meeting-plenary
Het regeringsstandpunt over Palestina De prangende situatie in Gaza De genocide in Gaza De situatie in Gaza De prangende situatie in Gaza De situatie in Gaza De situatie in Gaza De situatie in Gaza Mijnheer de eerste minister, vandaag stuurde iemand mij een foto door van Rafaet uit Gaza. Ik kan dergelijke foto's eigenlijk niet meer aanzien. Rafaet is een jong meisje, compleet ondervoed. Haar botten steken bijna door haar fragiele huid. Ze is de helft van haar gewicht verloren. Ze is compleet uitgehongerd en ze overleeft op tijmblaadjes en water. Die hongermoord op Rafaet is bewust gepland en uitgevoerd. Men blokkeert sinds een aantal maanden elk transport naar Gaza. Elke vorm van voedsel wordt aan de grens tegengehouden. Er is niets meer. Vandaag leven meer dan een half miljoen mensen in Gaza in acute hongersnood, volgens de VN. Dat betekent dat wij ver voorbij de fase van veroordeling zijn. Wij zitten in de fase van sancties, want met sancties zet men Israël onder druk, niet met woorden. Na 19 maanden komt de regering met een vage resolutie. Ten eerste, in die resolutie durft men niet eens het woord genocide te gebruiken. Ten tweede, de resolutie legt zoveel voorwaarden op aan de erkenning van Palestina, dat er tegen dan wellicht geen Gaza meer zal bestaan. Ten derde, de regering maakt de erkenning van Palestina, het zelfbeschikkingsrecht van de Palestijnen, voorwaardelijk. Dat is compleet onwettelijk, zegt elke professor in internationaal recht. Het is een onvoorwaardelijk recht. Ten vierde, de resolutie ademt neokolonialisme uit, waarin Brussel en Parijs komen vertellen wat goed is voor de Palestijnen, terwijl het aan de Palestijnen is om te bepalen wat goed voor hun toekomst is. Er zijn 50.000 dodelijke slachtoffers. Wanneer komen er eindelijk sancties van de regering, mijnheer de premier? Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, collega's, duizenden kinderen sterven in Gaza door honger of bombardementen van Israël, ze kunnen geen kant meer op en het blijft maar doorgaan. We kunnen dat niet tolereren en we moeten actie ondernemen. Afgelopen week was er witte rook. De arizonameerderheidspartijen in het Parlement hebben een akkoord over een voorstel van resolutie rond Gaza. De persberichten en socialmediaposts vlogen de deur uit. Veel tromgeroffel. Veel borstgeklop. Alleen kan ik de collega's van de meerderheid nog niet feliciteren, want ik heb hier in het Parlement nog geen letter tekst gezien. Zoals dat gaat in de arizonaregering, de inkt is nog niet droog of er is al heel veel discussie over de inhoud en de modaliteiten van de tekst. Blijkbaar zal België, u dus, mijnheer de eerste minister, het aanhoudingsbevel voor Netanyahu moeten respecteren. Dat is terecht. Zult u dat doen, ja of neen? Blijkbaar zal België optreden in de genocidezaak bij het Internationaal Gerechtshof. Dat is terecht. Zult u dat doen, ja of neen? Ook de minister van Buitenlandse Zaken is ineens wakker geworden. Eigenlijk is het voorstel van resolutie dus al achterhaald. Hij zal met een pakket sancties komen tegen Israël. Dat is opnieuw terecht. Zult u dat doen, ja of neen? Collega's, laten wij immers eerlijk zijn, elke rode lijn wordt overschreden door Israël. We moeten stappen zetten richting erkenning van de staat Palestina en dat moet snel gebeuren, want anders is er binnen de kortste keren geen sprake meer van Palestina. Mijnheer de eerste minister, wat zult u doen? Staat u aan de zijde van de duizenden onschuldige burgerslachtoffers? Hier, j'ai rencontré des médecins israéliens, juifs et palestiniens, des bénévoles qui, depuis plus de 30 ans, soignent des Palestiniens en Cisjordanie et à Gaza. Ils dénoncent les violations des droits humains dont ils sont l'objet. Ils m'ont décrit ce qu'ils vivent aujourd'hui. Aujourd'hui, à Gaza, 25 000 personnes sont dans un état de santé critique et doivent être évacuées de toute urgence vers un hôpital, mais le gouvernement israélien les empêche de sortir. Dans les heures et les jours qui viennent, si rien ne change, ces 25 000 personnes vont mourir. Elles s'ajouteront aux 52 000 personnes qui sont déjà mortes sous les bombes de Netanyahu. Aujourd'hui à Gaza, deux millions de personnes sont au bord de la famine. Depuis plus de 10 semaines, Israël impose un blocus total. Plus rien ne rentre: plus d'eau, plus de nourriture, plus de médicaments. Des centaines de milliers de femmes, d'hommes et d'enfants vont mourir, si rien ne change, dans les semaines et les mois qui viennent. Le blocus est un instrument du génocide et il faut casser le blocus pour arrêter le génocide en cours. Nous l'avons fait il y a un an, avec nos avions militaires. Nous avons largué des vivres et des médicaments à Gaza. Nous devons le refaire de toute urgence. Il faut casser le blocus de Gaza, envoyer nos avions militaires, larguer des vivres et des médicaments pour éviter une tragédie absolue. Ce n'est plus une question politique. Ce n'est plus une question de gauche ou de droite. Ce n'est même plus une question de droit international. C'est une question de vie ou de mort pour des centaines de milliers de femmes, d'hommes et d'enfants. Et face au génocide en cours, ne rien faire, c'est être complice. L'histoire vous jugera, monsieur le premier ministre. L'histoire nous jugera. Cassez ce blocus et sauvez ces centaines de milliers de femmes et d'hommes! Monsieur le premier ministre, je ne sais pas comment commencer mon intervention tant j'ai l'impression de répéter sans cesse les mêmes choses et de parler dans le vide. Depuis des semaines, pas un seul camion d'aide n'est entré à Gaza. Pas une goutte d'eau, pas un sachet de farine, pas un médicament. Rien. Des mères mélangent de la nourriture pour bétail avec de l'eau bouillie pour tenter de se nourrir. Des enfants meurent littéralement de faim. L'ONU évoque une famine délibérée. Médecins Sans Frontières (MSF) parle de charnier. Amnesty International parle de génocide. Monsieur le premier ministre, comme vous aimez les faits, regardons-les! Plus de 50 000 personnes ont été assassinées, dont une majorité de femmes et d'enfants. Des journalistes sont visés, des hôpitaux bombardés, des quartiers rasés. Des enfants sont enterrés sous les décombres de leur maison. La Cour internationale de Justice, la plus haute juridiction de l'ONU, parle d'un risque plausible de génocide. Ce ne sont pas mes mots mais bien ceux du droit. Et pourtant, le silence. Le vôtre, celui du monde. Ce qui est grave, ce n'est pas seulement ce silence mais bien le cynisme froid avec lequel vous avez annoncé pouvoir désobéir à un mandat d'arrêt international contre Netanyahu. Nous ne l'oublierons pas! Un crime de masse est en cours et des gens filment en direct leur propre mort. Ce n'est pas une guerre mais bien l'écrasement d'un peuple. Ce n'est pas une tragédie mais bien un plan délibéré de nettoyage ethnique. La Belgique, ce pays de droit qui a souvent été du bon côté de l'histoire, se tait aujourd'hui, attend, tergiverse et envisage des mesurettes. C'est une honte. C'est une rupture historique. C'est un reniement. Monsieur le premier ministre, au nom de toutes celles et ceux qui n’en peuvent plus d’assister impuissants à ce carnage, quand allez-vous briser le blocus humanitaire par tous les moyens? Quand allez-vous suspendre les accords économiques avec Israël? Quand allez-vous rappeler l'ambassadeur belge à Tel Aviv, comme cela a été fait pour la Russie, le Venezuela ou la Birmanie? Vous parlez de cohérence, alors agissez avec cohérence. Aujourd'hui, il n'y a eu ni embargo, ni gel d'avoirs, ni parole forte. Nous ne constatons que des paroles creuses, des formules vides et des mains qui tremblent. Pendant que vous tergiversez (...) Een platgebombardeerde stad, tienduizenden doden en uitgehongerde kinderen terwijl er aan de grens vrachtwagens met voedsel, medicijnen en zelfs babysupplementen staan te wachten, bewust tegengehouden door Israël. Men hoeft maar zijn gsm vast te nemen en men ziet dag na dag de pure horror en het ondraaglijke menselijk lijden. Dit is geen oorlog meer. Dit is een genocide die we live, vanop onze gsm, dag na dag kunnen volgen. Niemand hier zal ooit kunnen zeggen dat we het niet geweten hebben. Hopelijk zullen we wel kunnen zeggen dat we er alles aan gedaan hebben om op te komen voor al die onschuldige slachtoffers, want men krijgt het niet meer uitgelegd. Collega’s, het valt niet meer uit te leggen dat als Poetin Oekraïne binnenvalt, we vanaf de eerste dag allemaal samen zeggen hoe schandalig dat is en dat er sancties moeten komen – daar was iedereen het over eens, behalve de communisten van de PVDA –, terwijl we wegkijken wanneer een extreemrechtse zot als Netanyahu een volk platbombardeert. Dat gaat niet en dat is voor Vooruit onaanvaardbaar. Daarom zijn we vanaf de eerste dag opgekomen voor alle onschuldige slachtoffers, ook in de vorige regering, met Frank en Caroline. Er werden toen voedsel en medicijnen gestuurd. Toen Israël de grens sloot, deden ze het via de lucht, met de moed der wanhoop. Het is die moed die we vandaag opnieuw nodig hebben, die zoveel jongeren hebben getoond door afgelopen zondag mee te gaan betogen voor Palestina. Het is daarom dat we dagenlang onderhandeld hebben voor een sterke resolutie, die pleit voor een onmiddellijk staakt-het-vuren, die pleit voor humanitaire hulp nu, die pleit voor economische sancties tegen het Israël van Netanyahu. Die spreekt immers maar één taal, hij luistert niet naar mensenrechten en spreekt enkel de taal van het geld. Dus, mijnheer de premier, het Parlement heeft zijn werk gedaan en het is aan u. We vragen u om niet langer te wachten, want elke seconde telt. Mijnheer de premier, 50.000 burgerslachtoffers, waarvan 70 % vrouwen en kinderen zijn, en de teller tikt verder. Gisteren 60 extra dodelijke slachtoffers, vandaag 74 extra dodelijke slachtoffers. Collega's, het is nog maar drie uur. Al tweeënhalve maand is er geen toevoer van medicijnen, voedsel noch elektriciteit in de Gazastrook. U zult cd&v vandaag dus niet euforisch horen zijn. Het geweld en het leed duren vandaag nog voort. Al jaren pleit cd&v voor het Palestijnse volk. Al maanden vraagt cd&v actie van de regering. Vandaag zijn we tot een akkoord gekomen, en ja, we hebben ons moeten kwaad maken, en ja, dat was niet makkelijk. We sluiten ons aan bij het initiatief van Macron, we sluiten ons aan bij het vredesproces in New York en we steunen de erkenning van de staat Palestina in een proces van een tweestatenoplossing. Wat het internationaal recht betreft, collega's, is cd&v helder en duidelijk. Wij scharen ons als cd&v voor 100 % achter het internationaal recht. Dat betekent dat mensen die oorlogsmisdaden plegen, in ons land zullen worden opgepakt, ook wanneer ze Netanyahu heten. Premier, wij hebben het werk verricht. Hoe snel zult u met de regering verdere actie ondernemen? Collega's, ik wil u vragen om even stil te staan en na te denken, want wat gaan we later aan de toekomstige generaties vertellen? Wat hebben wij gedaan om deze gruwel, die elke dag onze huiskamers binnenstroomt, te veroordelen, om die te stoppen? Het is dé gruweldaad van de eenentwintigste eeuw, want de verschrikkelijke beelden blijven maar komen. Meer dan 50.000 burgers zijn vermoord. Kinderen sterven elke dag van de honger. Ziekenhuizen worden gebombardeerd. Er zijn massale volksverhuizingen, want burgers zijn een doelwit op het overgrote deel van de Gazastrook. Er is geen water, er is geen voedsel, er is geen medicatie, want die worden al 10 weken lang door Israël geblokkeerd aan de grenzen. Wat zullen we onze kleinkinderen later vertellen? Dat we alles gedaan hebben wat we konden? Collega's van de meerderheid, jullie resolutie bevat een lichte communicatieve koerswijziging. Mijnheer de premier, u wordt op de vingers getikt. België moet voortaan uitvoeren wat het Internationaal Strafhof beslist. Wauw! Bravo! Is dat geen evidentie meer? Is dat geen evidentie meer? In de gehele tekst wordt Israël met de fluwelen handschoenen aangepakt. Geen woord over apartheid. Geen woord over genocide. Geen woord over... ja, wel een woord over de erkenning van Palestina, maar er worden zoveel voorwaarden aan gekoppeld dat ze op de lange baan geschoven wordt. We zullen het waarschijnlijk niet meer meemaken. Geen Belgische sancties, geen actie. Mijnheer de premier, dinsdag komt de Raad Buitenlandse Zaken samen. Daar stelt Nederland voor om maatregelen te nemen en handelsrelaties te blokkeren. Zal België zich daarbij aansluiten? Mijnheer de voorzitter, collega's, ik bedank iedereen voor de steun die ik heb mogen genieten naar aanleiding van de ziekte die ik heb meegemaakt. Ik hoop dat die steun overeind blijft, ook na mijn eerste tussenkomst hier. ( Hilariteit en applaus ) Mijnheer Dedecker, misschien zal niet iedereen ervoor pleiten, maar ik zet de spreekklok voor u opnieuw op twee minuten. Bedankt, mijnheer de voorzitter. Mijnheer de premier, ik zal u een kattebelletje voorlezen van een onbekend persoon, al weet ik wie het schreef. Het is een prachtig kort verhaal dat weerspiegelt wat ik denk. Ik ben altijd zenuwachtig als het over Gaza gaat. "Weerzinwekkend zijn de beelden van Gaza. De Israëlische premier Netanyahu is van Gaza het nieuwe Dachau aan het maken. Uithongering en dagdagelijkse bommentapijten zijn de nieuwe verbrandingsovens. Hoe kan de wereld blijven wegkijken van wat daar gebeurt, goed wetende dat het de Joden zijn die het staakt-het-vuren eenzijdig hebben opgezegd om van hun moordrazzia's opnieuw hun dagelijkse bezigheid te maken? En deze keer kan de wereld niet zeggen: wir haben es nicht gewußt ." Beste collega's wij vieren vandaag 80 jaar bevrijding. Vandaag vieren de Palestijnen – al is "vieren" geen goede woordkeuze – 80 jaar bezetting. De Palestijnen betalen het gelag voor wat de Europeanen de Joodse bevolking aangedaan hebben in de Tweede Wereldoorlog. We hebben de exodus van de Joodse slachtoffers, slachtoffers van de Holocaust, naar Israël georganiseerd. Dat ging ten koste van de Palestijnen, want onmiddellijk werden er 750.000 verdreven met de eerste Nakba in 1948. Sedertdien is er een apartheidsstaat ontstaan, waarvoor we als Europeanen nooit onze verantwoordelijkheid hebben genomen. We hebben mensen opgesloten in de grootste openluchtgevangenis van de wereld. Mensen kunnen er niet uit ontsnappen, kinderen worden er gebombardeerd. Hoeveel oorlogsmisdaden moeten er nog begaan worden vooraleer we durven zeggen: verdomme, we gaan er iets aan doen, in plaats van nutteloze resoluties? De premier heeft maximaal vijf minuten spreektijd voor zijn antwoord. Bedankt, collega'sn het is uiteraard niet de eerste keer dat mij in dit halfrond wordt gevraagd naar het standpunt van de regering over het bewuste conflict in het Midden-Oosten. Wat de fundamentele oplossing voor dat conflict betreft, hebben wij een duidelijk regeerakkoord geschreven. Mijn antwoord wat dat betreft, zal alleszins consequent zijn. Ik heb die bewuste tekst hier al een paar keer letterlijk voorgelezen en ga dat niet opnieuw doen. Wat dat betreft verwijs ik naar het verslag voor die antwoorden. Ik zal wel iets zeggen over de nieuwe, recente ontwikkelingen. Er is binnen dit halfrond een meerderheid die heeft aangekondigd volgende week een resolutie te zullen indienen in de commissie voor Buitenlandse Betrekkingen. Ongetwijfeld zal die bediscussieerd worden en ook naar de plenaire vergadering komen ter stemming. Van mijn kant denk ik alvast dat die resolutie het juiste kader schetst en dat de regering die resolutie ter harte moet nemen. We zullen daarover dan uiteraard opnieuw spreken in deze vergadering, maar er zijn momenteel nog geen regeringsbeslissingen die ik ter zake kan toelichten. De komende weken verwachten we ook teksten in het kader van een vredesinitiatief in de aanloop naar de conferentie van de Verenigde Naties van juni, waarnaar door verschillende sprekers is verwezen en waar deze kwestie en het conflict in het Midden-Oosten op de agenda staan. Bovendien staat vooral Frankrijk in contact met verschillende Arabische landen om een oplossing uit te werken in het kader van die VN-conferentie, die dan hopelijk zou moeten kunnen leiden tot een duurzame vrede. Ik heb de gelegenheid gehad om daarover uitgebreid te spreken met president Macron. Mijn indruk is dat de contouren van zijn vredesinitiatief lijken te stroken met zowel het regeerakkoord als de resolutie die hier uiteindelijk ter stemming zal worden voorgelegd. Ik hoop dat ik dus namens de regering mag zeggen dat wij dit initiatief met enig optimisme tegemoetzien. We zullen zien hoe we dat kunnen ondersteunen en op welke manier we daaraan eventueel kunnen deelnemen. We zullen dat doen op het moment waarop we de teksten daarover hebben gekregen en kunnen doornemen en bespreken in de schoot van de regering. En ce qui concerne la qualification de la situation, c'est à la Cour internationale de se prononcer, mais cette qualification juridique n'est pas l'essentiel en ce moment car cela ne changera pas la situation instantanément. L'urgence maintenant, c'est de nous concentrer sur la situation humanitaire et de voir comment y remédier le plus vite possible. Permettez-moi, au nom du gouvernement, de réaffirmer l'horreur largement partagée par chacun d'entre nous face aux images des victimes innocentes touchées par ce conflit. Ces images horribles, notamment celles concernant des enfants, ne peuvent laisser personne dans l'indifférence. Cela me touche évidemment en tant qu'homme politique mais aussi en tant qu'être humain. Elles appellent une solution fortement et largement soutenue par la communauté internationale, une solution qui mette fin le plus rapidement et durablement possible à la souffrance des innocents. Notre gouvernement souhaite contribuer à une telle solution durable. Je vous remercie. Mijnheer de eerste minister, er zijn twee verschillende zaken. Er is, ten eerste, de erkenning van Palestina. Ik geloof niet in het initiatief van Macron, dat neokolonialisme uitademt en dat tot niets zal leiden. De andere zaak, net voor onze ogen, is de genocide. Dat is de dringende zaak. Dat is de acute zaak. Een genocide stopt men niet met flauwe resoluties waarin opgewarmde kost wordt geserveerd aan het Parlement. Al 19 maanden lang vragen wij concrete sancties, al 19 maanden lang weigert men dat. De heren van Vooruit zeggen: "Je krijgt het niet meer uitgelegd." Wel, wat ik niet meer uitgelegd krijg, is dat Vooruit 19 maanden in de regering zit en dat op die 19 maanden niet de minste sanctie is getroffen tegenover Israël, niet de minste, terwijl er 18 pakketten tegenover Rusland werden getroffen. Shame on you . Israël zal enkel buigen onder druk van economische en militaire sancties en niet onder druk van flauwe resoluties van deze regering. Dank u, mijnheer de eerste minister, voor uw antwoord. U maakt wel één denkfout. Als hier een resolutie, of die nu onbelangrijk is of niet, wordt goedgekeurd, dan moet u die niet ter harte nemen, maar uitvoeren. Als het Parlement een resolutie goedkeurt, dan moet u die uitvoeren, niet ter harte nemen en zomaar à la tête du client kijken wat u daar wel of niet van kunt uitvoeren. Ik denk dat we het over één zaak wel eens zijn, namelijk dat het overlijden van onschuldige kinderen in Gaza zo snel mogelijk moet stoppen. Ik hoop trouwens dat we het daar allemaal over eens zijn in dit halfrond, al betwijfel ik dat. Als ik statements en verklaringen lees van een van uw partijgenoten waarin staat – ik citeer – "Het overlijden van een kind is tragisch, maar daarom nog niet moreel onverdedigbaar.", dan keert mijn maag om. Dat is walgelijk. We mogen hier in dit Huis over veel zaken van mening verschillen, maar laten we alstublieft overeenkomen dat we (…) Monsieur le premier ministre, une fois de plus, vous vous contentez de lire votre texte sans apporter aucun élément de réponse. Vous brandissez cette résolution, ce petit bout de papier plein de mots creux, qui n'est que le reflet visible, ici-même, des contradictions de votre coalition. Mais ce que nous attendons de vous, ce sont des actes! Demain, le 16 mai 2025, l'armée israélienne va envoyer des dizaines de milliers de militaires supplémentaires pour chasser les Palestiniens de la bande de Gaza et leur voler leurs terres. Il y aura encore des milliers et des dizaines de milliers de victimes. Alors agissez! Agissez maintenant! Rappelez votre ambassadeur! Imposez des sanctions! Brisez le blocus! Faites quelque chose, bon Dieu! Monsieur Dedecker, merci pour vos mots. Vous avez un privilège que je n'ai pas, c'est celui de dire les choses de la manière la plus crue et la plus plate sans créer de scandale. Aujourd'hui, les accusations d'antisémitisme dès lors qu'on dénonce les exactions d'un gouvernement d'extrême droite ne tiennent plus. Aujourd'hui, les condamnations se succèdent, du CCLJ à Jean-Marie Dedecker. Il n'y a aujourd'hui plus que le MR et le Belang, comme par hasard, pour ne pas être du bon côté de l'Histoire. Monsieur le premier ministre, je ne vous dis pas merci pour vos réponses. Elles sont honteuses. Je ne sais pas ce que nous dirons aux générations suivantes. Je ne sais pas ce que nous pouvons dire. Moi, je n'ai plus que de la honte, et j'ai envie de pleurer aujourd'hui. Waarvan mijn maag zich omdraait, is dat partijen onder andere de heer El Yakhloufi Achraf van onze partij en mevrouw Farih Nawal, die elke dag keihard voor de Palestijnen opkomen, medeplichtig noemen. Dat partijen zoals de PVDA Rusland en China niet veroordelen voor bijvoorbeeld de genocide op de Oeigoeren, wat dat laatste land betreft, is voor mij verachtelijk, maar ik zal hen nooit medeplichtig noemen, noch hun ideeën als verachtelijk bestempelen. Hoe moeilijk kan het zijn? Wij komen hier allen op voor de Palestijnen en maken daarvan geen politieke spelletjes ten koste van alle leed dat vandaag in Gaza gebeurt. Mijnheer de eerste minister, ik heb goed geluisterd naar uw antwoord. De cd&v zal de lat niet laag leggen: het gaat niet alleen om participeren, maar om effectief uit te voeren. Het conflict met enorm veel burgerslachtoffers is onder onze huid gekropen. Fractieleden van ons hebben dag en nacht aan het dossier gewerkt. Cd&v zal dus niet zomaar toekijken. Wij zullen vragen blijven stellen en zullen blijven wachten tot er actie komt. Indien ze er niet komt, zullen wij wetsvoorstellen over de nodige sancties blijven indienen. Mijnheer de voorzitter, collega's, toen ik de afgelopen uren de tekst van het voorstel van resolutie kon inkijken, na alle grote verklaringen in de pers, voelde ik al schaamte, maar nu ik hier het makke antwoord van de eerste minister hoor, dan voel ik nog meer schaamte. Ik ben blijkbaar niet de enige, want ik heb op de meerderheidsbanken meer applaus gezien voor de uiteenzettingen van de oppositie dan voor de uwe, mijnheer de premier. Dat doet mij nog veel meer vrezen. Waar gaat de regering naartoe? Hoeveel zal het voorstel van resolutie waard zijn, terwijl het nu al niet veel waard is? Staan daar sancties in die België zal opleggen? Neen, die staan er niet in. Wordt daarin gerept over de genocide? Neen, daarover wordt niet gerept. Zal België Palestina erkennen? Neen. We moeten vandaag echte sancties nemen, Israël en de gruwel moeten gestopt worden. Ga er verdorie mee aan de slag. Mijnheer de voorzitter, collega's, 25 jaar geleden werd in het Parlement een wet goedgekeurd, zodat wij in dit land oorlogsmisdadigers konden aanhouden en berechten. Herinner u de bloedbaden van Sabra en Shatila en Ariel Sharon. Die wet is dode letter gebleven. Al wie vandaag een grote mond opzet en elkaar de zwartepiet toespeelt, moet weten dat er hier de voorbije 25 jaar niets is gebeurd met betrekking tot Israël. Bij de Verenigde Naties werden meer dan 1.600 resoluties goedgekeurd, maar geen enkele ervan werd uitgevoerd. Wij komen nu opnieuw met een voorstel van resolutie. Ik ga ermee akkoord dat het een stap is in de goede richting, maar denken we eens goed na. Een tweestatenoplossing is onmogelijk geworden. Vandaag wonen er 700.000 Israëlische kolonisten, joodse kolonisten, extremistische kolonisten op Palestijns grondgebied op de Westelijke Jordaanoever en de Knesset, het Israëlisch parlement, (…) De eerste 100 dagen van de arizonaregering De eerste 100 dagen van de arizonaregering Mijnheer de eerste minister, zondag was een verjaardag. RTBF, RTL, VTM en VRT berichtten over 100 dagen Arizona. U bracht een goednieuwsshow. U herhaalde op al die zenders één ding steeds opnieuw, namelijk dat de gewone man, de kleine man, niet getroffen wordt door de maatregelen van Arizona. Soms zei u er zelfs bij dat het ging om de kleine man in de privésector. Zoals altijd voeren rechtse partijen natuurlijk immers een verdeel- en heerspolitiek tussen de werknemers van de verschillende sectoren. Wablief? Wordt de kleine man niet getroffen? Ten eerste is er de kleine man in de openbare sector, mijnheer de eerste minister. Is die niet belangrijk? Het gaat om de cipiers, de brandweermannen en de brandweervrouwen. Verder is er de zorgsector en zijn er de leerkrachten. Zijn die allemaal niet de kleine man voor de N-VA? Mogen er voor hen allemaal asociale maatregelen genomen worden? Ten tweede, mijnheer de eerste minister, wordt er in de privésector niemand getroffen? In welke bubbel leeft u? Komaan zeg! U wil met de indexering van de pensioenen sjoemelen. U wil die met drie maanden uitstellen. Opeens 70 euro minder! Dat is niet erg? Dat vindt u niet erg, 70 euro minder? Ha neen, voor een minister is dat geen probleem. Die krijgt 10.000 euro en 70 euro is dan geen probleem. Maar is dat ook voor die gepensioneerden geen probleem? Is dat geen probleem? Er komt een malus voor de pensioenen. U vraagt de mensen tot hun 67 jaar te werken, maar weet u wat dat betekent voor iemand die hard werkt in één van de industriële sectoren? Er wordt hard gewerkt in al die industriële sectoren en toch vraagt u dat de mensen tot hun 67 jaar werken. Maar enfin, dan zal de kleine man niet afzien? U wil de nachtpremies afschaffen voor werk tussen 20 uur en middernacht. Is dat geen probleem voor de kleine man? U wil een blokkering van de lonen. Nul procent verhoging van de lonen in de jaren die komen. Nul procent! Is dat niet de kleine man treffen? Dat is heel gewoon voor eerste minister De Wever. U brengt uw goednieuwsshow: de kleine man wordt niet getroffen. Mijn vraag aan u is duidelijk, mijnheer de eerste minister: meent u dat echt? Natuurlijk, hij meent het. Hij meent dat het allemaal niet echt waar is en dat de mensen niet gaan afzien. Dat is de eerste minister van dit land! Wij gaan (…) Dank u wel, mijnheer Hedebouw. Mijnheer de eerste minister, bij de bespreking van uw beleidsverklaring vroeg ik u: show me the money. Budgettair orde op zaken stellen claimde u toen nog als bestaansreden voor uw regering. Het gegeven dat daarvoor een institutionele hervorming nodig is, gooide u voor de start van uw regering al overboord, maar nu gaat u ook uw voornaamste opdracht zelf overboord gooien. U stelt dat u dit niet gaat nakomen. U wijt dit aan de defensiebudgetten. Nochtans staat die 2% van het bbp in het N-VA-verkiezingsprogramma, die komt niet uit de lucht gevallen. Blijkbaar is het echter wel een verrassing dat daarvan iets wordt uitgevoerd. Hoe staat het met die verdere verhoging van de defensiebudgetten? Minister Prévot zei vanochtend op de radio dat het bij die 2 % zal blijven. Een verdere verhoging is voor een veel verdere toekomst. Dat is iets helemaal anders dan de nooitgenoegretoriek van minister Francken. Na 100 dagen Arizona lijkt het alsof de regeringsonderhandelingen nog steeds voortgaan. Zo zijn er ook nog 24 knelpunten met betrekking tot de Jambontaks. Ik verwacht niet dat u daar vandaag klaarheid over gaat brengen. Wel wil ik duidelijkheid over nog zo'n tegenstelling. Zal deze regering bij haar terugkeerbeleid de ontwikkelingshulp inzetten om de terugnamebereidheid van derde landen te vergroten? Minister Van Bossuyt zegt dat we dat gaan doen. Minister Prévot zegt echter zwart op wit neen in zijn beleidsnota. Wat gaat het nu worden? Vooruit steunt minister Prévot. Gisteren nog waren zij mooi oppositie aan het voeren tegen minister Van Bossuyt in de commissie. Uw regeerakkoord spreekt vaag over een omvattende regeringsaanpak. Zit de ontwikkelingshulp daarin of niet, mijnheer de eerste minister? Collega's, het is allemaal afschuwelijk, zegt de heer Hedebouw. Het is allemaal zwaar onvoldoende, zegt mevrouw Pas. De waarheid ligt wellicht in het midden. Voor de zoveelste keer zal ik de budgettaire uitdaging waarvoor de regering staat, nog eens schetsen. Die lijkt immers niet door te dringen. Bij ongewijzigd beleid zakken wij naar 6 % tekort van het BBP op Entiteit I, dus 45 miljard euro. Dat is de toestand waar we voor staan. Het zou natuurlijk dramatisch zijn, indien we dat tekort op zijn beloop laten, want dan verliezen wij het vertrouwen van de internationale markten. Mijnheer Hedebouw, ik weet dat dat voor u niet belangrijk is. Die markten houden ons echt wel in de gaten. Als men kijkt naar wat er 15 jaar geleden met Griekenland is gebeurd, wat de gevolgen waren van niets doen voor de kleine man, zou dat tot enige verantwoordelijkheid moeten aanzetten. Dat pad zullen we alleszins niet bewandelen. U mag kritiek geven zoveel u wilt, maar die hervormingen zijn noodzakelijk. De hervormingen uit het regeerakkoord, die al omvangrijk zijn, vormen slechts de eerste horde die wij inderdaad moeten nemen om het ergste scenario te vermijden en de totale explosie van het tekort te stoppen. U mag zeggen wat u wilt, maar de gewone werkende mens zal uiteindelijk, als men alle plussen en minnen optelt, de rekening niet betalen. Het is integendeel met de verhoging van de maaltijdcheques op korte termijn, het behoud van de index en ook de fiscale hervorming de bedoeling dat werkende mensen netto extra zullen overhouden, in het bijzonder diegenen die voor een laag of een middelloon werken. Dat is heel belangrijk. Wat de begroting betreft, blijf ik erbij, zoals ik al bij aanvang van de regering heb gezegd, dat er meer nodig zal zijn als we uiteindelijk willen evolueren naar een structureel gezonde begroting en we het evenwicht willen bereiken. Als u dus nu al hel en verdoemenis predikt, zult u nog voor tien jaar werk hebben. Het is beter om van meet af aan eerlijk te zijn in plaats van de waarheid te verbloemen. De regering zal tot de laatste dag aan de bak moeten blijven om de staatsfinanciën eerst in een min of meer aanvaardbare toestand te krijgen en vervolgens structureel te doen evolueren naar een gezonde toestand, opdat mijn opvolger niet zal moet zeggen dat we bij ongewijzigd beleid verder wegzinken, maar dat we aan de oppervlakte komen. Eén legislatuur zal niet voldoende zijn, het zal twee legislaturen inspanningen vergen. Dat is de toestand, ik kan er veel over zeggen, maar dat is de waarheid. De regering slaat de hand aan de ploeg. Na 100 dagen hebben wij toch een duidelijke stempel gedrukt. Wij willen voor Defensie naar 2 % gaan. Dat was inderdaad voor 2029 gepland, mevrouw Pas. Ja, we wilden dat uitvoeren, maar niet zo snel. De belofte is al een decennium geleden gebeurd. De volgende vraag gaat daar trouwens over. Na de NAVO-top van juni zullen wij daadwerkelijk worden geconfronteerd met een wereld die we nog niet kennen en engagementen die dan zullen moeten worden opgenomen. Dat maakt het inderdaad allemaal nog wat erger. Eenvoudig zal dat niet zijn. Het heeft geen zin om dat te ontkennen. We zitten daar ook niet op te wachten. We zullen zien waar we kunnen landen. Voor migratie is inderdaad een paradigmashift nodig. Ook dat is niet van vandaag op morgen gebeurd, maar we voeren op korte termijn wel al een reeks forse verstrengingen uit. We willen meer op controle op de migratiestromen blijven inzetten. Ik merk in Europa ook dat die wind ter zake aan het keren is. We beperken vanaf (…) Kan de micro terug worden opgezet? U hebt nog tijd, mijnheer De Wever. Als men de voorzitter van het Parlement kent, heeft men een voetje voor. Dat werd mij althans verteld, maar dat valt in de praktijk toch aardig tegen, moet ik zeggen, en ik zeg dan nog niet alles wat ik weet. (Hilariteit) Ik was bij de werkloosheidsuitkeringen aangekomen. Dat is een historische hervorming. Dat mag toch gezegd worden. Er wordt al twintig jaar over gesproken. Nu wordt dit uiteindelijk uitgevoerd. Er is ook de shift van wat ik ecologisch dogmatisme zou durven te noemen naar vooruitgangsgeloof, met het na 22 jaar door mij fel begroette uiteindelijke afscheid van de kernuitstap. Ik denk, misschien straal ik dat niet altijd uit, dat we toch trots mogen zijn op wat we in de eerste 100 dagen al hebben kunnen doen. Dat er nog veel bergen buiten categorie op ons wachten, daarvan ben ik mij terdege bewust, mijnheer Hedebouw, maar ik voel bij de bevolking een brede steun voor het beleid dat wij voeren. Misschien kom ik bij een deel van de bevolking dat u nooit ziet en vice versa, ik sluit dat niet uit, maar ik voel het alleszins zo aan. Dank u wel, mijnheer de premier, ook voor uw lovende woorden aan mijn adres. Mijnheer De Wever, het zijn twee verschillende werelden waarin we leven. U zegt dat al die mensen die tot 67 jaar moeten werken uw maatregelen steunen. Dat kan toch niet? Dan leeft u toch in een andere wereld? U zegt dat ik de waarheid verbloem, maar u bent de waarheid aan het verbloemen! U zegt dat er geen alternatief is en dat we geen geld hebben, al zeker niet voor de pensioenen, maar u vindt 17 miljard euro voor Defensie! Dat is dan geen probleem, c'est open bar ! Zo gaat dat. Chez le MR c'est juste la même chose. Il n'y a pas de problèmes! Que vous, les partis droites, soyez comme ça … Dat is logisch. Ik versta dat u voor besparingen bent. Weet u wie er echter nog enthousiast was op de VRT zondag? De heer Vandenbroucke! Dat hebben we gezien op de VRT . Hij zag het zitten. Hij was enthousiast voor al die maatregelen. Dat is nu net zo erg. Dat de N-VA antisociale maatregelen neemt, dat snap ik, maar collega's van Vooruit, waarom gaat u mee in dat verhaal van de N-VA? De mensen doen betalen, is geen linkse politiek. De mensen zullen kwaad zijn en ze zullen ervoor op straat komen in Brussel in de komende weken. In Arizona zit het woord zona. Wij gaan mensen niet met een ziekte vergelijken, dat is niet onze stijl. Dat is de stijl van tegenstanders die ons destijds met corona vergeleken of die van u, die ons een melanoom noemde. Mijnheer de premier, uw beleid is wel even pijnlijk voor de Vlamingen als die huiduitslag. U hebt geen antwoord gegeven op mijn vraag over de ontwikkelingssamenwerking, wat bijzonder veelzeggend is. Mijnheer de premier, het ergste is dat 80 % van de Vlamingen werkt. Waarom dan opnieuw op die Vlamingen besparen? Waarom die Vlaamse middenklasse treffen met een Jambontaks? Bespaar op migratie en op de transfers naar Wallonië. Dat doet u echter niet. Het is meer van hetzelfde, het is Vivaldi 2.0. De NAVO-top en de defensie-uitgaven Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, collega's, in de aanloop naar de NAVO-top heb ik de indruk in een Turkse bazaar terecht te komen, niet om af te dingen deze keer, want ik hoor alleen maar alsmaar hogere cijfers: 2 %, 2,5 %, 3 %, 5 % van het bbp moeten we aan defensie besteden. Begrijp me niet verkeerd: wie de geopolitieke situatie kent, kan niet anders dan concluderen en verdedigt ook dat we extra investeren in een slagkrachtige en een geloofwaardige defensie. We hebben dan ook een paasakkoord gesloten dat onmiddellijk, nog dit jaar, 2 % van het bbp zal besteden aan defensie. Voor heel de legislatuur gaat het om 17 miljard euro extra, een ongeziene inspanning dus. De heropbouw van defensie vraagt naast investeringen ook een draagvlak bij onze bevolking. Ik heb, beste collega's, de indruk dat dat er is. Onze burgers begrijpen dat we extra moeten investeren in veiligheid en ze steunen dat ook. Tegelijk beseffen ze heel goed dat er ook aandacht voor de andere noden in onze samenleving moet zijn. Voor ons is het duidelijk. Laten we stoppen met dat cijferfetisjisme, laten we stoppen met dat opbod. Voor cd&v is het duidelijk: wij pleiten voor realisme in het debat. Laten we de kar niet voor het paard spannen. Voordat we beginnen te goochelen met extra en verhoogde percentages, moeten we eerst nagaan hoe we de extra 2 % structureel zullen financieren in deze legislatuur en, mijnheer de eerste minister, moeten we vooral weten waaraan en hoe we de extra miljarden zullen besteden. Vandaar onze vraag waar uw regering staat met de aanpak van de dubbele uitdaging wat betreft de structurele financiering en de (…) Mijnheer Van den Heuvel, bedankt voor uw vragen, oprecht. De inspanningen die we nu al gepland hebben, zijn inderdaad stevig. We hadden niet gedacht dat we dit jaar al meteen de 2%-norm moesten halen, maar toch zullen we die inspanning moeten leveren. De 2 % is opgenomen in de beleidsnota ven de minister van Defensie, waarover de besprekingen in de commissie lopen. De procedures zijn opgestart. De minister stelt een strategisch plan voor. Daarover blijkt soms wat onduidelijkheid te bestaan. Voor alle duidelijkheid, dat plan is in essentie de doorvertaling van beslissingen die tijdens de vorige legislatuur in de NAVO zijn afgeklopt en bevat de capabilities die ons ten gevolge van die beslissingen door de NAVO worden opgelegd. Daar is geen vrije stemming aan verbonden; dat is wat we móeten doen. Dat plan zal in de regering worden doorgesproken en vervolgens ter goedkeuring aan het Parlement worden voorgelegd. Het spreekt voor zich dat die uitgaven maximaal moeten renderen voor onze veiligheid. De capability gaps moeten worden opgevuld. Daarin hebben we geen keuze, maar we willen uiteraard elke euro maximaal inpassen in efficiëntie voor onszelf en voor de hele samenleving, zo breed mogelijk, en in de samenwerking met de Europese bondgenoten en de NAVO-bondgenoten. Dat is de enige manier om zinvol uit te geven. Wat nu de extra's betreft, mijn antwoord op de vraag over de begrotingssituatie laat weinig ruimte voor verbeelding. We hebben geen bewegingsruimte. We hebben eigenlijk zelfs niet de ruimte om de 2 %-norm te behalen, laat staan dat we snel bewegingsruimte zouden hebben om dat percentage nog voorbij te gaan. Logischerwijze pleiten wij dus bij onze partners voor realiteitszin over dat traject. Minister Prévot is om die reden momenteel in Turkije. Men kan veel cijfers noemen, 3 %, 5 %, nog meer, periodes van zeven jaar, nog korter, maar hoe dat vervolgens allemaal effectief budgettair waargemaakt moet worden zonder drama's te veroorzaken, hoe dat efficiënt mogelijk is, is maar zeer de vraag. Op dat vlak pleiten wij daarom voor realisme. De NAVO-top in juni komt eraan en we zullen zien waar de teller eindigt. Dan komt de regering bijeen om daar een antwoord op te bieden. Het lijkt me logisch dat ons land, dat het NAVO-hoofdkwartier op zijn grondgebied heeft en dat een founding father is, de nodige voorzichtigheid aan de dag legt. Mijnheer de eerste minister, ik dank u en ben blij dat ik het woord realisme hoor. Voor realisme pleiten wij immers absoluut ook in het huidige debat over hogere defensie-uitgaven. Voor ons zijn er daarbij twee belangrijke zaken, namelijk dat u op zoek gaat naar structurele financiering van de extra miljarden euro voor het Defensiebudget, zonder dat u de andere noden in onze samenleving wegduwt en dat u de extra miljarden euro's efficiënt besteedt. Het wordt hoog tijd dat wij een nieuwe strategische visie op de militaire aankopen ontwikkelen. Het is absoluut nodig dat dossier efficiënt aan te pakken met meer Europese samenwerking en zeker en vast ook met meer samenwerking met onze buurlanden om de Europese pijler in de NATO uit te bouwen. De vrijgave van het mailverkeer over corona Mijnheer de voorzitter, de Europese instellingen kregen deze week een duidelijk signaal van het Europees Hof: transparantie is geen optie, het is een verplichting. Mevrouw von der Leyen wordt door het Hof op de vingers getikt omdat ze halsstarrig weigert haar communicatie – haar e-mails, haar sms'en – over de vaccindeals vrij te geven. De burgers hebben recht op duidelijkheid over hoe beslissingen tot stand kwamen die hun levens beïnvloedden en hun vrijheden beknotten. Dat roept onvermijdelijk de vraag op hoe het nu zit in België. Er werd een procedure ingediend bij de Raad van State door HLN om ook uw communicatie tijdens de coronacrisis, zoals e-mails, sms’en en whatsapps, op tafel te krijgen. Die zaak zou ondertussen afgesloten zijn, zonder volledige transparantie. Blijkbaar beschouwt u daarmee het hoofdstuk als afgesloten. U hebt zelfs hemel en aarde bewogen om hier vandaag niet op mijn vraag te moeten antwoorden. Mijnheer de minister, voor ons is de kous niet af. U hebt in volle crisis verregaande beslissingen genomen: avondklokken, sluitingen, vaccinbeleid, op basis van adviezen en overlegmomenten die niet transparant waren. De bevolking heeft offers gebracht, vrijheid ingeleverd en vertrouwen gesteld in een overheid die haar zou beschermen. Wie regeert met bevelen, moet verantwoorden met bewijzen. Het minste dat u kunt doen, is openheid geven over hoe en met wie die beslissingen tot stand kwamen. Aangezien er in het verleden door uw grootste coalitiepartner veel vragen over werden gesteld, zal dat nu waarschijnlijk geen probleem zijn. Mijnheer de minister, zult u, in het licht van de Europese rechtspraak en uit respect voor het democratisch recht op transparantie, uw sms’en, e-mails, whatsapps en dergelijke alsnog vrijwillig en integraal publiek maken? Of wacht u verdere gerechtelijke stappen af? Mevrouw Sneppe, ik licht even toe waarom de Europese Commissie in het ongelijk wordt gesteld door het Europees Hof van Justitie. Het Hof zegt dat de Commissie gewoon niet kan uitleggen waarom zij niet in het bezit zou zijn van de gevraagde documenten. Daarover gaat het. Dat is iets heel anders dan de principiële discussie over de openbaarheid van documenten waarvan men zegt dat men ze in zijn bezit heeft. We leven in een rechtsstaat en we moeten ons in dit land dus absoluut en scrupuleus houden aan onze wetgeving inzake openbaarheid van bestuur. Die legt verplichtingen op die duidelijk gekaderd zijn, bijvoorbeeld voor e-mails. Men moet rekening houden met het geheim van beraadslaging van de federale regering. Dat verhindert om bepaalde documenten en mails publiek te maken. Men moet de persoonlijke levenssfeer beschermen van personen betrokken bij of vermeld in e-mails. Men moet het beroepsgeheim van advocaten die deelnemen aan e-mailverkeer respecteren. Men mag de federale internationale betrekkingen van België niet in gevaar brengen. Men moet het vertrouwelijk karakter van bedrijfsgeheimen en intellectuele eigendom respecteren. Men moet rekening houden met het onvolledige karakter van heel wat werkdocumenten. Dat alles zegt de Belgische wetgeving inzake openbaarheid van bestuur. Dat zijn de principes en ik vind dat ik en eender welke minister ze moet respecteren. Ik doe dat ook in procedures die lopen zoals procedures in een rechtsstaat moeten lopen. Daarover gaat het. Als u hier nu, bij wijze van voetnoot, komt beweren dat de adviezen uit de covidperiode niet publiek zijn, dan is dat totaal onjuist. Alle adviezen die door officiële instanties werden verstrekt, zijn publiek. Mijnheer de minister, als een minister in crisistijd beslissingen neemt die miljoenen mensen raken en die honderden miljoenen euro belastinggeld kosten, dan hoort daar transparantie bij en geen doofpot. Als het Europees Hof zelfs de voorzitter van de Europese Commissie op de vingers tikt, is het ronduit beschamend dat u hier blijft zwijgen over uw eigen communicatie. Sms'jes, mails, appjes, overleg met farmabedrijven, het gebeurde allemaal achter gesloten deuren. U vraagt vertrouwen van de burger maar weigert zelf open kaart te spelen. Dit is pure arrogantie. Wij vragen niet om privézaken, wij vragen inzage in het beleid en de besluitvorming die onze grondrechten hebben beperkt. Als u echt niets te verbergen hebt, gooi die sms'jes, appjes en e-mails dan op tafel. De waarheid is dat het hoofdstuk pas is afgesloten als het volledig gelezen is. Dat kan pas als alle informatie op tafel ligt. De belastingheffing voor Franse staatsburgers die voor de Belgische overheid werken De belastingheffing voor Franse grensarbeiders De belastingheffing voor Franse grensarbeiders Monsieur le ministre, le 17 mars dernier, un accord à l'amiable entre les administrations belge et française est venu modifier l'application de la convention fiscale de 1964 pour les travailleurs français employés dans le secteur public belge. Depuis le 17 mars 2025, leur salaire est donc imposable en Belgique via le précompte professionnel, y compris pour les revenus 2024, et ce, sans aucune période transitoire. Cela contraste fortement avec la situation dans le secteur privé pour lequel un moratoire est prévu jusqu'en 2033, permettant le maintien de la taxation en France. Nous comprenons que la nouvelle convention signée en novembre 2021 n'apportera pas d'amélioration à ce sujet. Cette décision aura des conséquences importantes pour les employeurs publics belges, en particulier en province de Luxembourg, où de nombreux hôpitaux, maisons de repos et administrations communales comptent une part significative de personnel français. Les pertes salariales de plusieurs milliers d'euros par an pourraient entraîner des départs massifs, aggravant la pénurie de personnel entre autres dans le secteur des soins de santé. De plus, vu la proximité du Grand-Duché de Luxembourg et tenant compte de la possibilité de retourner en France, où les perspectives sont souvent plus avantageuses, ces départs semblent réellement possibles. Monsieur le ministre, quelles mesures le gouvernement envisage-t-il de prendre pour atténuer l'impact financier de cette décision sur les travailleurs concernés? Serait-il possible de conclure un nouvel accord à l'amiable avec la France afin de prévoir un moratoire jusque 2033, par exemple, comme dans le secteur privé? Un protocole additionnel à la nouvelle convention est en cours de négociation. Est-il prévu d'y inclure une clause permettant l'imposition en France de ces travailleurs? Enfin, comment le gouvernement compte-t-il garantir la continuité des soins et éviter une aggravation de la pénurie dans les hôpitaux et les maisons de repos concernés? Monsieur le ministre, il y a effectivement une convention préventive de double imposition de 1964. En 2011, il y a eu un avenant qui prévoyait, tant pour le secteur public que pour le secteur privé, une mise en application après le 31 décembre 2033. Une nouvelle convention préventive a été négociée en 2021. Dans cette négociation, on a senti la volonté d'imposer les travailleurs dans le pays de travail. C'est une tendance générale au niveau de l'OCDE. C'est ce vers quoi on va. Seulement, parmi les travailleurs publics, il y a aussi les travailleurs du secteur hospitalier public, notamment en province de Luxembourg mais aussi dans le Hainaut – c'est un hôpital très important qui est concerné. Dès lors, on a tout de suite alerté votre prédécesseur, Vincent Van Peteghem, et le ministre Vandenbroucke par rapport à la nouvelle convention préventive de 2021 pour qu'on fasse attention au fait que cela risquait de mettre nos hôpitaux en péril. Ils ont obtenu un moratoire pour 2023, un moratoire jusqu'au 31 décembre 2024. La discussion devait ensuite intervenir dans la nouvelle convention préventive de 2021 avant qu'elle ne passe au Parlement pour qu'on règle cela et qu'on prolonge jusqu'en 2033. Et puis, on apprend qu'une circulaire, qui n'a rien à voir avec le processus d'approbation des conventions, a été prise et qu'elle prévoit une interprétation de 1964 qui va à l'encontre de tout cela. Cela ne va pas, monsieur le ministre, et on attire votre attention là-dessus parce que les infirmières vont soit retourner en France soit aller au Grand-Duché de Luxembourg, qui les rémunèrent le double de ce que nous les rémunérons. Il faut donc vraiment faire quelque chose. Sinon, on va aggraver la pénurie et rendre le problème fondamental pour nous. Monsieur le ministre, la question était adressée à votre collègue Frank Vandenbroucke. Cet accord est intervenu un peu brutalement, personne n'avait l'air au courant. Je vois que mes collègues de la majorité n'étaient pas plus informés que moi. Cet accord a des conséquences dramatiques puisqu'il va générer des problématiques importantes pour toute une série de services publics. Il y a là clairement une attaque et une agression contre les services publics. Cela affectera les maisons de repos. Vous savez par exemple qu’à Florenville, 80 % du personnel des deux maisons de repos est français. Cela affectera les hôpitaux. Le ministre Vandenbroucke connaît bien la situation de Vivalia. Il pourra en témoigner. Quatre-cents équivalents temps pleins y sont concernés, sur environ 2 800 travailleurs – ce qui fait plus que 400 travailleurs. L'hôpital Les Marronniers en Wallonie picarde est aussi concerné à hauteur de 300 personnes. Les conséquences de cette décision, que je ne jugerai pas ici, vont être dramatiques. La question est de savoir comment on va réagir, maintenant que vous êtes conscient des difficultés. Quelles réponses seront apportées? À défaut, ce sont les patients, les aînés et les personnes handicapées qui vont souffrir de cette situation. Cette décision brutale est évidemment intolérable. Comme mes collègues l'ont dit, le secteur privé bénéficie d'un moratoire, ce qui laisse le temps de s'adapter, mais ce n’est pas le cas pour le secteur public, où c'est d'application immédiate. Je ne comprends pas pourquoi cette décision brutale a été prise. Chers collègues, en mars dernier, les administrations fiscales belge et française ont en effet conclu un accord interprétatif concernant le traitement des salaires des travailleurs frontaliers exerçant dans le secteur public. Comme vous le signalez très justement, cet accord pose de nombreux problèmes. C'est pourquoi j'ai immédiatement demandé à mon administration de les examiner et de prévoir les mesures transitoires nécessaires. Pour ma part, il ne peut, en aucun cas, être question de rétroactivité. Cet accord ne sera pas appliqué dans un sens défavorable aux contribuables. Une période transitoire sera mise en place, au moins jusqu'à la fin de l'année. Les autorités françaises en seront informées. Une nouvelle communication claire de la part du SPF Finances à l'attention des contribuables concernés suivra dans les plus brefs délais. Monsieur Courard, étant donné que cette mesure ne sera pas appliquée en l'état, elle n'entraînera aucun impact sur les hôpitaux. Cette question sera définitivement réglée entre la Belgique et la France au moyen du protocole de la nouvelle convention préventive de la double imposition. Je suis extrêmement satisfaite de votre réponse, monsieur le ministre. Ma première urgence était justement de vous demander des mesures transitoires pour reporter l'échéance de l'application de ce qui a récemment été annoncé par courrier dans les communes. Ma deuxième urgence était de chercher des solutions internationales et pas uniquement bilatérales, de façon à ce que la mesure soit beaucoup plus pérenne. Votre réponse est vraiment parfaite. Les Luxembourgeois n'auraient absolument pas compris pourquoi vous ne les écoutiez pas et ne mesuriez pas l'urgence de la situation. Alors, merci pour eux et pour tous les travailleurs. Monsieur le ministre, j'ai connu votre efficacité par le passé, et je constate qu’elle est toujours là en tant que ministre des Finances. La solution est donc trouvée: le moratoire s’étend jusqu’en 2033 pour le secteur privé. Maintenons-le encore pour le secteur public. De toute façon, l’imposition des travailleurs va changer dans toute l'Europe et dans l’OCDE, mais il est essentiel de nous accorder le temps nécessaire pour y parvenir. Cette mesure était déjà appliquée aux nouveaux engagements, elle concerne désormais la situation actuelle. Ainsi, la stabilité est préservée dans nos secteurs hospitaliers et chacun y trouve satisfaction. Merci beaucoup, monsieur le ministre, je n’ai jamais douté de votre réponse. Monsieur le ministre, votre réponse apporte une certaine assurance à court terme. Votre réponse est certes rassurante, mais nous resterons attentifs sur le sujet car il faut une solution durable au problème. Si la solution est bonne jusqu’à la fin de l’année, c’est une avancée positive. Toutefois, le problème persistera au-delà. Nous comptons donc sur vous et resterons attentifs à la suite que vous y apporterez. Cette situation démontre aussi la nécessité de réinvestir dans les soins de santé. C’est pourquoi j’ai posé la question à M. Vandenbroucke. Nous avons en effet besoin d’infirmiers, de personnel soignant, de bras wallons et belges au sein de ce type de structures. Il faut évidemment renforcer les moyens alloués au secteur médical. Je ne reviendrai pas sur les raisons du manque de personnel, mais le sous-financement de la sécurité sociale en est l’une des causes. J'espère que cela fera réfléchir également pour renforcer les moyens en la matière. Je vous remercie. De studie over de evolutie van het vermogen van de Belgen Het leven is duurder geworden, maar we zijn rijker dan ooit. Vandaag stond in de kranten dat de welvaart van de Belgen is gestegen. Jawel, die is gestegen, ondanks de inflatie. De belangrijkste verklaring daarvoor is duidelijk: de index. De index, die Vooruit beschermd heeft. De index, die garandeert dat als het leven duurder wordt, ook het loon stijgt. Dat is toch niet meer dan normaal? Automatisch, en altijd, voor iedereen. Net daarvoor heeft Vooruit keihard gestreden, keihard gevochten: voor de index, om de koopkracht van de mensen te beschermen. Ik breng geen goednieuwsshow. We zien dat de inkomensongelijkheid nog nooit zo groot geweest is en dat aan de ene kant mensen amper iets opzij kunnen zetten, amper iets kunnen sparen, terwijl aan de andere kant de superrijken alleen maar rijker worden. Dat is het probleem. Op hun belangrijkste inkomsten, bijvoorbeeld die uit aandelen, betalen ze nul euro. U hoort het goed: nul euro belastingen. Dat is de realiteit. De rijken worden slapend rijk, terwijl de mensen die gaan werken, de helft van hun loon aan belastingen betalen. Dat is de realiteit. Ze betalen veel te veel omdat de superrijken vandaag niets betalen voor de meerwaarde op hun aandelen. Net daarom heeft deze regering met Vooruit de lasten op arbeid verlaagd, en eindelijk – u hoort het misschien niet graag – een historische meerwaardebelasting ingevoerd zodat de sterkste schouders eindelijk zullen bijdragen. Daar heeft Vooruit keihard voor gevochten. Die meerwaardebelasting komt er nu, u hoort het goed. Die meerwaardebelasting komt er nu. Mijnheer de minister, de regering zal er voor zorgen dat iedereen bijdraagt, ook de sterkste schouders. Mijn vraag, mijnheer de minister, is wanneer we het wetsontwerp over die meerwaardebelasting kunnen verwachten. Uw vraag gaat over zeer goed nieuws, namelijk de stijging van het gemiddeld vermogen van alle inwoners van dit land. Wat bleek ook uit die studie? Het gaat vooral om mensen die werken en sparen. Dat is ongelooflijk nieuws, want dat is ook net het accent dat deze regering wil leggen. Mensen die werken en sparen, moeten daar meer van overhouden dan vroeger. Dat is zeer goed nieuws en ik ben blij dat u die studie hier aanhaalt. U leest toch nog kranten, wat mij tevreden stemt. We willen werken dus lonender maken, zeker voor de laagste lonen. U spreekt over inkomensongelijkheid, maar volgens mij zegt die studie daar niks over. De inkomensongelijkheid in dit land is nog altijd bij de laagste van de Europese landen. Dat komt omdat 70 % van de Belgische huishoudens hun eigen huis bezitten. De regering zet ook in op het bezit van de eigen woning, bijvoorbeeld door middel van de verlaging van de btw op de sloop en heropbouw. Dat houdt een belastingverlaging van 250 miljoen euro in. Voor een gemiddelde woning komt dat neer op 48.000 euro. Dat is het beleid van deze regering. Mijnheer El Yahkloufi, verder stellen we vast dat 45 % van de inwoners van dit land belegt. Het gaat dus niet alleen om de superrijken. Ik kom tot uw vraag. De regering bespreekt momenteel die meerwaardebelasting. Zodra daarover een beslissing is genomen, zal de regering daarmee naar het Parlement komen. Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord. Collega's, het regeerakkoord is duidelijk: er zal een algemene meerwaardebelasting komen van 10 % voor meerwaarde op aandelen. Eindelijk zullen ook de grote vermogens eerlijk bijdragen. Het rapport van de FOD Financiën toont ook aan dat het de superrijksten zijn die deze meerwaardebelasting zullen betalen. Vooruit is en blijft de partij van de koopkracht. De mensen kunnen op ons rekenen. Wij beschermen de index, verlagen de lasten op arbeid en zorgen ervoor dat er een eerlijke bijdrage is van de grootste vermogens. Juist daarom, collega's, zit Vooruit mee in deze regering. De ontsnappingen uit gevangenissen De ontsnappingen uit gevangenissen Mevrouw de minister, collega's, bij Justitie is er nooit een saaie dag, elke dag gebeurt er wel iets. Bovenop alle andere gekende problemen is het momenteel blijkbaar in om uit de gevangenis te ontsnappen. Vorige week zaterdag liep er in Brugge iemand de deur uit, maandag maakten twee mannen een gat in de muur van hun cel en gisteren zijn er zes gevangenen in de vrije natuur verdwenen in Saint-Hubert. Met een beetje slechte wil, mevrouw de minister, zou men bijna kunnen zeggen dat men tegenwoordig sneller de gevangenis uit kan lopen dan dat men opgesloten wordt. Ik overdrijf natuurlijk, maar u begrijpt wat ik bedoel. Trouwens, collega's, misschien weet u het niet, maar 5 % van de enkelbanden wordt doorgeknipt. Dat ging vorig jaar alleen al over 245 personen. Daarnaast worden voorwaarden gelinkt aan de enkelband niet nageleefd. Meer dan 700 personen zijn buiten de cirkel gegaan waar ze mochten komen. Ook dat is ontsnappen. Die situatie mogen we eigenlijk niet aanvaarden, mevrouw de minister. Het is niet goed voor het imago van de overheid en van Justitie. De politiediensten moeten opnieuw het werk doen, terwijl die eigenlijk hun handen al vol hebben. Er ontstaat een gevoel van onveiligheid, een gevoel van straffeloosheid. Bovendien kosten die enkelbanden elke keer opnieuw veel geld. Het is gek, maar ontsnappen op zich is in dit land niet strafbaar. De N-VA-fractie pleit er al jaren voor om ontsnappen wel strafbaar te maken. Dat werd nu ook eindelijk in het regeerakkoord ingeschreven. Ik heb enkele eenvoudige vragen. Ik zou graag willen weten of iedereen al gevat is. Zult u onderzoeken hoe die ontsnappingen konden gebeuren, met de bedoeling die te voorkomen? Ze mogen immers niet voor herhaling vatbaar zijn. Er is heel veel werk aan de winkel binnen Justitie, maar dit is een quick win. Wij hebben teksten, u ook vermoed ik. Mevrouw de minister, kunnen we die alstublieft zo snel mogelijk bespreken in dit Parlement? Ik dank u. Mevrouw de minister, ontsnappingen uit gevangenissen zijn niet fijn voor een minister van Justitie. Ik veronderstel dat het voor sommigen simpel zal zijn en dat het de schuld is van de vorige regering of de vorige minister van Justitie. Nee, het Parlement verdient beter. We weten dat het niet zo simpel is. Ik weet wel dat er door bepaalde partijen van de arizonaregering hard is geroepen om een kordate strafuitvoering. Intussen zit deze regering, als ik goed heb geteld, 102 dagen in het zadel en gisteren hebben we tot bijna middernacht de beleidsnota van Justitie mogen bespreken. Mevrouw De Wit was daar ook bij, uiteraard. Wat daarin werd aangekondigd aan extra gevangeniscapaciteit voor 2025 is het detentiehuis in Olen en het transitiehuis in Hamme en voor 2026 de gevangenis van Antwerpen. Dat zijn beslissingen van de vorige regering, dames en heren, en wat de gevangenis in Antwerpen betreft, dat is een beslissing van 2008. Als ik mij niet vergis, was Jo Vandeurzen toen minister van Justitie. Met het paasakkoord werd een noodwet aangekondigd om de uitstroom te verhogen, maar gisteren in de commissie was er bij mijn weten geen sprake meer van die noodwet, laat staan dat er sprake was van concrete plannen voor bijkomende capaciteit door bijvoorbeeld unitbouw. Er was geen concreet stappenplan, geen ambitie. Met de 55 miljoen euro die u hebt gekregen voor de strafuitvoering kunt u inderdaad niet veel bijkomende capaciteit voorzien. Dat is ook wat u gisteren zei in de commissie voor Justitie. Het is onvoldoende om alle ambities uit het regeerakkoord te realiseren. Mijn vragen, mevrouw de minister, zijn simpel. Net zoals collega De Wit wil ik graag weten wat u kunt zeggen over de omstandigheden van de ontsnapping. Een serieuze bocht, ik geef het toe. Gaat deze regering nu extra gevangeniscapaciteit voorzien? Wat is het plan met de 55 miljoen euro extra middelen? We mogen dat stilaan weten. Dank u wel, collega Van Tigchelt. Het onderwerp van uw vraag was ontsnappingen uit de gevangenis. Gelukkig hebt u over dat laatste woord toch wel iets gezegd. Over de ontsnappingen ging het wat minder. Mevrouw De Wit en mijnheer Van Tigchelt, gisteren hadden we het bij de bespreking van mijn beleidsnota gedurende tien uur over hetgeen we met de middelen willen doen. Daarover is het laatste woord zeker nog niet gezegd, maar dat we ambitieus zijn in de creatie van capaciteit, onder meer door het inzetten op terugkeer, door het aandacht besteden aan geïnterneerden en door het voorzien in bijkomende plaatsen, staat als een paal boven water. Het is dus iets te kort door de bocht te beweren dat wij geen ambitie op het vlak van capaciteit aan de dag zouden leggen. Integendeel, we zullen in tegenstelling tot vroeger de daad bij het woord voegen. Wanneer gevangenen uit de gevangenis ontsnappen, roept dat grote bezorgdheid en frustratie op, ook bij mij. Ik ben mij er terdege van bewust dat elke ontsnapping het vertrouwen in het gevangenissysteem kan aantasten. Gisterenavond, tijdens onze bespreking, kwam het bericht van de ontsnapping van de gevangenen in Saint-Hubert. Het vertrouwen en de verantwoordelijkheid die aan gedetineerden met een laag risicoprofiel in een open instelling als Saint-Hubert met het oog op hun re-integratie wordt gegeven, werd in dit geval door een aantal gedetineerden misbruikt. Mevrouw De Wit, gelukkig konden alle voortvluchtigen dankzij het snelle en accurate optreden van de penitentiaire beambten, justitie en politie, inmiddels worden ingerekend. Dat was ook het geval bij de recente ontsnappingen uit de gevangenissen van Brugge en Gent. In Gent konden de vluchtende gedetineerden nog binnen de gevangenismuren worden gevat. Na elke ontsnapping en ook pogingen daartoe wordt een onderzoek naar de oorzaken gevoerd, mevrouw De Wit. Alle mogelijkheden tot verbetering worden na die analyse zo snel mogelijk in de praktijk gebracht om nieuwe incidenten te vermijden. Daarnaast worden de betrokken gedetineerden in veel gevallen naar een andere gevangenis overgebracht of aan een ander regime onderworpen. Eveneens wordt geëvalueerd of het algemene regime in de instelling, in dit geval de open gevangenis in Saint-Hubert, moet worden bijgestuurd. Het waarborgen van veiligheid is immers essentieel, ook van degenen die in de gevangenis werken. Samen met de regering wil ik een vuist tegen het fenomeen, omdat het afbreuk doet aan het vertrouwen in het gevangenissysteem. We werken daarom aan een wettekst om ontsnappingen uit de gevangenis, sabotage van de enkelband en het overtreden van de voorwaarden strafbaar te stellen. De eerste pennentrekken om dat in een wet te gieten, zijn al gezet en hopelijk kunnen we snel de bespreking in de commissie voeren. Daarnaast zetten we in op de uitbreiding van het aantal extra beveiligde cellen voor gedetineerden met een hoog of een verhoogd ontvluchtingsrisico. We willen ook technologie inzetten, zoals drones en camera's, om het toezicht en de veiligheid in en rond de gevangenissen te versterken. Onze ambitie is heel duidelijk. Dat hebben we gisteren heel duidelijk besproken. Terwijl de reclassering en de re-integratie in de samenleving in detentie desgevallend al moet kunnen worden voorbereid, zullen we er tegelijkertijd alles aan doen om ontsnappingen te vermijden en streng optreden tegen ontsnappingen en de sabotage van enkelbanden. Dat is voor mij immers ook een onderdeel van een rechtvaardige justitie. Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik ben eigenlijk van mijn melk door het schaamteloze bochtenwerk dat ik van uw voorganger heb gehoord. Ik kan daar niet van over. De puinhoop die u moet opruimen, is door hem veroorzaakt. Mijnheer Van Tigchelt, u hebt 15 detentiehuizen beloofd en 2 afgeleverd. Hoeveel gevangenissen hebt u in de steigers gezet voor de volgende regering? Geen enkele. Mevrouw de minister, er ligt nog veel werk op de plank, maar vele handen maken licht werk. Wij willen u helpen. Onze teksten om ontsnappingen strafbaar te stellen, liggen al klaar en wij kunnen daar volgende week mee naar het Parlement komen. Laten we dat gewoon doen. Dat is een quick win en dan kunt u zich focussen op de andere problemen. Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. De mirakeloplossing bestaat niet en die verwachten we ook niet. Ik moet het gisteren dan toch niet goed gehoord hebben. Ik weet niet wat er zal gebeuren met de 55 miljoen euro. Gaat die naar extra detentiehuizen? Eén detentiehuis kost 15 miljoen euro. Of gaat die naar de prefinanciering van de enkelbanden, zoals door uw Vlaamse collega Demir wordt gevraagd? Het enige wat wij vragen, is concrete acties die overeenstemmen met de door de arizonacoalitie gedane beloftes. Ik heb daarnet het debat over Gaza gevolgd. Ik heb daar geen ploeg gezien, maar wel politieke partijen die een verschillende taal spreken. Ik hoop dat u dat niet zal overkomen bij Justitie, want dat is niet wat Justitie verdient. Ik wens u veel succes. Het intensieve gebruik van start- en landingsbaan 01/19 op Brussels Airport Monsieur le ministre, le Brabant wallon et le sud de Bruxelles étaient déjà victimes de survols intempestifs depuis de nombreuses années, liés aux atterrissages en piste 01, mais aujourd'hui la situation est véritablement dramatique. Les riverains sont à bout. Ils appellent au secours: "Par pitié, faites quelque chose" m'envoie ce matin encore une habitante de Waterloo. Un autre dénonce: "Invivable, inacceptable, injuste. Des avions bruyants de jour comme de nuit car la Belgique ne respecte ni les législations ni les décisions de justice." Monsieur le ministre, depuis le 28 avril dernier, les conditions d'utilisation de la piste 07 ont été modifiées et, aujourd'hui, tout repasse en piste 01. Celle-ci devient une piste sous-préférentielle, ce qui veut dire que l'on augmente encore de façon intensive son usage, déjà abusif. Monsieur le ministre, qui a donné cette instruction? Étiez-vous au courant? Pouvez-vous nous fournir l'instruction par écrit? Êtes-vous conscient des conséquences dramatiques de cette utilisation abusive pour les habitants? Je pense qu'il est temps de respecter ces derniers, de respecter leur santé et leur bien-être et de trouver une solution équilibrée au survol de Bruxelles et du Brabant wallon. Madame la députée, comme vous le savez, depuis le début du mois de mai, notre pays est confronté à une situation météorologique particulièrement défavorable, marquée par des vents soutenus et persistants du secteur Nord-Est, rendant peu sûr l'usage des pistes préférentielles qui sont habituellement utilisées pour limiter les nuisances sonores dans les zones densément peuplées. C'est dans ce contexte que les services de contrôle aérien ont été contraints de recourir de manière inhabituelle à la piste 01 pour les atterrissages, conformément aux impératifs de sécurité aérienne. Je tiens à rappeler que la sécurité des passagers, des équipages et des populations survolées est et restera la priorité absolue dans le respect des obligations européennes. C'est pourquoi j'attire votre attention sur le fait que cette situation météorologique exceptionnelle s'inscrit également dans un contexte plus large de réorganisation temporaire des schémas d'exploitation des pistes de Bruxelles-National, consécutivement à un audit mené en mars 2024 par l'Agence Européenne de la Sécurité Aérienne (EASA). Les exigences imposées par la Commission européenne en la matière doivent être appliquées et elles le seront, puisqu'il s'agit de questions relatives à la sécurité aérienne. Cela dit, elles le seront après l'identification des solutions qui perturberont le moins possible, sur le plan des nuisances sonores et de l'impact environnemental, les populations survolées. En conclusion, ces mesures temporaires obéissent à un double impératif: sécurité immédiate et mise en conformité progressive avec les standards européens. La situation actuelle doit être lue comme une phase de transition avant la stabilisation d'un schéma d'exploitation conforme, sécurisé et mieux équilibré sur le plan de l'impact environnemental. Je reste bien évidemment attentif aux préoccupations des habitants et des représentants locaux. Et je veillerai également à ce que cela se fasse en toute transparence. Monsieur le ministre, vous évoquez la sécurité, mais c'est parce que la Belgique était en défaut depuis janvier 2024, car n'ayant pas publié les fameuses procédures RNP de guidage par satellite, que l'audit a eu lieu sur demande européenne. Pourtant, ces procédures existent car elles avaient déjà été publiées de manière temporaire pendant les travaux. Il suffit donc de les reprendre et de les rendre permanentes pour être en ordre. Monsieur le ministre, de jour comme de nuit, les riverains sont matraqués toutes les 10 à15 secondes par des avions bruyants, par du bruit strident. C'est invivable. Des solutions existent et je pense qu'il est vraiment temps d'agir. Je vous remercie d'avance. De Brussels Pride en de lgbtqia+-rechten De Pride Week en de strijd voor een inclusievere en veiligere samenleving voor iedereen Monsieur le ministre, ce samedi, dans les rues de Bruxelles, ce sera la Pride. Nous allons évidemment célébrer la diversité. Nous allons célébrer la protection des droits des personnes LGBTQIA+, avec une pensée pour les endroits où ces droits sont sous pression. Je pense par exemple à la Hongrie de Viktor Orbán, où on sait qu'il n'y aura peut-être même pas de Pride. En tout cas, les gens se battent là-bas pour qu'elle puisse avoir lieu. Mais ces droits sont aussi sous pression ici en Belgique. Cette semaine, pas plus tard qu'hier en fait, ont comparu devant le tribunal correctionnel de Bruxelles des individus qui ont piégé des personnes homosexuelles au moyen d'applications de rencontres, dans ce qu'on peut appeler des guets-apens. C'est un processus relativement nouveau, violent et qui ne vise pas simplement à tabasser des personnes gays mais à envoyer un message d'intimidation qui est de dire: "N'utilisez pas de telles applications. Ne vous rencontrez pas. Ne soyez pas libres." Cela, évidemment, est inacceptable. Ce ne sont pas des cas isolés. Ainsi, quand on regarde les chiffres 2024 d’Unia – cette institution à qui vous avez eu la riche idée de prendre 25 % de ses ressources –, on voit que 35 % de dossiers concerneraient des actes de haine à caractère homophobe, lesbophobe ou biphobe, avec la particularité que les discours et les actes de haine y sont plus nombreux que pour les autres critères protégés par la loi. Enfin, dernier signal alarmant, il apparaît que la tolérance envers les personnes LGBTQIA+ est en baisse, en ce compris chez les jeunes. C'est ce qui ressort d'une étude réalisée en Flandre par la Jeugdonderzoeksplatform, une plateforme qui regroupe l’université de Gand, la KU Leuven et la VUB. En résumé, il s'agit de faits plus nombreux et plus violents et d'un climat général de moins de tolérance. Je crois que cela doit vraiment nous alerter. Il faut voir les choses en face. Nous sommes dans une phase de recul des droits fondamentaux, dans une phase de repli et de conservatisme qui, par simplisme, tend à tout confondre. Au-delà des slogans un peu creux et de la baisse de 25 % de l'organisme supposé aider à les défendre, quelles sont les mesures que vous allez prendre, l’Arizona et ce gouvernement, pour aider ces personnes? Monsieur le ministre, je voudrais aussi parler de ces agressions, qui ne sont pas des faits divers. Chaque semaine, des personnes LGBTQIA+ sont passées à tabac. On leur tend des guet-apens via des applications de rencontre. Pourquoi? Parce que leur identité, leur liberté ne conviennent pas à certaines personnes. Il y a quelques semaines, je vous ai interrogé sur le harcèlement en rue et le sentiment d'insécurité vécu par les femmes. Les chiffres de 2024 quant aux violences contre les personnes LGBT ne sont pas meilleurs. Le 12 mai dernier, le Centre interfédéral pour l’égalité des chances (Unia) et l'Institut pour l’égalité des femmes et des hommes (IEFH) ont à nouveau tiré la sonnette d'alarme. Ces faits de violence et de discrimination sont des attaques contre les droits fondamentaux, droits qui sont remis en cause un peu partout dans le monde, mais aussi chez certains de nos voisins qui sont membres de l'Union européenne. La Belgique a toujours été précurseur en la matière. Elle doit continuer à montrer l'exemple et doit rester inclusive et sûre pour tout le monde. Il s'agit vraiment d'un combat de tous les jours. L'accord de gouvernement se positionne clairement en faveur des personnes LGBT. Dans votre note de politique générale, vous indiquez votre volonté de mettre en place un plan interfédéral à ce sujet, depuis longtemps demandé par Unia. Monsieur le ministre, quelle est votre stratégie pour mettre en place ce plan interfédéral avec les autres niveaux de pouvoir? Quel est votre timing? Quelles actions prioritaires comptez-vous mettre en place avec vos collègues de l'Intérieur et de la Justice? Monsieur De Smet et madame Pirson, je vous remercie pour vos questions. La Belgique passe en effet de la troisième à la deuxième place de la Rainbow Map – classement européen annuel des droits LGBTI+ – publiée cette semaine par European Region of the International Lesbian and Gay Association Europe (ILGA-Europe). Pourtant, la Pride Week reste un événement nécessaire, même en 2025. Les chiffres de la tolérance sont en effet en recul. Ce phénomène touche le monde entier. Citons Trump aux États-Unis, Orbán en Hongrie et Meloni en Italie. Notre pays n’est pas épargné. Comme l’a révélé cette semaine l’étude d’Unia, 135 faits liés à l’orientation sexuelle ont été signalés l’an dernier. Cette estimation est d'ailleurs largement inférieure à la réalité car de nombreuses victimes n’osent pas signaler les faits. Ce qui m’inquiète le plus, c’est que cette tendance touche principalement les jeunes. C’est précisément dans cette tranche d’âge que la tolérance envers les personnes LGBTI+ est en baisse. En tant que pouvoir public, notre mission est de les protéger. Je prendrai donc mes responsabilités en tant que ministre de l’Égalité des chances. Une société dans laquelle chacun et chacune se sent en sécurité quel que soit son genre, son orientation sexuelle, sa religion, son handicap ou son origine est ma priorité absolue. Le harcèlement de rue, les discours de haine en ligne et la violence homophobe ne doivent jamais être tolérés. Depuis l’adoption de la loi "sexisme" en 2014, les formes de harcèlement de rue sont punissables par la loi. Ce problème nécessite une approche globale et systématique. La prévention, la protection et l'application sont essentielles. Je m’y emploierai en élaborant un plan d’action national contre les violences de genre, en collaboration étroite avec les ministres de la Justice et de l’Intérieur. Durant cette législature, nous renforcerons également les Centres de Prise en charge des Violences Sexuelles, en portant une attention particulière aux personnes LGBTI+. Les victimes doivent pouvoir accéder plus facilement à ces centres car, dans la pratique, ce n’est pas toujours le cas. C'est une priorité! Enfin, nous travaillerons sur un nouveau plan interfédéral pour garantir la protection des droits des personnes LGBTI+ et promouvoir leur inclusion. En collaboration avec mon administration, nous sommes en train d'élaborer une proposition de méthodologie commune et des rétroplanning à partir des évaluations du plan précédent et des contributions de la société civile. En termes de timing, nous souhaitons aboutir avant la fin de l'année à un cadre méthodologique commun et des propositions concrètes de mesures et d'actions fédérales. Mais je ne pourrai mener ce combat seul. D'où l'importance de la Brussels Pride et aussi d'autres Pride. Il y en a aussi une dans le Limbourg en juillet – vous êtes tous invités. Ce n'est pas seulement une fête mais c'est aussi un signal fort de solidarité et je vous invite tous à Bruxelles ce samedi pour célébrer cela ensemble. Merci monsieur le ministre pour votre réponse que je trouve, pour être honnête, très convenue et très cosmétique. Je connais ce secteur depuis très longtemps. Je vous entends parler, vous-même ou vos prédécesseurs, de plans, de plans d'action, de plans nationaux. Ça manque peut-être juste un peu de task force . Comme ça, nous aurions eu le catalogue complet. Il faut beaucoup plus d'actions. Je crois que les faits auxquels nous nous référons et que vous connaissez, où des gens prennent le temps d'utiliser des applications de rencontre pour piéger intentionnellement et tabasser des personnes gays, doivent vraiment nous alarmer sur le fait que la tolérance est fortement en baisse. Je ne doute pas de vos bonnes intentions mais quel paradoxe entre les bonnes intentions que vous mettez en avant, même dans votre accord de gouvernement, et les moyens dont vous vous dotez! En effet, votre principal allié pour lutter contre cette discrimination, à savoir Unia, vous le punissez d'emblée, dès 2025, en le privant d'un quart de ses ressources. Ce n'est pas le bon signal, mais nous attendrons de voir vos plans pour juger sur pièces. Merci monsieur le ministre pour vos réponses. Il est en effet toujours inacceptable pour nous qu'aujourd'hui, on ait toujours peur d'assumer ce que l'on est, qu'on n'ose pas marcher main dans la main dans la rue ou embrasser la personne que l'on aime. Nous pensons vraiment que ce gouvernement signera la fin des grandes promesses et que nous allons enfin passer aux actes. En tout cas, vous pourrez compter sur Les Engagés pour passer aux actes avec vous. J'ai entendu parler du timing. Nous serons présents au niveau de la symbolique – et donc présents à la Pride samedi – mais nous serons aussi présents pour soutenir toutes les actions politiques. Nous prendrons aussi nos responsabilités en déposant des propositions. Nous vous soutiendrons dans toutes les mesures qui sont en faveur des libertés, de nos droits fondamentaux, de la liberté d'expression et qui mèneront à une société plus sûre pour tout un chacun. Collega’s, wat de geheime stemming betreft hebben we nog niet het vereiste aantal deelnemers bereikt. We hebben nog een goed half uur. Gelieve daarvan gebruik te maken. De afschaffing van de terugkeerpremie Mevrouw de minister, u bent deze week naar Moldavië gegaan. Ik heb heel veel reacties gelezen van mensen die zich afvragen waarom u in godsnaam naar Moldavië ging. Sinds 2020 zien we echter telkenmale de cijfers stijgen van die asielzoekers richting ons land. Telkenmale gebeurt dat ook in de winter. Natuurlijk is dat niet toevallig. Die mensen komen namelijk naar hier voor onze winteropvang. Alsof dat nog niet genoeg is, krijgen ze wanneer ze terugkeren nog een terugkeerpremie van 1.000 euro. Dat zijn geen asielzoekers, dat is asieltoerisme. Minister, we moeten daar absoluut komaf mee maken. Moldavië is immers een veilig land. Die mensen krijgen hier geen bescherming. Eindelijk maakt u werk van een strikt en streng migratiebeleid. U zet de puntjes op de i. Wat zien we namelijk nog meer? Een deel van dat geld wordt doorgestort aan mensensmokkelnetwerken en criminele netwerken. We kunnen dit soort asieltoerisme absoluut niet toelaten. Als men de gemiddelde lonen in Moldavië bekijkt, dan betaalt ons land die mensen daarenboven niet enkel een dertiende maand, maar ook nog een veertiende maand. Hoe kan men dat in godsnaam uitleggen aan de belastingbetaler? Dat is niet mogelijk. Het is dus goed, minister, dat u daar nu komaf mee maakt. Wat hebt u echter nog allemaal geleerd op uw reis in Moldavië? Welke lessen trekt u daaruit? Hoe zult u in de toekomst dergelijke misbruiken verder gaan aanpakken? Dank u wel voor uw vraag, mevrouw De Vreese. Ik ben deze week inderdaad in Moldavië geweest om het asieltoerisme aan te pakken. We zien in ons land, zoals u terecht aangaf, in de jongste jaren, sinds 2020, een stijging van het aantal asielaanvragen uit Moldavië. Het zijn er nu ongeveer een duizendtal, vooral uit de Romagemeenschap. Dat is heel vreemd natuurlijk, want Moldavië is een veilig land. Ik heb de cijfers nagegaan. Het aantal erkenningen van mensen uit Moldavië was in de jongste jaren lager dan 1 %. Ze hebben eigenlijk bijna geen kans om hier bescherming te krijgen. Hun motivering om naar België te komen heb ik trouwens expliciet gehoord in Moldavië, namelijk ons te gulle opvangsysteem. Dat is gewoon een feit. Hierbij spelen twee zaken. Ten eerste, ze komen vooral overwinteren. We zien de piek vooral tijdens de koudere maanden. Zo vermijden ze de hoge energieprijzen in hun land. U weet echter ook dat onze opvang gewoon overvol is. Die kan niet dienen voor mensen die hier gewoon komen overwinteren, die dient voor mensen die echt onze bescherming nodig hebben. Ten tweede is er de terugkeersteun, tot 1.000 euro, die ze kunnen krijgen. Ik heb met mensen van de Moldavische grenspolitie gesproken. Ze erkennen dat daar smokkelnetwerken achter zitten. Wij willen die illegale migratie drastisch verminderen. We gaan die aanvragen versneld behandelen en we gaan die terugkeersteun meteen stopzetten. Ik zal ook verdere ontradingscampagnes voeren, niet alleen online, maar ook in persoon als het moet. Specifiek wat Moldavië betreft, zullen we in het najaar opnieuw een online ontradingscampagne opstarten. Wat wij hier zien, is gewoon misbruik van het visumvrije reizen. De betrokkenen krijgen er inderdaad nog eens een winteruitkering bovenop. Mevrouw de minister, Moldavië is echter niet het enige land waaruit mensen visumvrij naar België kunnen reizen. Voor mijn part schaft u de terugkeerpremie voor ieder visumvrij land af. Maak daar komaf mee. Ik wil absoluut dat u dat bekijkt. Zorg voor heel strikte regels rond de terugkeerpremies, niet langer voor visumvrije landen maar enkel voor visumplichtige landen en enkel en alleen als de premie voor een snellere terugkeer zorgt en ervoor zorgt dat de asielprocedure niet langer gerokken wordt via beroepsprocedures. Bekijk die uitbreiding. Zorg dat daar geen misbruik meer van wordt gemaakt. Zorg dat het asieltoerisme in België absoluut stopt. Daarmee besluiten wij de vragenronde.

Plenaire vergadering op 15 mei 2025

Beknopte versie

Van 14h15 tot 20h14 (5 uur en 59 minuten)

10 vragen, 2 voorstellen, 4 stemmingen

Volledig verslag op dekamer.be

Aanwezigheid

141/150 (94%)

Afwezigen

De volgende 12 kamerleden waren afwezig bij tenminste de eerste naamstemming. Het is mogelijk dat deze kamerleden alsnog aanwezig waren vanaf de tweede naamstemming of later. Het is ook mogelijk dat de kamerleden uitgesloten waren bij de eerste stemming voor een legitieme reden.

CD&V Sammy Mahdi
CD&V Koen Van den Heuvel
Groen Jeroen Van Lysebettens
Les Engagés Serge Hiligsmann
MR Youssef Handichi
N-VA Jean-Marie Dedecker
N-VA Michael Freilich
Open Vld Sandro Di Nunzio
Open Vld Katja Gabriëls
PVDA-PTB Nadia Moscufo
VB Sam Van Rooy
Vooruit Annick Lambrecht

Vragen

De vragen die gesteld werden tijdens deze vergadering.

internationale politiek en migratie

Het regeringsstandpunt over Palestina
De prangende situatie in Gaza
De genocide in Gaza
De situatie in Gaza
De prangende situatie in Gaza
De situatie in Gaza
De situatie in Gaza
De situatie in Gaza

Gesteld door

PVDA-PTB Peter Mertens
Open Vld Kjell Vander Elst
PS Paul Magnette
Ecolo Rajae Maouane
Vooruit Oskar Seuntjens
CD&V Nawal Farih
Groen Staf Aerts
N-VA Jean-Marie Dedecker

Aan

Bart De Wever (Eerste minister)

Bekijk antwoord

Peter Mertens:

Mijnheer de eerste minister, vandaag stuurde iemand mij een foto door van Rafaet uit Gaza. Ik kan dergelijke foto's eigenlijk niet meer aanzien. Rafaet is een jong meisje, compleet ondervoed. Haar botten steken bijna door haar fragiele huid. Ze is de helft van haar gewicht verloren. Ze is compleet uitgehongerd en ze overleeft op tijmblaadjes en water. Die hongermoord op Rafaet is bewust gepland en uitgevoerd. Men blokkeert sinds een aantal maanden elk transport naar Gaza. Elke vorm van voedsel wordt aan de grens tegengehouden. Er is niets meer.

Vandaag leven meer dan een half miljoen mensen in Gaza in acute hongersnood, volgens de VN. Dat betekent dat wij ver voorbij de fase van veroordeling zijn. Wij zitten in de fase van sancties, want met sancties zet men Israël onder druk, niet met woorden.

Na 19 maanden komt de regering met een vage resolutie. Ten eerste, in die resolutie durft men niet eens het woord genocide te gebruiken. Ten tweede, de resolutie legt zoveel voorwaarden op aan de erkenning van Palestina, dat er tegen dan wellicht geen Gaza meer zal bestaan. Ten derde, de regering maakt de erkenning van Palestina, het zelfbeschikkingsrecht van de Palestijnen, voorwaardelijk. Dat is compleet onwettelijk, zegt elke professor in internationaal recht. Het is een onvoorwaardelijk recht. Ten vierde, de resolutie ademt neokolonialisme uit, waarin Brussel en Parijs komen vertellen wat goed is voor de Palestijnen, terwijl het aan de Palestijnen is om te bepalen wat goed voor hun toekomst is.

Er zijn 50.000 dodelijke slachtoffers. Wanneer komen er eindelijk sancties van de regering, mijnheer de premier?

Kjell Vander Elst:

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, collega's, duizenden kinderen sterven in Gaza door honger of bombardementen van Israël, ze kunnen geen kant meer op en het blijft maar doorgaan. We kunnen dat niet tolereren en we moeten actie ondernemen.

Afgelopen week was er witte rook. De arizonameerderheidspartijen in het Parlement hebben een akkoord over een voorstel van resolutie rond Gaza. De persberichten en socialmediaposts vlogen de deur uit. Veel tromgeroffel. Veel borstgeklop. Alleen kan ik de collega's van de meerderheid nog niet feliciteren, want ik heb hier in het Parlement nog geen letter tekst gezien.

Zoals dat gaat in de arizonaregering, de inkt is nog niet droog of er is al heel veel discussie over de inhoud en de modaliteiten van de tekst. Blijkbaar zal België, u dus, mijnheer de eerste minister, het aanhoudingsbevel voor Netanyahu moeten respecteren. Dat is terecht. Zult u dat doen, ja of neen?

Blijkbaar zal België optreden in de genocidezaak bij het Internationaal Gerechtshof. Dat is terecht. Zult u dat doen, ja of neen?

Ook de minister van Buitenlandse Zaken is ineens wakker geworden. Eigenlijk is het voorstel van resolutie dus al achterhaald. Hij zal met een pakket sancties komen tegen Israël. Dat is opnieuw terecht. Zult u dat doen, ja of neen?

Collega's, laten wij immers eerlijk zijn, elke rode lijn wordt overschreden door Israël. We moeten stappen zetten richting erkenning van de staat Palestina en dat moet snel gebeuren, want anders is er binnen de kortste keren geen sprake meer van Palestina.

Mijnheer de eerste minister, wat zult u doen? Staat u aan de zijde van de duizenden onschuldige burgerslachtoffers?

Paul Magnette:

Hier, j'ai rencontré des médecins israéliens, juifs et palestiniens, des bénévoles qui, depuis plus de 30 ans, soignent des Palestiniens en Cisjordanie et à Gaza. Ils dénoncent les violations des droits humains dont ils sont l'objet. Ils m'ont décrit ce qu'ils vivent aujourd'hui. Aujourd'hui, à Gaza, 25 000 personnes sont dans un état de santé critique et doivent être évacuées de toute urgence vers un hôpital, mais le gouvernement israélien les empêche de sortir. Dans les heures et les jours qui viennent, si rien ne change, ces 25 000 personnes vont mourir. Elles s'ajouteront aux 52 000 personnes qui sont déjà mortes sous les bombes de Netanyahu.

Aujourd'hui à Gaza, deux millions de personnes sont au bord de la famine. Depuis plus de 10 semaines, Israël impose un blocus total. Plus rien ne rentre: plus d'eau, plus de nourriture, plus de médicaments. Des centaines de milliers de femmes, d'hommes et d'enfants vont mourir, si rien ne change, dans les semaines et les mois qui viennent.

Le blocus est un instrument du génocide et il faut casser le blocus pour arrêter le génocide en cours. Nous l'avons fait il y a un an, avec nos avions militaires. Nous avons largué des vivres et des médicaments à Gaza. Nous devons le refaire de toute urgence. Il faut casser le blocus de Gaza, envoyer nos avions militaires, larguer des vivres et des médicaments pour éviter une tragédie absolue. Ce n'est plus une question politique. Ce n'est plus une question de gauche ou de droite. Ce n'est même plus une question de droit international. C'est une question de vie ou de mort pour des centaines de milliers de femmes, d'hommes et d'enfants.

Et face au génocide en cours, ne rien faire, c'est être complice. L'histoire vous jugera, monsieur le premier ministre. L'histoire nous jugera. Cassez ce blocus et sauvez ces centaines de milliers de femmes et d'hommes!

Rajae Maouane:

Monsieur le premier ministre, je ne sais pas comment commencer mon intervention tant j'ai l'impression de répéter sans cesse les mêmes choses et de parler dans le vide.

Depuis des semaines, pas un seul camion d'aide n'est entré à Gaza. Pas une goutte d'eau, pas un sachet de farine, pas un médicament. Rien. Des mères mélangent de la nourriture pour bétail avec de l'eau bouillie pour tenter de se nourrir. Des enfants meurent littéralement de faim.

L'ONU évoque une famine délibérée. Médecins Sans Frontières (MSF) parle de charnier. Amnesty International parle de génocide. Monsieur le premier ministre, comme vous aimez les faits, regardons-les!

Plus de 50 000 personnes ont été assassinées, dont une majorité de femmes et d'enfants. Des journalistes sont visés, des hôpitaux bombardés, des quartiers rasés. Des enfants sont enterrés sous les décombres de leur maison. La Cour internationale de Justice, la plus haute juridiction de l'ONU, parle d'un risque plausible de génocide. Ce ne sont pas mes mots mais bien ceux du droit.

Et pourtant, le silence. Le vôtre, celui du monde. Ce qui est grave, ce n'est pas seulement ce silence mais bien le cynisme froid avec lequel vous avez annoncé pouvoir désobéir à un mandat d'arrêt international contre Netanyahu. Nous ne l'oublierons pas!

Un crime de masse est en cours et des gens filment en direct leur propre mort. Ce n'est pas une guerre mais bien l'écrasement d'un peuple. Ce n'est pas une tragédie mais bien un plan délibéré de nettoyage ethnique.

La Belgique, ce pays de droit qui a souvent été du bon côté de l'histoire, se tait aujourd'hui, attend, tergiverse et envisage des mesurettes.

C'est une honte. C'est une rupture historique. C'est un reniement.

Monsieur le premier ministre, au nom de toutes celles et ceux qui n’en peuvent plus d’assister impuissants à ce carnage, quand allez-vous briser le blocus humanitaire par tous les moyens?

Quand allez-vous suspendre les accords économiques avec Israël?

Quand allez-vous rappeler l'ambassadeur belge à Tel Aviv, comme cela a été fait pour la Russie, le Venezuela ou la Birmanie?

Vous parlez de cohérence, alors agissez avec cohérence. Aujourd'hui, il n'y a eu ni embargo, ni gel d'avoirs, ni parole forte. Nous ne constatons que des paroles creuses, des formules vides et des mains qui tremblent.

Pendant que vous tergiversez (...)

Oskar Seuntjens:

Een platgebombardeerde stad, tienduizenden doden en uitgehongerde kinderen terwijl er aan de grens vrachtwagens met voedsel, medicijnen en zelfs babysupplementen staan te wachten, bewust tegengehouden door Israël. Men hoeft maar zijn gsm vast te nemen en men ziet dag na dag de pure horror en het ondraaglijke menselijk lijden. Dit is geen oorlog meer. Dit is een genocide die we live, vanop onze gsm, dag na dag kunnen volgen. Niemand hier zal ooit kunnen zeggen dat we het niet geweten hebben. Hopelijk zullen we wel kunnen zeggen dat we er alles aan gedaan hebben om op te komen voor al die onschuldige slachtoffers, want men krijgt het niet meer uitgelegd.

Collega’s, het valt niet meer uit te leggen dat als Poetin Oekraïne binnenvalt, we vanaf de eerste dag allemaal samen zeggen hoe schandalig dat is en dat er sancties moeten komen – daar was iedereen het over eens, behalve de communisten van de PVDA –, terwijl we wegkijken wanneer een extreemrechtse zot als Netanyahu een volk platbombardeert. Dat gaat niet en dat is voor Vooruit onaanvaardbaar. Daarom zijn we vanaf de eerste dag opgekomen voor alle onschuldige slachtoffers, ook in de vorige regering, met Frank en Caroline. Er werden toen voedsel en medicijnen gestuurd. Toen Israël de grens sloot, deden ze het via de lucht, met de moed der wanhoop. Het is die moed die we vandaag opnieuw nodig hebben, die zoveel jongeren hebben getoond door afgelopen zondag mee te gaan betogen voor Palestina.

Het is daarom dat we dagenlang onderhandeld hebben voor een sterke resolutie, die pleit voor een onmiddellijk staakt-het-vuren, die pleit voor humanitaire hulp nu, die pleit voor economische sancties tegen het Israël van Netanyahu. Die spreekt immers maar één taal, hij luistert niet naar mensenrechten en spreekt enkel de taal van het geld.

Dus, mijnheer de premier, het Parlement heeft zijn werk gedaan en het is aan u. We vragen u om niet langer te wachten, want elke seconde telt.

Nawal Farih:

Mijnheer de premier, 50.000 burgerslachtoffers, waarvan 70 % vrouwen en kinderen zijn, en de teller tikt verder. Gisteren 60 extra dodelijke slachtoffers, vandaag 74 extra dodelijke slachtoffers. Collega's, het is nog maar drie uur. Al tweeënhalve maand is er geen toevoer van medicijnen, voedsel noch elektriciteit in de Gazastrook. U zult cd&v vandaag dus niet euforisch horen zijn. Het geweld en het leed duren vandaag nog voort. Al jaren pleit cd&v voor het Palestijnse volk. Al maanden vraagt cd&v actie van de regering.

Vandaag zijn we tot een akkoord gekomen, en ja, we hebben ons moeten kwaad maken, en ja, dat was niet makkelijk. We sluiten ons aan bij het initiatief van Macron, we sluiten ons aan bij het vredesproces in New York en we steunen de erkenning van de staat Palestina in een proces van een tweestatenoplossing.

Wat het internationaal recht betreft, collega's, is cd&v helder en duidelijk. Wij scharen ons als cd&v voor 100 % achter het internationaal recht. Dat betekent dat mensen die oorlogsmisdaden plegen, in ons land zullen worden opgepakt, ook wanneer ze Netanyahu heten.

Premier, wij hebben het werk verricht. Hoe snel zult u met de regering verdere actie ondernemen?

Staf Aerts:

Collega's, ik wil u vragen om even stil te staan en na te denken, want wat gaan we later aan de toekomstige generaties vertellen? Wat hebben wij gedaan om deze gruwel, die elke dag onze huiskamers binnenstroomt, te veroordelen, om die te stoppen? Het is dé gruweldaad van de eenentwintigste eeuw, want de verschrikkelijke beelden blijven maar komen. Meer dan 50.000 burgers zijn vermoord. Kinderen sterven elke dag van de honger. Ziekenhuizen worden gebombardeerd. Er zijn massale volksverhuizingen, want burgers zijn een doelwit op het overgrote deel van de Gazastrook. Er is geen water, er is geen voedsel, er is geen medicatie, want die worden al 10 weken lang door Israël geblokkeerd aan de grenzen.

Wat zullen we onze kleinkinderen later vertellen? Dat we alles gedaan hebben wat we konden? Collega's van de meerderheid, jullie resolutie bevat een lichte communicatieve koerswijziging. Mijnheer de premier, u wordt op de vingers getikt. België moet voortaan uitvoeren wat het Internationaal Strafhof beslist. Wauw! Bravo! Is dat geen evidentie meer? Is dat geen evidentie meer? In de gehele tekst wordt Israël met de fluwelen handschoenen aangepakt. Geen woord over apartheid. Geen woord over genocide. Geen woord over... ja, wel een woord over de erkenning van Palestina, maar er worden zoveel voorwaarden aan gekoppeld dat ze op de lange baan geschoven wordt. We zullen het waarschijnlijk niet meer meemaken. Geen Belgische sancties, geen actie.

Mijnheer de premier, dinsdag komt de Raad Buitenlandse Zaken samen. Daar stelt Nederland voor om maatregelen te nemen en handelsrelaties te blokkeren. Zal België zich daarbij aansluiten?

Jean-Marie Dedecker:

Mijnheer de voorzitter, collega's, ik bedank iedereen voor de steun die ik heb mogen genieten naar aanleiding van de ziekte die ik heb meegemaakt. Ik hoop dat die steun overeind blijft, ook na mijn eerste tussenkomst hier. ( Hilariteit en applaus )

Voorzitter:

Mijnheer Dedecker, misschien zal niet iedereen ervoor pleiten, maar ik zet de spreekklok voor u opnieuw op twee minuten.

Jean-Marie Dedecker:

Bedankt, mijnheer de voorzitter.

Mijnheer de premier, ik zal u een kattebelletje voorlezen van een onbekend persoon, al weet ik wie het schreef. Het is een prachtig kort verhaal dat weerspiegelt wat ik denk. Ik ben altijd zenuwachtig als het over Gaza gaat.

"Weerzinwekkend zijn de beelden van Gaza. De Israëlische premier Netanyahu is van Gaza het nieuwe Dachau aan het maken. Uithongering en dagdagelijkse bommentapijten zijn de nieuwe verbrandingsovens. Hoe kan de wereld blijven wegkijken van wat daar gebeurt, goed wetende dat het de Joden zijn die het staakt-het-vuren eenzijdig hebben opgezegd om van hun moordrazzia's opnieuw hun dagelijkse bezigheid te maken? En deze keer kan de wereld niet zeggen: wir haben es nicht gewußt ."

Beste collega's wij vieren vandaag 80 jaar bevrijding. Vandaag vieren de Palestijnen – al is "vieren" geen goede woordkeuze – 80 jaar bezetting. De Palestijnen betalen het gelag voor wat de Europeanen de Joodse bevolking aangedaan hebben in de Tweede Wereldoorlog. We hebben de exodus van de Joodse slachtoffers, slachtoffers van de Holocaust, naar Israël georganiseerd. Dat ging ten koste van de Palestijnen, want onmiddellijk werden er 750.000 verdreven met de eerste Nakba in 1948. Sedertdien is er een apartheidsstaat ontstaan, waarvoor we als Europeanen nooit onze verantwoordelijkheid hebben genomen. We hebben mensen opgesloten in de grootste openluchtgevangenis van de wereld. Mensen kunnen er niet uit ontsnappen, kinderen worden er gebombardeerd.

Hoeveel oorlogsmisdaden moeten er nog begaan worden vooraleer we durven zeggen: verdomme, we gaan er iets aan doen, in plaats van nutteloze resoluties?

Voorzitter:

De premier heeft maximaal vijf minuten spreektijd voor zijn antwoord.

Bart De Wever:

Bedankt, collega'sn het is uiteraard niet de eerste keer dat mij in dit halfrond wordt gevraagd naar het standpunt van de regering over het bewuste conflict in het Midden-Oosten. Wat de fundamentele oplossing voor dat conflict betreft, hebben wij een duidelijk regeerakkoord geschreven. Mijn antwoord wat dat betreft, zal alleszins consequent zijn. Ik heb die bewuste tekst hier al een paar keer letterlijk voorgelezen en ga dat niet opnieuw doen. Wat dat betreft verwijs ik naar het verslag voor die antwoorden. Ik zal wel iets zeggen over de nieuwe, recente ontwikkelingen.

Er is binnen dit halfrond een meerderheid die heeft aangekondigd volgende week een resolutie te zullen indienen in de commissie voor Buitenlandse Betrekkingen. Ongetwijfeld zal die bediscussieerd worden en ook naar de plenaire vergadering komen ter stemming. Van mijn kant denk ik alvast dat die resolutie het juiste kader schetst en dat de regering die resolutie ter harte moet nemen. We zullen daarover dan uiteraard opnieuw spreken in deze vergadering, maar er zijn momenteel nog geen regeringsbeslissingen die ik ter zake kan toelichten.

De komende weken verwachten we ook teksten in het kader van een vredesinitiatief in de aanloop naar de conferentie van de Verenigde Naties van juni, waarnaar door verschillende sprekers is verwezen en waar deze kwestie en het conflict in het Midden-Oosten op de agenda staan. Bovendien staat vooral Frankrijk in contact met verschillende Arabische landen om een oplossing uit te werken in het kader van die VN-conferentie, die dan hopelijk zou moeten kunnen leiden tot een duurzame vrede.

Ik heb de gelegenheid gehad om daarover uitgebreid te spreken met president Macron. Mijn indruk is dat de contouren van zijn vredesinitiatief lijken te stroken met zowel het regeerakkoord als de resolutie die hier uiteindelijk ter stemming zal worden voorgelegd. Ik hoop dat ik dus namens de regering mag zeggen dat wij dit initiatief met enig optimisme tegemoetzien. We zullen zien hoe we dat kunnen ondersteunen en op welke manier we daaraan eventueel kunnen deelnemen. We zullen dat doen op het moment waarop we de teksten daarover hebben gekregen en kunnen doornemen en bespreken in de schoot van de regering.

En ce qui concerne la qualification de la situation, c'est à la Cour internationale de se prononcer, mais cette qualification juridique n'est pas l'essentiel en ce moment car cela ne changera pas la situation instantanément.

L'urgence maintenant, c'est de nous concentrer sur la situation humanitaire et de voir comment y remédier le plus vite possible. Permettez-moi, au nom du gouvernement, de réaffirmer l'horreur largement partagée par chacun d'entre nous face aux images des victimes innocentes touchées par ce conflit. Ces images horribles, notamment celles concernant des enfants, ne peuvent laisser personne dans l'indifférence. Cela me touche évidemment en tant qu'homme politique mais aussi en tant qu'être humain. Elles appellent une solution fortement et largement soutenue par la communauté internationale, une solution qui mette fin le plus rapidement et durablement possible à la souffrance des innocents. Notre gouvernement souhaite contribuer à une telle solution durable. Je vous remercie.

Peter Mertens:

Mijnheer de eerste minister, er zijn twee verschillende zaken. Er is, ten eerste, de erkenning van Palestina. Ik geloof niet in het initiatief van Macron, dat neokolonialisme uitademt en dat tot niets zal leiden.

De andere zaak, net voor onze ogen, is de genocide. Dat is de dringende zaak. Dat is de acute zaak. Een genocide stopt men niet met flauwe resoluties waarin opgewarmde kost wordt geserveerd aan het Parlement. Al 19 maanden lang vragen wij concrete sancties, al 19 maanden lang weigert men dat.

De heren van Vooruit zeggen: "Je krijgt het niet meer uitgelegd." Wel, wat ik niet meer uitgelegd krijg, is dat Vooruit 19 maanden in de regering zit en dat op die 19 maanden niet de minste sanctie is getroffen tegenover Israël, niet de minste, terwijl er 18 pakketten tegenover Rusland werden getroffen. Shame on you . Israël zal enkel buigen onder druk van economische en militaire sancties en niet onder druk van flauwe resoluties van deze regering.

Kjell Vander Elst:

Dank u, mijnheer de eerste minister, voor uw antwoord. U maakt wel één denkfout. Als hier een resolutie, of die nu onbelangrijk is of niet, wordt goedgekeurd, dan moet u die niet ter harte nemen, maar uitvoeren. Als het Parlement een resolutie goedkeurt, dan moet u die uitvoeren, niet ter harte nemen en zomaar à la tête du client kijken wat u daar wel of niet van kunt uitvoeren.

Ik denk dat we het over één zaak wel eens zijn, namelijk dat het overlijden van onschuldige kinderen in Gaza zo snel mogelijk moet stoppen. Ik hoop trouwens dat we het daar allemaal over eens zijn in dit halfrond, al betwijfel ik dat. Als ik statements en verklaringen lees van een van uw partijgenoten waarin staat – ik citeer – "Het overlijden van een kind is tragisch, maar daarom nog niet moreel onverdedigbaar.", dan keert mijn maag om. Dat is walgelijk. We mogen hier in dit Huis over veel zaken van mening verschillen, maar laten we alstublieft overeenkomen dat we (…)

Paul Magnette:

Monsieur le premier ministre, une fois de plus, vous vous contentez de lire votre texte sans apporter aucun élément de réponse. Vous brandissez cette résolution, ce petit bout de papier plein de mots creux, qui n'est que le reflet visible, ici-même, des contradictions de votre coalition. Mais ce que nous attendons de vous, ce sont des actes!

Demain, le 16 mai 2025, l'armée israélienne va envoyer des dizaines de milliers de militaires supplémentaires pour chasser les Palestiniens de la bande de Gaza et leur voler leurs terres. Il y aura encore des milliers et des dizaines de milliers de victimes.

Alors agissez! Agissez maintenant! Rappelez votre ambassadeur! Imposez des sanctions! Brisez le blocus! Faites quelque chose, bon Dieu!

Rajae Maouane:

Monsieur Dedecker, merci pour vos mots. Vous avez un privilège que je n'ai pas, c'est celui de dire les choses de la manière la plus crue et la plus plate sans créer de scandale.

Aujourd'hui, les accusations d'antisémitisme dès lors qu'on dénonce les exactions d'un gouvernement d'extrême droite ne tiennent plus. Aujourd'hui, les condamnations se succèdent, du CCLJ à Jean-Marie Dedecker. Il n'y a aujourd'hui plus que le MR et le Belang, comme par hasard, pour ne pas être du bon côté de l'Histoire.

Monsieur le premier ministre, je ne vous dis pas merci pour vos réponses. Elles sont honteuses. Je ne sais pas ce que nous dirons aux générations suivantes. Je ne sais pas ce que nous pouvons dire. Moi, je n'ai plus que de la honte, et j'ai envie de pleurer aujourd'hui.

Oskar Seuntjens:

Waarvan mijn maag zich omdraait, is dat partijen onder andere de heer El Yakhloufi Achraf van onze partij en mevrouw Farih Nawal, die elke dag keihard voor de Palestijnen opkomen, medeplichtig noemen. Dat partijen zoals de PVDA Rusland en China niet veroordelen voor bijvoorbeeld de genocide op de Oeigoeren, wat dat laatste land betreft, is voor mij verachtelijk, maar ik zal hen nooit medeplichtig noemen, noch hun ideeën als verachtelijk bestempelen.

Hoe moeilijk kan het zijn? Wij komen hier allen op voor de Palestijnen en maken daarvan geen politieke spelletjes ten koste van alle leed dat vandaag in Gaza gebeurt.

Nawal Farih:

Mijnheer de eerste minister, ik heb goed geluisterd naar uw antwoord. De cd&v zal de lat niet laag leggen: het gaat niet alleen om participeren, maar om effectief uit te voeren. Het conflict met enorm veel burgerslachtoffers is onder onze huid gekropen. Fractieleden van ons hebben dag en nacht aan het dossier gewerkt. Cd&v zal dus niet zomaar toekijken. Wij zullen vragen blijven stellen en zullen blijven wachten tot er actie komt. Indien ze er niet komt, zullen wij wetsvoorstellen over de nodige sancties blijven indienen.

Staf Aerts:

Mijnheer de voorzitter, collega's, toen ik de afgelopen uren de tekst van het voorstel van resolutie kon inkijken, na alle grote verklaringen in de pers, voelde ik al schaamte, maar nu ik hier het makke antwoord van de eerste minister hoor, dan voel ik nog meer schaamte.

Ik ben blijkbaar niet de enige, want ik heb op de meerderheidsbanken meer applaus gezien voor de uiteenzettingen van de oppositie dan voor de uwe, mijnheer de premier. Dat doet mij nog veel meer vrezen. Waar gaat de regering naartoe? Hoeveel zal het voorstel van resolutie waard zijn, terwijl het nu al niet veel waard is? Staan daar sancties in die België zal opleggen? Neen, die staan er niet in. Wordt daarin gerept over de genocide? Neen, daarover wordt niet gerept. Zal België Palestina erkennen? Neen.

We moeten vandaag echte sancties nemen, Israël en de gruwel moeten gestopt worden. Ga er verdorie mee aan de slag.

Jean-Marie Dedecker:

Mijnheer de voorzitter, collega's, 25 jaar geleden werd in het Parlement een wet goedgekeurd, zodat wij in dit land oorlogsmisdadigers konden aanhouden en berechten. Herinner u de bloedbaden van Sabra en Shatila en Ariel Sharon. Die wet is dode letter gebleven. Al wie vandaag een grote mond opzet en elkaar de zwartepiet toespeelt, moet weten dat er hier de voorbije 25 jaar niets is gebeurd met betrekking tot Israël. Bij de Verenigde Naties werden meer dan 1.600 resoluties goedgekeurd, maar geen enkele ervan werd uitgevoerd. Wij komen nu opnieuw met een voorstel van resolutie. Ik ga ermee akkoord dat het een stap is in de goede richting, maar denken we eens goed na. Een tweestatenoplossing is onmogelijk geworden. Vandaag wonen er 700.000 Israëlische kolonisten, joodse kolonisten, extremistische kolonisten op Palestijns grondgebied op de Westelijke Jordaanoever en de Knesset, het Israëlisch parlement, (…)

De eerste 100 dagen van de arizonaregering
De eerste 100 dagen van de arizonaregering

Gesteld door

PVDA-PTB Raoul Hedebouw
VB Barbara Pas

Aan

Bart De Wever (Eerste minister)

Bekijk antwoord

Raoul Hedebouw:

Mijnheer de eerste minister, zondag was een verjaardag. RTBF, RTL, VTM en VRT berichtten over 100 dagen Arizona. U bracht een goednieuwsshow. U herhaalde op al die zenders één ding steeds opnieuw, namelijk dat de gewone man, de kleine man, niet getroffen wordt door de maatregelen van Arizona. Soms zei u er zelfs bij dat het ging om de kleine man in de privésector. Zoals altijd voeren rechtse partijen natuurlijk immers een verdeel- en heerspolitiek tussen de werknemers van de verschillende sectoren.

Wablief? Wordt de kleine man niet getroffen? Ten eerste is er de kleine man in de openbare sector, mijnheer de eerste minister. Is die niet belangrijk? Het gaat om de cipiers, de brandweermannen en de brandweervrouwen. Verder is er de zorgsector en zijn er de leerkrachten. Zijn die allemaal niet de kleine man voor de N-VA? Mogen er voor hen allemaal asociale maatregelen genomen worden?

Ten tweede, mijnheer de eerste minister, wordt er in de privésector niemand getroffen? In welke bubbel leeft u? Komaan zeg! U wil met de indexering van de pensioenen sjoemelen. U wil die met drie maanden uitstellen. Opeens 70 euro minder! Dat is niet erg? Dat vindt u niet erg, 70 euro minder? Ha neen, voor een minister is dat geen probleem. Die krijgt 10.000 euro en 70 euro is dan geen probleem. Maar is dat ook voor die gepensioneerden geen probleem? Is dat geen probleem?

Er komt een malus voor de pensioenen. U vraagt de mensen tot hun 67 jaar te werken, maar weet u wat dat betekent voor iemand die hard werkt in één van de industriële sectoren? Er wordt hard gewerkt in al die industriële sectoren en toch vraagt u dat de mensen tot hun 67 jaar werken. Maar enfin, dan zal de kleine man niet afzien?

U wil de nachtpremies afschaffen voor werk tussen 20 uur en middernacht. Is dat geen probleem voor de kleine man?

U wil een blokkering van de lonen. Nul procent verhoging van de lonen in de jaren die komen. Nul procent! Is dat niet de kleine man treffen?

Dat is heel gewoon voor eerste minister De Wever. U brengt uw goednieuwsshow: de kleine man wordt niet getroffen. Mijn vraag aan u is duidelijk, mijnheer de eerste minister: meent u dat echt? Natuurlijk, hij meent het. Hij meent dat het allemaal niet echt waar is en dat de mensen niet gaan afzien. Dat is de eerste minister van dit land!

Wij gaan (…)

Voorzitter:

Dank u wel, mijnheer Hedebouw.

Barbara Pas:

Mijnheer de eerste minister, bij de bespreking van uw beleidsverklaring vroeg ik u: show me the money. Budgettair orde op zaken stellen claimde u toen nog als bestaansreden voor uw regering. Het gegeven dat daarvoor een institutionele hervorming nodig is, gooide u voor de start van uw regering al overboord, maar nu gaat u ook uw voornaamste opdracht zelf overboord gooien. U stelt dat u dit niet gaat nakomen. U wijt dit aan de defensiebudgetten. Nochtans staat die 2% van het bbp in het N-VA-verkiezingsprogramma, die komt niet uit de lucht gevallen. Blijkbaar is het echter wel een verrassing dat daarvan iets wordt uitgevoerd.

Hoe staat het met die verdere verhoging van de defensiebudgetten? Minister Prévot zei vanochtend op de radio dat het bij die 2 % zal blijven. Een verdere verhoging is voor een veel verdere toekomst. Dat is iets helemaal anders dan de nooitgenoegretoriek van minister Francken. Na 100 dagen Arizona lijkt het alsof de regeringsonderhandelingen nog steeds voortgaan.

Zo zijn er ook nog 24 knelpunten met betrekking tot de Jambontaks. Ik verwacht niet dat u daar vandaag klaarheid over gaat brengen.

Wel wil ik duidelijkheid over nog zo'n tegenstelling. Zal deze regering bij haar terugkeerbeleid de ontwikkelingshulp inzetten om de terugnamebereidheid van derde landen te vergroten? Minister Van Bossuyt zegt dat we dat gaan doen. Minister Prévot zegt echter zwart op wit neen in zijn beleidsnota. Wat gaat het nu worden? Vooruit steunt minister Prévot. Gisteren nog waren zij mooi oppositie aan het voeren tegen minister Van Bossuyt in de commissie. Uw regeerakkoord spreekt vaag over een omvattende regeringsaanpak. Zit de ontwikkelingshulp daarin of niet, mijnheer de eerste minister?

Bart De Wever:

Collega's, het is allemaal afschuwelijk, zegt de heer Hedebouw. Het is allemaal zwaar onvoldoende, zegt mevrouw Pas. De waarheid ligt wellicht in het midden.

Voor de zoveelste keer zal ik de budgettaire uitdaging waarvoor de regering staat, nog eens schetsen. Die lijkt immers niet door te dringen. Bij ongewijzigd beleid zakken wij naar 6 % tekort van het BBP op Entiteit I, dus 45 miljard euro. Dat is de toestand waar we voor staan.

Het zou natuurlijk dramatisch zijn, indien we dat tekort op zijn beloop laten, want dan verliezen wij het vertrouwen van de internationale markten. Mijnheer Hedebouw, ik weet dat dat voor u niet belangrijk is. Die markten houden ons echt wel in de gaten. Als men kijkt naar wat er 15 jaar geleden met Griekenland is gebeurd, wat de gevolgen waren van niets doen voor de kleine man, zou dat tot enige verantwoordelijkheid moeten aanzetten. Dat pad zullen we alleszins niet bewandelen. U mag kritiek geven zoveel u wilt, maar die hervormingen zijn noodzakelijk. De hervormingen uit het regeerakkoord, die al omvangrijk zijn, vormen slechts de eerste horde die wij inderdaad moeten nemen om het ergste scenario te vermijden en de totale explosie van het tekort te stoppen.

U mag zeggen wat u wilt, maar de gewone werkende mens zal uiteindelijk, als men alle plussen en minnen optelt, de rekening niet betalen. Het is integendeel met de verhoging van de maaltijdcheques op korte termijn, het behoud van de index en ook de fiscale hervorming de bedoeling dat werkende mensen netto extra zullen overhouden, in het bijzonder diegenen die voor een laag of een middelloon werken. Dat is heel belangrijk.

Wat de begroting betreft, blijf ik erbij, zoals ik al bij aanvang van de regering heb gezegd, dat er meer nodig zal zijn als we uiteindelijk willen evolueren naar een structureel gezonde begroting en we het evenwicht willen bereiken. Als u dus nu al hel en verdoemenis predikt, zult u nog voor tien jaar werk hebben. Het is beter om van meet af aan eerlijk te zijn in plaats van de waarheid te verbloemen.

De regering zal tot de laatste dag aan de bak moeten blijven om de staatsfinanciën eerst in een min of meer aanvaardbare toestand te krijgen en vervolgens structureel te doen evolueren naar een gezonde toestand, opdat mijn opvolger niet zal moet zeggen dat we bij ongewijzigd beleid verder wegzinken, maar dat we aan de oppervlakte komen. Eén legislatuur zal niet voldoende zijn, het zal twee legislaturen inspanningen vergen. Dat is de toestand, ik kan er veel over zeggen, maar dat is de waarheid.

De regering slaat de hand aan de ploeg. Na 100 dagen hebben wij toch een duidelijke stempel gedrukt. Wij willen voor Defensie naar 2 % gaan. Dat was inderdaad voor 2029 gepland, mevrouw Pas. Ja, we wilden dat uitvoeren, maar niet zo snel. De belofte is al een decennium geleden gebeurd. De volgende vraag gaat daar trouwens over. Na de NAVO-top van juni zullen wij daadwerkelijk worden geconfronteerd met een wereld die we nog niet kennen en engagementen die dan zullen moeten worden opgenomen. Dat maakt het inderdaad allemaal nog wat erger. Eenvoudig zal dat niet zijn. Het heeft geen zin om dat te ontkennen. We zitten daar ook niet op te wachten. We zullen zien waar we kunnen landen.

Voor migratie is inderdaad een paradigmashift nodig. Ook dat is niet van vandaag op morgen gebeurd, maar we voeren op korte termijn wel al een reeks forse verstrengingen uit. We willen meer op controle op de migratiestromen blijven inzetten. Ik merk in Europa ook dat die wind ter zake aan het keren is.

We beperken vanaf (…)

Voorzitter:

Kan de micro terug worden opgezet? U hebt nog tijd, mijnheer De Wever.

Bart De Wever:

Als men de voorzitter van het Parlement kent, heeft men een voetje voor. Dat werd mij althans verteld, maar dat valt in de praktijk toch aardig tegen, moet ik zeggen, en ik zeg dan nog niet alles wat ik weet. (Hilariteit)

Ik was bij de werkloosheidsuitkeringen aangekomen. Dat is een historische hervorming. Dat mag toch gezegd worden. Er wordt al twintig jaar over gesproken. Nu wordt dit uiteindelijk uitgevoerd. Er is ook de shift van wat ik ecologisch dogmatisme zou durven te noemen naar vooruitgangsgeloof, met het na 22 jaar door mij fel begroette uiteindelijke afscheid van de kernuitstap.

Ik denk, misschien straal ik dat niet altijd uit, dat we toch trots mogen zijn op wat we in de eerste 100 dagen al hebben kunnen doen. Dat er nog veel bergen buiten categorie op ons wachten, daarvan ben ik mij terdege bewust, mijnheer Hedebouw, maar ik voel bij de bevolking een brede steun voor het beleid dat wij voeren. Misschien kom ik bij een deel van de bevolking dat u nooit ziet en vice versa, ik sluit dat niet uit, maar ik voel het alleszins zo aan.

Voorzitter:

Dank u wel, mijnheer de premier, ook voor uw lovende woorden aan mijn adres.

Raoul Hedebouw:

Mijnheer De Wever, het zijn twee verschillende werelden waarin we leven. U zegt dat al die mensen die tot 67 jaar moeten werken uw maatregelen steunen. Dat kan toch niet? Dan leeft u toch in een andere wereld?

U zegt dat ik de waarheid verbloem, maar u bent de waarheid aan het verbloemen! U zegt dat er geen alternatief is en dat we geen geld hebben, al zeker niet voor de pensioenen, maar u vindt 17 miljard euro voor Defensie! Dat is dan geen probleem, c'est open bar ! Zo gaat dat.

Chez le MR c'est juste la même chose. Il n'y a pas de problèmes! Que vous, les partis droites, soyez comme ça …

Dat is logisch. Ik versta dat u voor besparingen bent.

Weet u wie er echter nog enthousiast was op de VRT zondag? De heer Vandenbroucke! Dat hebben we gezien op de VRT . Hij zag het zitten. Hij was enthousiast voor al die maatregelen. Dat is nu net zo erg. Dat de N-VA antisociale maatregelen neemt, dat snap ik, maar collega's van Vooruit, waarom gaat u mee in dat verhaal van de N-VA? De mensen doen betalen, is geen linkse politiek. De mensen zullen kwaad zijn en ze zullen ervoor op straat komen in Brussel in de komende weken.

Barbara Pas:

In Arizona zit het woord zona. Wij gaan mensen niet met een ziekte vergelijken, dat is niet onze stijl. Dat is de stijl van tegenstanders die ons destijds met corona vergeleken of die van u, die ons een melanoom noemde. Mijnheer de premier, uw beleid is wel even pijnlijk voor de Vlamingen als die huiduitslag. U hebt geen antwoord gegeven op mijn vraag over de ontwikkelingssamenwerking, wat bijzonder veelzeggend is. Mijnheer de premier, het ergste is dat 80 % van de Vlamingen werkt. Waarom dan opnieuw op die Vlamingen besparen? Waarom die Vlaamse middenklasse treffen met een Jambontaks? Bespaar op migratie en op de transfers naar Wallonië. Dat doet u echter niet. Het is meer van hetzelfde, het is Vivaldi 2.0.

veiligheid, justitie en defensie

De NAVO-top en de defensie-uitgaven

Gesteld door

CD&V Koen Van den Heuvel

Aan

Bart De Wever (Eerste minister)

Bekijk antwoord

Koen Van den Heuvel:

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de eerste minister, collega's, in de aanloop naar de NAVO-top heb ik de indruk in een Turkse bazaar terecht te komen, niet om af te dingen deze keer, want ik hoor alleen maar alsmaar hogere cijfers: 2 %, 2,5 %, 3 %, 5 % van het bbp moeten we aan defensie besteden.

Begrijp me niet verkeerd: wie de geopolitieke situatie kent, kan niet anders dan concluderen en verdedigt ook dat we extra investeren in een slagkrachtige en een geloofwaardige defensie. We hebben dan ook een paasakkoord gesloten dat onmiddellijk, nog dit jaar, 2 % van het bbp zal besteden aan defensie. Voor heel de legislatuur gaat het om 17 miljard euro extra, een ongeziene inspanning dus.

De heropbouw van defensie vraagt naast investeringen ook een draagvlak bij onze bevolking. Ik heb, beste collega's, de indruk dat dat er is. Onze burgers begrijpen dat we extra moeten investeren in veiligheid en ze steunen dat ook. Tegelijk beseffen ze heel goed dat er ook aandacht voor de andere noden in onze samenleving moet zijn.

Voor ons is het duidelijk. Laten we stoppen met dat cijferfetisjisme, laten we stoppen met dat opbod. Voor cd&v is het duidelijk: wij pleiten voor realisme in het debat. Laten we de kar niet voor het paard spannen. Voordat we beginnen te goochelen met extra en verhoogde percentages, moeten we eerst nagaan hoe we de extra 2 % structureel zullen financieren in deze legislatuur en, mijnheer de eerste minister, moeten we vooral weten waaraan en hoe we de extra miljarden zullen besteden. Vandaar onze vraag waar uw regering staat met de aanpak van de dubbele uitdaging wat betreft de structurele financiering en de (…)

Bart De Wever:

Mijnheer Van den Heuvel, bedankt voor uw vragen, oprecht.

De inspanningen die we nu al gepland hebben, zijn inderdaad stevig. We hadden niet gedacht dat we dit jaar al meteen de 2%-norm moesten halen, maar toch zullen we die inspanning moeten leveren. De 2 % is opgenomen in de beleidsnota ven de minister van Defensie, waarover de besprekingen in de commissie lopen. De procedures zijn opgestart.

De minister stelt een strategisch plan voor. Daarover blijkt soms wat onduidelijkheid te bestaan. Voor alle duidelijkheid, dat plan is in essentie de doorvertaling van beslissingen die tijdens de vorige legislatuur in de NAVO zijn afgeklopt en bevat de capabilities die ons ten gevolge van die beslissingen door de NAVO worden opgelegd. Daar is geen vrije stemming aan verbonden; dat is wat we móeten doen. Dat plan zal in de regering worden doorgesproken en vervolgens ter goedkeuring aan het Parlement worden voorgelegd.

Het spreekt voor zich dat die uitgaven maximaal moeten renderen voor onze veiligheid. De capability gaps moeten worden opgevuld. Daarin hebben we geen keuze, maar we willen uiteraard elke euro maximaal inpassen in efficiëntie voor onszelf en voor de hele samenleving, zo breed mogelijk, en in de samenwerking met de Europese bondgenoten en de NAVO-bondgenoten. Dat is de enige manier om zinvol uit te geven.

Wat nu de extra's betreft, mijn antwoord op de vraag over de begrotingssituatie laat weinig ruimte voor verbeelding. We hebben geen bewegingsruimte. We hebben eigenlijk zelfs niet de ruimte om de 2 %-norm te behalen, laat staan dat we snel bewegingsruimte zouden hebben om dat percentage nog voorbij te gaan. Logischerwijze pleiten wij dus bij onze partners voor realiteitszin over dat traject. Minister Prévot is om die reden momenteel in Turkije. Men kan veel cijfers noemen, 3 %, 5 %, nog meer, periodes van zeven jaar, nog korter, maar hoe dat vervolgens allemaal effectief budgettair waargemaakt moet worden zonder drama's te veroorzaken, hoe dat efficiënt mogelijk is, is maar zeer de vraag. Op dat vlak pleiten wij daarom voor realisme.

De NAVO-top in juni komt eraan en we zullen zien waar de teller eindigt. Dan komt de regering bijeen om daar een antwoord op te bieden. Het lijkt me logisch dat ons land, dat het NAVO-hoofdkwartier op zijn grondgebied heeft en dat een founding father is, de nodige voorzichtigheid aan de dag legt.

Koen Van den Heuvel:

Mijnheer de eerste minister, ik dank u en ben blij dat ik het woord realisme hoor. Voor realisme pleiten wij immers absoluut ook in het huidige debat over hogere defensie-uitgaven. Voor ons zijn er daarbij twee belangrijke zaken, namelijk dat u op zoek gaat naar structurele financiering van de extra miljarden euro voor het Defensiebudget, zonder dat u de andere noden in onze samenleving wegduwt en dat u de extra miljarden euro's efficiënt besteedt. Het wordt hoog tijd dat wij een nieuwe strategische visie op de militaire aankopen ontwikkelen. Het is absoluut nodig dat dossier efficiënt aan te pakken met meer Europese samenwerking en zeker en vast ook met meer samenwerking met onze buurlanden om de Europese pijler in de NATO uit te bouwen.

gezondheid en welzijn

De vrijgave van het mailverkeer over corona

Gesteld door

VB Dominiek Sneppe

Aan

Frank Vandenbroucke (Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid)

Bekijk antwoord

Dominiek Sneppe:

Mijnheer de voorzitter, de Europese instellingen kregen deze week een duidelijk signaal van het Europees Hof: transparantie is geen optie, het is een verplichting. Mevrouw von der Leyen wordt door het Hof op de vingers getikt omdat ze halsstarrig weigert haar communicatie – haar e-mails, haar sms'en – over de vaccindeals vrij te geven. De burgers hebben recht op duidelijkheid over hoe beslissingen tot stand kwamen die hun levens beïnvloedden en hun vrijheden beknotten.

Dat roept onvermijdelijk de vraag op hoe het nu zit in België. Er werd een procedure ingediend bij de Raad van State door HLN om ook uw communicatie tijdens de coronacrisis, zoals e-mails, sms’en en whatsapps, op tafel te krijgen. Die zaak zou ondertussen afgesloten zijn, zonder volledige transparantie. Blijkbaar beschouwt u daarmee het hoofdstuk als afgesloten. U hebt zelfs hemel en aarde bewogen om hier vandaag niet op mijn vraag te moeten antwoorden.

Mijnheer de minister, voor ons is de kous niet af. U hebt in volle crisis verregaande beslissingen genomen: avondklokken, sluitingen, vaccinbeleid, op basis van adviezen en overlegmomenten die niet transparant waren. De bevolking heeft offers gebracht, vrijheid ingeleverd en vertrouwen gesteld in een overheid die haar zou beschermen. Wie regeert met bevelen, moet verantwoorden met bewijzen. Het minste dat u kunt doen, is openheid geven over hoe en met wie die beslissingen tot stand kwamen. Aangezien er in het verleden door uw grootste coalitiepartner veel vragen over werden gesteld, zal dat nu waarschijnlijk geen probleem zijn.

Mijnheer de minister, zult u, in het licht van de Europese rechtspraak en uit respect voor het democratisch recht op transparantie, uw sms’en, e-mails, whatsapps en dergelijke alsnog vrijwillig en integraal publiek maken? Of wacht u verdere gerechtelijke stappen af?

Frank Vandenbroucke:

Mevrouw Sneppe, ik licht even toe waarom de Europese Commissie in het ongelijk wordt gesteld door het Europees Hof van Justitie. Het Hof zegt dat de Commissie gewoon niet kan uitleggen waarom zij niet in het bezit zou zijn van de gevraagde documenten. Daarover gaat het. Dat is iets heel anders dan de principiële discussie over de openbaarheid van documenten waarvan men zegt dat men ze in zijn bezit heeft.

We leven in een rechtsstaat en we moeten ons in dit land dus absoluut en scrupuleus houden aan onze wetgeving inzake openbaarheid van bestuur. Die legt verplichtingen op die duidelijk gekaderd zijn, bijvoorbeeld voor e-mails. Men moet rekening houden met het geheim van beraadslaging van de federale regering. Dat verhindert om bepaalde documenten en mails publiek te maken. Men moet de persoonlijke levenssfeer beschermen van personen betrokken bij of vermeld in e-mails. Men moet het beroepsgeheim van advocaten die deelnemen aan e-mailverkeer respecteren. Men mag de federale internationale betrekkingen van België niet in gevaar brengen. Men moet het vertrouwelijk karakter van bedrijfsgeheimen en intellectuele eigendom respecteren. Men moet rekening houden met het onvolledige karakter van heel wat werkdocumenten.

Dat alles zegt de Belgische wetgeving inzake openbaarheid van bestuur. Dat zijn de principes en ik vind dat ik en eender welke minister ze moet respecteren. Ik doe dat ook in procedures die lopen zoals procedures in een rechtsstaat moeten lopen. Daarover gaat het. Als u hier nu, bij wijze van voetnoot, komt beweren dat de adviezen uit de covidperiode niet publiek zijn, dan is dat totaal onjuist. Alle adviezen die door officiële instanties werden verstrekt, zijn publiek.

Dominiek Sneppe:

Mijnheer de minister, als een minister in crisistijd beslissingen neemt die miljoenen mensen raken en die honderden miljoenen euro belastinggeld kosten, dan hoort daar transparantie bij en geen doofpot. Als het Europees Hof zelfs de voorzitter van de Europese Commissie op de vingers tikt, is het ronduit beschamend dat u hier blijft zwijgen over uw eigen communicatie. Sms'jes, mails, appjes, overleg met farmabedrijven, het gebeurde allemaal achter gesloten deuren. U vraagt vertrouwen van de burger maar weigert zelf open kaart te spelen. Dit is pure arrogantie. Wij vragen niet om privézaken, wij vragen inzage in het beleid en de besluitvorming die onze grondrechten hebben beperkt. Als u echt niets te verbergen hebt, gooi die sms'jes, appjes en e-mails dan op tafel. De waarheid is dat het hoofdstuk pas is afgesloten als het volledig gelezen is. Dat kan pas als alle informatie op tafel ligt.

economie en werk

De belastingheffing voor Franse staatsburgers die voor de Belgische overheid werken
De belastingheffing voor Franse grensarbeiders
De belastingheffing voor Franse grensarbeiders

Gesteld door

Les Engagés Carmen Ramlot
MR Benoît Piedboeuf
PS Philippe Courard

Aan

Jan Jambon (Minister van Financiën en Pensioenen), Frank Vandenbroucke (Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid)

Bekijk antwoord

Carmen Ramlot:

Monsieur le ministre, le 17 mars dernier, un accord à l'amiable entre les administrations belge et française est venu modifier l'application de la convention fiscale de 1964 pour les travailleurs français employés dans le secteur public belge. Depuis le 17 mars 2025, leur salaire est donc imposable en Belgique via le précompte professionnel, y compris pour les revenus 2024, et ce, sans aucune période transitoire. Cela contraste fortement avec la situation dans le secteur privé pour lequel un moratoire est prévu jusqu'en 2033, permettant le maintien de la taxation en France.

Nous comprenons que la nouvelle convention signée en novembre 2021 n'apportera pas d'amélioration à ce sujet. Cette décision aura des conséquences importantes pour les employeurs publics belges, en particulier en province de Luxembourg, où de nombreux hôpitaux, maisons de repos et administrations communales comptent une part significative de personnel français. Les pertes salariales de plusieurs milliers d'euros par an pourraient entraîner des départs massifs, aggravant la pénurie de personnel entre autres dans le secteur des soins de santé. De plus, vu la proximité du Grand-Duché de Luxembourg et tenant compte de la possibilité de retourner en France, où les perspectives sont souvent plus avantageuses, ces départs semblent réellement possibles.

Monsieur le ministre, quelles mesures le gouvernement envisage-t-il de prendre pour atténuer l'impact financier de cette décision sur les travailleurs concernés? Serait-il possible de conclure un nouvel accord à l'amiable avec la France afin de prévoir un moratoire jusque 2033, par exemple, comme dans le secteur privé?

Un protocole additionnel à la nouvelle convention est en cours de négociation. Est-il prévu d'y inclure une clause permettant l'imposition en France de ces travailleurs? Enfin, comment le gouvernement compte-t-il garantir la continuité des soins et éviter une aggravation de la pénurie dans les hôpitaux et les maisons de repos concernés?

Benoît Piedboeuf:

Monsieur le ministre, il y a effectivement une convention préventive de double imposition de 1964. En 2011, il y a eu un avenant qui prévoyait, tant pour le secteur public que pour le secteur privé, une mise en application après le 31 décembre 2033. Une nouvelle convention préventive a été négociée en 2021. Dans cette négociation, on a senti la volonté d'imposer les travailleurs dans le pays de travail. C'est une tendance générale au niveau de l'OCDE. C'est ce vers quoi on va.

Seulement, parmi les travailleurs publics, il y a aussi les travailleurs du secteur hospitalier public, notamment en province de Luxembourg mais aussi dans le Hainaut – c'est un hôpital très important qui est concerné.

Dès lors, on a tout de suite alerté votre prédécesseur, Vincent Van Peteghem, et le ministre Vandenbroucke par rapport à la nouvelle convention préventive de 2021 pour qu'on fasse attention au fait que cela risquait de mettre nos hôpitaux en péril. Ils ont obtenu un moratoire pour 2023, un moratoire jusqu'au 31 décembre 2024. La discussion devait ensuite intervenir dans la nouvelle convention préventive de 2021 avant qu'elle ne passe au Parlement pour qu'on règle cela et qu'on prolonge jusqu'en 2033.

Et puis, on apprend qu'une circulaire, qui n'a rien à voir avec le processus d'approbation des conventions, a été prise et qu'elle prévoit une interprétation de 1964 qui va à l'encontre de tout cela. Cela ne va pas, monsieur le ministre, et on attire votre attention là-dessus parce que les infirmières vont soit retourner en France soit aller au Grand-Duché de Luxembourg, qui les rémunèrent le double de ce que nous les rémunérons. Il faut donc vraiment faire quelque chose. Sinon, on va aggraver la pénurie et rendre le problème fondamental pour nous.

Philippe Courard:

Monsieur le ministre, la question était adressée à votre collègue Frank Vandenbroucke.

Cet accord est intervenu un peu brutalement, personne n'avait l'air au courant. Je vois que mes collègues de la majorité n'étaient pas plus informés que moi.

Cet accord a des conséquences dramatiques puisqu'il va générer des problématiques importantes pour toute une série de services publics. Il y a là clairement une attaque et une agression contre les services publics.

Cela affectera les maisons de repos. Vous savez par exemple qu’à Florenville, 80 % du personnel des deux maisons de repos est français. Cela affectera les hôpitaux. Le ministre Vandenbroucke connaît bien la situation de Vivalia. Il pourra en témoigner. Quatre-cents équivalents temps pleins y sont concernés, sur environ 2 800 travailleurs – ce qui fait plus que 400 travailleurs. L'hôpital Les Marronniers en Wallonie picarde est aussi concerné à hauteur de 300 personnes.

Les conséquences de cette décision, que je ne jugerai pas ici, vont être dramatiques. La question est de savoir comment on va réagir, maintenant que vous êtes conscient des difficultés. Quelles réponses seront apportées? À défaut, ce sont les patients, les aînés et les personnes handicapées qui vont souffrir de cette situation.

Cette décision brutale est évidemment intolérable. Comme mes collègues l'ont dit, le secteur privé bénéficie d'un moratoire, ce qui laisse le temps de s'adapter, mais ce n’est pas le cas pour le secteur public, où c'est d'application immédiate. Je ne comprends pas pourquoi cette décision brutale a été prise.

Jan Jambon:

Chers collègues, en mars dernier, les administrations fiscales belge et française ont en effet conclu un accord interprétatif concernant le traitement des salaires des travailleurs frontaliers exerçant dans le secteur public. Comme vous le signalez très justement, cet accord pose de nombreux problèmes. C'est pourquoi j'ai immédiatement demandé à mon administration de les examiner et de prévoir les mesures transitoires nécessaires.

Pour ma part, il ne peut, en aucun cas, être question de rétroactivité. Cet accord ne sera pas appliqué dans un sens défavorable aux contribuables. Une période transitoire sera mise en place, au moins jusqu'à la fin de l'année. Les autorités françaises en seront informées. Une nouvelle communication claire de la part du SPF Finances à l'attention des contribuables concernés suivra dans les plus brefs délais.

Monsieur Courard, étant donné que cette mesure ne sera pas appliquée en l'état, elle n'entraînera aucun impact sur les hôpitaux. Cette question sera définitivement réglée entre la Belgique et la France au moyen du protocole de la nouvelle convention préventive de la double imposition.

Carmen Ramlot:

Je suis extrêmement satisfaite de votre réponse, monsieur le ministre.

Ma première urgence était justement de vous demander des mesures transitoires pour reporter l'échéance de l'application de ce qui a récemment été annoncé par courrier dans les communes.

Ma deuxième urgence était de chercher des solutions internationales et pas uniquement bilatérales, de façon à ce que la mesure soit beaucoup plus pérenne.

Votre réponse est vraiment parfaite. Les Luxembourgeois n'auraient absolument pas compris pourquoi vous ne les écoutiez pas et ne mesuriez pas l'urgence de la situation. Alors, merci pour eux et pour tous les travailleurs.

Benoît Piedboeuf:

Monsieur le ministre, j'ai connu votre efficacité par le passé, et je constate qu’elle est toujours là en tant que ministre des Finances. La solution est donc trouvée: le moratoire s’étend jusqu’en 2033 pour le secteur privé. Maintenons-le encore pour le secteur public.

De toute façon, l’imposition des travailleurs va changer dans toute l'Europe et dans l’OCDE, mais il est essentiel de nous accorder le temps nécessaire pour y parvenir. Cette mesure était déjà appliquée aux nouveaux engagements, elle concerne désormais la situation actuelle. Ainsi, la stabilité est préservée dans nos secteurs hospitaliers et chacun y trouve satisfaction.

Merci beaucoup, monsieur le ministre, je n’ai jamais douté de votre réponse.

Philippe Courard:

Monsieur le ministre, votre réponse apporte une certaine assurance à court terme. Votre réponse est certes rassurante, mais nous resterons attentifs sur le sujet car il faut une solution durable au problème. Si la solution est bonne jusqu’à la fin de l’année, c’est une avancée positive. Toutefois, le problème persistera au-delà. Nous comptons donc sur vous et resterons attentifs à la suite que vous y apporterez. Cette situation démontre aussi la nécessité de réinvestir dans les soins de santé. C’est pourquoi j’ai posé la question à M. Vandenbroucke. Nous avons en effet besoin d’infirmiers, de personnel soignant, de bras wallons et belges au sein de ce type de structures. Il faut évidemment renforcer les moyens alloués au secteur médical. Je ne reviendrai pas sur les raisons du manque de personnel, mais le sous-financement de la sécurité sociale en est l’une des causes. J'espère que cela fera réfléchir également pour renforcer les moyens en la matière. Je vous remercie.

economie en werk

De studie over de evolutie van het vermogen van de Belgen

Gesteld door

Vooruit Achraf El Yakhloufi

Aan

Jan Jambon (Minister van Financiën en Pensioenen)

Bekijk antwoord

Achraf El Yakhloufi:

Het leven is duurder geworden, maar we zijn rijker dan ooit. Vandaag stond in de kranten dat de welvaart van de Belgen is gestegen. Jawel, die is gestegen, ondanks de inflatie. De belangrijkste verklaring daarvoor is duidelijk: de index. De index, die Vooruit beschermd heeft. De index, die garandeert dat als het leven duurder wordt, ook het loon stijgt. Dat is toch niet meer dan normaal? Automatisch, en altijd, voor iedereen. Net daarvoor heeft Vooruit keihard gestreden, keihard gevochten: voor de index, om de koopkracht van de mensen te beschermen.

Ik breng geen goednieuwsshow. We zien dat de inkomensongelijkheid nog nooit zo groot geweest is en dat aan de ene kant mensen amper iets opzij kunnen zetten, amper iets kunnen sparen, terwijl aan de andere kant de superrijken alleen maar rijker worden. Dat is het probleem. Op hun belangrijkste inkomsten, bijvoorbeeld die uit aandelen, betalen ze nul euro. U hoort het goed: nul euro belastingen. Dat is de realiteit. De rijken worden slapend rijk, terwijl de mensen die gaan werken, de helft van hun loon aan belastingen betalen. Dat is de realiteit. Ze betalen veel te veel omdat de superrijken vandaag niets betalen voor de meerwaarde op hun aandelen.

Net daarom heeft deze regering met Vooruit de lasten op arbeid verlaagd, en eindelijk – u hoort het misschien niet graag – een historische meerwaardebelasting ingevoerd zodat de sterkste schouders eindelijk zullen bijdragen. Daar heeft Vooruit keihard voor gevochten. Die meerwaardebelasting komt er nu, u hoort het goed. Die meerwaardebelasting komt er nu.

Mijnheer de minister, de regering zal er voor zorgen dat iedereen bijdraagt, ook de sterkste schouders. Mijn vraag, mijnheer de minister, is wanneer we het wetsontwerp over die meerwaardebelasting kunnen verwachten.

Jan Jambon:

Uw vraag gaat over zeer goed nieuws, namelijk de stijging van het gemiddeld vermogen van alle inwoners van dit land. Wat bleek ook uit die studie? Het gaat vooral om mensen die werken en sparen. Dat is ongelooflijk nieuws, want dat is ook net het accent dat deze regering wil leggen. Mensen die werken en sparen, moeten daar meer van overhouden dan vroeger. Dat is zeer goed nieuws en ik ben blij dat u die studie hier aanhaalt. U leest toch nog kranten, wat mij tevreden stemt. We willen werken dus lonender maken, zeker voor de laagste lonen.

U spreekt over inkomensongelijkheid, maar volgens mij zegt die studie daar niks over. De inkomensongelijkheid in dit land is nog altijd bij de laagste van de Europese landen. Dat komt omdat 70 % van de Belgische huishoudens hun eigen huis bezitten. De regering zet ook in op het bezit van de eigen woning, bijvoorbeeld door middel van de verlaging van de btw op de sloop en heropbouw. Dat houdt een belastingverlaging van 250 miljoen euro in. Voor een gemiddelde woning komt dat neer op 48.000 euro. Dat is het beleid van deze regering. Mijnheer El Yahkloufi, verder stellen we vast dat 45 % van de inwoners van dit land belegt. Het gaat dus niet alleen om de superrijken.

Ik kom tot uw vraag. De regering bespreekt momenteel die meerwaardebelasting. Zodra daarover een beslissing is genomen, zal de regering daarmee naar het Parlement komen.

Achraf El Yakhloufi:

Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord. Collega's, het regeerakkoord is duidelijk: er zal een algemene meerwaardebelasting komen van 10 % voor meerwaarde op aandelen. Eindelijk zullen ook de grote vermogens eerlijk bijdragen. Het rapport van de FOD Financiën toont ook aan dat het de superrijksten zijn die deze meerwaardebelasting zullen betalen. Vooruit is en blijft de partij van de koopkracht. De mensen kunnen op ons rekenen. Wij beschermen de index, verlagen de lasten op arbeid en zorgen ervoor dat er een eerlijke bijdrage is van de grootste vermogens. Juist daarom, collega's, zit Vooruit mee in deze regering.

veiligheid, justitie en defensie

De ontsnappingen uit gevangenissen
De ontsnappingen uit gevangenissen

Gesteld door

N-VA Sophie De Wit
Open Vld Paul Van Tigchelt

Aan

Annelies Verlinden (Minister van Justitie)

Bekijk antwoord

Sophie De Wit:

Mevrouw de minister, collega's, bij Justitie is er nooit een saaie dag, elke dag gebeurt er wel iets. Bovenop alle andere gekende problemen is het momenteel blijkbaar in om uit de gevangenis te ontsnappen. Vorige week zaterdag liep er in Brugge iemand de deur uit, maandag maakten twee mannen een gat in de muur van hun cel en gisteren zijn er zes gevangenen in de vrije natuur verdwenen in Saint-Hubert. Met een beetje slechte wil, mevrouw de minister, zou men bijna kunnen zeggen dat men tegenwoordig sneller de gevangenis uit kan lopen dan dat men opgesloten wordt. Ik overdrijf natuurlijk, maar u begrijpt wat ik bedoel.

Trouwens, collega's, misschien weet u het niet, maar 5 % van de enkelbanden wordt doorgeknipt. Dat ging vorig jaar alleen al over 245 personen. Daarnaast worden voorwaarden gelinkt aan de enkelband niet nageleefd. Meer dan 700 personen zijn buiten de cirkel gegaan waar ze mochten komen. Ook dat is ontsnappen. Die situatie mogen we eigenlijk niet aanvaarden, mevrouw de minister. Het is niet goed voor het imago van de overheid en van Justitie. De politiediensten moeten opnieuw het werk doen, terwijl die eigenlijk hun handen al vol hebben. Er ontstaat een gevoel van onveiligheid, een gevoel van straffeloosheid. Bovendien kosten die enkelbanden elke keer opnieuw veel geld.

Het is gek, maar ontsnappen op zich is in dit land niet strafbaar. De N-VA-fractie pleit er al jaren voor om ontsnappen wel strafbaar te maken. Dat werd nu ook eindelijk in het regeerakkoord ingeschreven.

Ik heb enkele eenvoudige vragen. Ik zou graag willen weten of iedereen al gevat is.

Zult u onderzoeken hoe die ontsnappingen konden gebeuren, met de bedoeling die te voorkomen? Ze mogen immers niet voor herhaling vatbaar zijn.

Er is heel veel werk aan de winkel binnen Justitie, maar dit is een quick win. Wij hebben teksten, u ook vermoed ik. Mevrouw de minister, kunnen we die alstublieft zo snel mogelijk bespreken in dit Parlement? Ik dank u.

Paul Van Tigchelt:

Mevrouw de minister, ontsnappingen uit gevangenissen zijn niet fijn voor een minister van Justitie. Ik veronderstel dat het voor sommigen simpel zal zijn en dat het de schuld is van de vorige regering of de vorige minister van Justitie. Nee, het Parlement verdient beter. We weten dat het niet zo simpel is.

Ik weet wel dat er door bepaalde partijen van de arizonaregering hard is geroepen om een kordate strafuitvoering. Intussen zit deze regering, als ik goed heb geteld, 102 dagen in het zadel en gisteren hebben we tot bijna middernacht de beleidsnota van Justitie mogen bespreken. Mevrouw De Wit was daar ook bij, uiteraard. Wat daarin werd aangekondigd aan extra gevangeniscapaciteit voor 2025 is het detentiehuis in Olen en het transitiehuis in Hamme en voor 2026 de gevangenis van Antwerpen. Dat zijn beslissingen van de vorige regering, dames en heren, en wat de gevangenis in Antwerpen betreft, dat is een beslissing van 2008. Als ik mij niet vergis, was Jo Vandeurzen toen minister van Justitie.

Met het paasakkoord werd een noodwet aangekondigd om de uitstroom te verhogen, maar gisteren in de commissie was er bij mijn weten geen sprake meer van die noodwet, laat staan dat er sprake was van concrete plannen voor bijkomende capaciteit door bijvoorbeeld unitbouw. Er was geen concreet stappenplan, geen ambitie. Met de 55 miljoen euro die u hebt gekregen voor de strafuitvoering kunt u inderdaad niet veel bijkomende capaciteit voorzien. Dat is ook wat u gisteren zei in de commissie voor Justitie. Het is onvoldoende om alle ambities uit het regeerakkoord te realiseren.

Mijn vragen, mevrouw de minister, zijn simpel. Net zoals collega De Wit wil ik graag weten wat u kunt zeggen over de omstandigheden van de ontsnapping. Een serieuze bocht, ik geef het toe.

Gaat deze regering nu extra gevangeniscapaciteit voorzien? Wat is het plan met de 55 miljoen euro extra middelen? We mogen dat stilaan weten.

Voorzitter:

Dank u wel, collega Van Tigchelt. Het onderwerp van uw vraag was ontsnappingen uit de gevangenis. Gelukkig hebt u over dat laatste woord toch wel iets gezegd. Over de ontsnappingen ging het wat minder.

Annelies Verlinden:

Mevrouw De Wit en mijnheer Van Tigchelt, gisteren hadden we het bij de bespreking van mijn beleidsnota gedurende tien uur over hetgeen we met de middelen willen doen. Daarover is het laatste woord zeker nog niet gezegd, maar dat we ambitieus zijn in de creatie van capaciteit, onder meer door het inzetten op terugkeer, door het aandacht besteden aan geïnterneerden en door het voorzien in bijkomende plaatsen, staat als een paal boven water. Het is dus iets te kort door de bocht te beweren dat wij geen ambitie op het vlak van capaciteit aan de dag zouden leggen. Integendeel, we zullen in tegenstelling tot vroeger de daad bij het woord voegen.

Wanneer gevangenen uit de gevangenis ontsnappen, roept dat grote bezorgdheid en frustratie op, ook bij mij. Ik ben mij er terdege van bewust dat elke ontsnapping het vertrouwen in het gevangenissysteem kan aantasten. Gisterenavond, tijdens onze bespreking, kwam het bericht van de ontsnapping van de gevangenen in Saint-Hubert. Het vertrouwen en de verantwoordelijkheid die aan gedetineerden met een laag risicoprofiel in een open instelling als Saint-Hubert met het oog op hun re-integratie wordt gegeven, werd in dit geval door een aantal gedetineerden misbruikt.

Mevrouw De Wit, gelukkig konden alle voortvluchtigen dankzij het snelle en accurate optreden van de penitentiaire beambten, justitie en politie, inmiddels worden ingerekend. Dat was ook het geval bij de recente ontsnappingen uit de gevangenissen van Brugge en Gent. In Gent konden de vluchtende gedetineerden nog binnen de gevangenismuren worden gevat.

Na elke ontsnapping en ook pogingen daartoe wordt een onderzoek naar de oorzaken gevoerd, mevrouw De Wit. Alle mogelijkheden tot verbetering worden na die analyse zo snel mogelijk in de praktijk gebracht om nieuwe incidenten te vermijden. Daarnaast worden de betrokken gedetineerden in veel gevallen naar een andere gevangenis overgebracht of aan een ander regime onderworpen. Eveneens wordt geëvalueerd of het algemene regime in de instelling, in dit geval de open gevangenis in Saint-Hubert, moet worden bijgestuurd. Het waarborgen van veiligheid is immers essentieel, ook van degenen die in de gevangenis werken.

Samen met de regering wil ik een vuist tegen het fenomeen, omdat het afbreuk doet aan het vertrouwen in het gevangenissysteem. We werken daarom aan een wettekst om ontsnappingen uit de gevangenis, sabotage van de enkelband en het overtreden van de voorwaarden strafbaar te stellen. De eerste pennentrekken om dat in een wet te gieten, zijn al gezet en hopelijk kunnen we snel de bespreking in de commissie voeren.

Daarnaast zetten we in op de uitbreiding van het aantal extra beveiligde cellen voor gedetineerden met een hoog of een verhoogd ontvluchtingsrisico. We willen ook technologie inzetten, zoals drones en camera's, om het toezicht en de veiligheid in en rond de gevangenissen te versterken.

Onze ambitie is heel duidelijk. Dat hebben we gisteren heel duidelijk besproken. Terwijl de reclassering en de re-integratie in de samenleving in detentie desgevallend al moet kunnen worden voorbereid, zullen we er tegelijkertijd alles aan doen om ontsnappingen te vermijden en streng optreden tegen ontsnappingen en de sabotage van enkelbanden. Dat is voor mij immers ook een onderdeel van een rechtvaardige justitie.

Sophie De Wit:

Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord.

Ik ben eigenlijk van mijn melk door het schaamteloze bochtenwerk dat ik van uw voorganger heb gehoord. Ik kan daar niet van over. De puinhoop die u moet opruimen, is door hem veroorzaakt. Mijnheer Van Tigchelt, u hebt 15 detentiehuizen beloofd en 2 afgeleverd. Hoeveel gevangenissen hebt u in de steigers gezet voor de volgende regering? Geen enkele.

Mevrouw de minister, er ligt nog veel werk op de plank, maar vele handen maken licht werk. Wij willen u helpen. Onze teksten om ontsnappingen strafbaar te stellen, liggen al klaar en wij kunnen daar volgende week mee naar het Parlement komen. Laten we dat gewoon doen. Dat is een quick win en dan kunt u zich focussen op de andere problemen.

Paul Van Tigchelt:

Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. De mirakeloplossing bestaat niet en die verwachten we ook niet. Ik moet het gisteren dan toch niet goed gehoord hebben. Ik weet niet wat er zal gebeuren met de 55 miljoen euro. Gaat die naar extra detentiehuizen? Eén detentiehuis kost 15 miljoen euro. Of gaat die naar de prefinanciering van de enkelbanden, zoals door uw Vlaamse collega Demir wordt gevraagd? Het enige wat wij vragen, is concrete acties die overeenstemmen met de door de arizonacoalitie gedane beloftes. Ik heb daarnet het debat over Gaza gevolgd. Ik heb daar geen ploeg gezien, maar wel politieke partijen die een verschillende taal spreken. Ik hoop dat u dat niet zal overkomen bij Justitie, want dat is niet wat Justitie verdient. Ik wens u veel succes.

mobiliteit en transport

Het intensieve gebruik van start- en landingsbaan 01/19 op Brussels Airport

Gesteld door

MR Florence Reuter

Aan

Jean-Luc Crucke (Minister van Mobiliteit, Klimaat en Ecologische Transitie)

Bekijk antwoord

Florence Reuter:

Monsieur le ministre, le Brabant wallon et le sud de Bruxelles étaient déjà victimes de survols intempestifs depuis de nombreuses années, liés aux atterrissages en piste 01, mais aujourd'hui la situation est véritablement dramatique. Les riverains sont à bout. Ils appellent au secours: "Par pitié, faites quelque chose" m'envoie ce matin encore une habitante de Waterloo. Un autre dénonce: "Invivable, inacceptable, injuste. Des avions bruyants de jour comme de nuit car la Belgique ne respecte ni les législations ni les décisions de justice."

Monsieur le ministre, depuis le 28 avril dernier, les conditions d'utilisation de la piste 07 ont été modifiées et, aujourd'hui, tout repasse en piste 01. Celle-ci devient une piste sous-préférentielle, ce qui veut dire que l'on augmente encore de façon intensive son usage, déjà abusif.

Monsieur le ministre, qui a donné cette instruction? Étiez-vous au courant? Pouvez-vous nous fournir l'instruction par écrit? Êtes-vous conscient des conséquences dramatiques de cette utilisation abusive pour les habitants? Je pense qu'il est temps de respecter ces derniers, de respecter leur santé et leur bien-être et de trouver une solution équilibrée au survol de Bruxelles et du Brabant wallon.

Jean-Luc Crucke:

Madame la députée, comme vous le savez, depuis le début du mois de mai, notre pays est confronté à une situation météorologique particulièrement défavorable, marquée par des vents soutenus et persistants du secteur Nord-Est, rendant peu sûr l'usage des pistes préférentielles qui sont habituellement utilisées pour limiter les nuisances sonores dans les zones densément peuplées.

C'est dans ce contexte que les services de contrôle aérien ont été contraints de recourir de manière inhabituelle à la piste 01 pour les atterrissages, conformément aux impératifs de sécurité aérienne. Je tiens à rappeler que la sécurité des passagers, des équipages et des populations survolées est et restera la priorité absolue dans le respect des obligations européennes. C'est pourquoi j'attire votre attention sur le fait que cette situation météorologique exceptionnelle s'inscrit également dans un contexte plus large de réorganisation temporaire des schémas d'exploitation des pistes de Bruxelles-National, consécutivement à un audit mené en mars 2024 par l'Agence Européenne de la Sécurité Aérienne (EASA). Les exigences imposées par la Commission européenne en la matière doivent être appliquées et elles le seront, puisqu'il s'agit de questions relatives à la sécurité aérienne. Cela dit, elles le seront après l'identification des solutions qui perturberont le moins possible, sur le plan des nuisances sonores et de l'impact environnemental, les populations survolées.

En conclusion, ces mesures temporaires obéissent à un double impératif: sécurité immédiate et mise en conformité progressive avec les standards européens. La situation actuelle doit être lue comme une phase de transition avant la stabilisation d'un schéma d'exploitation conforme, sécurisé et mieux équilibré sur le plan de l'impact environnemental. Je reste bien évidemment attentif aux préoccupations des habitants et des représentants locaux. Et je veillerai également à ce que cela se fasse en toute transparence.

Florence Reuter:

Monsieur le ministre, vous évoquez la sécurité, mais c'est parce que la Belgique était en défaut depuis janvier 2024, car n'ayant pas publié les fameuses procédures RNP de guidage par satellite, que l'audit a eu lieu sur demande européenne. Pourtant, ces procédures existent car elles avaient déjà été publiées de manière temporaire pendant les travaux. Il suffit donc de les reprendre et de les rendre permanentes pour être en ordre. Monsieur le ministre, de jour comme de nuit, les riverains sont matraqués toutes les 10 à15 secondes par des avions bruyants, par du bruit strident. C'est invivable. Des solutions existent et je pense qu'il est vraiment temps d'agir. Je vous remercie d'avance.

veiligheid, justitie en defensie

De Brussels Pride en de lgbtqia+-rechten
De Pride Week en de strijd voor een inclusievere en veiligere samenleving voor iedereen

Gesteld door

DéFI François De Smet
Les Engagés Anne Pirson

Aan

Rob Beenders (Minister van Consumentenbescherming, Sociale Fraudebestrijding, Personen met een handicap en Gelijke Kansen)

Bekijk antwoord

François De Smet:

Monsieur le ministre, ce samedi, dans les rues de Bruxelles, ce sera la Pride. Nous allons évidemment célébrer la diversité. Nous allons célébrer la protection des droits des personnes LGBTQIA+, avec une pensée pour les endroits où ces droits sont sous pression. Je pense par exemple à la Hongrie de Viktor Orbán, où on sait qu'il n'y aura peut-être même pas de Pride. En tout cas, les gens se battent là-bas pour qu'elle puisse avoir lieu.

Mais ces droits sont aussi sous pression ici en Belgique. Cette semaine, pas plus tard qu'hier en fait, ont comparu devant le tribunal correctionnel de Bruxelles des individus qui ont piégé des personnes homosexuelles au moyen d'applications de rencontres, dans ce qu'on peut appeler des guets-apens. C'est un processus relativement nouveau, violent et qui ne vise pas simplement à tabasser des personnes gays mais à envoyer un message d'intimidation qui est de dire: "N'utilisez pas de telles applications. Ne vous rencontrez pas. Ne soyez pas libres." Cela, évidemment, est inacceptable.

Ce ne sont pas des cas isolés. Ainsi, quand on regarde les chiffres 2024 d’Unia – cette institution à qui vous avez eu la riche idée de prendre 25 % de ses ressources –, on voit que 35 % de dossiers concerneraient des actes de haine à caractère homophobe, lesbophobe ou biphobe, avec la particularité que les discours et les actes de haine y sont plus nombreux que pour les autres critères protégés par la loi.

Enfin, dernier signal alarmant, il apparaît que la tolérance envers les personnes LGBTQIA+ est en baisse, en ce compris chez les jeunes. C'est ce qui ressort d'une étude réalisée en Flandre par la Jeugdonderzoeksplatform, une plateforme qui regroupe l’université de Gand, la KU Leuven et la VUB.

En résumé, il s'agit de faits plus nombreux et plus violents et d'un climat général de moins de tolérance. Je crois que cela doit vraiment nous alerter. Il faut voir les choses en face. Nous sommes dans une phase de recul des droits fondamentaux, dans une phase de repli et de conservatisme qui, par simplisme, tend à tout confondre.

Au-delà des slogans un peu creux et de la baisse de 25 % de l'organisme supposé aider à les défendre, quelles sont les mesures que vous allez prendre, l’Arizona et ce gouvernement, pour aider ces personnes?

Anne Pirson:

Monsieur le ministre, je voudrais aussi parler de ces agressions, qui ne sont pas des faits divers. Chaque semaine, des personnes LGBTQIA+ sont passées à tabac. On leur tend des guet-apens via des applications de rencontre. Pourquoi? Parce que leur identité, leur liberté ne conviennent pas à certaines personnes.

Il y a quelques semaines, je vous ai interrogé sur le harcèlement en rue et le sentiment d'insécurité vécu par les femmes. Les chiffres de 2024 quant aux violences contre les personnes LGBT ne sont pas meilleurs. Le 12 mai dernier, le Centre interfédéral pour l’égalité des chances (Unia) et l'Institut pour l’égalité des femmes et des hommes (IEFH) ont à nouveau tiré la sonnette d'alarme. Ces faits de violence et de discrimination sont des attaques contre les droits fondamentaux, droits qui sont remis en cause un peu partout dans le monde, mais aussi chez certains de nos voisins qui sont membres de l'Union européenne.

La Belgique a toujours été précurseur en la matière. Elle doit continuer à montrer l'exemple et doit rester inclusive et sûre pour tout le monde. Il s'agit vraiment d'un combat de tous les jours. L'accord de gouvernement se positionne clairement en faveur des personnes LGBT. Dans votre note de politique générale, vous indiquez votre volonté de mettre en place un plan interfédéral à ce sujet, depuis longtemps demandé par Unia.

Monsieur le ministre, quelle est votre stratégie pour mettre en place ce plan interfédéral avec les autres niveaux de pouvoir? Quel est votre timing? Quelles actions prioritaires comptez-vous mettre en place avec vos collègues de l'Intérieur et de la Justice?

Rob Beenders:

Monsieur De Smet et madame Pirson, je vous remercie pour vos questions.

La Belgique passe en effet de la troisième à la deuxième place de la Rainbow Map – classement européen annuel des droits LGBTI+ – publiée cette semaine par European Region of the International Lesbian and Gay Association Europe (ILGA-Europe). Pourtant, la Pride Week reste un événement nécessaire, même en 2025.

Les chiffres de la tolérance sont en effet en recul. Ce phénomène touche le monde entier. Citons Trump aux États-Unis, Orbán en Hongrie et Meloni en Italie. Notre pays n’est pas épargné. Comme l’a révélé cette semaine l’étude d’Unia, 135 faits liés à l’orientation sexuelle ont été signalés l’an dernier. Cette estimation est d'ailleurs largement inférieure à la réalité car de nombreuses victimes n’osent pas signaler les faits.

Ce qui m’inquiète le plus, c’est que cette tendance touche principalement les jeunes. C’est précisément dans cette tranche d’âge que la tolérance envers les personnes LGBTI+ est en baisse.

En tant que pouvoir public, notre mission est de les protéger. Je prendrai donc mes responsabilités en tant que ministre de l’Égalité des chances. Une société dans laquelle chacun et chacune se sent en sécurité quel que soit son genre, son orientation sexuelle, sa religion, son handicap ou son origine est ma priorité absolue.

Le harcèlement de rue, les discours de haine en ligne et la violence homophobe ne doivent jamais être tolérés. Depuis l’adoption de la loi "sexisme" en 2014, les formes de harcèlement de rue sont punissables par la loi.

Ce problème nécessite une approche globale et systématique. La prévention, la protection et l'application sont essentielles. Je m’y emploierai en élaborant un plan d’action national contre les violences de genre, en collaboration étroite avec les ministres de la Justice et de l’Intérieur.

Durant cette législature, nous renforcerons également les Centres de Prise en charge des Violences Sexuelles, en portant une attention particulière aux personnes LGBTI+. Les victimes doivent pouvoir accéder plus facilement à ces centres car, dans la pratique, ce n’est pas toujours le cas. C'est une priorité!

Enfin, nous travaillerons sur un nouveau plan interfédéral pour garantir la protection des droits des personnes LGBTI+ et promouvoir leur inclusion.

En collaboration avec mon administration, nous sommes en train d'élaborer une proposition de méthodologie commune et des rétroplanning à partir des évaluations du plan précédent et des contributions de la société civile.

En termes de timing, nous souhaitons aboutir avant la fin de l'année à un cadre méthodologique commun et des propositions concrètes de mesures et d'actions fédérales.

Mais je ne pourrai mener ce combat seul. D'où l'importance de la Brussels Pride et aussi d'autres Pride. Il y en a aussi une dans le Limbourg en juillet – vous êtes tous invités. Ce n'est pas seulement une fête mais c'est aussi un signal fort de solidarité et je vous invite tous à Bruxelles ce samedi pour célébrer cela ensemble.

François De Smet:

Merci monsieur le ministre pour votre réponse que je trouve, pour être honnête, très convenue et très cosmétique. Je connais ce secteur depuis très longtemps. Je vous entends parler, vous-même ou vos prédécesseurs, de plans, de plans d'action, de plans nationaux. Ça manque peut-être juste un peu de task force . Comme ça, nous aurions eu le catalogue complet. Il faut beaucoup plus d'actions.

Je crois que les faits auxquels nous nous référons et que vous connaissez, où des gens prennent le temps d'utiliser des applications de rencontre pour piéger intentionnellement et tabasser des personnes gays, doivent vraiment nous alarmer sur le fait que la tolérance est fortement en baisse. Je ne doute pas de vos bonnes intentions mais quel paradoxe entre les bonnes intentions que vous mettez en avant, même dans votre accord de gouvernement, et les moyens dont vous vous dotez! En effet, votre principal allié pour lutter contre cette discrimination, à savoir Unia, vous le punissez d'emblée, dès 2025, en le privant d'un quart de ses ressources. Ce n'est pas le bon signal, mais nous attendrons de voir vos plans pour juger sur pièces.

Anne Pirson:

Merci monsieur le ministre pour vos réponses. Il est en effet toujours inacceptable pour nous qu'aujourd'hui, on ait toujours peur d'assumer ce que l'on est, qu'on n'ose pas marcher main dans la main dans la rue ou embrasser la personne que l'on aime.

Nous pensons vraiment que ce gouvernement signera la fin des grandes promesses et que nous allons enfin passer aux actes. En tout cas, vous pourrez compter sur Les Engagés pour passer aux actes avec vous. J'ai entendu parler du timing. Nous serons présents au niveau de la symbolique – et donc présents à la Pride samedi – mais nous serons aussi présents pour soutenir toutes les actions politiques. Nous prendrons aussi nos responsabilités en déposant des propositions. Nous vous soutiendrons dans toutes les mesures qui sont en faveur des libertés, de nos droits fondamentaux, de la liberté d'expression et qui mèneront à une société plus sûre pour tout un chacun.

Voorzitter:

Collega’s, wat de geheime stemming betreft hebben we nog niet het vereiste aantal deelnemers bereikt. We hebben nog een goed half uur. Gelieve daarvan gebruik te maken.

internationale politiek en migratie

De afschaffing van de terugkeerpremie

Gesteld door

N-VA Maaike De Vreese

Aan

Anneleen Van Bossuyt (Minister van Asiel en Migratie, en Maatschappelijke Integratie)

Bekijk antwoord

Maaike De Vreese:

Mevrouw de minister, u bent deze week naar Moldavië gegaan. Ik heb heel veel reacties gelezen van mensen die zich afvragen waarom u in godsnaam naar Moldavië ging. Sinds 2020 zien we echter telkenmale de cijfers stijgen van die asielzoekers richting ons land. Telkenmale gebeurt dat ook in de winter. Natuurlijk is dat niet toevallig. Die mensen komen namelijk naar hier voor onze winteropvang. Alsof dat nog niet genoeg is, krijgen ze wanneer ze terugkeren nog een terugkeerpremie van 1.000 euro. Dat zijn geen asielzoekers, dat is asieltoerisme.

Minister, we moeten daar absoluut komaf mee maken. Moldavië is immers een veilig land. Die mensen krijgen hier geen bescherming. Eindelijk maakt u werk van een strikt en streng migratiebeleid. U zet de puntjes op de i.

Wat zien we namelijk nog meer? Een deel van dat geld wordt doorgestort aan mensensmokkelnetwerken en criminele netwerken. We kunnen dit soort asieltoerisme absoluut niet toelaten. Als men de gemiddelde lonen in Moldavië bekijkt, dan betaalt ons land die mensen daarenboven niet enkel een dertiende maand, maar ook nog een veertiende maand. Hoe kan men dat in godsnaam uitleggen aan de belastingbetaler? Dat is niet mogelijk.

Het is dus goed, minister, dat u daar nu komaf mee maakt. Wat hebt u echter nog allemaal geleerd op uw reis in Moldavië? Welke lessen trekt u daaruit? Hoe zult u in de toekomst dergelijke misbruiken verder gaan aanpakken?

Anneleen Van Bossuyt:

Dank u wel voor uw vraag, mevrouw De Vreese. Ik ben deze week inderdaad in Moldavië geweest om het asieltoerisme aan te pakken.

We zien in ons land, zoals u terecht aangaf, in de jongste jaren, sinds 2020, een stijging van het aantal asielaanvragen uit Moldavië. Het zijn er nu ongeveer een duizendtal, vooral uit de Romagemeenschap. Dat is heel vreemd natuurlijk, want Moldavië is een veilig land. Ik heb de cijfers nagegaan. Het aantal erkenningen van mensen uit Moldavië was in de jongste jaren lager dan 1 %. Ze hebben eigenlijk bijna geen kans om hier bescherming te krijgen.

Hun motivering om naar België te komen heb ik trouwens expliciet gehoord in Moldavië, namelijk ons te gulle opvangsysteem. Dat is gewoon een feit. Hierbij spelen twee zaken. Ten eerste, ze komen vooral overwinteren. We zien de piek vooral tijdens de koudere maanden. Zo vermijden ze de hoge energieprijzen in hun land. U weet echter ook dat onze opvang gewoon overvol is. Die kan niet dienen voor mensen die hier gewoon komen overwinteren, die dient voor mensen die echt onze bescherming nodig hebben. Ten tweede is er de terugkeersteun, tot 1.000 euro, die ze kunnen krijgen. Ik heb met mensen van de Moldavische grenspolitie gesproken. Ze erkennen dat daar smokkelnetwerken achter zitten.

Wij willen die illegale migratie drastisch verminderen. We gaan die aanvragen versneld behandelen en we gaan die terugkeersteun meteen stopzetten. Ik zal ook verdere ontradingscampagnes voeren, niet alleen online, maar ook in persoon als het moet. Specifiek wat Moldavië betreft, zullen we in het najaar opnieuw een online ontradingscampagne opstarten.

Maaike De Vreese:

Wat wij hier zien, is gewoon misbruik van het visumvrije reizen. De betrokkenen krijgen er inderdaad nog eens een winteruitkering bovenop.

Mevrouw de minister, Moldavië is echter niet het enige land waaruit mensen visumvrij naar België kunnen reizen. Voor mijn part schaft u de terugkeerpremie voor ieder visumvrij land af. Maak daar komaf mee. Ik wil absoluut dat u dat bekijkt.

Zorg voor heel strikte regels rond de terugkeerpremies, niet langer voor visumvrije landen maar enkel voor visumplichtige landen en enkel en alleen als de premie voor een snellere terugkeer zorgt en ervoor zorgt dat de asielprocedure niet langer gerokken wordt via beroepsprocedures. Bekijk die uitbreiding. Zorg dat daar geen misbruik meer van wordt gemaakt. Zorg dat het asieltoerisme in België absoluut stopt.

Voorzitter:

Daarmee besluiten wij de vragenronde.

Voorstellen en Ontwerpen

De voorstellen en wetsontwerpen die besproken werden tijdens deze vergadering en de bijbehorende stemmingen.

Wetsvoorstel

Wetsvoorstel houdende titel 1 'Persoonlijke zekerheden' van boek 9 'Zekerheden' van het Burgerlijk Wetboek

1 stemming

Wetsvoorstel aangenomen

Wetsvoorstel houdende diverse bepalingen inzake kernenergie, teneinde de elektriciteitsbevoorradingszekerheid te waarborgen en de energiemixkosten in de hand te houden

Stemmingen

Stemmingen niet gelinkt aan een voorstel/ontwerp.

Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van: - de heer François De Smet over 'De uitspraken van de eerste minister over de politisering van de magistratuur'.

53.2%
46.1%
0.7%

ja (75) nee (65) onthouding (1)

Stemming aangenomen

Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van: - de heer Ridouane Chahid over 'Het geweld in de marge van de Belgische bekerfinale voetbal'.

53.2%
46.1%
0.7%

ja (75) nee (65) onthouding (1)

Stemming aangenomen

Wetsvoorstel houdende diverse bepalingen inzake kernenergie, teneinde de elektriciteitsbevoorradingszekerheid te waarborgen en de energiemixkosten in de hand te houden. (318/9)

72.3%
5.7%
22.0%

ja (102) nee (8) onthouding (31)

Stemming aangenomen
Popover content