Plenaire vergadering op 20 maart 2025
Beknopte versie
Hoe werkt dit?
De beknopte versie gebruikt artificële intelligentie om tekst samen te vatten. De samengevatte teksten zijn dus geen uitspraken van echte mensen. De teksten kunnen foutief zijn en/of aan nuanceverlies lijden ten opzichte van de originele teksten. Deze teksten zijn onderlijnd in het paars.
Van 14h16 tot 17h55 (3 uur en 39 minuten)
9 vragen, 5 voorstellen, 7 stemmingen
Volledig verslag op dekamer.be
Aanwezigheid
137/150 (91%)
Afwezigen
De volgende 16 kamerleden waren afwezig bij tenminste de eerste naamstemming. Het is mogelijk dat deze kamerleden alsnog aanwezig waren vanaf de tweede naamstemming of later. Het is ook mogelijk dat de kamerleden uitgesloten waren bij de eerste stemming voor een legitieme reden.
Groen
Tinne Van der Straeten
Groen
Jeroen Van Lysebettens
Les Engagés
Serge Hiligsmann
Les Engagés
Stéphane Lasseaux
MR
Georges-Louis Bouchez
MR
Philippe Goffin
N-VA
Jean-Marie Dedecker
N-VA
Michael Freilich
N-VA
Koen Metsu
Open Vld
Sandro Di Nunzio
Open Vld
Katja Gabriëls
Open Vld
Vincent Van Quickenborne
PS
Khalil Aouasti
PVDA-PTB
Natalie Eggermont
PVDA-PTB
Nadia Moscufo
VB
Britt Huybrechts
Vragen
De vragen die gesteld werden tijdens deze vergadering.
De werkloosheidsuitkering voor mensen die een opleiding tot een knelpuntberoep volgen
De werkloosheid en de knelpuntberoepen
De beperking van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd en de knelpuntberoepen
De beperking van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd
De modaliteiten van de beperking van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd
De beperking van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd
De knelpuntberoepen en de werkloosheidsuitkeringen
Werkloosheidsuitkeringen, Knelpuntberoepen, Tijdsbeperkingen
Gesteld door
Vooruit
Anja Vanrobaeys
PS
Sophie Thémont
DéFI
François De Smet
N-VA
Axel Ronse
Open Vld
Steven Coenegrachts
MR
Florence Reuter
CD&V
Nathalie Muylle
Aan
David Clarinval (Minister van Werk, Economie en Landbouw)
Bekijk antwoord
Anja Vanrobaeys:
Mijnheer de minister, collega's, vacatures voor zorgpersoneel en leerkrachten raken niet ingevuld, maar gelukkig volgen heel wat mensen een opleiding voor die knelpuntberoepen. Dat is positief, want ze zijn broodnodig. Nochtans trekt u een streep door hun rekening, mijnheer de minister. Door namelijk de werkloosheidsteun in de tijd te beperken, overigens zonder enig overleg met de regio's, zorgt u ervoor dat werkzoekenden die in een opleiding zitten, die niet kunnen afmaken.
Voor Vooruit is het helder. Uiteraard moeten er meer mensen aan het werk. We moeten meer mensen aan het werk helpen. Net daarom zijn duidelijke afspraken over de hervorming van de werkloosheid zo belangrijk, want het gaat om een groep die net op weg is naar werk. Het gaat om een groep die enorme inspanningen levert. Het gaat om een groep die achteraf een bijdrage aan onze welvaartstaat zal leveren.
Vanmorgen las ik in de krant dat u alle reacties op uw beslissing relativeert: u beweert dat het wel goed zal komen en argumenteert dat men maar 's avonds een opleiding moet volgen; kortom dat men zijn plan moet trekken. Maar wie zal er een opleiding van vier jaar volgen, als u hen na twee jaar zonder inkomen zet? Wie is daarmee geholpen? Dat zijn alvast niet onze kinderen, niet onze senioren en al zeker niet degenen die midden in zo'n opleiding zitten.
Gisteren hoorde ik dat de Vlaamse minister van Werk not amused is. Zij kent de gevolgen voor onze scholen en ziekenhuizen en beseft zeer goed wat de gevolgen zijn voor diegenen die midden in zo'n opleiding zitten. Daarom heeft ze dringend overleg met u gevraagd, terecht.
Mijnheer de minister, ik heb maar een eenvoudige vraag voor u. Wat zult u doen (…)
Sophie Thémont:
Monsieur le ministre, Thomas, 34 ans, deux enfants, a perdu son emploi il y a quelques années et, depuis lors, il est au chômage. Pas facile de joindre les deux bouts, mais il a décidé de reprendre une formation très rapidement en soins infirmiers. C'est vrai, cela prend du temps, mais il était certain de trouver du travail vu la pénurie de personnel dans ce secteur. Aujourd'hui, monsieur le ministre, avec votre mesure d'exclusion des chômeurs de longue durée, il ne sait plus s'il risque de se faire exclure sans finir sa formation. N'avez-vous pas vu que la limitation des allocations de chômage dans le temps pourrait pénaliser aussi les métiers en pénurie? Elle pourrait pénaliser des femmes et des hommes qui ont repris des formations parce qu'on leur a dit qu'elles répondaient à des métiers en pénurie.
Cela ne va pas, monsieur le ministre! Limiter les allocations de chômage dans le temps, c'est mettre en péril le retour à l'emploi. Il faut vraiment rectifier. Et d'ailleurs, je vois que nos collègues de Vooruit et du cd&v veulent revoir votre copie, ainsi que la Flandre. Il ne faut pas de mesures aveugles, monsieur le ministre, pas de slogan et surtout pas d'obstination.
Soutenir les chômeurs pour se former à un métier en pénurie, c'est aussi un incitant à retrouver le chemin du travail et aider des secteurs essentiels. Des milliers de personnes, aujourd'hui, en bénéficient chaque année. Beaucoup de formations sont plus longues qu'une ou deux années: infirmiers, enseignants, menuisiers. Et là, M. Clarinval arrive: plus d'incitants! Quand on est parent, on ne peut pas du jour au lendemain se retrouver aux études sans aucun revenu. Fini la formation et retour à la case départ, et ce n'est pas comme au Monopoly, on ne touche pas 200 euros!
Monsieur le ministre, qu'allez-vous répondre à Thomas et à vos partenaires de majorité qui nous rejoignent pour demander une révision de vos mesures?
François De Smet:
Monsieur le ministre, 100 000, c'est le nombre de personnes bénéficiant d'allocations de chômage qui risquent théoriquement de les perdre après deux ans, une fois que votre réforme sera en place. À côté de cela, il y a 175 000 offres d'emploi, dont de nombreuses concernent des métiers en pénurie.
Dans le monde un peu binaire de l'Arizona, les choses sont évidemment simples. D'un côté, il suffit de couper le robinet et de l'autre, toutes ces personnes vont se transformer comme par magie en enseignants, en soignants, en chauffeurs de bus, en aides-boulangers, en guides touristiques, en assembleurs, en électriciens, en mécaniciens et soudeurs. Je ne vous cite que quelques-uns des métiers en pénurie.
Dans le vrai monde, cela ne se passe évidemment pas ainsi. Sur ces 100 000 personnes, il y a évidemment des fraudeurs mais il y a aussi des personnes qui cherchent un emploi et d'autres qui cherchent à se former. C'est là que le bât blesse dans votre projet.
Pour ma part, je pense qu'une certaine forme de contrainte est nécessaire pour inciter les gens à travailler, mais le couperet pur et simple ne fonctionne pas. L'exclusion n'est pas une politique en soi. L'angle mort de votre politique a un nom: la formation. Nous savons que vous n'aimez pas ce mot, il suffit de voir la jubilation que vous avez à l'idée de mettre fin au Federal Learning Account. C'est bien dommage.
Nous avions proposé de conditionner le bénéfice d'allocation à une obligation de formation. Deux de vos partenaires, le cd&v et Vooruit, proposent une exception à votre limitation du chômage dans le temps pour les personnes qui choisissent de se former dans un métier en pénurie. C'est une bonne idée, précisément parce que nous manquons d'enseignants, de soignants, de gens dans le secteur du care , d'ouvriers dans les métiers techniques, pour lesquels une formation prend souvent un peu plus de deux ans.
Monsieur le ministre, allez-vous convoquer rapidement une Conférence interministérielle sur l'emploi avec les régions pour entamer la phase d'activation?
Allez-vous réfléchir à cette exception afin que votre limitation de chômage dans le temps ne soit pas le couperet qu'elle est pour l'instant mais puisse devenir une vraie mesure d'activation?
Axel Ronse:
Goede kameraden, mes chers camarades , wat een fantastisch mooie dag is het. De zon schijnt, iedereen straalt en ik heb eenmeivibes. Het voelt alsof het vandaag de Dag van de Arbeid is, la Fête du Travail .
Collega's, ik heb dat gevoel dankzij deze minister, David Clarinval. Wat de N-VA-fractie betreft is het vandaag echter David Piëdestal. Deze minister zorgt er immers voor, collega's, dat er maar liefst 100.000 nieuwe werknemers bijkomen, 100.000! Dat zijn 100.000 mensen die al langer dan twee jaar een werkloosheidsuitkering krijgen en jonger zijn dan 55, terwijl er zoveel openstaande vacatures zijn. Deze minister zorgt ervoor dat we niet meer het enige land ter wereld zijn waar men onbeperkt een werkloosheidsuitkering krijgt. Deze minister pakt door! Merci beaucoup , David Piëdestal.
Collega's, eigenlijk zou het elke donderdag 1 mei moeten zijn. Elke donderdag moet het hier feest zijn, la grande fête , omdat we maatregelen nemen die werknemers ten goede komen, des mesures pour les travailleurs . Dit is er zo eentje. Er zijn echter nog van die mooie maatregelen: meer langdurig zieken aan de slag krijgen, meer mensen de kans geven om overuren te doen en de uitbreiding van de flexi-jobs. Er zit namelijk ongelooflijk veel lekkers in dit regeerakkoord voor de werknemers. Collega Hedebouw, dat geeft ons de kans om hier vijf jaar lang de Dag van de Arbeid te vieren. Elke donderdag is het 1 mei in het Parlement.
Minister, mijn vraag is eigenlijk heel eenvoudig: welke mooie zaken komen er de volgende donderdagen aan? Maak ons gelukkig.
Steven Coenegrachts:
Mijnheer de minister, normaal stel ik eerst mijn vraag, maar vandaag begin ik met uw antwoord: modaliteiten.
Modaliteiten zijn de baseline van deze regering geworden. Telkens een aantal partijen niet op dezelfde lijn zitten, meestal over die slechte maatregel, de De Wevertaks, komt men daar immers op terug. Vandaag is het weer van dattum, maar ditmaal over een goede maatregel in het regeerakkoord, namelijk de beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd.
Bekende proffen twijfelen eraan of die maatregel veel volk aan de slag zal doen gaan. Collega's, deze maatregel gaat echter over rechtvaardigheid. De mensen die dit systeem bekostigen, die de solidariteit betalen, die met overtuiging bijdragen om anderen niet in de armoede te duwen of zonder inkomen te zetten, willen er zeker van zijn dat anderen niet oneindig van die solidariteit gebruikmaken en in de hangmat liggen, terend op het zweet van zij die wel werken.
Mijnheer de minister, de sociale zekerheid moet een vangnet zijn en net daarom is die maatregel broodnodig. Het leek alsof u en uw N-VA-collega de Vooruit'ers overtuigd hadden. Het leek alsof cd&v voortschrijdend inzicht had gekregen. Laten we immers eerlijk zijn, onder Kris Peeters was het anders. Wat blijkt nu? Ze gaan die maatregel uithollen. Er zullen zeker nuttige uitzonderingen zijn en misschien zijn opleidingen een nuttige uitzondering, maar deze maatregel moet sterk genoeg zijn om al die hangmatters uit het systeem te krijgen.
Wat zult u doen om dat te verzekeren?
Florence Reuter:
Monsieur le vice-premier, on le savait. On savait qu'il y aurait des grèves. On savait qu'il y aurait des mensonges, des injures. On savait que le Parti Socialiste ferait pleurer dans les chaumières. On savait tout cela! Mais rien n'était caché. Ce n'était pas une surprise; c'était un point fort de notre programme. La limitation des allocations de chômage dans le temps, c'était une priorité. On n'a rien caché à personne.
Aujourd'hui, il y a des manifestations. Il y a des gr è ves et é norm é ment de cris. Mais on nous a choisis pour mener des réformes. Nous sommes le seul pays européen à permettre d'être au chômage tout au long d'une vie. Pourtant, le chômage, c'est une assurance. Ce n'est pas une allocation à vie mais bien une assurance en cas de coup dur. C'est une assurance qui doit nous permettre de rebondir.
Évidemment, les chiffres font peur et inquiètent la population, surtout en Wallonie d'ailleurs. Et donc forcément l'opposition va jouer là-dessus.
Alors, vous devez rassurer, monsieur le ministre. Vous êtes le premier ministre libéral de l'Emploi depuis un siècle, et nous avons un ministre libéral en Région wallonne. Et ce n'est une surprise pour personne, les chiffres les plus alarmants concernent la Belgique francophone. La moitié des demandeurs d'emploi de plus de deux ans sont en Wallonie.
Monsieur le ministre, avant de vous poser mes questions, qui sont assez simples, je vous invite bien évidemment à poursuivre votre programme, à regarder devant et à redresser ce pays. Confirmez-vous ces chiffres? Confirmez-vous que la situation est effectivement plus inquiétante en Belgique francophone? Et, si ces chiffres sont corrects, j'imagine que vous allez travailler et que vous avez déjà commencé à travailler avec votre homologue en Région wallonne. Quel est l'agenda? Pouvons-nous espérer cette réforme avant l'été?
Nathalie Muylle:
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, met cd&v vinden wij dat mensen die keihard hun best doen, beloond moeten worden. Dat is ook de reden waarom we in de regering zijn gestapt. Ik was dan ook verwonderd, toen ik uw woordvoerder in de pers hoorde zeggen dat wie in het derde jaar opleiding start, geen uitkering meer zou moeten krijgen, mijnheer de minister. Is dat belonen? U wilt toch niet dat mensen hun opleiding stopzetten? Nadien hebt u wel gesust dat u de problemen zou oplossen en dat u niemand wilt achterlaten.
In Vlaanderen zijn meer dan 4.000 werklozen gestart met een opleiding die langer dan twee jaar duurt, 4.000 personen die willen werken en op de arbeidsmarkt aan de slag willen en die vacatures voor broodnodige jobs willen invullen. Dat zijn geen hangmatwerklozen, maar mensen die slagen voor een opleiding. Wij moeten hun rechtszekerheid bieden.
Tegelijk onderstreep ik dat wij natuurlijk voorstander zijn van de beperking van de werkloosheidssteun in de tijd. Die maatregel is nodig ter activering: werkzoekenden moeten zo snel mogelijk weer op de arbeidsmarkt aan de slag. Daarom moeten we werkzoekenden aanmoedigen om te kiezen voor opleidingen in knelpuntberoepen en onderzoeken hoe we hen zo snel mogelijk dergelijke vacatures kunnen laten invullen.
Willen wij werkzoekenden snel laten proeven van de arbeidsmarkt, dan is het cruciaal dat kandidaten studeren en werken kunnen combineren. Daar zijn nu al goede voorbeelden van. Wie vandaag kiest voor een opleiding in de zorg, kan na één jaar al aan de slag als zorgkundige op de arbeidsvloer. Men kan vervolgens als zorgkundige verder studeren en zich in de zorg vervolmaken. Een ander voorbeeld is dat van de kandidaat-leerkracht. Het is nu al mogelijk om voor een klas te staan en tegelijk de opleiding tot leraar te volgen. Het komt de deelstaten toe dergelijke systemen te organiseren.
Mijnheer de minister, in dat opzicht is overleg belangrijk en ik heb begrepen dat u dat de komende week aangaat. Met welk plan zult u het overleg met de deelstaten aanvatten?
David Clarinval:
Mesdames et messieurs les députés, je vous confirme ce chiffre de 100 102 chômeurs de moins de 55 ans ayant plus de deux ans de chômage en Belgique. Il m'a été transmis par l'ONEM. Mais il me semble que vous oubliez de parler d'un autre chiffre interpellant, celui des 170 000 emplois vacants, disponibles dès aujourd'hui dans notre pays. Ces 170 000 places n'attendent qu'une seule chose, que les 100 000 personnes concernées viennent les occuper immédiatement. Nous devons en finir avec le paradoxe du chômage illimité dans le temps.
Pour nous, le chômage n'est pas un plan de carrière. Donc, madame Thémont, je trouve votre vision un peu trop fataliste. La nôtre est réaliste et optimiste. Je conteste également le fait que l'exclusion du chômage soit synonyme automatiquement de RIS. Non, il faut remettre les gens à l'emploi. Les Régions devront d'ailleurs faire leur part du travail.
Les Régions doivent prendre leurs responsabilités en matière d'activation et d'accompagnement. J'ajoute qu'une période de transition est prévue. Ses modalités seront discutées au sein du gouvernement afin que toutes les personnes concernées soient prévenues suffisamment tôt.
Il y a quelques années, nos entreprises ne pouvaient pas embaucher, faute de moyens. Aujourd'hui, elles le peuvent, mais elles ne trouvent personne. Cela ne peut plus durer.
De oplossing is de activering van allen die naar de arbeidsmarkt kunnen en moeten terugkeren. Een maatschappij waarin te veel talenten aan de zijlijn blijven staan, berooft zich immers van haar eigen rijkdom. Niemand zal aan zijn lot worden overgelaten, maar iedereen zal zijn verantwoordelijkheid moeten nemen. Langdurige inactiviteit is niet onvermijdelijk, te veel werkzoekenden blijven ver van de arbeidsmarkt, terwijl er tegelijkertijd vacatures blijven openstaan.
Onze hervorming is duidelijk: iedereen die kan, moet worden begeleid naar een beroepsactiviteit, zelfs op een geleidelijke manier. Het gaat niet om straffen maar om het geven van kansen en wij verwachten van iedereen dat ze die grijpen. Een job is meer dan een inkomen, een job geeft ook waardigheid en is een hefboom voor sociale emancipatie.
Cependant, nous sommes conscients que ces 100 000 chômeurs de longue durée ne pourront pas tous retrouver un emploi, car certains d'entre eux sont en effet très éloignés de l'emploi. Nous en sommes conscients. C'est la raison pour laquelle nous allons prévoir un financement pour les CPAS, afin qu'ils accompagnent ces personnes de façon individualisée, au travers d'un plan d'insertion professionnelle. C'est aussi une manière de prendre ces personnes en considération et de leur offrir un meilleur accompagnement individualisé.
Notre réforme n'est pas punitive. Elle est nécessaire. Elle ne retire rien à ceux qui sont dans le besoin. Elle leur donne les moyens d'en sortir. Elle ne stigmatise personne. Elle responsabilise. C'est ainsi que nous renforcerons notre modèle social, en le rendant plus juste, plus efficace et plus durable.
Concernant vos demandes de prendre en considération les personnes en formation dans un métier en pénurie, madame Vanrobaeys, madame Muylle, monsieur De Smet, j'ai pris acte des demandes de prolongation de chômage qui ont été formulées.
Les projets de textes en cours de rédaction traduisent intégralement l'accord de gouvernement. Les premiers groupes de travail techniques se réuniront dès la semaine prochaine. Le débat devra ensuite être mené au sein du gouvernement, et ensuite au Parlement. Nous ne manquerons évidemment pas d'évoquer vos demandes à cette occasion.
Par ailleurs, j'ai pris l’initiative de rencontrer mes homologues régionaux. J'ai déjà eu l'occasion d'échanger de manière très constructive avec les ministres Jeholet et Clerfayt sur les réformes nécessaires pour répondre aux besoins et aux dynamiques spécifiques des différents territoires du pays. La semaine prochaine, je rencontrerai également à ce sujet – c'était prévu de longue date – la ministre Zuhal Demir. Il est nécessaire d'avoir une politique concertée afin de réformer de manière cohérente des compétences étroitement liées et imbriquées.
Comme je l'ai déjà dit, nous devons tout mettre en œuvre pour réformer le marché de l'emploi et remettre au travail des chômeurs qui ont parfois plus de 20 ans d'inactivité. Cela doit être et cela devra tous nous mobiliser.
Je vous remercie pour votre attention.
Anja Vanrobaeys:
Mijnheer de minister, dank u voor uw antwoord.
Eerlijk gezegd, het standpunt van Open Vld … Hoe durft u mensen die een opleiding voor een knelpuntberoep volgen, hangmatters noemen, mijnheer Coenegrachts? Zij doen elke dag keihard hun best.
Voor Vooruit zijn de principes helder. We moeten omkijken naar de mensen die werkloos zijn. We moeten hen vastpakken en begeleiden en zeker niet de mensen die elke dag keihard hun best doen bestraffen. Er moeten inderdaad meer mensen aan de slag, want we hebben ze nodig. Daarom kunnen we ook de principes van het regeerakkoord verdedigen.
Ik ben ook blij, mijnheer de minister, dat u ingaat op de vragen voor overleg, want de zij-instromers hebben zekerheid nodig, niet alleen vandaag maar ook morgen. Vooruit laat hen niet los. We hebben hen broodnodig op de arbeidsmarkt, in ons onderwijs en in de zorg.
Sophie Thémont:
Monsieur le ministre, je ne suis pas fataliste, mais réaliste, et je n'ai certainement pas besoin de vos conseils.
Ici, c'est le retour de la pensée magique et des slogans de M. Clarinval! D'un côté, 100 000 chômeurs et, de l'autre, 170 000 emplois disponibles et, hop, on y va, un petit coup de baguette magique et ce sont les vases communicants. Et, si ça ne suffit pas, un nouveau coup de baguette magique: les CPAS vont trouver des emplois, là où les organismes spécialisés n'en trouvaient pas.
Je pense qu'il faut soutenir les demandeurs d'emploi qui suivent des formations. C'était l'objet de ma question, mais vous faites encore des amalgames, monsieur le ministre. De toute façon, votre réforme du marché du travail va rendre les gens malades! Votre réforme des pensions va décourager les jeunes à devenir profs ou policiers, et vous allez aggraver la pénurie de main-d'œuvre! Vous êtes vraiment le ministre, non du Travail et de l'Économie, mais le ministre des économies!
François De Smet:
Merci, monsieur le ministre, pour votre réponse.
Il n'y a pas 36 solutions. Si vous voulez faire correspondre vos 100 000 chômeurs, d'un côté, et vos 175 000 offres d'emploi – dont un bon tiers relatives à des métiers en pénurie –, de l'autre, vous avez besoin de formations.
J'ai bien écouté les interventions de vos partenaires, et il me semble que les planètes, doucement, s'alignent. Le cd&v vous le demande, Vooruit aussi. La N-VA, on ne sait pas, car M. Ronse a décidé de vous faire un poème, mais Mme Demir, hier, n'avait pas l'air contre non plus.
(…) : (…)
François De Smet:
Si, si, c'était un poème à la gloire du ministre, et c'est très bien.
Pour ce qui est des Engagés, on ne sait pas encore, mais ils finissent en général par rallier le point de vue majoritaire, donc ça devrait aller. Vous allez donc très vite vous retrouver isolé, si vous n'allez pas de l'avant. Dès lors, je vous en prie, prenez cette direction. C'est une question de bon sens. Il est normal de permettre aux gens qui se forment d'avoir un peu plus que deux ans. C'est la direction du progrès, et je vous souhaite de la trouver.
Axel Ronse:
Vooreerst hartelijk dank aan de collega’s van Vooruit en cd&v. Het is fantastisch dat u zo open voor uw mening uitkomt en dat we alles steeds in openheid tegen elkaar kunnen zeggen. Ik weet dat u van uw woord bent en dat u het regeerakkoord tot op de letter zult uitvoeren. Een knelpuntopleiding volgen zal niet langer dan twee jaar combineerbaar zijn met de werkloosheidsuitkering. Die uitkering dient daar ook niet voor.
Het komt vanzelfsprekend de regio’s toe om na te denken over hoe mensen naar knelpuntopleidingen van langer dan twee jaar kunnen worden geleid. Zuhal Demir heeft net die bezorgdheid geuit en gaat daarmee aan de slag. Ze heeft echter op geen enkele manier gevraagd of ge ï nsinueerd dat werkloosheid langer dan twee jaar gecombineerd moet kunnen worden met een opleiding.
Collega Coenegrachts, het is schattig dat u hier kritiek komt geven, terwijl u 26 jaar aan de knoppen hebt gezeten. Men kon de werkloosheidsuitkering in die periode met Open Vld niet beperken in de tijd. Nu zit iemand anders aan de stuurknoppen (…)
Steven Coenegrachts:
Collega Ronse, maak u geen zorgen, ik voel er me even ongemakkelijk bij als u dat ik uw regering complimenten moet geven. Wat de beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd betreft, moet ik dat effectief doen.
U omarmt hier de opendebatcultuur en zegt dat men in alle fracties alles mag doen of zeggen wat men wil. Ik vraag me echter af wat u de voorbije acht maanden aan al die tafels hebt besproken. Waarover hebt u het wel gehad? U hebt geen enkele discussie ten gronde gevoerd, niet over de meerwaardebelasting, niet over de beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd.
Er worden modaliteiten gevraagd aan de linkerkant, er worden modaliteiten gevraagd aan de rechterkant, er worden modaliteiten gevraagd door de gewesten en door de regeringen. Mijnheer de minister, u moet alles doen om ervoor te zorgen dat die modaliteiten alleszins beperkt blijven.
Florence Reuter:
Merci monsieur le vice-premier ministre.
Laissez les loups crier, ils vont continuer à crier encore pendant quelques années, ce n'est pas grave. Vous l'avez dit, il y a 170 000 emplois vacants. Ce sont ces emplois qu'il faut remplir.
Monsieur le ministre Dermagne, quand vous aviez l'Emploi dans vos compétences, vous étiez le premier à citer le Danemark en exemple. Le chômage y est également limité dans le temps.
Bien évidemment, nous allons accompagner les demandeurs d'emploi. Bien évidemment, nous avancerons avec les entités fédérées pour activer les demandeurs d'emploi. Il faut remettre la valeur "travail" au premier plan. Travailler, ce n'est pas une punition, c'est avoir une place dans la société. C'est aussi sur les mentalités qu'il faut agir.
Nathalie Muylle:
Mijnheer de minister, diegenen die een opleiding volgen, zijn ongerust en willen duidelijkheid. Ze hebben een contract gesloten met de overheid over een traject naar werk en willen dat dat gehonoreerd wordt.
Voor ons is het duidelijk. Er zijn vandaag ontzettend veel vacatures in ons land. Alleen al in de zorg geraken meer dan 140.000 vacatures niet ingevuld. Het is dan ook de opdracht van de regering om werklozen zo snel mogelijk naar een job toe te leiden. We zullen hen daarbij moeten helpen en we zullen dat samen met de deelstaten moeten doen. Mijnheer de minister, op ons kunt u rekenen.
Persoonlijk feit
Fait personnel
Voorzitter:
U weet allen dat wanneer een naam valt, de betrokkene dan geneigd is om een persoonlijk feit in te roepen. Ik probeer dat op een objectieve manier te bekijken. Er was de wens dat de heer Hedebouw bij voortduring 1 mei zou kunnen vieren. Ik kan dat bezwaarlijk een belediging of een negatieve kwalificatie noemen.
Er is een oordeel geveld over het beleid van de heer Dermagne en ik denk dat dat wel een persoonlijk feit is. ( Protest op de banken )
Collega's, het komt de voorzitter toe om te oordelen over het persoonlijk feit of niet en ik denk dat ik daarbij geen onderscheid maak. Mijnheer Hedebouw, u kunt het noemen van uw naam bezwaarlijk een belediging noemen.
Ik wil iedereen nogmaals op het hart drukken dat ze best geen namen noemen. Collega Ronse, ik vermoed dat de heer Hedebouw heel blij is dat u zijn naam hebt genoemd, want dat geeft hem nu de kans om de indruk te wekken dat er een persoonlijk feit is. Ik heb mijn oordeel geveld en de heer Dermagne krijgt het woord.
Pierre-Yves Dermagne:
Je vous remercie, monsieur le président.
Madame Reuter, vous avez une vision simpliste de la vie et de la société. Je ne vais pas crier ici, je vais simplement vous rappeler quelle est la réalité. Il y a effectivement un peu plus de 100 000 demandeurs d'emploi de longue durée. Parmi eux, près des deux tiers ont travaillé les deux années précédentes.
Pas suffisamment pour pouvoir sortir des chiffres du chômage, mais nous ne sommes pas avec des bénéficiaires ravis de recevoir une allocation de chômage. Nous sommes avec des gens qui essayent de retrouver le chemin du travail. Et parmi les 170 000 emplois en pénurie, il y a des emplois d'infirmier et d'infirmière, des emplois d'enseignant et d'enseignantes, de technicien et de technicienne, des emplois qui nécessitent une formation, qui nécessitent un diplôme.
Si vous pensez que, demain, on va former des infirmiers et infirmières ou des enseignants et enseignantes en un an, ce n'est pas le modèle de société que nous, au Parti Socialiste, nous voulons. Nous voulons de l'emploi de qualité, de l'emploi qui rémunère de manière digne celles et ceux qui travaillent, et des emplois qui émancipent, comme M. Clarinval l'a évoqué tout à l'heure, mais en parlant de choses qu'il ne connaît pas.
Florence Reuter:
Vous, vous savez sûrement comment on vit! Mais pour qui vous prenez-vous en donnant des leçons? Pour qui vous prenez-vous? Je n'ai cité aucun nom, monsieur le président.
Pour les socialistes, qui ont enfin perdu les élections et qui enfin se retrouvent dans l'opposition après des années et des décennies d'assistanat, il est peut-être temps de regarder les choses en face. Alors moi, je ne suis sûrement pas fataliste, je suis justement réaliste, mais je suis surtout optimiste. Et je n'ai cité aucun nom.
Voorzitter:
U had wel degelijk de heer Dermagne bij naam genoemd, mevrouw Reuter.
Pierre-Yves Dermagne:
Madame Reuter et vos collègues du MR, dites-moi comment on va former demain une infirmière ou un infirmier en un an!
Florence Reuter:
(…)!
Voorzitter:
Collega's, ik denk dat de diverse standpunten vrij duidelijk zijn gemaakt.
Het staakt-het-vuren in Gaza en de erkenning van Palestina
De genocide in Gaza
Gaza
De aanvallen in Gaza
De schending van het staakt-het-vuren in Gaza
Geweld en mensenrechten in Gaza
Gesteld door
PS
Christophe Lacroix
PVDA-PTB
Peter Mertens
Ecolo
Rajae Maouane
CD&V
Els Van Hoof
Vooruit
Oskar Seuntjens
Aan
Maxime Prévot (Minister van Buitenlandse Zaken, Europese Zaken en Ontwikkelingssamenwerking)
Bekijk antwoord
Christophe Lacroix:
Je pense que tout le monde y a cru et l'a espéré. C'est mon cas et je pense celui de nous tous. Monsieur le ministre, un cessez-le-feu n'est pas un accord de paix.
En 48 heures, la machine de guerre infernale du gouvernement israélien et de Netanyahu a encore très durement frappé: 970 morts. Nous sommes 150 dans cette Assemblée. C'est donc six fois cette Assemblée en 48 heures! Imaginez-vous: nous remplissons six fois l'assemblée et c'est vide en 48 heures! Nous n'existons plus!
La spirale infernale a repris de plus belle: des enfants, des femmes, des vieillards, des civils. Les opérations militaires israéliennes totalement disproportionnées, indiscriminées s'emballent à nouveau, les bombes éclatent. Les soldats entrent dans ce minuscule territoire dont il ne reste pratiquement rien, ce territoire en deuil, ce territoire à l'agonie. Israël pousse le cynisme à utiliser l'eau et la nourriture comme arme de guerre et continue de bloquer l'aide humanitaire. Le droit international est bafoué de manière systématique, et j'oserais même dire de manière systémique, dans le chef du gouvernement israélien.
En Cisjordanie occupée, la plus grande déportation forcée depuis le début de l'occupation israélienne est en cours. Voulez-vous savoir pourquoi monsieur le ministre? Parce qu'avec Donald Trump, Netanyahu a carte blanche pour briser la trêve en toute impunité et parce que l'Europe et la communauté internationale – malgré des voix courageuses comme celles de l'Espagne, de l'Irlande, de la Norvège, de la Slovénie ou même de l'Arménie – n'osent pas aller à l'encontre de cette volonté hégémonique et annexionniste d'Israël.
Monsieur le ministre, pourquoi vous faut-il encore plus pour reconnaître la Palestine en tant qu'État? Qu'attendez-vous aujourd'hui comme prémices (…)
Peter Mertens:
Mijnheer de voorzitter, collega's, Israël heeft de voorbije 48 uur de poorten van de hel opnieuw opengezet. Ik heb beelden gezien. Ik heb een dode baby gezien in haar t-shirt met een regenboog op. Ik heb de moeder gezien die voor de laatste keer door de paardenstaart van haar dochter gaat die dood is. Ik heb een dode peuter gezien met een bebloed t-shirt met daarop Mickey Mouse. 900 mensen werden afgeslacht. Mensen, kinderen, jongeren, mama's, papa's, broers en zussen.
Mijnheer de minister, wat is eigenlijk een staakt-het-vuren tijdens een genocide? Wat is dat? Het moorden hield nooit op. Het stelen van grond hield nooit op. Het slopen van woningen hield nooit op. Weet u hoeveel Palestijnen vermoord werden in die periode van zogenaamd staakt-het-vuren? 150. Nog voor dit bloedblad. Weet u hoeveel Israëli's er vermoord werden? Een, een aannemer. Hij werd vermoord door het Israëlisch leger omdat men dacht dat hij een Palestijn was. Dat is de realiteit van vandaag. Er is geen staakt-het-vuren tijdens deze genocide.
Ik vraag mij af hoeveel misdaden er nog moeten gebeuren vooraleer u echt optreedt. Het gaat dan niet over het op het matje roepen van de ambassadeur. Het gaat over het uitwijzen van deze ambassadeur uit België. Het gaat over het uitwijzen van een genocidaal regime hier uit België.
Het is niet alleen met de carte blanche van Donald Trump dat Netanyahu optreedt, hij heeft ook een carte blanche van deze Europese Unie, die akkoorden blijft sluiten met Netanyahu. Het is een schande. Maak een economisch embargo tegenover deze genocidale staat. En maak eindelijk ook een wapenembargo, zodat gestopt wordt met onze wapens een genocide aan te richten.
Rajae Maouane:
Monsieur le ministre, depuis lundi, Gaza est à nouveau sous un déluge de bombes. Des centaines de morts en plusieurs heures, de nouvelles familles entières piégées sous les décombres, des civils bombardés en pleine nuit, en plein ramadan, en plein cessez-le-feu. Après des mois de famine et de bombardements, après des années de siège sans eau ni électricité et une aide humanitaire bloquée, après la promesse brisée d'une trêve, ce sont des civils encore et toujours qui paient le prix de l'inaction internationale, de notre inaction qui devient complice et coupable. Cela vient alourdir un bilan tout simplement glaçant: on ne compte plus les dizaines de milliers de morts.
Israël viole toutes les règles du droit international en toute impunité. La Cour internationale de Justice (CIJ) a ordonné des mesures conservatoires pour prévenir un génocide. Israël les ignore. L'Union européenne a rappelé que le respect des droits humains est une condition de son accord d'association avec Israël mais cela n'a aucune conséquence. Les produits des colonies sont interdits par une résolution de l'Organisation des Nations Unies (ONU) mais continuent à être commercialisés.
Monsieur le ministre, quand la Belgique va-t-elle enfin appliquer réellement ses engagements? Quelles sanctions notre pays est-il prêt à prendre et à défendre au sein de l'Union européenne? Va-t-on enfin suspendre l'accord commercial avec Israël? Va-t-on cesser d'importer des produits issus des colonies?
Le droit international ne peut pas être un principe à géométrie variable. Or, on voit beaucoup trop de deux poids, deux mesures. Si on veut être crédibles sur la scène internationale, nous devons agir et vite. Monsieur le ministre, quelles actions, quelles sanctions et quelles pressions concrètes la Belgique est-elle prête à prendre et à exercer pour que ce drame et ce génocide cessent enfin?
Els Van Hoof:
Mijnheer de minister, hebt u zich ooit al eens gewassen met producten uit bezette gebieden? Als nieuwjaarscadeau kreeg ik een pakketje van de Israëlische ambassade met AHAVA-verzorgingsproducten. Zoek dat maar eens op. Die producten worden geproduceerd in de illegale nederzettingen. Het is heel duidelijk dat we van de Israëlische regering geen normbesef meer moeten verwachten.
De oorlog is opnieuw begonnen. Twee miljoen Gazanen worden al weken in een wurggreep gehouden, zonder toegang tot voedsel, water en elektriciteit. Om zijn eigen hachje en dat van zijn regering te redden, schiet Netanyahu eigenhandig het vredesakkoord aan flarden. Keer op keer moeten Gazaanse ouders hun dode kinderen begraven. Keer op keer veegt Israël zijn voeten aan het internationaal humanitair recht. Keer op keer wordt elke stap richting een duurzame vrede opgeblazen. Zelfs het lot van de gijzelaars lijkt de Israëlische regering koud te laten.
De wereld kijkt machteloos toe. Halfslachtige veroordelingen volstaan niet meer. Het is tijd voor actie, ook van u, ook van ons land, ook van de Europese Unie. Voor mijn partij is het klaar en helder: schort nu toch dat Europese associatieakkoord op. Neem sancties tegen oorlogsmisdadigers en verbied producten uit illegale nederzettingen. Europa moet het voortouw nemen.
Mijnheer de minister, wat zult u doen om een vuist te maken tegen Netanyahu's vernietigende overlevingsstrategie? Wat zult u doen om het Europese handen wassen in onschuld eindelijk te doorbreken?
Oskar Seuntjens:
Mijnheer de minister, het was gewoon bullshit. Alle mooie woorden over vrede, de bescherming van gijzelaars, een nieuwe en betere toekomst voor de Palestijnen… het was allemaal bullshit. Iedereen die daar nog aan twijfelt, wordt vandaag keihard met de neus op de bloederige feiten gedrukt. Alweer zijn er meer dan 1.000 doden gevallen: vrouwen, kinderen, mensen die in feite de pech hebben om op de verkeerde plek te zijn geboren.
Vergis u niet, Israël is geen gewone democratie meer, maar wel een land waar extremen aan de macht zijn gekomen en waar mensenrechten niet meer lijken te tellen. We hebben het hier in dit halfrond al vaak gehad over mensenrechten en het belang ervan. Dat is goed, maar is er iemand die echt gelooft dat de Trumps, Poetins en Netanyahu's van deze wereld daarvoor terugdeinzen? Zal dat het verschil maken? Ik denk het niet. Ze lachen ermee.
Voor Vooruit is het duidelijk dat we vandaag voor een fundamentele keuze staan. Mijnheer de minister, gaan we samen met Europa een echt front vormen en opkomen voor de onschuldige slachtoffers of blijven we aan de kant staan en kijken we weg?
Mijnheer de minister, ik vraag u vandaag geen mooie woorden, ik vraag concrete acties. Wat kunnen we doen om aan de kant van het goede te staan? Wat kunnen we doen om voor de onschuldige slachtoffers in Gaza op te komen?
Maxime Prévot:
Monsieur le président, chers collègues, soyons clairs: la nouvelle escalade de la violence au Proche-Orient est totalement inacceptable. J'ai maintes fois appelé au respect du cessez-le-feu et du droit international humanitaire, et voilà ce à quoi nous sommes à nouveau confrontés. J'ai condamné publiquement la reprise des attaques par l'armée israélienne, et fait peu fréquent, j'ai demandé à voir, hier, l'ambassadrice d'Israël pour lui faire part de mon indignation et de mon incompréhension.
Mon incompréhension, d'abord, quant au momentum . Nous nous attendions tous à pouvoir passer à la phase 2 de l'accord. Cette optique était renforcée par le récent plan arabe mis sur la table, qui a été accueilli très favorablement, notamment par nous. L'accord avait jusqu'ici permis un cessez-le-feu et avait permis à de nombreux otages de retrouver leur famille. L'aide humanitaire parvenait enfin à nouveau aux femmes et aux enfants de Gaza.
Het blokkeren van humanitaire hulp door Israël sinds 1 maart is een ernstige schending van het internationaal humanitair recht. De toegang tot voedsel, water, elektriciteit en gezondheidszorg verhinderen is duidelijk onaanvaardbaar.
Et mon indignation, ensuite et surtout, quant au principe même de ces attaques, coûtant la vie à de nombreux Palestiniens, à des membres du personnel de l'ONU et mettant – paradoxe! – en danger les nombreux otages israéliens encore en vie au plus grand dam de leurs familles.
Ik wil mijn diepste compassie betuigen aan alle Palestijnse slachtoffers in Gaza en aan alle Israëli's die vrede willen. Geweld zal niets oplossen. Hamas is niet verdwenen, maar tienduizenden burgers wel en er zijn nog steeds te veel gijzelaars in gevangenschap.
Il faut cesser le feu et reprendre le dialogue, d’autant que les répercussions régionales se font déjà sentir. Les Houthis, restés relativement calmes jusqu’ici, ont repris les hostilités en invoquant la défense des Palestiniens.
S’agissant de la question des ventes d’armes, il n’y a aucune licence d’exportation qui aurait été accordée pour renforcer la capacité militaire de Tsahal ou du Hamas. Vous me demandez donc d’interdire quelque chose qui n’existe pas.
België is een van de beste leerlingen van de Europese klas. Sinds 2009 al zijn de federale regering en de gewesten overeengekomen om geen wapenexportvergunningen te verlenen die de militaire capaciteit van de strijdkrachten in Israël en Palestina zouden versterken.
Madame Maouane, s’agissant de la question du génocide, je laisse à chacun la responsabilité de ses propos. La notion de génocide n’est pas un sujet à propos duquel on peut se permettre des raccourcis faciles.
J’en profite pour rappeler que la Belgique a toujours fortement soutenu et continue de soutenir les travaux de la Cour internationale de Justice. Nous insistons à chaque occasion sur l’obligation d’Israël de se conformer aux ordonnances rendues par la Cour en 2024. Pour rappel, la Cour a notamment ordonné à Israël de prendre toutes les mesures en son pouvoir pour empêcher la commission d’actes de génocide à Gaza.
België komt tussen in een procedure die Zuid-Afrika tegen Israël heeft aangespannen voor het Internationaal Gerechtshof, maar we trekken geen overhaaste conclusies. Het komt het hof toe, en het hof alleen, om in volledige onafhankelijkheid te beoordelen of er al dan niet genocide is gepleegd.
We verzetten ons tegen elk obstakel voor de tweestatenoplossing, bijvoorbeeld door financiële en politieke steun te geven aan Palestijnen die op de Westelijke Jordaanoever wonen. Ook steunen wij de Palestijnse Autoriteit in haar hervormingsproces, zodat ze de legitimiteit en capaciteit heeft om Palestina te besturen.
On ne doit jamais oublier qu’une Autorité palestinienne faible signifie un Hamas fort. Nous avons tout intérêt à assurer une Autorité palestinienne forte comme interlocuteur pour Israël.
Die stappen maken het mogelijk om de erkenning van een levensvatbare Palestijnse Staat te overwegen, die zowel basisvoorzieningen voor de eigen burgers kan verzorgen als veiligheid voor de Israëli's bieden. (…)
Voorzitter:
Uw tijd is om, mijnheer de minister. Als ik voor u een uitzondering maak, dan moet ik dat voor iedereen doen.
Christophe Lacroix:
Monsieur le ministre, je vous remercie de vos réponses. Cependant, elles sont évasives et peu concrètes.
Au-delà des indignations et des mots de compassion, nous réclamons des actes et des sanctions. Comment est-ce possible face à ce monde de salopards, face à ce gouvernement d'extrême droite qui tue et assassine des enfants, des femmes, des vieillards? Avez-vous vu le regard de ces mères éplorées? Avez-vous vu les yeux remplis de larmes de ces enfants dont le destin est brisé à jamais? Et nous allons laisser encore se poursuivre ces crimes? Il nous faut reconnaître l' É tat de Palestine! Il nous faut sanctionner ces dirigeants sanguinaires! Et il faut cesser l'accord de coopération et d'association avec Israël!
Peter Mertens:
"België is de beste leerling van de klas." Mijnheer de minister, in december 2023 kwam aan het licht dat 246 ton militair materiaal via Antwerpen naar Israël werd verscheept. In januari 2024 kwam aan het licht dat 16.000 ton buskruit via de haven van Antwerpen van België naar Israël werd verscheept. Nog steeds leveren schepen van de rederij Maersk via de haven van Antwerpen wapens aan Haifa, nog steeds.
Er is bovendien geen enkele disclosure . Als men gegevens opvraagt, krijgt men een lijst met zwart doorstreepte pagina's. Dat is de realiteit van vandaag in de gemeenteraad van Antwerpen, in het Vlaams Parlement en hier. Iedereen houdt de paraplu op.
Wij zijn niet de beste leerling van de klas. Wij laten toe dat vandaag nog altijd materiaal daarheen wordt verscheept. De massamoord kan alleen maar doorgaan dankzij het wapentransport.
Als u dus wilt dat er een einde aan komt, leg dan het wapenembargo op, mijnheer de minister.
Rajae Maouane:
Monsieur le ministre, je dois dire que je suis sidérée par vos réponses. C'est la CIJ, ce sont des ONG comme Amnesty International qui parlent de génocide. Ce n'est pas une bande de gauchistes! Il y a un mandat d'arrêt international contre Netanyahu.
Netanyahu est accusé de nuire à son pays. Hier encore, des milliers d'Israéliens manifestaient en disant qu'ils sont pris en otage par un gouvernement sanguinaire. Il est accusé de nuire à son pays, et que fait le monde occidental? Rien. Que fait la Belgique? Rien de suffisant. Votre réponse est insuffisante. Pour sanctionner la Russie, il y a du monde. C'est très bien. Pour sanctionner la Chine, aussi. Mais, pour arrêter un génocide, chers collègues, auquel on assiste en direct, il n'y a plus personne!
Quelle crédibilité avons-nous encore? Quelle crédibilité avons-nous face à ces bébés qui sont morts de froid? Face à ces enfants qui sont traumatisés, qui sont charcutés? Quelle crédibilité avons-nous? Il n'y a plus que de la colère et de la honte, monsieur le ministre!
Els Van Hoof:
Compassie, verontwaardiging, de beste leerling van de klas zijn, het volstaat blijkbaar niet. We moeten nog steviger uithalen op Europees en op multilateraal vlak om ervoor te zorgen dat dit geweld en deze schendingen stoppen.
Dat de extremisten deel uitmaken van de Israëlische regering zegt heel veel over de Israëlische intenties. Dat betekent nog meer nederzettingen op de Westelijke Jordaanoever. Er zijn er 4.000 aangekondigd. Men leeft daar nu in angst en depressie, dat heeft de Palestijnse ambassadrice nog deze week tegen mij gezegd. Elke hoop op vrede voor elke Israëli en elke Palestijn is weerom aan flarden geschoten.
Er is dynamiek en goede wil getoond, ook en vooral vanuit de Arabische wereld. Het was een perfect plan dat de steun kreeg van de Europese Unie en van het Verenigd Koninkrijk, maar dat is onderuit gehaald. Dat kan niet. Europa mag zijn handen niet wassen in onschuld. Ik zal dat ook niet doen met mijn verzorgingsproducten. We moeten (…)
Oskar Seuntjens:
Mijnheer de minister, u geeft aan dat het niet makkelijk wordt, maar ik hoop dat u en alle politici hier in de zaal beseffen dat we het niet moeten doen omdat het makkelijk is, maar omdat mensen op ons rekenen. Onschuldige slachtoffers in Gaza rekenen op politici om voor hen op te komen. In de vorige regering hebben we er met Caroline Gennez voor gezorgd dat we voedselpakketten en medicijnen konden brengen. Diezelfde inzet hebben we vandaag nodig, en nog meer. We moeten durven te spreken over sancties tegen Israël, dat is de enige taal die zij begrijpen. We kunnen hier alle schone woorden gebruiken, maar de enige taal die zij begrijpen, is de taal van het geld. Het is aan ons, collega's, om onze verantwoordelijkheid te nemen en aan de juiste kant te staan. Ik reken echt op u, mijnheer de minister. Ik hoop dat u daar rekening mee houdt.
De gelijkstelling (of niet) van ziektedagen met effectief gewerkte dagen voor de pensioenmalus
Bekijk antwoord
Raoul Hedebouw:
Mijnheer Jambon, minister van Pensioenen, in België hebben we al zeer lage pensioenen en u wilt daarbovenop nog een malus van honderden euro's opleggen voor bepaalde werknemers die niet tot 67 jaar kunnen werken. Dermate lage pensioenen en toch alweer een sanctioneringsmechanisme.
Dat betekent voor een gelijke carrière en een gelijk loon dat werknemers hier in België meer dan 400 euro minder pensioen hebben dan werknemers in de omliggende landen, zoals Frankrijk en Duitsland. Al 400 euro minder, dermate lage pensioenen en u wilt toch alweer sancties opleggen aan diegenen die niet kunnen werken tot 67 jaar.
U kunt zich niet inbeelden welke woede er heerst in de samenleving, mijnheer Jambon. Voor u is het immers gemakkelijk. Hoeveel pensioen zult u hebben? Het maximumplafond waarschijnlijk, ongeveer 8.000 euro bruto. Zo is het gemakkelijk. Maar voor de werknemers van dit land, no way.
Daarom rijst de vraag, mijnheer de minister, of voor die malus de ziekteperiodes in aanmerking worden genomen. U kon die vraag tijdens de plenaire niet echt beantwoorden. Nu blijkt dat er discussie is binnen de meerderheid. Wat is het officiële standpunt? Mijnheer Vandenbroucke zei in De Zevende Dag dat het laatste woord daarover nog niet is gezegd. Gisteren zei collega Lanjri in de commissie dat ze hoopte dat het niet gelijkstellen van die ziekteperiodes in het regeerakkoord een vergissing is van de vicepremier. Dat is een goed standpunt van cd&v.
Daarom vraag ik of de regering een duidelijk standpunt heeft over het al dan niet meetellen van die ziekteperiodes voor de malus. Het volk heeft recht op een duidelijk antwoord van de minister.
Jan Jambon:
Mijnheer Hedebouw, u zult het met mij eens zijn dat het luik pensioenen in het regeerakkoord in detail is uitgewerkt. Inhoudelijk zijn wij het niet eens, dat hebt u nog maar eens benadrukt. Ik noteer dat; ik was daar ook van uitgegaan. Het luik pensioenen is wel in detail uitgewerkt en zo'n gedetailleerde uitwerking heeft veel voordelen.
Een van de nadelen is echter dat men kan zoeken naar wat nog niet heel juist is gespecificeerd. Zo hebt u terecht een punt aangehaald dat nog op de regeringstafel ligt en dat in de volgende weken uitgeklaard zal worden, aangezien de uitgestelde periodes een belangrijk punt zijn. Dat ligt dus nog op de regeringstafel, maar vooraleer ik met het wetsontwerp naar het Parlement kom, zal dat uitgeklaard zijn in de schoot van de regering.
Ik wens u veel onderzoekswerk om nog zulke dingen te vinden, dan kan ik een vergelijkbaar antwoord geven.
Raoul Hedebouw:
Beste collega's en alle werknemers van dit land, tijdens de bespreking van de regeerverklaring in de plenaire vergadering werd duidelijk geantwoord dat de gelijkgestelde periodes niet zouden meetellen. Vandaag horen we hier nu officieel een twijfel, uitgesproken door de minister. Hij is aan het twijfelen. Laten we moed houden, beste werknemers van dit land. We kunnen hen doen plooien. Mijnheer de minister, u hebt uw standpunt gewijzigd, jawel. Het kan niet dat wie vandaag ziek is weeral eens gesanctioneerd wordt op het vlak van de pensioenen. Dat moet ons goede moed geven. Op 31 maart wordt er gestaakt in dit land. Beste kameraden in de bedrijven, in de wijken, overal, op 31 maart moeten wij druk zetten. Deze regering durft al niet meer voluit te gaan voor een malus. Laten we doorgaan totdat die malus helemaal afgeschaft wordt. Zeker en vast!
De concrete herfinanciering van de justitie
Bekijk antwoord
Simon Dethier:
Madame la ministre, l'enjeu de la justice est un enjeu de sécurité intérieure et de santé de notre système démocratique. Depuis plusieurs années, les questions d'arriéré judiciaire, de manque de magistrats et de ressources humaines, de surpopulation carcérale et des conditions de détention suscitent de vives inquiétudes.
Aujourd'hui, l'action menée par les professionnels du droit pour la Journée de la Justice n'est qu'une conséquence de cet état des lieux.
Les récentes condamnations de la situation dans les prisons de Haren et de Saint-Gilles et les lourdes astreintes qui en découlent rendent encore plus problématique la reprise de l'exécution des peines de moins de trois ans. La situation risque encore de se détériorer.
Dans ce contexte, le combat du groupe Les Engagés est clair. Nous voulons une réforme en profondeur de notre système carcéral et nous serons également là pour soutenir le refinancement de la justice et donner les moyens nécessaires à son bon fonctionnement. Le chantier de la justice doit être prioritaire.
L'accord de gouvernement est ambitieux et nous nous en réjouissons. Il est crucial maintenant qu'il soit mis en œuvre rapidement et efficacement.
Madame la ministre, quelles initiatives comptez-vous mettre en place pour garantir la conformité de nos établissements et éviter de nouvelles condamnations? Par ailleurs, comment abordez-vous le besoin de refinancement nécessaire de la justice pour garantir son bon fonctionnement?
Annelies Verlinden:
Monsieur Dethier, la tâche qui nous attend à la Justice est particulièrement grande. Lorsque j'ai pris mes fonctions, il est apparu que la surpopulation carcérale était encore plus importante qu'estimée. Cette situation conduit à l'impunité, à l'insécurité et a déjà valu à notre pays plusieurs condamnations pour des conditions de détention inhumaines. Les violences incessantes, conséquences de la criminalité organisée liées à la drogue dans certains quartiers, nécessitent également une approche plus ferme.
Ces dernières semaines, j'ai écouté très attentivement de nombreux acteurs de la justice, y compris le procureur du Roi de Bruxelles, ainsi que les questions et les besoins du procureur du Roi d'Anvers. J'ai bien sûr aussi entendu la police judiciaire fédérale. Cet après-midi encore, j'ai reçu à mon cabinet une délégation de différents acteurs du monde de la justice.
Je comprends les appels et les cris de détresse concernant la surpopulation carcérale qui s'expriment aussi publiquement car, chers collègues, les besoins sont considérables. En tant que ministre de la Justice, il est de mon devoir de les traduire dans un plan d'action réaliste. Avec l'Arizona, nous nous sommes engagés à renforcer la sécurité intérieure et à garantir une justice équitable qui resserre les liens et qui accorde une place centrale aux victimes.
C'est pourquoi chaque maillon de la chaîne de sécurité doit être solide. Permettez-moi d'ajouter que les défis de la justice ne se limitent évidemment pas à lutter contre la criminalité liée à la drogue et à éliminer l'impunité. Nous avons rédigé un accord de gouvernement très ambitieux.
Sachez que je m'investirai pleinement à le mettre en œuvre, mais cela nécessite plus de moyens que nous n'en avons aujourd'hui. J'ai soumis un plan chiffré et mesuré à mes collègues du gouvernement ainsi qu'un plan pour remédier à la surpopulation carcérale. Ces plans devront être discutés au sein du gouvernement.
Dans tous les cas, sachez que vous pouvez compter sur moi pour travailler d'arrache-pied à une justice résolue.
Simon Dethier:
Merci madame la ministre pour toutes ces réponses. Je suis rassuré de savoir que vous rencontrez régulièrement l'ensemble des acteurs. Il s'agit d'un enjeu déterminant pour notre système démocratique. Comptez sur Les Engagés pour être soutenants et constructifs mais également exigeants sur cette thématique, et porter les combats nécessaires au bon fonctionnement de la justice, en concertation avec l'ensemble de ses acteurs.
De discriminatie bij domicilieaanvragen in Aalter
De inschrijving in een gemeente
Discriminatie en inschrijving Gemeentelijke Dienstverlening
Gesteld door
Groen
Matti Vandemaele
VB
Alexander Van Hoecke
Aan
Bernard Quintin (Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken)
Bekijk antwoord
Matti Vandemaele:
Mijnheer de minister, voor Bert Janssens 15 dagen, voor Mieke Vandenbroucke 16 dagen. Dat is de tijd die men nodig heeft in Aalter om met een Vlaamse naam gedomicilieerd te geraken. Voor Youssef El Yakhloufi 307 dagen en voor Mayada El Kaddouri 299 dagen. Opvallend toch dat mensen die geen Belgisch klinkende naam hebben, negen keer langer moeten wachten voor ze gedomicilieerd geraken in Aalter. Is dat toeval? De steekproef die Pano en De Morgen gedaan hebben, maakt alvast duidelijk dat er een patroon is. Het heeft er alle schijn van dat in Aalter gediscrimineerd wordt op basis van afkomst bij het toekennen van domicilie.
Voor mensen met een niet-Belgische naam wordt er consequent een woonstkwaliteitscontrole gekoppeld aan het verkrijgen van die domicilie. Vier van de 77 controles vorig jaar waren voor mensen met een Belgische naam. Alle andere waren voor mensen met een naam die niet-Belgisch klinkt.
Is het toeval? Zoveel toeval dat er 110 klachten binnengekomen zijn bij de FOD Binnenlandse Zaken? Er was zelfs iemand die een opstel moest schrijven over waarom hij het verdiende om inwoner van Aalter te worden voor hij de nodige documenten kreeg. Collega's, daar is een woord voor: discriminatie.
We horen van medewerkers bij het OCMW ook dat er op een illegale manier informatie werd opgevraagd door de burgemeester, dat er sturing is bij het toekennen van sociale steun en dergelijke meer. Collega's, we waren vorig jaar allemaal verontwaardigd over wat er gebeurd is in een andere gemeente. Ik moet zeggen dat ik die verontwaardiging vandaag mis.
Mijnheer de minister, wat zult u daaraan doen? Ik hoor immers dat het Vlaamse ABB kijkt naar de FOD Binnenlandse Zaken (…)
Alexander Van Hoecke:
Mijnheer de minister, al jarenlang kampt onze samenleving met de verschrikkelijke gevolgen van massale en ongecontroleerde migratie. Ook onder de regering-De Wever blijft die voortduren. Weet u, mijnheer de minister, aan dit tempo zal tegen 2044 maar liefst de helft van de inwoners van dit land van niet-Belgische herkomst zijn. Onze samenleving kreunt daaronder. Onze burgemeesters kreunen daaronder. Onze lokale besturen kreunen daaronder.
Het zijn die lokale besturen, die in de praktijk vaak het eerst te maken krijgen met dat probleem, die daarmee geconfronteerd worden, die vandaag wanhopig op zoek zijn naar oplossingen om dat probleem het hoofd te bieden. Oplossingen die ze vandaag niet hebben. U weet het, mijnheer de minister, maar liefst 44,2 % van de niet-EU-vreemdelingen in dit land werkt niet. In dit land gaat meer dan 40 % van de leeflonen naar niet-EU-vreemdelingen. Beseft u wat voor impact dat heeft op de samenleving? Beseft u wat voor impact dat heeft op een kleine gemeente?
Mijnheer de minister, we hebben in de vorige legislatuur een wetsvoorstel ingediend, een wetsvoorstel dat we onmiddellijk opnieuw zullen indienen. Eigenlijk gaat het om een oude wet die is afgeschaft onder de regering-Verhofstadt. Die wet maakte het voor gemeenten mogelijk zelf te zeggen: genoeg is genoeg. Die wet reikte gemeenten de tools aan om ervoor te zorgen dat ze een vestigingstop konden invoeren voor niet-EU-vreemdelingen als zij die niet langer kunnen absorberen.
Mijn vraag aan u, mijnheer de minister, is eigenlijk heel eenvoudig. Bent u bereid ons daarin te steunen? Bent u bereid onze gemeenten daarin te steunen? Of maakt u deel uit van het probleem en laat u het probleem gewoon voort etteren?
Bernard Quintin:
Mijnheer Vandemaele, mijnheer Van Hoecke, ik heb kennisgenomen van de problemen met de inschrijvingen in het bevolkingsregister in Aalter. Ik licht eerst de procedure en de termijnen toe. Een burger moet binnen de acht dagen een nieuwe adreswijziging aan de gemeente melden. Binnen de vijftien dagen vindt dan een woonstcontrole plaats. Dat betekent dat een inschrijving in het bevolkingsregister ongeveer drie weken in beslag neemt.
Naar aanleiding van de vragen heb ik informatie bij mijn diensten opgevraagd. Ik kan u het volgende meedelen. Sinds eind 2023 werden er 110 klachten bij de Algemene Directie Identiteit en Burgerzaken ingediend, waarvan 90 % afkomstig is van de Dienst Vreemdelingenzaken. Hoewel het merendeel van de dossier inmiddels is afgehandeld, blijven er nog vier openstaande dossiers van augustus 2024 en een van juli 2024 over.
Wanneer de FOD Binnenlandse Zaken een klacht via de Dienst Vreemdelingenzaken of rechtstreeks van een burger ontvangt, wordt de gemeente Aalter onmiddellijk gevraagd om een onderzoek in te stellen. Uit analyse blijkt dat de procedure voor adreswijziging en registratie in het Rijksregister in Aalter lang duurt. Dat komt vooral omdat elke aanvraag voor een adreswijziging eerst door het schepencollege moet worden goedgekeurd voordat een controle van de woonkwaliteit en domiciliecontrole kan plaatsvinden. Daarnaast past de gemeente Aalter het systeem van de voorlopige inschrijving in het bevolkingsregister niet toe, zoals voorgeschreven door de FOD Binnenlandse Zaken. De FOD Binnenlandse Zaken heeft de problematiek al bij de gemeente Aalter aangekaart.
Op 13 mei 2024 vond hierover een overleg plaats tussen de bevoegde schepen en de directeur Bevolking van Aalter en de Algemene Directie Identiteit en Burgerzaken van de FOD Binnenlandse Zaken. De FOD Binnenlandse Zaken heeft echter geen bevoegdheid om sancties aan gemeenten op te leggen, dat behoort tot de verantwoordelijkheid van de regionale overheden, in dit geval het Vlaams Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB). Het sanctioneren van een lokaal bestuur behoort tot de bevoegdheid van de regio's. De FOD kan alleen een dossier opstarten wanneer een gemeente een negatieve beslissing neemt.
Matti Vandemaele:
Mijnheer de minister, men wijst mekaar met de vinger. Het ABB zegt dat de FOD Binnenlandse Zaken verantwoordelijk is. De FOD Binnenlandse Zaken zegt dat het de verantwoordelijkheid van het ABB is. Mijnheer de minister, het is uw verantwoordelijkheid om echte oplossingen te bieden.
U wees er gisteren in de commissie op dat u te veel regimes had gezien die de principes van de rechtsstaat niet ernstig nemen om niet als eerste op de barricades te staan. Welnu, u hebt hier de kans om niet alleen in woorden – paroles, paroles, paroles –, maar ook in daden te tonen dat u de rechtsstaat ernstig neemt, en om, eventueel samen met uw collega's van de Vlaamse overheid, in te grijpen. Hetgeen hier gebeurt, begrijp ik immers niet.
Mijnheer Mahdi, u kunt ook ingrijpen. U zou bijvoorbeeld de betrokken burgemeester, die lid is van uw partij, kunnen herinneren aan het principe van christelijke barmhartigheid.
Alexander Van Hoecke:
Mijnheer de minister, ik had er een beetje voor gevreesd, maar u behandelt een enorm samenlevingsprobleem als een juridisch probleem. De gevolgen van migratie op onze gemeenten zijn geen juridisch probleem. De regering blijft gewoon het licht van de zon ontkennen. Ik ben heel benieuwd wat de Vlaamse regering zal doen. Zal zij bijvoorbeeld boetes uitschrijven, omdat burgemeesters initiatieven nemen? Het probleem is niet dat die inschrijvingsprocedures te lang duren. Dat is het symptoom. Het probleem is dat onze gemeenten overspoeld worden en dat onze burgemeesters wanhopig op zoek zijn naar een oplossing. Het probleem is dat onze gemeenten het slachtoffer zijn van uw wanbeleid. Ik wil iedereen in het halfrond nogmaals oproepen om ons wetsvoorstel te steunen. Schrijf het desnoods klakkeloos over, u hebt mijn toestemming. Dien het in onder uw eigen naam als u wilt, maar steun het en zorg ervoor dat onze gemeenten, onze burgemeesters het hoofd kunnen bieden aan die problemen.
De blijvende veiligheidsproblemen en terreurdreiging negen jaar na de aanslagen
Bekijk antwoord
Sam Van Rooy:
Mijnheer de minister, dames en heren, we herdenken vandaag de islamitische terreuraanslagen van 22 maart 2016 in Zaventem en Brussel. Met de Koran en de Hadith in de hand hebben vijf Allahoe akbar schreeuwende moslims toen 35 onschuldige mensen vermoord. Daarbij raakten ook 340 mensen gewond, vaak zwaar verminkt voor het leven. Het was de dodelijkste terroristische aanslag in de Belgische geschiedenis.
Dat deze terreuraanslagen hier hebben kunnen plaatsvinden, is een ware schande. Hoe diezelfde overheid nadien de slachtoffers heeft behandeld – of mishandeld – is al even schandalig. Deze islamitische aanslagen waren het gevolg van het decennialang gevoerde globalistische pamperbeleid. Ze waren het resultaat van de open grenzen, van het oikofobe en islamofiele diversiteitsdogma en van een laks en soft veiligheidsbeleid.
Sindsdien is de islamitische terreurdreiging helaas alleen verder toegenomen. Dat is ook logisch, want dat is nu eenmaal wat de islam voorschrijft. Het aantal moslims met orthodoxe of zelfs jihadistische opvattingen in dit land neemt elke dag toe. Pas nog riepen moslims op om terreuraanslagen te plegen in Antwerpen en Brussel. Vandaag, negen jaar na de Belgische 9/11, de Belgische 7 oktober, blijkt dat de detectie van explosieven op de luchthavens van Charleroi en Zaventem zo lek als een zeef is. Bij een test werden minstens de helft van de explosieven niet eens opgemerkt.
Mijnheer de minister, hoe is dit in godsnaam mogelijk? Welke stappen zet u om de veiligheid van de reizigers en onze burgers te garanderen?
Bernard Quintin:
Mijnheer Van Rooy, bedankt voor uw vraag, die mij de gelegenheid geeft terug te komen op de tragische gebeurtenissen die België negen jaar geleden hebben getroffen.
Ik was op post in Rio toen het gebeurde en ik zal me altijd mijn Spaanse collega herinneren die mij onmiddellijk de condoleances van zijn land overbracht, met de emotie van iemand die in 2004 de aanslagen in Madrid van dichtbij had meegemaakt. Ik begreep toen onmiddellijk dat 22 maart 2016 voor altijd de dag zal blijven waarop België is toegetreden tot de trieste kring van democratieën die hard getroffen werden door terrorisme.
De regering is zich er volledig van bewust dat de terroristische dreiging in welke vorm dan ook aanwezig blijft, want 16 oktober 2023 is de datum van de laatste aanslag op ons grondgebied. Sindsdien blijft de oorlog in Gaza een triggerevent en blijft het dreigingsniveau dus op 3. Gelukkig waren er sindsdien geen incidenten. Het aantal dreigingen is ook genormaliseerd volgens het OCAD.
De concrete aanbevelingen van de onderzoekscommissie Terroristische Aanslagen waren een leidraad. Veel aanbevelingen zijn uitgevoerd, maar we kijken welke nog relevant zijn. De infodeling is gigantisch toegenomen en de strategie tegen terrorisme is ontwikkeld. We zien wel dat er meer minderjarigen in dossiers voorkomen met een onlinelink. Ik zal ervoor zorgen dat de sociopreventieve opvolging op het niveau van de regering gebracht wordt de komende weken.
Het nulrisico bestaat natuurlijk niet, maar ik heb alle vertrouwen in onze diensten om ons te beschermen tegen deze dreiging. Ik volg ook de situatie in de luchthaven op de voet. Dat was gisteren ook een belangrijk deel van mijn beleidsnota.
Sam Van Rooy:
Mijnheer de minister, één mes, één vuurwapen, één explosief of zelfs een auto in de handen van een jihadistische moslim volstaat. Uit de beleidsverklaringen blijkt dat deze regering vooral wakker ligt van islamofobie. Tijdens de ramadan zijn er traditioneel nog meer islamitische aanslagen. Terwijl jullie gaan 'iftarren' worden er wereldwijd elke dag meer dan acht islamitische aanslagen gepleegd. De afgelopen 19 ramadandagen werden er in totaal 1.609 mensen vermoord door jihadisten. Die islamitische jihad wordt nu zelfs gesponsord door deze Belgische regering, die 18 miljoen euro van ons belastinggeld naar Syrië stuurt. Dat is dom, schandalig, weerzinwekkend en moorddadig.
De cijfers van het Drugsagentschap van de Europese Unie en het Kanaalplan
Gesteld door
Aan
Bernard Quintin (Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken)
Bekijk antwoord
Jeroen Bergers:
Mijnheer de minister, uit cijfers van het Europees Drugsagentschap blijkt dat er in geen enkel Europees land zoveel cocaïne wordt gebruikt als in ons land. Ook wat betreft MDMA en ketamine staan we jammer genoeg in de top drie.
Beste collega's, het moet duidelijk zijn, die drugs maken onze samenleving kapot en verwoesten individuele mensenlevens. Een kordaat drugsbeleid is dan ook nodig. Dat zal een en-enverhaal zijn: we moeten de hele keten aanpakken van de bronlanden tot de controle op de invoer hier in onze luchthavens en onze zeehavens, en de geldstromen van die criminele organisaties. We moeten die organisaties raken waar het pijn doet. We moeten evenwel ook de criminaliteit in onze straten aanpakken. We moeten de gebruikers preventief benaderen en hen wijzen op hun verantwoordelijkheid in het financieren van die criminaliteit.
Mijnheer de minister, onder Arizona moet het duidelijk zijn dat niet de criminelen de baas zijn van de straten in onze steden, maar wel de ordediensten en dat wie criminele feiten pleegt, daarvoor wordt aangepakt. De feiten, of het nu het onderzoek is, de schietincidenten in Brussel of de aanslagen in Antwerpen, tonen elke week opnieuw duidelijk aan wat een absolute stommiteit Vivaldi heeft begaan door het Kanaalplan van minister Jambon af te schaffen. Dat plan zorgde ervoor dat er meer blauw op de straat was waar dat het meest nodig is, in Brussel en de Vlaamse rand en in Antwerpen alsook dat drugscriminaliteit kordater werd aangepakt.
Mijnheer de minister, mijn vraag aan u is duidelijk. Welke timing stelt u voorop om dat Kanaalplan terug in te voeren? We zullen met de N-VA, met Arizona, met u, immers een kordater veiligheidsbeleid voeren. Welke timing stelt u voorop? Wilt u dat plan ook uitbreiden en versterken? De N-VA-fractie is alvast vragende partij.
Bernard Quintin:
Mijnheer Bergers, de recente cijfers over de hoge concentratie cocaïne in het Brusselse en Antwerpse rioolwater, zoals geapporteerd door het Europees drugsagentschap EUDA en het onderzoeksnetwerk SCORE, bevestigen de uitdaging waarvoor we staan in de strijd tegen drugscriminaliteit, inclusief consumptie. Opvallend is dat de concentratie aan restanten in onze hoofdstad volgens het EUDA verdubbeld is in vergelijking met vorig jaar, waardoor Brussel wat betreft cocaïnegebruik al op de vierde plek in Europa staat. Dat probleem treft niet alleen onze grootsteden, maar heeft een bredere impact op de samenleving en de openbare veiligheid.
Gisteren, tijdens de debatten over de beleidsverklaring in de commissie voor Binnenlandse Zaken, heb ik reeds uitvoerig mijn plan van aanpak uiteengezet voor de komende jaren. De strijd tegen drugs is een topprioriteit voor deze regering en het gaat over de mondigheid van de gebruikers. In dat kader zal er voor Brussel een Kanaalplan 2.0 worden ontwikkeld, zo vlug mogelijk, conform het regeerakkoord, waarbij de strijd tegen drugs centraal zal staan. Interessant is toch te noteren dat het kanaal loopt van Charleroi tot Antwerpen via Brussel.
De boodschap is duidelijk: er is geen plaats voor drugshandel in onze samenleving. De federale regering neemt haar verantwoordelijkheid en voert een doortastend beleid om deze plaag bij de wortel aan te pakken. Dat werd gisteren in de commissie bevestigd en de komende maanden zal dat beleid onverminderd worden doorgezet.
Jeroen Bergers:
Mijnheer de minister, dank u voor uw antwoord. U weet dat ik ontzettend enthousiast ben – men zal ons dat niet verwijten – over deze regering, die eindelijk werk wil maken van een kordaat veiligheidsbeleid. Ik heb er alle vertrouwen in dat u het regeerakkoord zult uitvoeren en dat u werk zult maken van die kordate veiligheidsaanpak. Het moet mij echter wel van het hart dat we in het Parlement heel veel tijd spenderen aan vergaderen en debatteren – dat is belangrijk – en dat criminele organisaties dat niet doen. Zij verliezen geen tijd, maar winnen terrein en dus is het duidelijk dat er een aanpak nodig is. Wat het Kanaalplan betreft, is het geluk dat er al heel wat maatregelen uitgewerkt zijn door minister Jambon destijds en dat zij makkelijk opnieuw kunnen worden geïmplementeerd. Daarom roep ik u nogmaals op om hier snel werk van te maken. Er is al heel veel werk gedaan. We moeten hier het debat voeren, maar het is ook tijd voor actie. De burger verwacht dat van ons.
De aanhoudende stakingen bij de NMBS
De nieuwe stakingen bij de NMBS, de staking te veel?
De stakingen bij de NMBS
De stakingen bij de spoorwegen
NMBS stakingen en hun impact
Gesteld door
Open Vld
Irina De Knop
MR
Gilles Foret
PS
Dimitri Legasse
Groen
Staf Aerts
Aan
Jean-Luc Crucke (Minister van Mobiliteit, Klimaat en Ecologische Transitie)
Bekijk antwoord
Irina De Knop:
Mijnheer de minister, laten we eerlijk zijn, de stakingen waarmee de vele tienduizenden reizigers de voorbije weken en maanden af te rekenen hebben, zijn echt een schande. Sommigen spreken zelfs over pestgedrag en ik kan hun geen ongelijk geven. De ene vakbond wil nog straffer doen dan de andere als het gaat over syndicale acties.
Ik vraag me trouwens af hoe het eraan toegaat bij de vakbonden. Vraagt de ene bij de bespreking van de te voeren acties of twee dagen volstaan om de regering te treffen, waarna de andere er een schep bovenop doet door zes dagen te willen staken en een derde ten slotte oproept om twee weken te staken, zodat men wel zal moeten luisteren. Zou het er zo aan toegaan?
Mijnheer de minister, ondertussen is er natuurlijk de harde realiteit: de acties volgen elkaar in snel tempo op. In het regeerakkoord lezen we dat de arizonaregering er alles aan wil doen om de vakbonden hun historische rol te laten spelen. Dat nemen ze bij de vakbonden natuurlijk heel serieus. Verder staat in het regeerakkoord dat het stakingsrecht gegarandeerd moet blijven. Ook dat nemen ze heel serieus. Maar wat met de rechten van de treinreiziger? Waar is het respect voor hen?
Mijnheer de minister, hoelang zult u het sociaal overleg nog kansen geven? Hoelang zult u het nog aanzien? Wanneer zult u eindelijk ingrijpen?
Gilles Foret:
Monsieur le ministre, quelle belle cravate! Dommage pour la couleur…
"Quand la grève devient la norme et les trains qui roulent l'exception…" Voilà le titre de l'édito de Sudinfo ce matin. Il faut malheureusement bien reconnaître, monsieur le ministre, que la formule employée résume parfaitement la situation que doivent endurer des milliers de travailleurs, des étudiants, des touristes et d'autres usagers du rail depuis plusieurs semaines. Et les perspectives des cinq prochains mois ne sont guère plus réjouissantes quand on fait le compte des grèves annoncées: une grève du 23 au 30 mars, une grève générale le 31 mars, six autres journées en avril, deux semaines supplémentaires en mai et puis un peu en juin, évidemment. Et pourquoi ne pas aller plus loin en juillet et en août et proposer des grèves estivales les vendredis et samedis pour bien plomber les vacances de ceux qui en auront bien besoin?
Je ne peux que rejoindre les directions de la SNCB et d'Infrabel, qui condamnent fermement ces grèves. Ces actions sont inacceptables, irresponsables et disproportionnées. Elles pénalisent les 900 000 voyageurs transportés chaque jour ainsi que, ne l'oublions pas, les entreprises qui font le pari du fret ferroviaire pour transporter leurs marchandises. Si l'on voulait plomber le shift modal, on ne s'y prendrait pas autrement! Les raisons de ces grèves préventives, punitives, restent les mêmes: les pensions, alors même qu'aucune mesure gouvernementale n'a encore été prise ni même discutée!
Je n'ose pas non plus imaginer quelle serait la situation, monsieur le ministre, si votre prédécesseur n'avait pas mis en place le service garanti. Je tiens aussi à saluer le personnel de la SNCB et d'Infrabel qui se rendent disponibles durant ces jours de grève afin d'assurer une certaine continuité du service de transport ferroviaire de personnes.
Monsieur le ministre, où en sont les consultations avec les syndicats? Avez-vous encore prise sur le dialogue social, qui semble hors de contrôle? Comment comptez-vous limiter l'impact de ces grèves à répétition pour les usagers? Allez-vous renforcer rapidement la législation sur le service garanti?
Dimitri Legasse:
Monsieur le ministre, les grèves continueront, parce que vous n'avez pas pu rassurer les travailleurs. Vous n'avez d'ailleurs pas vraiment répondu à leurs questions. Non, aujourd'hui, ce n'est pas le 1 er mai, c'est théoriquement la Journée mondiale du bonheur. Mais, pour les gens qui travaillent sur le rail, ce ne l'est vraiment pas. Les travailleurs s'inquiètent de vos projets de restructuration du rail. Thierry, un accompagnateur de ma commune, m'en parlait encore il y a quelques jours; Gérald, mon cousin qui travaille chez Infrabel, m'en parlait également.
Votre gouvernement a confirmé sa volonté d'économiser 700 millions sur les entreprises du rail. Et, hier, vous avez confirmé en commission ces économies, tout en reprenant les termes du contrat de votre prédécesseur, c'est-à-dire renforcer le réseau, élargir l'offre, améliorer la ponctualité. Mais, pour cela, vous demandez aux travailleurs d'en faire plus, en leur garantissant moins de moyens. Ce n'est pas crédible. La recette proposée aux 28 000 travailleurs, c'est plus de flexibilité, plus de productivité, moins de droits. Monsieur le ministre, on parle de métiers qui fonctionnent 365 jours sur 365, par tous les temps, pour préparer les trains et accompagner les usagers. Être disponible la nuit et le jour, travailler à pauses, et ce, en subissant près de 2 000 agressions par an selon les derniers chiffres.
Vos réformes, monsieur le ministre, c'est moins de trains, moins de services en gare, moins d'arrêts et une dégradation de la qualité du service ferroviaire. Vous avez encore la possibilité d'inverser les choses. Un calendrier de négociations avait été fixé. Quand allez-vous défendre vraiment les travailleurs et les usagers du rail? Les deux sont indissociables. Que comptez-vous faire pour sortir de cette situation de crise?
Staf Aerts:
Mijnheer de minister, de arizonaregering en uw ministerschap zijn nog geen drie maanden ver. Op die drie maanden telden we al 19 dagen spoorstaking. Dat is nu al een record. Is dat veel? Ja, dat is veel. 2025 is nu al een recordjaar in vergelijking met de voorgaande tien jaren en het is nog geen drie maanden ver! Als we alle aangekondigde stakingsdagen in het overzicht opnemen, dan komen we tegen eind augustus aan 88 stakingsdagen, gedurende dewelke de treinreiziger in de kou blijft staan. Protesteert het personeel vandaag tegen de NMBS, zoals meestal het geval is? Nee, die mensen protesteren tegen uw beleid, tegen uw ingrijpen in hun sociaal statuut, tegen uw ingrijpen in hun pensioen.
Wat zullen we zeggen tegen al wie vandaag in de kou blijft staan? Ik ken werknemers die door de staking niet op hun werk geraken. Wat moeten zij doen? Moeten zij verlof nemen? Wie heeft er 88 vakantiedagen? Wat zegt u aan de studenten die niet in de les geraken? Wat zegt u tegen de families die een uitstap naar zee willen maken?
Men heeft het over 675 miljoen euro efficiëntiewinsten, maar het is geen geheim op wiens kap die worden gemaakt, namelijk op die van het personeel.
We moeten net kunnen rekenen op een sterker openbaar vervoer, een groter aanbod, betere dienstverlening en meer stiptheid. Hoe zult u dat verwezenlijken? Uw beleid is daarvoor alvast geen optie.
Mijnheer de minister, u mag de treinreiziger niet langer meer in de kou laten staan. U moet erover waken dat de besparingen het NMBS-personeel en de treinreizigers via de stakingen niet treffen. Mijnheer de minister, hoe gaat u met mijn oproep aan de slag?
Jean-Luc Crucke:
Depuis l'entrée en fonction du gouvernement, notre pays a été effectivement confronté à une série de mouvements de grève dans le secteur ferroviaire, totalisant à ce jour, contrairement à ce qui a été dit, 11 jours d'arrêt de travail, avec une projection de 18 jours d'ici la fin du mois de mars. Ces actions, principalement initiées par les syndicats minoritaires, ont fortement perturbé le réseau ferroviaire, suscitant un mécontentement croissant parmi les usagers et l'ensemble de la population.
Je tiens à rappeler que les grèves qui surviennent actuellement dans le secteur ferroviaire sont exclusivement motivées par des mesures prises sur la base d'un accord de gouvernement. Cet accord a été négocié dans le cadre d'un exercice démocratique. Il a été adopté après les élections qui ont dégagé des majorités politiques claires et qui ont été suivies d'une négociation gouvernementale rigoureuse. Dès lors, il n'appartient pas à de petits syndicats, représentant une minorité de travailleurs du rail, de bloquer aujourd'hui tout un pays et de prendre en otage la majorité de nos concitoyens. J'entends que l'on dit "Ça, c'est vrai". Quand on dit ça, c'est que ce qu'on dit normalement n'est pas vrai. Mais cela, c'est vrai aussi: je rencontre des travailleurs du matin au soir qui me disent qu'ils veulent travailler.
Niettemin wil ik opnieuw mijn onwrikbaar engagement bevestigen voor het sociaal overleg, de hoeksteen van onze democratie en de arbeidsverhoudingen. Het is essentieel een onderscheid te maken tussen de representatieve vakbonden, die de stem van de meerderheid van het spoorwegpersoneel vertegenwoordigen, en de kleine vakbonden, die slechts een kleine fractie van het personeel vertegenwoordigen en niet geïntegreerd zijn in de officiële structuur van het sociaal overleg. Laatstgenoemde vakbonden nemen een radicale houding aan die erop is gericht de regering te destabiliseren en dat is onaanvaardbaar. Eén beweging voert geen traditionele sociale staking, maar een politieke staking. Ze weigert te erkennen dat een pensioen op 55 jaar in de huidige sociaal-economische context niet langer houdbaar is.
Het is zorgwekkend vast te stellen dat er momenteel meer stakingsdagen dan werkelijk gewerkte dagen zijn. De situatie is dat degenen die hun beroep willen uitoefenen, dat niet kunnen doen, waardoor de continuïteit van de openbare dienst wordt belemmerd. In een tijd waarin de spoorwegmaatschappijen voor grote uitdagingen staan, zoals de voorbereiding van de liberalisering van de sector en het garanderen van een efficiënte dienstverlening, ondermijnen die verstorende acties de fundamenten van ons spoorwegsysteem en de sociale dialoog die daaraan ten grondslag ligt. Dergelijk gedrag is suïcidaal voor het bedrijf.
Mijn geduld heeft net als het geduld van de pendelaars zijn grenzen. Het stakingsrecht is niet absoluut. Een staking op een dergelijke schaal is een onredelijke en onrechtmatige inmenging in de goede werking van de openbare dienst van de Belgische spoorwegen. De nationale en de Europese rechtspraak erkennen dat grenzen kunnen worden gesteld aan het stakingsrecht om de rechten en vrijheden van anderen te vrijwaren, in het bijzonder het recht op vrij verkeer en de vrijheid van ondernemerschap. Daarom heb ik de juridische afdeling van HR Rail de opdracht gegeven om alle mogelijkheden te bestuderen om misbruik van stakingsattesten te weigeren met behulp van de juridische instrumenten waarover de dienst beschikt.
Enfin, le contexte géopolitique actuel est marqué par des tensions accrues en Europe, ravivant les préoccupations concernant la sécurité sur notre continent. Des voix s'élèvent pour alerter sur la possibilité d'un conflit majeur en Europe, incitant les nations à renforcer leur préparation militaire.
La Belgique, en tant que membre de l'Union européenne et de l'OTAN, se doit de prendre ces avertissements au sérieux et d'adapter ses infrastructures en conséquence.
Le secteur ferroviaire joue un rôle crucial dans la logistique militaire, notamment pour le transport des troupes et du matériel. Il est donc impératif que notre réseau ferroviaire demeure opérationnel et fiable, surtout en période de tensions internationales. Les grèves répétées compromettent cette capacité stratégique et mettent en péril notre aptitude à répondre efficacement à d'éventuelles crises.
Le gouvernement reste fermement engagé en faveur de la concertation sociale et de l'équilibre budgétaire. Mais notre priorité est aussi de garantir un service ferroviaire efficace et fiable pour tous les citoyens, tout en assurant une gestion responsable des finances publiques et en préservant les droits fondamentaux. Le monde syndical doit le comprendre, et nous persisterons.
Irina De Knop:
Mijnheer de minister, het is hartverwarmend om te merken dat u dezelfde analyse maakt, maar het is natuurlijk wel uw verantwoordelijkheid en die van uw regering om ervoor te zorgen dat deze gijzeling stopt. Dat is wat onze reizigers verdienen.
Collega's, waarvoor strijden die vakbonden nu eigenlijk? In onze buurlanden is de pensioenleeftijd veel hoger dan in ons land. Is dat beroep daar dan zoveel minder zwaar dan hier?
Mijnheer de minister, het zal u misschien verrassen, maar ook wij vinden dat de vakbonden een rol te spelen hebben. Vandaag spelen ze echter een verkeerde rol. Hetgeen sommige vakbonden vandaag doen is syndicaal fundamentalisme en dat haalt het draagvlak voor het sociaal overleg volledig onderuit. Reizigers gijzelen om het onverdedigbare te verdedigen, dat is wat zij doen.
Gilles Foret:
Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses et les différents éléments que vous avancez.
Les annonces des prochains jours de grève nous inquiètent tous, qu'on soit travailleur, parent, étudiant. Il faut absolument trouver des solutions. Il faut reprendre un véritable dialogue social. Il faut mettre fin à l'exercice du droit de grève qui est utilisé abusivement. Il faut restaurer la liberté de pouvoir se déplacer et de se rendre rapidement sur son lieu de travail ou d'apprentissage. Il faut aussi permettre qu'en cas de grève, le service garanti soit plus efficace. Nous comptons sur vous pour renforcer ce dispositif qui a été mis en place par votre prédécesseur, M. Bellot.
Monsieur le ministre, vous pouvez compter sur le groupe MR pour avancer avec vous et avec tous les utilisateurs du rail pour faire en sorte que ce soit un mauvais souvenir et que le rail redevienne attractif, comme on le souhaite.
Dimitri Legasse:
Monsieur le ministre, votre seule réponse, c'est d'opposer les syndicats et les travailleurs aux usagers. Vous laissez les 28 000 travailleurs inquiets sans réponse et vous attaquez les prérogatives des syndicats. Ce n'est pas en envisageant les choses comme cela que vous arriverez à rétablir le dialogue. Ce n'est pas non plus en envisageant de fermer des points d'arrêt et des gares dans les zones rurales que vous augmenterez l'attractivité du rail.
Nous avons entendu vos ambitions, mais je crains qu'il ne reste que des slogans, que ce ne soit que des slogans. Monsieur le ministre, je vous appelle vraiment à rétablir le dialogue avec les syndicats, autrement que vous le faites aujourd'hui, et à ne pas les opposer les uns aux autres. Il y a encore effectivement de nombreux jours de grève devant nous. Il ne tient qu'à vous d'entrer en contact avec eux différemment qu'en les insultant parfois littéralement, me semble-t-il. Je vous remercie.
Staf Aerts:
Mijnheer de minister, u verwijst naar het aantal vakbonden en naar het feit dat er grote en kleine vakbonden zijn. Zou het handig zijn mochten die acties meer op elkaar afgestemd zijn? Ja. Maar die verschillende vakbonden waren er de afgelopen jaren ook al. Toen was er ook al die tendens waarbij ieder zijn eigen boodschap wil uitdragen. Nu zien we echter dat er veel stakingen uitbreken omdat er nu heel veel onrust is door uw plannen. Het is dus van groot belang om met al die mensen aan tafel te gaan zitten en te zorgen voor een veel sterker openbaar vervoer, met een betere en stiptere treinbediening. Ik ben ervan overtuigd dat het personeel en de treinreizigers dat willen. Het zal aan u zijn om dat voor de treinreizigers waar te maken, zodat zij niet langer in de kou blijven staan, want zij zijn het allergrootste slachtoffer.
De bestrijding van de onveiligheid van vrouwen die worden lastiggevallen op straat
Gesteld door
Aan
Rob Beenders (Minister van Consumentenbescherming, Sociale Fraudebestrijding, Personen met een handicap en Gelijke Kansen)
Bekijk antwoord
Anne Pirson:
Monsieur le ministre, la presse relaie aujourd'hui, une nouvelle fois, la réalité rencontrée par de trop nombreuses femmes chez nous. Celles-ci sont confrontées à des comportements inappropriés, à des interactions non sollicitées, insistantes, intrusives voire menaçantes. Elles doivent éviter certaines rues, rentrer en taxi, serrer leurs clés entre leurs doigts et appeler à l'aide quand elles en ont encore la possibilité.
Cette réalité rejoint les conclusions du rapport des Nations Unies sur l'évaluation de la Déclaration de Pékin. C'est un plan visionnaire pour l'égalité des femmes adopté en 1995. Elle est évaluée en ce moment à New York à l'occasion de la Commission de la condition de la femme aux Nations Unies à laquelle j'ai eu l'occasion de participer la semaine dernière.
Depuis 1995, la législation pour protéger les femmes a été renforcée dans de nombreux pays mais, visiblement, cela ne suffit pas. Aujourd'hui, ce sont toujours les femmes qui portent la charge du problème et qui modifient leur comportement. Ceci me fait dire que changer les mentalités, c'est parfois plus difficile que de changer les lois. Changer les mentalités, cela passe par l'éducation des jeunes, la sensibilisation, la prévention et la responsabilisation des hommes.
Monsieur le ministre, vous vous êtes engagé avec le gouvernement pour lutter contre le harcèlement. Voici mes quatre questions. Lorsque vous aurez pris connaissance du rapport des Nations Unies, comptez-vous prendre des initiatives pour tenter d'éradiquer enfin ce phénomène? C'est à un changement des mentalités que nous devons travailler. Comment comptez-vous sensibiliser les hommes à changer de comportement? Pourriez-vous nous éclairer sur les concertations que vous comptez mener avec le ministre de l'Intérieur et celui de la Justice pour permettre à chaque citoyen de se sentir à l'aise dans l'espace public? Comptez-vous travailler avec vos collègues pour proposer des mesures qui pourraient être discutées lors de la prochaine Convention des femmes qui aura trait à la justice l'année prochaine?
Rob Beenders:
Madame Pirson, je vous remercie pour votre question, qui est très importante.
Avoir une société dans laquelle chacun et chacune se sent en sécurité – quel que soit son genre, son orientation sexuelle, sa religion, son handicap ou son origine – est ma priorité absolue en tant que ministre de l' é galité des chances. Le sexisme et le harcèlement de rue n'ont pas leur place dans notre société. Ils demandent une approche globale. Par ailleurs, depuis l'adoption de la loi sexisme de 2014, les formes de harcèlement de rue sont punissables par la loi.
Conjointement avec mes collègues, je vais élaborer un plan d'action national ambitieux de lutte contre les violences liées au genre. Ce plan mettra l'accent sur la prévention, la protection, les poursuites et la coordination des politiques.
J'agirai sur plusieurs fronts: réduire les obstacles au signalement des faits, lutter contre le sous-signalement des faits, développer des outils d'évaluation et de gestion des risques, renforcer les mesures de protection, comme l'alarme anti-harcèlement, et sensibiliser ainsi que former les acteurs publics et le grand public. Nous veillerons aussi à poursuivre le déploiement des Centres de Prise en charge des Violences Sexuelles (CPVS).
La lutte contre le sexisme et les violences liées au genre concerne tout le monde. Nous devrons agir à tous les niveaux et dans toutes les compétences.
Anne Pirson:
Merci, monsieur le ministre. Qui dit prise en charge des violences dit aussi se concentrer sur les auteurs.
Le comité d'avis pour l'Émancipation sociale à la Chambre travaille en ce moment sur la thématique des violences sexuelles et intrafamiliales sous l'angle des auteurs de ces violences. Travailler sur les auteurs, c'est aussi travailler sur la prévention, et donc l'aide aux victimes. L'objectif du comité d'avis est de proposer au gouvernement une résolution, et j'espère que vous serez attentifs à toutes nos recommandations.
Voorzitter:
Nous pouvons conclure les questions d'actualité. Je remercie le ministres et les collègues qui ont posé des questions. Ik nodig de collega's van de commissie voor Financiën en Begroting uit om het amendement te bespreken in zaal Popelin.
Voorstellen en Ontwerpen
De voorstellen en wetsontwerpen die besproken werden tijdens deze vergadering en de bijbehorende stemmingen.
Voorstel van resolutie over de toenemende dreiging ten aanzien van Taiwan Wetsontwerp ter aanpak van toenemende dreiging tegen Taiwan.
2 stemmingen
Voorstel van resolutie aangenomen
Voorstel van resolutie betreffende de noodzaak dat de Belgische regering en de vertegenwoordigers van België in de organen van de Verenigde Naties weerwerk bieden aan de onjuiste bewering van de Volksrepubliek China dat uit resolutie 2758 van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van 25 oktober 1971 volgt dat Taiwan integraal deel uitmaakt van het grondgebied van de Chinese staat Wetsontwerp ter weerlegging Chinese claim Taiwan gebied.
Voorstel van resolutie zonder onderwerp
Wetsontwerp tot opening van voorlopige kredieten voor de maanden april, mei en juni 2025 Wetsontwerp ter opening van kredieten voor april, mei en juni 2025
3 stemmingen
Wetsontwerp aangenomen
Voorstel van resolutie ter bevordering van de concurrentiekracht van de energie-intensieve bedrijven in ons land Wetsontwerp ter bevordering concurrentiekracht energie-intensieve bedrijven.
1 stemming
Voorstel van resolutie verworpen
InoverwegingnemingenPrises en considération
Stemmingen
Stemmingen niet gelinkt aan een voorstel/ontwerp.
Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Sam Van Rooy over 'de aanpak van het toenemende antisemitisme'.
ja (99) nee (32) onthouding (6)