Plenaire vergadering op 10 april 2025
Beknopte versie
Hoe werkt dit?
De beknopte versie gebruikt artificële intelligentie om tekst samen te vatten. De samengevatte teksten zijn dus geen uitspraken van echte mensen. De teksten kunnen foutief zijn en/of aan nuanceverlies lijden ten opzichte van de originele teksten. Deze teksten zijn onderlijnd in het paars.
Van 14h16 tot 19h16 (5 uur)
15 vragen, 1 voorstellen, 5 stemmingen
Volledig verslag op dekamer.be
Aanwezigheid
135/150 (90%)
Afwezigen
De volgende 18 kamerleden waren afwezig bij tenminste de eerste naamstemming. Het is mogelijk dat deze kamerleden alsnog aanwezig waren vanaf de tweede naamstemming of later. Het is ook mogelijk dat de kamerleden uitgesloten waren bij de eerste stemming voor een legitieme reden.
CD&V
Franky Demon
CD&V
Phaedra Van Keymolen
Groen
Staf Aerts
Groen
Dieter Vanbesien
Groen
Jeroen Van Lysebettens
Les Engagés
Serge Hiligsmann
Les Engagés
Pierre Kompany
MR
Michel De Maegd
N-VA
Jean-Marie Dedecker
N-VA
Lieve Truyman
Open Vld
Sandro Di Nunzio
Open Vld
Katja Gabriëls
PS
Pierre-Yves Dermagne
PS
Christophe Lacroix
PVDA-PTB
Farah Jacquet
VB
Britt Huybrechts
VB
Kurt Moons
VB
Francesca Van Belleghem
Vragen
De vragen die gesteld werden tijdens deze vergadering.
Het bezoek van de eerste minister aan Oekraïne
Bekijk antwoord
Peter Buysrogge:
Geachte premier, beste collega's, al meer dan drie jaar woedt er een oorlog in Oekraïne, na de vreselijke invasie van president Poetin. Al meer dan drie jaar verdedigt Oekraïne zich met hand en tand. De afgelopen drie jaar kon het Westen met wisselend succes ondersteuning bieden. Oekraïne heeft het nodig. We moeten hen blijven steunen, in eerste instantie voor de vrijheid en de onafhankelijkheid van Oekraïne zelf, maar ook in ons eigen belang, voor de vrijheid van Europa, ter verdediging van onze grenzen en ter verdediging van onze normen en democratische waarden.
Mijnheer de premier, de afgelopen dagen was u samen met de minister van Buitenlandse Zaken en de minister van Defensie op bezoek in Oekraïne. Uw eerste buitenlandse missie was symbolisch en emotioneel. We konden zien dat het bezoek aan Boetsja bij u een gevoelige snaar raakte.
Ook inhoudelijk was het een belangrijk bezoek. In uw kielzog nam u een aantal prominente industriëlen uit de defensie-industrie mee. Ik ga ervan uit dat zij contacten met de Oekraïense industrie konden leggen. U kondigde ook aan dat er een investeringspakket ter waarde van 1 miljard euro, structureel op jaarbasis, zou worden vastgelegd. Dat is veel structureler dan de vorige regering. Dat is broodnodig, wanneer men ziet dat de aanvallen van Rusland blijven aanhouden. Hopelijk volgen andere landen ook.
Geachte premier, kunt u het Parlement verder over dit bezoek informeren? Wat zijn de resultaten ervan? Wat was het doel om de defensie-industrie mee te nemen? Welke afspraken konden er met president Zelensky worden gemaakt? Welke boodschap hebt u voor uw Europese partners?
Bart De Wever:
Collega, wij werden inderdaad in Boetsja maar ook in Kiev pijnlijk herinnerd aan wat Russische agressie in dat land werkelijk betekent. Boetsja is heel bekend, maar in Kiev heb ik bijvoorbeeld een centrum bezocht waar kinderen worden opgevangen die door het Russische regime waren gekidnapt. Zij hebben mij afgrijselijke verhalen verteld. Een van de kinderen schonk mij een armband die ze daar maken. Ik zal dat kind nooit vergeten. Fracties die vroeger nog overliepen van sympathie voor het regime van Poetin en die vandaag nog opvallend vaak standpunten innemen die Poetin toch goed uitkomen, raad ik aan om dat centrum eens te bezoeken.
Onze steun aan Oekraïne is niet louter symbolisch en mag dat ook niet zijn. De steun vertaalt zich in humanitaire steun en militaire ondersteuning. De Oekraïners vechten niet alleen voor hun eigen veiligheid, maar ook voor die van ons, van heel Europa. Een investering in onze veiligheid rendeert nergens beter dan in een sterk Oekraïens leger in een vrij westers en democratisch Oekraïne. Als dat Oekraïne morgen niet meer bestaat, staat de Russische tsaar aan een gigantisch groot deel van onze buitengrens en de beveiliging daarvan zal ons oneindig meer kosten dan de steun die we nu voorzien.
Onze missie had inderdaad ook als doel de Belgische defensie-industrie sterker in contact te brengen met de Oekraïense. Wij hebben een sterke defensiesector. Die heeft een omzet van 5 miljard en telt 16.000 jobs. Deze zal in de komende tijd belangrijker worden, dat is evident, want Europa gaat zich herbewapenen.
Wij hebben die mensen in contact gebracht met hun Oekraïense homologen en hebben vastgesteld dat Oekraïne inderdaad een indrukwekkende capaciteit heeft opgebouwd, indrukwekkende innovatie realiseert. Kennisdeling is belangrijk, evenals opschaling van de productie in Oekraïne en via Oekraïne, ook voor Europa. Dat zijn zeer interessante mogelijkheden.
Ik ga niet in detail treden, maar ik kan u zeggen dat de bedrijfsleiders zeer enthousiast waren. Op de trein heeft men uren om te praten. Die uren hebben we dan ook gebruikt. Zij zien veel mogelijkheden. Er werden letters of intent ondertekend, dat smaakt naar meer. Zo gaan wij tot onze strategie van peace to strength komen, tot wederzijdse (…)
Peter Buysrogge:
Mijnheer de eerste minister, dank u voor uw antwoord. Het is duidelijk dat het bezoek op u een grote indruk gemaakt heeft. Het is goed dat u het voortouw probeert te nemen in de solidariteit ten aanzien van het Oekraïense volk, niet alleen met woorden maar ook met daden. De resultaten van de defensie-industrie zijn toch niet onbelangrijk. We moeten onze naïviteit laten varen op dat vlak. We willen onze defensie-industrie versterken, zegt toch bijna iedereen. Laten we er dan ook voor zorgen dat er voldoende geïnvesteerd wordt in onze eigen industrie, zodat ze voldoende kansen krijgt. Initiatieven als dit zijn zeker voor herhaling vatbaar. Laat die trein verder rijden, mijnheer de eerste minister.
De Amerikaanse invoerheffingen
De Amerikaanse invoerheffingen
De instabiliteit van de beurskoersen en de gevolgen ervan voor ons land en onze economische actoren
Het handelsbeleid van Donald Trump
Amerikaans handelsbeleid, invoerheffingen, beursinstabiliteit
Gesteld door
N-VA
Charlotte Verkeyn
CD&V
Koen Van den Heuvel
Les Engagés
Xavier Dubois
PVDA-PTB
Nabil Boukili
Aan
Bart De Wever (Eerste minister)
Bekijk antwoord
Charlotte Verkeyn:
Mijnheer de eerste minister, collega’s, wie biedt meer, wie biedt minder of wie biedt intussen helemaal niets meer met de pauzeknop? Onze economie leek de voorbije dagen echt een tapijtenmarkt. Vergis u echter niet, de Verenigde Staten zijn gefixeerd op hun handelsbalans, willen de productie opnieuw in eigen land en menen daarvoor met de importheffingen echt de trump card te hebben gevonden. Ondertussen komt de rest van de wereld smekend en op blote knieën aan de onderhandelingstafel. Dat is mooi meegenomen.
Wij zijn nu een week later, een week na de eerste bedreigingen. De aanvallen blijven komen. Gisteren was er het bericht dat onze farmasector toch extra geviseerd zou worden. Collega’s, die sector is bezorgd. Angst en paniek zijn echter zelden goede raadgevers. ‘Never let a good crisis go to waste ’ is dat wel.
Mijnheer de eerste minister, het verheugt ons te lezen dat u dezelfde mening bent toegedaan, dat u naast de parallelle weg van de onderhandelde oplossing van de Europese Unie die bezig is, ernaar streeft om onze eigen concurrentiepositie te verstevigen en dat u hebt aangekondigd dat u wil inzetten op het verstevigen van onze concurrentiekracht en op het programma in het regeerakkoord MAKE 2030 . Dat is een heel goed idee.
Ik heb twee vragen, namelijk een vraag over de onderhandelde oplossing en een vraag over MAKE 2030 . Ten eerste, hoe staat u tegenover de onderhandelde oplossing, de nultarieven en de wederzijdse tarieven die worden voorgesteld? Hoe staat u daartegenover? Wat doet u met andere belangrijke sectoren in ons land, zoals de farmasector? Ten tweede, hoe ziet u de versnelde opstart van MAKE 2030 ? Wordt dat effectief een MAKE 2025-2030 ?
Koen Van den Heuvel:
Mijnheer de premier, de voorbije dagen zag de kleine belegger zijn pensioenfonds of aandelen verdampen door de grillen van populistische pyromanen. Als de mensen hun beleggings- of aandelenfonds openden, zagen ze bloedrode cijfers, namelijk -5 %, -10 % of -15 %. Het is heel duidelijk: als extremistische populisten met hun spierballen rollen, is de gewone hardwerkende man of vrouw in de straat de dupe.
Bijna 3 miljoen mensen in ons land doen aan pensioensparen. Hard werkend zetten zij een centje opzij om comfortabeler van hun oude dag te kunnen genieten. Dalende beurzen door de grillen van Trump doen deze mensen in onzekerheid leven. Ze liggen daar wakker van. Zeker in tijden van onzekerheid kijken deze mensen naar ons.
Collega's, wij hebben geen nood aan stoere machopraat. We moeten niet agressief of naïef zijn, maar wel slim en assertief. Wij moeten samenzitten, de-escaleren en de ratio laten zegevieren. De welvaart van onze mensen staat op het spel. Daarvoor is een sterk en verenigd Europa nodig, een Europese Unie die zich niet uit elkaar laat spelen door Trump. Het Europese project moet, na een project van vrede, meer dan ooit een project van economische sterkte en economische welvaart voor onze mensen worden.
Beste premier, ik ga ervan uit dat u op deze lijn zit en binnen Europa de spreekbuis wil zijn van de gedachte van Europese welvaart, die zorgt voor meer stabiliteit en voor meer veiligheid in de wereld. (…)
Voorzitter:
Bedankt, collega Van den Heuvel. Uw tijd is om.
Xavier Dubois:
Monsieur le premier ministre, la semaine passée, le président Trump a annoncé sa volonté d'imposer de manière importante quantité de pays en augmentant les droits de douane sur une série de produits, lançant ainsi une sorte de guerre commerciale qui est dommageable pour tout le monde, pour nous et pour les États-Unis également, car elle crée de l'incertitude, de l'instabilité. Elle est dommageable pour notre économie, pour nos banques, nos investisseurs, nos entreprises, nos PME, mais aussi nos citoyens.
À la suite de cette annonce, la Commission européenne a décidé d'une première réplique en imposant aussi des droits de douane pour certains produits particuliers américains, tout en déclarant qu'elle était ouverte à suspendre cette décision en cas d'accord équilibré et juste avec les Américains.
Hier, rétropédalage du président américain, qui annonce qu'il souhaite suspendre cette décision pendant 90 jours pour toute une série de pays, dont les membres de l'Union européenne, mais pas la Chine. Au vu des résultats des marchés financiers de ce matin, on pourrait se dire qu'il s'agit d'une bonne nouvelle, les bourses étant de nouveau dans le vert. Cependant, à moyen et à long terme, l'instabilité est toujours présente, ainsi que l'insécurité, puisque nous ne sommes pas à l'abri d'un nouveau revirement au niveau de la politique commerciale américaine. Et surtout parce qu'il s'agit d'une décision temporaire. Il faut continuer à discuter, à négocier pour défendre notre économie.
Monsieur le premier ministre, quelle est la position du gouvernement par rapport à cette situation instable? Quelles sont les mesures concrètes qui ont été prises pour assurer la stabilité de notre économie? Et surtout, comment la Belgique se positionne-t-elle dans ces négociations de manière concrète pour défendre notre économie?
Nabil Boukili:
Monsieur le premier ministre, la décision du gouvernement américain du 2 avril d'augmenter les droits de douane pour l'ensemble du monde est une agression internationale majeure. L'objectif de l'impérialisme américain, avec cette violence, est de soumettre les États du monde aux intérêts des Américains et de l'État américain, par la force. Le président Trump n'hésite d'ailleurs pas à s'en vanter, puisqu'il déclare que, depuis la mise en place de ces droits de douane, 70 pays sont venus, je cite, " kissing my as s". Je traduis pour ceux qui ne parlent pas anglais. Cela veut dire: "lécher notre cul".
Monsieur le premier ministre, la Belgique est-elle concernée par cette déclaration? C'est une première question.
Suite à ce léchage de derrière, l'administration américaine a suspendu les mesures pendant 90 jours pour soi-disant négocier. Nous savons qu'il ne s'agit pas d'une vraie négociation, pas plus que d'une vraie suspension, puisque les droits de douane passent de 20 % à 10 %. Il y a toujours 10 % de trop.
De plus, pour que ces droits restent à 10 %, l'Union européenne doit se soumettre et mettre un genou à terre face aux États-Unis. Elle doit acheter pour plus de 350 milliards de dollars de plus de gaz américain. Elle doit aussi acheter des armes américaines pour des milliards de dollars et d'euros, ce que nous ferons payer à nos travailleurs. Cela nous rendra encore plus dépendants des États-Unis, une dépendance qui nuit déjà beaucoup à notre économie aujourd'hui.
Monsieur le premier ministre, deux hypothèses existent et deux possibles choix se posent à nous pour faire face à l'agression américaine. Soit se soumettre et accepter les menaces américaines, soit s'ouvrir sur le reste du monde, sur le Sud global, commercer avec d'autres pays, diversifier notre commerce, notamment en Asie, en Afrique, en Amérique latine (…)
Voorzitter:
Aangezien vier collega's vragen hebben gesteld, krijgt de eerste minister vijf minuten om te antwoorden.
Bart De Wever:
Merci, chers collègues.
Monsieur Boukili, vous avez traduit l'expression " kiss my ass " en français. On vous a demandé de la traduire en néerlandais. Il est sage que vous ne l'ayez pas fait. Je déplore le langage du président Trump. Cela laisse aussi une très mauvaise impression, pour dire le moins...
Mercredi matin, à 6 h – heure belge –, minuit aux É tats-Unis, les droits de douane qu'ils avaient initialement annoncés sont entrés en vigueur. Pour l'Union européenne, cela signifiait à ce moment-là un droit de douane général de 20 % sur nos exportations vers les États-Unis , à l'exception d'une série de produits que j'ai déjà cités la semaine dernière – pour notre pays, la principale exception étant celle des produits pharmaceutiques. Entre-temps, Trump a évoqué la possibilité de le faire sur ces derniers produits. Mais, avec lui, on ne sait jamais!
Koen, u zult week na week pal moeten blijven staan op deze tribune. Ik weet dat u dat kunt.
Hier, il a à nouveau fait une annonce sur les droits de douane en général qui allaient être ramenés immédiatement à 10 %. Cela reste nettement plus élevé que la situation précédente – ce n'est donc pas une suspension totale –, mais les marchés ont réagi pour l'instant avec soulagement, considérant que c'est moins grave que prévu.
L'instabilité des marchés et la position américaine chaotique rendent actuellement impossible toute analyse d'impact à long terme de ces droits de douane. Je comprends que vous posiez des questions, mais il est impossible d'y répondre parce qu'il s'agit plutôt de suivre les choses jour après jour, voire heure après heure.
De verlaging tot 10% geldt voor alle duidelijkheid niet voor de tarieven die de VS afgelopen maand op aluminium, staal en wagens invoerden. Dus, we zijn nog ver van huis.
Als reactie op de initiële tarieven van maart had de Europese Commissie een proportioneel tegenpakket voorbereid, pakket waaraan we hebben meegewerkt en waarover er een akkoord werd bereikt. Het gaat om een pakket goederen ter waarde van 21 miljard, dat gespreid zou worden ingevoerd over drie verschillende data.
Het eerste deel van het pakket zou normaal ingaan op 15 april 2025. Maar de voorzitster van de Europese Commissie heeft zopas laten weten, met steun van alle lidstaten, dat ze de tegenmaatregelen zal uitstellen met 90 dagen. Haar boodschap daarbij luidde: "We want to give negotiations a chance." Die houding van de commissievoorzitster steun ik voor de volle 100%. Ik denk dat het goed is dat wij dus niet zijn ingegaan op de stoere kretologie van sommige fracties hier vorige week, die kreten en stoere verklaringen en maatregelen verwarren met verstandig leiderschap.
U hebt gepleit voor een koel hoofd en een verstandige aanpak. Dat is volgens mij de aanpak van Europa en die is verstandig. Ik denk ook wij nog altijd moeten proberen een zinloze handelsoorlog met alleen verliezers zo snel mogelijk te stoppen en terug te keren naar een evenwicht waarbij alle partijen beter af zijn dan voordien.
Dat is ook de boodschap die ik, zoals ik had aangekondigd, heb meegegeven aan Amerikaans minister van Buitenlandse Zaken Marco Rubio. De Verenigde Staten en Europa worden eigenlijk met identiek dezelfde uitdagingen geconfronteerd. Het zou bijzonder dom zijn om die gezamenlijke problemen in conflict en verspreide slagorde aan te pakken in plaats van ze als westerse wereld samen aan te gaan. Als Europeanen zullen we dat zeker samen moeten doen. Dit is een moment om de Europese integratie snel vooruit te doen gaan. Die opportuniteit moeten we grijpen.
We kunnen alleen hopen dat dat soort wijsheid ook de Amerikaanse bondgenoten snel bereikt en hen ervan doordringt. De opening tot onderhandelingen stemmen lichtjes hoopvol. Maar we zijn er bij lange nog niet en zekerheden hebben we absoluut niet.
Tot zo lang is het vooral zaak om als Europeanen lessen te trekken uit het hele debacle, met name dat wij onze eigen interne markt zo snel mogelijk en grondig versterken en ons inderdaad openstellen voor de talloze mogelijkheden tot vrije handel met de rest van de wereld, die naar ons kijkt. Voor vrijheid en Europese welvaart!
Charlotte Verkeyn:
Mijnheer de premier, collega's, allemaal samen pal staan, het been stijf houden om verstandige beslissingen te nemen en daadkrachtig te besturen, dat is inderdaad wat we moeten doen. We hebben te maken met iemand die zeer graag pokert met de wereldeconomie. Het is zaak om in dat pokerspel niemand te overbluffen.
Vorige week hebben we hier een aantal andere oproepen gehoord, maar wij staan allemaal als een blok achter de onderhandelde oplossing en willen anderzijds vooral ook nagaan hoe we onze daadkracht in onze economie kunnen versterken, onder andere via de plannen die de regering op tafel legt. Bedankt om die visie in uw antwoord nogmaals te bevestigen.
Koen Van den Heuvel:
Mijnheer de premier, dank u wel voor uw duidelijke antwoord.
Beste collega's, uit de voorbije weken kunnen we twee grote lessen trekken. Allereerst, waar populisten en waar extremisten aan de macht zijn, is de gewone man in de straat de dupe. Zij leiden ons naar nergens. Ten tweede, het antwoord op de groeiende onzekerheid op wereldvlak door geopolitieke spanningen ligt in een meer verenigd, sterker Europa.
Ik ben heel blij, mijnheer de premier, dat u de spreekbuis wilt zijn als eerste minister van de regering en van ons land in Europa om dat verenigde Europa te verdedigen. Geen machogedrag, maar de ratio laten wederkeren om de welvaart van onze mensen te beschermen.
Xavier Dubois:
Merci monsieur le premier ministre pour vos réponses. J'entends effectivement le fait qu'il faut rester vigilant pour continuer à défendre notre économie. Je partage bien entendu cet avis.
Bien sûr, dans ces négociations, il faudra défendre notre économie et notre commerce mais il ne faudra surtout pas oublier la défense de nos valeurs. Et je pense que les tentatives des É tats-Unis ne visent pas que notre commerce mais également, notamment, l'ingérence dans les politiques de nos entreprises. L'initiative visant les politiques en matière de diversité et de protection des minorités n'est pas acceptable.
Je suis convaincu que dans vos discussions, dans vos négociations avec les É tats-Unis, vous n'oublierez pas ces valeurs pour défendre notre économie, notre démocratie et ce qui fait vraiment le sel de notre société, de notre vivre ensemble.
Nabil Boukili:
Merci monsieur le premier ministre, pour vos réponses, même si je n'ai pas eu de réponse à ma question. Vous avez déclaré que nous avons les mêmes défis que les É tats-Unis. C'est très inquiétant et très naïf parce que les É tats-Unis ne connaissent que leurs intérêts et sont prêts à sacrifier tout le monde, l'Europe y compris, pour les défendre. Je vois que vous êtes sur la même ligne que votre collègue, Mme Meloni – qui fait partie du même groupe que la N-VA au Parlement européen –, cette ligne de nous accrocher aux quelques croquettes que nous jettent les É tats-Unis, alors qu'il y a d'autres voies en Europe. M. S á nchez, le premier ministre espagnol, est aujourd'hui en Chine pour diversifier son économie, pour s'ouvrir sur d'autres horizons. Au niveau européen, je vois qu'il y a deux tendances: ceux qui utilisent leur cerveau pour évoluer et ceux qui utilisent leur langue, comme le demande M. Trump.
Het artikel in Le Figaro over de islamisering en het imago van ons land
Bekijk antwoord
Sam Van Rooy:
In 2018 verscheen niet alleen mijn boek tegen de islamisering van onze samenleving, in het Franse magazine Le Figaro verscheen toen ook een vlammende oproep van honderd schrijvers, academici en intellectuelen tegen "het islamistische separatisme en het nieuwe islamistische totalitarisme". We zijn nu zeven jaar verder en, om het met de woorden van Charlie Hebdo te zeggen, rien n'a changé .
Dat geldt evenzeer voor België, helaas. Le Figaro pakt nu namelijk uit met deze cover: "Voyage en Belgiquistan, comment l'islam s'est imposé en Belgique." Oftewel, "Reis naar Belgistan, hoe België islamiseert." In een maar liefst negen pagina's tellend artikel wordt aangetoond dat België steeds islamitischer wordt. We lezen zeer zorgwekkende getuigenissen van ervaringsdeskundigen in dit land, zoals de Belgisch-Marokkaanse Fadila Maaroufi – respect voor die dappere dame – en twee getuigen die ik persoonlijk goed ken, voormalig straathoekwerker uit Boom, Peter Calluy, en ex-moslima Hanan, allebei mensen met het hart op de juiste plaats en meer moed in hun pink dan heel deze regering. Ik geef slechts één citaat uit het artikel, want mijn spreektijd is beperkt: "In het straatbeeld zijn er steeds meer gesluierde vrouwen en meisjes in België worden gesluierd op steeds jongere leeftijd."
MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez las het artikel ook en hij concludeerde dat we de islamistische invloed in ons land onderschatten, waarvoor hulde, mijnheer Bouchez. Mijnheer de premier, deelt u die conclusie? Zo ja, wat onderneemt u dan om de islamisering in dit land tegen te gaan?
Bart De Wever:
Collega, deze problematiek is me als ondertussen titelvoerend burgemeester van een grootstad, een wereldstad, niet onbekend. In heel veel Europese steden blijft het een uitdaging bij een klein deel van de bevolking islamistische radicalisering en de gevolgen daarvan te bestrijden. Zeker ook bij ons. Daar mogen we niet van wegkijken. Ik meen wel dat het belangrijk is het fundamentele onderscheid te maken tussen een vrije, normale godsdienstbeleving – dat is een grondrecht – en confessioneel geïnspireerd extremisme. Wie dat niet doet, meen ik, is contraproductief bezig.
Ik weet uit onze gedachtewisselingen in de gemeenteraad dat u pleit voor een algemeen verbod op de islam. Ik hoop dat in uw pink de moed zit dat straks in uw repliek te herhalen. Ik vind dat contraproductief. We moeten extremisme aanpakken in de samenleving. Daar hebben we een integrale en geïntegreerde samenwerking voor nodig, tussen alle diensten, op alle niveaus. Het mag toch gezegd worden dat we wat dat betreft in ons land een traject hebben afgelegd en dat er een volledig uitgewerkt multidisciplinair beleid op poten is gezet met oog voor preventie, vroege detectie, re-integratie en uitwisseling van informatie. Case by case wordt er afgestemd welke maatregelen op welk niveau moeten worden genomen. We doen dat via een waaier aan instrumenten als de lokale taskforce, de lokale integrale veiligheidscel, en de gemeenschappelijke gegevensbank bij het OCAD. Vanuit mijn Antwerpse ervaring kan ik u zeggen: dat werkt zeer goed.
Dat laat ons toe, wanneer we onze job lokaal goed doen – dat is een voorwaarde, misschien is dat niet in alle steden evenzeer het geval –, in een vroeg stadium radicalisering op te volgen en er maatregelen aan te koppelen. We hebben uiteraard heel wat ervaring met spijtige gevolgen van radicalisering, dramatische gevolgen, maar ik meen dat wie bij de pinken is daar de nodige lessen uit geleerd heeft en dat het instrumentarium klaar staat. We staan verder dan andere Europese landen in die aanpak. Onze regering zal die verder uitwerken en verder blijven ondersteunen.
Sam Van Rooy:
Premier De Wever, deze cover en dit artikel over Belgistan maken blijkbaar weinig indruk op u, want vorige week pakte u opnieuw uit met imam Khalid Benhaddou, een charlatan die u er blijkbaar van heeft overtuigd dat de islam geen enge godsdienst is. Dat zijn uw woorden, mijnheer De Wever. Dankzij u wordt straks ook de islamitische hoofddoekdracht achter de Antwerpse loketten opnieuw mogelijk. Proficiat daarvoor.
Het zal allicht uw tijd nog wel duren, mijnheer De Wever, maar als de islamisering niet wordt gestopt, dan zal heel België er op termijn gaan uitzien als Molenbeek of Antwerpen-Noord, u weet wel, de wijk die onder uw burgemeesterschap alleen maar meer Antwerpistan is geworden.
Het wordt helaas weer maar eens duidelijk dat wie de islamisering wil stoppen alleen bij het Vlaams Belang terechtkan.
Voorzitter:
Dank u, mijnheer Van Rooy. Ik hoop dat uw verwijzing naar Antwerpen-Noord niet mij persoonlijk betrof, want ik ben een van de inwoners.
Het standpunt van de Belgische regering over de erkenning van Palestina
De uitspraken van president Macron over de toekomst van Palestina
Belgisch en Frans standpunt over Palestina
Gesteld door
PS
Paul Magnette
MR
Charlotte Deborsu
Aan
Bart De Wever (Eerste minister), Maxime Prévot (Minister van Buitenlandse Zaken, Europese Zaken en Ontwikkelingssamenwerking)
Bekijk antwoord
Paul Magnette:
Monsieur le premier ministre, quand j'ai entendu vos déclarations sur Netanyahu, je n'en ai pas cru mes oreilles. Vos propos constituent d'abord une violation de la séparation des pouvoirs. Ils constituent ensuite une violation du droit international. Netanyahu fait l'objet d'un mandat d'arrêt délivré par la Cour pénale internationale. Tous les États membres de la Cour pénale internationale, dont la Belgique, ont le devoir de le traîner devant cette juridiction et de le faire condamner pour les crimes qu'il a commis.
Avec de tels propos, inévitablement, vous apportez un soutien politique à Netanyahu à un moment où la situation est plus tragique que jamais à Gaza, où on ne trouve plus les mots pour décrire la situation catastrophique dans laquelle se trouvent les populations. Mais c'est aussi le cas en Cisjordanie. Nous n'en parlons plus, mais Netanyahu, pendant ce temps, profite de la guerre pour aggraver, prolonger et renforcer la colonisation des territoires.
Allez voir le film No Other Land , réalisé par deux journalistes, un Palestinien et un Israélien. Vous y verrez la situation actuelle en Cisjordanie. Aujourd'hui, l'armée israélienne y rase les maisons, démolit les écoles des Palestiniens et bouche les puits pour empêcher les peuples de vivre sur leurs terres, qu'ils occupent depuis de nombreuses générations. C'est aussi l'armée israélienne qui couvre des colons armés tirant à bout portant sur les Palestiniens. Voilà ce que représente Netanyahu aujourd'hui.
Ce que nous attendons de la Belgique, c'est de la clarté sur le respect du droit international et aussi enfin un engagement clair. Hier, dans un éclair de lucidité, Emmanuel Macron a déclaré que la France allait enfin reconnaître la Palestine. Il est plus que temps que la Belgique se joigne aux 148 pays des Nations Unies qui reconnaissent la Palestine comme un État plein et entier.
Voorzitter:
Met het oog op de goede orde van de ziting verwijs ik ook nog even naar de interpellatie die straks zal plaatsvinden. De thema’s dreigen enigszins door elkaar te lopen.
Charlotte Deborsu:
Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre des Affaires étrangères, j'ai pris connaissance avec intérêt des déclarations du président Macron concernant la paix au Proche-Orient. Les objectifs sont de faire taire les armes, redémarrer l'aide humanitaire, qui est une nécessité critique, et renouer le dialogue politique.
Tout cela rend obligatoire la reconnaissance de l'État d'Israël par l'ensemble des pays de la région et la reconnaissance d'un État palestinien. Le MR a toujours plaidé pour une solution à deux États où deux peuples vivraient côte à côte en paix. La reconnaissance d'un État de Palestine a été défendue par les différents ministres MR successifs dans un cadre multilatéral. Le MR a toujours prôné une reconnaissance avec d'autres pays majeurs.
L'initiative du président Macron va dans ce sens et nous devons saisir cette opportunité. Cette reconnaissance devra avoir un impact réel sur le terrain. Je vous rappelle que nous avons toujours condamné la colonisation et la violence des colons en Cisjordanie et tout projet d'annexion. Et comme tout État, Israël doit respecter le droit international. Nous avons aussi exigé la libération sans condition de tous les otages à la suite des attaques ignobles du Hamas du 7 octobre 2023.
Monsieur le ministre, quelle est votre première réaction à la suite des propos du président français? Comment la Belgique va-t-elle contribuer concrètement au succès de son initiative, dans la lignée de l'action de vos prédécesseurs libéraux?
Voorzitter:
De eerste minister zal als eerste antwoorden. Hij krijgt vier minuten spreektijd. Vervolgens zal de minister van Buitenlandse Zaken het woord nemen.
Bart De Wever:
Chers collègues, je vous remercie pour vos questions.
Comme je devrai tout à l'heure encore répondre à plusieurs interpellations sur la Cour pénale internationale, je vais me concentrer sur l'essentiel de votre question, monsieur Magnette, à savoir la reconnaissance de la Palestine. Mme Deborsu a déjà tout dit et je pense que notre accord de gouvernement est très clair sur cette question. Je me permets de le citer: "En ce qui concerne le lourd conflit israélo-palestinien, nous opterons toujours pour le camp de la paix. Nous soulignons l’importance d’une paix durable et d’efforts soutenus dans le processus de paix au Proche-Orient. Nous souhaitons que l’Union européenne joue un rôle de premier plan pour parvenir, par la voie diplomatique, à une solution à deux États qui garantisse à la fois la sécurité d’Israël et permette la reconnaissance de la Palestine, dans le respect de l’intégrité territoriale. Toute action mettant en péril cette solution sera dénoncée. Nous préconisons donc, conformément aux conclusions du Conseil européen d’octobre 2024, de sanctionner davantage les colons qui poursuivent leur expansion agressive en Cisjordanie, et de prendre des mesures contre les groupes extrémistes et terroristes qui menacent la sécurité d’Israël. Nous exhortons également les autorités compétentes à agir contre la haine et l’intolérance qui menacent la solution à deux États. Pour y parvenir, la première étape consiste à garantir un cessez-le-feu et un soutien à la reconstruction. Le gouvernement fédéral fournira une aide humanitaire et un soutien pour rendre cette reconstruction possible et souligne que seuls les civils et les organismes d’aide sont en droit de recevoir une aide humanitaire et que celle-ci ne doit pas être détournée. Nous rejetons fermement toute forme d’antisémitisme et de terrorisme."
En d'autres termes, la position de ce gouvernement est qu'il faut œuvrer en faveur d'une solution à deux États. Et je pense que M. Macron ne dit pas autre chose. Je dirais même plus: il a dit exactement la même chose. Il plaide pour une solution à deux États avec une reconnaissance mutuelle. Cela signifie que cette solution inclut, outre la reconnaissance d'Israël – que, j'espère, personne ici ne remet en question –, la reconnaissance d'un deuxième État, la Palestine.
Mais, avant de pouvoir le faire, il faut bien entendu un accord où sont notamment définis les frontières de ce deuxième État ainsi qu'un appareil d'État acceptable. Le jour où ce moment tant espéré arrivera, notre pays pourra alors reconnaître officiellement la Palestine comme un État à part entière, avec entière conviction.
Maxime Prévot:
Monsieur Magnette, madame Deborsu, vous avez eu l'occasion de le souligner lors de votre prise de parole, la véritable urgence aujourd'hui, c'est d'abord de dénoncer le fait que, depuis le 2 mars, plus aucune aide humanitaire n'arrive à Gaza. Cela veut dire des centaines de milliers de personnes qui ont soif, qui ont faim; des femmes et des enfants notamment.
Je condamne une nouvelle fois le plus fermement qu'il soit cette situation et c'est là-dessus que pour le moment toute notre attention politique et diplomatique doit être concentrée. Comme le premier ministre l'a dit, toute action mettant en péril la solution à deux États sera dénoncée. Précisément parce que nous croyons, comme l'Union européenne et une majorité d'États à travers le monde, que cette solution est la seule qui puisse garantir les aspirations légitimes tant du peuple palestinien que du peuple israélien.
Nous plaidons déjà pour que l'Union européenne mette en œuvre son plan d'action avec l'Autorité palestinienne, qui prévoit d'entamer des négociations en vue d'un accord d'association, lequel serait conclu in fine avec un État de Palestine. Reconnaître l'État palestinien de manière symbolique n'aurait pas grand intérêt si cela crée au final davantage de problèmes sur le terrain que cela n'œuvre à une solution.
Cependant, nous pouvons penser, d'une part, que, bien au-delà du symbole, il faille un leadership palestinien légitime et capable de fournir les services de base à la population. Dans le cas d'une solution à deux États, l'Office de secours et de travaux des Nations Unies pour les réfugiés de Palestine dans le Proche-Orient (UNRWA) pourrait progressivement transférer à l'Autorité palestinienne les services essentiels qu'il assume actuellement, par exemple en matière d'éducation et de santé. Une Autorité palestinienne légitime et capable de gérer un État de Palestine, cela permettrait également d'assurer la sécurité sur le territoire palestinien et aussi celle d'Israël.
Dans ce sens, j'accueille de façon positive les efforts déjà consentis par l'Autorité palestinienne pour mettre en œuvre un ambitieux programme de réformes concerté avec l'Union européenne. Ces réformes ont pour but de renforcer l'Autorité palestinienne, et nous les soutenons.
D'autre part, la reconnaissance d'un État de Palestine pourrait avoir un effet d'apaisement dans tout le Moyen-Orient et même au-delà. Je pense par exemple aux revendications affichées par le Hezbollah au Liban, aux Houthis au Yémen ou encore à toutes les tensions que cette question sensible suscite dans les opinions publiques à travers le monde, y compris en Belgique.
En tout état de cause, l'objectif doit rester une solution à deux États.
Cela pourrait permettre aussi aux pays qui ne l'ont pas encore fait de reconnaître comme nous l' É tat d'Israël. C'est ce que prévoit l'Initiative de paix arabe. Nous sommes favorables à un tel processus de normalisation qui profiterait à toutes les parties.
Dans l'attente de se positionner sur la question afin de définir le message à délivrer à New York en juin prochain, la Belgique sera à nouveau présente pour avancer sur cette question lors de la prochaine réunion de l'Alliance globale pour la solution à deux États, qui se tiendra à Rabat les 21 et 22 mai prochain.
Paul Magnette:
Monsieur le premier ministre, nous vous avons vu en larmes il y a quelques jours en Ukraine. Et c'est très bien. Nous sommes tous des êtres humains et nous sommes tous solidaires des victimes ukrainiennes. Mais comment pouvez-vous, dans le même temps, rester d'une froideur glaciale devant les victimes palestiniennes de ce conflit? C'est cela que nous ne pouvons pas comprendre! Votre ministre des Affaires étrangères est heureusement un peu plus volontariste que vous. Mais quand on est face à de telles situations, il faut choisir le bon côté de l'Histoire. Ici, la situation est simple. On peut soit être avec ceux qui, comme Orbán et ses amis, décident de couvrir Netanyahu ou être du côté de ceux qui, comme Pedro Sanchez et, peut-être demain, Macron, décident de porter vraiment cette solution à deux États en reconnaissant maintenant – et pas dans un avenir éternellement reporté – la Palestine. Il faut la reconnaître comme 148 pays dans les Nations Unies pour que la Belgique redevienne un pionnier de cette solution à deux États. Voilà, monsieur le premier ministre, ce que nous attendons de vous.
Charlotte Deborsu:
Monsieur le premier ministre, monsieur le ministre des Affaires étrangères, je vous remercie pour vos réponses. Le MR a toujours défendu une solution à deux É tats, reconnus, en paix. Les reconnaissances symboliques, dispersées n'ont jamais rien changé, il suffit de voir la situation aujourd'hui. Aujourd'hui, nous sommes à un tournant. Ce que la France amorce, les pays qui soutiennent la paix doivent le transformer en actions coordonnées et concrètes. Saisissons cette opportunité, monsieur le ministre. Participons activement au succès de cette initiative. Parce que la situation dure depuis trop longtemps. Trop de victimes, trop de violences, trop de haine de part et d'autre. Certes, Israël a le droit de se défendre, mais cette violence massive dépasse l'entendement. La reconnaissance passera par l'élimination du Hamas, oui, mais dans le respect du droit international. Reconnaître la Palestine, ce n'est pas choisir un camp. C'est redonner une chance à la paix. C'est aussi exiger que la Palestine et tous ceux qui la défendent reconnaissent Israël en retour. Deux peuples, deux États, il n'y a pas d'autre chemin et cela a toujours été la voie du MR.
De sluiting van de Corahypermarkten
De perspectieven voor de werknemers van Cora en de distributiesector
De sluiting van de Corahypermarkten
Toekomst van Cora en de distributiesector
Gesteld door
PS
Marie Meunier
Les Engagés
Aurore Tourneur
PVDA-PTB
Nadia Moscufo
Aan
David Clarinval (Minister van Werk, Economie en Landbouw)
Bekijk antwoord
Marie Meunier:
Monsieur le ministre, La Louvière, Anderlecht, Châtelineau, Rocourt, Messancy, Woluwe, Hornu. L'annonce brutale est tombée mardi comme un couperet. Les sept hypermarchés Cora vont fermer, 1 800 travailleuses et travailleurs jetés. Toute la Belgique est sous le choc.
Après Makro, Delhaize, Van Hool, Audi, Lunch Garden, les restructurations, les reprises, les franchises, les fermetures se succèdent et se ressemblent, en plongeant des familles dans l'angoisse de savoir si elles auront encore de quoi payer leurs factures ou leurs loyers.
Votre taux d'emploi à 80 %, monsieur le ministre, ne risque pas d'arriver de sitôt. Dans la grande distribution, c'est l'hécatombe. Le groupe Louis Delhaize n'a pas fait exception. Après avoir vendu Match, Delitraiteur, Smatch et ses supérettes, il se sépare maintenant de Cora.
Même si les salariés s'attendaient à une période difficile, après tous les efforts déjà consentis, ils ne s'attendaient pas à ce qu'on leur supprime purement et simplement leur travail. C'est un séisme social pour chacune des villes concernées.
À Hornu, dans ma région, j'imagine que ce que les 150 travailleuses et travailleurs espéraient entendre, c'est que vous, monsieur le ministre, alliez vous démener pour maintenir leur emploi, pour leur garantir un avenir. Pas de recevoir des places pour un match de foot des Francs Borains. Ce qu'ils espéraient, monsieur le ministre, c'est un soutien véritable et pas des lots de consolation.
Monsieur le ministre, vous allez lancer une réforme du marché du travail au milieu d'une vague terrible de restructurations et de licenciements collectifs. Mais comment osez-vous? Comment osez-vous brandir les sanctions alors que l'emploi s'effondre autour de nous? Comment pouvez-vous appeler cela "remettre des gens au travail" alors que ce sont les emplois qu'on leur retire?
Allez-vous, oui ou non, monsieur le ministre, permettre à ces travailleurs de bénéficier des prépensions ou tomberont-ils sous le coup de votre accord de gouvernement?
Aurore Tourneur:
Monsieur le ministre, ce mardi 8 avril, 1 800 travailleurs ont vécu un véritable choc avec l'annonce brutale de la fermeture de tous les magasins Cora en Belgique. Derrière ce nombre, il y a des visages, des familles, des histoires de vie. Pour beaucoup, Cora n'est pas juste un employeur, c'est un repère.
Dans ma région, ces magasins font partie du tissu social des quartiers. Leur disparition va représenter un vide économique et humain. Les difficultés du secteur étaient malheureusement bien identifiées et les transformations profondes du commerce constituent une réalité indéniable. Mais aujourd'hui, derrière ces constats, des femmes et des hommes se sentent inquiets et parfois complètement démunis face à un avenir qui leur échappe.
Monsieur le ministre, les syndicats ont exprimé leur profonde inquiétude, craignant que l'État fédéral ne saisisse pas pleinement l'ampleur de ce drame. Dans ces moments d'incertitude, le citoyen attend un État fort, mais surtout humain, présent, à l'écoute, aux côtés de celles et ceux qui ne demandent qu'une chose: ne pas être laissés seuls face à cette épreuve.
Monsieur le ministre, pouvez-vous nous indiquer si une demande d'activation du fonds européen d'ajustement à la mondialisation a déjà été introduite ou si elle est à l'étude? Ce fonds permet de soutenir concrètement les travailleurs touchés par des restructurations majeures, notamment via l'accompagnement, la reconversion ou la formation. Vu l'ampleur des licenciements annoncés et la détresse des familles, il semble essentiel d'explorer toutes les pistes d'aide possibles.
En collaboration avec la Région, quelles mesures concrètes allez-vous mettre en place pour accompagner ces travailleurs?
Plus largement, une réflexion structurelle est-elle en cours sur l'avenir du secteur de la distribution, de l'économie circulaire et de l'essor du commerce en ligne afin d'anticiper d'autres fermetures de ce modèle?
Nadia Moscufo:
Monsieur le ministre, c'est le choc pour 1 800 travailleurs et travailleuses de chez Cora qui risquent de perdre leur boulot d'ici la fin de l'année.
Je transmets tout mon soutien au nom du PTB aux travailleurs de La Louvière, d'Hornu, de Châtelineau, de Rocourt, de Woluwe-Saint-Lambert, d'Anderlecht et de Messancy. Et je pense particulièrement à Muriel, qui travaille depuis plus de 28 ans au Cora Rocourt, et qui me disait hier encore au téléphone: "Cora, c'est toute ma vie. C'est ici que j'ai construit ma vie professionnelle. Et c'est aussi ici que j'ai pu m'émanciper comme femme, même si mon salaire n'est pas si élevé, même si cela n'a pas été simple de faire garder mes enfants avec la flexibilité et les heures d'ouverture. Je suis fière de mon métier, parce que, comme caissière, on se sent utile pour la société. Et là, du coup, tout d'un coup, tout devrait s'arrêter."
Monsieur le ministre, tout devrait s'arrêter. Et, pourtant, les syndicats tirent la sonnette d'alarme depuis bien longtemps. Le secteur du commerce est malade et il est temps de le soigner. On l'a vu avec Delhaize mais le gouvernement Vivaldi a laissé faire la multinationale et n'a rien fait pour défendre les travailleurs. Bien au contraire, c'était la porte ouverte aux mauvais contrats, mal payés et dans l'incertitude totale (…)
David Clarinval:
Monsieur le président, mesdames et messieurs les députés, l'annonce de la fermeture envisagée des sept hypermarchés Cora en Belgique a provoqué un véritable drame social et humain. Je mesure pleinement le choc qu'il représente non seulement pour les 1 779 travailleurs concernés, mais aussi pour leurs familles, les sous-traitants, les indépendants et les commerçants des galeries attenantes dans les régions touchées. En effet, madame Moscufo, pour beaucoup de travailleurs et de travailleuses, Cora était plus qu'un emploi, c'était presque une famille. Je tiens à exprimer ma solidarité totale et mon soutien à l'égard de toutes les personnes touchées.
Dès le lendemain de cette annonce, j'ai souhaité rencontrer, dans un premier temps, les représentants syndicaux des travailleurs afin de les écouter et d'entendre leur analyse du terrain, les efforts consentis depuis des années ainsi que les propositions concrètes pour l'avenir. Ensuite, j'ai rencontré la direction de Cora. Nous avons évoqué les alternatives potentielles, le calendrier de la mise en œuvre de la loi Renault, les mesures d'accompagnement envisagées, les dispositifs spécifiques pour les travailleurs âgés ainsi que toute une série d'autres dispositifs. Les échanges furent constructifs et ont ouvert des perspectives qu'il ne faudra pas négliger à l'avenir. Nous avons également abordé la question de l'impact sur les sous-traitants et les commerçants des galeries attenantes. J'ai rappelé le devoir de transparence et de maintien d'un dialogue social de qualité.
Je veux être très clair. La loi Renault devra être scrupuleusement respectée. À cet égard, j'ai demandé au SPF Emploi un suivi très rapproché. Par ailleurs, j'ai pris contact avec mes homologues régionaux pour développer une stratégie commune d'accompagnement. Comme vous le savez, les sites se répartissent entre la Wallonie et Bruxelles. Ensemble, nous mobiliserons tous les outils disponibles: activation des cellules de reconversion, accompagnement via les services publics régionaux, formation personnalisée, identification de secteurs en tension et, pourquoi pas, madame Tourneur, la piste que vous avez évoquée.
Mesdames et messieurs les députés, suite à ces différentes rencontres, j'ai donc proposé, en bonne collaboration avec les collègues régionaux, la création immédiate d'une cellule de crise intergouvernementale pour l'emploi qui coordonnera les efforts de tous les partenaires impliqués dans cet important dossier.
Un point d'attention particulier portera évidemment sur les travailleurs âgés. Le recours au régime de chômage avec complément d'entreprise (RCC) devra être envisagé dans le cadre de la loi. Nous examinerons toutes les possibilités.
Enfin, j'attends de l'entreprise et de ses actionnaires qu'ils assument pleinement leurs responsabilités. Le financement des mesures d'accompagnement ne pourra pas reposer uniquement sur la collectivité. En outre, les sites ne doivent pas se transformer en friches. Du travail devra également être réalisé à ce niveau-là.
Mesdames et messieurs les députés, nous devons faire respecter les droits, accompagner les travailleurs, réinventer les politiques et mettre en œuvre des réformes ambitieuses pour renforcer l'économie de demain. Je reste évidemment pleinement mobilisé et j'agirai sur ce dossier comme sur tous les autres avec responsabilité et détermination. Je vous remercie pour votre attention.
Marie Meunier:
Monsieur le ministre, vous n'avez pas répondu à ma question.
Vous martelez depuis des mois qu'il faut remettre les gens au travail, c'est votre mantra. Mais allez-leur dire, vous, aux travailleurs de Cora qu'il faut s'activer, que se reconvertir en chauffeur de bus, c'est quand même pas si compliqué! Allez-leur dire aux travailleuses de Cora, qui y ont fait toute leur carrière, que si elles ne retrouvent pas de boulot dans les deux ans, elles seront éjectées vers les CPAS! Allez-leur dire que leur pension sera amputée parce que les actionnaires ont décidé de supprimer leur emploi!
Vos mesures Arizona, monsieur le ministre, ne vont faire qu'aggraver la situation. Et toutes ces familles, vous allez les jeter dans la précarité!
Aurore Tourneur:
Monsieur le président, je pense que la situation est grave et qu'elle mérite franchement mieux que les petites querelles politiciennes que j'entends systématiquement ici.
Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse et pour votre engagement.
Au-delà du cadre légal, les travailleuses et les travailleurs ont surtout besoin d'être écoutés, accompagnés et rassurés. Leur réalité est faite de beaucoup d'incertitudes. Il faut une action humaine concrète et coordonnée pour les aider à se construire. Cette fermeture, c'est une épreuve mais aussi un moment où notre État social actif peut démontrer toute sa force, toute sa bienveillance ainsi que sa capacité à protéger ses citoyens.
Nadia Moscufo:
Monsieur le ministre, les travailleurs et les travailleuses de Cora, dont la moitié a travaillé plus de 20 ans avec beaucoup de flexibilité et des petits salaires, méritent le respect. Ce respect ne se traduit pas en leur offrant des entrées à un match de foot! C'est in-dé-cent! Ce respect, monsieur le ministre, il va se traduire avec un gouvernement et un ministre de l'Emploi qui seront à l'écoute des revendications syndicales et dans le respect de la vraie concertation sociale.
Ce qui nous inquiète, c'est la façon dont ce gouvernement voit l'avenir du secteur: supprimer le jour de fermeture obligatoire, toucher aux primes de nuit, élargir les heures d'ouverture. On doit arrêter la course vers le bas. Au contraire, monsieur le ministre, de belles carrières doivent pouvoir continuer à exister dans le commerce. C'est possible! Il s'agit d'une question de (…)
Georges-Louis Bouchez:
(…)
Voorzitter:
Monsieur Bouchez, j’ai entendu les mots "Francs Borains", mais pas les mots "Georges-Louis Bouchez".
Georges-Louis Bouchez:
(…)
Voorzitter:
Monsieur Bouchez, toute personne qui a la parole peut la prendre.
Georges-Louis Bouchez:
(…)
Voorzitter:
Mais enfin, monsieur Bouchez! Respectez le Règlement, s'il vous plaît!
Het verlies van het recht op een werkloosheidsuitkering voor duizenden 55-plussers
Bekijk antwoord
Sofie Merckx:
Monsieur Clarinval, à Charleroi également, le magasin Cora de Châtelineau va fermer, plongeant de nombreuses personnes dans l'inquiétude. Hier, j'ai discuté avec une femme employée depuis 15 ans dans ce magasin. Elle est actuellement très inquiète car dans quelques mois, elle devra survivre avec seulement 1 437 euros de chômage. Vous vivez avec 10 000 euros par mois tandis que les chômeurs vivent avec 1 437 euros. Dans deux ans, si elle n'a pas retrouvé de travail, ses allocations seront supprimées.
Aujourd'hui, nous apprenons aussi que vous avez menti. Vous aviez promis qu'après les deux ans, les allocations de chômage seraient maintenues pour certaines exceptions, comme les personnes en formation. Pourtant, aujourd'hui, nous apprenons que cela ne sera pas le cas. Vous aviez promis de sauvegarder le statut d'artiste, et là encore, c'est faux. Les travailleurs âgés de 55 ans, comme cet homme qui a perdu son emploi lors de la fermeture d'Opel Anvers, voient eux aussi leurs allocations supprimées, à quelques années seulement de la retraite.
Nous avons remarqué que la loi-programme que vous préparez s'avère plus grave que ce que vous aviez annoncé lors de l'accord du gouvernement.
Je pense que votre politique est inefficace: exclure les gens ne crée pas d'emploi, que du contraire, et les études le prouvent. C'est une absurdité. Plutôt que de les exclure, il faudrait soutenir les personnes qui suivent des formations. Je pense en particulier aux personnes qui exercent des métiers essentiels, par exemple les infirmières et infirmiers.
Cette politique est également antisociale: 100 000 personnes risquent de se retrouver dans la précarité, ce qui engendrera une charge énorme pour communes et les CPAS.
Monsieur le ministre, quels éléments précis votre loi contient-elle? Quelles seront les règles appliquées aux travailleurs de plus de 55 ans? Combien de personnes (…)
David Clarinval:
Mesdames et messieurs les députés, le taux d'emploi des 55-64 ans a augmenté au cours de ces 25 dernières années, et nous ne pouvons que nous en réjouir! Le gouvernement entend poursuivre cette tendance grâce à plusieurs mesures qui visent à accroître le taux d'emploi et à encourager à travailler plus longtemps.
Il faut combattre les préjugés injustifiés à l'égard des travailleurs âgés et faire reconnaître la valeur et les qualités que ces derniers peuvent offrir. Concernant la réforme du chômage, je souhaite que l'assurance-chômage devienne un instrument dynamique au service du retour à l'emploi. En effet, l'accès à l'emploi constitue le moyen le plus efficace de garantir à chaque individu une autonomie financière durable, un niveau de vie décent et une pleine contribution à la société.
L'accord de gouvernement prévoit que les personnes de plus de 55 ans peuvent conserver leur droit aux allocations de chômage sans limitation dans le temps, à condition d'avoir travaillé au moins 30 ans. Cette condition sera progressivement portée à 35 ans à partir de 2030. Je n'ai donc pas menti, madame Merckx, c'était très clair depuis le début. De cette manière, le travailleur qui a contribué pendant de longues années au financement de notre sécurité sociale bénéficiera d'un avantage dans le cadre de l'assurance-chômage, par rapport à d'autres demandeurs d'emploi n'ayant pas contribué dans la même mesure.
Je reste pleinement mobilisé sur cette question et nous poursuivons actuellement les discussions sur les modalités pratiques de la réforme au sein du gouvernement.
Sofie Merckx:
Monsieur Clarinval, vous avez oublié de dire que chez les 55 ans et plus, nous voyons surtout augmenter le nombre de malades de longue durée. Pourquoi? Parce que les gens ne tiennent pas et ne peuvent pas travailler jusqu’à 67 ans. Vous dites que vous êtes le parti qui veut soutenir le travail. Mais ce que vous faites, c’est diviser les gens entre ceux qui ont un emploi et ceux qui n’en ont pas. Les choses peuvent vite basculer. Quand on regarde aujourd'hui Cora, quand on regarde Audi, quand on a vu Van Hool, quand on voit les gens de Makro, par exemple: c’est vraiment pour cela que nous avons besoin d’une protection sociale. Ce que je pense, c’est que vous n’avez pas pour but de défendre le travail. C’est ce qu’on voit quand vous voulez supprimer, par exemple, les primes pour le travail de nuit, quand vous voulez supprimer le fait qu’on est payé plus pour les heures supplémentaires. Vous voulez faire en sorte que les conditions de travail de l’ensemble de la classe travailleuse soient revues à la baisse. C’est contre cela que nous allons effectivement continuer à mener la lutte (…)
De verlenging en uitbreiding van de regeling inzake overuren
Gesteld door
Open Vld
Vincent Van Quickenborne
Aan
David Clarinval (Minister van Werk, Economie en Landbouw)
Bekijk antwoord
Vincent Van Quickenborne:
Mijnheer de minister, door al het nieuws over stakingen zouden we bijna vergeten dat er in ons land nog mensen zijn die willen werken. Er zijn ook mensen die meer willen werken dan de klassieke 38 uren. Vanochtend bleek uit cijfers van Liantis dat het aantal mensen dat vrijwillig overuren presteert in ons land de voorbije tijd met 50 % is gestegen. Heel veel meer mensen presteren vrijwillig overuren, omdat ze dat willen doen.
Collega's, dat is geen toeval, dat is het resultaat van een bewuste politiek van de vorige regering. Wij hebben er toen op aangedrongen om het systeem van vrijwillige overuren systematisch te verhogen en mogelijk te maken. Het gaat hier over goede overuren, want de mensen die deze overuren presteren, betalen geen belastingen, betalen geen sociale lasten. Dat kan zonder administratieve lasten en zonder poespas. Vandaar het succes.
Mijnheer de minister, het probleem is dat het systeem eind juni afloopt. Men kijkt nu naar u, want men stelt zich vragen. Bijvoorbeeld in de horeca wil men de zomerplanning opstellen. Daar vraagt men zich af of vrijwillige overuren nog mogelijk zullen zijn of niet.
UNIZO trekt aan de alarmbel en vraagt zich af wat er zal gebeuren. Wij hebben nog geen teksten gezien. Er is nog geen advies gevraagd aan de Nationale Arbeidsraad. Goed, er staat daarover wel iets in het regeerakkoord, maar teksten in een regeerakkoord zijn nog geen realiteit.
Op minder dan 100 dagen van 1 juli stellen heel veel sectoren en mensen die willen werken, zich vragen. Zal er nog een systeem komen van uitgebreide vrijwillige overuren? Mijnheer de minister, kunt u hier en nu duidelijk vertellen dat werknemers en ook werkgevers vanaf 1 juli zullen kunnen blijven genieten van een systeem van uitgebreide vrijwillige overuren?
David Clarinval:
Mijnheer Van Quickenborne, het regeerakkoord voorziet in een structurele, uniforme en flexibele algemene regeling van 180 uur voor fiscaalvriendelijke overuren, met een lastenverlaging voor de werkgever en een belastingvermindering voor de werknemer. Wat de vrijwillige overuren betreft, voeren we een aantrekkelijk systeem in van 360 uur van toepassing in alle sectoren en 450 uur in de horeca. Voor respectievelijk 240 uur in alle sectoren en voor 360 uur in de horeca zal het principe gelden dat bruto gelijk is aan netto.
Ik heb aandachtig kennisgenomen van de conclusies van de Liantisstudie, die aantoont dat het aantal overuren de voorbije drie jaar met de helft is toegenomen, vooral door het gebruik van relance-uren. De studie preciseert dat een van de voornaamste redenen voor die toename het tekort op de arbeidsmarkt is. Ik wil benadrukken dat de relance-uren vrijwillige overuren zijn die enkel gepresteerd kunnen worden met het uitdrukkelijke akkoord van de werknemer. Met die verhoging van het aantal vrijwillige overuren willen wij ondernemingen meer flexibiliteit en de nodige ruimte geven om het hoofd te kunnen bieden aan operationele behoeften. Gelijklopend daarmee zullen werknemers een extra fiscaalvriendelijk inkomen kunnen genieten.
Wij finaliseren momenteel de teksten in verband met de praktische modaliteiten van die hervorming. Binnenkort zal ik die aan de regering voorleggen. Ik werk aan die teksten samen met mijn collega Jambon. We proberen meer mensen vlug aan de slag te krijgen.
Vincent Van Quickenborne:
Mijnheer de minister, morgen is er een belangrijke ministerraad. Het wordt blijkbaar een beslissende kern, waar een aantal knelpunten op tafel zullen liggen. Ik hoop dat het dossier in kwestie ook deel uitmaakt van die knelpunten en dat er definitief over kan worden beslist. U weet immers dat in de politiek alles aan elkaar hangt. Het risico is echter dat als zaken aan elkaar hangen, een belangrijk dossier weleens van de tafel dreigt te vallen, bijvoorbeeld het dossier van de overuren. Er is geen tijd te verliezen. Doe dus niet zoals met de brugpensioenen en het SWT, waar u alles opnieuw uitstelt. Ik heb gehoord dat het personeel van Cora zal kunnen gebruikmaken van het SWT. U ziet dus dat uitstel tot afstel leidt. Zorg er ook voor dat er een beslissing komt. Mijnheer de minister, de mensen verwachten morgen een duidelijk antwoord van u. Wij zijn minder dan 100 dagen verwijderd van 1 juli 2025. De mensen willen duidelijkheid. Komen die overuren er nu al dan niet? U zult morgen het antwoord moeten geven, na die beslissende ministerraad.
De Panoreportage over schadelijke stoffen in fitnessvoedingssupplementen
Bekijk antwoord
Funda Oru:
Mijnheer de minister, collega's, beeldt u zich in dat uw zoon of dochter wekelijks naar de fitness gaat. Dat is gezond, denkt u dan, tot die wekelijkse uitstap naar de fitness een obsessie wordt en het groter, beter en sneller moet, niet voor hun gezondheid, maar om grotere en sterkere spieren en een sneller resultaat te verkrijgen. Op TikTok en Instagram ziet men video's van influencers die inderdaad heel snel resultaat boeken, niet door meer te bewegen of te sporten, maar door het gebruik van supplementen. Die supplementen kunnen onze kinderen en jongeren met één muisklik online bestellen en thuisgeleverd krijgen.
Daarin schuilt het gevaar. Gisteren onthulde Pano dat die supplementen heel gevaarlijk zijn. Van de 10 bestelde supplementen vormden 3 ervan een gevaar voor de gezondheid van onze kinderen en jongeren. Zonder het goed te beseffen, slikken onze kinderen kankerverwekkende stoffen en doping. Daarom vind ik die nieuwe trend een heel belangrijk en urgent thema, want het gaat over doping van kinderen en jongeren.
Voor Vooruit staat de gezondheid van onze kinderen voorop. Daarvoor rekenen we ook op een sterke overheid. De gevaarlijke producten zijn niet verkrijgbaar in ons land, maar toch lukt het onze kinderen om ze met één muisklik te bestellen. Onze jongeren staan vandaag onder enorme sociale druk om er sterker en gespierder uit te zien. Dat verontrust mij en met mij heel veel andere ouders. Mijnheer de minister, welke stappen zult u ondernemen om de verspreiding van de gevaarlijke supplementen tegen te gaan en de gezondheid van onze jongeren te beschermen?
David Clarinval:
Mevrouw Oru, in de betreffende Panoreportage werden tien populaire voedingssupplementen uit de fitnesswereld getest. Het laboratorium trof in twee van de tien producten amfetamineachtige stoffen en in een derde product een carcinogene substantie aan. Conform de meldingsplicht bracht het laboratorium dat de proeven uitvoerde, het FAVV van de niet-conforme resultaten op de hoogte. De teruggevonden stoffen waren SARMs of selective androgen septor modulators, en doping. SARM's vallen onder de bevoegdheid van het Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen. Het FAVV werkt nu samen met het FAGG voor de opvolging. Doping daarentegen valt onder de bevoegdheid van de drie regionale antidopingagentschappen. Het FAVV staat in voor de opvolging van het dossier.
Na onderzoek konden we de oorsprong van niet-conforme producten achterhalen. Er werden verschillende eigenaren en distributeurs in Europa geïdentificeerd. Via het RASFF (rapid alert system for food and feed) kregen alle EU-landen en het VK een melding van de niet-conformiteiten.
De geanalyseerde voedingssupplementen zijn niet genotificeerd in België. In België zijn ze dus niet toegelaten voor verkoop. De producten waarvan sprake, zijn dus vermoedelijk gekocht via e-commerce. Sinds 2018 beschikt het FAVV over een cel e-commerce. De aanpak van die cel is zowel reactief als proactief. Enerzijds volgt het FAVV alle klachten en informatie op die gaan over onlineverkoop. Anderzijds worden er jaarlijks enkele gerichte controleacties op het internet uitgevoerd. Hiervoor worden telkens andere thematieken of producten uitgekozen. Voedingssupplementen maken ook deel uit van de jaarlijkse acties.
Funda Oru:
Mijnheer de minister, wij hadden het gisteren al in commissie uitgebreid over de vele schadelijke evoluties op het vlak van eten en drinken. Nu komt die trend daar helaas bovenop. Wie gisteren de Panoreportage heeft gezien, kan eigenlijk alleen maar concluderen dat die supplementen, die prullen, enorm schadelijk zijn voor de gezondheid en de veiligheid van onze kinderen. Dat raakt ook ouders, omdat zij machteloos moeten toekijken. De producten zijn niet alleen schadelijk voor de gezondheid en de veiligheid, maar hebben ook een enorme impact op het zelfbeeld en het mentaal welzijn van onze kinderen en jongeren. Het is een alarmsignaal voor ons allemaal. Mijnheer de minister, samen met vele ouders reken ik erop dat u daadkrachtig zult optreden tegen die nieuwe schadelijke trend om de gezondheid en de veiligheid van onze kinderen te beschermen.
De voorgestelde besparingen op de sociale zekerheid voor de financiering van de defensieuitgaven
Gesteld door
Ecolo
Sarah Schlitz
Aan
Frank Vandenbroucke (Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid)
Bekijk antwoord
Sarah Schlitz:
Monsieur le ministre, on nage en plein délire. Hier soir, nous avons entendu Theo Francken expliquer tranquillement qu'il suffirait d'aller chercher l'argent dans les caisses de la sécurité sociale et des soins de santé pour financer le réarmement de la Belgique. Eh bien, c'est vraiment une super idée! Alors que votre gouvernement va déjà chercher deux milliards dans les soins de santé, il en puiserait à présent quatre milliards. Allons-y! Pendant ce temps, les pensionnés tirent le diable par la queue; il n'y a pas moins d'obtenir un rendez-vous médical parfois avant un an; on ne parvient pas à recruter des infirmières parce que les salaires de misère proposés ne le permettent pas. Tandis qu'on n'arrête pas de dire à tout bout de champ qu'il n'y a pas d'argent, que les économies sont nécessaires, que ce sera difficile pour tout le monde, que nous allons nous mettre au régime tous ensemble, tout à coup on va chercher l'argent dans les soins de santé et la sécurité sociale.
Professeur Vandenbroucke, vous savez comme moi que la sécurité sociale n'est pas un Bancontact. Il faudrait peut-être expliquer à votre collègue Theo Francken qu'en réalité, c'est une caisse à laquelle les Belges contribuent pour pallier les risques de la vie. Par exemple, les travailleurs et travailleuses de Cora qui vont perdre leur boulot vont pouvoir percevoir un revenu de remplacement grâce à la sécurité sociale et donc pouvoir continuer à rembourser leur emprunt, à payer leur loyer et ne pas se retrouver sans logement. C'est à cela que sert la sécurité sociale, et non à acheter des F-35 américains pour Theo Francken.
Monsieur le ministre, demain, vous en discuterez en kern. Me confirmez-vous que l'argent de la sécurité sociale et des soins de santé va servir de variable d'ajustement pour financer le réarmement de la Belgique ou bien allez-vous défendre une autre position?
Frank Vandenbroucke:
Madame Schlitz, pour assurer notre sécurité, notre liberté, il faut renforcer notre défense et donc augmenter les dépenses. C'est une évidence, hélas.
Vous me connaissez, on en discute en kern, mais je n'anticipe jamais les discussions du gouvernement fédéral. Permettez-moi quand même une question. Que défendons-nous contre Poutine? Nous défendons notre démocratie, qui est politique et sociale, qui est basée intrinsèquement sur la sécurité sociale, sur des soins accessibles à tout le monde, sur des valeurs de justice. C'est ce que nous défendons. Je crois donc que la réponse est évidente. Nous n'allons tout de même pas renoncer à ce que nous défendons en démantelant notre État-providence.
Michael De Cock l'a dit dans De Standaard , avec des mots absolument justes: "Nous ne pouvons pas arrêter la course à l'armement en Europe, mais nous pouvons éviter qu'elle se fasse au détriment de ce qui nous distingue en tant qu'êtres humains". Voilà la réponse. En même temps, nous investissons et nous réformons dans le domaine de la protection sociale, pour la préserver, pour la renforcer. Pas pour l'armement.
Voilà le défi de taille de ce gouvernement dans lequel je me suis engagé.
Sarah Schlitz:
Merci, monsieur le ministre. Le contexte international nous oblige aujourd'hui à agir pour travailler à notre autonomie. C'est une évidence. Mais ce que nous devons faire en priorité, c'est mieux dépenser l'argent. On doit travailler à des économies d'échelle. Nous devons mutualiser avec les autres États européens notre matériel en vue de la défense. Aujourd'hui, il y a à travers tous les pays européens 15 modèles différents de chars. C'est complètement absurde. Et par ailleurs, nous devons aussi acheter européen. Acheter des F-35 américains n'a aucun sens. Monsieur le ministre, j'entends votre réponse et j'espère que vous arriverez à protéger notre sécurité sociale. Mais ce que je n'entends pas, c'est que vous irez chercher l'argent là où il est. Parce qu'aujourd'hui, vous allez à nouveau mettre les mêmes au régime, plutôt que d'aller chercher l'argent en mettant en place une vraie taxation des plus-values, qui peut rapporter jusqu'à deux milliards, en taxant les plus gros patrimoines, qui peuvent rapporter jusqu'à quatre milliards, ou encore en taxant un euro des revenus du capital comme un euro (...)
De impact van het federale beleid op het tekort aan verpleegkundigen
Het tekort aan verpleegkundigen
Federale beleidsimpact op verpleegkundigentaltekort
Gesteld door
Groen
Petra De Sutter
CD&V
Nawal Farih
Aan
Frank Vandenbroucke (Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid)
Bekijk antwoord
Petra De Sutter:
Mijnheer de minister, in uw regeerakkoord staan nogal wat kleine lettertjes die niet altijd even duidelijk waren, ook niet op toetredingscongressen of in regeerverklaringen, maar ze zijn wel relevant, want ze raken mensen. Ik geef een paar voorbeelden. De pensioenmalus, waarvan deeltijds werkenden het slachtoffer zijn. Het beperken van de werkloosheidsuitkering in de tijd, die veel groepen raakt. We hoorden daarnet nog over de 55-plussers die omwille van hun leeftijd moeilijk een nieuwe job vinden en aan strenge criteria moeten voldoen om in de werkloosheid te kunnen blijven. Ook het kunstenaarsstatuut, we hebben er recent over gesproken, is cruciaal voor de sector om te overleven.
De volgende groep die het slachtoffer wordt van de kleine lettertjes in uw regeerakkoord zijn de mensen die zich in een knelpuntberoep herscholen, zij- instromers, mensen die verpleegkunde willen studeren. We kampen al heel lang met een tekort aan verpleegkundigen, zoals u weet. We kampen ook met vergrijzing en toenemende zorgnoden. Mensen krijgen niet meer de nodige zorg. De werkdruk voor verpleegkundigen neemt toe, met nog meer uitval en uitstroom tot gevolg. Het is een vicieuze cirkel. De cijfers kennen we ook. De laatste zes jaar is het aantal afgestudeerde bachelors verpleegkunde met 40 % gedaald. De voorstellen van uw regering zullen het tekort aan zorgpersoneel nog verergeren, want de geplande beperking van de werkloosheidsuitkering tot twee jaar zal ertoe leiden dat zij-instromers afhaken.
Mijnheer de minister, ik wil dit toch nog eens benoemen, alweer zijn vooral vrouwen hiervan de dupe. Eind 2022 was 83,5 % van de nieuwe zij-instromers in de zorgsector een vrouw. We hebben vandaag ook gehoord dat de echtscheidingspensioenen zullen worden geschrapt. Met al deze maatregelen vragen wij ons af hoe vrouwonvriendelijk een regering kan zijn. Mijnheer de minister, welke impact verwacht u van de beperkingen in de werkloosheidsuitkeringen op het tekort aan verpleegkundigen? Kunnen die definitief (...)
Voorzitter:
Ik herhaal nog even dat de spreektijd voor het stellen van een vraag twee minuten bedraagt.
Nawal Farih:
Mijnheer de minister, voor verpleegkundig personeel komen er per dag 27 vacatures bij. In totaal zoeken we op dit moment maar liefst 10.000 extra verpleegkundigen. U weet dat we met cd&v heel duidelijk stellen dat zorg een basisrecht is, zeker geen luxe. Mensen die oud worden, ziek zijn of bijstand nodig hebben, moeten in elk geval altijd kunnen rekenen op kwaliteitsvolle zorgverlening. Met cd&v hebben we al heel vaak gepleit om het principe 'bekwaam is bevoegd' te hanteren. Dat is niet enkel een taakverschuiving, het betekent dat we moeten investeren in ons zorgpersoneel, investeren in opleiding, maar ook dat we de verpleegkundigen zuurstof geven op de werkvloer om zichzelf verder te kunnen ontwikkelen. Met dat principe willen we tevens jonge talenten aantrekken naar een zorgberoep.
Al eerder is gezegd dat minstens 40 % minder studenten afstudeert in een zorgberoep. Nochtans zullen we die werkkrachten nodig hebben. In de vorige legislatuur hebben we daartoe met cd&v verantwoordelijkheid genomen door ervoor te zorgen dat studenten verpleegkunde in hun laatste jaar een onkostenvergoeding van 1.000 euro verkrijgen. Mijnheer de minister, in dat verband heb ik twee heel belangrijke vragen voor u.
Hoe snel zult u klaar zijn met het plan om het bekwaam-is-bevoegdprincipe effectief te laten hanteren op de werkvloer? Zult u uw Vlaamse collega-minister Gennez aanspreken op het feit dat ook studenten aangetrokken moeten worden tot het zorgberoep en dat zij die 1.000 euro, die we met cd&v hebben geïnvesteerd per verpleegkundig stagiair, ook implementeert?
Frank Vandenbroucke:
Collega’s, tienduizenden mensen staan dag en nacht klaar om voor ons te zorgen. Wij moeten inderdaad investeren in die mensen. Wij doen dat en zullen dat ook blijven doen. De huidige regering heeft dan ook niet zomaar afgesproken dat er geld zal zijn voor een sociaal akkoord waarin de werkvoorwaarden voor het personeel moeten worden verbeterd. Wij moeten ook inzetten op het perspectief dat mensen hebben die in de zorg aan het werk gaan. Daarom gaan wij door met een heel grondige hervorming van het verpleegkundig beroep, effectief vertrekkende van de idee dat mensen moeten worden ingezet op basis van hun talenten, op basis van wat ze kunnen. Dat is de filosofie van ‘bekwaam is bevoegd’.
Mevrouw Nawal Farih, ik zal bijvoorbeeld inderdaad de hervorming die wij op gang hebben gebracht zo snel mogelijk doorzetten, namelijk toelaten dat mensen in teams taken verdelen op een soepele manier, waarbij niet te veel rekening wordt gehouden met allerlei strenge regeltjes die het werk moeilijk maken. Ik zal dat doen naast andere hervormingen die het mogelijk maken dat mensen zich concentreren op datgene waarvoor zij echt zijn opgeleid, dat mensen worden ondersteund door ondersteuners, dat mensen gemakkelijk afspraken kunnen maken met elkaar om taken te verdelen en ook dat mensen kunnen doorgroeien in hun werk. Wij moeten het mogelijk maken dat een zorgkundige kan doorgroeien naar een basisverpleegkundige, naar een verpleegkundige die verantwoordelijk is voor de algemene zorg, naar een verpleegkundig specialist of naar een klinisch verpleegkundig onderzoeker. Op die manier kunnen echt perspectieven worden geboden aan mensen met talent en ambitie om het waar te maken in de zorg. Dat willen wij.
Tegelijkertijd moeten wij er ook voor zorgen dat mensen kiezen voor die beroepen en opleidingen en ervoor zorgen dat daarvoor vele wegen open zijn. Mevrouw De Sutter, mevrouw Farih, ik wil heel duidelijk zijn. Het belangrijkste probleem waarvoor wij vandaag staan, is een ongewenst neveneffect van het beperken van de werkloosheid in de tijd voor mensen die dankzij werkloosheidsuitkeringen opleidingen volgen die tot het beroep van zorgkundige of verpleegkundige leiden. Mevrouw Farih, ik zie dat u het met mij eens bent. Dat is uitstekend. Ik beken eerlijk dat dat nu het belangrijkste probleem is dat voorligt in de federale Kamer en in de federale regering.
Collega’s, ik wil er duidelijk over zijn dat ik niet wens dat de beperking van de werkloosheid in de tijd tot gevolg heeft dat een heel mooi kanaal voor opleidingen die tot verpleegkundigen en zorgkundigen leiden, opdroogt, stilvalt en helemaal wordt geblokkeerd.
Dat moeten we absoluut vermijden. Daarom zal ik morgen in het kernkabinet ook zeggen dat we dat kanaal laten werken zoals het goed werkt om ervoor te zorgen dat mensen inderdaad die diploma's kunnen verwerven, ook vanuit een situatie van werkloosheid, of dat we een alternatieve oplossing moeten zoeken.
Mevrouw Farih, ik hoop van u dadelijk te horen dat cd&v mij morgen enthousiast zal ondersteunen in het kernkabinet, wanneer ik die vraag stel en daar ook het nodige geld voor op tafel zal helpen leggen.
Petra De Sutter:
U zult begrijpen dat, en ik verwijs naar wat mijn collega net heeft gezegd, de publieke uitspraken van Theo Francken gisteren ons heel erg verontrusten. Ik hoor van u dat u voor de uitzondering op de werkloosheid voor mensen die verpleegkunde willen studeren, zult blijven ijveren. Ik hoop dat u dat ook zult doen voor de kunstenaars. Dat debat hebben we al gevoerd. Ik hoop ook dat u morgen inderdaad in de kern op tafel zult kloppen als Vooruit om de sociale rechten van mensen te vrijwaren. Het gaat om uitzonderingen op wat jullie in het regeerakkoord hebben beslist, maar zij doen die mensen echt wel pijn. Het gaat vaak om kwetsbaren en als het over zorgberoepen gaat het heel vaak om vrouwen. Dus alstublieft, doe morgen uw werk.
Ik heb ook in het regeerakkoord gelezen dat u een statuut, dat nog verder gaat dan wat mevrouw Farih heeft aangegeven, voor verpleegkundigen in opleiding met garanties op… (…)
Nawal Farih:
Minister, wij zullen nog vrienden worden. Als u er morgen voor zorgt dat het cd&v-standpunt dat stelt dat verpleegkundigen in opleiding nooit uitkeringsverlies kunnen hebben in orde komt, vraag ik u om mevrouw Gennez te bellen om de onkostenvergoeding van 1.000 euro voor de studenten, de jonge werkkrachten die in opleiding zijn, die cd&v steeds heeft voorzien, in orde te maken. Als u dat regelt, kunnen wij zeer goede vrienden worden.
Voorzitter:
Bedankt, mevrouw Farih. Mag ik trouwens, wellicht namens vele collega's, de heer Mahdi en mevrouw Farih gelukwensen met hun huwelijk dat ze deze week hebben gesloten. (Applaus) (Applaudissements)
De door de vakbonden aan de kaak gestelde alarmerende situatie bij de Veiligheid van de Staat
Bekijk antwoord
François De Smet:
Madame la ministre, que se passe-t-il donc à la Sûreté de l'État? Une lettre envoyée au Comité R par un front commun syndical jette le trouble.
D'une part, on évoque une plateforme informatique, Atlas, qui est toujours considérée comme peu fiable, parce qu'elle occasionne des pertes de temps et de motivation du personnel, et qu'elle engendre visiblement des pertes d'informations, des pertes de messages de correspondants. C’est quand même gênant, vous l'admettrez, pour un service de renseignement. D'autre part, on évoque un manque de clarté dans le fonctionnement managérial, depuis la mise en place de la fameuse réforme Remix et la mise en concurrence de plusieurs lignes hiérarchiques.
Mais ce qui m'inquiète le plus dans le contenu de cette lettre, c'est l'apparente mise au second plan du renseignement humain. La Sûreté consacrerait moins de temps et moins d'énergie au développement et au maintien des contacts qui permettent de récolter des renseignements sur le terrain. Dans la lettre, on évoque même le blocage de certains dossiers considérés comme trop sensibles.
Je comprends que l'augmentation récente du personnel et du cadre entraîne un renouveau managérial. Je comprends aussi qu'on investisse énormément, dans le monde où nous sommes, dans les nouvelles technologies. Mais nous savons tous qu'en matière de renseignement, rien ne remplacera le renseignement humain, singulièrement pour contrer des menaces extérieures, comme l'extrême gauche, l'extrême droite ou l'extrémisme religieux, qui elles-mêmes se méfient de plus en plus des nouvelles technologies.
Madame la ministre, il n'est pas courant qu'au sein d'une institution généralement discrète, par nécessité et par tradition, des travailleurs fassent entendre leurs voix pour exprimer un malaise. Je pense que cela ne concerne pas seulement le Comité R, qui est le destinataire de ce courrier. Je crois que les pouvoirs de tutelle, dont vous-même, devez également vous en saisir. Nous avons plus que jamais besoin, en ces temps troublés, d'une Sûreté de l'État qui a confiance en elle, qui a confiance en ses outils informatiques, qui a confiance en ses hommes et en ses femmes.
Madame la ministre, mes questions sont simples. Avez-vous eu connaissance de cette lettre? Quelle suite comptez-vous y donner? Avez-vous eu un contact avec la direction pour traiter les problèmes qui y sont évoqués?
Annelies Verlinden:
Cher collègue De Smet, j'ai pris connaissance des préoccupations soulevées par les syndicats auprès du Comité R. Je les ai d'ailleurs déjà rencontrés au sein de mon cabinet. La réforme IT a été menée pour différentes raisons, qui restent toujours d'actualité. Cette question a également été abordée lors des différentes réunions avec l'administratrice générale de la Sûreté de l'État.
Il est primordial qu'une organisation comme la Sûreté de l'État dispose de la flexibilité nécessaire pour s'adapter à l'évolution des enjeux sociaux et des nouvelles technologies. Il était donc urgent de mettre à jour la base de données utilisée précédemment. La Sûreté de l'État n'a jamais nié que la nouvelle base de données ne répondait pas encore aux exigences de qualité souhaitées. Cependant, je tiens à préciser que cette difficulté ne l'empêche pas de remplir ses missions.
La direction générale a pris des mesures face à ce problème, notamment en recrutant de nouveaux informaticiens et en associant activement les membres du personnel au processus d'amélioration de la base de données. Ces efforts prennent évidemment du temps et, comme beaucoup d'autres administrations, la Sûreté de l'État rencontre des difficultés pour engager du personnel qualifié en informatique.
Les adaptations liées à l'aspect proactif du travail de renseignement ainsi que les procédures et une partie de la structure sont en cours de révision. Ce travail sera achevé avant la fin de l'année. Les informations sur les turnover et les maladies de longue durée communiquées par les syndicats sont erronées. Tant avant qu'après la réforme, le nombre moyen d'absences de longue durée est resté stable.
Cher collègue, la Sûreté de l'État exerce aujourd'hui ses fonctions avec soin et professionnalisme. Les nombreux dossiers dont j'ai été informée, dont certains relayés par la presse, en témoignent. J'accorde toute ma confiance à la Sûreté de l'État et je continuerai à suivre de près son fonctionnement interne à chaque moment de concertation.
François De Smet:
Madame la ministre, je vous remercie pour votre réponse claire aux différents points du courrier. Nous sommes souvent confrontés, vous et moi, ainsi que le reste de l'opposition, à des demandes de moyens, tant de la justice et de la police que des prisons, et ce, à juste titre. En l'occurrence, ce qui me frappe dans ce courrier, c'est qu'il n'est absolument pas question d'une demande de moyens, parce que les moyens existent et ils sont octroyés. Ce personnel a l'air de nous dire qu'il ne demande pas d'argent – ce n'est pas le problème – mais qu'il a des soucis d'organisation non seulement informatiques mais aussi au niveau du renseignement de terrain, qui est la dimension sur laquelle vous n'avez peut-être pas répondu. C'est assez rare pour être souligné. Si vous dites vrai, ce malaise devrait pouvoir être dissipé rapidement. Si ce n'est pas le cas, madame la ministre, je reviendrai vers vous pour voir ce qu'il est possible de faire. On a vraiment besoin d'une Sûreté de l'État solide et qui a confiance en elle.
De overbrenging van gedetineerde illegalen naar gesloten terugkeercentra
Bekijk antwoord
Marijke Dillen:
Mevrouw de minister, er zitten bijna 13.000 gedetineerden in onze gevangenissen, waar er maar plaats is voor 11.000. Bijna 40 % van die gedetineerden beschikken niet over onze nationaliteit en 70 % daarvan is illegaal. We hebben daarover zowel hier als in de commissie al zeer vaak van gedachten gewisseld.
Nu komt u met een plan, althans als we de media mogen geloven. We hebben mogen lezen dat u in de strijd tegen de overbevolking van de gevangenissen de gevangenen die hier illegaal verblijven wil doorschuiven naar de gesloten terugkeercentra van de Dienst Vreemdelingenzaken. Ik stel me vragen over de haalbaarheid daarvan. U zei in de krant dat er op dit moment duidelijke afspraken worden uitgewerkt met de DVZ.
Mevrouw de minister, dat klopt niet. Dat blijkt niet waar te zijn. De DVZ is duidelijk: deze centra – die zoals u weet ook al overbevolkt zijn – zijn geen alternatief voor een gevangenis. In een gesloten centrum mag iemand alleen administratief aangehouden zijn en er verblijven met het oog op repatriëring. Die termijn is tevens beperkt tot vier maanden, zo valt te horen. Daarenboven weet u nog veel beter dan ik dat het personeel dat in die centra tewerkgesteld is niet opgeleid is om de taak van cipier op zich te nemen.
Met andere woorden, hoe vallen de kritieken van de DVZ te rijmen met uw grootse aankondigingen in de media? Mijn vraag is of dit standpunt doorgesproken werd met de bevoegde minister, minister Van Bossuyt. Zij is immers de enige bevoegde minister voor de dossiers van de gesloten opvangcentra.
Annelies Verlinden:
Collega Dillen, dankzij meer en doorgedreven onderzoeken van politie, parketten en onderzoeksrechters en rechterlijke uitspraken in dossiers van georganiseerde criminaliteit verblijven er vandaag ongeveer 4.000 personen zonder wettig verblijf in onze Belgische gevangenissen. De aanwezigheid van een dergelijke grote groep mensen zonder wettig verblijf vergroot enorm de druk op het gevangenislandschap, dat al jarenlang kampt met een structurele overbevolking. Er is plaats voor ongeveer 11.000 gedetineerden, terwijl er intussen ongeveer 13.000 gedetineerden zijn. De impact daarvan op het dagelijks leven in de gevangenis is gigantisch.
Het terugsturen van gedetineerden zonder verblijfsrecht naar hun land van herkomst is dan ook een duidelijke prioriteit van deze federale regering. Dat is niet alleen rechtvaardig, het is ook een essentiële stap om de druk op onze gevangenissen te verlichten. De samenwerking tussen de DVZ, het gevangeniswezen, justitie en politie is hiervoor cruciaal en trouwens allesbehalve nieuw.
Momenteel worden maandelijks gemiddeld 120 gedetineerden zonder recht op verblijf teruggestuurd. Dat proces loopt, maar we nemen nu de nodige stappen om dit proces nog verder te versnellen en te intensiveren, om zo nog meer gedetineerden zonder recht op verblijf te kunnen terugsturen. De samenwerking met al mijn bevoegde collega-ministers is daar onmisbaar voor. Er bestaat trouwens een taskforce.
Laat me duidelijk zijn, dit gaat niet over het zomaar doorschuiven van gevangenen naar gesloten centra, zoals sommige kranten schrijven. Het gaat wel over het gepast organiseren van een overdracht met het oog op de verwijdering van ons grondgebied, zoals dat vandaag al gebeurt. Dat we bij een toename van het aantal verwijderingen goede afspraken moeten maken met de beheerders van de gesloten centra, lijkt me evident.
Collega's, wanneer ons gevangeniswezen, en daarmee ook de hele justitiële keten, onder de kolossale druk kraakt en de gevolgen daarvan voelbaar zijn in de hele samenleving, moet iedereen zijn verantwoordelijkheid nemen, in het belang van onze gevangenismedewerkers en de gedetineerden, maar vooral ook van de veiligheid van onze samenleving. U kunt op mij rekenen om vanuit Justitie alles op alles te zetten om de veiligheid in ons land te verbeteren.
Marijke Dillen:
Mevrouw de minister, wat u zegt is juist, illegalen horen niet thuis in onze gevangenissen. Zo heeft u vandaag nogmaals bevestigd. Het Vlaams Belang is dan ook heel blij dat u een standpunt dat wij hier al decennialang verkondigen eindelijk tot het uwe maakt. Wees dan echter consequent en doe wat u echt moet doen. Daarvoor is er maar één oplossing: stuur hen versneld terug naar hun landen van herkomst om daar hun straf te gaan uitzitten. Neem versneld initiatieven om met die landen tot afspraken te komen.
Als zij weigeren, mevrouw de minister, dan zijn daar oplossingen voor. Koppel dat bijvoorbeeld aan het afnemen van de ontwikkelingssteun. Koppel dat aan het terugschroeven van handelsverdragen. Wat u vandaag met veel tromgeroffel in de media heeft verkondigd, getuigt eigenlijk van pure populistische aankondigingen. U bent immers niet de bevoegde minister voor die sector.
De voorzitter:
Collega's, de geheime stemming waarvoor u in zaal 4 uw stem kunt uitbrengen, loopt nog een half uur. Ik wil u daar even opmerkzaam op maken.
De afschaffing van de nabijheidsbrigades in de Brusselse politiezone Zuid
De anonieme brief van agenten van de politiezone Zuid over de nabijheidsbrigades
Herstructurering politiezone Zuid brigades
Gesteld door
MR
Catherine Delcourt
N-VA
Jeroen Bergers
Aan
Bernard Quintin (Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken)
Bekijk antwoord
Catherine Delcourt:
Monsieur le ministre, les brigades de police de proximité créées pour enrayer le deal de rue et les vols associés ont été supprimées par les bourgmestres PS de la zone de police Midi, qui regroupe les communes de Forest, Saint-Gilles et Anderlecht, cette dernière ayant été le théâtre de nombreuses fusillades à l'issue dramatique.
Ces brigades de proximité jouent un rôle essentiel dans la lutte contre le trafic de drogue, puisque les policiers présents dans ces quartiers exercent une pression constante destinée à déstabiliser le commerce de stupéfiants, à identifier les dealers, à confisquer la marchandise. Tout ceci pour rendre les quartiers aux citoyens et empêcher une installation pérenne de ce commerce illégal et violent aux conséquences désastreuses.
En supprimant certaines brigades de proximité au motif de certains dysfonctionnements constatés ou de pressions de collectifs, on se prive d'un outil essentiel à la lutte contre le trafic de drogue, puisqu'on diminue la présence sur le terrain et la capacité d'action préventive. Le travail de quartier, c'est la base du travail de policier. Lorsque la police n'agit plus de manière résolue face à ce phénomène sur décision des bourgmestres, ce sont les dealers qui prennent possession du territoire, avec toute la violence qui en découle.
Monsieur le ministre, je vous sais respectueux de l'autonomie communale, mais pouvez-vous néanmoins nous donner votre avis sur la situation? Existe-t-il un lien entre la suppression de ces brigades de proximité et l'explosion du nombre de fusillades sur le territoire de la zone de police Midi? Enfin, dans quelle mesure cet état de fait renforce-t-il votre volonté de fusionner les zones de police à Bruxelles?
Jeroen Bergers:
Mijnheer de minister, agenten uit de politiezone Brussel Zuid trekken via een anonieme brief aan de alarmbel over de verdwijning van de nabijheidsbrigades. Die nabijheidsbrigades pakten in burger dealers rechtstreeks aan. Zij waren inderdaad niet perfect, maar ze waren wel doeltreffend. Volgens de politieagenten die de anonieme brief stuurden, is het geen toeval dat sinds de schrapping van de nabijheidsbrigades 70 % van de schietpartijen in Brussel in hun zone plaatsvindt.
Het is enorm verontrustend dat mensen die in de frontlinie staan in de strijd tegen de georganiseerde misdaad, anoniem aan de alarmbel moeten trekken, niet uit vrees voor vergelding vanwege de drugsmaffia, maar uit vrees voor vergelding vanwege hun eigen PS-burgemeesters. De drie burgemeesters van die zone staan aan het hoofd van de politie en moeten hun verantwoordelijkheid nemen en voor hun eigen deur vegen.
Mijnheer de minister, schaalvergroting is de oplossing. Die zal zorgen voor een betere solidariteit tussen de wijken en voor meer capaciteit waar die het meeste nodig is, en zal ervoor zorgen dat wanpraktijken zoals deze niet meer mogelijk zijn. Elke dag opnieuw wordt bewezen dat een fusie van de Brusselse politiezones broodnodig en dringend is.
Mijnheer de minister, vindt u het normaal dat agenten via een anonieme brief aan de alarmbel moeten trekken, nadat ook in Anderlecht andere sectoren al anoniem aan de alarmbel trokken?
Zijn de nabijheidsbrigades essentieel in de strijd tegen de georganiseerde misdaad?
Hoe staat het met de invulling van het politiekorps in de zone Brussel Zuid ten opzichte van het theoretisch kader? Wie draagt de verantwoordelijkheid voor de correcte invulling?
Welke schaalvoordelen ziet u specifiek voor de wijken in een fusie van de Brusselse politiezones?
Bernard Quintin:
Madame et monsieur les députés, merci pour vos questions. J'ai donc bien lu l'article.
Ik heb de anonieme brief niet gekregen, maar ik ben wel op de hoogte van de situatie vanaf dag twee van mijn ambtstermijn.
Les choix qui ont été formés l'ont été par les responsables de la zone de police Bruxelles-Midi, qui sont en effet les bourgmestres et le chef de corps, lesquels ont décidé en 2021 de la suppression de ces brigades. Pour le dire très clairement, il me paraît assez évident que supprimer ce qu'on appelle dans le jargon la VIP – Very Irritating Police – n'a certainement pas contribué, pour recourir à un euphémisme, à lutter efficacement contre le trafic de drogue. Il n'y a qu'à voir la situation actuelle dans la zone. La suppression de cette brigade de proximité permet en effet d'avoir des points de deal fixes au lieu d'obliger les dealers à se déplacer et donc de rendre leur travail, si je puis m'exprimer ainsi, plus difficile.
Nabijheidsbrigades zijn essentieel. Daarmee wil ik niet gezegd hebben dat one size fits all , want de realiteit van elke politiezone verdient een eigen aanpak, maar de nabijheidsbrigades zijn absoluut essentieel in onze strijd tegen drugscriminaliteit.
Ce que je regrette aussi dans la décision qui a été prise en 2021, c'est qu'on a voulu résoudre quelques problèmes ponctuels, qui sont d'ailleurs examinés aujourd'hui par les autorités judiciaires compétentes, en prenant des mesures linéaires générales. Prendre des mesures linéaires générales pour résoudre un problème ponctuel, ce n'est absolument pas ma ligne de travail parce qu'on jette le bébé avec l'eau du bain, comme on dit.
Quels étaient les motifs pour le faire? C'est une question qu'il faut poser aux responsables de la zone de police locale Midi que sont les bourgmestres et le chef de corps.
Je peux ajouter que les renforts fédéraux qui ont été mis à disposition de la zone Midi sont encore là pour une bonne partie, en ce compris le renforcement de la police judiciaire fédérale à Bruxelles par une trentaine d'unités venant d'autres zones. Cela porte ses fruits – et je le dis avec beaucoup de prudence et d'humilité – en termes de sécurité et aussi en termes d'arrestations dans le cadre des fusillades qui ont eu lieu en février et en mars.
De invulling van het politiekorps van die zone is, nogmaals, vooreerst de verantwoordelijkheid van die zone. De precieze cijfers moet ik u later meedelen, want die heb ik nu niet bij.
La fusion amènera en tout cas – c'est l'objectif – une unité de commandement et – c'est aussi essentiel et c'est la dynamique fondamentale que je veux insuffler dans cette fusion – une meilleure répartition des efforts entre capacité d'intervention et police de proximité. Les deux sont absolument nécessaires. Il faut une capacité d'intervention renforcée à Bruxelles, certainement pour la zone Midi. Cela se fera par une mutualisation des efforts mais sans porter atteinte à la police de proximité.
Nabijheidspolitie is absoluut essentieel voor die interventies, maar ook voor de gerechtelijke onderzoeken, om goede inlichtingen te verkrijgen.
Pour moi, cette capacité d'intervention et la police de proximité sont les deux jambes absolument indispensables pour le marathon de la lutte contre le crime organisé.
J'en voudrais de ne pas terminer en saluant les efforts qui sont faits tant par la police locale que par la police fédérale pour lutter contre le crime organisé.
Catherine Delcourt:
Merci monsieur le ministre pour vos réponses. La lutte contre le trafic de drogue passe évidemment par le travail de quartier et de proximité, ce qui s'inscrit pleinement dans votre politique de sécurité globale. Les raisons qui ont poussé à la suppression des brigades de proximité sont trop floues et nécessitent des clarifications. C'est pourquoi une demande d'audition des bourgmestres de la zone de police Midi a été introduite par le MR afin de faire la lumière sur ces choix incompréhensibles.
J'aimerais souligner par ailleurs l'ambivalence entre d'une part un discours qui est opposé à la fusion des zones de police bruxelloises, au motif que dans une grande zone de police unifiée on ne pourrait plus faire de police de proximité, et d'autre part la décision concrète et lourde de conséquences de supprimer les brigades de proximité. Les bourgmestres de la zone Midi qui ont délibérément choisi de dissoudre ces brigades ne peuvent ignorer les conséquences de leur décision. Les responsabilités doivent être prises.
Jeroen Bergers:
Mijnheer de minister, bedankt voor uw duidelijke antwoord. Ik denk dat het inderdaad essentieel is dat er nabijheidsploegen zijn in de strijd tegen de georganiseerde misdaad. Het is zeer onduidelijk en betwijfelbaar of die nabijheidsbrigades in de zone Brussel-Zuid om de juiste redenen zijn geschrapt. Het is heel belangrijk dat wij werk maken van de fusie van de Brusselse politiezones. Het is minstens opmerkelijk te noemen dat de zone die daarbij het meeste te winnen heeft zich daar hard tegen verzet en zelfs dreigt om te stoppen met investeren in politie, terwijl schietpartijen in die zone bijna dagelijkse realiteit zijn geworden. De burgemeesters moeten hun eigen verantwoordelijkheid opnemen. Zij moeten voor hun eigen deur vegen. Het is ook daarom dat wij de vraag steunen om de drie burgemeesters uit de zone Brussel-Zuid uit te nodigen voor een hoorzitting in het Parlement. Iedereen moet kiezen tussen eigen machtsspelletjes spelen of de veiligheid van de bevolking dienen. De keuze van Arizona is in elk geval duidelijk.
De uitbetaling van een compensatie aan vliegtuigpassagiers bij vertragingen
Gesteld door
Vooruit
Jeroen Soete
Aan
Rob Beenders (Minister van Consumentenbescherming, Sociale Fraudebestrijding, Personen met een handicap en Gelijke Kansen)
Bekijk antwoord
Jeroen Soete:
Mijnheer de minister, na een jaar hard werken heeft men eindelijk congé en is men klaar om op vakantie te vertrekken. Wanneer men op de luchthaven aankomt, ziet men dat de vlucht uren vertraging heeft. Dat is miserie, er zijn betere manieren om uw reis te starten.
Om die bittere pil wat te verzachten, bestaat er echter sinds jaar en dag een regeling vanuit Europa. Vanaf drie uur vertraging heeft men recht op een compensatie voor het ongemak. Wat zien we nu echter? Voor Europa hoeft dat niet langer. Voortaan moet men geen drie maar vijf uur vertraging hebben voor men een compensatie zou kunnen aanvragen. Voor lange vluchten zou dat zelfs opgetrokken worden tot negen uur.
Mijnheer de minister, het gaat hier volgens ons zonder meer om een uitholling van de consumentenrechten. Het is een achteruitgang, met dank ongetwijfeld aan de lobbygroepen van de luchtvaartsector.
Dat is nog niet alles, mijnheer de minister. Ik heb u twee maanden geleden ondervraagd over de luchtvaartmaatschappijen en hoe moeilijk ze het maken voor de gewone mensen, voor de consument, om die compensatie aan te vragen. Het formulier daarvoor zit verstopt op hun website en men moet twee universitaire diploma's hebben om te vinden hoe men die compensatie kan aanvragen. In de Verenigde Staten, het land van de chloorkippen en de hormoonkoeien, is dat sinds maart 2025 echter perfect mogelijk. Dat is daar wettelijk geregeld, de compensatie wordt er automatisch toegekend. De mensen krijgen automatisch waar ze recht op hebben. Ondertussen blijven de luchtvaartmaatschappijen er hier in Europa er een olympische sport van maken om die compensatie toe te kennen en aan de consument uit te keren.
Wij zijn de partij van de consument. Wij kunnen ons in dat voorstel niet vinden, mijnheer de minister. Ik heb u al vergeleken met Robin Hood. Ik stel voor, kruip op uw paard en trek ten strijde tegen het voorstel in de Europese Raad.
Rob Beenders:
Collega Soete, eerst en vooral, ik heb de plannen van Europa alleen in de media gelezen. Gelukkig hebben we nog geen enkele officiële tekst gezien. Dat stemt me enigszins hoopvol. Dat geeft al aan dat ons standpunt niet gewijzigd is en dat België zijn standpunt inzake vliegreizen, zeker op het vlak van het beschermen van de consumenten, zal blijven verdedigen.
We hebben de aandachtspunten al een paar keren herhaald. Ik wil dat hier met plezier nog een keer doen. We moeten de consumenten blijven beschermen tegen de luchtvaartmaatschappijen wanneer er een instapweigering, een annulering of een vertraging van een vlucht is. Dat is één van onze belangrijkste prioriteiten in deze onderhandelingen.
In het kader van de Europese besprekingen van de hervormingen van de bestaande regelgeving zullen we er echt op toezien dat de rechten van de passagiers gevrijwaard blijven, zoals ze dat nu zijn. We zullen geen achteruitgang tolereren. We zijn dan ook fel gekant tegen het verlagen van de compensaties of het verhogen van de drempels voor het aanvragen van een compensatie. Maar daar houdt het niet op. U hebt er zelf ook naar verwezen, wat in het buitenland kan, moet ook in Europa kunnen. We willen expliciet verdere stappen zetten om de rechten van de passagiers te versterken. We zijn op dit moment aan het onderzoeken hoe we de luchtvaartmaatschappijen kunnen verplichten om de compensaties waar passagiers recht op hebben automatisch toe te kennen.
We hebben ondertussen op het kabinet al gesprekken gehad met de luchtvaartmaatschappijen. We zullen ons standpunt blijven verdedigen en we zullen hier verder aan blijven werken.
In het regeerakkoord, maar ook in mijn beleidsverklaring, staat uitdrukkelijk de noodzaak om consumenten beter te informeren over hun rechten. Dat gaat over alle sectoren. Bij deze hervorming van de Europese regelgeving inzake luchtvervoer zal ik er echt op toezien dat we ervoor zorgen dat de informatieverplichtingen versterkt worden en dat passagiers duidelijk geïnformeerd worden over hun rechten voor ze hun contract afsluiten.
Jeroen Soete:
Mijnheer de minister, ik ben niet echt verrast, maar wel verheugd dat u zult blijven opkomen voor de rechten van de consument en dat u dit op Europees niveau met man en macht zult tegenhouden. Voor Vooruit is het duidelijk dat de rechten van de consument op de eerste plaats komen. Het kan niet dat die rechten zomaar teruggeschroefd worden. Iedereen heeft recht op kwaliteitsvolle dienstverlening. Als er iets misgaat, dan moet een consument effectief recht hebben op een effectieve oplossing en op een compensatie. Wij kiezen steeds de kant van de consument, niet de kant van de grote spelers. Ik ben er zeker van dat u hiermee aan de slag zult gaan.
De gevolgen van de afschaffing van het echtscheidingspensioen
Gesteld door
Open Vld
Alexia Bertrand
Aan
Rob Beenders (Minister van Consumentenbescherming, Sociale Fraudebestrijding, Personen met een handicap en Gelijke Kansen)
Bekijk antwoord
Alexia Bertrand:
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik had niet verwacht dat ik op een week tijd twee keer het spreekgestoelte zou moeten bestijgen om de rechten van de vrouwen in dit land te verdedigen. Vorige week ging het over het moederschapsverlof. Die periode zou tijdens werkloosheid plots niet meer meetellen om pensioenrechten op te bouwen. De minister heeft dat ontkend, maar achteraf bleek wel dat een dergelijke regeling in een versie van de tekst opgenomen was. Dat toont aan hoe waakzaam we moeten zijn. Vandaag gaat het over het echtscheidingspensioen. 420.000 mensen in dit land dreigen hun echtscheidingspensioen te verliezen. Acht op de tien daarvan zijn vrouwen.
De onderliggende redenering is, zo lees ik in de pers, dat scheiden loont. Nee, mijnheer de minister, scheiden loont niet. Scheiden is lijden. Scheiden is een drama voor heel veel mensen. Scheiden is vooral heel duur. Ik begrijp dus niet dat u een algemene regel zou invoeren om enkele misbruiken, waarvan er zelfs wordt gezegd dat wij ze niet hard kunnen maken, aan te pakken. Dat staat ook in het Laatste Nieuws vanochtend.
Vandaar mijn vragen aan u, meneer de minister. Zal de regel echt in werking treden? Zult u iedereen straffen op basis van een aantal uitzonderingen, die u zelfs niet kunt bewijzen? Wordt het voorstel morgen in het superkernkabinet besproken?
Rob Beenders:
Mevrouw Bertrand, u bent kennelijk een selectieve lezer van Het Laatste Nieuws . Het is daarom goed dat wij hier kunnen verduidelijken wat in de krant heeft gestaan en vooral wat in het regeerakkoord staat en wat de huidige regering wil veranderen.
Wij zijn niet tegen de vrouwen; wij zullen de regeling niet oneerlijker maken; wij zullen geen 400.000 gezinnen pijn doen door de echtscheidingspremie af te pakken. Dat zullen wij absoluut niet doen.
Laat ik duidelijk zijn over het bericht in Het Laatste Nieuws : de krant was fout en heeft dat ook letterlijk toegegeven in een artikel van vanmiddag. ( Protest )
Lees de krant. Er staat letterlijk in dat in de gedrukte krant een fout stond. Ik wil het hier herhalen. Wij moeten immers hier een beleid voeren en niet in de krant. Ik bevestig dus namens de hele regering dat wij niet zullen raken aan de 420.000 echtscheidingspensioenen. Er is dus geen reden tot bezorgdheid.
Dat neemt niet weg dat het stelsel van het echtscheidingspensioen wel bijzonder is. Mevrouw Bertrand, wanneer u van mening bent dat wij iets moeten doen voor personen in een scheidingsprocedure en dat wij vrouwen moeten beschermen wanneer zij een heel moeilijke periode doormaken, dan moet u toegeven dat dat stelsel niet het meest faire statuut is. Het is bijvoorbeeld niet geldig voor ambtenaren, hoewel ambtenaren ook kunnen scheiden en vrouwen ook schade kunnen ondervinden.
Het is dus goed wat de regering doet, namelijk hervormen en zorgen dat wij naar een pensioensplit evolueren die voor iedereen eerlijker is en niet alleen voor bijvoorbeeld niet-ambtenaren. Wij willen evolueren naar een stelsel waaraan ook de ex-partner bijdraagt ingeval de andere partner, meestal de vrouw, thuisblijft om bijvoorbeeld voor de kinderen te zorgen. Het regeerakkoord tekent voor ons de juiste weg, die van een eerlijke hervorming. Maak u zich dus geen zorgen: wij zullen de vrouwen in dat verhaal niet achterlaten.
Alexia Bertrand:
Mijnheer de minister, ik ben blij met uw antwoord. Het is de tweede keer dat er iets in de krant staat dat ons veel zorgen baart.
Ik herinner iedereen aan het principe van het echtscheidingspensioen. Dat is er voor uit de echt gescheiden vrouwen die er bewust voor gekozen hebben om thuis te blijven om hun kinderen op te voeden en tijdens die periode dus geen pensioenrechten hebben kunnen opbouwen. U stelt een ander systeem voor, de pensioensplit, maar dat is een vrijwillig systeem waarvoor men kiest op het moment dat men het huwelijkscontract voor de notaris sluit. De man of de vrouw – het is meestal de man -, moet daar wel mee instemmen. Dat is een fundamenteel ander systeem dan het echtscheidingspensioen. Ik vraag iedereen dus om waakzaam te blijven, want alle vrouwen zullen door het nieuwe systeem worden getroffen.
Voorzitter:
Hiermee is de vragensessie afgerond.
Voorstellen en Ontwerpen
De voorstellen en wetsontwerpen die besproken werden tijdens deze vergadering en de bijbehorende stemmingen.
Voorstel van resolutie betreffende de herinneringseducatie en de burgerschapsvorming inzake het Belgisch verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog
2 stemmingen
Voorstel van resolutie aangenomen
Stemmingen
Stemmingen niet gelinkt aan een voorstel/ontwerp.
Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van mevrouw Marijke Dillen over 'de resultaten van het overleg met de vakbonden van het gevangeniswezen'.
ja (104) nee (31) onthouding (0)
Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van: - de heer Khalil Aouasti over 'de uitvoering van de arrestatiebevelen van het Internationaal Strafhof'.
ja (75) nee (58) onthouding (2)
Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van: - de heer Stefaan Van Hecke over 'de uitspraken van de heer De Wever over het arrestatiebevel tegen de Israëlische premier Netanyahu'.
ja (76) nee (57) onthouding (2)