaar. De beloftes blijven zich opstapelen, maar de realiteit blijft pijnlijk achter. U beloofde de reizigers in de afgelopen jaren meer en zij hebben meer gekregen: meer afschaffingen, meer vertragingen en sinds kort ook meer overvolle treinen.

Hoewel de belastingbetalers jaarlijks elk maar liefst 750 euro bijdragen aan de spoorwegen, krijgen zij steeds minder waar voor hun geld. In tegenstelling daarmee staat het nieuwe station van Bergen. Dat prestigeproject wordt morgen ingehuldigd. U zult daar een toespraak houden met een kritische noot, werd gezegd in de commissie. Dat station heeft een prijskaartje van 480 miljoen euro. En terwijl er honderden miljoenen euro naar prestigeprojecten gaan, blijven de mensen met een beperking in de kou staan.

Mijn vraag is heel eenvoudig. Bent u tevreden over de resultaten van uw beleid?

Voorzitter:

Dat zullen wij vernemen van de minister.

Georges Gilkinet:

Mevrouw Cuylaerts, uw vraag gaat over een essentieel onderwerp, namelijk de toegankelijkheid. Toegankelijke treinen waren vanaf dag één van mijn aantreden een absolute prioriteit. Mobiliteit moet immers inclusief zijn. Niemand mag in de kou blijven staan, zeker niet de meest kwetsbaren onder ons.

De situatie die ik erfde, was onvoldoende. Het materieel dat voor ons werd gekocht, onder andere tijdens de N-VA-MR-regering, was namelijk niet geschikt voor personen met een beperkte mobiliteit. Een trein heeft daarbij een levensduur van veertig jaar. Dat verandert nu, treinen worden vervangen. De helft van het rollend materieel wordt binnen een periode van tien jaar vernieuwd dankzij het nieuwe contract met de NMBS, inclusief M7-dubbeldektreinen en toekomstige bestedingen aan integrale, toegankelijke rijtuigen.

Wij hebben het reservatiesysteem verbeterd en de verkoopautomaten en reizigersinformatie toegankelijker gemaakt. Datzelfde geldt voor stations en perrons op verschillende plaatsen in ons land. Is dat genoeg? Neen. Is er nog veel te doen? Jazeker.

Het is volkomen gerechtvaardigd dat reizigersverenigingen en of iedere andere belanghebbende druk blijven uitoefenen. Ik wil zelfs beklemtonen dat wij die mensen en verenigingen nodig hebben om zaken in beweging te zetten en om bovenal mensen te beschermen, zeker nu de dorre woestijn van Arizona eraan zit te komen. Om zaken op lange termijn te veranderen, moet toegankelijkheid een prioriteit blijven. Dat lees ik niet in de arizonanota’s. De middelen moeten ook op peil blijven. Ik lees het tegenovergestelde in de begrotingstabellen van Arizona.

Er ligt dus veel werk op de plank voor u en de andere arizonapartijen op dit moment van de waarheid. (…)

Dorien Cuylaerts:

Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord. Helaas was dat antwoord toch weer voorspelbaar. U blijft herhalen dat uw beleidsplannen oké waren, maar de werkelijkheid op het terrein spreekt dat regelrecht tegen. Door uw beleid kunnen mensen als Francis hun activiteiten niet terdege uitvoeren. Uiteraard hebt u uw paraplu weer opengetrokken door te blijven verwijzen naar het verleden en naar een toekomstige regering. Het is heel duidelijk dat uw beleid heeft gefaald. Het is mij op die korte tijd nog meer duidelijk dat u uw trein gemist hebt.

economie en werk

De fiscale aftrek van giften aan goede doelen

Gesteld door

Groen Dieter Vanbesien

Aan

Vincent Van Peteghem (Minister van Financiën)

Bekijk antwoord

Dieter Vanbesien:

Mijnheer de minister, het spijt mij dat ik u eventjes moet wegslepen van uw onderhandelingsmarathon, maar ik weet dat u diep van binnen een man bent met het hart op de juiste plaats. Daarom wil ik het met u even hebben over de intentie van de regering die u probeert te vormen, om de belastingaftrek van giften aan een goed doel sterk af te bouwen.

Verenigingen als Natuurpunt, Amnesty International en Ouders van Verkeersslachtoffers zijn afhankelijk van die giften. Wij vinden allebei dat die organisaties belangrijk zijn en schenken daarom ook allebei een deel van ons inkomen aan die organisaties. Ik doe dat alleszins, maar ik kan niet in uw naam spreken.

Tijdens de coronapandemie konden die verenigingen moeilijk activiteiten organiseren om centen te verdienen. Azaleaplantjes of stickers verkopen op kruispunten kon tijdelijk niet. Wij hebben toen met de vivaldiregering de belastingaftrek verhoogd van 45 naar 60 % om de mensen te stimuleren om meer te geven. Dat is ook gelukt, in die mate zelfs dat de sector vraagt om die aftrek permanent op 60 % te laten. Hoe groter de aftrekbaarheid, hoe guller de giften.

Wat doen de arizonapartijen echter? Ze bestendigen de verhoogde aftrek van 60 % niet, maar verminderen die van 45 naar 30 %. Dat is een derde minder. We hebben hier daarnet de vragen gehad over de vreselijke situatie in Oost-Congo gehad, maar wie staat daar vandaag klaar om de mensen te helpen? Dat zijn het Rode Kruis en Artsen zonder Grenzen. Die organisaties zijn afhankelijk van giften.

Mijnheer de minister, wanneer u straks teruggaat naar de Koninklijke Militaire School om verder te onderhandelen, bent u dan bereid om aan de formateur te vragen om die maatregel alsnog te schrappen en, indien mogelijk, zelfs de aftrekbaarheid van 45 naar 60 % te brengen? Ik zou u daar heel dankbaar voor zijn.

Vincent Van Peteghem:

Mijnheer Vanbesien, zoals dat het geval is bij elke onderhandeling over een bredere fiscale hervorming of een breder regeerakkoord, vormen heel veel individuele maatregelen samen het grotere geheel. U mag van mij vandaag niet verwachten dat ik al een voorafname doe op deze of een andere maatregel. Wel bespreken we met zorg elke fiscale maatregel en wegen we de mogelijke gevolgen voor het werkveld af.

Ik hoef u niet te herhalen dat ik de afgelopen jaren, samen met u en met de collega's in de commissie voor Financiën, steeds oog voor het welzijn van de non-profitsector had. Denk maar aan de tijdelijke verhoging van de aftrek voor giften tijdens de bijzondere coronaperiode.

Wij blijven voortwerken om zo snel mogelijk te komen tot een goed en rechtvaardig regeerakkoord, dat helderheid en steun biedt voor wie werkt, voor wie onderneemt en voor wie jarenlang gewerkt heeft. Daartoe zal ik mijn steentje blijven bijdragen.

Dieter Vanbesien:

Mijnheer de minister, u zegt dat heel veel individuele maatregelen een groter geheel vormen, maar de rode draad die wij daarin zien, is dat de arizonapartijen in de verkeerde zakken zitten. Een leraar ziet zijn pensioen met honderden euro's verminderen en langdurig werklozen worden niet langer begeleid naar werk, maar op een leefloon gezet, dat vijf jaar lang niet zal worden geïndexeerd. Voor mensen in een heel kwetsbare positie met een kleine koopkracht zal de koopkracht nog kleiner worden. Tijdens de campagne was de vraag over de koopkracht of het nu vooruit of achteruit zou zijn. Het lijkt erop dat die achteruit zal gaan. Nu blijken ook de goede doelen in het vizier van de nieuwe regering te zitten. Het toont aan wie en wat er meer of minder belangrijk is voor die regering. Ik herhaal dus: de arizonapartijen zitten in de verkeerde zakken.

economie en werk

De impact op de ontvangsten van de reactie van VS-president Trump aangaande de minimumbelasting

Gesteld door

Open Vld Vincent Van Quickenborne

Aan

Vincent Van Peteghem (Minister van Financiën)

Bekijk antwoord

Vincent Van Quickenborne:

Mijnheer de minister, vorige week kondigde president Trump aan dat hij zijn land terugtrekt uit het wereldwijde verdrag voor een minimumbelasting van 15 %. Daarover werd een vraag gesteld in de plenaire vergadering en in de commissie. Gisteren werd die dreiging wel heel concreet, want Trump viseert nu ook de Europese en daarmee ook de Belgische belegger en investeerder. Als landen vasthouden aan dat belastingverdrag, wil hij de Amerikaanse bronheffing op dividenden van inwoners van Europa optrekken naar 35 %. In combinatie met de Belgische roerende voorheffing van 30 % zorgt dat voor een belastingaanslag van 65 %. Zelfs linkse partijen zullen dat redelijk veel vinden.

Mijnheer de minister, het gaat hier concreet over de fameuze UPTR, de vangnetbepaling, die stelt dat als een land zijn eigen bedrijven geen minimumbelasting oplegt andere landen dat wel kunnen doen ten aanzien van die buitenlandse bedrijven via de zogenaamde bijheffing. Het gevolg hiervan is dat ons land zich tussen twee vuren bevindt. Ofwel passen we die regels toe en dan dreigen er Amerikaanse belastingen voor beleggers en investeerders, ofwel passen we die regels niet toe en riskeren we Europese sancties, want die regel is een omzetting van een Europese richtlijn.

Mijnheer de minister, met al uw wijsheid, hoe geraken we uit die beknelling? Niets doen is geen optie, want dan zal Trump ons komen scheren. Europa en de OESO moeten reageren. Gaat u initiatieven nemen?

Wat zou de impact hiervan zijn op de begroting? Mijnheer Bertels, in de begroting voor 2024 stond 624 miljoen euro ingeschreven en in de begroting voor 2025 stond nog eens 75 miljoen euro ingeschreven.

Kiest u voor de belangen van onze beleggers en investeerders of kiest u voor de schatkist?

Vincent Van Peteghem:

Mijnheer Van Quickenborne, ik heb vorige week inderdaad al veel meegedeeld en ben ook in de commissievergadering op die vragen teruggekomen. Inzake de internationale minimumbelasting voor ondernemingen heb ik heel duidelijk gemaakt dat wij een vuist moeten maken en ervoor moeten zorgen dat de lasten rechtvaardig verdeeld worden. Natuurlijk moeten we ook zorgen voor een eerlijk speelveld voor onze eigen zelfstandigen en onze eigen kmo's. In die zin sprak premier De Croo in de context van de begrotingscontrole, toen we dat ingevoerd hebben, ook over een belangrijke mijlpaal.

De dreigementen van president Trump zorgen vandaag inderdaad voor een scheeftrekking in dat gelijk speelveld. Hij geeft een stomp in de maag van onze burgers en onze eigen ondernemingen. Daardoor mogen wij ons echter niet laten ontmoedigen. Belangrijk is immers te weten dat de huidige van toepassing zijnde regels inzake de minimumbelasting bijzonder robuust zijn en ook in lijn liggen met gemaakte internationale afspraken. Voor alle duidelijkheid, de VS passen dezelfde regels, die nog ingevoerd werden tijdens de vorige ambtstermijn van Donald Trump, op onze bedrijven toe. Het is dus belangrijk en we blijven ervoor ijveren dat multinationals een eerlijke bijdrage blijven betalen. Daarvoor zullen we dan ook zorgen.

Immers, ook zonder de VS moeten we in staat zijn om rechtvaardige fiscaliteit te verzoenen met een competitieve economie. Europa moet waken over haar competitiviteit. De minimumbelasting vormt daar een onderdeel van, onder andere voor onze kmo's en onze zelfstandigen.

Op Europees niveau hebben we dat al besproken in de vergaderingen van de Ecofinraad, maar uiteraard zal ik dat de volgende keer opnieuw aanhalen.

Vincent Van Quickenborne:

Mijnheer de minister, dank voor uw antwoord. Uiteraard heeft iedereen de mond vol van rechtvaardige belastingen, dat is evident. Wat zijn we daar echter mee als uiteindelijk onze beleggers en onze investeerders er de dupe van zijn? We weten allemaal dat Trump een dealmaker is en we have to deal with it . Het beste is een pragmatische en gecoördineerde houding van de verschillende lidstaten om de kern van de maatregel overeind te houden, maar ook om ervoor te zorgen dat onze relaties met de Verenigde Staten niet op het spel worden gezet. Ik zou zeggen: doe zoals Ursula von der Leyen heeft gezegd. Hoewel sommigen in Europa en waarschijnlijk ook in dit halfrond de realiteit in Amerika niet prettig vinden, moeten we klaar zijn om ermee om te gaan. Misschien kunt u dat doen als de volgende minister van Financiën in een volgende vergadering.

gezondheid en welzijn

De nood aan bijkomende initiatieven inzake orgaandonatie

Gesteld door

Open Vld Irina De Knop

Aan

Frank Vandenbroucke (Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid)

Bekijk antwoord

Irina De Knop:

Mijnheer de minister, één orgaandonor kan voor tientallen mensen het verschil maken. Of het nu gaat over een harttransplantatie, een levertransplantatie, een niertransplantatie of over een kruisband, in vele gevallen kan een donor echt een verschil maken. We lazen nog over de kleuter Nox, die na zijn overlijden vijf andere mensenlevens heeft gered. Dat is enerzijds erg dramatisch, maar anderzijds natuurlijk ook heel erg mooi.

België behoort tot de wereldtop in het geval van orgaandonatie. Dat heeft waarschijnlijk heel veel te maken met de wetgeving daaromtrent. En toch, toch zijn er nog hele belangrijke tekorten en staan heel veel patiënten op de wachtlijst voor een orgaan. Dat heeft verschillende redenen. In de eerste plaats is er natuurlijk een medische reden, omdat men in een ziekenhuis moet overlijden om ook in aanmerking te komen voor orgaandonatie. Maar dan is er nog tweede reden. Hoewel onze wetgeving er niet in voorziet dat nabestaanden met donatie moeten instemmen, wordt er in vele gevallen natuurlijk wel naar hen geluisterd. Dat is heel begrijpelijk, maar heeft wel als gevolg dat in tot 20 % van de gevallen waarin de vraag gesteld wordt, de nabestaanden niet de toestemming geven.

Mijnheer de minister, hoe kijkt u naar het tekort aan donoren? Volstaat volgens u ons wettelijk kader? Welke andere voorstellen hebt u eventueel met betrekking tot die belangrijke en levensreddende problematiek?

Frank Vandenbroucke:

Het verhaal van de kleine Nox is inderdaad droevig, maar het heeft ook iets moois en hartverwarmends. Het is vooral een signaal dat we heel ernstig moeten nemen, vind ik.

Ik deel uw bekommernis dat we het aantal orgaandonaties zo groot mogelijk moeten maken. Wie niet uitdrukkelijk zijn of haar weigering tot orgaandotatie heeft uitgesproken, komt bij overlijden in aanmerking voor donatie, tenzij de familie zich verzet. Daarom is het natuurlijk wel goed dat mensen ook de mogelijkheid hebben om positief te zeggen dat ze donor willen zijn. Ongeveer 500.000 mensen hebben vastgelegd dat ze willen doneren. Het zou natuurlijk mooi zijn mocht die groep nog groter zijn.

Ik wil hierbij wel de kanttekening maken dat donatie hoe dan ook medisch niet zo eenvoudig is: iemand moet in gecontroleerde omstandigheden overleden zijn, in principe dus in een ziekenhuis. Bij een hersenbloeding, een ongeval met hersendood of een hartstilstand waarbij een behandeling is stopgezet, is dat meer evident. Medisch zijn er natuurlijk ook belangrijke beperkingen die uitleggen waarom we altijd wel tekorten zullen hebben.

Ik zie niet meteen een evidente wijziging in de wetgeving, in alle eerlijkheid, maar ik zie wel vele mogelijkheden tot sensibilisering. We voeren overigens permanente bewustmakingscampagnes met affiches en flyers in de gemeenten. Er zijn ook opleidingen die artsen en verpleegkundigen beter voorbereiden om met de familie van een overledene te spreken. Overigens heeft onze FOD vorig jaar ook een sensibiliseringscampagne gelanceerd voor kinderen tussen 10 en 12 jaar, waarbij op een eenvoudige, toegankelijke manier wordt uitgelegd wat transplantatie is, zodat kinderen daar ook over kunnen praten met ouders en leerkrachten. Ik kan daarvoor verwijzen naar de website donorhero.be. Ik denk dus dat we moeten nadenken hoe we de sensibilisering kunnen versterken. Ik zie niet meteen een evidente wijziging (…)

Irina De Knop:

Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord. Orgaandonatie raakt ons allemaal, omdat we er vroeg of laat mee geconfronteerd kunnen worden. Zoals u terecht stelde, kunnen mensen zich ook actief registreren om orgaandonor te worden. Campagnes en vragen zoals de mijne zijn belangrijk om de mogelijkheid onder de aandacht te brengen. Men kan door zich actief te registreren inderdaad het verschil maken en voor nabestaanden een hartverscheurende keuze vergemakkelijken. Dankzij Open Vld is het in de vorige legislatuur, in 2020, mogelijk geworden dat mensen zich makkelijker kunnen registreren. Ze kunnen dat digitaal doen, of via hun behandelende arts. We moeten dat met zijn allen blijvend onder de aandacht brengen.

economie en werk

De pensioenen bij de politie

Gesteld door

PS Éric Thiébaut

Aan

Karine Lalieux

Bekijk antwoord

Éric Thiébaut:

Madame la ministre, travailler plus longtemps pour moins de pension. Voilà le projet de l'Arizona pour nos policiers.

Dès lors, il ne faut pas s'étonner de les voir manifester ce matin à Bruxelles pour dénoncer ce que prépare le futur gouvernement. Avec ce genre de mesure, on est bien loin des promesses électorales de certains partis de l'Arizona qui promettaient de mieux récompenser le travail. Mais comment peut-on aujourd'hui s'attaquer au statut de nos policiers alors qu'on sait qu'ils font un travail dangereux, difficile, stressant; alors qu'on sait qu'on a besoin d'eux aujourd'hui plus que jamais pour lutter contre la montée de la criminalité liée à la drogue, à Bruxelles et à Anvers notamment; alors qu'on sait qu'on a des difficultés pour recruter nos policiers? Il y a un manque d'attractivité, 5 000 postes sont vacants, on n'arrive pas à trouver les policiers dans nos zones et à la police fédérale. Après ça, comment certains peuvent-ils encore dire que la sécurité est leur priorité?

Madame la ministre, j'aimerais avoir votre sentiment, en tant que spécialiste en matière de pensions, sur ce que prépare ce gouvernement Arizona. Pouvez-vous me dire quelles implications aura ce genre de mesure sur les pensions de nos policiers?

Karine Lalieux:

Cher collègue, je comprends bien évidemment le mécontentement et les fortes inquiétudes des policiers et des policières, comme de tous les travailleurs des services actifs en matière de sécurité. Alors que sous la Vivaldi, j'ai veillé à garantir les pensions des travailleurs occupant de telles fonctions, les différentes notes qui ont fuité laissent apparaître une volonté de venir couper drastiquement dans les droits des policiers et des policières. Les attaques sont d'ailleurs de plus en plus fortes au fur et à mesure que les notes fuitent.

J'en veux pour preuve qu'alors que les policiers étaient immunisés pour ce qui concerne la suppression des tantièmes, aujourd'hui, non seulement leurs tantièmes seront supprimés, selon les dernières notes, mais également la NAPAP. Par ailleurs, même les policiers et les policières pensionnés sont visés, car leurs pensions, si elles sont supérieures à 3 000 euros bruts, ne seront pas indexées pendant cinq ans. Cela représente cinq sauts d'index.

Comme j'ai déjà pu l'exprimer, la réforme envisagée est un retour en arrière de plus d'un siècle. C'est un scandale sans nom et un non-respect pour tous ces policiers et policières qui agissent au quotidien pour notre sécurité, comme vous l'avez dit.

Très concrètement, les mesures comme celle visant à modifier le calcul des pensions de tous les fonctionnaires, la suppression des tantièmes, un malus si on prend une pension anticipée sans correspondre à certaines conditions de travail effectif, vont avoir pour effet de réduire de plusieurs centaines d'euros la pension de nos policiers et de nos policières tout en les obligeant à travailler plus. Par ailleurs, pour l'essentiel de ces réformes, aucune mesure longue de transition n'est prévue.

Voilà le vrai visage de la droite: l'appel à une politique sécuritaire extrêmement renforcée mais un non-respect total pour les hommes et les femmes qui agissent au quotidien pour assurer notre sécurité!

Éric Thiébaut:

Merci, madame la ministre. Cette semaine, j'ai entendu un président de parti de l'Arizona dire à un manifestant qu'il faudrait faire des efforts, sinon ses enfants n'auraient plus de pension. Les travailleurs peuvent comprendre qu'il faille faire des efforts. Ce que les travailleurs ne comprennent pas, c'est que le 1 % de la population belge qui détient 25 % de la richesse ne sera pas touché par les mesures de l'Arizona. Ce seront uniquement les travailleurs, les travailleurs de la fonction publique, nos policiers, nos pompiers, nos enseignants, nos militaires qui seront touchés par toutes les mesures de l'Arizona. Malheureusement, ce gouvernement s'annonce d'ores et déjà certainement comme le gouvernement le plus antisocial de l'histoire de notre pays.

economie en werk

De aantrekkelijkheid van het beroep van politieagent
Het politieprotest

Gesteld door

VB Frank Troosters
PVDA-PTB Kim De Witte

Aan

Alexander De Croo (Eerste minister), Annelies Verlinden (Minister van Binnenlandse Zaken)

Bekijk antwoord

Frank Troosters:

Mevrouw de minister, toen vanmorgen niet u maar uw collega's wakker werden op een legerbedje in de Koninklijke Militaire School na de nachtelijke onderhandelingen, was de politie aan het betogen in Brussel. De betogers trokken van het centraal station via de Koningsstraat naar het hoofdkwartier van de N-VA, van formateur Bart de Wever, die hardnekkig België tracht te redden en een arizonaregering op de been probeert te brengen.

De politieagenten waren ongerust en boos. Ze zeiden zelf met verstomming te zijn geslagen over de plannen van de mogelijke arizonaregering. Ze vinden het een regelrechte aanslag op hun statuut en op de aantrekkelijkheid van de loopbaan bij de politie.

Als minister van Binnenlandse Zaken, verantwoordelijk voor de politie, weet u als geen ander hoe hard de politie zich dag in dag uit moet inspannen, soms in heel moeilijke omstandigheden, om de veiligheid van alles en iedereen te garanderen. U weet ook dat de vivaldiregering erin geslaagd is om in de vorige legislatuur een aantal beloften aan die politieagenten te verbreken. Zij waren dus boos en ongerust en daarin kan ik hun perfect volgen.

Het was zelfs een onderwerp in de aanloop naar de verkiezingen. Veel politici hadden de mond vol over het terug aantrekkelijker maken van die loopbaan bij de politie. Er is zelfs nog geen regering of die beloften dreigen allemaal al terug in de vergeethoek terecht te komen.

Mevrouw de minister, u bent nog steeds minister van Binnenlandse Zaken, bevoegd voor de politie. U neemt ook deel aan de gesprekken voor de arizonaregering. Ik begrijp dat uw partij zeker van een volgende regering deel zal uitmaken. Ik kan dus niemand geschikter dan u vinden om mijn vraag te stellen. Wat zal er nu eigenlijk gebeuren met het statuut en met het aantrekkelijker maken van een loopbaan bij de politie in de toekomst?

Kim De Witte:

Mevrouw de minister, vandaag kwamen de politiemensen op straat. Ze zijn boos omdat ze langer moeten werken voor minder pensioen.

Ik begrijp die boosheid volledig, want u schendt uw beloftes keer op keer. Ik heb een lijstje opgesteld van de afgelopen jaren. In 2014 stond in elk verkiezingsprogramma dat we de pensioenleeftijd niet tot 67 jaar zouden optrekken. Een paar maanden later werd het werken tot 67 jaar. In 2015 zeiden Frank Vandenbroucke en de regering in koor dat geen zinnig mens eraan denkt om iedereen tot zijn 67ste te laten werken, want dat er uitzonderingen zouden komen voor de zware beroepen. Wat zien we tien jaar later? Geen uitzonderingen. In 2019 zeiden de collega's van Vooruit dat ze niet in een regering zouden stappen als de pensioenleeftijd op 67 jaar behouden zou blijven. Even later maakten ze deel uit van de regering. In 2024 werd gezegd dat men niet aan de verworven rechten zou raken, maar als we uw plannen goed lezen, wordt er wél aan de verworven rechten van heel veel mensen geraakt, behalve aan die van de ministers en de parlementsleden. Dáár gaan we niet aan komen, dát zijn verworven rechten.

Mevrouw de minister, het is dat soort pensioenbedrog dat de mensen niet meer pikken. Ze zeggen dat het genoeg is geweest. Voor u is het misschien geen probleem om te werken tot 67 jaar, om hier te zitten voor 7 tot 10.000 euro per maand, maar voor de meeste mensen is dat wel een probleem.

Wat zult u doen met de eisen van de politiemensen? Zult u nu eindelijk zorgen voor een regeling voor de zware beroepen?

Annelies Verlinden:

Collega’s, de door de erkende politievakbonden geuite bezorgdheden van de politiemensen over hun loopbaan zijn mij bekend en ik neem die zoals steeds erg ter harte.

In het kader van de lopende regeringsonderhandelingen werden een aantal maatregelen voorgesteld over de pensionering van het overheidspersoneel, waaronder ook de politie. Deze voorstellen geven aanleiding tot grote bezorgdheden. In het bijzonder gaat het over de eindeloopbaanregeling en het pensioenbedrag van de ambtenaren, wat uiteraard ook een impact heeft op de politiemedewerkers. De onderhandelingen lopen nog steeds, al hoop ik samen met u dat die niet meer al te lang zullen duren. Ik kan echter niet vooruitlopen op het uiteindelijke akkoord.

Aan de onderhandelingstafel verdedigen wij overtuigd de belangen van de overheidsmedewerkers, waaronder ook die van het veiligheidspersoneel en die van de politiemensen. Zij hebben immers ook recht op een rechtvaardig en correct pensioen na een toegewijde carrière in het teken van de veiligheid van ons land. Daarbij moeten we ook afspraken uit het verleden in aanmerking nemen. We zullen de strijd voor een goed pensioen in de komende uren verderzetten. Ik zal in de toekomst deze zorgen ook ter harte blijven nemen. Ik begrijp de ongerustheid. Niet alleen de vakorganisaties, maar ook de politietop gaven mij eerder al aan dat de ongerustheid naar aanleiding van de publieke discussies over de voorlopige pensioenvoorstellen ervoor zouden kunnen zorgen dat een aantal personeelsleden, voornamelijk leidinggevenden, op korte termijn vroeger dan oorspronkelijk gepland op pensioen zouden gaan. Ook daarom moeten we daarover goede en verdedigbare oplossingen uitwerken.

Ik geloof in het huidig model van de geïntegreerde politie dat gestructureerd is op twee niveaus. Die organisatie omvat mijns inziens een versterkte federale politie die gespecialiseerde politieopdrachten uitvoert en die in staat is haar verantwoordelijkheden op het vlak van geïntegreerde operaties beter op te nemen. Het is een federale politie die we verdedigen en uitdrukkelijk bevestigen en waarin we blijven investeren, in het belang van de veiligheid van ons land. Daarnaast moeten we uiteraard ook investeren in performante lokale politiezones die de basispolitiezorg overal in het land op een kwalitatieve en gelijkwaardige manier kunnen verzekeren. We hebben de politie de afgelopen legislatuur al aanzienlijk versterkt. Het spreekt voor zich dat, als we de veiligheid en een sterke politie in ons land willen waarborgen, we ervoor moeten zorgen dat de loopbaan van politiemedewerkers aantrekkelijk en verdienstelijk is en dat de vele inspanningen en de persoonlijke inzet naar waarde worden geschat.

Om die reden is er de afgelopen legislatuur dan ook fors geïnvesteerd in betere loonvoorwaarden voor onze politiemedewerkers. Zo was er een weddeverhoging, de eerste sinds de politiehervorming begin jaren 2000. Er kwamen maaltijdcheques en een verhoging, er kwam een vergoeding voor administratieve personeelsleden die thuiswerk kunnen doen en er is de mogelijkheid om sneller carrière te maken, wat ook betekent dat politiemensen sneller in een hogere weddeschaal terecht kunnen komen.

Ik onderschrijf samen met u dat voor de volgende legislatuur de aantrekkelijkheid van het beroep van politiemedewerker een blijvend aandachtspunt moet zijn en dat er moet worden gezocht naar manieren om het beroep aantrekkelijker te houden en toekomstgericht in te vullen. Voor mij hoort daar, onbetwistbaar, een rechtvaardige en aantrekkelijke pensioenregeling bij.

Frank Troosters:

Mevrouw de minister, ik hoor al zes jaar dat men begrip heeft voor de bezorgdheden van de politie, maar daar hebben ze tot nu toe weinig aan gehad. We weten dat het een heel zware job is door de wisselende uren, het dag- en nachtwerk, de fysiek zware arbeid en het blootstaan aan een verhoogd veiligheidsrisico. Er is ook de mentale belasting en de toenemende agressiviteit en criminaliteit in onze samenleving, zowel tegenover mensen en hulpverleners als tegenover de politie.

Ik kan hun onrust, hun onbegrip en hun actie van deze morgen volledig volgen en begrijpen. Het Vlaams Belang vraagt opnieuw om te investeren in meer mensen en middelen, maar vooral om meer respect te betuigen voor onze politiemensen. Maak daar eindelijk werk van.

Kim De Witte:

Mevrouw de minister, uw antwoord is hallucinant. De politiemensen komen op straat, omdat zij niet langer willen werken voor minder pensioen. Dat is hun punt en u gaat daar volledig aan voorbij. U geeft aan dat u ervoor zal zorgen dat het beroep aantrekkelijker wordt. U weet echter dat er momenteel al een probleem is om voldoende politiemensen te vinden. Wat zult u doen om op hun vraag in te gaan?

Collega’s, ik wil nog even ingaan op het punt dat er moet worden hervormd, omdat het onbetaalbaar is. Dat is wat de arizonacoalitie in aanmaak zegt, de pensioenen zouden onbetaalbaar zijn. Weet u wat wij vandaag betalen voor onze pensioenen? Dat is 11,2 % van ons bruto binnenlands product. Er zijn zes West-Europese landen die meer betalen. In de toekomst, namelijk in 2070, zouden wij volgens de Studiecommissie voor de Vergrijzing 13,7 % betalen. Dat is wat Frankrijk en Finland vandaag al betalen. Hoe kunnen onze pensioenen dan onbetaalbaar zijn?

De pensioenen zijn betaalbaar als wij de welvaart eerlijker verdelen. Mijn vraag is om dat te doen.

Voorzitter:

Ik dank de minister en nodig mevrouw de staatssecretaris de Moor uit.

internationale politiek en migratie

De gevolgen van de verstrenging van het Duitse asielbeleid voor België

Gesteld door

VB Werner Somers

Aan

Alexander De Croo (Eerste minister)

Bekijk antwoord

Werner Somers:

Mevrouw de staatssecretaris, gisteren stemde de Bundestag, het Duitse Parlement, over een voorstel om het asiel- en migratiebeleid van Duitsland een heel stuk strenger te maken. Het voorstel werd ingediend door uw zusterpartijen, de CDU en de CSU en het werd aangenomen met een meerderheid van CDU/CSU, de liberale FDP en het rechts-nationalistische AfD. Ook in Duitsland, mevrouw de Moor, begint de zogenaamde Brandmauer , het Duitse equivalent van het cordon sanitaire, dus stilaan af te brokkelen.

Ik doe een greep uit de voorgestelde maatregelen. Er zouden permanente controles moeten komen aan de staatsgrenzen van Duitsland met alle buurlanden, dus ook met België. Het aantal plaatsen in gesloten centra zou ferm worden opgedreven. Men denkt er onder meer aan leegstaande kazernes in te richten als gesloten centra en containers te bouwen, zodat mensen die het land moeten verlaten, niet langer op vrije voeten kunnen rondlopen en het aantal uitwijzingen fel kan worden opgedreven. Er is sprake van dagelijkse uitwijzingen, onder meer naar Syrië en naar Afghanistan. Vreemdelingen die niet in het bezit zijn van geldige inreisdocumenten, zouden meteen aan de grens, zonder pardon en zonder uitzondering, uitgewezen worden.

Morgen wordt er in de Bundestag ook gestemd over een voorstel van Zustrombegrenzungsgesetz , een wettekst dus ter beperking van de instroom. Een aantal van de voorstellen die gisteren zijn goedgekeurd, zou dus binnenkort daadwerkelijk omgezet kunnen worden in beleid.

Mevrouw de staatssecretaris, ik heb een drietal vragen voor u.

Ten eerste, wat zou de impact zijn van die maatregelen op België?

Ten tweede, waarom zijn dergelijke maatregelen onder deze regering (…)

Nicole de Moor:

Mijnheer Somers, migratie is een van de grote uitdagingen van onze tijd. We zien dat overal in Europa. We zien dat ook in de rest van de wereld, kijk maar naar de Verenigde Staten. Overal plaatsen regeringen het onderwerp centraal. Dat is terecht, want mensen maken zich zorgen over migratie. Dus ook in onze buurlanden, in Nederland, in Duitsland en in Frankrijk, regent het dezer dagen aankondigingen.

Vooralsnog gaat het in het bijzonder in Duitsland om woorden en nog niet om wetgevende daden. Mijnheer Somers, als u de tijd zou nemen om door die aankondigingen heen te kijken, dan zou u zien dat in onze buurlanden geen fundamenteel andere beslissingen genomen worden dan in België. Natuurlijk zijn de uitdagingen in België heel gelijkaardig. Natuurlijk zijn we allemaal gebaat bij een goedwerkend Europees systeem. Dat heb ik al eerder verteld. We moeten ons dus niet laten leiden door slogans en emoties, maar door feiten.

De voorbije jaren hebben we gewerkt aan een beleid dat de instroom kan beperken, een beleid dat misbruik van het systeem aanpakt. Wij bereikten een akkoord over het nieuwe Europees Migratiepact. Er ligt een migratiewetboek klaar. Er is een blauwdruk voor een eenmaking van verschillende migratiediensten in een FOD Migratie. We werkten aan een versterkt terugkeerbeleid. We breidden ook de capaciteit van de gesloten centra uit.

Daarnaast is het cruciaal dat we ook werk maken van een betere integratie van nieuwkomers. En ja, wij moeten daaraan ook gevolgen koppelen, bijvoorbeeld in de sociale bijstand. Het gaat om rechten en plichten en die moeten in evenwicht zijn. Wij moeten de weg van die hervormingen verder bewandelen. Dat zijn geen slogans, dat zijn daden.

Collega's, we doen dat om het systeem overeind te houden, om bescherming te kunnen blijven bieden aan mensen die het echt nodig hebben. Ik hoop dan ook dat we de komende uren een akkoord zullen bereiken over een nieuwe regering om daarvan verder werk te maken.

Werner Somers:

Mevrouw de staatssecretaris, bedankt voor uw antwoord, dat even voorspelbaar als teleurstellend is.

Hoeveel jaren wordt hier nu al gesproken over een nieuw migratiewetboek? Dat is zoals het monster van Loch Ness, dat voortdurend opduikt.

In Duitsland hebben uw christendemocratische zusterpartijen blijkbaar het licht gezien, want zij zien in dat de fameuze slogan wir schaffen das van hun partijgenote, gewezen bondskanselier Angela Merkel, een loze kreet is gebleken en dat de naïeve Willkommenskultur hun land in de afgrond heeft geleid.

Mevrouw de staatssecretaris, wanneer zal ons land eindelijk eens volgen? Waarom is hier niet mogelijk wat in andere Europese landen wel mogelijk blijkt te zijn? Wat u de voorbije jaren allemaal gedaan hebt, is niet meer dan gemorrel in de marge, of, om het in de taal van onze oosterburen te zeggen, kurieren am Symptom . De resultaten zijn ernaar. Wat hebben we gekregen? Dat zijn een recordaantal asielzoekers, een recordaantal gezinsherenigingen, een recordaantal nieuwe Belgen en een absoluut (…)

Voorzitter:

Mijnheer Somers, ik mag u ook gelukwensen met uw eerste betoog in de plenaire vergadering. (Applaus)

Voorstellen en Ontwerpen

Deze vergadering bevatte geen voorstellen.

Stemmingen

Stemmingen niet gelinkt aan een voorstel/ontwerp.

Wetsontwerp houdende goedkeuring van IBRD Resolutie nr. 696, EBRD-Resoluties nrs. 259 en 260 en wijziging van de Overeenkomst tot oprichting van de Aziatische Ontwikkelingsbank (nieuw opschrift). (518/3)

77.5%
22.5%

ja (93) nee (0) onthouding (27)

Stemming aangenomen

Wetsontwerp betreffende digitale operationele weerbaarheid voor de financiële sector en houdende diverse bepalingen. (569/4)

77.5%
22.5%

ja (93) nee (0) onthouding (27)

Stemming aangenomen

Wetsontwerp tot wijziging van het opschrift van afdeling 1 van hoofdstuk IIbis en artikel 7undecies van de wet van 29 april 1999 betreffende de organisatie van de elektriciteitsmarkt in het kader van het capaciteitsvergoedingsmechanisme. (629/3)

76.2%
23.8%

ja (93) nee (0) onthouding (29)

Stemming aangenomen
Popover content