meeting-plenary
De eerste begroting van de arizonaregering De ratingbureaus en de financiële situatie van ons land De ontsporing van het begrotingstraject voor 2025 De begroting van de regering-De Wever, de rating van S&P en de kritiek van econoom Gert Peersman Mijnheer de eerste minister, het is moedig dat u er bent. Ik apprecieer dat u komt antwoorden. Ik moet immers bekennen dat het anders zou zijn geweest indien ik de vraag had willen stellen aan uw collega-minister van Begroting. Ik was verrast dat hij niet aanwezig is. Hij toont na twaalf weken al vluchtgedrag. Hij is liever in Spanje op een congres van de Europese Volkspartij. U bent echter aanwezig. Ik weet al wat u zal antwoorden. U zal antwoorden dat de begrotingssituatie onze fout is, dat ze de schuld is van Vivaldi en dat ze zelfs een persoonlijke fout is. Ikzelf zou de put hebben gecreëerd. Dat is straf. Dat verhaal kunnen wij ondertussen. De heer Ronse zal daar nog een laag boven op leggen en een heel verhaal vertellen. Ik kijk ernaar uit. Laat ons echter terugkeren naar de feiten. Onder de vorige regering was in 2024 het federaal tekort 2,8 %. De huidige regering, uw regering en uw begroting 2025 vertonen een federaal tekort van 4 %. Wauw. Voor de hele overheid, zijnde het cijfer waarnaar Europa kijkt, zal dat boven 5 % zijn. Ik heb dat berekend met alle entiteiten samen. Het zal boven 5 % liggen. Had u in uw paasakkoord nog een extra inspanning gedaan en moedige maatregelen getroffen, dan had ik vandaag misschien iets anders aangegeven. Dan had ik een ander discours gehouden. U hebt in het paasakkoord echter niets gedaan en geen enkele financieringsbron gevonden. Uw bron is nul. U geeft een blanco cheque aan Defensie. Die cheque is ongedekt en leidt tot een rampzalige situatie voor de begroting. Ik heb dus maar één vraag. Wanneer zal u de begroting echt op orde zetten? Collega's, ik sta hier met een wat ongemakkelijk gevoel. We hebben vandaag een wereldrecord in ontvangst mogen nemen: het wereldrecord belastingen heffen op mensen die werken. Dat melden De Standaard en De Tijd . Als een werkgever 100 euro betaalt, dan roomt de overheid daar meer dan 52 euro van af. Geen enkel land ter wereld is gulziger. Ik sta hier met een beetje schroom, want eigenlijk, mevrouw Bertrand, komt dat wereldrecord er niet door ons, maar het is geheel de verdienste van u en van uw partij. Toen we de sleutels van dit land kregen, hadden we kunnen denken dat, als een overheid zo gulzig is, alles perfect zou lopen, met voldoende geld voor gevangenissen en voor Defensie, een stevig veiligheidsapparaat… Wat hebben we echter gezien? Alles is ondergefinancierd. Men zou denken dat wij geen schulden hebben. We hebben een tabel gemaakt en als we het beleid, mevrouw Bertrand en collega's van de Open Vld, gewoon verderzetten, dan gaan we richting – hou u vast – 43 miljard euro minder ontvangsten dan uitgaven. Dat is gigantisch veel. Er is echter een heel gereputeerd ratingbureau, Standard & Poor's, dat zei dat het een lichtpunt heeft gezien, meer bepaald Arizona. Het lichtpunt wordt belichaamd door eerste minister De Wever. Dat lichtpunt voorziet maatregelen die dit land nooit gekend heeft: de beperking van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd, het betaalbaar houden van de pensioenen, mensen die langdurig ziek zijn en nog kunnen werken eindelijk aan het werk krijgen en helpen. Standard & Poor's zei dat, als dat kan worden gerealiseerd, het perspectief dan wel positief zal zijn, maar als ze natuurlijk doen wat zovelen ooit in ons land gedaan hebben, dan zal het negatief zijn. Mijn vraag is dus simpel, mijnheer de eerste minister. Zult u koers houden? Monsieur le premier ministre, quand on y pense, c'est extraordinaire. Vous voilà en place depuis bientôt trois mois. Depuis lors, votre majorité et vous n'avez apporté aucune grande réforme à voter, à part peut-être l'extension des heures de travail étudiant. Malgré cette absence de réforme, vous êtes déjà accueilli, et cueilli, par une agence de notation qui abaisse notre perspective de stable à négative. Voilà de quoi mettre en confiance! Sans doute, cette agence de notation, comme nous, a vu votre projet de budget 2025, a vu que vous projetiez un déficit à 25,5 milliards, c'est-à-dire 4 % du PIB en 2025, et que les perspectives ne sont pas plus réjouissantes à l'horizon 2029, puisqu'on se dirigerait vers 3,7 %. Dans les deux cas, ce n'est pas du tout ce que vous aviez projeté ni promis. Alors, c'est de bonne guerre, vous allez nous rappeler que vous avez hérité d'une situation catastrophique. C'est vrai. Vous allez sans doute aussi rappeler que le contexte international, géopolitique, militaire et économique s'est fortement dégradé. C'est vrai aussi. Mais vous avez déjà votre part de responsabilité dans la situation financière. D'abord parce que vous avez mis huit mois à former un gouvernement. Si vous ne pouvez produire des effets qu'à partir de la moitié de 2025, c'est parce que vous avez pris huit mois pour vous mettre d'accord avec vos partenaires de majorité et les présidents de partis, ce qui constitue une longueur inégalée. Et vous avez perdu du temps. C'est en partie votre faute, car vous animiez ces réunions. Mais il y a autre chose, à savoir les mirages idéologiques propres à l'Arizona. J'en citerai un seul: les fameux effets retour. Pensez-vous toujours que vous allez produire pour huit milliards d'effets retour pour 2029? Aucun économiste sérieux de ce pays, au Nord comme au Sud, ne dit que c'est possible, parce qu'il y a un différentiel de 400 000 emplois – notamment selon les autorités bancaires – entre vos projections et la réalité probable. Pourquoi continuer à nous vendre une trajectoire budgétaire bâtie sur du sable? Où emmenez-vous ce pays, à part dans le mur? Y a-t-il, oui ou non, un cap budgétaire réel dans ce pays? Mijnheer de premier, de analyses over het parcours van u en uw regering zijn vernietigend, niet alleen bij de verzamelde oppositie in dit Parlement, maar bij iedereen die de cijfers van uw regering grondig heeft doorgenomen. Ik citeer een aantal krantenkoppen van de afgelopen dagen: "De grote sanering van De Wever staat na drie maanden al stevig op de helling". Of nog: "Het begrotingstekort blijft stijgen. Premier De Wever haalt beloofde 3 % niet en ratingbureaus slaan alarm". "De regering rekent zich rijk. Ze gaat bedrogen uitkomen". "De Wevers' begrotingsbelofte botst op de realiteit". "Dit is niet de grote hervormingsregering, dit is een doorsneeregering". Mijnheer de premier, u beloofde de Vlaamse kiezer het tekort onder controle te brengen, orde op zaken te stellen en het rotten te stoppen. De realiteit is dat het tekort de komende jaren nog verder oploopt, zelfs als we rekening houden met uw veel te optimistische berekeningen. U geeft massaal extra geld uit en rekent daarvoor op toevalstreffers en eenmalige meevallers, maar de structurele financiering ontbreekt en wordt gemakkelijkheidshalve gewoon doorgeschoven. Dit noemt men dan een hervormingsregering. We zien geen strategisch plan, wel improvisatie, een verkoop van staatseigendommen uit de losse pols. Dan zwijgen we nog over de sociale factuur die straks wordt gepresenteerd om de gaten te dichten die deze coalitie zelf heeft gemaakt. Mijn vraag is heel simpel, mijnheer de premier. Als u echt het begrotingsroer wil omgooien, waar zijn dan de moedige keuzes? Waar is het grote plan dat wel zal werken? Chers collègues, il ne s'agit évidemment pas d'un problème nouveau mais bien d'un problème structurel qui a longtemps été balayé sous le tapis. C'est malheureusement l'héritage avec lequel ce gouvernement doit composer. Le déficit de l'entité 1 attendra cette année 25,5 milliards d'euros, soit environ 4 % du PIB. À politique inchangée, sans les mesures prises par l'Arizona, ce déficit pourrait grimper d'ici à 2029 à quelque 45 milliards d'euros, soit plus de 6 % du PIB, selon les estimations de nos institutions publiques. Le Fonds monétaire international (FMI) dresse un tableau encore plus sombre: aucun autre pays occidental avec un niveau d'endettement comparable ne connaît une détérioration structurelle aussi dramatique de son budget sans mesures correctives. Dat is dus het startpunt waarmee we aan de slag moeten gaan. Die erfenis is inderdaad zo rampzalig dat de kredietwaardigheid van ons land onvermijdelijk aangetast is. Het is dan ook ironisch, mevrouw Bertrand, dat u verwijst naar entiteit 2, want daar is het vooral de Brusselse regio die nog bijdraagt tot het rotten en daar is uw partij al jarenlang verantwoordelijk voor de begroting, met alle gevolgen van dien. Eén ding is glashelder: we kunnen het beleid – hopelijk ook in Brussel, maar zeker hier op het federale niveau – niet ongewijzigd laten. Er moet aan het roer worden gedraaid. We nemen dus maatregelen die ervoor moeten zorgen dat de explosie van dat begrotingstekort wordt gestopt. Dat is een oefening die niet in de ijle lucht gebeurt. Er zijn immers internationale verplichtingen bijgekomen inzake defensie – die hadden we eigenlijk al, maar we vervulden ze niet en zullen dat nu wel moeten doen – en binnenlandse veiligheid – wat we absoluut willen doen. Dit wordt dus, zoals ik zei in de dag en nacht waarin wij een 40-tal uur hebben gedebatteerd, geen wandeling door het park. Ik zal het nu hebben over de kritiek van mevrouw Bertrand op de opbrengst van onze maatregelen. Ik heb gelezen - en een andere spreker heeft dat ook aangehaald - dat de heer Peersman wordt ingeroepen als gezagsargument. Hij zegt dat het opbrengstbedrag van de regering per extra gecreëerde job mogelijk een overschatting is. Ik heb in dit Parlement al bij herhaling gezegd dat wij inderdaad nauwgezet die terugverdieneffecten zullen moeten monitoren en eventuele overschattingen zullen moeten dichten. Ik wil er wel op wijzen dat de vorige regering uitging van nog meer opbrengsten per extra job dan deze regering. In die regering was een van de vraagstellers van vandaag zelf minister van Begroting. Ik begrijp dus dat er gezagsargumenten van professoren moeten worden ingeroepen omdat het u zelf aan gezag en geloofwaardigheid ontbreekt. Ik lees die interviews van professor Peersman trouwens altijd met grote belangstelling, maar ik ben het niet altijd eens met de oplossingen die hij voorstelt, zeker niet als hij zegt dat we extra belastingen moeten heffen om de begrotingsput te dichten. Het overheidsbeslag in dit land, zoals ook aangehaald door de heer Ronse, staat immers reeds op recordhoogte. Ik weet dat het overheidsbeslag onder de vorige regering nog aanzienlijk is gestegen, maar het is niet mijn ambitie om op die weg verder te gaan. Integendeel, het is de ambitie van Arizona om het overheidsbeslag globaal te doen dalen. Ik kom nu bij de opmerkingen over onze kredietwaardigheid en het rapport van Standard & Poor's. Ik vind dat eigenlijk heel interessant, zeker als men het volledig leest. Ik citeer: "Het akkoord over de begroting van 2025 brengt politieke duidelijkheid en signaleert meer budgettaire voorzichtigheid". Dat is dus toch goed nieuws? De maatregelen die we nemen, worden door de ratingbureaus namelijk positief geëvalueerd. Het is al heel lang geleden dat we dat nog eens hebben gelezen. Onder de vorige regering hebben we dat immers nooit gelezen. Er komt wel nog een belangrijke waarschuwing bij: "De uitvoering van de begroting wordt geconfronteerd met obstakels, waaronder sociaal protest tegen de verlaging van de uitgaven. Daarom is het mogelijk dat de sanering trager verloopt dan gepland". Met andere woorden, de belangrijkste bedenking van dat ratingbureau richt zich niet op de maatregelen van de regering, de belangrijkste vrees is dat de maatregelen niet snel genoeg zullen kunnen worden uitgerold vanwege protest. Ik hoop dus dat degenen die protesteren goed hebben geluisterd naar de oppositie, die gezegd heeft dat het eigenlijk allemaal niets voorstelt. Dan moet men er ook niet tegen protesteren. Ofwel is het een sociale catastrofe, ofwel stelt het niets voor. Van twee zaken één. Ik moet de internationale markten geruststellen en tracht dat bij dezen ook te doen. We zijn vastberaden om koers te houden. De regering moet de maatregelen uit het regeerakkoord resoluut uitvoeren. We moeten doen wat nodig is om het tij te keren, het saldo te stabiliseren en vooral de begroting op lange termijn structureel gezond te maken. Ik heb het al vaak gezegd en ik zeg het nog eens: er is geen alternatief. Sociaal protest zullen we altijd met empathie benaderen, maar het mag ons niet ervan weerhouden te doen wat nodig is om de welvaart van onze burgers veilig te stellen. Mijnheer de premier, de begroting ging dé prioriteit van deze regering zijn. Vandaag hoor ik echter dat sanering veel trager zal gaan. U verwijst naar Standard & Poor's, die een negatief vooruitzicht hebben gegeven, terwijl ze uw begroting voor 2025 nog niet eens hadden gezien. Dat wisten ze zelfs niet! Een extra tekort van 8,5 miljard euro! Wat zien we in die begroting voor 2025, mijnheer Ronse? De lasten op arbeid stijgen in uw begroting voor 2025. Dat is normaal, want de lasten zulen pas tegen het einde van de legislatuur dalen, als ze al ooit dalen. Dat vind ik fenomenaal, mijnheer Ronse! Een extra put van 8,5 miljard op twaalf weken tijd. Uw meerwaardebelasting trekt blijkbaar zelfs op niks en daar willen we ook niks van. Die lijkt nergens op. Volgens de Inspectie van Financiën zult u de extra opbrengsten zelfs niet halen. Dat is fenomenaal! Mevrouw Bertrand, ik ben een grote fan van u aan het worden. U hebt hier net geschiedenis geschreven, want ik heb nog nooit iemand in het halfrond zichzelf zo hard horen bekritiseren als u uzelf net doet. U hebt het hier over uw eigen begroting, want als we niets doen en het plan-Bertrand-Van Quickenborne blijven volgen, gaan we recht naar de bodem van de zee. Wij zullen in de eerste plaats uw wereldrecord stopzetten. Wie werkt, moet netto meer verdienen. De overheid moet daar minder van vreten. Ten tweede, te veel mensen die vandaag kunnen werken, zijn niet aan het werk. We zullen hen allemaal aan het werk krijgen door de werkloosheidsuitkering te beperken in de tijd en door de gelijkgestelde periodes voor pensioenen te hervormen. Mevrouw Bertrand, hier is een hervormingstrein opgestart, die u nog nooit gezien zult hebben en die met een zeer grote snelheid door het Parlement zal razen. U kunt alleszins op ons rekenen: werken zal lonend worden. Monsieur le premier ministre, je vous remercie pour votre réponse. Moi, je crois que les temps sont durs. Et les citoyens le savent. Ils ne sont pas inconscients. Ils ne sont pas idiots. Ils pourraient être sensibles à des accents plus churchilliens que vous pourriez essayer de donner, puisque, en plus, vous êtes historien. Ils peuvent entendre que les temps vont être durs et qu'il faut se mobiliser. Mais ce n'est pas le choix que vous faites. Des milliers de gens sont inquiets pour leur travail, pour leur pension, à cause des réformes que vous faites. Je ne suis pas à 100 % convaincu que venir leur expliquer, comme vous venez de le faire, que ce serait gentil de ne pas protester dans les rues, parce que Standard & Poor's préférerait que ce ne soit pas le cas, soit la meilleure manière d'inviter nos concitoyens à consentir les efforts nécessaires. Il va falloir, à mon avis, trouver une autre manière d'obtenir l'assentiment de la population, si vous voulez éviter un bain de sang social. Mijnheer de eerste minister, we staan aan de vooravond van 1 mei. Terwijl de vakbonden elk draagvlak bij de bevolking verliezen door de zoveelste staking, willen wij van Vlaams Belang het hebben over de hardwerkende Vlamingen. Die Vlamingen betalen al de hoogste belastingen, werken meer uren dan de gemiddelde Europeaan en behalen vandaag al een werkzaamheidsgraad van 80 %, ruim voldoende om onze pensioenen te betalen zonder extra belastingen of langer werken. En toch maant de regering de Vlamingen aan om nog langer te werken voor minder pensioen en dat om de putten van Wallonië en Brussel te vullen. Dat is niet hervormen, dat is straffen. Vroeger kon de N-VA de schuld steken op Verhofstadt, Di Rupo, of De Croo. Vandaag komt het van Bart De Wever zelf, de man die sanering beloofde. Maar die sanering betekent nu het bijkomend belasten en uitmelken van de Vlamingen. Dat is geen beleid, dat is verraad aan de Vlamingen. Mijnheer Van Quickenborne, daarnet werd uw naam genoemd. Maar ik heb geen persoonlijk feit vastgesteld, want het gebeurde naar aanleiding van de vraag van uw fractievoorzitster, die zowel een vraag heeft kunnen stellen als een repliek heeft kunnen geven. ( Protest van de heer Van Quickenborne ) Het aantal keren dat ik collega Bouchez geen recht van antwoord, geen persoonlijk feit, heb toegekend, ligt hoger dan in uw geval. Het gesprek met president Macron over de kerncentrales Mijnheer de premier, gisteren liet u via Facebook weten dat u even heen en weer naar Parijs bent geweest, want er viel heel wat te bespreken. Waarover het precies ging, vernamen we nadien in De Tijd . Collega’s, binnenkort stemmen we hier in dit halfrond over de herziening van de kernuitstap. Dat is een belangrijk dossier om onze energiebevoorrading veilig te stellen en om de energiefactuur voor onze gezinnen en onze bedrijven betaalbaar te houden. Mijn partij heeft hier altijd mee voor geijverd, maar dat weet u. De vraag blijft wie er in de toekomst zal instaan voor de uitbating van onze kerncentrales. Stoort het, mijnheer Van Quickenborne, als ik even doorga? (Applaus) Mijnheer de premier, u trekt met deze regering volop de nucleaire kaart. U spreekt zelfs van een nucleair reveil. We begrijpen dat u hiervoor ook overleg pleegt met onze buurlanden en uiteraard met president Macron. Dat is logisch, want energie stopt niet aan onze landsgrenzen. We konden lezen dat het Franse staatsbedrijf EDF straks een rol zou kunnen spelen bij de uitbating van onze kerncentrales. Tegelijk weten we dat EDF zelf met grote uitdagingen kampt bij hun eigen nucleaire projecten, zoals trage vooruitgang en oplopende kosten. Premier, wordt dat nucleair reveil er straks eentje met een stevig Frans tintje? Ik herinner me nog goed hoe uw partij destijds tijdens de debatten over de nucleaire rente luid en duidelijk stelde dat er al genoeg Belgische euro’s naar Parijs vloeiden. Hebt u nu het geweer van schouder veranderd? U postte terecht een leuke foto op Facebook. Maar mogen we in dit halfrond ook vernemen wat er precies besproken is over onze kernenergie tijdens uw overleg met president Macron? Mevrouw Van Keymolen, ik zal deze keer niet schetsen in welke toestand de vorige regering ons energielandschap heeft achtergelaten, hoe ze met kernenergie is omgesprongen en welke keuzes er nu nog mogelijk zijn. Ik zal vriendelijk zijn en het daar niet over hebben. Ik heb het daar gisteren wel over gehad met de Franse president. Dat leek mij ook onvermijdelijk, gezien de context die ik zonet schetste. Dat was echter maar een van de thema's die op de agenda stonden, naast de geopolitieke context, Oekraïne, het Midden-Oosten, importheffingen, EU-competitiviteit en een aantal belangrijke bilaterale dossiers, waarvan het CaMo-project van Defensie niet het minste was. Het ging dus ook over energie, waar ik vooral de ambities van ons regeerakkoord heb toegelicht en gezegd dat er een nieuwe regering is die de bladzijde heeft omgeslagen en aansluit bij de ambitie van een nucleaire renaissance. Ik heb hem meegedeeld dat de wet op de kernuitstap in tweede lezing in de commissie werd goedgekeurd en binnenkort naar de plenaire vergadering zal komen. Macron was daar heel blij mee en vindt dat de juiste keuze. Een mix van hernieuwbare energie en kernenergie is volgens hem de weg die we moeten bewandelen en dat is ook de weg die deze regering wil bewandelen. Wij hebben al beslist om een maximale verlenging van de bestaande capaciteit te proberen realiseren op langere termijn en eventueel ook nieuwe capaciteit dankzij de SMR30-technologie. Er zijn veel samenwerkingen en synergiën mogelijk. Ik denk dat het voorbarig is te zeggen hoe, met wie, wat en waar. Het zou commercieel onvoorzichtig zijn om daarop in te gaan, dus dat zal ik niet doen. Dat wij op het vlak van strategie heel sterk aansluiten bij de Franse strategie is een evidentie. Dat synergie en samenwerking daar mogelijk zijn, is een evidentie. Dat hoeft voor ons geen verliesverhaal te worden. We kunnen dat omturnen naar een win-winverhaal, net zoals we dat voor Defensie dringend moeten proberen doen. Het was een open en heel constructief gesprek. De minister van Energie is heel gemotiveerd om daarop door te gaan en wij zullen op tijd en stond rapporteren aan dit Parlement. Mijnheer de eerste minister, ik dank u voor uw antwoorden. Een stabiele en zekere energiebevoorrading is cruciaal voor ons land. We hebben de voorbije dagen in de landen in onze buurt kunnen zien welke ontwrichtende effecten een black-out kan hebben. Vergeet ook niet dat ons land beschikt over een sterke nucleaire kennis en een brede technologische basis. Wij hebben Belgische bedrijven en instellingen die vandaag ook al een sleutelrol spelen. Het is dan ook belangrijk dat wij bij toekomstige beslissingen over onze energiestrategie ook in overleg treden met onze eigen partners, zodat ook zij de vruchten kunnen plukken van de nucleaire reveil die u zo hevig bepleit. De arbeidsomstandigheden van poetshulpen De arbeidsvoorwaarden in de dienstenchequesector Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, beeldt u zich eens in dat u poetshulp bent en zwanger bent van uw eerste kindje. U moet elke dag poetsen met gevaarlijke chemische kuisproducten, op verhoogjes klimmen, op trappen werken, kortom, zwaar werk doen. Dat is niet alleen gevaarlijk voor uzelf, maar ook voor uw kindje. Dat zou niet mogen, maar het is wel de realiteit. Dat blijkt nog eens zwart op wit uit het jongste inspectierapport van de inspectie van het Toezicht op het Welzijn op het Werk over de dienstenchequesector. Het is nu al de derde inspectiecampagne op rij, maar er is geen enkele verbetering. Integendeel, er is achteruitgang, met alle gevolgen van dien. Een op de tien poetshulpen valt meer dan een jaar uit. Wat is dan de reactie van de dienstenchequesector? Die staat erbij, kijkt ernaar en ontkent het zelfs. Terwijl de subsidies wel worden opgetrokken en er geld aan de aandeelhouders wordt uitgedeeld, verandert er niks aan de arbeidsomstandigheden van poetshulpen. Niks, nada, nougatbollen! Laat het duidelijk zijn: het geld is er. In een Vlaams auditrapport staat dat er 33 miljoen euro winst is geboekt in 2023, waarvan er meer dan 25 miljoen euro werd uitgekeerd aan aandeelhouders. Mijnheer de minister, voor Vooruit is dat onaanvaardbaar, want poetshulpen zijn van onschatbare waarde voor onze gezinnen, onze ouderen en onze bedrijven en toch wordt er elke dag gespeeld met hun gezondheid en hun veiligheid. Voor ons is de maat vol. Mijnheer de minister, ik heb eigenlijk maar één vraag voor u. Hoe zult u de gezondheid en de veiligheid van onze poetshulpen beschermen? Monsieur le ministre, je vais vous parler de Jessica, travailleuse de titres-services, 46 ans. Elle travaille à temps partiel. Elle aurait aimé travailler à temps plein. Malheureusement, on ne lui a pas donné la chance de pouvoir le faire. Elle ne gagne pas un salaire de folie. Elle gagne plutôt un très petit salaire. Elle est seule avec deux enfants et il lui est difficile de boucler les fins de mois. Elle commence aussi à avoir mal aux poignets, aux articulations. Vous savez, ces petites maladies assez courantes chez les aides ménagères. Et parfois, elle se dit: "Je vais pouvoir y penser. Je vais pouvoir prendre ma pension." Mais avec vos mesures, monsieur le ministre, elle ne peut plus y penser. Elle devra travailler plus longtemps; et si elle n'y arrive pas, elle subira votre malus. C'est une travailleuse qui n'est pas très riche. Appelons un chat un chat, c’est ce qu'on appelle les travailleurs pauvres. Aujourd'hui, elle ne voit pas l'avenir s'éclairer. Au contraire, elle a peur. Peur de perdre son emploi, peur de voir sa pension diminuer et peur d'être malade. Si elle perd son job après 55 ans, elle n'aura pas droit non plus à une exception à la limitation du chômage. Elle n'aura pas assez d'années de carrière avec son temps partiel, comme d'ailleurs les travailleuses de chez Cora qui ont 39 années de carrière à quatre cinquièmes. Elle pourrait se retrouver au CPAS à 60 ans. Franchement, elle est vraiment super sexy, cette récompense pour le travail. Ce n'est pas tout! Ces travailleuses à temps partiel, leurs salaires sont tellement bas qu'elles ont parfois un petit complément de chômage. Vont-elles aussi perdre ce petit complément indispensable pour survivre, monsieur le ministre? Oui ou non, les compléments de chômage vont-ils être concernés par la limitation dans le temps? Dites-nous clairement jusqu'où vous allez brutaliser les femmes avec vos mesures! Mijnheer de voorzitter, collega's, de sector van de dienstencheques is een zeer belangrijk sector voor de economie van ons land. De werkneemsters en werknemers ervan dragen dagelijks bij aan de verbetering van de levenskwaliteit van veel gezinnen. Zij zijn echter actief in een sector die gekenmerkt kan worden door soms moeilijke arbeidsomstandigheden. Bovendien maakt het feit dat het werk thuis bij de gebruiker wordt uitgevoerd, toezicht of controle door de werkgever of de Arbeidsinspectie moeilijker. Ik heb kennisgenomen van de inspectiecampagne 2024 van de Arbeidsinspectie. Mevrouw Vanrobaeys, ik had al de gelegenheid om u de voorlopige resultaten van dat onderzoek te bezorgen in antwoord op de vraag die u in de commissievergadering van 8 april jongsleden stelde. Il est en effet interpellant de constater que les trois infractions les plus fréquemment relevées demeurent inchangées par rapport aux campagnes lancées par mon prédécesseur. En ce qui me concerne, je compte bien y donner suite et je soumettrai prochainement un rapport pour avis au Conseil Supérieur pour la Prévention et la Protection au Travail ainsi qu'à la sous-commission paritaire des entreprises agréées qui fournissent des travaux ou des services de proximité. Sur base de la réaction de ces instances, je travaillerai avec l'administration sur des propositions concrètes au niveau de la réglementation, de la sensibilisation et du contrôle afin d'améliorer le bien-être des travailleuses et des travailleurs du secteur des titres-services. Il est important que l'on apporte des réponses concrètes aux constats qui ont été posés par ces trois études successives. Je compte donc bien y donner suite au travers de ces demandes. Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord, maar ik vind het toch onvoldoende. Een vervolgcampagne is uiteraard goed, maar het is voor mij niet genoeg. Het is immers de derde inspectiecampagne op rij en de arbeidsomstandigheden van de poetshulpen boeren nog steeds achteruit. De tijd van wachten en waarschuwen is voorbij. Wij moeten die dienstenchequebedrijven wijzen op hun verantwoordelijkheid, met sancties. Poetshulpen rekenen immers op een sterke overheid om hen te ondersteunen en te beschermen. Vooruit zal steeds blijven strijden voor een eerlijk loon en een veilige en gezonde werkvloer voor de poetshulpen. Dat verdienen ze. Mijnheer de minister, ik reken erop dat u daarmee aan de slag gaat. Je ne sais pas si je dois vous remercier pour votre réponse, monsieur le ministre, car vous n'avez absolument rien répondu aux questions que je vous ai posées. Je vais donc répondre à votre place! "Récompenser le travail", "valoriser le travail", vous n'avez que ces mots à la bouche. Comment osez-vous faire croire qu'en ce 1 er mai, les travailleurs seront à la fête avec le MR et l'Arizona? Les travailleurs de Lunch Garden, Cora et Audi doivent vraiment se sentir récompensés! Quelle belle récompense pour ces petits boulots pénibles! Les travailleurs des titres-services et de la grande distribution vont certainement aller faire la fête avec vous! Comment osez-vous afficher en permanence cet air triomphant devant cette caméra en parlant d'un accord historique? Certes, cet accord est historique, mais uniquement par sa brutalité et la récession sociale qu'il impose! C'est du jamais vu depuis 60 ans! Et vous êtes surpris que les gens descendent dans la rue! Monsieur le ministre, qui sème la misère récolte la colère! De uitholling van de landingsbanen Mijnheer de minister, zeven werknemers op tien hebben geen recht meer op een landingsbaan in ons land. Dat is wat jullie in jullie regeerakkoord beslist hebben. Voor heel veel oudere werknemers is dat een ramp, mijnheer de minister. Gisteren kwamen weer duizenden mensen op straat tegen jullie afbraakbeleid. Ik heb daar gesproken met 55-plussers uit de bouw. Zij zeggen: Kim, wij hebben die landingsbanen nodig om het werk werkbaar te maken. Wij werken vroege uren, wij doen zware arbeid, wij werken in de kou. Zo'n landingsbaan, een dag per week of twee halve dagen per week, kan het ritme breken. Wat doen jullie? Weg ermee. Weg met de landingsbanen. Zeven mensen op tien hebben geen toegang meer. Bovendien pakt men van de mensen die wel toegang hebben een deel van de kleine compensatie af die ze krijgen en pakt men een stuk van hun pensioen. Mijnheer de minister, waar is de logica? Men verplicht mensen om langer te werken, maar de enige concrete maatregel die dat doenbaar maakt voor werknemers met een zwaar beroep schaft men af. Dat is gewoon absurd. Ik snap de logica van dat beleid niet. U gaat zelfs verder dan het regeerakkoord. U zegt: we gaan de uitkeringen van de mensen tussen 55 en 60 jaar volledig schrappen. De beperkte compensatie die zij krijgen, wordt volledig geschrapt. Dat gaat zelfs verder dan het regeerakkoord. Mijnheer de minister, gaat u dat doen? Gebeurt dat in overleg met uw coalitiepartners? Dank u mijnheer De Witte. Madame Thémont, j'attire votre attention car je vais répondre à une de vos nombreuses questions dans cette réponse-ci. Ainsi, vous pourrez mieux orienter vos questions la prochaine fois. We hebben kennisgenomen van deze situatie. De algemene toegangsvoorwaarde voor de onderbrekingsuitkering voor landingsbanen is nu vastgelegd op de leeftijd van 60 jaar, voor mensen met een beroepsverleden van 25 jaar. Er bestaan vandaag echter al uitzonderingen die het mogelijk maken deze uitkering te krijgen vanaf de leeftijd van 55 jaar, bijvoorbeeld in het geval van een zwaar beroep, nachtwerk of in het kader van een herstructureringsplan. Er bestaat bovendien ook al een specifieke uitzondering voor werknemers van 55 jaar en ouder die een beroepsverleden van 35 jaar kunnen aantonen. In het algemeen bestaat ons doel erin de huidige loopbaanvoorwaarde om een landingsbaan te krijgen conform het regeerakkoord te verhogen. De huidige uitzonderingen zouden behouden kunnen blijven, voor zover ze voldoen aan het verhoogde aantal loopbaanjaren. Het ontwerp van koninklijk besluit is voor advies voorgelegd aan de sociale partners en aan de Raad van State. We zullen de situatie opnieuw evalueren in het licht van deze adviezen. Ik zal bijzondere aandacht besteden aan dit punt, dat belangrijk is voor mij. Dank u wel voor uw antwoord, mijnheer de minister. Als ik u goed begrijp, is er dus geen overleg geweest met de coalitiepartners? U hebt niet geantwoord op die vraag. Ik lees wat Conner Rousseau van Vooruit zegt in De Tijd . Hij zegt daar: "Wij hebben de landingsbanen gered." Dit weekend in De Tijd : "Wij hebben de landingsbanen gered." Volgens wat er in uw koninklijk besluit staat, heeft hij echter niets gered. Mensen jonger dan 60 jaar krijgen bij een landingsbaan geen uitkering meer. Dat is wat in het koninklijk besluit staat, geen uitkering meer. Hij zegt nu dat het herbekeken zal worden. Hij gaat het herbekijken. Ten tweede, de kleine hoeveelheid mensen die nog in een landingsbaan kan stappen, zal pensioen verliezen. Ze zullen sowieso een deel van hun uitkering verliezen. Dat is wat u zegt. Een deel van de uitkering wordt geschrapt en ze zullen pensioen verliezen. Welnu, ik zeg u dat u vooral meer langdurig zieken gaat krijgen. Dat is geen besparing, dat is een ramp voor de oudere mensen in ons land. Logopedie De studie van het KCE over logopedie Monsieur le ministre, je ne vous apprends rien: s'exprimer et échanger avec les autres participe au développement de chacun, et il est de notre responsabilité d'offrir à nos enfants confrontés à des troubles de la parole et du langage un accompagnement adapté à leurs besoins. Le Centre Fédéral d'Expertise des Soins de Santé (KCE) a émis son avis sur la logopédie chez les enfants avec un trouble du neurodéveloppement. Il recommande notamment au niveau fédéral de rembourser la logopédie monodisciplinaire dans les troubles du développement intellectuel (TDI) et dans les troubles du spectre autistique (TSA) moyennant certaines conditions, de constituer un groupe de travail pour l'harmonisation des critères diagnostiques, d'adapter l'arrêté royal du 17 juillet 2024 pour permettre la réalisation de l'évaluation multidisciplinaire d'enfants avec un quotient intellectuel (QI) égal ou inférieur à 70 et de veiller à ce qu'une offre de traitement individualisé et coordonné entre les différents secteurs impliqués soit proposée à l'enfant et ses parents et que les transitions entre les différents systèmes soient organisées de façon souple et, enfin, d'envisager la poursuite temporaire des dispositions actuelles de remboursement de la logopédie monodisciplinaire chez les enfants dont le QI est égal ou inférieur à 70 dans l'attente du renforcement de la capacité des équipes multidisciplinaires pour les groupes cibles atteints de TDI et de TSA. Monsieur le ministre, avez-vous pris connaissance de cet avis? Pouvons-nous compter sur vous pour collaborer, à la fois avec nous parlementaires mais aussi avec les entités fédérées, afin de travailler à l'amélioration de l'accessibilité de la logopédie monodisciplinaire pour nos enfants qui ne peuvent bénéficier actuellement de son remboursement? Bonjour tout le monde, bonjour monsieur le président, bonjour monsieur le ministre. Vivre avec un enfant extraordinaire, c'est espérer que, chaque jour de sa vie, il progressera et emmagasinera un maximum de petites choses, qu'il pourra sortir de sa bulle et que ces petites choses lui permettront de pouvoir s'exprimer et d'être autonome. C'est pour son bien-être, bien sûr, parce que c'est le plus important, mais c'est aussi pour celui des parents, parce qu'une hantise les poursuit: quand on est parent d'un enfant extraordinaire, on a simplement envie de pouvoir se dire qu'il va pouvoir s'exprimer et se faire comprendre quand on ne sera plus là pour le protéger. C'est aussi à cela que sert la logopédie. Cette question, vous l'aurez compris, me tient particulièrement à cœur. Je me suis engagée en politique pour défendre, entre autres, toutes ces personnes qui se retrouvent victimes de cette injustice. Quand on parle du remboursement de la logopédie, c'est vraiment et clairement une injustice. Pourquoi nous, les parents d'un enfant qui a un QI inférieur à 70– c'est mon cas avec mon petit Côme –, n'avons-nous pas droit au même suivi que celui dont bénéficient les autres enfants? Avez-vous mesuré deux secondes la violence de ces propos? Quand on donne un chiffre et un seuil, cela signifie qu'en-dessous de ce seuil, nos enfants sont tellement bêtes qu'ils n'ont pas le droit à être considérés et aidés comme les autres enfants. Voilà le message qui nous est renvoyé, à nous les parents. Le rapport du KCE indique qu'à partir du 1 er juillet prochain, un Centre de Réadaptation Ambulatoire (CRA) devra confirmer l'opportunité. On parle de "l'opportunité du traitement" pour les enfants qui ont donc un QI inférieur ou égal à 70, alors que ce sont eux qui en ont le plus besoin. J'ai eu de nombreux échanges avec les parents et avec l'Union Professionnelle des Logopèdes Francophones (UPLF), que je ne vais pas développer parce qu'il ne me reste que dix secondes, même si j'ai encore plein de choses à dire à propos du CRA. J'en viens donc directement à mes questions, monsieur le ministre. Quelle réaction cette étude vous inspire-t-elle? Comptez-vous entreprendre prochainement un dialogue interfédéral? Qu'allez-vous dire à toutes ces familles qui ont un enfant au QI inférieur à 70? Chère madame Taton, cher monsieur Gatelier, chaque enfant a droit aux meilleurs soins possibles, et en particulier les enfants qui ont des besoins spécifiques. Et, à ces enfants-là, il faut en effet garantir un accès à des soins qui prennent pleinement en compte la complexité de leur situation. Évidemment, c'est l'analyse scientifique qui doit nous guider dans la recherche de solutions spécifiques à chaque situation, et c'est pourquoi nous avons demandé un avis au KCE. Ce dernier a publié un rapport hier qui contient des recommandations sur la forme optimale de la logopédie pour les enfants confrontés à des troubles du neurodéveloppement. L'étude du KCE conclut qu'une approche multidisciplinaire est clairement préférable pour des catégories spécifiques des enfants vivant avec un trouble du développement intellectuel ou avec un trouble du spectre de l'autisme. L'approche multidisciplinaire signifie que l'enfant est accompagné par une équipe composée notamment de médecins, de psychologues et de kinésithérapeutes qui assurent un diagnostic précis et mettent en place un traitement adapté pour l'enfant. Le problème est que l'accès à des centres multidisciplinaires est très difficile aujourd'hui. Ils sont trop peu nombreux, répartis de manière inégale sur le territoire. Et, même si cela relève de la compétence des entités fédérées, nous savons que celles-ci ne peuvent pallier cette situation en un jour. Des familles font face à des délais d'attente considérables, avec un quotidien extrêmement difficile. Je crois qu'il en va de notre responsabilité collective de trouver des solutions temporaires avec les entités fédérées. C'est pourquoi, depuis le 1 er septembre 2024, le gouvernement fédéral a élargi le remboursement de la logopédie monodisciplinaire aux enfants avec un QI inférieur à 86. Cette mesure temporaire est prévue jusqu'au 1 er juillet 2025, mais, au vu de la situation actuelle compliquée pour les familles, le KCE nous demande de maintenir temporairement ce remboursement élargi, à condition que cela ne retarde pas l'organisation de l'offre multidisciplinaire qui est essentielle. Je vais donc étudier immédiatement les ajustements nécessaires pour mettre cette recommandation du KCE en place. Même s'il y a, sur base de l'analyse scientifique, des raisons pour souligner que pour une catégorie d'enfants, il faut une approche multidisciplinaire, on ne peut pas abandonner les enfants qui ont besoin d'aide aujourd'hui. Comme vous le demandez à juste titre, madame Taton, monsieur Gatelier, j'inscrirai donc aussi ce dossier à l'ordre du jour de la prochaine Conférence interministérielle Santé publique. Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse. Comme vous le savez, on parle de logopédie dans ce Parlement depuis un petit temps. Pour Les Engagés, l'accès aux soins de logopédie pour tous est une priorité. Mme Fonck l'avait déjà défendu avec énergie sous la précédente législature, et nous continuons à le faire. C'est ainsi que nous avons déposé un projet de loi prioritaire en commission de la Santé, et nous en discuterons avec les collègues. L'échéance du 1 er juillet approche. Il serait de bon ton, pour tenir compte des recommandations du KCE, comme vous venez de le dire, de reporter cette échéance par arrêté royal, de prolonger d’une ou deux années, afin que nous puissions réfléchir aux solutions adéquates à trouver pour les situations spécifiques qui n'ont pas encore obtenu de réponse. Par ailleurs, il faudra un certain temps pour, avec les entités fédérées, mettre en place et renforcer les autres formes d'accompagnement spécifique. Je vous propose de travailler tous ensemble. J'espère que nous obtiendrons l’unanimité pour faire en sorte que tous les enfants qui souffrent de troubles (...) Notre but, monsieur le ministre, ne l'oublions pas, c'est de penser à toutes ces familles qui ont des difficultés financières et qui ne peuvent pas offrir ces rendez-vous ô combien importants pour leurs enfants. Ce n'est pas un choix, ce n'est pas un caprice, ce n'est pas une envie, mais bien un besoin et même un véritable droit. N'oublions pas que ce critère de QI est totalement scandaleux et complètement discriminatoire. Quand j'échange avec les parents, ce qui est lourd, c'est que nous avons l'impression qu'on ne se rend pas compte de l'importance de ces rendez-vous. Nous comptons donc sur vous, monsieur le ministre, pour trouver une solution avec les entités fédérées afin que cela avance enfin, parce que, comme l'a dit M. Gatelier, cela fait plus de dix ans que ce dossier est sur la table. En 2015 déjà, David Clarinval avait fait une proposition de loi, reprise aussi par Caroline Taquin en 2019. Monsieur le ministre, nous avons vraiment besoin de vous. S'il vous plaît, supprimez ce QI pour que tous les enfants aient le droit d'être stimulés et traités de la même manière et qu'ils aient tous les mêmes chances! Het advies van de inspecteur van Financiën over het voorontwerp rond de meerwaardebelasting Het advies van de inspecteur van Financiën over het voorontwerp rond de meerwaardebelasting Het werkdocument inzake de meerwaardebelasting Mijnheer de minister, acht maanden heeft de formatie van de arizonaregering geduurd en van de eerste tot de laatste dag werd er gebikkeld over de meerwaardebelasting. Drie maanden is de regering ondertussen bezig en er is nog altijd geen stap voorwaarts geboekt. Waarom? Het gaat over de bijdrage van de sterkste schouders en enkele partijen in de regering willen de sterkste schouders sparen. Als het gaat over besparingen op de pensioenen van de mensen, is alles heel duidelijk. Daarover is er geen discussie, de gewone mensen zullen hun bijdrage leveren. Als het gaat over de langdurig werklozen, is er eveneens geen discussie. Die mensen zullen worden aangepakt en ze zullen bij het OCMW belanden. Maar als het gaat over de sterkste schouders, dan is alles plots vaag. Er wordt gegoocheld met uitzonderingen en uithollingen, er wordt gegoocheld met de opbrengsten, en vooral, er wordt zodanig gegoocheld met de modaliteiten dat er uiteindelijk niets overblijft. Eerlijk gezegd is dat ook wat u eigenlijk wilt. U wilt die taks niet en u zit aan de knoppen. Gisteren hebben we in de commissie voor Financiën gedebatteerd over de meerwaardebelasting, waarbij collega's u expliciet gevraagd hebben naar het advies van de Inspectie van Financiën. U hebt gezegd dat u het advies hebt ontvangen, maar dat u niet zou meedelen wat erin staat. Gênant is dan wel dat dat advies vandaag in de krant staat. Wat blijkt? Ten eerste, de opbrengst van 500 miljoen is een absurde gok, die op geen enkele manier onderbouwd is. Ten tweede, de uitholling gaat zo ver dat de wet vernietigd zal worden door het Grondwettelijk Hof. De heer Bouchez heeft over die wet ooit gezegd: cela sera du brol . Het lijkt erop dat hij gelijk krijgt, want het is blijkbaar brol. Mijnheer de minister, zult u het advies van de Inspectie van Financiën alsnog delen met het Parlement, ja of neen? Monsieur le ministre, au fil des semaines, il est de plus en plus clair que la taxe sur les plus-values risque d'être un vrai coup dans l'eau. Nous savons depuis le début que les super-riches ne vont pas y contribuer, cela a encore été répété ce week-end dans De Morgen par l'économiste Gert Peersman – qui n'est pas du PTB. Ce matin, nous avons tous lu dans le même journal un avis négatif de l'Inspection des finances sur la plus-value telle que vous l'avez conçue aujourd'hui. Et l'Inspection des finances dit, comme nous l'avons dit et répété au fil des semaines, qu'avec toutes les exceptions que vous avez prévues, cette taxe ne rapportera pas 500 millions d'euros d'ici 2029. Ce qui est de plus en plus clair, c'est que ce gouvernement envoie la facture à la classe travailleuse. Et la classe travailleuse n'est pas d'accord. Hier, nous étions dans la rue et demain, nous y serons encore. Nous ne sommes pas d'accord de payer la facture. Nous refusons de travailler plus longtemps pour moins de pension. Monsieur le ministre, depuis des semaines, nous vous posons la même question. Encore hier, on vous a posé la question en commission des Finances. Il est temps que vous nous donniez non seulement le rapport mais également que vous nous expliquiez vos calculs. Comment parvenez-vous à 500 millions d'euros? À un moment donné, il faut répondre aux questions. Il faut qu'on puisse avoir le débat ici. Quelles seront les modalités et comment allez-vous les appliquer? Quel chemin allez-vous prendre maintenant? Avec un avis négatif de l'Inspection des finances, vous devez repasser chez le ministre du Budget qui, pour sa part, a déjà admis que cela ne rapporterait pas 500 millions d'euros. Bref, où sont les 500 millions? Mijnheer de minister, als het van u afhangt, wordt wie aandelen langer dan tien jaar in zijn of haar bezit heeft, vrijgesteld van een meerwaardebelasting. Voor alle duidelijkheid, ik ben tegen de voorgestelde meerwaardetaks, maar als ze er toch komt, is dat alvast een excellent idee tegen het casinokapitalisme en voor de goede huisvader-belegger. Vooruitvoorzitter Conner Rousseau houdt niet van goede huisvaders en dreigt de regering te laten vallen, als u met uw idee doorgaat. Vooruit wil daarover zelfs elke dag ambras maken, zoals we in een krant lezen. Ten eerste, blijft u achter uw voorstel staan of zult u het inslikken door de chantage van Vooruit? Een gewone mens die aandelen verkoopt, is vrijgesteld tot 10.000 euro. Wie een groot deel van een bedrijf bezit, minstens 20 %, is vrijgesteld tot 1 miljoen euro. Voor de bepaling van de 20 % wilt u naar de hele familie kijken tot in de vierde graad, van ouders tot betovergrootouders, van kinderen tot achterachterkleinkinderen, broers, zussen, neven, achterneven. Veronderstel dat ik mijn aandelen in de plaatselijke worstenfabriek wil verkopen en ik geraak niet aan die 20 %. Ik begin dus wat rond te bellen. Ik zeg tegen mijn mama dat ik mijn aandelen wil verkopen en vraag haar of ze wil meedoen. In dat geval betalen wij immers geen belastingen. Ik vraag aan mijn grootvader of hij nog aandelen van de worstenfabriek heeft. Hij heeft er nog, dus dat is schitterend. Ik roep tegen tante Lou dat het Lode is. Ik roep, want ze hoort niet zo goed. (Gelach.) Ik vraag haar of haar nieuwe vriend aandelen heeft van de worstenfabriek. Ze antwoordt bevestigend, dus dat is schitterend. We beginnen er te komen. Ik vraag het ook aan een onbekende wiens grootvader de neef van mijn moeder is. U weet waar ik naartoe wil. Ten tweede, zal dergelijk fiscaal stamboekonderzoek geen onwerkbare, buitensporige administratieve lasten veroorzaken voor de burgers en de fiscale ambtenaren? Mijnheer Vereeck, ik dank u voor uw vraag en voor de ruime kennismaking met uw familie. Mijnheer de voorzitter, collega's, het is niet de eerste keer dat we het over het topic van de meerwaardebelasting hebben. Ik had ook de heer Van Quickenborne verwacht, maar wat niet is, kan nog komen. Ik kan u geruststellen. Het zal ook niet de laatste keer zijn dat we het over het thema zullen hebben. Het advies van de Inspectie van Financiën steunt zich op een stevig onderbouwde studie van de FOD Financiën en ligt in lijn met wat de Hoge Raad van Financiën en het Planbureau eerder hebben berekend. Volgens het koninklijk besluit van 20 mei 2022 brengen de inspecteurs van Financiën hun niet-bindend advies uit, in volle onafhankelijkheid. Dat zou er nog aan mankeren. We bekijken hoe we kunnen tegemoetkomen aan een aantal opmerkingen die de inspectie heeft geformuleerd. De opbrengst van de meerwaardebelasting is een raming met de best mogelijke inschattingen die men op dat moment heeft, net zoals elke andere post in een begroting. Daarom hebben wij steeds een voorzichtige inschatting gemaakt van de opbrengsten. We leven in geopolitiek zeer onzekere tijden en in een onzekere economische markt, in het bijzonder voor ondernemers die zich geconfronteerd zien met dreigende handelstarieven. Laten we echter niet vergeten dat het hier gaat om werkdocumenten. De wettekst is nog niet af en wordt nu technisch besproken. Wie ooit deel uitmaakte van een regering, weet dat, als men met een ontwerp van wet naar de regering komt, er niet meteen vanaf dag één een akkoord is; er zijn nog discussiepunten. Er wordt meestal gebikkeld en gepraat om de wettekst zo goed mogelijk te maken. Het is niet meer dan normaal dat die tekst dus nog evolueert. De wettekst is in constructie. Dat heb ik gisteren in de commissie voor Financiën gezegd en dat heeft ook de eerste minister vorige week in plenaire vergadering onderstreept. Ik heb gisteren in de commissie de vraag gekregen of het advies bestond. Ik heb daar bevestigend op geantwoord. Ik heb niet de vraag gekregen of ik het advies wil delen. Vandaag kan ik antwoorden dat ik het advies van de Inspectie van Financiën zonder enig probleem met de Kamer deel. Wat het debat ten gronde betreft, voor elk debat is er een tijd en een plaats. Het is niet de bedoeling dat wij tijdens het opstellen van wetsontwerpen in debat gaan met het Parlement. Wij zullen daarvoor uitgebreid de tijd hebben, op het moment dat het wetsontwerp hier wordt ingediend. Dat zal niet zo lang meer duren. Dan zullen we het in al zijn details kunnen bespreken en u ervan overtuigen dat het een goede wettekst is en dat er een goede opbrengst tegenover zal staan. We luisteren naar de drie vragenstellers om te vernemen in welke mate zij gerustgesteld zijn. Beste vrienden van Vooruit, het spijt me maar ik kan niet anders dan me opnieuw tot u te richten. Wat doet u nog in de arizonaregering? U maakt er deel van uit om de koopkracht te beschermen en om de sterkste schouders te laten bijdragen. Maar wat zien we? De meerwaardetaks wordt uitgehold: 500 miljoen euro was al veel te weinig en het wordt nog veel minder. Wat met de DBI-aftrek? Uitgehold. Wat met de automatische indexering? Uitgehold. Wat met de pensioenen? Uitgehold. Weet u wat minister Jambon gisteren in de commissie gezegd heeft? Hij heeft gezegd dat het een politieke keuze is om eerst voor de concurrentiekracht van de bedrijven te gaan en pas daarna voor de koopkracht. Dat is de hiërarchie voor de man die aan de knoppen zit. Collega’s, misschien moet het Parlement vandaag bij hoogdringendheid beslissen om dit jaar 1 mei af te schaffen. We gaan rechtstreeks over van 30 april naar 2 mei. Het zou de socialisten vanavond en morgen een aantal gênante momenten kunnen besparen. Monsieur le ministre, je vous remercie de dire que vous voulez partager le document de l'Inspection des finances avec le Parlement. Nous prendrons connaissance de ce document avec beaucoup d'intérêt. Mais comment arrivez-vous aux 500 millions? Nous n'avons toujours pas eu la réponse. Il va falloir encore attendre apparemment. Mais une chose est claire, monsieur Jambon, vous ne voulez pas repasser chez M. Van Peteghem car il a déjà dit que la mouture actuelle ne rapporterait jamais 500 millions d'euros. C'est clair. Si nous voulons vraiment arriver à un équilibre budgétaire, nous avons besoin de taxer réellement les super-riches. Nous avons besoin d'une vraie taxe des millionnaires. C'est l'une des revendications que demain, le 1 er mai, nous mettrons en avant. Nous nous battrons pour cela. Mijnheer de minister, u en uw kabinet hebben een nieuwe rechtstak in het leven geroepen, namelijk die van de fiscale genealogie of belastingstamboekkunde. Collega's, voor alle duidelijkheid, het was een fictief voorbeeld. Ik heb geen aandelen, tante Lou bestaat niet en de worstenfabriek ook niet. Mijnheer de minister, ik en velen met mij zitten met volgende vraag: is dat nu gespeelde onkunde van uw kabinet of een bewuste sabotage van een taks, die u eigenlijk niet ziet zitten? De heer Theo Francken heeft de taks immers al onethisch genoemd. Uit het advies van de Inspectie van Financiën leren we niets dat we nog niet wisten. De opbrengsten zijn nattevingerwerk en de uitzonderingen zijn op niets gebaseerd. Bijgevolg zijn ze discriminerend en dus ongrondwettelijk. Er zal dus niets van in huis komen. Eat that, Oskar. De stakingsacties van magistraten De acties van de magistratuur De actie van de magistraten De gevolgen van de maatregelen van Arizona voor de magistratuur, de rechtsstaat en de veiligheid Het protest van de parketmagistraten De resultaten van het overleg met de magistraten en de open brief van de jonge magistraten Mijnheer de minister, een rechter die beklaagden naar huis stuurt, is dat een normale rechtsgang of is dat rechtsweigering? Waar is het controlerecht van de wetgevende macht wanneer het openbaar ministerie weigert te antwoorden op parlementaire vragen? Hoe rijmen we een procureur die in financiële zaken enkel nog corruptie wil onderzoeken met artikel 151 van de Grondwet? De acties van de magistratuur roepen vele vragen op. Ik ben zelf meer dan 20 jaar magistraat geweest en heb zoiets nooit meegemaakt. Magistraten zetten hun rechterlijke macht in om de uitvoerende macht aan te vallen. Maar ook omgekeerd – en ook dat hebben we nooit meegemaakt – zetten politici rechters weg als wereldvreemd, maken ze uitspraken belachelijk, beschimpen ze en hebben ze het over 'werkstrafjes'. Ik denk niet, collega's, dat Montesquieu dat voor ogen had met zijn trias politica. En de regering zwijgt. Ik hoor de minister van Justitie niet, ik hoor de premier niet en ik hoor u niet. Spreken is zilver, zwijgen is goud. Af en toe hoor ik iemand natuurlijk wel roepen dat het allemaal de schuld is van de vorige regering, maar u weet dat dat niet klopt. De herfinanciering van Justitie is begonnen en we hebben daar resultaten geboekt. Ik vrees echter dat er de voorbije maanden veel is misgelopen in het overleg en dat de magistraten niet worden gehoord. Ze werden niet gehoord door de onderhandelaars tijdens die zeven maanden onderhandelingen en ze worden blijkbaar ook nu nog niet gehoord. Als ik het namelijk moet geloven, kan er nog steeds geen volledig correcte berekening van de pensioenplannen worden voorgelegd. Ik heb dus een simpele vraag. Wat zal deze regering doen om het vertrouwen met de rechterlijke macht te herstellen? Dat is immers broodnodig in een rechtsstaat. Collega's, 11.000 plaatsen voor 13.000 veroordeelden. Zelfs mijn jongste dochter van acht jaar weet dat die rekensom niet klopt. De gevolgen zijn ernstig. Vanuit cd&v staan we pal achter het principe dat er voor straffeloosheid in onze maatschappij geen plaats is. De gevolgen zijn nefast, niet alleen voor het vertrouwen in Justitie, maar ook voor de veiligheid in de samenleving. Mevrouw de minister, u hebt extra middelen gevraagd en ook gekregen voor dit jaar om een aantal extra werven aan te pakken. Cd&v wil de straffeloosheid aanpakken op een verstandige manier om werk te maken van de werven die u vooropstelt, mevrouw de minister. Die inspanningen verdienen steun, geen sabotage. Het is echt spijtig dat het gevangeniswezen nog meer onder druk wordt gezet door acties die ervoor kunnen zorgen dat het systeem ontspoort, want ook dat kost de samenleving veel. Het gaat niet noodzakelijk over euro's, maar wel over vertrouwen, veiligheid en stabiliteit. Begrijp me ook niet verkeerd, collega's. Ik hoor andere collega's van alles vertellen. Ik denk dat hun kortetermijngeheugen en hun langetermijngeheugen hun in de steek laten. We moeten de zorgen van de magistratuur niet zomaar wegwuiven. Hun werkomstandigheden zijn vaak schrijnend, met onderbezetting, bedreigingen en gerechtsgebouwen die onvoldoende beveiligd zijn. Magistraten staan voortdurend onder druk door de grote werklast en de complexiteit van procedures en onderzoeken. Ook zij hebben recht op duidelijkheid over hun pensioenen. Het doel moet echter zijn samen te bouwen aan een Justitie die werkt, beschermt en vertrouwen geeft. Er is maar een weg daarnaartoe en dat is via dialoog, collega's, tussen de politiek en de magistratuur. Daar moeten we aan werken. Mevrouw de minister, ik weet dat u een hardwerkende minister bent (…) Madame la ministre, monsieur le vice-premier, depuis plusieurs jours, un mouvement sans précédent traverse le monde judiciaire. Des grèves ont été annoncées dans plusieurs parquets. Ce que les magistrats expriment aujourd'hui, c'est un appel au secours. Nous devons être capable de l'entendre. Défendre la magistrature, ce n'est pas défendre des intérêts particuliers mais bien défendre un pouvoir de notre État de droit. Ce sont les juges, les magistrats, les greffiers et tous les autres qui y travaillent et qui empêchent que nos conflits ne dégénèrent en violence. Ils garantissent aussi, dans une société de plus en plus traversée par des tensions, que le droit continue de faire autorité. Mais il faut le dire clairement aussi, cette mobilisation n'est pas née des dernières annonces. Elle est nourrie par des conditions de travail qui sont intenables depuis des années, des juridictions à bout de souffle, un manque criant de personnel administratif, un arriéré judiciaire qui ne cesse de s'aggraver et des difficultés à attirer de nouveaux talents. Madame la ministre, la situation dont vous héritez est complexe. J'ai entendu dire que les magistrats attendaient de la concertation. Ce n'est pas cela qu'ils attendent! Depuis des années, ils attendent des actes! Des actes, l'Arizona en amène avec l'accord de gouvernement, avec les accords de Pâques et les millions qui ont été débloqués. Voilà les actes qui vont arriver. Aujourd'hui, les magistrats attendent ces actes. Nous sommes au gouvernement, et c'est précisément ce que nous sommes en train de réaliser. Les accords conclus aujourd'hui sont les plus importants en termes de réinvestissement dans la Justice. Ils attendent concrètement, ils attendent des actes et c'est ce que nous allons apporter. Vous avez obtenu des moyens supplémentaires, nous vous avons soutenus pour les obtenir. Concrètement, comment allez-vous utiliser ces moyens supplémentaires? À quelle vitesse? Comment pouvez-vous rassurer ces juridictions et ces parquets, au-delà des seules prisons, pour qu'ils puissent enfin respirer et fonctionner dignement? La tâche est immense, mais vous pouvez compter sur nous car pour Les Engagés et pour l'Arizona, la Justice est une priorité. Madame la ministre de la Justice, je suis désolé. Le constat est là, la Justice est dans un état déplorable. Depuis cinq législatures, le département de la Justice est géré par la droite. Avec quel bilan? Magistrats débordés, des justiciables excédés par une attente de plusieurs années avant de voir leur dossier traité, des cadres non remplis, des détenus entassés, des agents pénitentiaires agressés, et aujourd'hui une atteinte inédite à l'attractivité de la profession de magistrat pour laquelle vous peinez déjà à recruter. L'Arizona s'est faite sur la promesse d'un travail mieux payé et mieux valorisé pour toutes et tous. En lieu et place, pour les magistrats, c'est une réduction de près de 30 % de leur pension qui leur est annoncée. Contrairement à ce qu'on essaie de nous faire croire et à ce qu'a dit le premier ministre, ce n'est pas une question de grosses pensions. Quelle insulte pour la magistrature! Après des critiques à peine voilées contre le gouvernement des juges, après des tentations exprimées de limiter les fonctions de magistrat à des mandats de cinq ans, en s'attaquant aujourd'hui aux pensions des magistrats, c'est le fonctionnement, l'indépendance de la justice, de ce troisième pouvoir constitutionnel que vous attaquez. Et à travers lui, c'est l'État de droit que vous attaquez. Aujourd'hui, il y a des lettres ouvertes d'associations représentatives, des cartes blanches signées par 800 magistrats, des sorties dans la presse de chefs de corps, des remises de dossiers à plus d'un an. Et on dit quoi? "Ils n'ont rien compris." "Il y a de l'argent, mais ils n'ont rien compris." Madame la ministre, la justice n'est pas une institution désincarnée. Pour reprendre les termes de votre propre majorité, les magistrats ne sont pas des fonctionnaires. Pour que la justice soit efficace, pour qu'elle serve nos justiciables, elle doit être composée d'hommes et de femmes qui sont engagés et motivés dans leurs fonctions. Or cette décision suscitera une vague de départs et la mise en difficulté de la magistrature. Ma question à tous les deux: quel investissement garantissez-vous dans les droits acquis, dans le service aux justiciables et dans le troisième pouvoir qu'est l'institution judiciaire? Mevrouw de minister, mijnheer de minister, justitie bevindt zich in bijzonder zwaar weer op dit ogenblik. De problemen die worden aangekaart, zijn niet nieuw en spelen al verschillende legislaturen. Onze fractie heeft die in de voorbije legislaturen ook aangekaart. Er is de overbevolking van de gevangenissen, de digitalisering die nog altijd niet het gewenste resultaat oplevert, maar ook het verouderde patrimonium en de jarenlange structurele onderfinanciering. Al deze jarenlange frustraties komen nu samen tot een kookpunt door de aangekondigde hervorming van de pensioenen van de magistraten. Die plannen leiden tot ongeziene acties bij de magistratuur. Het begon vorige week met de actie van het Openbaar Ministerie, waarbij duizenden gevangenen opnieuw naar de gevangenis worden gestuurd, ondanks de overbevolking. Gisteren hoorden we een politierechter in Gent die zaken een jaar uitstelt. Ook bij het federaal parket in Brussel worden er acties aangekondigd. Mevrouw de minister, we hebben uiteraard veel respect voor de magistratuur. Heel veel magistraten doen dag in, dag uit hun best om voor justitie te werken, ondanks de moeilijke omstandigheden. Het is echter wel zo dat zij een bijzondere functie hebben. Zij vormen een van de drie machten van ons land. Zij hebben het voorrecht om samen met de andere machten de rechtsstaat vorm te geven. Ik denk dat zij zich met de acties die de laatste weken zijn ondernomen op bijzonder glad ijs begeven. Mevrouw de minister, op welke manier zult u de situatie ontmijnen? Hoe lopen de gesprekken? Die zijn er de afgelopen dagen immers wel degelijk geweest. Mevrouw de minister, mijnheer de minister, de magistraten kunnen en willen - en terecht, mevrouw de minister - de slechte financiële en materiële toestand waarin ze moeten werken niet langer aanvaarden. Heel wat jonge magistraten twijfelen nu zelfs aan hun beroepskeuze, ten gevolge van de aangekondigde hervorming. In hun open brief zijn ze duidelijk: "Hoe lang laten we justitie nog verder afbrokkelen voor we reageren en haar de middelen geven om sterk en doeltreffend te zijn?" Ze hebben voor het beroep van magistraat gekozen uit overtuiging, gedreven door het maatschappelijk belang. Ze willen niet liever dan hun functie met waardigheid en onafhankelijkheid uitoefenen. Dat is vandaag echter onmogelijk geworden. De aangeklaagde wantoestanden bij justitie zijn niet meer te overzien. De digitalisering is niet of nauwelijks ingezet, zo getuigt het rapport van het Rekenhof. In sommige arrondissementen is het een luxe om over een telefoonlijn of een printer te beschikken. Ze moeten werken in beschimmelde kleine bureaus. Middelen om de gebouwen te renoveren of informaticamaterieel aan te kopen zijn er niet. Er is geen budget voor een koffiemachine, nietjesmachine of zelfs toiletpapier. Daarenboven worden de werkweken steeds langer door de chronische onderbezetting. Er is een personeelstekort van 40 % bij de magistraten om alles binnen een redelijke termijn af te handelen. De werkdruk wordt dan ook onaanvaardbaar. Hoe lang moeten de magistraten dit nog aanvaarden? Wanneer zal er eindelijk voldoende budget worden vrijgemaakt om dit alles aan te pakken en eindelijk – ook ten aanzien van collega Van Tigchelt - orde op zaken te stellen bij justitie? Geachte Kamerleden, ik had meer vragen over de pensioenen van de magistraten verwacht. Daarom zal ik mijn antwoord limiteren en de vloer volledig aan mijn goede collega Verlinden laten. Ik moet wel zeggen dat ik ten zeerste de individuele en collectieve acties van de magistratuur betreur, aangezien we gisteren nog samengezeten hebben voor overleg. Ook vorige week vond reeds overleg plaats en begin mei staat nog overleg gepland. Gisteren hebben we samen de cijfers doorgenomen. We bevinden ons dus volop in overleg. Ik heb een ander begrip van overleg en actievoeren. Als overleg tot niets leidt, kan men actievoeren, maar actievoeren terwijl het overleg nog volop loopt, vind ik raar. Er is een pensioenhervorming op til en ik vind dat iedereen in die pensioenhervorming moet participeren, iedereen naar eigen kunnen. Niemand staat boven de wet. Dat geldt voor zelfstandigen, voor werknemers, voor ambtenaren, voor ons als politici maar ook voor de magistraten. Vaak hebben we horen spreken over de indexsprong. Nous avons entendu beaucoup de choses sur le saut d'index. Examinons les chiffres. Cela ne concerne que les pensions les plus élevées, soit au-dessus de 5 250 euros. Pour la moitié des juges, la pension s'élève à 7 400 euros. Prenons la somme de 7 000 euros, si nous y appliquons un index de 2 %, cela fait 140 euros. Nous allons réduire ces 140 euros pour arriver à 36 euros. Au lieu d'une augmentation de 140 euros, ils percevront une augmentation de 36 euros. Et ça serait une grande attaque vis-à-vis de leur pension! Je ne suis pas d'accord. In een grote pensioenhervorming moet iedereen een bijdrage leveren, dus ook de magistratuur. Ik hoop echt dat de onrust en het ongenoegen bij deze hooggeplaatste dienaren van de democratie, die beladen zijn met een grote verantwoordelijkheid, in proportie blijven met de beperkte inspanningen die van hen gevraagd worden. Goeiemiddag, collega’s. Collega Van Tigchelt, ik had vanmiddag van veel mensen vragen verwacht, maar niet van u. De nodige dosis lef kan men u alvast niet ontzeggen. Ce que je retiens de mes nombreux contacts avec la magistrature, c'est que ces actions traduisent aussi et surtout un mécontentement de longue date concernant le financement de la Justice de manière générale. De rechtsstaat is ons allemaal dierbaar, of zou dat in elk geval moeten zijn. Het is echter heel duidelijk dat hij onder druk staat. Als we willen dat de rechtsstaat overleeft en versterkt, zijn we verplicht erin te investeren. Het zal niemand ontgaan zijn dat ik van bij mijn aantreden gepleit heb voor onze binnenlandse veiligheid. Ik heb aan de collega's in de federale regering een overzicht bezorgd van de budgettaire behoeften van Justitie, niet enkel voor dit jaar, maar met een noodzakelijk groeipad voor de hele legislatuur. En examinant de manière globale les tâches qui incombent à la justice et à nos magistrats, force est de constater que leur charge de travail a explosé. Cette situation s'explique par les évolutions sociales dans le domaine du droit des personnes et de la famille, par le recours accru à la justice, par des demandes toujours plus nombreuses en matière de soins et de soutien psychosocial, par la complexité croissante des enquêtes pénales ou encore par le succès remporté dans la lutte contre la criminalité organisée. Je rejoins donc pleinement les revendications de la justice pour de meilleures conditions de travail, des moyens supplémentaires et des lieux de travail plus sûrs. Dans l'intérêt de notre démocratie, la Justice doit rester un employeur attractif pour les magistrats et elle doit pouvoir continuer à aider les citoyens à des moments souvent déterminants dans leur vie. De recente beslissing over de automatische indexering van hun pensioenen was duidelijk de druppel die de emmer deed overlopen. Vele magistraten hebben mij bevestigd dat ze solidair willen zijn met de toekomstige generaties en hun recht op een degelijk pensioen zodat er zeker begrip is voor de noodzakelijke toekomstgerichte hervormingen van deze arizonaregering. Ze geven weliswaar aan dat hun onrust groot is vanwege de onzekerheid over de totale omvang van de hervormingen, wat naar ik vermoed ook geldt voor andere beroepsgroepen. Zoals de minister van Pensioenen echter net al heeft aangegeven, worden en zullen de discussies hierover worden verdergezet. In mijn opdracht als minister van Justitie voorzie ik de komende jaren bijkomende middelen ter versterking van het openbaar ministerie en de hoven en rechtbanken. Ik heb ook van bij het begin de magistratuur betrokken bij alle werkzaamheden. De magistraten weten dus dat hun bezorgdheden ook de mijne zijn, naast de vele andere uitdagingen, zoals het wegwerken van structurele betaalachterstanden – waarover vorige week ook nog uitvoerig bericht is in de media – maar ook de aanpak van de overbevolking in de gevangenissen, die ons, als we ze niet oplossen, op termijn bijzonder veel geld zal kosten, maar ook de veiligheid van de medewerkers in de gevangenissen. Je m'entretiendrai étroitement avec la magistrature afin de déterminer comment nous pourrons, dans les mois à venir, agir le plus efficacement possible pour renforcer l'attractivité et le respect de la carrière, mais aussi pour améliorer les conditions de travail, et ce, dans l'intérêt du rôle fondamental que jouent les magistrats dans notre démocratie. Le réalisme et la crédibilité devront ici être nos fils conducteurs communs, car les conséquences du sous-financement qui perdure depuis des années ne peuvent être gommées d'un coup de baguette. De verhalen die ons van de andere kant van de oceaan bereiken, leren ons hoe belangrijk het is om allemaal ambassadeurs van de rechtsstaat te zijn. De echo’s van die verhalen zouden voor mij als een duidelijke oproep aan iedereen moeten klinken, zeker aan zij die deel uitmaken van een van de drie machten, om ter zake geen enkel compromis te sluiten. Ik wil dan ook blijven geloven dat ook de magistraten zelf de rechtsstaat vertrouwenwekkend en met zorg zullen blijven behandelen. Ik blijf alvast met hen overleggen en werk in het belang van onze binnenlandse veiligheid samen met en voor hen aan een weg die ons tot oplossingen kan brengen. Ik hou daarbij een quote van Ruth Bader Ginsburg voor ogen: “ Fight for the things that you care about but do it in a way that will lead others to join you. ” Kom op voor wat je belangrijk vindt, maar doe het op een manier die anderen mee in beweging kan brengen. Mijnheer en mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoorden. Als een open oorlog plaatsvindt tussen de uitvoerende en rechterlijke macht, heb ik geen lef nodig om hier te spreken, dan is het gewoon mijn plicht als parlementslid om mijn stem te verheffen. Dat heeft niets met meerderheid of oppositie te maken. Niemand is gebaat bij een oorlog tussen de uitvoerende en rechterlijke macht, zeker niet de magistraten. Het merendeel van de magistraten – ik kan ervan getuigen – levert meer dan voortreffelijk werk in vaak moeilijke omstandigheden. Ik hoop dat het groeipad, dat door de vorige regering ingeslagen is, wordt aangehouden, want uw regeerakkoord belooft op dat vlak niet veel goeds. Met het paasakkoord zijn enkele financieringen vooruitgeschoven, maar het gaat niet alleen over extra budget, collega Dillen, we moeten ook hervormen, durven hervormen. Op dat vlak is de vervroegde invrijheidsstelling van criminele illegalen, zoals in het paasakkoord staat, geen goed voorbeeld. Sorry dat ik het zeg. Ik sta een beetje perplex door de repliek van mijn collega, die echt wel wat werk heeft met het kortetermijn- en langetermijngeheugen. Het heeft volgens mij echt geen zin om hier op de bühne te zeggen dat er een open oorlog heerst. Daarnet heb ik gezegd dat dialoog belangrijk is. We moeten zelf, de magistratuur en de politiek samen, aan de slag om die dialoog te voeren. De retoriek die u aanhoudt, collega, vind ik eigenlijk niet oké en ik denk dat ik daarmee de mening van velen vertolk. ( applaus bij de meerderheid ) Bepaalde bezorgdheden vanuit de magistratuur zijn zeker terecht. Daarvoor moeten we oog en oor hebben, maar de ruis op de lijn moet weg. Van mevrouw en mijnheer de minister hoor ik dat de dialoog plaatsvindt, dat ze samen rond de tafel zitten. Dat is de weg die we moeten bewandelen. De noodkreet is aangekomen en ik heb er alle vertrouwen in, mevrouw en mijnheer de minister, dat u constructief met de magistratuur aan tafel gaat zitten en dat we in deze legislatuur (…) Que les choses soient claires: depuis le départ, l'Arizona a en effet annoncé que nous allions devoir fournir des efforts, oui, pour laisser un É tat viable aux prochaines générations. Mais je ne peux pas entendre dire ici que l'Arizona décide de sacrifier la justice. Ce n'est pas vrai! Comme pour la sécurité et la santé, depuis le début, nous avons annoncé qu'aucune économie ne serait réalisée dans la justice. C'est même un réinvestissement qui a été obtenu pour 2025. Répétons-le: le plus grand problème des magistrats n'est pas leur pension, mais les nombreux et immenses chantiers qui ont été laissés par le précédent gouvernement. De même, plusieurs mesures qui avaient été prises ont complètement fait craquer le système carcéral. En tout cas, soyons de bon compte, ce n'est pas en trois mois que nous allons résoudre tous les problèmes de la justice. Mais les moyens et la volonté sont là. Voilà enfin un gouvernement qui prend ses responsabilités! Madame et monsieur les ministres, merci pour vos réponses parce qu'au moins on voit que, dans l'Arizona, tout est clair. Le ministre des Pensions nous dit: "Circulez, il n'y a rien à voir! C'est comme cela, et je ne discute plus. Pas de concertation." La ministre de la Justice nous répond que, pour continuer à faire fonctionner la justice, des concertations seront nécessaires pour que, malgré tout, les audiences puissent se tenir. Nous avons ensuite Les Engagés… (…) Monsieur le ministre, vous avez répondu; laissez-moi répliquer! (…) Ik versta wel Nederlands, mijnheer de minister. Geen probleem. Et puis, donc, nous avons un membre des Engagés qui, lundi par voie de presse, nous a annoncé publiquement: "Je vais écrire au ministre des Pensions pour faire en sorte que les magistrats sortent de la réforme des pensions." Or ce parti nous dit aujourd'hui que le problème n'est pas la pension des magistrats, mais leurs conditions de travail. Mais alors, personne n'a jamais rien compris ici, en fait! Les travailleurs qui devaient gagner 500 euros de plus n'ont rien compris! Les magistrats qui perdent leur pension, non plus! Le monde de la justice n'a rien compris! Les Belges ne comprennent jamais rien avec l'Arizona! Mevrouw de minister, mijnheer de minister, dank u wel voor uw antwoord. Er is inderdaad overleg en we kijken uit naar het verdere verloop daarvan. Zoals de minister van Pensioenen ook zegt, moet deze regering hervormingen doen en iedereen moet een deel ervan op zich nemen, ook de gerechtelijke wereld. Dat is niet meer dan normaal. Er zijn natuurlijk veel problemen op het vlak van justitie, maar die zijn er niet van vandaag op morgen gekomen, die dateren uit het verleden. Ook de vorige regering heeft daar een aanzienlijke aandeel in. Ik wens u veel succes met het verdere overleg. Deze regering investeert wel degelijk in justitie. Er komt aanzienlijk wat geld bij, zodat justitie naar behoren kan functioneren in de toekomst. Justitie is immers een kerntaak van de overheid. Dank voor uw antwoord. Collega’s, om goed te werken en vertrouwen te verdienen heeft justitie nood aan magistraten die zich gerespecteerd en gewaardeerd voelen. Dat is vandaag niet het geval en daar moet verandering in komen. De opeenvolgende regeringen hebben decennialang geen aandacht besteed aan justitie, laat staan hiervoor de nodige budgetten vrijgemaakt. Geen van de vorige ministers heeft aangevoeld hoe hoog de frustraties zaten en zitten bij de magistratuur. Deze regering moet eindelijk werk maken van een duurzaam, toekomstgericht beleid bij justitie, gekoppeld aan voldoende middelen. Daarvoor is veel meer nodig, mevrouw de minister, dan de extra’s die vandaag beloofd worden. Als er een miljard euro kan worden vrijgemaakt voor Oekraïne en vier miljard voor Defensie, dan moet dat ook kunnen voor justitie en politie. De alarmsignalen van de Veiligheid van de Staat die genegeerd werden in Hoei De vermoedens van Chinese inmenging in de Belgische politiek Madame la ministre, je ne sais pas vous mais, moi, ce matin, en découvrant les médias, j'ai halluciné. J'ai halluciné parce qu'un ancien bourgmestre faisant fonction à Huy a été mis en garde non pas une fois mais deux fois par la Sûreté de l'État pour ses liens jugés problématiques avec l'ambassade de Chine. Et malgré cela, il a continué ces contacts. Il les a même entretenus et il aurait transmis des informations sur un député fédéral belge, Samuel Cogolati, qu'on connaît bien ici, qui a été ciblé et même sanctionné par le régime chinois pour son travail sur le génocide des Ouïgours. Ce qui continue à m'halluciner, madame la ministre, c'est l'absence de sanctions. En effet, pendant ce temps, ce monsieur a été réélu tranquillement à Huy où il siège toujours au conseil communal. Il brigue même la présidence de l'hôpital régional. En mars dernier, l'ambassadeur chinois était accueilli en grande pompe et à bras ouverts à Huy par le bourgmestre. Madame la ministre, comment voulez-vous que les gens fassent confiance à la démocratie si un élu peut aller à l'encontre de nos services de renseignement sans la moindre conséquence, sans la moindre sanction? C'est une affaire de sécurité nationale, ce n'est pas juste un fait divers local. Mes questions seront dès lors très claires et très directes. Quelles informations précises ont été transmises par cet élu à l'ambassade de Chine et en échange de quoi? La Sûreté de l'État a-t-elle informé, oui ou non, les autorités du parti de ce bourgmestre, à savoir le Parti Socialiste? Si tel est le cas, quand et avec quelles demandes? Si le PS était au courant, pourquoi cette personne est-elle encore en poste? L'actuel bourgmestre, Christophe Collignon, était-il lui aussi au courant? Si oui, pourquoi continue-t-il à fricoter comme cela avec Pékin? Enfin, quand un élu ignore sciemment les alertes de nos services, que prévoit votre gouvernement? Maintenant que ces faits sont publics, que comptez-vous faire concrètement pour empêcher ce genre d'ingérence et pour garantir que cet élu – ou d'autres – ne puisse plus nuire à la sécurité de notre pays? Madame la ministre, comme ma collègue Maouane, j'ai lu la presse ce matin et une enquête journalistique fait état d'éléments préoccupants quant à des relations qui sont jugées problématiques entre un ancien échevin et bourgmestre faisant fonction de la ville de Huy et des représentants officiels chinois. La Sûreté de l'État a effectivement à deux reprises mis ce mandataire socialiste en garde. Il ressort des articles de presse que le président du Parti Socialiste a même été informé de la difficulté rencontrée mais ces mises en garde sont demeurées lettre morte, elles n'ont donné aucun effet. Le dossier n'a à l'époque pas été transmis à la Justice puisqu'il n'y avait pas de base légale suffisante que pour permettre ce transfert. Aujourd'hui, il semble que la Sûreté de l'État a estimé que les échanges observés relevaient d'une forme d'ingérence, d'espionnage et il y a un arsenal législatif qui a été mis en place en 2024 et qui, sans doute, permettrait aujourd'hui d'avoir un suivi sur ce terrain-là. La Chine, on le sait, ne se contente pas de réprimer sur son propre territoire. Sa stratégie d'intimidation dépasse les frontières. Certains, en ce compris en Belgique – notamment le président de la Belgium Uyghur Association –, ont vu leurs familles menacées en Chine à cause d'activités en Europe. On sait qu'il y a là un vrai problème. Madame la ministre, la Sûreté de l' É tat dispose-t-elle encore à ce jour d'informations ou d'analyses concernant cette affaire ou d'autres cas similaires? Quels sont les dispositifs mis en place pour prévenir, détecter ce type d'ingérence? Comment votre ministère travaille-t-il avec la Sûreté de l'État et le Comité R pour s'assurer qu'aucun maillon des pouvoirs publics, local ou national, ne soit infiltré ou instrumentalisé par une puissance étrangère? Enfin, des dossiers ont-ils été ouverts sur base de la nouvelle incrimination instaurée en 2024 concernant l'ingérence effective? Chers collègues, nous avons tous lu les articles de presse parus ce matin à ce sujet. Je ne peux évidemment faire aucun commentaire sur ce dossier spécifique. Cependant, ces faits mettent une nouvelle fois en lumière la potentialité d'activités hostiles de certains États à l'égard de notre démocratie. Nous constatons ainsi que différentes menaces peuvent peser sur la Belgique, que ce soit en termes de cyberespionnage, d'ingérence, de risques pour notre potentiel économique et scientifique ou encore de tentatives de contrôle de la diaspora, par exemple. Il revient alors à la Sûreté de l' é tat (VSSE) de détecter ces menaces, d'en informer les décideurs et de sensibiliser les différents acteurs belges, qu'ils soient étatiques, universitaires ou issus du monde économique, aux risques auxquels ils sont exposés. Nous devons dès lors être attentifs au fait que des pays comme la Chine, qui est à la fois un partenaire mais aussi un rival stratégique, puisse exercer ses menaces de manière subtile au moyen de tous les vecteurs possibles, c'est-à-dire par voie diplomatique, économique, sociale, culturelle ou, évidemment, par le renseignement. C'est ce que l'on appelle l'approche globale. Dans le cadre de celle-ci, une combinaison d'activités légitimes et d'activités clandestines est souvent observée. L'approche globale, selon laquelle tout acteur, étatique ou non, est obligé de collaborer avec les services de renseignement de certains pays tiers, complique naturellement le travail de la VSSE dans la détection des activités de renseignement. Cela rend le travail de conscientisation des acteurs belges sur la menace encore plus crucial, afin d'augmenter notre résilience et de permettre ainsi à chacun d'évaluer correctement la menace. Pour conclure, je dirais que la menace est réelle. Il faut donc des services de renseignement et de sécurité forts et efficaces qui soient capables de répondre à cette menace. Dans ce contexte, la Sûreté de l'État joue un rôle clé. Son renforcement sera donc un chantier important de cette législature. Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses qui n'en sont pas vraiment. Vous avez pris deux minutes pour faire un bel exercice de langue de bois, mais je comprends que vous ne puissiez pas tout dire. Cette histoire nous montre une chose en tout cas: détourner le regard de ce qui se passe en Chine pour les Ouïghours, fait les affaires de l'État, mais pas des droits humains. J'aurais aimé vous entendre dire, en tant que démocrate, qu'on ne peut pas accepter que des parlementaires, quels qu'ils soient, soient mis sous la menace de quelque régime que ce soit. Quand nous voyons ce qui se passe avec les Ouïghours, en Palestine avec le génocide perpétré par Israël, en République démocratique du Congo avec le génocide vécu en direct, j'aurais voulu vous entendre vous exprimer là-dessus comme démocrate et affirmer qu'il est inacceptable que ce genre de digue cède, et que, comme toujours et à chaque fois, notre seule boussole doit être le respect des droits humains et du droit international. Je vous remercie, madame la ministre, pour ces éléments. Il faut en tout cas en tirer la conclusion que cela n'arrive pas qu'aux autres. Cette menace existe chez nous et nous devons être vigilants. Dans ma vie professionnelle antérieure, en tant que recteur d'université, j'ai été contacté par la Sûreté de l'État pour m'alerter sur un certain nombre de dangers qui nous menaçaient. Je suis profondément reconnaissant pour cette démarche proactive de leur part. Nous avons participé avec la commission de la Justice à une visite de la Sûreté de l'État, au cours de laquelle cette problématique est revenue dans les débats. Je pense qu'un vrai rôle d'information, et je dirais même d'éducation, incombe, en ce compris, à cet organisme quant aux dangers qui nous menacent tous. De oproep van de CRB om werk te maken van een geïntegreerd openbaarvervoersysteem Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, morgen is het onze feestdag, onze 1 mei, onze Dag van de Arbeid. Nog goed nieuws, morgen wordt het net als vandaag schitterend weer. Dat betekent dat heel wat mensen waarschijnlijk naar de kust trekken voor een mooie en zonnige dag aan zee, bijvoorbeeld met het openbaar vervoer vanuit Dendermonde naar Bredene. Eerst neemt men de bus naar het station, daarna spoort men met de trein naar Oostende om vervolgens op de kusttram te stappen. Dat zijn drie tickets, dat is drie keer betalen en dat is drie keer gedoe met heel wat planning en opzoekingswerk in een jungle van apps, wachttijden en wijzigingen. Dan moet men ook nog het geluk hebben dat men onderweg geen vertragingen oploopt. Het kan veel eenvoudiger en veel goedkoper, het is echt geen rocketscience. Daar is één simpele oplossing voor, namelijk het combiticket, waar Vooruit al jaren voor pleit. Vooruit wil één ticket voor trein, tram en bus, simpel en goedkoop, zodat mensen in de toekomst hun auto laten staan en het openbaar vervoer nemen voor hun dagje uit. Dat is goed voor de planeet, voor hun portemonnee en voor het toerisme in ons land. Nu vragen ook de sociale partners een oplossing voor meer samenwerking en voor een geïntegreerd openbaarvervoerssysteem met één combiticket, zoals in Oostenrijk en Zwitserland. Ook TreinTramBus is daar al jaren vragende partij voor. Gelukkig heeft Vooruit een goed en duidelijk regeerakkoord onderhandeld, waarin zeer duidelijk staat dat er op korte termijn een combiticket zal worden ingevoerd. Mijnheer de minister, ik heb maar één simpele vraag voor u. Wanneer mogen we dat combiticket verwachten, zodat iedereen kan rekenen op makkelijk en betaalbaar openbaar vervoer? Mijnheer Tas, drie tickets en drie keer gedoe. Ik dank u voor uw vraag over een onderwerp dat mij bijzonder na aan het hart ligt. De integratie van vervoersbewijzen komt op een moment dat mobility as a service aan belang wint. Dat concept stelt de gebruikers centraal bij de ontwikkeling van vervoersdiensten en heeft het potentieel om meer reizigers naar het openbaar vervoer en micromobiliteit aan te trekken door de nadruk te leggen op comfort, toegankelijkheid, intermodaliteit en efficiëntie. Ik heb de analyse van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) niet afgewacht om te handelen. Tijdens de eerste Interministeriële Conferentie Mobiliteit op 25 maart heb ik het onderwerp spontaan op de agenda gezet en besproken met mijn gewestelijke collega's. Ik ben met hen overeengekomen om een stappenplan op te stellen en zo onze beleidsprioriteit van een onderling uitwisselbaar aanbod te verwezenlijken. Een stappenplan moet het mogelijk maken om duidelijke prioriteiten voor een succesvolle integratie van tickettarieven vast te stellen. Op korte termijn zal er een proefproject moeten worden opgestart voor Brussel en 30 km eromheen, dus met Vlaams-Brabant en Waals-Brabant. Het advies van de CRB van 23 april over de obstakels op de weg naar een geïntegreerd openbaarvervoersysteem levert mijn teams alvast heel wat input. Ik heb mijn kabinet gevraagd om de CRB in te lichten over de resultaten van de IMC en de FOD Mobiliteit en na te denken over de geïdentificeerde obstakels en de noodzakelijke oplossingen. Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Wij kijken alvast uit naar de uitrol van het proefproject. Ik zal u op dat moment uitnodigen in Dendermonde om samen de trein naar Bredene te nemen. Het dossier is heel belangrijk. België is al jaren kampioen in filerijden. Dat zorgt voor stilstand, vervuiling en onveiligheid in ons verkeer. Het is dus echt tijd voor een oplossing. Het is tijd voor de invoering van het combiticket. Het openbaar vervoer is voor ons immers geen luxe. Het is een basisdienst. Daarom kiest de regering met Vooruit voor sterk, stipt en comfortabel openbaar vervoer. Wij kiezen voor één ticket, hopelijk één app en één duidelijk traject voor trein, tram en bus. Op die manier helpen wij alle reizigers vooruit. Ik dank de heer Tas, die zodoende zijn eerste actuavraag heeft gesteld. ( Applaus ) De kritiek van Myria op het verstrengen van de regelgeving inzake gezinshereniging in ons land Het budget voor asielopvang en de kritiek op de maatregelen rond gezinshereniging Minister, het Federaal Migratiecentrum Myria fluit de regering, dus u, terug. Te strenge nieuwe voorwaarden voor gezinshereniging zouden niet conform het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens zijn. Ik vind dat toch zeer straffe kritiek voor een orgaan dat ook betaald wordt door diezelfde federale regering. Straf, zeker daar het schoorvoetend ook moet toegeven dat alles conform de Europese richtlijnen is. En ja, wij zullen de gezinshereniging fors verstrengen. We doen dat natuurlijk met een reden. Meer dan 21.000 mensen kwamen naar hier via gezinshereniging. Dat heeft natuurlijk een enorme impact op onze samenleving. Wat verwachten we nu van die mensen? We verwachten van die mensen dat ze financieel kunnen instaan voor zichzelf, maar ook voor hun gezin. We verwachten dat ze, als ze naar hier komen, zich integreren, dat ze de taal leren, dat ze onze waarden en normen respecteren Dat zullen we dan ook doen. We zullen extra voorwaarden koppelen aan de gezinshereniging. We zullen inderdaad vragen dat ze hogere inkomsten kunnen aantonen. We zullen inderdaad, op een later moment, er inburgeringsvoorwaarden aan koppelen. Waarom doen we dat? Om asielshoppen tegen te gaan. Om de heel grote instroom te demotiveren en natuurlijk ook om de impact op onze samenleving te verminderen. Minister, hoe reageert u nu zelf op de kritiek van Myria? Kunt u nog maar eens bevestigen dat alles conform de Europese richtlijnen en dus ook de mensenrechten is? Mevrouw de minister, in dit land verblijven 670.000 mensen op basis van gezinshereniging en 60.000 erkende asielzoekers. Die twee groepen alleen al maken meer dan 6 % van de bevolking uit. Het verzadigingspunt voor nog meer nieuwe immigranten is al lang bereikt. Alleen maar door het strengste beleid van de hele Europese Unie te voeren, zal de toestroom van nieuwe immigranten stoppen, maar u doet net het tegenovergestelde. Als er te weinig geld is voor asielzoekers, vraagt u immers 40 miljoen euro extra, maar als gepensioneerden niet rond kunnen komen, dan is dat jammer. U bent verkozen om de Vlamingen te vertegenwoordigen, niet om als cashautomaat te fungeren voor de hele wereldbevolking. De ironie toen ik deze ochtend de krant las, was me niet ontgaan, want het Federaal Migratiecentrum Myria zei dat de geplande verstrengingen van de gezinshereniging te ver gaan en dat ze tegen de mensenrechten zijn. Voor ons gaan ze echter niet ver genoeg. In het wetsontwerp, dat ik bij me heb, beslist de regering om 2,2 miljoen euro subsidies te geven aan Myria. Er is dus niet genoeg geld voor onze gepensioneerden, maar er is wel geld voor linkse migratieclubjes en om hen kritiek te laten geven op het beleid dat u zelf voorstelt. Mevrouw de minister, zult u een asielstop invoeren zoals Polen? Zult u de gezinshereniging voor erkende asielzoekers stoppen, zoals Oostenrijk wil? Zult u het linkse migratieclubje Myria afschaffen in plaats van te besparen op onze eigen mensen? Mevrouw Van Belleghem, ik moet eerlijk bekennen dat, elke keer als u komt, ik mij afvraag met wat u mij nu gaat vergelijken? U hebt mij al een zieke koe genoemd, een slijmerige inktvis en nu is het een cashautomaat. Het is inderdaad zo dat België door de veel te soepele regels inzake gezinshereniging de zwakke schakel van Europa was geworden. Dat is niet zomaar een politieke stelling, dat is de harde realiteit. Het gevolg daarvan is dat we een heel groot aanzuigeffect hebben, dat onze samenleving gewoon niet meer kan dragen. Het is hier gezegd, 21.000 mensen zijn vorig jaar van buiten de Europese Unie via gezinshereniging naar België gekomen. Mijn boodschap is dan ook glashelder. Wie Europa rondreist, op zoek naar het meest gulle regime, zal dat niet meer in België vinden. Wij verstrengen inderdaad onder meer de regels inzake gezinshereniging aanzienlijk. Eerlijk gezegd, ik vind dat niet meer dan normaal. We verhogen de inkomensgrens waaraan mensen moeten voldoen om hun gezin naar hier te kunnen brengen. Zij moeten inderdaad zelf kunnen voorzien in het onderhoud van die mensen. Nogmaals, sommigen vinden dat misschien te streng, dat hebben we vandaag kunnen lezen, maar ik vind het niet meer dan normaal dat we dat gaan doen. Men kan niet meer naar hier komen op kosten van onze samenleving. Er komen ook wachttijden van 1 tot 2 jaar. Gezinshereniging zal ook alleen nog mogelijk zijn vanaf 21 jaar. Op die manier willen we kindhuwelijken en gedwongen huwelijken tegengaan. We beschermen dus de allerzwaksten. Mevrouw De Vreese, ik wil heel graag bevestigen dat dit allemaal binnen het Europees rechterlijk kader gebeurt, wat Myria vandaag trouwens ook zelf in De Standaard zegt. Beste collega's, ook mevrouw Van Belleghem, zij spelen dan misschien hun rol, ik speel mijn rol en dat is de rol van een minister die een streng asiel- en migratiebeleid voert. Mevrouw Van Belleghem, u verwees ook naar het budget voor opvang. Het is zo, dat zou u beter dan wie ook moeten weten, dat de stijging van de dotatie voor Fedasil een substantiële investering is, maar die dotatie is een technisch gevolg van het begrotingsproces dat nog door de vivaldiregering in juni 2024 is opgemaakt, op basis van het voorgaande jaar. Dat is de situatie vandaag. Die initiële raming was niet gebaseerd op realistische cijfers. Dat scenario moest dan ook bijgesteld worden. Nogmaals, ik heb van bij de start van mijn ministerschap heel duidelijk gemaakt waar het op stond en waar het op staat. Ik zal er dan ook alles aan doen, samen met deze regering, om de asielfactuur te doen dalen. In de commissie komen partijen met losse flodders, voorstellen die gewoonweg niet realiseerbaar zijn, voorstellen die tegen de Grondwet ingaan, mevrouw Van Belleghem, voorstellen die het beleid dus helemaal niet zouden wijzigen. Wij zullen komen met realistische voorstellen, haalbare voorstellen, voorstellen die stuk voor stuk tijdens de regeringsonderhandelingen afgetoetst werden met topjuristen, mensen die weten waarover ze spreken. We zullen met die voorstellen de instroom verminderen en gezinshereniging verstrengen. We zorgen voor haalbare realisaties. We doen dat echter ook om die mensen zelfredzaam te maken. Het moet een win-win zijn. We moeten die mensen hier inderdaad volledig integreren. Als we in één ding zullen slagen, dan is het in het strengste asielbeleid ooit. Daarop kunt u dan alleen maar jaloers zijn. Mevrouw De Vreese, de heer De Wever heeft zelf gezegd dat de voorstellen die het Vlaams Belang voorstelt, perfect mogelijk zijn en dat u ons daarop niet kunt aanvallen. De heer De Wever zit echter ook in onze zakken. De btw op gas- en stookolieketels stijgt, er komt een meerwaardebelasting, de vliegtaks wordt uitgebreid, gepensioneerden komen niet rond. Het zijn stuk voor stuk belastingen en besparingen op onze eigen mensen. Voor asielzoekers en voor een stijging van het asielbudget is er wel steeds geld. Door het asielbudget dit jaar met 40 miljoen euro te doen stijgen, geeft u aan de hele wereld de boodschap: “Ach, kom maar naar België, Anneleen Van Bossuyt van de N-VA zal u wel ontvangen, we betalen alles en als het geld op is, dan doen we er nog een schep bovenop.” Mevrouw de minister, laat het duidelijk zijn, daaraan doet het Vlaams Belang nooit mee. Collega’s, met die vraag ronden wij onze vragensessie af. Dat geeft u allemaal de tijd om uw stem nog uit te brengen in zaal 3. Ik meen dat er hier en daar nog een collega was die dat nog niet heeft gedaan. U wordt daartoe dus bij dezen uitgenodigd. Mijnheer de voorzitter, vooraleer wij de rest van de agenda aanvatten, wil ik opmerken dat de heer Jambon daarnet effectief heeft beloofd dat hij het rapport van de Inspectie van Financiën over het ontwerp inzake de meerwaardebelasting zou doorgeven aan de Kamerleden. Ik heb net mijn mailbox nog ingekeken. Het rapport zit daar nog niet in. Ik zou u willen vragen om de minister daarop attent te willen maken, zodat wij het vandaag nog zouden krijgen. Morgen is immers een feestdag. Wij weten ook dat wij het document niet over veertien dagen zullen krijgen. Kan u de vraag doorspelen aan de minister of aan een andere collega, zodat wij het vandaag nog kunnen ontvangen? Ik zal de minister aan zijn woorden herinneren, maar misschien werkt hij morgen wel op de Dag van de Arbeid. Dat kan nooit worden uitgesloten. Ik weet echter niet of hij heeft beloofd dat het rapport vandaag zou worden verstrekt. Ik zal hem door de diensten laten contacteren.

Plenaire vergadering op 30 april 2025

Beknopte versie

Van 14h15 tot 17h16 (3 uur en 1 minuten)

10 vragen, 3 voorstellen, 7 stemmingen

Volledig verslag op dekamer.be

Aanwezigheid

132/150 (88%)

Afwezigen

De volgende 20 kamerleden waren afwezig bij tenminste de eerste naamstemming. Het is mogelijk dat deze kamerleden alsnog aanwezig waren vanaf de tweede naamstemming of later. Het is ook mogelijk dat de kamerleden uitgesloten waren bij de eerste stemming voor een legitieme reden.

Groen Meyrem Almaci
Groen Jeroen Van Lysebettens
Les Engagés Luc Frank
Les Engagés Serge Hiligsmann
MR Georges-Louis Bouchez
MR Michel De Maegd
MR Denis Ducarme
MR Philippe Goffin
N-VA Jean-Marie Dedecker
N-VA Darya Safai
Open Vld Steven Coenegrachts
Open Vld Sandro Di Nunzio
Open Vld Katja Gabriëls
Open Vld Paul Van Tigchelt
PS Philippe Courard
PS Frédéric Daerden
PS Ludivine Dedonder
PS Lydia Mutyebele Ngoi
PVDA-PTB Nadia Moscufo
VB Sam Van Rooy

Vragen

De vragen die gesteld werden tijdens deze vergadering.

economie en werk

De eerste begroting van de arizonaregering
De ratingbureaus en de financiële situatie van ons land
De ontsporing van het begrotingstraject voor 2025
De begroting van de regering-De Wever, de rating van S&P en de kritiek van econoom Gert Peersman

Gesteld door

Open Vld Alexia Bertrand
N-VA Axel Ronse
DéFI François De Smet
VB Wouter Vermeersch

Aan

Bart De Wever (Eerste minister)

Bekijk antwoord

Alexia Bertrand:

Mijnheer de eerste minister, het is moedig dat u er bent. Ik apprecieer dat u komt antwoorden. Ik moet immers bekennen dat het anders zou zijn geweest indien ik de vraag had willen stellen aan uw collega-minister van Begroting. Ik was verrast dat hij niet aanwezig is. Hij toont na twaalf weken al vluchtgedrag. Hij is liever in Spanje op een congres van de Europese Volkspartij. U bent echter aanwezig.

Ik weet al wat u zal antwoorden. U zal antwoorden dat de begrotingssituatie onze fout is, dat ze de schuld is van Vivaldi en dat ze zelfs een persoonlijke fout is. Ikzelf zou de put hebben gecreëerd. Dat is straf. Dat verhaal kunnen wij ondertussen. De heer Ronse zal daar nog een laag boven op leggen en een heel verhaal vertellen. Ik kijk ernaar uit.

Laat ons echter terugkeren naar de feiten. Onder de vorige regering was in 2024 het federaal tekort 2,8 %. De huidige regering, uw regering en uw begroting 2025 vertonen een federaal tekort van 4 %. Wauw. Voor de hele overheid, zijnde het cijfer waarnaar Europa kijkt, zal dat boven 5 % zijn. Ik heb dat berekend met alle entiteiten samen. Het zal boven 5 % liggen.

Had u in uw paasakkoord nog een extra inspanning gedaan en moedige maatregelen getroffen, dan had ik vandaag misschien iets anders aangegeven. Dan had ik een ander discours gehouden. U hebt in het paasakkoord echter niets gedaan en geen enkele financieringsbron gevonden. Uw bron is nul. U geeft een blanco cheque aan Defensie. Die cheque is ongedekt en leidt tot een rampzalige situatie voor de begroting.

Ik heb dus maar één vraag. Wanneer zal u de begroting echt op orde zetten?

Axel Ronse:

Collega's, ik sta hier met een wat ongemakkelijk gevoel. We hebben vandaag een wereldrecord in ontvangst mogen nemen: het wereldrecord belastingen heffen op mensen die werken. Dat melden De Standaard en De Tijd . Als een werkgever 100 euro betaalt, dan roomt de overheid daar meer dan 52 euro van af. Geen enkel land ter wereld is gulziger.

Ik sta hier met een beetje schroom, want eigenlijk, mevrouw Bertrand, komt dat wereldrecord er niet door ons, maar het is geheel de verdienste van u en van uw partij. Toen we de sleutels van dit land kregen, hadden we kunnen denken dat, als een overheid zo gulzig is, alles perfect zou lopen, met voldoende geld voor gevangenissen en voor Defensie, een stevig veiligheidsapparaat… Wat hebben we echter gezien? Alles is ondergefinancierd.

Men zou denken dat wij geen schulden hebben. We hebben een tabel gemaakt en als we het beleid, mevrouw Bertrand en collega's van de Open Vld, gewoon verderzetten, dan gaan we richting – hou u vast – 43 miljard euro minder ontvangsten dan uitgaven. Dat is gigantisch veel.

Er is echter een heel gereputeerd ratingbureau, Standard & Poor's, dat zei dat het een lichtpunt heeft gezien, meer bepaald Arizona. Het lichtpunt wordt belichaamd door eerste minister De Wever. Dat lichtpunt voorziet maatregelen die dit land nooit gekend heeft: de beperking van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd, het betaalbaar houden van de pensioenen, mensen die langdurig ziek zijn en nog kunnen werken eindelijk aan het werk krijgen en helpen. Standard & Poor's zei dat, als dat kan worden gerealiseerd, het perspectief dan wel positief zal zijn, maar als ze natuurlijk doen wat zovelen ooit in ons land gedaan hebben, dan zal het negatief zijn.

Mijn vraag is dus simpel, mijnheer de eerste minister. Zult u koers houden?

François De Smet:

Monsieur le premier ministre, quand on y pense, c'est extraordinaire. Vous voilà en place depuis bientôt trois mois. Depuis lors, votre majorité et vous n'avez apporté aucune grande réforme à voter, à part peut-être l'extension des heures de travail étudiant. Malgré cette absence de réforme, vous êtes déjà accueilli, et cueilli, par une agence de notation qui abaisse notre perspective de stable à négative. Voilà de quoi mettre en confiance!

Sans doute, cette agence de notation, comme nous, a vu votre projet de budget 2025, a vu que vous projetiez un déficit à 25,5 milliards, c'est-à-dire 4 % du PIB en 2025, et que les perspectives ne sont pas plus réjouissantes à l'horizon 2029, puisqu'on se dirigerait vers 3,7 %. Dans les deux cas, ce n'est pas du tout ce que vous aviez projeté ni promis.

Alors, c'est de bonne guerre, vous allez nous rappeler que vous avez hérité d'une situation catastrophique. C'est vrai. Vous allez sans doute aussi rappeler que le contexte international, géopolitique, militaire et économique s'est fortement dégradé. C'est vrai aussi.

Mais vous avez déjà votre part de responsabilité dans la situation financière. D'abord parce que vous avez mis huit mois à former un gouvernement. Si vous ne pouvez produire des effets qu'à partir de la moitié de 2025, c'est parce que vous avez pris huit mois pour vous mettre d'accord avec vos partenaires de majorité et les présidents de partis, ce qui constitue une longueur inégalée. Et vous avez perdu du temps. C'est en partie votre faute, car vous animiez ces réunions.

Mais il y a autre chose, à savoir les mirages idéologiques propres à l'Arizona. J'en citerai un seul: les fameux effets retour. Pensez-vous toujours que vous allez produire pour huit milliards d'effets retour pour 2029? Aucun économiste sérieux de ce pays, au Nord comme au Sud, ne dit que c'est possible, parce qu'il y a un différentiel de 400 000 emplois – notamment selon les autorités bancaires – entre vos projections et la réalité probable.

Pourquoi continuer à nous vendre une trajectoire budgétaire bâtie sur du sable? Où emmenez-vous ce pays, à part dans le mur? Y a-t-il, oui ou non, un cap budgétaire réel dans ce pays?

Wouter Vermeersch:

Mijnheer de premier, de analyses over het parcours van u en uw regering zijn vernietigend, niet alleen bij de verzamelde oppositie in dit Parlement, maar bij iedereen die de cijfers van uw regering grondig heeft doorgenomen.

Ik citeer een aantal krantenkoppen van de afgelopen dagen: "De grote sanering van De Wever staat na drie maanden al stevig op de helling". Of nog: "Het begrotingstekort blijft stijgen. Premier De Wever haalt beloofde 3 % niet en ratingbureaus slaan alarm". "De regering rekent zich rijk. Ze gaat bedrogen uitkomen". "De Wevers' begrotingsbelofte botst op de realiteit". "Dit is niet de grote hervormingsregering, dit is een doorsneeregering".

Mijnheer de premier, u beloofde de Vlaamse kiezer het tekort onder controle te brengen, orde op zaken te stellen en het rotten te stoppen. De realiteit is dat het tekort de komende jaren nog verder oploopt, zelfs als we rekening houden met uw veel te optimistische berekeningen. U geeft massaal extra geld uit en rekent daarvoor op toevalstreffers en eenmalige meevallers, maar de structurele financiering ontbreekt en wordt gemakkelijkheidshalve gewoon doorgeschoven. Dit noemt men dan een hervormingsregering. We zien geen strategisch plan, wel improvisatie, een verkoop van staatseigendommen uit de losse pols. Dan zwijgen we nog over de sociale factuur die straks wordt gepresenteerd om de gaten te dichten die deze coalitie zelf heeft gemaakt.

Mijn vraag is heel simpel, mijnheer de premier. Als u echt het begrotingsroer wil omgooien, waar zijn dan de moedige keuzes? Waar is het grote plan dat wel zal werken?

Bart De Wever:

Chers collègues, il ne s'agit évidemment pas d'un problème nouveau mais bien d'un problème structurel qui a longtemps été balayé sous le tapis. C'est malheureusement l'héritage avec lequel ce gouvernement doit composer.

Le déficit de l'entité 1 attendra cette année 25,5 milliards d'euros, soit environ 4 % du PIB. À politique inchangée, sans les mesures prises par l'Arizona, ce déficit pourrait grimper d'ici à 2029 à quelque 45 milliards d'euros, soit plus de 6 % du PIB, selon les estimations de nos institutions publiques.

Le Fonds monétaire international (FMI) dresse un tableau encore plus sombre: aucun autre pays occidental avec un niveau d'endettement comparable ne connaît une détérioration structurelle aussi dramatique de son budget sans mesures correctives.

Dat is dus het startpunt waarmee we aan de slag moeten gaan. Die erfenis is inderdaad zo rampzalig dat de kredietwaardigheid van ons land onvermijdelijk aangetast is. Het is dan ook ironisch, mevrouw Bertrand, dat u verwijst naar entiteit 2, want daar is het vooral de Brusselse regio die nog bijdraagt tot het rotten en daar is uw partij al jarenlang verantwoordelijk voor de begroting, met alle gevolgen van dien.

Eén ding is glashelder: we kunnen het beleid – hopelijk ook in Brussel, maar zeker hier op het federale niveau – niet ongewijzigd laten. Er moet aan het roer worden gedraaid. We nemen dus maatregelen die ervoor moeten zorgen dat de explosie van dat begrotingstekort wordt gestopt. Dat is een oefening die niet in de ijle lucht gebeurt. Er zijn immers internationale verplichtingen bijgekomen inzake defensie – die hadden we eigenlijk al, maar we vervulden ze niet en zullen dat nu wel moeten doen – en binnenlandse veiligheid – wat we absoluut willen doen. Dit wordt dus, zoals ik zei in de dag en nacht waarin wij een 40-tal uur hebben gedebatteerd, geen wandeling door het park.

Ik zal het nu hebben over de kritiek van mevrouw Bertrand op de opbrengst van onze maatregelen. Ik heb gelezen - en een andere spreker heeft dat ook aangehaald - dat de heer Peersman wordt ingeroepen als gezagsargument. Hij zegt dat het opbrengstbedrag van de regering per extra gecreëerde job mogelijk een overschatting is. Ik heb in dit Parlement al bij herhaling gezegd dat wij inderdaad nauwgezet die terugverdieneffecten zullen moeten monitoren en eventuele overschattingen zullen moeten dichten. Ik wil er wel op wijzen dat de vorige regering uitging van nog meer opbrengsten per extra job dan deze regering. In die regering was een van de vraagstellers van vandaag zelf minister van Begroting. Ik begrijp dus dat er gezagsargumenten van professoren moeten worden ingeroepen omdat het u zelf aan gezag en geloofwaardigheid ontbreekt.

Ik lees die interviews van professor Peersman trouwens altijd met grote belangstelling, maar ik ben het niet altijd eens met de oplossingen die hij voorstelt, zeker niet als hij zegt dat we extra belastingen moeten heffen om de begrotingsput te dichten. Het overheidsbeslag in dit land, zoals ook aangehaald door de heer Ronse, staat immers reeds op recordhoogte. Ik weet dat het overheidsbeslag onder de vorige regering nog aanzienlijk is gestegen, maar het is niet mijn ambitie om op die weg verder te gaan. Integendeel, het is de ambitie van Arizona om het overheidsbeslag globaal te doen dalen.

Ik kom nu bij de opmerkingen over onze kredietwaardigheid en het rapport van Standard & Poor's. Ik vind dat eigenlijk heel interessant, zeker als men het volledig leest. Ik citeer: "Het akkoord over de begroting van 2025 brengt politieke duidelijkheid en signaleert meer budgettaire voorzichtigheid". Dat is dus toch goed nieuws? De maatregelen die we nemen, worden door de ratingbureaus namelijk positief geëvalueerd. Het is al heel lang geleden dat we dat nog eens hebben gelezen. Onder de vorige regering hebben we dat immers nooit gelezen. Er komt wel nog een belangrijke waarschuwing bij: "De uitvoering van de begroting wordt geconfronteerd met obstakels, waaronder sociaal protest tegen de verlaging van de uitgaven. Daarom is het mogelijk dat de sanering trager verloopt dan gepland". Met andere woorden, de belangrijkste bedenking van dat ratingbureau richt zich niet op de maatregelen van de regering, de belangrijkste vrees is dat de maatregelen niet snel genoeg zullen kunnen worden uitgerold vanwege protest. Ik hoop dus dat degenen die protesteren goed hebben geluisterd naar de oppositie, die gezegd heeft dat het eigenlijk allemaal niets voorstelt.

Dan moet men er ook niet tegen protesteren. Ofwel is het een sociale catastrofe, ofwel stelt het niets voor. Van twee zaken één. Ik moet de internationale markten geruststellen en tracht dat bij dezen ook te doen. We zijn vastberaden om koers te houden. De regering moet de maatregelen uit het regeerakkoord resoluut uitvoeren. We moeten doen wat nodig is om het tij te keren, het saldo te stabiliseren en vooral de begroting op lange termijn structureel gezond te maken. Ik heb het al vaak gezegd en ik zeg het nog eens: er is geen alternatief. Sociaal protest zullen we altijd met empathie benaderen, maar het mag ons niet ervan weerhouden te doen wat nodig is om de welvaart van onze burgers veilig te stellen.

Alexia Bertrand:

Mijnheer de premier, de begroting ging dé prioriteit van deze regering zijn. Vandaag hoor ik echter dat sanering veel trager zal gaan. U verwijst naar Standard & Poor's, die een negatief vooruitzicht hebben gegeven, terwijl ze uw begroting voor 2025 nog niet eens hadden gezien. Dat wisten ze zelfs niet! Een extra tekort van 8,5 miljard euro!

Wat zien we in die begroting voor 2025, mijnheer Ronse? De lasten op arbeid stijgen in uw begroting voor 2025. Dat is normaal, want de lasten zulen pas tegen het einde van de legislatuur dalen, als ze al ooit dalen. Dat vind ik fenomenaal, mijnheer Ronse! Een extra put van 8,5 miljard op twaalf weken tijd. Uw meerwaardebelasting trekt blijkbaar zelfs op niks en daar willen we ook niks van. Die lijkt nergens op. Volgens de Inspectie van Financiën zult u de extra opbrengsten zelfs niet halen. Dat is fenomenaal!

Axel Ronse:

Mevrouw Bertrand, ik ben een grote fan van u aan het worden. U hebt hier net geschiedenis geschreven, want ik heb nog nooit iemand in het halfrond zichzelf zo hard horen bekritiseren als u uzelf net doet. U hebt het hier over uw eigen begroting, want als we niets doen en het plan-Bertrand-Van Quickenborne blijven volgen, gaan we recht naar de bodem van de zee.

Wij zullen in de eerste plaats uw wereldrecord stopzetten. Wie werkt, moet netto meer verdienen. De overheid moet daar minder van vreten.

Ten tweede, te veel mensen die vandaag kunnen werken, zijn niet aan het werk. We zullen hen allemaal aan het werk krijgen door de werkloosheidsuitkering te beperken in de tijd en door de gelijkgestelde periodes voor pensioenen te hervormen.

Mevrouw Bertrand, hier is een hervormingstrein opgestart, die u nog nooit gezien zult hebben en die met een zeer grote snelheid door het Parlement zal razen. U kunt alleszins op ons rekenen: werken zal lonend worden.

François De Smet:

Monsieur le premier ministre, je vous remercie pour votre réponse.

Moi, je crois que les temps sont durs. Et les citoyens le savent. Ils ne sont pas inconscients. Ils ne sont pas idiots. Ils pourraient être sensibles à des accents plus churchilliens que vous pourriez essayer de donner, puisque, en plus, vous êtes historien. Ils peuvent entendre que les temps vont être durs et qu'il faut se mobiliser. Mais ce n'est pas le choix que vous faites.

Des milliers de gens sont inquiets pour leur travail, pour leur pension, à cause des réformes que vous faites. Je ne suis pas à 100 % convaincu que venir leur expliquer, comme vous venez de le faire, que ce serait gentil de ne pas protester dans les rues, parce que Standard & Poor's préférerait que ce ne soit pas le cas, soit la meilleure manière d'inviter nos concitoyens à consentir les efforts nécessaires. Il va falloir, à mon avis, trouver une autre manière d'obtenir l'assentiment de la population, si vous voulez éviter un bain de sang social.

Wouter Vermeersch:

Mijnheer de eerste minister, we staan aan de vooravond van 1 mei. Terwijl de vakbonden elk draagvlak bij de bevolking verliezen door de zoveelste staking, willen wij van Vlaams Belang het hebben over de hardwerkende Vlamingen. Die Vlamingen betalen al de hoogste belastingen, werken meer uren dan de gemiddelde Europeaan en behalen vandaag al een werkzaamheidsgraad van 80 %, ruim voldoende om onze pensioenen te betalen zonder extra belastingen of langer werken.

En toch maant de regering de Vlamingen aan om nog langer te werken voor minder pensioen en dat om de putten van Wallonië en Brussel te vullen. Dat is niet hervormen, dat is straffen. Vroeger kon de N-VA de schuld steken op Verhofstadt, Di Rupo, of De Croo. Vandaag komt het van Bart De Wever zelf, de man die sanering beloofde. Maar die sanering betekent nu het bijkomend belasten en uitmelken van de Vlamingen. Dat is geen beleid, dat is verraad aan de Vlamingen.

Voorzitter:

Mijnheer Van Quickenborne, daarnet werd uw naam genoemd. Maar ik heb geen persoonlijk feit vastgesteld, want het gebeurde naar aanleiding van de vraag van uw fractievoorzitster, die zowel een vraag heeft kunnen stellen als een repliek heeft kunnen geven. ( Protest van de heer Van Quickenborne ) Het aantal keren dat ik collega Bouchez geen recht van antwoord, geen persoonlijk feit, heb toegekend, ligt hoger dan in uw geval.

klimaat, energie en landbouw

Het gesprek met president Macron over de kerncentrales

Gesteld door

CD&V Phaedra Van Keymolen

Aan

Bart De Wever (Eerste minister)

Bekijk antwoord

Phaedra Van Keymolen:

Mijnheer de premier, gisteren liet u via Facebook weten dat u even heen en weer naar Parijs bent geweest, want er viel heel wat te bespreken. Waarover het precies ging, vernamen we nadien in De Tijd .

Collega’s, binnenkort stemmen we hier in dit halfrond over de herziening van de kernuitstap. Dat is een belangrijk dossier om onze energiebevoorrading veilig te stellen en om de energiefactuur voor onze gezinnen en onze bedrijven betaalbaar te houden. Mijn partij heeft hier altijd mee voor geijverd, maar dat weet u. De vraag blijft wie er in de toekomst zal instaan voor de uitbating van onze kerncentrales.

Stoort het, mijnheer Van Quickenborne, als ik even doorga?

(Applaus)

Mijnheer de premier, u trekt met deze regering volop de nucleaire kaart. U spreekt zelfs van een nucleair reveil. We begrijpen dat u hiervoor ook overleg pleegt met onze buurlanden en uiteraard met president Macron. Dat is logisch, want energie stopt niet aan onze landsgrenzen. We konden lezen dat het Franse staatsbedrijf EDF straks een rol zou kunnen spelen bij de uitbating van onze kerncentrales. Tegelijk weten we dat EDF zelf met grote uitdagingen kampt bij hun eigen nucleaire projecten, zoals trage vooruitgang en oplopende kosten.

Premier, wordt dat nucleair reveil er straks eentje met een stevig Frans tintje? Ik herinner me nog goed hoe uw partij destijds tijdens de debatten over de nucleaire rente luid en duidelijk stelde dat er al genoeg Belgische euro’s naar Parijs vloeiden. Hebt u nu het geweer van schouder veranderd?

U postte terecht een leuke foto op Facebook. Maar mogen we in dit halfrond ook vernemen wat er precies besproken is over onze kernenergie tijdens uw overleg met president Macron?

Bart De Wever:

Mevrouw Van Keymolen, ik zal deze keer niet schetsen in welke toestand de vorige regering ons energielandschap heeft achtergelaten, hoe ze met kernenergie is omgesprongen en welke keuzes er nu nog mogelijk zijn. Ik zal vriendelijk zijn en het daar niet over hebben.

Ik heb het daar gisteren wel over gehad met de Franse president. Dat leek mij ook onvermijdelijk, gezien de context die ik zonet schetste. Dat was echter maar een van de thema's die op de agenda stonden, naast de geopolitieke context, Oekraïne, het Midden-Oosten, importheffingen, EU-competitiviteit en een aantal belangrijke bilaterale dossiers, waarvan het CaMo-project van Defensie niet het minste was.

Het ging dus ook over energie, waar ik vooral de ambities van ons regeerakkoord heb toegelicht en gezegd dat er een nieuwe regering is die de bladzijde heeft omgeslagen en aansluit bij de ambitie van een nucleaire renaissance. Ik heb hem meegedeeld dat de wet op de kernuitstap in tweede lezing in de commissie werd goedgekeurd en binnenkort naar de plenaire vergadering zal komen. Macron was daar heel blij mee en vindt dat de juiste keuze. Een mix van hernieuwbare energie en kernenergie is volgens hem de weg die we moeten bewandelen en dat is ook de weg die deze regering wil bewandelen.

Wij hebben al beslist om een maximale verlenging van de bestaande capaciteit te proberen realiseren op langere termijn en eventueel ook nieuwe capaciteit dankzij de SMR30-technologie. Er zijn veel samenwerkingen en synergiën mogelijk. Ik denk dat het voorbarig is te zeggen hoe, met wie, wat en waar. Het zou commercieel onvoorzichtig zijn om daarop in te gaan, dus dat zal ik niet doen.

Dat wij op het vlak van strategie heel sterk aansluiten bij de Franse strategie is een evidentie. Dat synergie en samenwerking daar mogelijk zijn, is een evidentie. Dat hoeft voor ons geen verliesverhaal te worden. We kunnen dat omturnen naar een win-winverhaal, net zoals we dat voor Defensie dringend moeten proberen doen.

Het was een open en heel constructief gesprek. De minister van Energie is heel gemotiveerd om daarop door te gaan en wij zullen op tijd en stond rapporteren aan dit Parlement.

Phaedra Van Keymolen:

Mijnheer de eerste minister, ik dank u voor uw antwoorden. Een stabiele en zekere energiebevoorrading is cruciaal voor ons land. We hebben de voorbije dagen in de landen in onze buurt kunnen zien welke ontwrichtende effecten een black-out kan hebben. Vergeet ook niet dat ons land beschikt over een sterke nucleaire kennis en een brede technologische basis. Wij hebben Belgische bedrijven en instellingen die vandaag ook al een sleutelrol spelen. Het is dan ook belangrijk dat wij bij toekomstige beslissingen over onze energiestrategie ook in overleg treden met onze eigen partners, zodat ook zij de vruchten kunnen plukken van de nucleaire reveil die u zo hevig bepleit.

economie en werk

De arbeidsomstandigheden van poetshulpen
De arbeidsvoorwaarden in de dienstenchequesector

Gesteld door

Vooruit Anja Vanrobaeys
PS Sophie Thémont

Aan

David Clarinval (Minister van Werk, Economie en Landbouw)

Bekijk antwoord

Anja Vanrobaeys:

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, beeldt u zich eens in dat u poetshulp bent en zwanger bent van uw eerste kindje. U moet elke dag poetsen met gevaarlijke chemische kuisproducten, op verhoogjes klimmen, op trappen werken, kortom, zwaar werk doen. Dat is niet alleen gevaarlijk voor uzelf, maar ook voor uw kindje.

Dat zou niet mogen, maar het is wel de realiteit. Dat blijkt nog eens zwart op wit uit het jongste inspectierapport van de inspectie van het Toezicht op het Welzijn op het Werk over de dienstenchequesector. Het is nu al de derde inspectiecampagne op rij, maar er is geen enkele verbetering. Integendeel, er is achteruitgang, met alle gevolgen van dien. Een op de tien poetshulpen valt meer dan een jaar uit.

Wat is dan de reactie van de dienstenchequesector? Die staat erbij, kijkt ernaar en ontkent het zelfs. Terwijl de subsidies wel worden opgetrokken en er geld aan de aandeelhouders wordt uitgedeeld, verandert er niks aan de arbeidsomstandigheden van poetshulpen. Niks, nada, nougatbollen!

Laat het duidelijk zijn: het geld is er. In een Vlaams auditrapport staat dat er 33 miljoen euro winst is geboekt in 2023, waarvan er meer dan 25 miljoen euro werd uitgekeerd aan aandeelhouders.

Mijnheer de minister, voor Vooruit is dat onaanvaardbaar, want poetshulpen zijn van onschatbare waarde voor onze gezinnen, onze ouderen en onze bedrijven en toch wordt er elke dag gespeeld met hun gezondheid en hun veiligheid. Voor ons is de maat vol.

Mijnheer de minister, ik heb eigenlijk maar één vraag voor u. Hoe zult u de gezondheid en de veiligheid van onze poetshulpen beschermen?

Sophie Thémont:

Monsieur le ministre, je vais vous parler de Jessica, travailleuse de titres-services, 46 ans. Elle travaille à temps partiel. Elle aurait aimé travailler à temps plein. Malheureusement, on ne lui a pas donné la chance de pouvoir le faire. Elle ne gagne pas un salaire de folie. Elle gagne plutôt un très petit salaire. Elle est seule avec deux enfants et il lui est difficile de boucler les fins de mois.

Elle commence aussi à avoir mal aux poignets, aux articulations. Vous savez, ces petites maladies assez courantes chez les aides ménagères. Et parfois, elle se dit: "Je vais pouvoir y penser. Je vais pouvoir prendre ma pension."

Mais avec vos mesures, monsieur le ministre, elle ne peut plus y penser. Elle devra travailler plus longtemps; et si elle n'y arrive pas, elle subira votre malus.

C'est une travailleuse qui n'est pas très riche. Appelons un chat un chat, c’est ce qu'on appelle les travailleurs pauvres. Aujourd'hui, elle ne voit pas l'avenir s'éclairer. Au contraire, elle a peur. Peur de perdre son emploi, peur de voir sa pension diminuer et peur d'être malade.

Si elle perd son job après 55 ans, elle n'aura pas droit non plus à une exception à la limitation du chômage. Elle n'aura pas assez d'années de carrière avec son temps partiel, comme d'ailleurs les travailleuses de chez Cora qui ont 39 années de carrière à quatre cinquièmes. Elle pourrait se retrouver au CPAS à 60 ans. Franchement, elle est vraiment super sexy, cette récompense pour le travail.

Ce n'est pas tout! Ces travailleuses à temps partiel, leurs salaires sont tellement bas qu'elles ont parfois un petit complément de chômage. Vont-elles aussi perdre ce petit complément indispensable pour survivre, monsieur le ministre? Oui ou non, les compléments de chômage vont-ils être concernés par la limitation dans le temps? Dites-nous clairement jusqu'où vous allez brutaliser les femmes avec vos mesures!

David Clarinval:

Mijnheer de voorzitter, collega's, de sector van de dienstencheques is een zeer belangrijk sector voor de economie van ons land. De werkneemsters en werknemers ervan dragen dagelijks bij aan de verbetering van de levenskwaliteit van veel gezinnen.

Zij zijn echter actief in een sector die gekenmerkt kan worden door soms moeilijke arbeidsomstandigheden. Bovendien maakt het feit dat het werk thuis bij de gebruiker wordt uitgevoerd, toezicht of controle door de werkgever of de Arbeidsinspectie moeilijker.

Ik heb kennisgenomen van de inspectiecampagne 2024 van de Arbeidsinspectie. Mevrouw Vanrobaeys, ik had al de gelegenheid om u de voorlopige resultaten van dat onderzoek te bezorgen in antwoord op de vraag die u in de commissievergadering van 8 april jongsleden stelde.

Il est en effet interpellant de constater que les trois infractions les plus fréquemment relevées demeurent inchangées par rapport aux campagnes lancées par mon prédécesseur.

En ce qui me concerne, je compte bien y donner suite et je soumettrai prochainement un rapport pour avis au Conseil Supérieur pour la Prévention et la Protection au Travail ainsi qu'à la sous-commission paritaire des entreprises agréées qui fournissent des travaux ou des services de proximité.

Sur base de la réaction de ces instances, je travaillerai avec l'administration sur des propositions concrètes au niveau de la réglementation, de la sensibilisation et du contrôle afin d'améliorer le bien-être des travailleuses et des travailleurs du secteur des titres-services. Il est important que l'on apporte des réponses concrètes aux constats qui ont été posés par ces trois études successives. Je compte donc bien y donner suite au travers de ces demandes.

Anja Vanrobaeys:

Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord, maar ik vind het toch onvoldoende. Een vervolgcampagne is uiteraard goed, maar het is voor mij niet genoeg. Het is immers de derde inspectiecampagne op rij en de arbeidsomstandigheden van de poetshulpen boeren nog steeds achteruit.

De tijd van wachten en waarschuwen is voorbij. Wij moeten die dienstenchequebedrijven wijzen op hun verantwoordelijkheid, met sancties. Poetshulpen rekenen immers op een sterke overheid om hen te ondersteunen en te beschermen. Vooruit zal steeds blijven strijden voor een eerlijk loon en een veilige en gezonde werkvloer voor de poetshulpen. Dat verdienen ze. Mijnheer de minister, ik reken erop dat u daarmee aan de slag gaat.

Sophie Thémont:

Je ne sais pas si je dois vous remercier pour votre réponse, monsieur le ministre, car vous n'avez absolument rien répondu aux questions que je vous ai posées. Je vais donc répondre à votre place! "Récompenser le travail", "valoriser le travail", vous n'avez que ces mots à la bouche. Comment osez-vous faire croire qu'en ce 1 er mai, les travailleurs seront à la fête avec le MR et l'Arizona? Les travailleurs de Lunch Garden, Cora et Audi doivent vraiment se sentir récompensés! Quelle belle récompense pour ces petits boulots pénibles! Les travailleurs des titres-services et de la grande distribution vont certainement aller faire la fête avec vous! Comment osez-vous afficher en permanence cet air triomphant devant cette caméra en parlant d'un accord historique? Certes, cet accord est historique, mais uniquement par sa brutalité et la récession sociale qu'il impose! C'est du jamais vu depuis 60 ans! Et vous êtes surpris que les gens descendent dans la rue! Monsieur le ministre, qui sème la misère récolte la colère!

economie en werk

De uitholling van de landingsbanen

Gesteld door

PVDA-PTB Kim De Witte

Aan

Jan Jambon (Minister van Financiën en Pensioenen)

Bekijk antwoord

Kim De Witte:

Mijnheer de minister, zeven werknemers op tien hebben geen recht meer op een landingsbaan in ons land. Dat is wat jullie in jullie regeerakkoord beslist hebben. Voor heel veel oudere werknemers is dat een ramp, mijnheer de minister. Gisteren kwamen weer duizenden mensen op straat tegen jullie afbraakbeleid.

Ik heb daar gesproken met 55-plussers uit de bouw. Zij zeggen: Kim, wij hebben die landingsbanen nodig om het werk werkbaar te maken. Wij werken vroege uren, wij doen zware arbeid, wij werken in de kou. Zo'n landingsbaan, een dag per week of twee halve dagen per week, kan het ritme breken.

Wat doen jullie? Weg ermee. Weg met de landingsbanen. Zeven mensen op tien hebben geen toegang meer. Bovendien pakt men van de mensen die wel toegang hebben een deel van de kleine compensatie af die ze krijgen en pakt men een stuk van hun pensioen.

Mijnheer de minister, waar is de logica? Men verplicht mensen om langer te werken, maar de enige concrete maatregel die dat doenbaar maakt voor werknemers met een zwaar beroep schaft men af. Dat is gewoon absurd. Ik snap de logica van dat beleid niet. U gaat zelfs verder dan het regeerakkoord. U zegt: we gaan de uitkeringen van de mensen tussen 55 en 60 jaar volledig schrappen. De beperkte compensatie die zij krijgen, wordt volledig geschrapt. Dat gaat zelfs verder dan het regeerakkoord.

Mijnheer de minister, gaat u dat doen? Gebeurt dat in overleg met uw coalitiepartners?

David Clarinval:

Dank u mijnheer De Witte. Madame Thémont, j'attire votre attention car je vais répondre à une de vos nombreuses questions dans cette réponse-ci. Ainsi, vous pourrez mieux orienter vos questions la prochaine fois.

We hebben kennisgenomen van deze situatie. De algemene toegangsvoorwaarde voor de onderbrekingsuitkering voor landingsbanen is nu vastgelegd op de leeftijd van 60 jaar, voor mensen met een beroepsverleden van 25 jaar. Er bestaan vandaag echter al uitzonderingen die het mogelijk maken deze uitkering te krijgen vanaf de leeftijd van 55 jaar, bijvoorbeeld in het geval van een zwaar beroep, nachtwerk of in het kader van een herstructureringsplan. Er bestaat bovendien ook al een specifieke uitzondering voor werknemers van 55 jaar en ouder die een beroepsverleden van 35 jaar kunnen aantonen.

In het algemeen bestaat ons doel erin de huidige loopbaanvoorwaarde om een landingsbaan te krijgen conform het regeerakkoord te verhogen. De huidige uitzonderingen zouden behouden kunnen blijven, voor zover ze voldoen aan het verhoogde aantal loopbaanjaren.

Het ontwerp van koninklijk besluit is voor advies voorgelegd aan de sociale partners en aan de Raad van State. We zullen de situatie opnieuw evalueren in het licht van deze adviezen. Ik zal bijzondere aandacht besteden aan dit punt, dat belangrijk is voor mij.

Kim De Witte:

Dank u wel voor uw antwoord, mijnheer de minister. Als ik u goed begrijp, is er dus geen overleg geweest met de coalitiepartners? U hebt niet geantwoord op die vraag. Ik lees wat Conner Rousseau van Vooruit zegt in De Tijd . Hij zegt daar: "Wij hebben de landingsbanen gered." Dit weekend in De Tijd : "Wij hebben de landingsbanen gered." Volgens wat er in uw koninklijk besluit staat, heeft hij echter niets gered. Mensen jonger dan 60 jaar krijgen bij een landingsbaan geen uitkering meer. Dat is wat in het koninklijk besluit staat, geen uitkering meer. Hij zegt nu dat het herbekeken zal worden. Hij gaat het herbekijken. Ten tweede, de kleine hoeveelheid mensen die nog in een landingsbaan kan stappen, zal pensioen verliezen. Ze zullen sowieso een deel van hun uitkering verliezen. Dat is wat u zegt. Een deel van de uitkering wordt geschrapt en ze zullen pensioen verliezen. Welnu, ik zeg u dat u vooral meer langdurig zieken gaat krijgen. Dat is geen besparing, dat is een ramp voor de oudere mensen in ons land.

gezondheid en welzijn

Logopedie
De studie van het KCE over logopedie

Gesteld door

Les Engagés Jean-François Gatelier
MR Julie Taton

Aan

Frank Vandenbroucke (Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid)

Bekijk antwoord

Jean-François Gatelier:

Monsieur le ministre, je ne vous apprends rien: s'exprimer et échanger avec les autres participe au développement de chacun, et il est de notre responsabilité d'offrir à nos enfants confrontés à des troubles de la parole et du langage un accompagnement adapté à leurs besoins.

Le Centre Fédéral d'Expertise des Soins de Santé (KCE) a émis son avis sur la logopédie chez les enfants avec un trouble du neurodéveloppement. Il recommande notamment au niveau fédéral de rembourser la logopédie monodisciplinaire dans les troubles du développement intellectuel (TDI) et dans les troubles du spectre autistique (TSA) moyennant certaines conditions, de constituer un groupe de travail pour l'harmonisation des critères diagnostiques, d'adapter l'arrêté royal du 17 juillet 2024 pour permettre la réalisation de l'évaluation multidisciplinaire d'enfants avec un quotient intellectuel (QI) égal ou inférieur à 70 et de veiller à ce qu'une offre de traitement individualisé et coordonné entre les différents secteurs impliqués soit proposée à l'enfant et ses parents et que les transitions entre les différents systèmes soient organisées de façon souple et, enfin, d'envisager la poursuite temporaire des dispositions actuelles de remboursement de la logopédie monodisciplinaire chez les enfants dont le QI est égal ou inférieur à 70 dans l'attente du renforcement de la capacité des équipes multidisciplinaires pour les groupes cibles atteints de TDI et de TSA.

Monsieur le ministre, avez-vous pris connaissance de cet avis? Pouvons-nous compter sur vous pour collaborer, à la fois avec nous parlementaires mais aussi avec les entités fédérées, afin de travailler à l'amélioration de l'accessibilité de la logopédie monodisciplinaire pour nos enfants qui ne peuvent bénéficier actuellement de son remboursement?

Julie Taton:

Bonjour tout le monde, bonjour monsieur le président, bonjour monsieur le ministre.

Vivre avec un enfant extraordinaire, c'est espérer que, chaque jour de sa vie, il progressera et emmagasinera un maximum de petites choses, qu'il pourra sortir de sa bulle et que ces petites choses lui permettront de pouvoir s'exprimer et d'être autonome. C'est pour son bien-être, bien sûr, parce que c'est le plus important, mais c'est aussi pour celui des parents, parce qu'une hantise les poursuit: quand on est parent d'un enfant extraordinaire, on a simplement envie de pouvoir se dire qu'il va pouvoir s'exprimer et se faire comprendre quand on ne sera plus là pour le protéger. C'est aussi à cela que sert la logopédie.

Cette question, vous l'aurez compris, me tient particulièrement à cœur. Je me suis engagée en politique pour défendre, entre autres, toutes ces personnes qui se retrouvent victimes de cette injustice. Quand on parle du remboursement de la logopédie, c'est vraiment et clairement une injustice. Pourquoi nous, les parents d'un enfant qui a un QI inférieur à 70– c'est mon cas avec mon petit Côme –, n'avons-nous pas droit au même suivi que celui dont bénéficient les autres enfants? Avez-vous mesuré deux secondes la violence de ces propos? Quand on donne un chiffre et un seuil, cela signifie qu'en-dessous de ce seuil, nos enfants sont tellement bêtes qu'ils n'ont pas le droit à être considérés et aidés comme les autres enfants. Voilà le message qui nous est renvoyé, à nous les parents.

Le rapport du KCE indique qu'à partir du 1 er juillet prochain, un Centre de Réadaptation Ambulatoire (CRA) devra confirmer l'opportunité. On parle de "l'opportunité du traitement" pour les enfants qui ont donc un QI inférieur ou égal à 70, alors que ce sont eux qui en ont le plus besoin.

J'ai eu de nombreux échanges avec les parents et avec l'Union Professionnelle des Logopèdes Francophones (UPLF), que je ne vais pas développer parce qu'il ne me reste que dix secondes, même si j'ai encore plein de choses à dire à propos du CRA. J'en viens donc directement à mes questions, monsieur le ministre. Quelle réaction cette étude vous inspire-t-elle? Comptez-vous entreprendre prochainement un dialogue interfédéral? Qu'allez-vous dire à toutes ces familles qui ont un enfant au QI inférieur à 70?

Frank Vandenbroucke:

Chère madame Taton, cher monsieur Gatelier, chaque enfant a droit aux meilleurs soins possibles, et en particulier les enfants qui ont des besoins spécifiques.

Et, à ces enfants-là, il faut en effet garantir un accès à des soins qui prennent pleinement en compte la complexité de leur situation. Évidemment, c'est l'analyse scientifique qui doit nous guider dans la recherche de solutions spécifiques à chaque situation, et c'est pourquoi nous avons demandé un avis au KCE. Ce dernier a publié un rapport hier qui contient des recommandations sur la forme optimale de la logopédie pour les enfants confrontés à des troubles du neurodéveloppement. L'étude du KCE conclut qu'une approche multidisciplinaire est clairement préférable pour des catégories spécifiques des enfants vivant avec un trouble du développement intellectuel ou avec un trouble du spectre de l'autisme.

L'approche multidisciplinaire signifie que l'enfant est accompagné par une équipe composée notamment de médecins, de psychologues et de kinésithérapeutes qui assurent un diagnostic précis et mettent en place un traitement adapté pour l'enfant. Le problème est que l'accès à des centres multidisciplinaires est très difficile aujourd'hui. Ils sont trop peu nombreux, répartis de manière inégale sur le territoire.

Et, même si cela relève de la compétence des entités fédérées, nous savons que celles-ci ne peuvent pallier cette situation en un jour. Des familles font face à des délais d'attente considérables, avec un quotidien extrêmement difficile. Je crois qu'il en va de notre responsabilité collective de trouver des solutions temporaires avec les entités fédérées.

C'est pourquoi, depuis le 1 er septembre 2024, le gouvernement fédéral a élargi le remboursement de la logopédie monodisciplinaire aux enfants avec un QI inférieur à 86. Cette mesure temporaire est prévue jusqu'au 1 er juillet 2025, mais, au vu de la situation actuelle compliquée pour les familles, le KCE nous demande de maintenir temporairement ce remboursement élargi, à condition que cela ne retarde pas l'organisation de l'offre multidisciplinaire qui est essentielle. Je vais donc étudier immédiatement les ajustements nécessaires pour mettre cette recommandation du KCE en place.

Même s'il y a, sur base de l'analyse scientifique, des raisons pour souligner que pour une catégorie d'enfants, il faut une approche multidisciplinaire, on ne peut pas abandonner les enfants qui ont besoin d'aide aujourd'hui.

Comme vous le demandez à juste titre, madame Taton, monsieur Gatelier, j'inscrirai donc aussi ce dossier à l'ordre du jour de la prochaine Conférence interministérielle Santé publique.

Jean-François Gatelier:

Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse.

Comme vous le savez, on parle de logopédie dans ce Parlement depuis un petit temps. Pour Les Engagés, l'accès aux soins de logopédie pour tous est une priorité. Mme Fonck l'avait déjà défendu avec énergie sous la précédente législature, et nous continuons à le faire. C'est ainsi que nous avons déposé un projet de loi prioritaire en commission de la Santé, et nous en discuterons avec les collègues.

L'échéance du 1 er juillet approche. Il serait de bon ton, pour tenir compte des recommandations du KCE, comme vous venez de le dire, de reporter cette échéance par arrêté royal, de prolonger d’une ou deux années, afin que nous puissions réfléchir aux solutions adéquates à trouver pour les situations spécifiques qui n'ont pas encore obtenu de réponse.

Par ailleurs, il faudra un certain temps pour, avec les entités fédérées, mettre en place et renforcer les autres formes d'accompagnement spécifique.

Je vous propose de travailler tous ensemble. J'espère que nous obtiendrons l’unanimité pour faire en sorte que tous les enfants qui souffrent de troubles (...)

Julie Taton:

Notre but, monsieur le ministre, ne l'oublions pas, c'est de penser à toutes ces familles qui ont des difficultés financières et qui ne peuvent pas offrir ces rendez-vous ô combien importants pour leurs enfants. Ce n'est pas un choix, ce n'est pas un caprice, ce n'est pas une envie, mais bien un besoin et même un véritable droit. N'oublions pas que ce critère de QI est totalement scandaleux et complètement discriminatoire. Quand j'échange avec les parents, ce qui est lourd, c'est que nous avons l'impression qu'on ne se rend pas compte de l'importance de ces rendez-vous. Nous comptons donc sur vous, monsieur le ministre, pour trouver une solution avec les entités fédérées afin que cela avance enfin, parce que, comme l'a dit M. Gatelier, cela fait plus de dix ans que ce dossier est sur la table. En 2015 déjà, David Clarinval avait fait une proposition de loi, reprise aussi par Caroline Taquin en 2019. Monsieur le ministre, nous avons vraiment besoin de vous. S'il vous plaît, supprimez ce QI pour que tous les enfants aient le droit d'être stimulés et traités de la même manière et qu'ils aient tous les mêmes chances!

economie en werk

Het advies van de inspecteur van Financiën over het voorontwerp rond de meerwaardebelasting
Het advies van de inspecteur van Financiën over het voorontwerp rond de meerwaardebelasting
Het werkdocument inzake de meerwaardebelasting

Gesteld door

Groen Dieter Vanbesien
PVDA-PTB Sofie Merckx
VB Lode Vereeck

Aan

Jan Jambon (Minister van Financiën en Pensioenen)

Bekijk antwoord

Dieter Vanbesien:

Mijnheer de minister, acht maanden heeft de formatie van de arizonaregering geduurd en van de eerste tot de laatste dag werd er gebikkeld over de meerwaardebelasting. Drie maanden is de regering ondertussen bezig en er is nog altijd geen stap voorwaarts geboekt. Waarom? Het gaat over de bijdrage van de sterkste schouders en enkele partijen in de regering willen de sterkste schouders sparen.

Als het gaat over besparingen op de pensioenen van de mensen, is alles heel duidelijk. Daarover is er geen discussie, de gewone mensen zullen hun bijdrage leveren. Als het gaat over de langdurig werklozen, is er eveneens geen discussie. Die mensen zullen worden aangepakt en ze zullen bij het OCMW belanden. Maar als het gaat over de sterkste schouders, dan is alles plots vaag. Er wordt gegoocheld met uitzonderingen en uithollingen, er wordt gegoocheld met de opbrengsten, en vooral, er wordt zodanig gegoocheld met de modaliteiten dat er uiteindelijk niets overblijft. Eerlijk gezegd is dat ook wat u eigenlijk wilt. U wilt die taks niet en u zit aan de knoppen.

Gisteren hebben we in de commissie voor Financiën gedebatteerd over de meerwaardebelasting, waarbij collega's u expliciet gevraagd hebben naar het advies van de Inspectie van Financiën. U hebt gezegd dat u het advies hebt ontvangen, maar dat u niet zou meedelen wat erin staat. Gênant is dan wel dat dat advies vandaag in de krant staat. Wat blijkt? Ten eerste, de opbrengst van 500 miljoen is een absurde gok, die op geen enkele manier onderbouwd is. Ten tweede, de uitholling gaat zo ver dat de wet vernietigd zal worden door het Grondwettelijk Hof.

De heer Bouchez heeft over die wet ooit gezegd: cela sera du brol . Het lijkt erop dat hij gelijk krijgt, want het is blijkbaar brol.

Mijnheer de minister, zult u het advies van de Inspectie van Financiën alsnog delen met het Parlement, ja of neen?

Sofie Merckx:

Monsieur le ministre, au fil des semaines, il est de plus en plus clair que la taxe sur les plus-values risque d'être un vrai coup dans l'eau.

Nous savons depuis le début que les super-riches ne vont pas y contribuer, cela a encore été répété ce week-end dans De Morgen par l'économiste Gert Peersman – qui n'est pas du PTB. Ce matin, nous avons tous lu dans le même journal un avis négatif de l'Inspection des finances sur la plus-value telle que vous l'avez conçue aujourd'hui. Et l'Inspection des finances dit, comme nous l'avons dit et répété au fil des semaines, qu'avec toutes les exceptions que vous avez prévues, cette taxe ne rapportera pas 500 millions d'euros d'ici 2029.

Ce qui est de plus en plus clair, c'est que ce gouvernement envoie la facture à la classe travailleuse. Et la classe travailleuse n'est pas d'accord. Hier, nous étions dans la rue et demain, nous y serons encore. Nous ne sommes pas d'accord de payer la facture. Nous refusons de travailler plus longtemps pour moins de pension.

Monsieur le ministre, depuis des semaines, nous vous posons la même question. Encore hier, on vous a posé la question en commission des Finances. Il est temps que vous nous donniez non seulement le rapport mais également que vous nous expliquiez vos calculs.

Comment parvenez-vous à 500 millions d'euros? À un moment donné, il faut répondre aux questions. Il faut qu'on puisse avoir le débat ici. Quelles seront les modalités et comment allez-vous les appliquer? Quel chemin allez-vous prendre maintenant? Avec un avis négatif de l'Inspection des finances, vous devez repasser chez le ministre du Budget qui, pour sa part, a déjà admis que cela ne rapporterait pas 500 millions d'euros. Bref, où sont les 500 millions?

Lode Vereeck:

Mijnheer de minister, als het van u afhangt, wordt wie aandelen langer dan tien jaar in zijn of haar bezit heeft, vrijgesteld van een meerwaardebelasting. Voor alle duidelijkheid, ik ben tegen de voorgestelde meerwaardetaks, maar als ze er toch komt, is dat alvast een excellent idee tegen het casinokapitalisme en voor de goede huisvader-belegger.

Vooruitvoorzitter Conner Rousseau houdt niet van goede huisvaders en dreigt de regering te laten vallen, als u met uw idee doorgaat. Vooruit wil daarover zelfs elke dag ambras maken, zoals we in een krant lezen. Ten eerste, blijft u achter uw voorstel staan of zult u het inslikken door de chantage van Vooruit?

Een gewone mens die aandelen verkoopt, is vrijgesteld tot 10.000 euro. Wie een groot deel van een bedrijf bezit, minstens 20 %, is vrijgesteld tot 1 miljoen euro. Voor de bepaling van de 20 % wilt u naar de hele familie kijken tot in de vierde graad, van ouders tot betovergrootouders, van kinderen tot achterachterkleinkinderen, broers, zussen, neven, achterneven. Veronderstel dat ik mijn aandelen in de plaatselijke worstenfabriek wil verkopen en ik geraak niet aan die 20 %. Ik begin dus wat rond te bellen. Ik zeg tegen mijn mama dat ik mijn aandelen wil verkopen en vraag haar of ze wil meedoen. In dat geval betalen wij immers geen belastingen. Ik vraag aan mijn grootvader of hij nog aandelen van de worstenfabriek heeft. Hij heeft er nog, dus dat is schitterend. Ik roep tegen tante Lou dat het Lode is. Ik roep, want ze hoort niet zo goed. (Gelach.) Ik vraag haar of haar nieuwe vriend aandelen heeft van de worstenfabriek. Ze antwoordt bevestigend, dus dat is schitterend. We beginnen er te komen. Ik vraag het ook aan een onbekende wiens grootvader de neef van mijn moeder is. U weet waar ik naartoe wil.

Ten tweede, zal dergelijk fiscaal stamboekonderzoek geen onwerkbare, buitensporige administratieve lasten veroorzaken voor de burgers en de fiscale ambtenaren?

Voorzitter:

Mijnheer Vereeck, ik dank u voor uw vraag en voor de ruime kennismaking met uw familie.

Jan Jambon:

Mijnheer de voorzitter, collega's, het is niet de eerste keer dat we het over het topic van de meerwaardebelasting hebben. Ik had ook de heer Van Quickenborne verwacht, maar wat niet is, kan nog komen. Ik kan u geruststellen. Het zal ook niet de laatste keer zijn dat we het over het thema zullen hebben.

Het advies van de Inspectie van Financiën steunt zich op een stevig onderbouwde studie van de FOD Financiën en ligt in lijn met wat de Hoge Raad van Financiën en het Planbureau eerder hebben berekend. Volgens het koninklijk besluit van 20 mei 2022 brengen de inspecteurs van Financiën hun niet-bindend advies uit, in volle onafhankelijkheid. Dat zou er nog aan mankeren.

We bekijken hoe we kunnen tegemoetkomen aan een aantal opmerkingen die de inspectie heeft geformuleerd. De opbrengst van de meerwaardebelasting is een raming met de best mogelijke inschattingen die men op dat moment heeft, net zoals elke andere post in een begroting. Daarom hebben wij steeds een voorzichtige inschatting gemaakt van de opbrengsten. We leven in geopolitiek zeer onzekere tijden en in een onzekere economische markt, in het bijzonder voor ondernemers die zich geconfronteerd zien met dreigende handelstarieven.

Laten we echter niet vergeten dat het hier gaat om werkdocumenten. De wettekst is nog niet af en wordt nu technisch besproken. Wie ooit deel uitmaakte van een regering, weet dat, als men met een ontwerp van wet naar de regering komt, er niet meteen vanaf dag één een akkoord is; er zijn nog discussiepunten. Er wordt meestal gebikkeld en gepraat om de wettekst zo goed mogelijk te maken. Het is niet meer dan normaal dat die tekst dus nog evolueert. De wettekst is in constructie. Dat heb ik gisteren in de commissie voor Financiën gezegd en dat heeft ook de eerste minister vorige week in plenaire vergadering onderstreept.

Ik heb gisteren in de commissie de vraag gekregen of het advies bestond. Ik heb daar bevestigend op geantwoord. Ik heb niet de vraag gekregen of ik het advies wil delen. Vandaag kan ik antwoorden dat ik het advies van de Inspectie van Financiën zonder enig probleem met de Kamer deel.

Wat het debat ten gronde betreft, voor elk debat is er een tijd en een plaats. Het is niet de bedoeling dat wij tijdens het opstellen van wetsontwerpen in debat gaan met het Parlement. Wij zullen daarvoor uitgebreid de tijd hebben, op het moment dat het wetsontwerp hier wordt ingediend. Dat zal niet zo lang meer duren. Dan zullen we het in al zijn details kunnen bespreken en u ervan overtuigen dat het een goede wettekst is en dat er een goede opbrengst tegenover zal staan.

Voorzitter:

We luisteren naar de drie vragenstellers om te vernemen in welke mate zij gerustgesteld zijn.

Dieter Vanbesien:

Beste vrienden van Vooruit, het spijt me maar ik kan niet anders dan me opnieuw tot u te richten. Wat doet u nog in de arizonaregering? U maakt er deel van uit om de koopkracht te beschermen en om de sterkste schouders te laten bijdragen. Maar wat zien we? De meerwaardetaks wordt uitgehold: 500 miljoen euro was al veel te weinig en het wordt nog veel minder. Wat met de DBI-aftrek? Uitgehold. Wat met de automatische indexering? Uitgehold. Wat met de pensioenen? Uitgehold.

Weet u wat minister Jambon gisteren in de commissie gezegd heeft? Hij heeft gezegd dat het een politieke keuze is om eerst voor de concurrentiekracht van de bedrijven te gaan en pas daarna voor de koopkracht. Dat is de hiërarchie voor de man die aan de knoppen zit.

Collega’s, misschien moet het Parlement vandaag bij hoogdringendheid beslissen om dit jaar 1 mei af te schaffen. We gaan rechtstreeks over van 30 april naar 2 mei. Het zou de socialisten vanavond en morgen een aantal gênante momenten kunnen besparen.

Sofie Merckx:

Monsieur le ministre, je vous remercie de dire que vous voulez partager le document de l'Inspection des finances avec le Parlement. Nous prendrons connaissance de ce document avec beaucoup d'intérêt. Mais comment arrivez-vous aux 500 millions? Nous n'avons toujours pas eu la réponse. Il va falloir encore attendre apparemment.

Mais une chose est claire, monsieur Jambon, vous ne voulez pas repasser chez M. Van Peteghem car il a déjà dit que la mouture actuelle ne rapporterait jamais 500 millions d'euros. C'est clair.

Si nous voulons vraiment arriver à un équilibre budgétaire, nous avons besoin de taxer réellement les super-riches. Nous avons besoin d'une vraie taxe des millionnaires. C'est l'une des revendications que demain, le 1 er mai, nous mettrons en avant. Nous nous battrons pour cela.

Lode Vereeck:

Mijnheer de minister, u en uw kabinet hebben een nieuwe rechtstak in het leven geroepen, namelijk die van de fiscale genealogie of belastingstamboekkunde. Collega's, voor alle duidelijkheid, het was een fictief voorbeeld. Ik heb geen aandelen, tante Lou bestaat niet en de worstenfabriek ook niet. Mijnheer de minister, ik en velen met mij zitten met volgende vraag: is dat nu gespeelde onkunde van uw kabinet of een bewuste sabotage van een taks, die u eigenlijk niet ziet zitten? De heer Theo Francken heeft de taks immers al onethisch genoemd. Uit het advies van de Inspectie van Financiën leren we niets dat we nog niet wisten. De opbrengsten zijn nattevingerwerk en de uitzonderingen zijn op niets gebaseerd. Bijgevolg zijn ze discriminerend en dus ongrondwettelijk. Er zal dus niets van in huis komen. Eat that, Oskar.

economie en werk

De stakingsacties van magistraten
De acties van de magistratuur
De actie van de magistraten
De gevolgen van de maatregelen van Arizona voor de magistratuur, de rechtsstaat en de veiligheid
Het protest van de parketmagistraten
De resultaten van het overleg met de magistraten en de open brief van de jonge magistraten

Gesteld door

Open Vld Paul Van Tigchelt
CD&V Leentje Grillaert
Les Engagés Ismaël Nuino
PS Khalil Aouasti
N-VA Kristien Van Vaerenbergh
VB Marijke Dillen

Aan

Bart De Wever (Eerste minister), Annelies Verlinden (Minister van Justitie)

Bekijk antwoord

Paul Van Tigchelt:

Mijnheer de minister, een rechter die beklaagden naar huis stuurt, is dat een normale rechtsgang of is dat rechtsweigering? Waar is het controlerecht van de wetgevende macht wanneer het openbaar ministerie weigert te antwoorden op parlementaire vragen? Hoe rijmen we een procureur die in financiële zaken enkel nog corruptie wil onderzoeken met artikel 151 van de Grondwet?

De acties van de magistratuur roepen vele vragen op. Ik ben zelf meer dan 20 jaar magistraat geweest en heb zoiets nooit meegemaakt. Magistraten zetten hun rechterlijke macht in om de uitvoerende macht aan te vallen. Maar ook omgekeerd – en ook dat hebben we nooit meegemaakt – zetten politici rechters weg als wereldvreemd, maken ze uitspraken belachelijk, beschimpen ze en hebben ze het over 'werkstrafjes'. Ik denk niet, collega's, dat Montesquieu dat voor ogen had met zijn trias politica.

En de regering zwijgt. Ik hoor de minister van Justitie niet, ik hoor de premier niet en ik hoor u niet. Spreken is zilver, zwijgen is goud. Af en toe hoor ik iemand natuurlijk wel roepen dat het allemaal de schuld is van de vorige regering, maar u weet dat dat niet klopt. De herfinanciering van Justitie is begonnen en we hebben daar resultaten geboekt. Ik vrees echter dat er de voorbije maanden veel is misgelopen in het overleg en dat de magistraten niet worden gehoord. Ze werden niet gehoord door de onderhandelaars tijdens die zeven maanden onderhandelingen en ze worden blijkbaar ook nu nog niet gehoord. Als ik het namelijk moet geloven, kan er nog steeds geen volledig correcte berekening van de pensioenplannen worden voorgelegd.

Ik heb dus een simpele vraag. Wat zal deze regering doen om het vertrouwen met de rechterlijke macht te herstellen? Dat is immers broodnodig in een rechtsstaat.

Leentje Grillaert:

Collega's, 11.000 plaatsen voor 13.000 veroordeelden. Zelfs mijn jongste dochter van acht jaar weet dat die rekensom niet klopt. De gevolgen zijn ernstig.

Vanuit cd&v staan we pal achter het principe dat er voor straffeloosheid in onze maatschappij geen plaats is. De gevolgen zijn nefast, niet alleen voor het vertrouwen in Justitie, maar ook voor de veiligheid in de samenleving. Mevrouw de minister, u hebt extra middelen gevraagd en ook gekregen voor dit jaar om een aantal extra werven aan te pakken.

Cd&v wil de straffeloosheid aanpakken op een verstandige manier om werk te maken van de werven die u vooropstelt, mevrouw de minister. Die inspanningen verdienen steun, geen sabotage. Het is echt spijtig dat het gevangeniswezen nog meer onder druk wordt gezet door acties die ervoor kunnen zorgen dat het systeem ontspoort, want ook dat kost de samenleving veel. Het gaat niet noodzakelijk over euro's, maar wel over vertrouwen, veiligheid en stabiliteit.

Begrijp me ook niet verkeerd, collega's. Ik hoor andere collega's van alles vertellen. Ik denk dat hun kortetermijngeheugen en hun langetermijngeheugen hun in de steek laten. We moeten de zorgen van de magistratuur niet zomaar wegwuiven. Hun werkomstandigheden zijn vaak schrijnend, met onderbezetting, bedreigingen en gerechtsgebouwen die onvoldoende beveiligd zijn. Magistraten staan voortdurend onder druk door de grote werklast en de complexiteit van procedures en onderzoeken. Ook zij hebben recht op duidelijkheid over hun pensioenen.

Het doel moet echter zijn samen te bouwen aan een Justitie die werkt, beschermt en vertrouwen geeft. Er is maar een weg daarnaartoe en dat is via dialoog, collega's, tussen de politiek en de magistratuur. Daar moeten we aan werken. Mevrouw de minister, ik weet dat u een hardwerkende minister bent (…)

Ismaël Nuino:

Madame la ministre, monsieur le vice-premier, depuis plusieurs jours, un mouvement sans précédent traverse le monde judiciaire. Des grèves ont été annoncées dans plusieurs parquets.

Ce que les magistrats expriment aujourd'hui, c'est un appel au secours. Nous devons être capable de l'entendre. Défendre la magistrature, ce n'est pas défendre des intérêts particuliers mais bien défendre un pouvoir de notre État de droit. Ce sont les juges, les magistrats, les greffiers et tous les autres qui y travaillent et qui empêchent que nos conflits ne dégénèrent en violence. Ils garantissent aussi, dans une société de plus en plus traversée par des tensions, que le droit continue de faire autorité.

Mais il faut le dire clairement aussi, cette mobilisation n'est pas née des dernières annonces. Elle est nourrie par des conditions de travail qui sont intenables depuis des années, des juridictions à bout de souffle, un manque criant de personnel administratif, un arriéré judiciaire qui ne cesse de s'aggraver et des difficultés à attirer de nouveaux talents.

Madame la ministre, la situation dont vous héritez est complexe. J'ai entendu dire que les magistrats attendaient de la concertation. Ce n'est pas cela qu'ils attendent! Depuis des années, ils attendent des actes! Des actes, l'Arizona en amène avec l'accord de gouvernement, avec les accords de Pâques et les millions qui ont été débloqués. Voilà les actes qui vont arriver. Aujourd'hui, les magistrats attendent ces actes. Nous sommes au gouvernement, et c'est précisément ce que nous sommes en train de réaliser. Les accords conclus aujourd'hui sont les plus importants en termes de réinvestissement dans la Justice.

Ils attendent concrètement, ils attendent des actes et c'est ce que nous allons apporter. Vous avez obtenu des moyens supplémentaires, nous vous avons soutenus pour les obtenir.

Concrètement, comment allez-vous utiliser ces moyens supplémentaires? À quelle vitesse? Comment pouvez-vous rassurer ces juridictions et ces parquets, au-delà des seules prisons, pour qu'ils puissent enfin respirer et fonctionner dignement?

La tâche est immense, mais vous pouvez compter sur nous car pour Les Engagés et pour l'Arizona, la Justice est une priorité.

Khalil Aouasti:

Madame la ministre de la Justice, je suis désolé. Le constat est là, la Justice est dans un état déplorable.

Depuis cinq législatures, le département de la Justice est géré par la droite. Avec quel bilan? Magistrats débordés, des justiciables excédés par une attente de plusieurs années avant de voir leur dossier traité, des cadres non remplis, des détenus entassés, des agents pénitentiaires agressés, et aujourd'hui une atteinte inédite à l'attractivité de la profession de magistrat pour laquelle vous peinez déjà à recruter.

L'Arizona s'est faite sur la promesse d'un travail mieux payé et mieux valorisé pour toutes et tous. En lieu et place, pour les magistrats, c'est une réduction de près de 30 % de leur pension qui leur est annoncée. Contrairement à ce qu'on essaie de nous faire croire et à ce qu'a dit le premier ministre, ce n'est pas une question de grosses pensions. Quelle insulte pour la magistrature!

Après des critiques à peine voilées contre le gouvernement des juges, après des tentations exprimées de limiter les fonctions de magistrat à des mandats de cinq ans, en s'attaquant aujourd'hui aux pensions des magistrats, c'est le fonctionnement, l'indépendance de la justice, de ce troisième pouvoir constitutionnel que vous attaquez. Et à travers lui, c'est l'État de droit que vous attaquez.

Aujourd'hui, il y a des lettres ouvertes d'associations représentatives, des cartes blanches signées par 800 magistrats, des sorties dans la presse de chefs de corps, des remises de dossiers à plus d'un an. Et on dit quoi? "Ils n'ont rien compris." "Il y a de l'argent, mais ils n'ont rien compris."

Madame la ministre, la justice n'est pas une institution désincarnée. Pour reprendre les termes de votre propre majorité, les magistrats ne sont pas des fonctionnaires.

Pour que la justice soit efficace, pour qu'elle serve nos justiciables, elle doit être composée d'hommes et de femmes qui sont engagés et motivés dans leurs fonctions. Or cette décision suscitera une vague de départs et la mise en difficulté de la magistrature.

Ma question à tous les deux: quel investissement garantissez-vous dans les droits acquis, dans le service aux justiciables et dans le troisième pouvoir qu'est l'institution judiciaire?

Kristien Van Vaerenbergh:

Mevrouw de minister, mijnheer de minister, justitie bevindt zich in bijzonder zwaar weer op dit ogenblik. De problemen die worden aangekaart, zijn niet nieuw en spelen al verschillende legislaturen. Onze fractie heeft die in de voorbije legislaturen ook aangekaart. Er is de overbevolking van de gevangenissen, de digitalisering die nog altijd niet het gewenste resultaat oplevert, maar ook het verouderde patrimonium en de jarenlange structurele onderfinanciering. Al deze jarenlange frustraties komen nu samen tot een kookpunt door de aangekondigde hervorming van de pensioenen van de magistraten.

Die plannen leiden tot ongeziene acties bij de magistratuur. Het begon vorige week met de actie van het Openbaar Ministerie, waarbij duizenden gevangenen opnieuw naar de gevangenis worden gestuurd, ondanks de overbevolking. Gisteren hoorden we een politierechter in Gent die zaken een jaar uitstelt. Ook bij het federaal parket in Brussel worden er acties aangekondigd.

Mevrouw de minister, we hebben uiteraard veel respect voor de magistratuur. Heel veel magistraten doen dag in, dag uit hun best om voor justitie te werken, ondanks de moeilijke omstandigheden. Het is echter wel zo dat zij een bijzondere functie hebben. Zij vormen een van de drie machten van ons land. Zij hebben het voorrecht om samen met de andere machten de rechtsstaat vorm te geven. Ik denk dat zij zich met de acties die de laatste weken zijn ondernomen op bijzonder glad ijs begeven.

Mevrouw de minister, op welke manier zult u de situatie ontmijnen? Hoe lopen de gesprekken? Die zijn er de afgelopen dagen immers wel degelijk geweest.

Marijke Dillen:

Mevrouw de minister, mijnheer de minister, de magistraten kunnen en willen - en terecht, mevrouw de minister - de slechte financiële en materiële toestand waarin ze moeten werken niet langer aanvaarden. Heel wat jonge magistraten twijfelen nu zelfs aan hun beroepskeuze, ten gevolge van de aangekondigde hervorming. In hun open brief zijn ze duidelijk: "Hoe lang laten we justitie nog verder afbrokkelen voor we reageren en haar de middelen geven om sterk en doeltreffend te zijn?"

Ze hebben voor het beroep van magistraat gekozen uit overtuiging, gedreven door het maatschappelijk belang. Ze willen niet liever dan hun functie met waardigheid en onafhankelijkheid uitoefenen. Dat is vandaag echter onmogelijk geworden. De aangeklaagde wantoestanden bij justitie zijn niet meer te overzien. De digitalisering is niet of nauwelijks ingezet, zo getuigt het rapport van het Rekenhof. In sommige arrondissementen is het een luxe om over een telefoonlijn of een printer te beschikken. Ze moeten werken in beschimmelde kleine bureaus. Middelen om de gebouwen te renoveren of informaticamaterieel aan te kopen zijn er niet. Er is geen budget voor een koffiemachine, nietjesmachine of zelfs toiletpapier.

Daarenboven worden de werkweken steeds langer door de chronische onderbezetting. Er is een personeelstekort van 40 % bij de magistraten om alles binnen een redelijke termijn af te handelen. De werkdruk wordt dan ook onaanvaardbaar.

Hoe lang moeten de magistraten dit nog aanvaarden? Wanneer zal er eindelijk voldoende budget worden vrijgemaakt om dit alles aan te pakken en eindelijk – ook ten aanzien van collega Van Tigchelt - orde op zaken te stellen bij justitie?

Jan Jambon:

Geachte Kamerleden, ik had meer vragen over de pensioenen van de magistraten verwacht. Daarom zal ik mijn antwoord limiteren en de vloer volledig aan mijn goede collega Verlinden laten.

Ik moet wel zeggen dat ik ten zeerste de individuele en collectieve acties van de magistratuur betreur, aangezien we gisteren nog samengezeten hebben voor overleg. Ook vorige week vond reeds overleg plaats en begin mei staat nog overleg gepland. Gisteren hebben we samen de cijfers doorgenomen. We bevinden ons dus volop in overleg. Ik heb een ander begrip van overleg en actievoeren. Als overleg tot niets leidt, kan men actievoeren, maar actievoeren terwijl het overleg nog volop loopt, vind ik raar.

Er is een pensioenhervorming op til en ik vind dat iedereen in die pensioenhervorming moet participeren, iedereen naar eigen kunnen. Niemand staat boven de wet. Dat geldt voor zelfstandigen, voor werknemers, voor ambtenaren, voor ons als politici maar ook voor de magistraten.

Vaak hebben we horen spreken over de indexsprong.

Nous avons entendu beaucoup de choses sur le saut d'index. Examinons les chiffres. Cela ne concerne que les pensions les plus élevées, soit au-dessus de 5 250 euros. Pour la moitié des juges, la pension s'élève à 7 400 euros. Prenons la somme de 7 000 euros, si nous y appliquons un index de 2 %, cela fait 140 euros. Nous allons réduire ces 140 euros pour arriver à 36 euros. Au lieu d'une augmentation de 140 euros, ils percevront une augmentation de 36 euros. Et ça serait une grande attaque vis-à-vis de leur pension! Je ne suis pas d'accord.

In een grote pensioenhervorming moet iedereen een bijdrage leveren, dus ook de magistratuur. Ik hoop echt dat de onrust en het ongenoegen bij deze hooggeplaatste dienaren van de democratie, die beladen zijn met een grote verantwoordelijkheid, in proportie blijven met de beperkte inspanningen die van hen gevraagd worden.

Annelies Verlinden:

Goeiemiddag, collega’s. Collega Van Tigchelt, ik had vanmiddag van veel mensen vragen verwacht, maar niet van u. De nodige dosis lef kan men u alvast niet ontzeggen.

Ce que je retiens de mes nombreux contacts avec la magistrature, c'est que ces actions traduisent aussi et surtout un mécontentement de longue date concernant le financement de la Justice de manière générale.

De rechtsstaat is ons allemaal dierbaar, of zou dat in elk geval moeten zijn. Het is echter heel duidelijk dat hij onder druk staat. Als we willen dat de rechtsstaat overleeft en versterkt, zijn we verplicht erin te investeren.

Het zal niemand ontgaan zijn dat ik van bij mijn aantreden gepleit heb voor onze binnenlandse veiligheid. Ik heb aan de collega's in de federale regering een overzicht bezorgd van de budgettaire behoeften van Justitie, niet enkel voor dit jaar, maar met een noodzakelijk groeipad voor de hele legislatuur.

En examinant de manière globale les tâches qui incombent à la justice et à nos magistrats, force est de constater que leur charge de travail a explosé. Cette situation s'explique par les évolutions sociales dans le domaine du droit des personnes et de la famille, par le recours accru à la justice, par des demandes toujours plus nombreuses en matière de soins et de soutien psychosocial, par la complexité croissante des enquêtes pénales ou encore par le succès remporté dans la lutte contre la criminalité organisée.

Je rejoins donc pleinement les revendications de la justice pour de meilleures conditions de travail, des moyens supplémentaires et des lieux de travail plus sûrs. Dans l'intérêt de notre démocratie, la Justice doit rester un employeur attractif pour les magistrats et elle doit pouvoir continuer à aider les citoyens à des moments souvent déterminants dans leur vie.

De recente beslissing over de automatische indexering van hun pensioenen was duidelijk de druppel die de emmer deed overlopen. Vele magistraten hebben mij bevestigd dat ze solidair willen zijn met de toekomstige generaties en hun recht op een degelijk pensioen zodat er zeker begrip is voor de noodzakelijke toekomstgerichte hervormingen van deze arizonaregering. Ze geven weliswaar aan dat hun onrust groot is vanwege de onzekerheid over de totale omvang van de hervormingen, wat naar ik vermoed ook geldt voor andere beroepsgroepen. Zoals de minister van Pensioenen echter net al heeft aangegeven, worden en zullen de discussies hierover worden verdergezet.

In mijn opdracht als minister van Justitie voorzie ik de komende jaren bijkomende middelen ter versterking van het openbaar ministerie en de hoven en rechtbanken. Ik heb ook van bij het begin de magistratuur betrokken bij alle werkzaamheden. De magistraten weten dus dat hun bezorgdheden ook de mijne zijn, naast de vele andere uitdagingen, zoals het wegwerken van structurele betaalachterstanden – waarover vorige week ook nog uitvoerig bericht is in de media – maar ook de aanpak van de overbevolking in de gevangenissen, die ons, als we ze niet oplossen, op termijn bijzonder veel geld zal kosten, maar ook de veiligheid van de medewerkers in de gevangenissen.

Je m'entretiendrai étroitement avec la magistrature afin de déterminer comment nous pourrons, dans les mois à venir, agir le plus efficacement possible pour renforcer l'attractivité et le respect de la carrière, mais aussi pour améliorer les conditions de travail, et ce, dans l'intérêt du rôle fondamental que jouent les magistrats dans notre démocratie. Le réalisme et la crédibilité devront ici être nos fils conducteurs communs, car les conséquences du sous-financement qui perdure depuis des années ne peuvent être gommées d'un coup de baguette.

De verhalen die ons van de andere kant van de oceaan bereiken, leren ons hoe belangrijk het is om allemaal ambassadeurs van de rechtsstaat te zijn. De echo’s van die verhalen zouden voor mij als een duidelijke oproep aan iedereen moeten klinken, zeker aan zij die deel uitmaken van een van de drie machten, om ter zake geen enkel compromis te sluiten.

Ik wil dan ook blijven geloven dat ook de magistraten zelf de rechtsstaat vertrouwenwekkend en met zorg zullen blijven behandelen. Ik blijf alvast met hen overleggen en werk in het belang van onze binnenlandse veiligheid samen met en voor hen aan een weg die ons tot oplossingen kan brengen. Ik hou daarbij een quote van Ruth Bader Ginsburg voor ogen: “ Fight for the things that you care about but do it in a way that will lead others to join you. ” Kom op voor wat je belangrijk vindt, maar doe het op een manier die anderen mee in beweging kan brengen.

Paul Van Tigchelt:

Mijnheer en mevrouw de minister, bedankt voor uw antwoorden. Als een open oorlog plaatsvindt tussen de uitvoerende en rechterlijke macht, heb ik geen lef nodig om hier te spreken, dan is het gewoon mijn plicht als parlementslid om mijn stem te verheffen. Dat heeft niets met meerderheid of oppositie te maken.

Niemand is gebaat bij een oorlog tussen de uitvoerende en rechterlijke macht, zeker niet de magistraten. Het merendeel van de magistraten – ik kan ervan getuigen – levert meer dan voortreffelijk werk in vaak moeilijke omstandigheden. Ik hoop dat het groeipad, dat door de vorige regering ingeslagen is, wordt aangehouden, want uw regeerakkoord belooft op dat vlak niet veel goeds.

Met het paasakkoord zijn enkele financieringen vooruitgeschoven, maar het gaat niet alleen over extra budget, collega Dillen, we moeten ook hervormen, durven hervormen. Op dat vlak is de vervroegde invrijheidsstelling van criminele illegalen, zoals in het paasakkoord staat, geen goed voorbeeld. Sorry dat ik het zeg.

Leentje Grillaert:

Ik sta een beetje perplex door de repliek van mijn collega, die echt wel wat werk heeft met het kortetermijn- en langetermijngeheugen.

Het heeft volgens mij echt geen zin om hier op de bühne te zeggen dat er een open oorlog heerst. Daarnet heb ik gezegd dat dialoog belangrijk is. We moeten zelf, de magistratuur en de politiek samen, aan de slag om die dialoog te voeren. De retoriek die u aanhoudt, collega, vind ik eigenlijk niet oké en ik denk dat ik daarmee de mening van velen vertolk.

( applaus bij de meerderheid )

Bepaalde bezorgdheden vanuit de magistratuur zijn zeker terecht. Daarvoor moeten we oog en oor hebben, maar de ruis op de lijn moet weg. Van mevrouw en mijnheer de minister hoor ik dat de dialoog plaatsvindt, dat ze samen rond de tafel zitten. Dat is de weg die we moeten bewandelen. De noodkreet is aangekomen en ik heb er alle vertrouwen in, mevrouw en mijnheer de minister, dat u constructief met de magistratuur aan tafel gaat zitten en dat we in deze legislatuur (…)

Ismaël Nuino:

Que les choses soient claires: depuis le départ, l'Arizona a en effet annoncé que nous allions devoir fournir des efforts, oui, pour laisser un É tat viable aux prochaines générations. Mais je ne peux pas entendre dire ici que l'Arizona décide de sacrifier la justice. Ce n'est pas vrai! Comme pour la sécurité et la santé, depuis le début, nous avons annoncé qu'aucune économie ne serait réalisée dans la justice. C'est même un réinvestissement qui a été obtenu pour 2025.

Répétons-le: le plus grand problème des magistrats n'est pas leur pension, mais les nombreux et immenses chantiers qui ont été laissés par le précédent gouvernement. De même, plusieurs mesures qui avaient été prises ont complètement fait craquer le système carcéral. En tout cas, soyons de bon compte, ce n'est pas en trois mois que nous allons résoudre tous les problèmes de la justice. Mais les moyens et la volonté sont là. Voilà enfin un gouvernement qui prend ses responsabilités!

Khalil Aouasti:

Madame et monsieur les ministres, merci pour vos réponses parce qu'au moins on voit que, dans l'Arizona, tout est clair.

Le ministre des Pensions nous dit: "Circulez, il n'y a rien à voir! C'est comme cela, et je ne discute plus. Pas de concertation." La ministre de la Justice nous répond que, pour continuer à faire fonctionner la justice, des concertations seront nécessaires pour que, malgré tout, les audiences puissent se tenir. Nous avons ensuite Les Engagés…

Jan Jambon:

(…)

Khalil Aouasti:

Monsieur le ministre, vous avez répondu; laissez-moi répliquer!

Jan Jambon:

(…)

Khalil Aouasti:

Ik versta wel Nederlands, mijnheer de minister. Geen probleem.

Et puis, donc, nous avons un membre des Engagés qui, lundi par voie de presse, nous a annoncé publiquement: "Je vais écrire au ministre des Pensions pour faire en sorte que les magistrats sortent de la réforme des pensions." Or ce parti nous dit aujourd'hui que le problème n'est pas la pension des magistrats, mais leurs conditions de travail. Mais alors, personne n'a jamais rien compris ici, en fait! Les travailleurs qui devaient gagner 500 euros de plus n'ont rien compris! Les magistrats qui perdent leur pension, non plus! Le monde de la justice n'a rien compris! Les Belges ne comprennent jamais rien avec l'Arizona!

Kristien Van Vaerenbergh:

Mevrouw de minister, mijnheer de minister, dank u wel voor uw antwoord. Er is inderdaad overleg en we kijken uit naar het verdere verloop daarvan. Zoals de minister van Pensioenen ook zegt, moet deze regering hervormingen doen en iedereen moet een deel ervan op zich nemen, ook de gerechtelijke wereld. Dat is niet meer dan normaal.

Er zijn natuurlijk veel problemen op het vlak van justitie, maar die zijn er niet van vandaag op morgen gekomen, die dateren uit het verleden. Ook de vorige regering heeft daar een aanzienlijke aandeel in.

Ik wens u veel succes met het verdere overleg. Deze regering investeert wel degelijk in justitie. Er komt aanzienlijk wat geld bij, zodat justitie naar behoren kan functioneren in de toekomst. Justitie is immers een kerntaak van de overheid.

Marijke Dillen:

Dank voor uw antwoord. Collega’s, om goed te werken en vertrouwen te verdienen heeft justitie nood aan magistraten die zich gerespecteerd en gewaardeerd voelen. Dat is vandaag niet het geval en daar moet verandering in komen. De opeenvolgende regeringen hebben decennialang geen aandacht besteed aan justitie, laat staan hiervoor de nodige budgetten vrijgemaakt. Geen van de vorige ministers heeft aangevoeld hoe hoog de frustraties zaten en zitten bij de magistratuur. Deze regering moet eindelijk werk maken van een duurzaam, toekomstgericht beleid bij justitie, gekoppeld aan voldoende middelen. Daarvoor is veel meer nodig, mevrouw de minister, dan de extra’s die vandaag beloofd worden. Als er een miljard euro kan worden vrijgemaakt voor Oekraïne en vier miljard voor Defensie, dan moet dat ook kunnen voor justitie en politie.

veiligheid, justitie en defensie

De alarmsignalen van de Veiligheid van de Staat die genegeerd werden in Hoei
De vermoedens van Chinese inmenging in de Belgische politiek

Gesteld door

Ecolo Rajae Maouane
MR Pierre Jadoul

Aan

Annelies Verlinden (Minister van Justitie)

Bekijk antwoord

Rajae Maouane:

Madame la ministre, je ne sais pas vous mais, moi, ce matin, en découvrant les médias, j'ai halluciné. J'ai halluciné parce qu'un ancien bourgmestre faisant fonction à Huy a été mis en garde non pas une fois mais deux fois par la Sûreté de l'État pour ses liens jugés problématiques avec l'ambassade de Chine. Et malgré cela, il a continué ces contacts. Il les a même entretenus et il aurait transmis des informations sur un député fédéral belge, Samuel Cogolati, qu'on connaît bien ici, qui a été ciblé et même sanctionné par le régime chinois pour son travail sur le génocide des Ouïgours.

Ce qui continue à m'halluciner, madame la ministre, c'est l'absence de sanctions. En effet, pendant ce temps, ce monsieur a été réélu tranquillement à Huy où il siège toujours au conseil communal. Il brigue même la présidence de l'hôpital régional. En mars dernier, l'ambassadeur chinois était accueilli en grande pompe et à bras ouverts à Huy par le bourgmestre.

Madame la ministre, comment voulez-vous que les gens fassent confiance à la démocratie si un élu peut aller à l'encontre de nos services de renseignement sans la moindre conséquence, sans la moindre sanction? C'est une affaire de sécurité nationale, ce n'est pas juste un fait divers local.

Mes questions seront dès lors très claires et très directes. Quelles informations précises ont été transmises par cet élu à l'ambassade de Chine et en échange de quoi? La Sûreté de l'État a-t-elle informé, oui ou non, les autorités du parti de ce bourgmestre, à savoir le Parti Socialiste? Si tel est le cas, quand et avec quelles demandes? Si le PS était au courant, pourquoi cette personne est-elle encore en poste? L'actuel bourgmestre, Christophe Collignon, était-il lui aussi au courant? Si oui, pourquoi continue-t-il à fricoter comme cela avec Pékin? Enfin, quand un élu ignore sciemment les alertes de nos services, que prévoit votre gouvernement? Maintenant que ces faits sont publics, que comptez-vous faire concrètement pour empêcher ce genre d'ingérence et pour garantir que cet élu – ou d'autres – ne puisse plus nuire à la sécurité de notre pays?

Pierre Jadoul:

Madame la ministre, comme ma collègue Maouane, j'ai lu la presse ce matin et une enquête journalistique fait état d'éléments préoccupants quant à des relations qui sont jugées problématiques entre un ancien échevin et bourgmestre faisant fonction de la ville de Huy et des représentants officiels chinois. La Sûreté de l'État a effectivement à deux reprises mis ce mandataire socialiste en garde. Il ressort des articles de presse que le président du Parti Socialiste a même été informé de la difficulté rencontrée mais ces mises en garde sont demeurées lettre morte, elles n'ont donné aucun effet.

Le dossier n'a à l'époque pas été transmis à la Justice puisqu'il n'y avait pas de base légale suffisante que pour permettre ce transfert. Aujourd'hui, il semble que la Sûreté de l'État a estimé que les échanges observés relevaient d'une forme d'ingérence, d'espionnage et il y a un arsenal législatif qui a été mis en place en 2024 et qui, sans doute, permettrait aujourd'hui d'avoir un suivi sur ce terrain-là.

La Chine, on le sait, ne se contente pas de réprimer sur son propre territoire. Sa stratégie d'intimidation dépasse les frontières. Certains, en ce compris en Belgique – notamment le président de la Belgium Uyghur Association –, ont vu leurs familles menacées en Chine à cause d'activités en Europe. On sait qu'il y a là un vrai problème.

Madame la ministre, la Sûreté de l' É tat dispose-t-elle encore à ce jour d'informations ou d'analyses concernant cette affaire ou d'autres cas similaires? Quels sont les dispositifs mis en place pour prévenir, détecter ce type d'ingérence? Comment votre ministère travaille-t-il avec la Sûreté de l'État et le Comité R pour s'assurer qu'aucun maillon des pouvoirs publics, local ou national, ne soit infiltré ou instrumentalisé par une puissance étrangère? Enfin, des dossiers ont-ils été ouverts sur base de la nouvelle incrimination instaurée en 2024 concernant l'ingérence effective?

Annelies Verlinden:

Chers collègues, nous avons tous lu les articles de presse parus ce matin à ce sujet. Je ne peux évidemment faire aucun commentaire sur ce dossier spécifique. Cependant, ces faits mettent une nouvelle fois en lumière la potentialité d'activités hostiles de certains États à l'égard de notre démocratie. Nous constatons ainsi que différentes menaces peuvent peser sur la Belgique, que ce soit en termes de cyberespionnage, d'ingérence, de risques pour notre potentiel économique et scientifique ou encore de tentatives de contrôle de la diaspora, par exemple.

Il revient alors à la Sûreté de l' é tat (VSSE) de détecter ces menaces, d'en informer les décideurs et de sensibiliser les différents acteurs belges, qu'ils soient étatiques, universitaires ou issus du monde économique, aux risques auxquels ils sont exposés.

Nous devons dès lors être attentifs au fait que des pays comme la Chine, qui est à la fois un partenaire mais aussi un rival stratégique, puisse exercer ses menaces de manière subtile au moyen de tous les vecteurs possibles, c'est-à-dire par voie diplomatique, économique, sociale, culturelle ou, évidemment, par le renseignement. C'est ce que l'on appelle l'approche globale. Dans le cadre de celle-ci, une combinaison d'activités légitimes et d'activités clandestines est souvent observée. L'approche globale, selon laquelle tout acteur, étatique ou non, est obligé de collaborer avec les services de renseignement de certains pays tiers, complique naturellement le travail de la VSSE dans la détection des activités de renseignement. Cela rend le travail de conscientisation des acteurs belges sur la menace encore plus crucial, afin d'augmenter notre résilience et de permettre ainsi à chacun d'évaluer correctement la menace.

Pour conclure, je dirais que la menace est réelle. Il faut donc des services de renseignement et de sécurité forts et efficaces qui soient capables de répondre à cette menace. Dans ce contexte, la Sûreté de l'État joue un rôle clé. Son renforcement sera donc un chantier important de cette législature.

Rajae Maouane:

Madame la ministre, je vous remercie pour vos réponses qui n'en sont pas vraiment. Vous avez pris deux minutes pour faire un bel exercice de langue de bois, mais je comprends que vous ne puissiez pas tout dire.

Cette histoire nous montre une chose en tout cas: détourner le regard de ce qui se passe en Chine pour les Ouïghours, fait les affaires de l'État, mais pas des droits humains.

J'aurais aimé vous entendre dire, en tant que démocrate, qu'on ne peut pas accepter que des parlementaires, quels qu'ils soient, soient mis sous la menace de quelque régime que ce soit.

Quand nous voyons ce qui se passe avec les Ouïghours, en Palestine avec le génocide perpétré par Israël, en République démocratique du Congo avec le génocide vécu en direct, j'aurais voulu vous entendre vous exprimer là-dessus comme démocrate et affirmer qu'il est inacceptable que ce genre de digue cède, et que, comme toujours et à chaque fois, notre seule boussole doit être le respect des droits humains et du droit international.

Pierre Jadoul:

Je vous remercie, madame la ministre, pour ces éléments. Il faut en tout cas en tirer la conclusion que cela n'arrive pas qu'aux autres. Cette menace existe chez nous et nous devons être vigilants. Dans ma vie professionnelle antérieure, en tant que recteur d'université, j'ai été contacté par la Sûreté de l'État pour m'alerter sur un certain nombre de dangers qui nous menaçaient. Je suis profondément reconnaissant pour cette démarche proactive de leur part. Nous avons participé avec la commission de la Justice à une visite de la Sûreté de l'État, au cours de laquelle cette problématique est revenue dans les débats. Je pense qu'un vrai rôle d'information, et je dirais même d'éducation, incombe, en ce compris, à cet organisme quant aux dangers qui nous menacent tous.

mobiliteit en transport

De oproep van de CRB om werk te maken van een geïntegreerd openbaarvervoersysteem

Gesteld door

Vooruit Niels Tas

Aan

Jean-Luc Crucke (Minister van Mobiliteit, Klimaat en Ecologische Transitie)

Bekijk antwoord

Niels Tas:

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, morgen is het onze feestdag, onze 1 mei, onze Dag van de Arbeid. Nog goed nieuws, morgen wordt het net als vandaag schitterend weer. Dat betekent dat heel wat mensen waarschijnlijk naar de kust trekken voor een mooie en zonnige dag aan zee, bijvoorbeeld met het openbaar vervoer vanuit Dendermonde naar Bredene. Eerst neemt men de bus naar het station, daarna spoort men met de trein naar Oostende om vervolgens op de kusttram te stappen. Dat zijn drie tickets, dat is drie keer betalen en dat is drie keer gedoe met heel wat planning en opzoekingswerk in een jungle van apps, wachttijden en wijzigingen. Dan moet men ook nog het geluk hebben dat men onderweg geen vertragingen oploopt.

Het kan veel eenvoudiger en veel goedkoper, het is echt geen rocketscience. Daar is één simpele oplossing voor, namelijk het combiticket, waar Vooruit al jaren voor pleit. Vooruit wil één ticket voor trein, tram en bus, simpel en goedkoop, zodat mensen in de toekomst hun auto laten staan en het openbaar vervoer nemen voor hun dagje uit. Dat is goed voor de planeet, voor hun portemonnee en voor het toerisme in ons land.

Nu vragen ook de sociale partners een oplossing voor meer samenwerking en voor een geïntegreerd openbaarvervoerssysteem met één combiticket, zoals in Oostenrijk en Zwitserland. Ook TreinTramBus is daar al jaren vragende partij voor. Gelukkig heeft Vooruit een goed en duidelijk regeerakkoord onderhandeld, waarin zeer duidelijk staat dat er op korte termijn een combiticket zal worden ingevoerd.

Mijnheer de minister, ik heb maar één simpele vraag voor u. Wanneer mogen we dat combiticket verwachten, zodat iedereen kan rekenen op makkelijk en betaalbaar openbaar vervoer?

Jean-Luc Crucke:

Mijnheer Tas, drie tickets en drie keer gedoe. Ik dank u voor uw vraag over een onderwerp dat mij bijzonder na aan het hart ligt.

De integratie van vervoersbewijzen komt op een moment dat mobility as a service aan belang wint. Dat concept stelt de gebruikers centraal bij de ontwikkeling van vervoersdiensten en heeft het potentieel om meer reizigers naar het openbaar vervoer en micromobiliteit aan te trekken door de nadruk te leggen op comfort, toegankelijkheid, intermodaliteit en efficiëntie.

Ik heb de analyse van de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) niet afgewacht om te handelen. Tijdens de eerste Interministeriële Conferentie Mobiliteit op 25 maart heb ik het onderwerp spontaan op de agenda gezet en besproken met mijn gewestelijke collega's. Ik ben met hen overeengekomen om een stappenplan op te stellen en zo onze beleidsprioriteit van een onderling uitwisselbaar aanbod te verwezenlijken. Een stappenplan moet het mogelijk maken om duidelijke prioriteiten voor een succesvolle integratie van tickettarieven vast te stellen. Op korte termijn zal er een proefproject moeten worden opgestart voor Brussel en 30 km eromheen, dus met Vlaams-Brabant en Waals-Brabant.

Het advies van de CRB van 23 april over de obstakels op de weg naar een geïntegreerd openbaarvervoersysteem levert mijn teams alvast heel wat input. Ik heb mijn kabinet gevraagd om de CRB in te lichten over de resultaten van de IMC en de FOD Mobiliteit en na te denken over de geïdentificeerde obstakels en de noodzakelijke oplossingen.

Niels Tas:

Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.

Wij kijken alvast uit naar de uitrol van het proefproject. Ik zal u op dat moment uitnodigen in Dendermonde om samen de trein naar Bredene te nemen.

Het dossier is heel belangrijk. België is al jaren kampioen in filerijden. Dat zorgt voor stilstand, vervuiling en onveiligheid in ons verkeer. Het is dus echt tijd voor een oplossing. Het is tijd voor de invoering van het combiticket.

Het openbaar vervoer is voor ons immers geen luxe. Het is een basisdienst. Daarom kiest de regering met Vooruit voor sterk, stipt en comfortabel openbaar vervoer. Wij kiezen voor één ticket, hopelijk één app en één duidelijk traject voor trein, tram en bus. Op die manier helpen wij alle reizigers vooruit.

Voorzitter:

Ik dank de heer Tas, die zodoende zijn eerste actuavraag heeft gesteld. ( Applaus )

internationale politiek en migratie

De kritiek van Myria op het verstrengen van de regelgeving inzake gezinshereniging in ons land
Het budget voor asielopvang en de kritiek op de maatregelen rond gezinshereniging

Gesteld door

N-VA Maaike De Vreese
VB Francesca Van Belleghem

Aan

Anneleen Van Bossuyt (Minister van Asiel en Migratie, en Maatschappelijke Integratie)

Bekijk antwoord

Maaike De Vreese:

Minister, het Federaal Migratiecentrum Myria fluit de regering, dus u, terug. Te strenge nieuwe voorwaarden voor gezinshereniging zouden niet conform het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens zijn. Ik vind dat toch zeer straffe kritiek voor een orgaan dat ook betaald wordt door diezelfde federale regering. Straf, zeker daar het schoorvoetend ook moet toegeven dat alles conform de Europese richtlijnen is.

En ja, wij zullen de gezinshereniging fors verstrengen. We doen dat natuurlijk met een reden. Meer dan 21.000 mensen kwamen naar hier via gezinshereniging. Dat heeft natuurlijk een enorme impact op onze samenleving. Wat verwachten we nu van die mensen? We verwachten van die mensen dat ze financieel kunnen instaan voor zichzelf, maar ook voor hun gezin. We verwachten dat ze, als ze naar hier komen, zich integreren, dat ze de taal leren, dat ze onze waarden en normen respecteren

Dat zullen we dan ook doen. We zullen extra voorwaarden koppelen aan de gezinshereniging. We zullen inderdaad vragen dat ze hogere inkomsten kunnen aantonen. We zullen inderdaad, op een later moment, er inburgeringsvoorwaarden aan koppelen. Waarom doen we dat? Om asielshoppen tegen te gaan. Om de heel grote instroom te demotiveren en natuurlijk ook om de impact op onze samenleving te verminderen.

Minister, hoe reageert u nu zelf op de kritiek van Myria? Kunt u nog maar eens bevestigen dat alles conform de Europese richtlijnen en dus ook de mensenrechten is?

Francesca Van Belleghem:

Mevrouw de minister, in dit land verblijven 670.000 mensen op basis van gezinshereniging en 60.000 erkende asielzoekers. Die twee groepen alleen al maken meer dan 6 % van de bevolking uit. Het verzadigingspunt voor nog meer nieuwe immigranten is al lang bereikt. Alleen maar door het strengste beleid van de hele Europese Unie te voeren, zal de toestroom van nieuwe immigranten stoppen, maar u doet net het tegenovergestelde.

Als er te weinig geld is voor asielzoekers, vraagt u immers 40 miljoen euro extra, maar als gepensioneerden niet rond kunnen komen, dan is dat jammer. U bent verkozen om de Vlamingen te vertegenwoordigen, niet om als cashautomaat te fungeren voor de hele wereldbevolking.

De ironie toen ik deze ochtend de krant las, was me niet ontgaan, want het Federaal Migratiecentrum Myria zei dat de geplande verstrengingen van de gezinshereniging te ver gaan en dat ze tegen de mensenrechten zijn. Voor ons gaan ze echter niet ver genoeg. In het wetsontwerp, dat ik bij me heb, beslist de regering om 2,2 miljoen euro subsidies te geven aan Myria. Er is dus niet genoeg geld voor onze gepensioneerden, maar er is wel geld voor linkse migratieclubjes en om hen kritiek te laten geven op het beleid dat u zelf voorstelt.

Mevrouw de minister, zult u een asielstop invoeren zoals Polen? Zult u de gezinshereniging voor erkende asielzoekers stoppen, zoals Oostenrijk wil? Zult u het linkse migratieclubje Myria afschaffen in plaats van te besparen op onze eigen mensen?

Anneleen Van Bossuyt:

Mevrouw Van Belleghem, ik moet eerlijk bekennen dat, elke keer als u komt, ik mij afvraag met wat u mij nu gaat vergelijken? U hebt mij al een zieke koe genoemd, een slijmerige inktvis en nu is het een cashautomaat.

Het is inderdaad zo dat België door de veel te soepele regels inzake gezinshereniging de zwakke schakel van Europa was geworden. Dat is niet zomaar een politieke stelling, dat is de harde realiteit. Het gevolg daarvan is dat we een heel groot aanzuigeffect hebben, dat onze samenleving gewoon niet meer kan dragen. Het is hier gezegd, 21.000 mensen zijn vorig jaar van buiten de Europese Unie via gezinshereniging naar België gekomen.

Mijn boodschap is dan ook glashelder. Wie Europa rondreist, op zoek naar het meest gulle regime, zal dat niet meer in België vinden. Wij verstrengen inderdaad onder meer de regels inzake gezinshereniging aanzienlijk. Eerlijk gezegd, ik vind dat niet meer dan normaal. We verhogen de inkomensgrens waaraan mensen moeten voldoen om hun gezin naar hier te kunnen brengen. Zij moeten inderdaad zelf kunnen voorzien in het onderhoud van die mensen.

Nogmaals, sommigen vinden dat misschien te streng, dat hebben we vandaag kunnen lezen, maar ik vind het niet meer dan normaal dat we dat gaan doen. Men kan niet meer naar hier komen op kosten van onze samenleving. Er komen ook wachttijden van 1 tot 2 jaar. Gezinshereniging zal ook alleen nog mogelijk zijn vanaf 21 jaar. Op die manier willen we kindhuwelijken en gedwongen huwelijken tegengaan. We beschermen dus de allerzwaksten.

Mevrouw De Vreese, ik wil heel graag bevestigen dat dit allemaal binnen het Europees rechterlijk kader gebeurt, wat Myria vandaag trouwens ook zelf in De Standaard zegt. Beste collega's, ook mevrouw Van Belleghem, zij spelen dan misschien hun rol, ik speel mijn rol en dat is de rol van een minister die een streng asiel- en migratiebeleid voert.

Mevrouw Van Belleghem, u verwees ook naar het budget voor opvang. Het is zo, dat zou u beter dan wie ook moeten weten, dat de stijging van de dotatie voor Fedasil een substantiële investering is, maar die dotatie is een technisch gevolg van het begrotingsproces dat nog door de vivaldiregering in juni 2024 is opgemaakt, op basis van het voorgaande jaar.

Dat is de situatie vandaag. Die initiële raming was niet gebaseerd op realistische cijfers. Dat scenario moest dan ook bijgesteld worden. Nogmaals, ik heb van bij de start van mijn ministerschap heel duidelijk gemaakt waar het op stond en waar het op staat. Ik zal er dan ook alles aan doen, samen met deze regering, om de asielfactuur te doen dalen.

Maaike De Vreese:

In de commissie komen partijen met losse flodders, voorstellen die gewoonweg niet realiseerbaar zijn, voorstellen die tegen de Grondwet ingaan, mevrouw Van Belleghem, voorstellen die het beleid dus helemaal niet zouden wijzigen. Wij zullen komen met realistische voorstellen, haalbare voorstellen, voorstellen die stuk voor stuk tijdens de regeringsonderhandelingen afgetoetst werden met topjuristen, mensen die weten waarover ze spreken.

We zullen met die voorstellen de instroom verminderen en gezinshereniging verstrengen. We zorgen voor haalbare realisaties. We doen dat echter ook om die mensen zelfredzaam te maken. Het moet een win-win zijn. We moeten die mensen hier inderdaad volledig integreren. Als we in één ding zullen slagen, dan is het in het strengste asielbeleid ooit. Daarop kunt u dan alleen maar jaloers zijn.

Francesca Van Belleghem:

Mevrouw De Vreese, de heer De Wever heeft zelf gezegd dat de voorstellen die het Vlaams Belang voorstelt, perfect mogelijk zijn en dat u ons daarop niet kunt aanvallen. De heer De Wever zit echter ook in onze zakken. De btw op gas- en stookolieketels stijgt, er komt een meerwaardebelasting, de vliegtaks wordt uitgebreid, gepensioneerden komen niet rond. Het zijn stuk voor stuk belastingen en besparingen op onze eigen mensen.

Voor asielzoekers en voor een stijging van het asielbudget is er wel steeds geld. Door het asielbudget dit jaar met 40 miljoen euro te doen stijgen, geeft u aan de hele wereld de boodschap: “Ach, kom maar naar België, Anneleen Van Bossuyt van de N-VA zal u wel ontvangen, we betalen alles en als het geld op is, dan doen we er nog een schep bovenop.” Mevrouw de minister, laat het duidelijk zijn, daaraan doet het Vlaams Belang nooit mee.

Voorzitter:

Collega’s, met die vraag ronden wij onze vragensessie af. Dat geeft u allemaal de tijd om uw stem nog uit te brengen in zaal 3. Ik meen dat er hier en daar nog een collega was die dat nog niet heeft gedaan. U wordt daartoe dus bij dezen uitgenodigd.

Sofie Merckx:

Mijnheer de voorzitter, vooraleer wij de rest van de agenda aanvatten, wil ik opmerken dat de heer Jambon daarnet effectief heeft beloofd dat hij het rapport van de Inspectie van Financiën over het ontwerp inzake de meerwaardebelasting zou doorgeven aan de Kamerleden. Ik heb net mijn mailbox nog ingekeken. Het rapport zit daar nog niet in.

Ik zou u willen vragen om de minister daarop attent te willen maken, zodat wij het vandaag nog zouden krijgen. Morgen is immers een feestdag. Wij weten ook dat wij het document niet over veertien dagen zullen krijgen. Kan u de vraag doorspelen aan de minister of aan een andere collega, zodat wij het vandaag nog kunnen ontvangen?

Voorzitter:

Ik zal de minister aan zijn woorden herinneren, maar misschien werkt hij morgen wel op de Dag van de Arbeid. Dat kan nooit worden uitgesloten. Ik weet echter niet of hij heeft beloofd dat het rapport vandaag zou worden verstrekt. Ik zal hem door de diensten laten contacteren.

Voorstellen en Ontwerpen

De voorstellen en wetsontwerpen die besproken werden tijdens deze vergadering en de bijbehorende stemmingen.

Voorstel tot herziening (558)

Voorstel tot herziening van de Grondwet teneinde de evaluatie van korpschefs in de magistratuur mogelijk te maken

1 stemming

Voorstel tot herziening

Voorstel tot herziening (531)

Voorstel tot herziening van artikel 151, § 6, van de Grondwet, teneinde de evaluatie van de korpschefs van de hoven en rechtbanken mogelijk te maken

Voorstel tot herziening zonder onderwerp

Stemmingen

Stemmingen niet gelinkt aan een voorstel/ontwerp.

Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Alexander Van Hoecke over 'de betalingsproblemen bij Justitie'.

75.0%
25.0%

ja (99) nee (33) onthouding (0)

Stemming aangenomen

Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van mevrouw Marijke Dillen over 'de tijdige uitbetaling van de vergoedingen voor tweedelijnsbijstand'.

75.0%
25.0%

ja (99) nee (33) onthouding (0)

Stemming aangenomen
Popover content