Plenaire vergadering op 26 juni 2025
Beknopte versie
Hoe werkt dit?
De beknopte versie gebruikt artificële intelligentie om tekst samen te vatten. De samengevatte teksten zijn dus geen uitspraken van echte mensen. De teksten kunnen foutief zijn en/of aan nuanceverlies lijden ten opzichte van de originele teksten. Deze teksten zijn onderlijnd in het paars.
Van 14h18 tot 19h30 (5 uur en 12 minuten)
17 vragen, 0 voorstellen, 5 stemmingen
Volledig verslag op dekamer.be
Aanwezigheid
141/150 (94%)
Afwezigen
De volgende 12 kamerleden waren afwezig bij tenminste de eerste naamstemming. Het is mogelijk dat deze kamerleden alsnog aanwezig waren vanaf de tweede naamstemming of later. Het is ook mogelijk dat de kamerleden uitgesloten waren bij de eerste stemming voor een legitieme reden.
Ecolo
Rajae Maouane
Groen
Jeroen Van Lysebettens
Les Engagés
Serge Hiligsmann
Les Engagés
Benoît Lutgen
MR
Denis Ducarme
Open Vld
Irina De Knop
Open Vld
Sandro Di Nunzio
PS
Christophe Lacroix
PVDA-PTB
Nabil Boukili
PVDA-PTB
Nadia Moscufo
PVDA-PTB
Ayse Yigit
Vooruit
Alain Yzermans
Vragen
De vragen die gesteld werden tijdens deze vergadering.
De door het Grondwettelijk Hof onder de fiscale uitzonderingen gelegde bom
De terugvordering van bedrijfsvoorheffing in de tuinbouw na de vernietigde vrijstellingsregeling
Fiscale uitzonderingen en terugvorderingen in de tuinbouw.
Gesteld door
Groen
Dieter Vanbesien
N-VA
Charlotte Verkeyn
Aan
Jan Jambon (Minister van Financiën en Pensioenen)
Bekijk antwoord
Dieter Vanbesien:
Mijnheer de minister, u hebt ongetwijfeld vernomen dat het Grondwettelijk Hof enkele weken geleden een specifieke steunmaatregel ten voordele van fruittelers heeft vernietigd. Het betreft een maatregel die werd genomen in het kader van de covidcrisis, om ervoor te zorgen dat het fruit geplukt kon worden, aangezien men destijds geen beroep kon doen op reguliere plukkers.
Het Hof oordeelt dat het gaat om illegale staatssteun. In Europa geldt dat de overheid geen gunstmaatregelen mag verlenen aan een specifieke sector. Het gevolg is dat de fruittelers dat geld nu moeten terugbetalen aan de overheid.
Die uitspraak legt mogelijk een zware bom onder ons belastingsysteem, aangezien in de voorbije decennia tal van gelijkaardige maatregelen zijn ingevoerd die mogelijk hetzelfde lot beschoren zijn.
Ons belastingsysteem hangt aan elkaar van fiscale koterijen. Het is duidelijk dat dat niet duurzaam is en dat het ons in de problemen zal brengen. De lobby weegt te zwaar door in ons land. Ik geef een voorbeeld. De professionele voetbalclubs krijgen al heel lang dergelijke voorkeursbehandelingen. Voor RSC Anderlecht kan men dat nog enigszins begrijpen, maar niet voor clubs als Club Brugge en Standard Luik. De flexi-jobs vormen een ander voorbeeld. Ook dat systeem houdt een voorkeursbehandeling in voor specifieke sectoren. Wat gebeurt er indien de horeca-uitbaters morgen al dat geld moeten terugbetalen?
Mijnheer de minister, hebt u een plan om al die bestaande maatregelen in kaart te brengen, teneinde een oplossing te zoeken zodat er geen rampen gebeuren?
Deze regering zal nog een aantal fiscale koterijen bijbouwen, met hetzelfde risico. Zult u de uitvoering daarvan stopzetten en een alternatief zoeken dat wel rechtszekerheid biedt?
Charlotte Verkeyn:
Mijnheer de minister, ik zou niet graag in uw schoenen staan, want er zijn heel wat fiscale kopzorgen. Met de vernietiging van een regeling in de tuinbouwsector werd er een fiscale splinterbom gedropt. Wat is er aan de hand? Tuinbouwwerkgevers mochten een deel van de bedrijfsvoorheffing voor zich houden in plaats van die door te storten. Helaas werd die regeling door de toenmalige regering, de vivaldiregering , niet als staatssteun aangemeld. Nu zitten we met de gebakken peren, want de gevolgen kunnen aanzienlijk zijn. Onder meer de uitbreiding van de flexi-jobs komt daardoor in het gedrang, evenals de investeringsaftrek, de expatregeling, de regeling voor het voetbal, waarnaar collega Vanbesien al verwees, en ook de regeling voor studentenjobs. Wat gaan we daarmee doen? Ik weet het alvast niet.
Het wordt echter nog erger, want in het verleden zijn meerdere gelijkaardige systemen ingevoerd. Denk maar aan de maatregelen voor onderzoek en ontwikkeling, nachtarbeid, ploegenarbeid en de baggerscheepvaart. Men heeft de factuur daarvan berekend en die komt – collega’s, houd u vast – neer op 5 miljard euro aan fiscale kopzorgen, te wijten aan een vergetelheid van Vivaldi.
Mijnheer de minister, zijn die kopzorgen terecht? Is er een oplossing?
Jan Jambon:
Beste Kamerleden, voorafgaand wil ik verduidelijken dat de vernietigde maatregel een reeds bestaande maatregel was. De maatregel voor de fruit- en groenteteelt dateerde namelijk van 2023, tamelijk recentelijk dus. U herinnert zich dat zeker en vast, mijnheer Vanbesien, want uw partij heeft die maatregel mee goedgekeurd in het Parlement.
Wij hebben inderdaad kennisgenomen van het arrest van het Grondwettelijk Hof, op 12 juni. Daaropvolgend heb ik meteen actie ondernomen. Sindsdien is het niet meer mogelijk om nieuwe aangiftes in te dienen voor de groente- en fruitsector.
Voor het jaar 2024 gaat het over 21,4 miljoen euro en voor het jaar 2025 is het tot dusver 5,2 miljoen euro. Dat is zeker niet niets.
Voor de getroffen sectoren is mijn administratie nu op zoek naar een oplossing. We zullen de betrokken bedrijven contacteren, zodat ze zeer snel duidelijkheid krijgen. Binnen de FOD Financiën werd een speciaal team opgericht om alles goed op te volgen. Daarnaast nodigen we morgen ook de sectorfederaties en andere betrokken organisaties uit, om te luisteren naar hun vragen en hun zorgen. Op basis van die insteken willen we zo snel mogelijk zorgen voor heldere communicatie ten aanzien van die bedrijven.
Tot slot, we analyseren uiteraard of dat arrest gevolgen kan hebben voor andere fiscale regelingen. Ik kan daar het volgende al over zeggen. Voor de flexi-jobs is er vooralsnog geen probleem. Dat systeem bestaat al lang en het staat volgens ons stevig. Ook voor de expats is er weinig kans op plots wegvallen. In beide gevallen gaat het om algemene, brede maatregelen, die niet gericht zijn op één sector.
Dieter Vanbesien:
Mijnheer de minister, u spreekt vooral over de actie die u al hebt ondernomen in het kader van de fruitteelt, wat uiteraard heel goed is, maar het gaat mogelijk om een veel groter probleem, zoals collega Verkeyn ook zei. Zij spreekt over een grootteorde van 5 miljard. Dat is iets helemaal anders. U stelt dat er geen probleem is met de flexi-jobs, maar ik ben daar niet zo zeker van. Het gaat om staatssteun aan een sector en als die niet goedgekeurd werd door Europa, kan dat tot een gelijkaardig probleem leiden.
We weten dat rechtse partijen graag belastingen uithollen. Dat is geen verrassing. Daarom bouwen ze koterij op koterij. Vooruit gaat daarin mee.
De enige oplossing voor dat probleem is een grondige fiscale hervorming. Wij stellen voor om inkomsten uit arbeid en vermogen op dezelfde manier te belasten. Een euro is een euro. Dan houden mensen netto meer over en kunnen al die koterijen worden afgeschaft. Mijnheer de minister, als u zo’n plan zou voorleggen, zou ik het zelfs steunen.
Voorzitter:
Ik voel iets groeien tussen de heer Vanbesien en de heer Jambon, maar de toekomst zal dat uitwijzen.
Charlotte Verkeyn:
Collega Vanbesien, met alle respect, maar die maatregel, trouwens een goede maatregel, werd ingevoerd onder de vorige regering, met uw partij in de regering. Uw regering vergat die maatregel echter aan te melden, waardoor wij nu met de gebakken peren zitten en opnieuw met ons gat op de blaren moeten zitten.
Mijnheer de minister, ik hoop echt dat u dat opgelost krijgt, want het is bijzonder spijtig. Heel wat zuurstof voor ondernemers en voor mensen die willen werken, dreigt daarmee in het gedrang te komen. Ik zou niet graag in uw schoenen staan en dat allemaal hele dagen moeten meemaken. Ik wens u veel succes.
Voorzitter:
Mijnheer de minister, er staat vandaag een vijftiental vragen aan u geagendeerd, misschien is dat de reden waarom collega Verkeyn niet in uw schoenen zou willen staan.
De meerwaardetaks
De meerwaardebelasting
De meerwaardebelasting en minderwaarden
Belasting op toegevoegde waarde
Gesteld door
Open Vld
Vincent Van Quickenborne
PVDA-PTB
Sofie Merckx
VB
Lode Vereeck
Aan
Jan Jambon (Minister van Financiën en Pensioenen)
Bekijk antwoord
Voorzitter:
U krijgt een vijftiental vragen vandaag, mijnheer de minister. Misschien is dat de reden waarom collega Verkeyn niet in uw schoenen zou willen staan.
Er zijn dingen die nooit voorbijgaan, bijvoorbeeld vragen van de heer Van Quickenborne over de meerwaardetaks.
Vincent Van Quickenborne:
Mijnheer de minister, collega’s, als we de insiders en journalisten mogen geloven, staan we aan de vooravond van een belangrijk weekend waarin mogelijk een akkoord wordt bereikt over de meerwaardetaks.
Wat nu al zeker is, is dat de chantage van Vooruit gewerkt heeft. Ondanks de dure beloften en de plechtige eden die men hier heeft gezworen – onder meer de heer Bertels, die vorige week nog zei dat de meerwaardetaks enkel de sterkste schouders zou treffen, het hoogste percentiel – blijkt nu dat de vrijstelling van 10 jaar, mijnheer de minister, die u in uw ontwerp had opgenomen, verdwenen is.
Wie is daar het slachtoffer van? De mensen die op lange termijn sparen. Veel mensen. Ik heb het al gehad over Wouter De Bodt, de leraar economie die elke maand 200 euro spaart voor zijn dochtertje, 20 jaar lang, maar ik wil het ook hebben over Ella. Ella is een jonge studente die mij heeft gemaild. Zij heeft een studentenjob en legt elke maand 100 euro opzij, waarmee ze belegt in ETF’s. Dat zijn aandelenkorven. Zo probeert ze op lange termijn ook een deel van haar woning te betalen.
Welnu, collega’s, Wouter, Ella… Het gaat ook om Franstaligen in dit land, mijnheer Bouchez. Het gaat om honderdduizenden mensen die aan langetermijnsparen doen en die de meerwaardetaks – een middenklassetaks eigenlijk – zullen moeten betalen. Het zal dus niet de heer Coucke zijn – met alle respect voor hem – die de taks zal betalen, het zullen de gewone spaarders zijn die de taks zullen moeten betalen. Helaas is dat de realiteit.
Collega’s, mijnheer de minister, aan de vooravond van dit belangrijke akkoord dat mogelijk binnen de regering zal worden gesloten – misschien ook met de betrokkenheid van de partijvoorzitters van de zogenaamde arizonacoalitie – wil ik u één vraag stellen.
Wouter, Ella, alle honderdduizenden Belgen die aan langetermijnsparen doen: zijn dat volgens u de sterkste schouders? Mijnheer de minister, dank u voor uw antwoord.
Sofie Merckx:
Mijnheer de minister, er is al veel gezegd over de meerwaardebelasting. De heer Van Quickenborne heeft het al goed toegelicht. Iets wat hij misschien echter niet heeft gelezen en ik deze week wél, is de studie van de Nationale Ban van België over de inkomensongelijkheid in ons land. Zoals elke ochtend heb ik ook vanochtend alle editorialen* in de kranten gelezen, waaronder die van Het Nieuwsblad . Wat schrijft Het Nieuwsblad over de studie van de Nationale Bank van België? Ik citeer: “De Nationale Bank concludeert dat het verhaal van N-VA en MR dat de sterkste schouders de zwaarste lasten betalen een fabel is. Het is een realiteit dat superrijken te weinig de kas spekken. Het kan niet langer in een hoek gezet worden als een ideologisch hersenspinsel van de PVDA.”
Wat zegt die studie van de Nationale Bank van België aan? Ze toont met cijfers aan dat de ongelijkheid in ons land groter is dan u steeds beweert. De inkomsten van de 1 % superrijken worden slechts voor 29 % belast, terwijl de gewone mensen 40 % à 50 % van hun inkomsten afstaan via belastingen. U weigert natuurlijk de superrijken te laten betalen, ook via de meerwaardebelasting, die de aandelen in vennootschappen niet zal raken. Ze richt zich immers uitsluitend op particulieren.
Mijnheer de minister van Financiën, wat is uw reactie op de studie van de Nationale Bank van België? U bent immers de minister die het begrotingstekort moet dichten en op zoek moet gaan naar nieuwe inkomsten. Wat vindt u van die studie? Wat is uw besluit daarover? Bevestigt u dat u tegen 1 juli 2025 een akkoord wil bereiken over de meerwaardebelasting? Hoe zit het met de verschillende uitzonderingen?
Lode Vereeck:
Mijnheer de minister, u weigerde tijdens de bespreking van de programmawet in de commissie op vragen over de meerwaardebelasting te antwoorden. Zonder die rode trofee wordt de programmawet nochtans niet eens uitgevoerd. Alles staat of valt ermee. Wat zitten wij hier dan eigenlijk te doen? Het Parlement heeft recht op een degelijke uitleg.
in de pers vernemen we nu dat de goede huisvaders die hun aandelen langer dan 10 jaar bijhouden niet worden vrijgesteld van een meerwaardebelasting. U, mijnheer Bouchez, mijnheer De Wever, bent voor de socialisten door de knieën gegaan.
Nog is het niet genoeg, want er is nog altijd geen akkoord. Blijkbaar wil Vooruit de Vlamingen die werken en sparen nog meer pijn doen, niet de superrijken, want zij gaan deze belasting niet betalen. Dat beseft iedereen.
Mijnheer Van den Heuvel, hoe zit het met de vrijstelling voor kleine beleggers? Wordt het 10.000 euro of 20.000 euro, zoals uw voorzitter Sammy Mahdi wil? Gaat cd&v soms ook door de knieën voor de socialisten?
Mevrouw Verkeyn, als er geen vrijstelling komt voor aandelen die langer dan 10 jaar in bezit zijn, de trofee van N-VA waarmee u in de commissie altijd loopt te stoefen, welke andere maatregelen ziet u dan om de Vlaamse middenklasse te ontzien?
Mijnheer El Yakhloufi, hoe zit het met beleggersfamilies? Tellen verre familieleden nu mee voor dat aanmerkelijk belang van 20 %? Uw voorzitter zegt van niet. Hij houdt niet van grootooms en achternichten. Minister Jambon zegt van wel. Wie heeft er gelijk?
Minister Jambon, voor u heb ik twee vragen. Noblesse oblige. Ten eerste, wat wordt de referentiedatum? Als de prijs van een aandeel op 31 december 2025 wordt vastgelegd en een aandeel wordt daarna verkocht tegen een hogere prijs maar lager dan de aandeelprijs, dan wordt er een belasting op een minwaarde geheven. Dat is toch van de pot gerukt.
Ten tweede, wordt de Reynderstaks nu afgeschaft of betalen wij straks dubbele belastingen op meerwaarden uit obligatiefondsen?
Jan Jambon:
Dank aan de habitués, die mij hier en in de commissie regelmatig diezelfde vraag stellen. U kent mijn antwoord, ik hoef het eigenlijk niet te geven. De meerwaardebelasting maakt een essentieel deel uit van het regeerakkoord, een regeerakkoord dat veel structurele hervormingen bevat en waar ook een deel van de inspanning door de sterkste schouders zal worden gedragen.
Mijnheer Vereeck, we zijn volop bezig met het kalibreren van de meerwaardebelasting en met te zorgen dat er daarover een akkoord komt binnen de regering. Zodra dat akkoord er is en de teksten door de regering zijn besproken, zullen we daarmee naar het Parlement komen en kunnen we daarover tot in de details discussiëren, zoals ik al 100 keer heb beloofd.
Vincent Van Quickenborne:
Mijnheer de minister, u gaat erop vooruit, want u antwoordt nu al zonder papier. Dat is heel positief. U zegt dat erover wordt gediscussieerd, maar die discussie gaat één bepaalde richting uit, namelijk naar links. De knieval over die 10 jaar hebt u nu al gemaakt, maar het is nog niet genoeg voor de socialisten. Het moet nog meer zijn.
M. Bouchez a dit cette semaine encore: "Pas de nouvelles taxes!" Mais alors, quelle est donc cette nouvelle taxe? C'est une nouvelle taxe, monsieur Bouchez. C'est une nouvelle taxe!
De heer Mahdi zegt dat ze de middenklasse niet gaan treffen, maar die taks treft die middenklasse net wel midscheeps. Dan is er nog de grote goeroe, de heer De Wever, die zegt dat iedereen die langer dan 10 jaar spaart, wordt vrijgesteld. Het is een ingeslikte belofte, dat is de realiteit. Collega’s, wie zal het slachtoffer zijn van die meerwaardebelasting? Ik zeg het u nu al, de middenklasse. Die zal betalen.
Sofie Merckx:
Dat u niet zou antwoorden op de vraag over de onderhandelingen binnen de regering, had ik verwacht. Mijnheer Jambon, normaal gezien, als een studie van de Nationale Bank stelt dat de ongelijkheid in ons land toeneemt en dat de superrijken telkens de dans ontspringen, dan had ik toch wel verwacht dat u daarop zou reageren. Als de PVDA dat zegt, dan zet u het opzij. Als wetenschappelijke studies dat zeggen, dan zet u het opzij. Als ook de Nationale Bank het echter zegt, de Nationale Bank zelf - dat zijn geen linkse mannen, zelfs dan wil u het niet inzien.
Het is dus duidelijk dat die meerwaardebelasting de superrijken niet zal treffen. Als u snel tot een akkoord wil komen morgenavond en als u enkel die 1% wilt treffen, dan is er een heel simpele oplossing, een miljonairsbelasting die de rijkste 1% treft. Die moeten ook bijdragen.
Lode Vereeck:
De meerwaardebelasting in kwestie is nu al een administratieve en financiële flop en daarenboven een beleidsmatige ramp. Welk genie heeft bedacht dat het koppelen van de aankoop van legervliegtuigen aan goede fiscale regelgeving tot iets positiefs zou leiden? Dat is brol in het kwadraat en perfect voorspelbaar, want de regering, en met name de N-VA, maakt een dubbele fout.
Ten eerste, een nieuwe belasting in het zwaarst belaste land ter wereld, enkel om een begrotingsprobleem wat te dempen en het ego van de socialisten wat te strelen, dat is waanzin. Een meerwaardebelasting kan enkel worden ingevoerd in het kader van een structurele fiscale hervorming. Ik roep de regering dan ook op om die brol af te voeren en werk te maken van een duale inkomstenbelasting.
Ten tweede, de N-VA lijkt haar eigen analyse dat België niet te hervormen valt, vergeten te zijn. Zelfbestuur is de beste kuur om Vlaanderen en Wallonië uit het financiële moeras te halen. Volledige fiscale regionale autonomie stelt de politieke leiders voor hun verantwoordelijkheid en zorgt ervoor dat de burgers... (…)
Voorzitter:
Ik dacht dat u nog iets zou zeggen, maar dat is ingeslikt. ( rumoer in de zaal ) Ik heb niet de indruk dat de heer Van Quickenborne, die natuurlijk heel graag zou willen antwoorden... Ja, mijnheer Van Quickenborne, ik ken u. U probeert een persoonlijk feit uit te lokken, omdat u weet dat u daarop mag reageren. Ik heb echter geen denigrerende uitspraak gehoord. U ziet dat de heer Van Quickenborne zelfs gretiger is om toch nog het woord te kunnen nemen gedurende enkele minuten. Het spijt me. Monsieur Bouchez, je ne pense pas qu'il y ait eu énonciation de votre nom.
De fraude met pensioenen
De fraude met pensioenen
Pensioenfraude
Gesteld door
VB
Ellen Samyn
N-VA
Wouter Raskin
Aan
Jan Jambon (Minister van Financiën en Pensioenen)
Bekijk antwoord
Ellen Samyn:
Mijnheer de minister, dit had een aflevering kunnen zijn in de reeks ‘Absurdistan’.
Een Belgisch-Marokkaans echtpaar ontving jarenlang een inkomensgarantie voor ouderen, terwijl het volgens verschillende media permanent in Marokko verbleef. De schade voor onze sociale zekerheid – en dus voor de belastingbetaler – zou intussen zijn opgelopen tot honderdduizenden euro's. Wat deze zaak pas echt hallucinant maakt, is dat de Federale Pensioendienst pas in actie kwam na 20 brieven van een anonieme klokkenluider. 20 brieven, collega's! Hoeveel alarmsignalen zijn er nodig vooraleer het systeem reageert?
Dit dossier roept fundamentele vragen op, niet alleen over de controlemechanismen bij de Pensioendienst, maar ook over het gemak waarmee toegang wordt verkregen tot onze sociale rechten. Mensen die hier nooit hebben bijgedragen, genieten wel van voorrechten waarvoor onze mensen heel hun leven lang moeten werken.
Mijnheer de minister, gaat het hier om een eenmalig geval? Is er inmiddels een onderzoek gestart naar mogelijke andere gevallen van fraude? Worden de controles uitgebreid en verstrengd? Wordt pensioenfraude ondertussen systematischer opgespoord?
Wouter Raskin:
Mijnheer de vice-eersteminister, gisteren las ik, scrollend over HLN.be , dat een echtpaar uit Marokko jaren onterecht een IGO-uitkering kreeg. Het gaat om honderdduizenden euro onterechte pensioenrechten. Het zijn mensen die via gezinshereniging hier beland zijn, die succesvol een naturalisatieprocedure doorlopen hebben en die daarna, met evenveel succes, een IGO aangevraagd hebben en die gekregen hebben. En dit ondanks het feit dat ze al die tijd in Marokko woonden en wonen.
We zijn dit te weten gekomen dankzij een medeburger die de personen in kwestie verklikt heeft. Niet één keer, maar twintig keren. Twintig keer heeft die medeburger aan de alarmbel moeten trekken.
Eergisteren vroeg ik aan de heer Beenders hoe het zit met de Sociale Inspectie? Hij zei dat de Federale Pensioendienst geen eigen sociale inspectiedienst heeft en ook niet structureel betrokken is bij de SIOD. Toen ik in mijn repliek opmerkte dat het klikkende burgers zijn die zulke zaken aan het licht brengen, zweeg hij, maar knikte hij wel bevestigend.
Dit is niet oké. Dit is sociale fraude. De overheid is vandaag niet in staat die te ondervangen. We zijn afhankelijk van klikkende burgers om ze te zien. Ik herinner mij de periode onder de Zweedse regering. In die periode werd 80 % van de gerechtigden gecontroleerd.
Mijnheer de vice-eersteminister, ik voer hier geen pleidooi voor een copy-paste van wat er toen gebeurde, maar ik ben er wel van overtuigd dat het beter kan dan nu. Mijn vraag is heel eenvoudig. Bent u bereid om samen met uw collega, de heer Beenders, een oplossing voor dit soort fraude uit te werken?
Jan Jambon:
Beste collega’s, ten eerste geef ik graag nogmaals de contouren weer van het zogenaamde IGO, het systeem van inkomensgarantie voor ouderen. Zoals het woord het zelf zegt, gaat het om het garanderen van een minimuminkomen voor gepensioneerde 65-plussers. Het betreft dus geen wettelijk pensioen dat men zelf heeft opgebouwd via bijdragen tijdens de loopbaan. Het is geen pensioen waarvoor sociale bijdragen zijn betaald.
Wat is het dan wel? Het is een vorm van sociale bijstand voor 65-plussers die over onvoldoende eigen middelen beschikken om in hun levensonderhoud te voorzien. Dat betekent dat deze inkomensgarantie niet bedoeld is voor mensen die feitelijk niet in ons land wonen. Zij behoren niet tot de doelgroep van deze sociale maatregel. Ze zou dus niet exporteerbaar mogen zijn naar het buitenland, maar moet gekoppeld zijn aan de voorwaarde dat men in België verblijft.
Om de middelen te laten gaan naar wie er echt recht op heeft en niet naar wie manifest fraudeert, hebben we in het regeerakkoord extra maatregelen voorzien, want we weten dat er fraude voorkomt bij het IGO. Wat zijn die extra maatregelen? Ten eerste eisen we een verplichte melding van verblijf in het buitenland. Ten tweede korten we de toegestane verblijfsduur in het buitenland in. Ten derde schrappen we een aantal vrijstellingen op de controle hiervan. Ten vierde voeren we een voorafgaande verblijfsvoorwaarde van minstens vijf jaar in. Die voorwaarde houdt een ononderbroken, werkelijk en wettelijk verblijf op ons grondgebied in. Als daaraan niet is voldaan, zal het recht op sociale bijstand niet worden geopend. Na de goedkeuring van de structurele pensioenhervorming zal ik met voorstellen naar het Parlement komen om die maatregelen in wetgeving om te zetten.
Ellen Samyn:
Mijnheer de minister, wij moeten voorlopig nog wachten op uw initiatieven. Deze affaire roept niet alleen vragen op over de controlemechanismen bij de dienst Pensioenen, maar ook over het gemak waarmee sommigen dit land binnenkomen en nog meer over het gemak waarmee sommigen nog steeds Belg kunnen worden, om zich vervolgens voor honderdduizenden euro’s door de belastingbetaler te laten alimenteren, ook al hebben ze nooit één euro bijdrage geleverd aan de kassen waaruit zij nu graaien en spreken ze zelfs geen enkele landstaal. Il faut le faire . Het is dan ook niet verwonderlijk dat België een magneet is en blijft voor gelukszoekers uit alle windstreken. Zeker in tijden van crisis en besparingen is dit ongehoord, onverantwoord en onbegrijpelijk.
Wouter Raskin:
Mijnheer de vice-eersteminister, zoals ik al zei, de controle kan zeker beter. Ik verwees al naar de Zweedse periode. Helaas hebben we samen moeten vaststellen dat mevrouw Lalieux van de PS in de vorige legislatuur het systeem opnieuw heeft versoepeld. U verwijst naar het regeerakkoord en zegt dat u de hand aan de ploeg zult slaan. Het is uiteraard cruciaal dat de middelen voorbehouden blijven aan wie deze echt nodig heeft, willen wij het maatschappelijk draagvlak voor sociale bijstand en bij uitbreiding onze sociale zekerheid overeind houden. Ik heb uw engagement gehoord. Wij hebben alle vertrouwen.
Het sociaal overleg met de magistratuur over de pensioenhervorming
Bekijk antwoord
Isabelle Hansez:
Monsieur le ministre, dès l'accord de Pâques, Les Engagés ont été particulièrement attentifs à la place de la concertation sociale dans l'élaboration de la future réforme des pensions. La concertation sociale est un principe essentiel de notre contrat social, en particulier lorsqu'il touche aux fonctions régaliennes de notre État.
Nous avons appris par voie de presse que les discussions en cours avec la magistrature avaient été unilatéralement rompues, ce que nous regrettons fortement. La magistrature n'est pas un groupe professionnel parmi d'autres. Elle incarne l'un des trois pouvoirs constitués de notre État de droit. Elle joue un rôle fondamental dans notre équilibre démocratique et dans la garantie des libertés fondamentales. Lorsque notre magistrature nous alerte, il est de notre devoir, en tant que membre des deux autres pouvoirs, de l'écouter.
Or, pour les avoir rencontrés, pour leur avoir rendu visite avec d'autres collègues au palais de justice de Verviers, nous constatons que ce corps connaît depuis un certain temps une série de difficultés bien réelles: surcharge de travail structurelle, moyens humains et matériels insuffisants et, désormais, des inquiétudes profondes face à l'impact de la réforme des pensions sur l'attractivité de la fonction de magistrat. Demain encore, une grande manifestation nationale des magistrats aura lieu à Bruxelles, réunissant tous les niveaux de pouvoir au sein de la magistrature, aussi bien du siège que du ministère public. Cette manifestation traduit indéniablement, parce que ce n'est pas dans leur coutume de manifester, un malaise profond.
Dans ce contexte, nous souhaiterions vous poser deux questions. Premièrement, une reprise du dialogue est-elle encore envisageable ou programmée afin de rassurer la magistrature sur les éventuels effets de la future réforme des pensions? Deuxièmement, pouvez-vous clarifier le calendrier et les conditions précises de la mise en place d'un second pilier de pension pour les magistrats, évoqué comme une piste à plus long terme et clairement compris dans notre accord de gouvernement?
Jan Jambon:
Chère collègue, la semaine dernière a eu lieu la dernière concertation avec le Conseil consultatif de la magistrature (CCM). Nous les avons vus à plusieurs reprises, ainsi que d'autres groupes de la magistrature. Pendant toute cette concertation, mon cabinet a partagé les micro-simulations du Service fédéral des Pensions (SFP) avec le CCM. Le dossier est à présent dans les mains du gouvernement pour analyse et décision.
Pour le moment, la concertation technique avec les magistrats, c'est-à-dire les réunions où ont été présentées les différentes micro-simulations, est en effet terminée.
Mais la concertation politique continue. Comme vous le savez, après première lecture au sein du gouvernement, nous démarrerons la concertation sociale officielle. Nous respecterons les mesures prévues dans l'accord de gouvernement.
Isabelle Hansez:
Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses ainsi que pour les précisions apportées sur les intentions du gouvernement et la distinction faite entre concertation technique et concertation politique Nous entendons la volonté de réforme et le souci d'assurer la soutenabilité de notre système de pension. Nous resterons attentifs à la suite des échanges en ce qui concerne la concertation politique. S'ils peuvent encore avoir lieu, nous continuerons à plaider pour un équilibre entre exigence budgétaire et respect des missions fondamentales de l'État. Les Engagés continueront à défendre une réforme équilibrée, soutenable certes, mais aussi respectueuse des spécificités des fonctions régaliennes de l'État. Car affaiblir un peu plus notre magistrature ou en faire une véritable variable d'ajustement budgétaire, ce n'est pas faire des économies, c'est fragiliser un pilier fondamental de notre État de droit.
De pensioenmalus voor het zorgpersoneel
Bekijk antwoord
Sofie Merckx:
Mijnheer de minister, gisteren kwamen 35.000 mensen op straat in Brussel om te protesteren tegen de arizonaregering, vooral tegen de pensioenmaatregelen en meer specifiek tegen de pensioenmalus, de sanctie die u aan werknemers die vervroegd met pensioen gaan, wilt opleggen.
In de commissie suste men wel eens dat men niemand kent die met de pensioenmalus geconfronteerd zal worden. Mijnheer de minister, wij hebben u dus schriftelijk gevraagd om na te gaan wie van het zorgpersoneel een pensioenmalus riskeert. Wat blijkt? Van het zorgpersoneel dat in 2023 met vervroegd pensioen ging, zou, als het systeem vandaag bestond, 44 % een pensioenmalus aan zijn been hebben.
Een van die mensen liep gisteren mee op de betoging. Ann begon op haar 16 de te werken in de textielsector in West-Vlaanderen. Nadat zij een rugoperatie onderging, omdat haar rug kapot was, herschoolde ze zich tot verpleegster. Ze werkt nu al jaren 's nachts halftijds als verpleegkundige en doet haar job enorm graag, maar ze voelt het ook fysiek. Als zij na 44 jaar werken met pensioen wil gaan, krijgt ze van u een sanctie van 200 euro op haar pensioen.
Mijnheer de minister, meent u dat nu echt? Keiveel personen die onder andere in de zorgsector een zwaar beroep uitoefenen, of die ziek werden, zullen een pensioenmalus aan hun been hebben. Mijnheer Jambon, gaat u echt door met de onmenselijke pensioenmalus?
Jan Jambon:
Mevrouw Merckx, we stellen vandaag vast dat bijna iedereen die de vroegst mogelijke pensioenleeftijd bereikt, er meestal ook meteen voor kiest om onmiddellijk met pensioen te gaan. Er bestaat immers geen enkele financiële prikkel om toch wat langer aan de slag te blijven. Dat is meteen ook de reden waarom de gemiddelde effectieve uittredingsleeftijd in België, in vergelijking met andere landen, erg laag ligt, namelijk op 62,1 jaar. Het maakt bovendien nauwelijks iets uit of men langer werkt of niet, want het beïnvloedt amper het bedrag van het pensioen. Net daarom willen we de band versterken tussen effectief werken enerzijds en de opbouw van pensioenrechten anderzijds. Internationaal onderzoek - we hebben het systeem niet zelf uitgevonden - wijst uit dat een bonus-malussysteem personen er wel degelijk toe aanzet om langer te werken.
Mevrouw Merckx, het beeld dat u schetst van verpleegkundigen die straks tot hun 67 ste fysiek zwaar belastende taken zouden moeten blijven uitoefenen, strookt niet met de realiteit. Enkel iemand die geen 35 jaar halftijds heeft gewerkt en niet aan 7.020 effectieve gewerkte dagen over de gehele loopbaan komt, dreigt geconfronteerd te worden met een malus. Dat lijkt mij werkelijk de uitzondering van de uitzondering.
Bepaalde jobs kan men inderdaad niet boven een bepaalde leeftijd uitvoeren. In die gevallen is het aan de werkgever om te zorgen voor werkbaar werk. Dat is niet meer of minder dan humanresourcesbeleid.
Sofie Merckx:
Vous vous entendez parler? En fait, vous dites que les gens n’ont qu’à travailler plus longtemps parce que, selon vous, ils s’arrêtent trop tôt. Les travailleurs regardent en effet la date de leur pension. Ce n'est par exemple pas facile pour une infirmière qui travaille de nuit à l’hôpital, avec 20 patients qui sonnent et deux qui font un malaise. Vous devriez faire son boulot pour comprendre. Vous voulez faire travailler les gens dans ces conditions jusqu’à 67 ans? Il ne peuvent pas le faire car c’est profondément inhumain! Monsieur Bouchez, énormément de personnes sont dans la même situation qu'Anne, dont je vous ai parlé. Oui, Bouchez ou Jambon, c’est plus ou moins pareil! Énormément de femmes sont dans cette situation et elles ne peuvent pas continuer. Voulez-vous bien écouter ce que je dis, s'il vous plait? C'est un sujet important. Ces gens ont effectivement hâte d’arriver à l’âge de la pension. Et vous, vous voulez leur retirer les meilleures années de leur vie. C’est honteux!
De doorvoer van militair materieel naar Israël
Bekijk antwoord
Nabil Boukili:
Monsieur le ministre, De Morgen et Le Soir révèlent que du matériel militaire lié à des F-35 a transité par l'aéroport de Bierset à destination d'Israël pour bombarder le peuple palestinien à Gaza, pour contribuer aujourd'hui au génocide.
Ce n'est pas la première fois que sont faites des révélations selon lesquelles du matériel militaire transite par la Belgique. Mon collègue Peter Mertens a fait de telles révélations ici à plusieurs reprises. Des journalistes ont fait des enquêtes menant à de telles révélations. Des associations ont porté plainte contre cela. Des syndicalistes se sont révoltés contre cette situation.
Pourtant, il n'y a eu aucune réaction des différents gouvernements. Aucune. Les différents gouvernements, que ce soit la Région, que ce soit le fédéral, se rejettent la balle. "Ce n'est pas moi, c'est l'autre".
Mais vous savez, monsieur Jambon, que les bombes se foutent de qui est responsable du transit d'armes. Les bombes ne choisissent pas si c'est la Région ou le fédéral qui doit décider.
Aujourd'hui, alors que nous avons une législation qui interdit le transit d'armes vers des pays ou vers des armées qui violent le droit international, pourquoi cette législation n'est-elle pas appliquée contre Israël? S’il y a des flous dans cette législation, pourquoi n'agissez-vous pas pour lever ces flous?
Ma question est très simple, monsieur le ministre. Allez-vous organiser une Conférence interministérielle entre le fédéral et les Régions pour décréter un embargo militaire contre Israël, oui ou non?
Jan Jambon:
Chers collègues, conformément à la décision du Conseil des ministres de mai 2025, dans le cadre de l'accord de coopération de 2007 entre l'État fédéral et les Régions relatif à l'importation, l'exportation et le transit de matériel militaire ou de matériel à double usage et dans le respect des compétences respectives, le cas des exportations d'armes vers Israël et les territoires palestiniens occupés sera évalué avec une attention particulière portée au transit via la Belgique.
Le commerce et le transit des armes en Belgique sont largement régionalisés, ce qui signifie que les licences d'exportation de matériel militaire sont délivrées par les Régions. Lorsqu'elle est légalement requise, la licence de transit pour les armes et les biens militaires est demandée et délivrée par les Régions. Comme il s'agit ici de Liège, c'est donc la Région wallonne qui est compétente.
L'Administration générale des Douanes et Accises n'est compétente que pour le contrôle et la concertation liés au respect des différentes législations. Ce sont les diverses autorités compétentes qui décident du type de biens et de mouvements pour lesquels une licence est nécessaire. Comme pour toutes les autre marchandises, les contrôles sont effectués sur la base d'une analyse de risque liée aux déclarations et à la demande de l'autorité compétente elle-même.
Nabil Boukili:
Monsieur le ministre, je m'attendais à une réponse un peu décevante mais vous avez dépassé mes espérances. En 2009, un ministre fédéral Vld, M. De Gucht, a organisé une réunion avec des ministres régionaux parce qu'il y avait une guerre contre Gaza. Pourquoi le fédéral ne le fait-il pas dans ce cas-ci? Vous dites qu'on envisage et qu'on étudie les risques, mais on révèle depuis 2003 qu'il y a un transit d'armes chez nous vers Israël, pour tuer les Palestiniens. Aujourd'hui, l'inaction du gouvernement belge est une complicité dans le génocide actuel. Vous êtes complice des morts et du génocide. Tous les partis ici pleurent à chaque fois qu'il y a des bombardements à Gaza, à chaque fois que des enfants meurent, mais aujourd'hui, vous êtes complice de ce génocide parce que vous n'agissez pas contre le transit d'armes en Belgique.
De verlenging van het verlaagde btw-tarief in de bouw
Het btw-tarief van 6 % voor sloop en heropbouw
Herstel en Bouw btw-tariefverlenging
Gesteld door
N-VA
Charlotte Verkeyn
CD&V
Steven Matheï
Aan
Jan Jambon (Minister van Financiën en Pensioenen)
Bekijk antwoord
Charlotte Verkeyn:
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik begin met een getuigenis: "Het is een schande. We worden er ziek van. Alles stond klaar voor ons dossier 6 % btw op onze woning. Nu wacht wellicht de gerechtsdeurwaarder". Een gelijkaardige getuigenis horen we bij vele burgers. Dat alles is het gevolg van een amourette gisteren – eerlijk gezegd, een vertragingsmanoeuvre – met als inzet het dossier over de beperking van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd. Door politieke spelletjes kregen duizenden gezinnen en ondernemers die van een welverdiende vakantie wilden genieten met hun welverdiende centen en misschien nog een postkaart met daarop "Groeten uit Salou" wilden versturen, gisteren een andere boodschap. Ze kregen een postkaart vanuit het Parlement, met de groeten van de PS, de PVDA, de groenen en het Vlaams Belang. Bedankt voor die postkaart, collega's. Echt, bedankt.
De groenen hebben de mond vol van betaalbaar wonen, maar de 6 % btw voor wie renoveert? Ze mogen het op hun buik schrijven.
Collega's van de PVDA, u praat graag over de centen van de mensen. Wel, mijnheer Hedebouw, met uw 9.000 euro per maand in de pocket, zult u die mensen betalen? ( Tumult op de banken )
Collega's van het Vlaams Belang, ook bedankt. Geen verlof voor pleegouders vanaf 1 juli.
Collega’s van de PS, merci. Ook wie te goeder trouw is voor de fiscus, zal nu boetes betalen. Laat de mensen maar betalen!
Mijn vraag is heel simpel en heel duidelijk. Wat zullen wij al die mensen vertellen over wat er na 1 juli gebeurt, mijnheer de minister?
Steven Matheï:
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, de Vlaming is geboren met een baksteen in de maag. Dat klinkt misschien als een cliché, maar het is niet minder waar. Iedereen kent immers wel een gezin dat op het punt staat een appartement te kopen of een oud huis heeft gekocht en dat wil slopen om een echte thuis te creëren. Maar het moet ook financieel haalbaar zijn. Net daarom is het btw-tarief van 6 % voor sloop en heropbouw een heel belangrijke maatregel.
Met die maatregel verduurzamen wij onze woningen. Wij zorgen bovendien voor meer woningen om het woningtekort aan te pakken. Wij zorgen er, ten slotte, ook voor dat onze middenklasse, onze gezinnen überhaupt nog een woning kunnen verwerven. Weet immers dat met de maatregel gemiddeld 48.000 euro per woning wordt bespaard. Dat maakt het verschil voor onze gezinnen en onze middenklasse om al dan niet een eigen woning te kunnen verwerven.
De 6 %-btw-maatregel is niet zomaar uit de lucht komen gevallen. Ook cd&v heeft daar hard voor gestreden. Alles ligt op tafel om die maatregel zelfs uit te breiden en in de programmawet te verankeren. Het kon dus allemaal heel eenvoudig zijn, ware het niet dat alles door politieke spelletjes op de lange baan wordt geschoven. Daardoor heeft een gezin dat een optie heeft genomen op een appartement en op 6 % btw rekende, pech. Het zal 21 % moeten betalen met dank aan de PS, aan Ecolo-Groen, aan het Vlaams Belang en aan de PVDA. Iedereen wordt daarvoor bedankt. U laat de mensen in de steek in plaats van uw verdomde verantwoordelijkheid te nemen. ( Luid rumoer op de banken )
Voorzitter:
Vooreerst vraag ik de leden die menen vanuit de zaal te moeten brullen, niet alleen de parlementaire regels te volgen, maar ook te wachten tot zij zelf het woord krijgen. Zij kunnen het woord vragen. Wanneer men bij hun fractie echter meent dat er over het thema geen vragen hoeven te worden gesteld, hoeven ze evenmin tussendoor te roepen en te brullen.
Mijnheer de minister, u hebt het woord.
Jan Jambon:
Beste collega’s, net als u heb ik gisteren moeten vaststellen dat door het uitstel van de stemming over de programmawet een aantal zeer tastbare maatregelen in het voordeel van de mensen, onder meer de verlaging van de btw op sloop en heropbouw, nu worden uitgesteld. De maatregel is nochtans goed voor een gemiddelde belastingbesparing van 48.000 euro op een woning, waarvoor er een totaalbudget van 250 miljoen euro ter beschikking is. Op jaarbasis gaat het om ongeveer 5.000 woningen. We kunnen dus wekelijks ongeveer honderd bouwers niet geven waarop ze eigenlijk recht hebben.
Collega’s, eerlijk gezegd, ik vind het onwaarschijnlijk dat dat gebeurt. Ik vind dat bijzonder betreurenswaardig. Dat jaagt mensen op kosten. Het creëert rechtsonzekerheid. Dat kan toch nooit de bedoeling van het Parlement zijn.
Dat linkse partijen graag belastingen verhogen en zeker niet graag belastingen verlagen, had ik kunnen verwachten, maar dat een rechts-radicale partij politieke spelletjes meespeelt en daarmee ook de beperking van de werkloosheid in de tijd tegenhoudt, dat gaat mijn petje te boven.
Charlotte Verkeyn:
Ik kon het eigenlijk niet beter zeggen.
Voor mij is het dossier des te gevoeliger, omdat de verlenging van de 6 % btw dossier het eerste wetsvoorstel was dat ik hier ter stemming kon voorleggen. Ik weet heel goed hoe het uitstel van de maatregel goed voor 48.000 euro, de mensen in hun dagelijks leven raakt en welke kopzorgen dat met zich brengt. Ik denk dat velen in het Parlement soms vergeten dat wij ook ooit moesten starten. Ik betreur ten zeerste de politieke spelletjes en de vertragingsmanoeuvres. Meer nog, ik kan er niet bij dat er zelfs een amoureuze entente bestaat. De tegenstanders konden ook gewoon tegenstemmen, als ze het er niet eens mee waren. Uitstel hoefde niet.
Steven Matheï:
Mijnheer de voorzitter, mijn teleurstelling is erg groot, niet in de minister, maar in een heel aantal collega's. Zijn we nu echt op het punt gekomen dat wij, politici, liever gezinnen in de steek laten dan dat we onze verantwoordelijkheid nemen? Is dat de weg die sommigen onder ons willen inslaan? Dat zal niet met ons zijn! Leg dat immers maar uit aan de mensen die daardoor in de financiële problemen zullen komen!
Het pensioen van de leerkrachten en de onzekerheid over het loopbaaneinde in het onderwijs
Bekijk antwoord
Ludivine Dedonder:
Monsieur le ministre, ce matin, sur RTL-TVI, un enseignant parlait de sa pension en ces termes: "C'est du foutage de gueule." Ce langage cru n'est pas vraiment celui auquel les enseignants nous ont habitués, mais il s'explique par le fait qu'il sont excédés et qu'ils veulent se faire entendre. Ces mots sont ceux de Philippe, qui est enseignant depuis 36 ans et à qui on refuse le droit à une retraite anticipée (la disponibilité précédant l'âge de la retraite ou DPPR, comme on dit dans le jargon).
Il est malheureusement loin d'être le seul. Des centaines d'enseignants sont aujourd'hui dans le flou et l'incertitude. Leur départ à la retraite a été gelé du jour au lendemain, et ils se sentent trahis. Des enseignants qui ont donné des dizaines d'années de leur vie à nos enfants se voient refuser ce qu'ils pensaient être acquis. Des dizaines de témoignages tombent: "Nous devions partir en 2026; maintenant c'est pour 2030. On nous a volé notre fin de carrière; nous ne valons rien à leurs yeux." Que voulez-vous apporter comme réponse, à part qu'il s'agit du résultat de la réforme brutale que vous imposez à la classe moyenne: travailler plus longtemps pour toucher moins, et tout cela avec la complicité du MR et des Engagés!
Vous m'aviez dit que vous alliez répondre aux inquiétudes des enseignants et que vous alliez régler le problème. Or, non, vous avez rompu brutalement le contrat social. En effet, la DPPR témoigne véritablement de la reconnaissance du caractère pénible du plus beau métier du monde. C'est la reconnaissance de pouvoir lever le pied un peu plus tôt, après des années consacrées à s'occuper de nos enfants.
Monsieur le ministre, allez-vous débloquer immédiatement la situation de ces enseignants en demande de DPPR? Surtout, allez-vous retirer cette réforme des pensions totalement injuste, antisociale et inefficace?
Jan Jambon:
Madame Dedonder, honnêtement, j'ai déjà répondu à votre première question à plusieurs reprises, en bonne collaboration avec le Service fédéral des Pensions (SFP), ici au Parlement, en commission, et dans la presse.
La campagne de peur menée à propos d'un prétendu blocage des données de pension doit réellement cesser. Le SFP continue aujourd'hui à traiter les demandes de pension des citoyens. Il n'y a aucune raison de s'inquiéter. Le SFP respecte toujours scrupuleusement les procédures et délais légaux. Chacun recevra donc sa décision de pension dans les délais impartis, c'est-à-dire au plus tard quatre mois avant la date P. C'est la loi, et on l'applique.
Quant à votre deuxième question, madame Dedonder, ma réponse est non.
Ludivine Dedonder:
Non, monsieur le ministre, ils n'ont pas de réponse. Sinon, ils ne se poseraient pas toutes ces questions. Sinon, ils ne deviendraient pas vulgaires. Sinon, ils ne seraient pas dans la rue. Non, ils n'ont pas ces réponses!
Alors, quatre mois avant la date P, trouvez-vous que ce soit longtemps avant? Comment savez-vous vous projeter par rapport à la réforme?
Georges-Louis Bouchez:
(…)
Ludivine Dedonder:
Allez-vous entraîner comme réserviste à l'armée! On vous attend depuis un an, monsieur Bouchez!
Monsieur le ministre, vous aviez dit aux enseignants qu'on ne toucherait pas à leur statut. C'est faux! Vous les faites travailler plus longtemps. En refusant de bouger et en refusant – je suis désolée de vous le dire – d'être clair, vous laissez, à la veille des vacances scolaires, des centaines d'enseignants dans l'incertitude et dans l'inquiétude. Ce n'est pas moi qui le dis, ce sont eux qui le disent! Soyez plus clair, ayez un peu d'empathie! Je pense qu'il en manque vraiment dans ce gouvernement.
Persoonlijke feiten
Faits personnels
Voorzitter:
Artikel 55 van het Reglement bepaalt dat een persoonlijk feit kan ingeroepen worden, maar slechts wanneer het een aantijging betreft. Collega Van Quickenborne kent dat artikel uitstekend en weet dat wanneer hij aantijgingen rondstrooit hij wel zal uitlokken dat er een persoonlijk feit wordt gevraagd, waarop hij reglementair ook weer het woord zal krijgen. Collega's Bouchez en El Yakhloufi hebben mij gezegd dat zij zich aangesproken voelen. Ik zal hen het woord verlenen, waarop de heer Van Quickenborne dan de uitgelokte reactie kan brengen.
(…) : (...)
Mijnheer Van Quickenborne, het was toch in reactie op uw uiteenzetting?
Vincent Van Quickenborne:
Mijnheer de voorzitter, ik durfde het inderdaad aan om een aantijging te formuleren tegen de heer Bouchez, maar ik meen dat het de heer Vereeck was die een aantijging deed ten aanzien van de heer El Yakhloufi.
Voorzitter:
Dan hebben wij de heer Vereeck die zich ook in het debat weet te wringen.
Georges-Louis Bouchez:
Monsieur le président, je voudrais dire deux choses.
Madame Dedonder, en tant que ministre, vous auriez dû connaître le RGPD. Puisque vous m'avez invité avec tant de plaisir, sachez que j'y serai cet été, parce que je dois absolument assurer le quorum ici, pour vous éviter de voter avec vos nouveaux amis du Vlaams Belang. Vous n'hésitez pas à voter pour vous assurer des majorités, ce qui fait désormais du Vlaams Belang le défenseur du chômage à vie. C'est vraiment l'association que je n'attendais pas: le Parti de la Sieste avec le Vlaams Belang. Comme quoi les extrêmes peuvent se rejoindre!
Deuxièmement, monsieur Van Quickenborne, j'ai été très clair. Il y a effectivement dans l'accord de gouvernement cette taxe, avec une promesse de toucher les épaules les plus larges. Ce sont ces modalités qui sont en train d'être discutées.
Pour le reste, avec le MR, il n'y aura pas d'autre taxe. Je le répète au nom de ma formation politique: il n'y aura pas d'autre taxe. Il faut réduire les dépenses, on gaspille beaucoup trop d'argent public dans notre pays. Cela rassurera le PS de savoir que d'ici les huit prochaines années, nous dépenserons plus de 1 200 milliards d'euros en politiques sociales.
Alors vos fake news sur le fait qu'on définance la sécurité sociale pour la défense ne résistent pas à l'épreuve des faits, mais vous êtes désormais prêts à tout pour gagner quelques voix et embêter le gouvernement. J'espère qu'un jour vous vous ressaisirez, parce que je considère toujours que vous êtes un grand parti dans l'histoire de ce pays. Mais aujourd'hui vous ne lui faites pas honneur, ça je peux vous le dire!
Vincent Van Quickenborne:
Mijnheer de voorzitter, ik merk dat er geen beperking in tijd geldt.
Voorzitter:
Ik volg de tijd.
Vincent Van Quickenborne:
Maak u geen zorgen, ik zal bij het onderwerp blijven. Ik zal de verdediging van de partijen die door de heer Bouchez met de vinger worden gewezen niet op mij nemen. De heer Vereeck kan dat straks misschien doen. Ik wil wel reageren op de uitlatingen van collega Bouchez.
Chers collègues, M. Bouchez nous dit qu'il est vrai qu'une taxe sur les plus-values sera introduite. Et il ajoute qu'il n'y aura pas d'autres taxes. J'avais lu, dans son message, "pas de nouvelles taxes" et, maintenant, il dit: "pas d'autres taxes". Chers collègues, cela veut dire qu'il y aura peut-être encore d'autres taxes qui vont venir. Il est vrai qu'avec la pression de Vooruit et du cd&v, des Engagés, les partis gauchistes de ce gouvernement, il est vraisemblable qu'il y ait encore d'autres taxes.
Deuxièmement , ik wil me ook excuseren, monsieur Bouchez, parce que je viens de prendre connaissance du fait qu'un journaliste, Wouter Verschelden, que vous connaissez peut-être, a dit ceci alors que les négociations étaient en cours.
De heer Jambon is nog steeds in ons midden. Welkom, mijnheer de minister.
Toen de onderhandelingen nog liepen, was er gelukkig één iemand die zei dat de vrijstelling van 10.000 euro per aandeel zou gelden. Het zou dus niet worden toegepast op de volledige portefeuille, maar per aandeel. Hij zegt zelf – het staat er ook letterlijk – en ik citeer: "De MR zegt nu over de N-VA: zijn die dan plots een linkse partij geworden, dat ze dat allemaal aanvaarden?" Inderdaad, mijnheer Bouchez, op dat punt wil ik mij excuseren. Het feit dat u dat durft te zeggen over de N-VA, die steeds meegaat in de retoriek van Vooruit. Chapeau! Op dat vlak bent u consequent.
Collega's, we zullen op het einde van de rit zien of die vrijstelling van 10.000 euro per aandeel er effectief komt. De heer Bouchez belooft immers steeds dat er geen nieuwe belastingen zullen komen – nu worden het al 'andere' belastingen – dat zijn geloofwaardigheid een beetje in het gedrang komt. We zullen dus zien wat ervan komt, collega's.
Mijnheer Bouchez, collègue du MR , hou vol en plooi niet voor de linkse partijen, noch voor de N-VA, die in dezelfde zak zitten! Dank u.
Voorzitter:
Ik dank collega Van Quickenborne, ook voor zijn pleidooi voor geloofwaardigheid; iets waar we allemaal grote voorstander van zijn. Daarover zijn we het allemaal eens, toch? Absoluut.
Vooraleer ik het woord geef aan de heer El Yakhloufi, is er binnen de aantijging een nieuwe aantijging gekomen. Daarom laat ik ook mevrouw Dedonder repliceren.
Ludivine Dedonder:
Monsieur Bouchez, vous avez parlé de cet été.
Vous l’avez tous noté, parce que cela fait plusieurs années qu’il nous dit que cet été, il va aller à l’armée.
Mais c’est normal, en fait, avec vous. Vous êtes dans le slogan; vous êtes dans l’esbroufe; vous êtes dans le racolage, dans les promesses. Vos promesses de campagne, nous voyons maintenant le résultat.
Pour l’armée, c’est la même chose! Nous ne vous croyons plus. Nous n’avons pas de leçons à recevoir de votre parti, le parti du racolage.
Voorzitter:
Mevrouw Merckx, ongeveer het hele Parlement is genoemd, maar u niet. Het woord is aan de heer El Yakhloufi.
Achraf El Yakhloufi:
Collega’s, ik ben een van de jongsten, maar ik heb geleerd om te luisteren naar wie aan het woord is. Dat geldt ook voor u, mijnheer Bouchez.
Mijnheer Vereeck, voor mij is het eigenlijk zeer duidelijk. Als Deborah, de caissière, Zuhair, de cipier, Lode, de professor, of zelfs Vincent, die iets anders doet, gaan werken, dan betalen zij bijna de helft van hun loon aan belastingen. Het antwoord op uw vraag is dus heel eenvoudig. Ook van al die rijke families waarover u spreekt, met al hun neven en nichten, verwachten wij dat zij een bijdrage leveren. Het is namelijk simpel: elk zijn deel is niets te veel.
Nogmaals richt ik me tot alle collega's in het halfrond. Het regeerakkoord is heel duidelijk. We beschermen de kleine spaarders en we zorgen ervoor dat de superrijken, de sterkste schouders, eerlijk bijdragen.
Mijnheer Vereeck, ik weet heel goed dat het voor het Vlaams Belang niet gaat om de kleine spaarders of de gewone werkende mens. Voor het Vlaams Belang geldt: eigen rijken eerst.
(…): Tjonge, daar hebt u lang voor moeten oefenen, denk ik.
Lode Vereeck:
Mijnheer El Yakhloufi, ik ben verrast dat mijn interventie als een persoonlijke aantijging ten aanzien van uw persoon wordt geïnterpreteerd. Ik heb u slechts een vraag gesteld, namelijk of de familieleden in het vierde knoopsgat worden meegeteld. Ik begrijp dat ik in volgende uiteenzettingen wat groffer zal moeten zijn – hoe groffer , hoe toffer. Bij een volgende gelegenheid zal ik u wat onbetamelijker aanspreken, want anders geldt het niet als een aantijging. Ik had gewoon een vraag gesteld.
Voor alle duidelijk, uw taks, uw meerwaardebelasting is, zoals die nu wordt opgetuigd, geen belasting op de superrijken, maar een belasting op gewone mensen die hard werken en sparen. Ze is dus niet gericht op de superrijken.
Op de vraag of wij geen meerwaardebelasting willen, hebt u het antwoord hier al vaak gehoord. Ik heb het daarnet nogmaals herhaald: niet als een aparte taks en een administratief gedrocht dat enkel moet dienen om de meerderheid te plezieren en om de begroting een klein beetje op te krikken.
Het is wel verdedigbaar als dat deel zou uitmaken van een structurele fiscale hervorming, zodat alle vermogensinkomsten, met uitzondering misschien van huurinkomsten, omdat de huurprijzen anders te snel zouden stijgen, op dezelfde manier worden belast om geen fiscale sturing meer te hebben tussen sparen, beleggen en investeren. Dat principe vindt men terug in de duale inkomensbelasting, een principe waarvoor mijn partij zich heeft uitgesproken, net als cd&v eerder. Ik hoop dan ook dat de huidige regering dat inziet. Dus ja, natuurlijk moeten de sterkste schouders een bijdrage leveren, maar niet met de nu voorliggende versie.
Dat brengt mij bij het volgende punt. De verkiezingen vonden al meer dan een jaar geleden plaats. U onderhandelde acht maanden en dan nog eens vier maanden specifiek over de meerwaardetaks, en die is er nog steeds niet.
Ik voorspel u wat er zal gebeuren: uw taks zal te laat komen. Tegen dat de tekst in het Parlement ligt, zult u opnieuw de hele oppositie verwijten dat die een amendement indient, bijvoorbeeld over 10.000 euro per aandeel, wat ik trouwens een goed idee vond van Georges-Louis Bouchez. Men zal ons verwijten dat we het advies van de Raad van State aanvragen. U zult opnieuw moord en brand schreeuwen, alsof wij geen belasting voor de superrijken willen. Jawel, maar wij willen een eerlijke belasting voor iedereen. Gisteren werd ons op vergelijkbare manier verweten dat de programmawet is uitgesteld. Dat heeft te maken met uw eigen traagheid.
Voorzitter:
Op bepaalde momenten slaan rustige tussenkomsten om in roeppartijen, en dat is altijd veelzeggend.
Het EU-Mercosur-akkoord
De aanhoudende bezorgdheid van onze landbouwers over het Mercosur-akkoord
EU-Mercosur-akkoord; Landbouwers' bezorgdheid
Gesteld door
Ecolo
Sarah Schlitz
Les Engagés
Anne Pirson
Aan
David Clarinval (Minister van Werk, Economie en Landbouw)
Bekijk antwoord
Sarah Schlitz:
Monsieur le ministre, nous passons beaucoup de temps ensemble ces derniers temps. Souvent, vous me dites que vous être vraiment le défenseur des indépendants, des agriculteurs et de nos travailleurs. J'imagine donc que vous êtes d'accord avec nous sur le fait qu'il est maintenant temps de dire stop au traité de libre-échange entre l'Union européenne et le Mercosur, ce traité qui veut libéraliser et intensifier les échanges de marchandises, de matériaux et d'objets entre l'Amérique latine et l'Union européenne.
Ce traité est une véritable menace pour nos agriculteurs, pour nos fermes, pour notre sécurité alimentaire mais aussi pour notre santé. Concrètement, si ce traité est ratifié, cela voudrait dire que demain, nous pourrions importer massivement de la viande d'Argentine alors que cette dernière est produite dans des conditions sanitaires illégales dans nos pays européens, notamment à l'aide d'antibiotiques et de pesticides non autorisés en Belgique.
C'est tout simplement déloyal vis-à-vis de nos propres agriculteurs. Ils vous le diront dans n'importe quelle ferme en Wallonie ou en Flandre, ils n'en veulent pas! Ils ne s'en sortent déjà pas à l'heure actuelle avec la concurrence des multinationales peu scrupuleuses. Ces dernières leur mettent une pression énorme en les obligeant à casser leurs prix.
Ce traité ne fera qu'intensifier leurs difficultés. Tout cela pour que des multinationales européennes peu scrupuleuses – qui ferment des usines à Bruxelles – puissent exporter quelques bagnoles en Amérique latine! Est-ce vraiment ce dont nous avons besoin? Accessoirement, cet accord représente aussi un véritable désastre climatique.
Monsieur le ministre, cette semaine, lors de la réunion des ministres de l'Agriculture, quelle a été la position de la Belgique? Le gouvernement belge s'oppose-t-il à la ratification de ce traité?
Je vous remercie pour votre réponse claire.
Anne Pirson:
Monsieur le ministre, nos campagnes sont en train de trembler de peur. Les agriculteurs craignent l'accord de libre-échange entre l'Union européenne et les pays du Mercosur. Ils ont une nouvelle fois publiquement fait part de leurs inquiétudes ces derniers jours à Neufchâteau, à Namur, à Liège ou encore à Bruxelles. Ils voient évidemment dans cet accord une concurrence déloyale. Pour rappel, cet accord permettrait entre autres d'importer massivement de la viande venue d'Amérique du Sud, produite sans respecter les mêmes normes qu'ici en Europe. Bref, c'est une menace directe pour la filière de la viande et la qualité de la viande proposée aux consommateurs. On pourrait presque qualifier cela, finalement, de dumping sanitaire. Et à ce dumping sanitaire, on pourrait encore en ajouter un autre, un dumping environnemental, puisque des pesticides qui sont interdits sur le sol européen pourraient entrer indirectement en Belgique via les denrées qui sont traitées à l'aide de ces substances.
Vous le savez, le texte de l'accord pourrait être finalisé dans les prochains jours par la Commission européenne, malgré l'opposition ferme de certains pays européens comme l'Autriche, la France et l'Italie. Je vous rappelle quand même ce qui est écrit dans l'accord de gouvernement: "Nous continuons à prôner des relations commerciales réciproques, sans pour autant transiger sur les exigences de qualité des produits proposés sur notre marché. Nous veillons strictement à ce que les produits importés respectent les exigences européennes en vigueur."
Monsieur le ministre, si la Commission passe en force, nous retrouverons les agriculteurs partout dans la rue en Europe. Quelle action avez-vous menée au niveau européen depuis l'entrée en fonction de ce gouvernement et comment avez-vous porté la voix de la Belgique? Quel est l'état de la coalition des pays de l'Union européenne qui s'oppose au Mercosur? Comment mettez-vous en œuvre concrètement les dispositions de l'accord de gouvernement? Portez-vous vraiment la nécessité d'inclure les clauses miroirs?
Voorzitter:
Monsieur le ministre, comme deux questions vous ont été posées, vous avez droit à quatre minutes.
David Clarinval:
Mesdames les députées, l'évolution géopolitique mondiale depuis 2019, aggravée par la décision du président américain de remettre en question les équilibres commerciaux, a rendu nécessaire une diversification de nos relations commerciales et un renforcement des échanges avec de nouveaux partenaires.
En décembre 2024, lors d'une réunion à Montevideo avec les représentants du Mercosur, la présidente de la Commission européenne Ursula von der Leyen a signé un accord sur le Mercosur. Cet accord comprend plusieurs volets: il entend supprimer les droits de douane sur une très large gamme de produits agricoles mais aussi industriels et de services; il veut faciliter l'accès aux marchés publics et harmoniser certaines règles techniques et sanitaires; il vise aussi à consolider les liens politiques, économiques et diplomatiques entre les deux régions. La Commission a également prévu un volet agricole, qui comprend notamment des quotas maximaux d'importation de produits agricoles pouvant bénéficier de tarifs réduits, en particulier pour la viande de bœuf, la viande de porc et de volaille. Une clause de sauvegarde est destinée à protéger les agriculteurs européens en cas d'augmentation soudaine des importations ou de dérèglement du marché. Il convient ensuite de faire respecter les normes européennes de production, qui sont sévères et auxquelles tous les produits importés doivent satisfaire. Sont enfin prévus des engagements de durabilité sévères, qui s'appliqueront de manière équivalente aux producteurs des deux parties.
Plusieurs É tats membres, sous l'impulsion de la France – du reste, madame Pirson, j'ai récemment eu une entrevue avec mon homologue française –, ont toutefois exprimé de fortes réticences à ratifier l'accord, car ils craignent que les mesures de sauvegarde prévues pour les agriculteurs européens soient déséquilibres, à savoir plus favorables aux pays du Mercosur qu'à ceux de l'Union européenne, considérée dans son ensemble, en cas de dérèglement du marché.
Une crainte supplémentaire concerne les clauses miroirs et le fait qu'elles ne soient pas non plus appliquées de manière équivalente par les deux parties. Les normes de production européennes sont en effet parmi les plus sévères au monde, et cela a un coût pour nos agriculteurs.
À ce stade, la position de la Belgique n'est pas encore définie. Comme pour chaque accord commercial, la position finale belge sur l'accord sera prise après le processus d'évaluation et en coordination avec l'ensemble des autorités politiques impliquées, notamment les Régions.
Il est clair que l'accord avec le Mercosur offre des opportunités, mais on ne peut pas nier non plus les préoccupations d'une partie du secteur agricole. Le respect des normes sanitaires, phytosanitaires et des normes de production est pour moi essentiel.
Mesdames les députées, je m'opposerai donc à un accord qui créerait une concurrence déloyale pour nos agriculteurs. Le projet d'accord Union-Mercosur sera soumis prochainement au Conseil européen. Il devrait dès lors venir sur la table du gouvernement cet automne. Je vous remercie pour votre attention.
Sarah Schlitz:
Merci monsieur le ministre pour vos réponses. Quand je vous entends, il n'y a pas un seul argument qui plaide en faveur de cette ratification. Demandez à votre collègue Maxime Prévot, qui est en ce moment au Chili. Les Chiliens ont des voitures, ils n'ont pas besoin qu'on leur en expédie à 12 000 km d'ici. Ç a n'a pas de sens.
En Belgique, j'entends le nombre de balises qu'il va falloir mettre en place! Qui va les vérifier? Comment? On sait déjà sur le terrain qu'il ne sera pas possible de protéger nos agriculteurs, qui n'en peuvent déjà plus de la concurrence actuelle avec des acteurs qui produisent dans des mauvaises conditions.
Monsieur le ministre, il est temps d'avoir un minimum de courage politique, de vous ranger tant du côté de nos producteurs que de la santé de nos citoyens et de mettre un stop à cet accord. Rejoignez la France, rejoignez les pays ambitieux à cet égard et avancez, agissez pour protéger notre économie et notre agriculture!
Anne Pirson:
Monsieur le ministre, merci pour vos réponses. Je tiens quand même à rappeler que pour les Engagés, l'agriculture vaut plus qu'une monnaie d'échange pour faciliter les échanges de production industrielle. Votre parti avait invité le commissaire européen à l'Agriculture à Ciney, ma commune, la semaine dernière au marché aux bestiaux. À cette occasion, votre parti a pu constater lui-même des choses anormales, notamment la présence de génisses qui n'auraient pas dû se trouver sur ce marché mais bien dans le circuit de l'élevage – donc pas au niveau de l'engraissement ou de l'abattoir. Ceci est révélateur d'un problème. L'élevage est en chute libre en Belgique, surtout en Wallonie, et le Mercosur risque de porter un coup supplémentaire à un secteur déjà en difficulté. Nous comptons donc sur vous pour sauver ce qui peut encore l'être.
Het familiekrediet en het feit dat vrouwen minder verdienen dan mannen
Bekijk antwoord
Nahima Lanjri:
Mijnheer de minister, stel je voor, je bent een ambitieuze vrouw, je werkt voltijds en je wordt mama. Je denkt dat je dat kunt, werk en gezin combineren. Maar plots merk je dat promoties uitblijven en dat je loon stagneert. Niet omdat je minder presteert, maar puur en alleen omdat je een moeder bent. Ondertussen krijgt je mannelijke collega, die net vader is geworden, wel schouderklopjes. Hij krijgt promoties, hij krijgt meer verantwoordelijkheid en meer loon, tot wel 600 euro meer. Vaders worden beloond, maar moeders en mannen zonder kinderen worden gestraft. Dat is onrechtvaardig. Dat is onaanvaardbaar.
Daarom zeggen wij van cd&v dat het hoog tijd is om te breken met dat oude denkpatroon. Wij pleiten voor twee oplossingen. Er moet een genderneutraal loonbeleid komen dat gebaseerd is op objectieve criteria. Dankzij Europa zal dit er ook komen, in 2026. Dat is een goede eerste stap, maar er is meer nodig. Ook thuis moeten de zorgtaken eerlijker verdeeld worden. Want zolang het vooral de vrouwen zijn die thuis de zorgtaken opnemen, zullen ze daar hinder van ondervinden op de werkvloer en zullen zij op de werkvloer achterblijven.
Laat dat nu net zijn waartegen wij van cd&v ons inzetten met het familiekrediet. Wij willen zorgen dat beide ouders geboorteverlof en ouderschapsverlof gelijk opnemen. De ouders krijgen een hogere uitkering als ze dat verlof opnemen. Zo kunnen we echt werk maken van een goede combinatie werk en gezin en kunnen we eindelijk breken met de foute perceptie dat zorgen voor kinderen vooral een taak voor de vrouwen is.
Mijnheer de minister, bent u het daarmee eens? Wil u (…)
David Clarinval:
Uit de recentste gegevens van het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen blijkt dat het gemiddelde uurloonverschil nog steeds ongeveer 5,3 % in het voordeel van mannen bedraagt. Dat verschil is nog uitgesprokener wanneer men rekening houdt met loopbaanonderbrekingen of deeltijdse arbeid, die vaak door vrouwen worden opgenomen.
De invoering van een familiekrediet is erop gericht om dit probleem gedeeltelijk aan te pakken. Dit krediet beoogt de harmonisering van de verlofrechten tussen werknemers, zelfstandigen en ambtenaren, door ze te groeperen in een rugzakje van rechten, dat bij de geboorte van een kind wordt toegekend. Het omvat de bestaande verloven en introduceert nieuwe mogelijkheden, zoals verlof voor grootouders of een billijke verdeling van de opname ervan door beide ouders. In het geval van een eenoudergezin zal de alleenstaande ouder het volledige krediet kunnen benutten.
Het doel is duidelijk, namelijk het garanderen van een gelijke behandeling voor alle werkenden, het bevorderen van een evenwichtige verdeling van de gezinsverantwoordelijkheden en de aantrekkelijkheid van werken versterken, door dit verenigbaar te maken met het gezinsleven. Het familiekrediet is erop gericht om het systeem te vereenvoudigen en leesbaarder te maken. Ik ben ervan overtuigd dat er alleen sprake kan zijn van vrijheid van keuze als deze steunt op een duidelijk, flexibel en billijk kader. En net dat is de bedoeling van deze hervorming. We zetten dit werk op methodische en transparante wijze voort, in een geest van sociale rechtvaardigheid en responsabilisering.
Nahima Lanjri:
Mijnheer de minister, het klopt dat er vandaag nog vaak sprake is van een loonkloof die onverklaarbaar is. Daarnaast is er ook een loonkloof doordat vrouwen vaker deeltijds gaan werken, omdat ze vaker dan mannen de zorg voor de kinderen op zich nemen. Dat leidt er uiteraard toe dat zij later ook een kleiner pensioen ontvangen omdat ze minder verdiend hebben. Dat is onrechtvaardig en dat moeten we aanpakken. We zijn dan ook blij dat u het familiekrediet, dat wij vanuit cd&v trouwens ondertussen in een heel concreet voorstel hebben uitgewerkt, een goede zaak vindt om iets te doen aan de loonkloof en aan die verschillen. Ik reken niet alleen op u, maar op heel de plenaire vergadering om dat familiekrediet goed te keuren en niet te boycotten, zoals gisteren gebeurde met betrekking tot de pleegouders, want dan laten we opnieuw de gezinnen in de kou staan.
Nachtarbeid en de bijbehorende toeslagen
Bekijk antwoord
Sophie Thémont:
C'est encore moi, monsieur le ministre. Désolée.
"Personne ne perdra un euro avec le travail de nuit", ce sont vos mots. Vous me l'avez d'ailleurs répété deux fois en séance plénière jeudi dernier. Et vous m'avez même dit: "Arrêtez de faire peur aux gens."
Finalement, j'avais quand même raison de m'inquiéter et de vous poser les questions puisque, mardi, par voie de presse, nous avons pris connaissance de chiffres effrayants. Avec la suppression des primes entre 20 h et minuit, la perte serait en moyenne de 400 euros par mois, et pourrait aller jusqu'à 615 euros.
Monsieur le ministre, vous prenez vraiment les gens pour des cruches! Vous croyez qu'on ne vous voit pas arriver. Vous pensez rouler les gens, comme avec vos 500 euros de plus dans la poche des travailleurs. Vous ne cessez de dire que l'emploi est le cœur de votre politique. Mais quel emploi? Je me pose vraiment la question. S'agit-il finalement des emplois qui épuisent les gens qui travaillent le dimanche, la nuit, en soirée sans aucune compensation ou ceux où on ne gagne pas un centime de plus, alors qu'on exécute un travail pénible?
Vous savez, monsieur le ministre, – je dis "vous savez" mais, en fait, je crois que vous ne le savez pas – que les femmes qui travaillent la nuit ont 30 % de chance de plus de déclarer un cancer du sein. Alors, est-ce cela valoriser le travail? Supprimer les primes pour celles qui risquent leur santé, faire perdre des centaines d'euros à ceux qui préparent les "click and collect" dans les entrepôts, qui assurent les tournées à l'aube pendant que vous dormez ou qui déchargent les palettes dans le froid à l'arrière des supermarchés.
Pour la cinquième fois, monsieur le ministre, je vous repose donc la même question. Oui ou non, un travailleur qui démarrera chez Colruyt en 2026 pour travailler de 20 h à minuit perdra-t-il ses primes de nuit et, si oui, combien perdra-t-il?
David Clarinval:
Monsieur le président, mesdames et messieurs les députés, je vais donc, pour la cinquième fois, madame la députée, vous donner la même réponse, comme je l'ai donnée à M. Tonniau il y a 15 jours.
Je regrette que les personnes aient manifesté hier dans la rue, car elles ont été influencées par de nombreuses fake news propagées par le PS, par le PTB et mardi par la FGTB dans la presse. Je rappelle que le travail de nuit est défini en Belgique comme le travail effectué entre 20 h et 6 h. Actuellement, le travail de nuit est interdit dans notre pays, mais la loi prévoit de nombreuses dérogations.
Afin de redevenir plus compétitifs par rapport aux pays voisins, l'accord de gouvernement prévoit de lever de manière générale cette interdiction. Nous garantissons évidemment aux travailleurs déjà actifs dans tous ces régimes de travail qu'ils ne subiront aucune perte de salaire et conserveront intégralement leur pouvoir d'achat et les primes de nuit existantes pour les prestations telles que définies dans les différentes conventions collectives de travail des différents secteurs et des entreprises dans lesquelles ils travaillent. Il faut donc cesser de propager ces fake news .
De manière plus spécifique, et uniquement pour le secteur de la distribution, qui est confronté à une concurrence croissante du commerce en ligne, qui fonctionne 24 h sur 24 et dont les principaux sites de distribution sont situés aux alentours de nos frontières, nous avons prévu, dans l'accord de gouvernement, que le travail de nuit ne commencera qu'à partir de minuit.
Madame Thémont, les travailleurs déjà actifs aujourd'hui dans ce secteur conserveront tous, bien évidemment, leurs droits acquis. Pour ma part, je mène les discussions là où elles doivent avoir lieu, au sein du gouvernement. J'espère que, cette fois-ci, vous aurez bien compris. Il n'y a pas d'ambiguïté dans ma réponse et il faut arrêter de faire peur à la population.
Sophie Thémont:
Je ne crée jamais de fake news . Ce n’est pas mon genre.
En fait, quel est le seul objectif de votre réforme, monsieur le ministre? C’est la flexibilisation des travailleurs pour la rentabilité maximale pour les patrons. C’est cela, le cœur de votre politique. Ce n’est pas l’emploi.
Vous vous fichez que des gens qui se tuent au travail n’aient plus de vie de famille, ou qu’ils aient une mauvaise santé ou qu’ils se ruinent la santé.
David Clarinval:
(…)
Sophie Thémont:
Mais si, c’est vrai! La preuve est que vous n’arrivez même pas à avoir un accord social, même pas pour une simple augmentation des chèques-repas. Alors arrêtez de prendre les gens pour des imbéciles, s'il vous plaît! Monsieur le ministre, votre réponse était encore au ras des pâquerettes.
Het geweld tegen het personeel van de spoedafdeling van het UMC Sint-Pieter
Gesteld door
DéFI
François De Smet
Aan
Frank Vandenbroucke (Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid)
Bekijk antwoord
François De Smet:
Monsieur le ministre, c'est une agression particulièrement violente qui s'est déroulée jeudi dernier au service des urgences de l'hôpital Saint-Pierre à Bruxelles. Un patient a poignardé deux membres du personnel. L'un d'entre eux, un assistant social, a dû subir deux interventions chirurgicales. Aujourd'hui, son état est stable, mais comme vous le savez, toute l'équipe, tout le service, tout l'hôpital Saint-Pierre sont encore sous le choc.
Vous avez réagi rapidement après cette agression en déclarant que c'était tout à fait inacceptable. Je vous en remercie. Il est crucial que le fédéral, garant du droit à la santé, s'investisse face à l'augmentation de ces violences. Néanmoins, cet événement met en lumière la vulnérabilité du corps médico-social face à des actes de violence nouveaux dont nous devrons tenir compte à l'avenir.
Le personnel hospitalier a à cet égard des demandes très claires. Êtes-vous prêt à soutenir, au niveau du gouvernement, la sécurisation des urgences via un appui financier exceptionnel, pour des dispositifs de sécurité et de prévention, en ce compris sur les médias sociaux, et incluant aussi les protocoles et la signalisation? Le fédéral peut-il déclencher un mécanisme d'aide en cas de crise pour soutenir non seulement, évidemment, le CHU Saint-Pierre, mais aussi d'autres hôpitaux confrontés à des problèmes similaires? Le fédéral entend-il travailler avec les Régions pour repenser l'organisation des urgences de manière inclusive, différenciée et sécurisée, afin de prévenir des situations comparables à l'avenir? En tant que garant du droit à la santé, le fédéral envisage-t-il une stratégie nationale visant à protéger le personnel hospitalier et de garantir un accès sûr aux soins?
J'ai une dernière question relative au profil particulier de l'agresseur. Compte tenu de l'importante croissance des troubles de santé mentale parmi les patients, ne devrait-on pas envisager un renforcement du soutien psychologique pour les professionnels exposés à la violence?
Frank Vandenbroucke:
Monsieur De Smet, j'ai aussi appris avec stupeur le terrible incident survenu aux urgences de l'hôpital Saint-Pierre. Hier, j'y ai rencontré une équipe marquée, mais engagée, qui intervient chaque jour auprès d'une population très vulnérable. Malgré des conditions très difficiles, leur engagement m'a vraiment frappé.
Ce drame met en lumière un constat plus large: la violence envers le personnel soignant augmente. C'est inacceptable. La sécurité du personnel soignant est une vraie priorité. Face à une société plus complexe et des crises psychologiques plus aiguës, nous renforçons la collaboration entre psychiatres, médecins, police et services d'urgence pour mieux évaluer les risques d'agression et agir efficacement.
À Bruxelles, un projet pilote permet déjà aux équipes mobiles de crise de soutenir la police et vice versa grâce à une initiative de Philippe Close. Nous prévoyons son déploiement à l'échelle nationale. D'autres mesures sont prises, telles la création d'un code pour demander l'aide policière lors d'interventions risquées, la mise au point et la généralisation du bouton rouge pour alerter la centrale de secours et l'obligation pour tous les hôpitaux de mettre en place des protocoles de sécurité depuis mars 2024.
Nous agissons aussi sur le plan judiciaire. Les peines pour violences contre les soignants ont été renforcées, les plaintes ne pourront plus être classées sans suite, et les victimes bénéficieront d'un accompagnement juridique et psychologique.
On ne peut pas banaliser ce qui est devenu un vécu quotidien dans les services d'urgence. Il faut donc agir et soutenir ce personnel.
François De Smet:
Monsieur le ministre, en toute honnêteté, je ne peux que vous remercier et vous soutenir dans les différentes mesures que vous venez d'annoncer. Je voudrais émettre une dernière réflexion. Nous parlons ici de soignants, mais aussi d’assistants sociaux. Ce sont des personnes qui, au travers de leur profession, ont en commun d’être entièrement au service des autres. Elles exercent aussi des métiers en pénurie. Pour ces raisons, en tant qu’autorités publiques, le gouvernement, le Parlement et les entités fédérées doivent absolument garantir leur sécurité, non seulement pour leur bien-être quotidien, mais aussi pour renforcer l’attractivité de ces professions dont nous aurons de plus en plus besoin. Je vous remercie donc pour le suivi que vous assurez de cet événement et j'espère que d’autres incidents pourront être évités à l’avenir.
De infoavond voor cipiers in een moskee
Bekijk antwoord
Reccino Van Lommel:
Mevrouw de minister, telkens wanneer men denkt dat het dieptepunt is bereikt, is er altijd dat tikkeltje meer.
Waar gaat het naartoe met onze samenleving als penitentiaire instellingen jobdagen gaan organiseren in moskeeën? Zo organiseert de directie van de gevangenis van Merksplas overmorgen een infoavond in de moskee van Turnhout voor het aanwerven van bewakers en zorgverleners. Niet alleen het personeel is met verstomming geslagen, maar ook de bevolking die de aankondiging via diverse kanalen mocht vernemen. De mensen zijn diep verontwaardigd en teleurgesteld en wie kan hen ongelijk geven?
Gevangenissen smeken om goed personeel, maar schrikken mensen die een carrièreswitch willen maken naar hun instellingen af doordat wervingscampagnes blijkbaar moeten plaatsvinden in moskeeën. Het is niet omdat maar liefst 43 % van de Turnhoutse bevolking van niet-Belgische origine is, dat die locaties aangewezen zijn. Dit kan voor alle duidelijkheid in geen enkele religieuze instelling, ook niet in kerken of parochiezalen. Zijn er dan geen overheidsgebouwen waar in alle neutraliteit wervingscampagnes kunnen plaatsvinden? Denkt u nu echt dat u hiermee de krapte op de arbeidsmarkt gaat oplossen?
Mevrouw de minister, hoe is het mogelijk dat de scheiding tussen kerk en staat hier flagrant wordt geschonden? Hoe is het mogelijk dat jobdagen worden georganiseerd in de moskee van Turnhout en niet in neutrale gebouwen van de overheid? Wat is het standpunt van de regering?
Annelies Verlinden:
Collega, we zijn voortdurend op zoek naar meer en geschikt personeel om onze gevangenissen operationeel te houden. Zoals ook elders het geval is, zijn de gemakkelijke bereikbaarheid van de werkplaats en een goede balans tussen werk en privéleven voor de meeste mensen belangrijke factoren bij het maken van een beroepskeuze.
Bovendien doen we permanent inspanningen om te rekruteren voor elke specifieke gevangenis en dus ook om lokaal gerichte wervingsacties van diverse aard te organiseren. In dat verband kan ik meegeven dat de FOD Justitie mij vanmiddag, naar aanleiding van uw vraag, heeft laten weten dat er een plan voorligt om een infosessie te organiseren in de ontmoetingszaal van de lokale moskee. Dat is op zich een plaats waar mensen vaak voor allerhande activiteiten samenkomen.
Collega Van Lommel, de essentie is dat men in de regio iedereen, ongeacht geloofsovertuiging, wil bereiken om zoveel mogelijk goede en geschikte kandidaten te informeren en te enthousiasmeren. De strategie om initiatieven te nemen via lokaal verankerde plekken kan efficiënt zijn, maar uiteraard moet dat met de gepaste neutraliteit gebeuren. Ik zal daarom ook aan de FOD Justitie vragen wat de plannen dienaangaande zijn.
Ik wil wel onderstrepen dat dit initiatief er een is naast de vele andere initiatieven die de administratie neemt om nieuwe medewerkers aan te trekken, die voeling hebben met alle verschillende onderdelen en aspecten van de functie die zij moeten opnemen. De moeilijke arbeidsmarkt dwingt ons om ook samen te werken met scholen en lokale besturen en om jobbeurzen te organiseren. Er is ook al campagne gevoerd op festivals.
Bovendien wil ik benadrukken dat het hebben van de Belgische nationaliteit een absolute voorwaarde is en blijft om als penitentiair beambte aan de slag te kunnen gaan, naast de andere noodzakelijke kwalificaties. Ik denk dat we alle initiatieven moeten nemen om de veiligheid in ons land te versterken, maar uiteraard met een (…)
Reccino Van Lommel:
Mevrouw de minister, ik val eigenlijk van mijn stoel. Ik neem akte van het feit dat u zegt dat een moskee een neutrale plaats is. Niets maar dan ook niets kan het goedpraten dat jobdagen voor het aanwerven van gevangenispersoneel doorgaan in moskeeën. Dat is opnieuw van het goede te veel. Er zijn voldoende gebouwen van de overheid waarin dergelijke zaken in alle neutraliteit georganiseerd kunnen worden, daar hebt u de moskee van Turnhout niet voor nodig. Hoe is het mogelijk dat onder uw gezag als minister van Justitie zoiets kan gebeuren? Ik kan nu al zeggen dat dit de mensen helemaal niet zal aantrekken, maar hen net zal ontraden om te kiezen voor een job in de gevangenis van Merksplas. Misschien moet u overmorgen zelf maar eens ter plaatse gaan kijken bij een gezellig kopje thee, als u uw schoenen mag aanhouden tenminste.
De verheerlijking van terrorisme door Samidoun tijdens de gemeenteraadszitting in Charleroi
Bekijk antwoord
Denis Ducarme:
Monsieur le ministre, je vous interroge aujourd'hui sur un fait assez grave survenu ce lundi au conseil communal de Charleroi. En effet, le bourgmestre socialiste de cette ville a invité à s'exprimer, lors de notre conseil communal, un représentant de Free Palestine qui est membre de la plateforme Samidoun – laquelle est notoirement liée au FPLP, organisation reconnue comme terroriste par l'Union européenne depuis les années 70. Les propos qui ont été tenus à cette occasion sont assez graves. En effet, ce citoyen, présenté comme tel par le bourgmestre, a promu le recours aux armes par le Hamas et a défendu également celui-ci dans un objectif, disait-il, "d'une Palestine qui vaincra du fleuve à la mer" – ce qui traduit sa volonté d'anéantir l' État d'Israël.
À aucun moment, le bourgmestre de Charleroi n'a interrompu l'auteur de ces propos ni n'a recadré sa déclaration qui constitue à l'évidence une apologie du terrorisme et, à tout le moins, une incitation indirecte à un acte terroriste tel que visé à l'article 140 bis du Code pénal.
Nous ne pouvons plus voir une telle situation se répéter, monsieur le ministre. Où en êtes-vous dans votre projet d'interdiction de groupes radicaux tels que Samidoun? Ne pensez-vous pas qu'il serait également utile d'informer les bourgmestres du pays des tentatives de ces individus à prendre position et la parole dans nos conseils communaux?
Bernard Quintin:
Monsieur le représentant, cher monsieur Ducarme, merci pour votre question. Comme vous et comme beaucoup d'autres, j'ai été choqué par les propos tenus dans la salle du conseil communal de Charleroi.
Si le droit international reconnaît à un peuple le droit de résister, comme vous l'avez dit, je rappelle aussi que l'article 140 bis du Code pénal belge condamne fermement tout soutien à une organisation terroriste telle que le Hamas.
Mon rôle est d'assurer la sécurité des citoyens ici. J'ai donc décidé d'inclure des associations radicales dans la banque de données coordonnée T.E.R., c'est-à-dire la banque de données qui reprend les terroristes, les extrémistes potentiellement violents et les propagandistes de haine. Cela implique que chaque association qui y est reprise est suivie dans le cadre de la stratégie T.E.R. par les task forces locales, où tous les services de sécurité sont représentés. Ainsi, les bourgmestres pourront être informés de la présence de groupes radicaux sur leur territoire par leur police locale.
Comme annoncé, je déposerai sur la table du gouvernement un avant-projet de loi sur le sujet dans les meilleurs délais. Nous allons nous donner les moyens d'interdire les associations radicales qui portent gravement atteinte à la sécurité publique et qui piétinent aussi notre vivre ensemble et empêchent nos communautés de faire société dans notre pays. Il n'y a pas de place pour cette forme de séparatisme chez nous. Je l'ai déjà dit.
Denis Ducarme:
Merci, monsieur le ministre, d'agir aussi rapidement, de nous déposer sur les tablettes du Parlement le plus rapidement possible les moyens de nettoyer notre société de ces groupes radicaux, qui font du mal au vivre ensemble. Merci aussi de prendre la décision transitoire qui vise à ce que nos bourgmestres soient informés de ces groupes radicaux qui sévissent sur leur territoire par ailleurs. En tant que parlementaire, je ne veux pas m'arrêter là par rapport à ce qui a été permis dans ma ville. Puisque nous sommes face à de l'incitation indirecte à commettre des actes terroristes, je transmettrai une dénonciation au procureur du Roi de Charleroi ainsi qu'au procureur fédéral en charge des matières terroristes.
De NAVO-top in Den Haag
De NAVO-top in Den Haag
De resultaten van de NAVO-top
Het standpunt van België bij de NAVO
De NAVO-top en het defensiebudget
De NAVO-top in Den Haag
De nieuwe NAVO-uitgavennorm en de top van 24 juni
De NAVO-top
De NAVO-top in Den Haag
De op de NAVO-top van 24 en 25 juni genomen beslissingen
NAVO-top Den Haag, beslissingen en defensiebudget
Gesteld door
Vooruit
Axel Weydts
N-VA
Jean-Marie Dedecker
MR
Mathieu Michel
PS
Philippe Courard
Groen
Staf Aerts
Open Vld
Kjell Vander Elst
VB
Annick Ponthier
CD&V
Koen Van den Heuvel
PVDA-PTB
Raoul Hedebouw
N-VA
Darya Safai
Aan
Bart De Wever (Eerste minister), Theo Francken (Minister van Defensie)
Bekijk antwoord
Voorzitter:
Collega's, verschillende vragen werden ingediend ter attentie van de premier, maar het is u bekend dat hij momenteel niet aanwezig kan zijn wegens Europese verplichtingen.
Axel Weydts:
Mijnheer de minister, gisteren was het eindelijk zover: de langverwachte NAVO-top vond plaats. Alle lidstaten zijn eensgezind naar buiten gekomen. Dat was ook nodig, want als dat niet was gebeurd, had maar één iemand champagne ontkurkt: Poetin in het Kremlin.
De NAVO-top heeft geleid tot realistische doelstellingen. Voor Vooruit was het vanaf het begin erg duidelijk: we willen absoluut investeren in onze veiligheid en defensie, maar wel op een realistische manier. 5 % was en is voor ons land immers onhaalbaar.
Laten we de focus daarom verleggen van de percentages naar wat eerder is afgesproken, namelijk dat ons land opnieuw een betrouwbare partner kan worden binnen de NAVO door verstandig te investeren in onze defensie. Ik heb zelf deelgenomen aan twee buitenlandse NAVO-missies, dus ik weet hoe belangrijk het is om te investeren in goed en veilig materieel voor onze mensen, in degelijke infrastructuur om mee te werken en in waardering voor de opofferingen die ons personeel brengt.
Vooruit roept ook al maanden op om te investeren in onze cyberveiligheid. Onze banken, overheidsinstellingen en ziekenhuizen worden nu immers al maandenlang geteisterd door cyberaanvallen uit Rusland. Die moeten we echt prioritair aanpakken.
Het allerbelangrijkste voor Vooruit is echter dat we investeren in ons personeel. Wat is men namelijk met het beste materieel en met al die nieuwe capaciteiten voor onze defensie als men geen personeel heeft om dat materieel te bedienen? We weten dus wat nodig is qua investeringen in onze veiligheid.
Mijnheer de minister, zult u, net als Vooruit, de focus leggen op de hybride dreiging vanuit Rusland en op ons personeel, dat we broodnodig hebben?
Jean-Marie Dedecker:
Mijnheer de minister, al een halve eeuw lang financieren we onze welvaart ook met middelen die oorspronkelijk bestemd waren voor onze veiligheid. Het gevolg daarvan is een doorgeschoven – een doorgesnoven – verzorgingsstaat en een krakkemikkig leger. Onze kazernes zijn ruïnes. Het cliëntelisme heeft geleid tot een tewerkstellingsproject van de politieke partijen, waardoor zelfs de personeelsbezetting van het leger niet op punt staat. Er staan momenteel 127 pantservoertuigen te roesten omdat een minister de verkeerde munitie heeft besteld. We zijn zelfs nooit onze NAVO-verplichtingen nagekomen, terwijl het NAVO-hoofdkwartier zich in Brussel bevindt.
Plots komt er dan een bullebak overgevlogen uit New York, een narcistische bully met, cru gesteld, de mentaliteit van een maffiabaas. Wat zegt die man bij aankomst? “ I can make you an offer you can’t refuse. ” Kent u The Godfather? Die zei dat ook. Vervolgens kust onze slijmjurk, de voorzitter van de NAVO, de ring van die man. Ook onze 32 regeringsleiders slaan de hielen tegen elkaar en likken de kont van die narcistische Amerikaan, uit vrees dat die capo hen zal bestraffen.
Ik heb op zich niets tegen het principe van de 5 %-norm, daar gaat het mij niet om. Zeg me wel hoe u die zult bereiken en om hoeveel geld het gaat. Ik hoor alle partijen daarover al ruziën nog vooraleer hij is teruggevlogen. Moeten er meer F-35's worden gekocht? Nog ander materieel? Over welk bedrag gaat het?
Mijnheer de minister, over hoeveel geld gaat het? Hoe zult u dat realiseren? Zal men daarvoor met een creatieve boekhouding moeten werken?
Mathieu Michel:
Monsieur le ministre, malgré une situation budgétaire qui rend les réformes indispensables, la Belgique a réaffirmé que l'OTAN constitue un socle fondamental pour la sécurité de notre pays. Nous devons être un partenaire loyal, fiable et pleinement engagé au sein de l'Alliance. Dire non à l'OTAN, ce serait faire preuve d'un oubli historique inquiétant mais, plus que tout, ce serait faire preuve d'une naïveté coupable car, aujourd'hui, il ne s'agit pas d'opposer sécurité et solidarité. En voici la preuve par les chiffres: 120 milliards d'euros pour notre sécurité d'ici 2034, 1 200 milliards d'euros pour la solidarité (soins de santé, pensions et aides sociales).
Oui, n'en déplaise à certains, ce gouvernement renforce notre modèle social en lui donnant les moyens de fonctionner mais aussi les moyens de survivre. Nous faisons aujourd'hui ce que tout pays responsable doit faire: protéger ses citoyens sans renoncer à ses valeurs fondamentales et à son modèle social
Protéger ses citoyens est évidemment essentiel. Aussi, je salue la décision historique d'intégrer jusqu'à 1,5 % du PIB en dépenses de sécurité élargies. Vous savez que c'est une grande attention pour ce qui me concerne. Les guerres de demain seront différentes de celles d'hier. Et, aujourd'hui, ce ne sont plus uniquement les dépenses militaires qui comptent. C'est un élément fondamental. Cette évolution appelle à une gouvernance renforcée, au-delà du seul ministère de la Défense, et qui intègre les entités fédérées.
Selon nous, le ministre de la Sécurité devrait être chargé de développer et soumettre une vision stratégique de la sécurité intérieure en lien avec ce 1,5 % de sécurité transversale. Monsieur le ministre, comment voyez-vous concrètement l'évolution de cette coordination intergouvernementale avec, à côté de cette vision stratégique de défense, une véritable vision stratégique de sécurité transversale?
Philippe Courard:
Monsieur le président, monsieur le ministre, cela va coûter 6 000 euros par ménage aux Belges. Deux jours d’escapade à La Haye, et voilà qu’il faut trouver 34,2 milliards d’euros.
Comment les trouver? J’y reviendrai dans un instant. Soyons clairs, je ne suis pas stupide et me rends compte que des moyens supplémentaires sont nécessaires. Il faut bien entendu se défendre. L’Europe et la Belgique doivent répondre aux menaces qui nous entourent. Nous ne devons pas nier la situation géopolitique, mais pas à n’importe quel prix et n'importe comment, monsieur le ministre. Nous ne devons pas dépenser pour dépenser, et certainement pas en faisant porter la charge à nos concitoyens de manière anormale.
Votre politique est paradoxale. Vous préconisez des économies. Il n'y a pas assez d'argent pour la sécurité sociale. Les malades et les pensionnés doivent faire des efforts. Les services publics doivent se serrer la ceinture. Le pouvoir d’achat recule. Les personnes malades et en situation de handicap sont oubliées. Cependant, lorsqu’il s’agit de trouver des milliards, cela se fait en quelques heures. Nous verrons comment, mais ils sont jugés nécessaires.
Pourquoi n'avez-vous pas adopté la position plus raisonnable du premier ministre espagnol? Comment allez-vous financer ces milliards? Le ministre Prévot évoque une nouvelle taxe, le président du MR évite soigneusement le sujet. Allez-vous vendre nos entreprises publiques? Allez-vous faire comme votre prédécesseur, M. Steven Vandeput, avec qui les estimations de montants sont passées de 1,5 milliard à 15 milliards? Je m’interroge et j'aimerais des réponses à ces questions. Comment allez-vous financer ces milliards? Quelles sont vos recettes? Quelles sont vos solutions? Une véritable inquiétude règne au sein de la population. Oui, un effort est envisageable, mais pas au détriment de notre population.
Staf Aerts:
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, ik vond het afgelopen week vooral gênant om te zien hoe de Europese leiders achter president Trump aanliepen om hem toch maar zo veel mogelijk te pleasen, met als top of the bill natuurlijk de uitspraak van secretaris-generaal Rutte: proficiat, mijnheer de president, u hebt Europa doen betalen en het is maar goed ook." Gênant, gênant.
Het was echter ook hier gênant en dat was het daarnet nog. De 5 %-norm is immers belachelijk, krankzinnig, het is collectieve hysterie. Mijnheer de minister, dat verklaarden uw coalitiepartners. Cd&v, Vooruit en de MR, u bent gerold, want de 5 %-norm is wel degelijk beslist afgelopen week.
Dan hoor ik in de wandelgangen dat dat niet erg is, want dat percentage moet pas tegen 2035 worden gehaald. Het is dus niet aan ons, maar aan de volgende generatie om dat te betalen. Het is aan de volgende regering om het probleem op te lossen, terwijl men vandaag zelfs nog niet weet hoe men volgend jaar de 2 % zal financieren.
Wat zien we ondertussen wel? Wie draait op voor de besparingen? De 55-plusser, de pendelaar, wie zorgkrediet opneemt, zij zullen de rekening moeten betalen en daar zullen alleen maar nog mensen bij komen.
5 % defensie-uitgaven blijft echter waanzinnig veel. In 2035 komt dat nog steeds overeen met het volledige budget van Justitie, de politie, de NMBS, Energie en Klimaat samen, maar dat is niet alles. Als de NAVO 5 % uitgeeft, dan geeft ze meer uit dan wat vandaag de hele wereld, dus inclusief Israël, Rusland en India, uitgeeft aan defensie. Ik vind dat onbetaalbaar en dom. Dat is geen investering in meer veiligheid, dat is een investering in een wapenwedloop waarin u ons allemaal meesleurt.
Mijn vraag is en blijft dus: wie zal dat in godsnaam betalen.
Kjell Vander Elst:
Mijnheer de minister, er heerst bij de coalitiepartners een soort kumbayastemming. Iedereen is tevreden. U bent tevreden, want u hebt een NAVO-akkoord over de 5 %-norm. Belgium is back on track . Dat ik dat uitgerekend van u moet horen, vind ik bijzonder. Ook Vooruit en cd&v zijn tevreden, want er is een akkoord bij de NAVO, terwijl men daar eigenlijk niets mee zal doen. 2% defensie-uitgaven is het plafond, 5% blijft stupide, belachelijk en onzinnig. Ook de eerste minister is tevreden, want hij heeft de uitvoering van de norm over tien jaar kunnen uitsmeren; men kan dat dus voor zich uitschuiven. Après nous le déluge .
Mijnheer de minister, wat is er nu echt afgesproken in de regering? Is er een groeipad richting 3,5% militaire uitgaven in de komende jaren of gaat het, zoals collega Dedecker heeft gezegd, over een creatieve boekhouding? Hoe zult u dat betalen?
Terwijl alle ogen gericht waren op de NAVO-top, bent u naar buiten gekomen met uw investeringsplan van 34 miljard euro, 34 miljard euro aan belastinggeld. De krijtlijnen daarvan hebben we voor het eerst moeten zien op X, op sociale media. Een debat in het Parlement is voorlopig niet nodig. Democratische controle is voorlopig ook niet nodig. Mijnheer de minister, u was tot voor kort zelf nog oppositielid. U zou tegen die werkwijze gefulmineerd hebben. Ik hoop dan ook dat u zeer snel naar het Parlement komt om daar uitleg over te geven.
Mijnheer de minister, wanneer komt u naar het Parlement om uw investeringsplan in de commissie en in de plenaire vergadering te bespreken?
Tot slot, maar zeker niet minder belangrijk, iedereen heeft hier opnieuw de mond vol van Europese samenwerking, maar wat hebt u al ondernomen om de Europese pijler bij de NAVO uit te bouwen?
Annick Ponthier:
Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, de kogel is door de kerk. Alea iacta est , zou uw premier declameren. De NAVO-top in Den Haag resulteerde in een akkoord om de 5 %-norm te bereiken tegen uiterlijk 2035. Het gaat daarbij om 3,5 % harde defensie-uitgaven en 1,5 % ruimere veiligheidsuitgaven. Spanje, dat protest aantekende tegen die waanzinnige 5 %-norm, is erin geslaagd de tekst te laten versoepelen: niet meer wij, maar de bondgenoten zullen 5 % uitgeven.
Collega’s, mijnheer de minister, dat kan worden gelezen als een vrijstelling. Blijkbaar moesten de lidstaten zich dus niet allemaal gedwee neerleggen bij de ijzeren NAVO-wetten. De vrijstelling geldt echter niet enkel voor Spanje. De tekst is immers van toepassing op alle lidstaten. Echter, zelfs als het bij die 2 % zou blijven, staan wij in dit land alvast voor gigantische problemen. De financiële rampspoed zal immers nog drastisch toenemen, indien de huidige regering haar belofte van 5 % op de NAVO-top wil nakomen.
Ik kom bij mijn vragen.
U maakt zich sterk dat u in 2025 de 2 % kunt bekostigen. Wij weten echter allemaal dat daar Verhofstadtgewijs veel kunst- en vliegwerk voor nodig was. De hamvraag blijft natuurlijk de volgende. Ten eerste, hoe wilt u de 2 %-norm structureel financieren tijdens de huidige legislatuur? Hoe staat u tegenover de nieuwe defensietaks die uw minister Prévot voorstelde?
Ten tweede, het blijft bij 2 % tijdens de huidige legislatuur. Hoe zal het groeipad er vanaf 2029 echter uitzien om naar 2,5 % te gaan tegen 2034? Hoe plant u die enorm steile klim naar 3,5 %?
Nu volgt de vraag van 1 miljard euro. Zal u bijkomende F-35’s (…)
Koen Van den Heuvel:
Mijnheer de minister, de NAVO-Top is inderdaad achter de rug. De teerling is geworpen. Wij van cd&v zijn toch blij. We hebben een aantal pleidooien gehouden voor meer realisme in dit debat en achteraf moeten we toch toegeven dat dit er was. Er zit voldoende flexibiliteit in het pad naar de toekomst. Wat voor ons een prioriteit is en wat we enkele weken geleden al heel duidelijk hadden gesteld, was dat er niet meer dan 2 % gevraagd zou worden in deze legislatuur. Dat is binnengehaald en daar zijn we blij om.
Heel belangrijk ook is hoe we dat pak geld, dat toch nog altijd meer is dan in de vorige jaren, zullen besteden. Voor ons moet dat op een efficiënte en slimme manier. Dat wil zeggen dat niet elk land apart, maar samen investeren in een sterke Europese pijler. Recente studies tonen immers aan dat een gedeelde standaardisatie binnen Europa en gezamenlijke aankopen ons tientallen miljarden zou besparen. In deze budgettaire tijden moeten we daar toch rekening mee houden.
Voor ons is het heel duidelijk. We houden al wekenlang een sterk pleidooi voor minder versnippering en meer standaardisatie. Minder naast elkaar werken, maar echt durven investeren in een sterke Europese pijler. We vinden dat een constante opdracht. Nu mag het in Den Haag wel allemaal koek en ei geweest zijn, met een sterk Atlantisch geloof, maar de basistrend is dat Europa toch meer in eigen sterkte moet investeren. Vandaar dat we geloven in een sterke Europese defensie-unie. We moeten daar niet morgen, maar vandaag werk van maken.
Mijnheer de minister, dat is dan ook onze vraag. Kunnen we rekenen op u en op deze regering om volop te investeren in de versterking van die Europese pijler, in een sterke Europese defensie-unie? Die is immers absoluut nodig voor de toekomst.
Raoul Hedebouw:
Mijnheer de minister, wat een vernedering! Hoe is het mogelijk? Komaan, die 34 Europese eerste ministers luisterden allemaal naar Trump. Onze woordvoerder Mark Rutte stuurde dan een mooi berichtje over hoe die Europese elite vernederd werd door Trump. Hij zegt in zijn berichtje dat het werkelijk buitengewoon was wat Trump deed, iets wat niemand van hen durfde doen, dat hij vliegt naar een volgende succes. Donald, je hebt ons op een heel erg belangrijk moment gebracht. Je zult iets bereiken dat geen enkele andere Amerikaanse president in decennia heeft kunnen verwezenlijken. Donald, Donald, Donald, Europa gaat zwaar betalen, zoals het hoort Donald, en het zal jouw overwinning zijn. Oh, fantastisch.
Magnifique! Regardez ça, cette soumission de l'élite européenne à l'impérialisme américain! C'est du cirage de chaussures industriel. Donald, ne t'inquiète pas, au karcher on nettoie le bazar. C'est incroyable! Et quelle est la prochaine étape, chers amis? La prochaine étape, Donald Trump nous l'a annoncée.
Wat zei Donald Trump? Kiss my ass, dat is de volgende etappe.
Mais comment peut-on accepter cela?
Zoals Rutte zegt, Europa zal zwaar betalen.
L'Europe va payer! Et qui va payer? Ce sont les travailleurs!
De mensen moeten werken tot 67 jaar om hier 2 % van het bbp aan te kunnen besteden. Nu komt er 3,7 % bij en niemand zegt iets. Dat is hypocriet.
Mijn vraag is heel duidelijk, mijnheer de minister. Spanje heeft gezegd geen 5 % te zullen bijdragen. Wat is uw standpunt? Besteden we hier 5 % aan of niet?
Darya Safai:
Mijnheer de minister, beste collega’s, al jaren hebben veel Europese landen, waaronder België, nagelaten om deftig in defensie te investeren. Vanuit het idee dat vrede vanzelfsprekend is, deden die landen aan free riding binnen het NAVO-bondgenootschap. Ze rekenden op de Verenigde Staten om hun eigen veiligheid te garanderen. Nu de VS zich meer op de Indo-Pacific richt, moet Europa zelf meer inspanningen leveren.
Nog voor de aanvang van de NAVO-top bereikten de verschillende lidstaten een principeakkoord over de nieuwe NAVO-norm van 5 % van het bbp. Die geldt voor elke bondgenoot. Concreet gaat het om 3,5 % voor strikt militaire uitgaven en 1,5 % voor defensiegerelateerde domeinen, waaronder infrastructuur en cyberveiligheid. Onze regering verklaarde te mikken op een stapsgewijze opbouw: 2 % tegen 2029, 2,5 % tegen 2034 en 3,5 % tegen 2035.
Mijnheer de minister, op de jongste NAVO-top in Den Haag besprak u de uiteindelijke maatregelen die nodig zijn. Kunt u bevestigen dat de NAVO-norm van 5 % werd vastgelegd? Wat is het tijdsperspectief? In welke modaliteiten wordt voorzien? Welke mijlpalen moeten worden behaald? Welk standpunt hebt u in naam van de regering verdedigd?
Theo Francken:
Vooreerst, de uitspraak op X was redelijk pijnlijk.
Mijnheer de voorzitter, geachte collega’s, de eerste minister heeft gisteren op de NAVO-top duidelijke taal gesproken. Als founding father van de NAVO zal België zich solidair tonen met onze bondgenoten. Dat doen we niet voor de mooie ogen van mister Trump, noch uit angst voor zijn grillen. We doen het om een heldere reden, namelijk om als Europese democratieën zelf te kunnen instaan voor onze eigen veiligheid.
In tegenstelling tot wat vaak wordt beweerd, klopt het niet dat de lat voor defensie-uitgaven wordt opgetrokken naar 5 % van het bbp. Het gaat om 3,5 %, de resterende anderhalve procent betreffen uitgaven in onder meer infrastructuur en brede veiligheid, die vandaag al grotendeels worden gedaan, onder andere ook door de regio’s.
De nieuwe norm komt niet uit de lucht gevallen. Veel bondgenoten behalen die nu al, van de Verenigde Staten over Polen tot Scandinavische en Baltische staten. Dat ook wij die norm nu onderschrijven, is een kwestie van solidariteit en verantwoordelijkheid.
Mesdames et messieurs, la nouvelle norme ne signifie pas que nous devrons atteindre cet objectif demain. Il y a des objections budgétaires à cela, mais aussi des objections pratiques. Si tous les États membres de l'Union européenne dépensaient soudainement 3,5 % de leur PIB pour la défense, il serait impossible pour l'industrie de suivre le rythme des commandes. Le résultat en serait des délais de livraison d'armes et de munitions de 10 ans ou plus, et des prix inacceptables.
Nous avons soulevé tous ces points lors de la concertation diplomatique qui a précédé le sommet de l'OTAN, avec succès. Les États membres disposeront d'un délai de 10 ans (non pas 7 ans) pour atteindre la nouvelle norme, sans augmentation annuelle obligatoire de 0,2 %. L'objectif sera également réévalué en 2029.
Ik beklemtoon dat dat niet de verdienste van Spanje was, maar wel van onze diplomatie. Dat land koos voor de fanfare, wij kozen voor discretie. Hulde aan onze NAVO-ambassadrice, mevrouw Petridis, en haar hele team.
Dames en heren, als politici hebben wij de verantwoordelijkheid om op een serene manier aan de burger uit te leggen waarom de versterking van onze krijgsmacht noodzakelijk is. Sommigen onder ons doen uitschijnen dat er helemaal geen dreiging bestaat. Dat gebeurt dan met lacherige clichés als: er zullen toch nooit Russische tanks door Brussel denderen. Dat is onverantwoord, want daarover gaat het uiteraard totaal niet.
Waarover gaat het dan wel? Ons land komt automatisch in een staat van oorlog met Rusland, als Poetin ook maar één vierkante kilometer van een andere NAVO-lidstaat zou bezetten. Dat vloeit voort uit onze verplichtingen onder het NAVO- en EU-Verdrag. Dat scenario is helaas niet ondenkbaar. Het Poetinregime maakt geen geheim van zijn langetermijnambitie om de Baltische staten, waar omvangrijke Russische minderheden wonen, opnieuw in zijn machtssfeer op te nemen. Onze Baltische provincies, zo noemt Dmitry Medvedev, de voorzitter van de Russische Veiligheidsraad, die EU-lidstaten steevast.
Degenen die volhouden dat Rusland die ambitie niet koestert, beweerden drie jaar geleden ook dat Rusland Oekraïne nooit binnen zou vallen. Bovendien negeren zij volledig dat Rusland vandaag al volop een hybride oorlog tegen Europa voert, ook tegen ons land, dagelijks. Hoe kan men dan nog volharden in de stelling dat er van Rusland geen bedreiging uitgaat?
Tegelijkertijd moeten we nu al rekening houden met de heroriëntering van de Amerikaanse aanwezigheid in Europa naar de Stille Oceaan en Oost-Azië. Meer dan ooit moet Europa klaarstaan om het stuur van de veiligheidsarchitectuur van ons continent zelf in handen te nemen.
Dames en heren, alleen krachtige Europese legers kunnen de veiligheid en onafhankelijkheid van Europa verzekeren. Die hebben we vandaag niet, na decennia van bezuinigingen en afbouw. We moeten ze heropbouwen. Dat is onze verantwoordelijkheid en daar zijn we volop mee bezig.
De nieuwe strategische visie voorziet in een investering van 34 miljard euro, waarvan 27 miljard euro in nieuwe militaire capaciteiten in de komende tien jaar. Ook in het personeel zullen we fors investeren, want zij zijn het kloppende hart van elke defensie, van elke krijgsmacht. Er komt 50 miljard euro op tafel over die tien jaar.
Die inspanningen leveren we niet om oorlog te voeren, maar precies om oorlog te vermijden, want de vrede bewaren zal ons niet lukken door zwakheid te tonen. Daarin zullen we alleen slagen als we samen kracht uitstralen.
Ten slotte, het klopt dat er nog geen officiële beslissing in de Ministerraad is, maar ik heb afgesproken met voorzitter Buysrogge om (…)
Axel Weydts:
Mijnheer de minister, vandaag is opnieuw het verschil duidelijk geworden tussen de communisten van de PVDA en Vooruit. De communisten van de PVDA zijn niet bezig met de veiligheid van de mensen. Wij willen wel investeren in de veiligheid van onze mensen en ook in de veiligheid van mensen die hun eigen veiligheid niet kunnen kopen, zoals de superrijken dat wel kunnen.
Als de wereld in brand staat, dan mag men niet aan de kant blijven staan, dan moet men blussen en zijn verantwoordelijkheid nemen. Dat is wat Vooruit doet. De PVDA wil aan de kant blijven staan. De PVDA wil Poetin bestrijden met een boeket bloemen. De PVDA wil uit de NAVO stappen. Beste vrienden, dat is niet alleen naïef, dat is ook gevaarlijk. Vooruit zal wel investeren in onze veiligheid.
Jean-Marie Dedecker:
Collega’s, ik ben het een beetje beu om de les gespeld te worden door links en door de communisten. Ik lik de schoenen van Trump niet, dat is een maffioso, hij likt die van Poetin.
Wij hebben ons vergist. Laten wij het even hebben over de ideologie van uw regime, namelijk het communistische regime. Honderd miljoen doden in de wereld. Nu is er het regime van de heer Poetin, het neocommunisme. Dat gevaar staat terug voor de deur. In 1989 hebben wij ons vergist. We dachten dat de vrede gekomen was, maar neen. Extreemrechts kwam op, dat roept om een grote leider, net als u.
Wat moeten wij nu doen? Opnieuw betalen voor onze veiligheid. Omdat psychopaat Poetin nu voor de deur staat, moeten wij nu opnieuw inleveren op onze welvaart. Denk daar eens over na, mijnheer Hedebouw. Het is de schuld van uw regimes dat we ons vandaag opnieuw moeten bewapenen.
Mathieu Michel:
Merci monsieur le ministre pour vos réponses. Quoi qu'en pensent certains, nous ne sommes plus dans une ère d'insouciance. Nous sommes entrés dans un temps de bascule où la sécurité n'est plus une donnée implicite de nos sociétés et est redevenue un combat. Cette sécurité a toujours été la première des libertés. C'est elle qui conditionne tout le reste: la démocratie, l'économie, la solidarité, l'éducation, la culture. Sans sécurité, rien ne tient et nous le découvrons avec brutalité une fois encore, après des années où nous avons cru que notre mode de vie était définitivement protégé, presque éternel même. Certains aujourd'hui affichent de façon lancinante cette naïveté coupable.
Ce que nous sommes en train de défendre aujourd'hui, c'est notre façon de vivre, notre humanité, nos libertés et ce fragile équilibre que des générations ont bâti avant nous. Alors oui, c'est un moment historique et nous avons le devoir, au-delà des discours politiques, d'être au rendez-vous.
Philippe Courard:
Monsieur le ministre, je ne suis pas rassuré par vos réponses. Pourquoi céder à l'instable M. Trump? Où est le projet européen dans ce que vous proposez? Et l'armée européenne intégrée? On n'en parle pas du tout.
Quid du retour pour nos entreprises? C'est aussi un sujet que nous n'avons pas traité et qui est important. On ne va pas reproduire les erreurs du passé – je l'espère en tous cas. Comment allez-vous financer cela? Pas de réponse, sinon qu'on va le faire sur dix ans et que la charge sera donc reportée sur les générations futures. C'est exactement la technique que vous avez critiquée ces dernières années. Il reste donc beaucoup de questions, à moins peut-être que la fusion avec les Pays-Bas proposée par M. De Wever soit une réponse.
Concernant la taxe proposée par M. Prévot, pas de réponse non plus. Où allez-vous chercher l'argent? Nous sommes terriblement inquiets. Votre gouvernement d'ingénieurs nous fait très peur, monsieur le ministre.
Staf Aerts:
Mijnheer de minister, ik had maar één vraag gesteld, namelijk wie dat zal betalen, maar u hebt er weer niet op geantwoord, net als in de commissie. Ik had mijn vraag gericht aan de premier, in de hoop nu wel een antwoord te krijgen op de vraag wie die rekening zal betalen. Ik weet immers dat u dat niet interesseert. U wilt gewoon zoveel mogelijk geld kunnen uitgeven aan wapens en u ligt niet echt wakker van wie dat zal betalen.
U zegt dat die 5 % of 3,5 %, welk percentage u ook neemt, niet zomaar uit de lucht komt vallen. Ik wil toch even de geschiedenis schetsen. Het is ondertussen drie jaar geleden dat Rusland Oekraïne binnenviel. In december zegt secretaris-generaal Rutte dat 3 % een mooie ambitie zou zijn. In februari zegt deze regering dat 2 % tegen 2029 wel voldoende zou zijn. Trump schudt iets uit zijn mouw en opeens is het 3,5 % of 5 %.
Ik hoor cd&v en Vooruit zich hier opnieuw verzetten, maar die partijen hebben zich niet verzet, België is akkoord gegaan met die 5 % en we hebben het aan ons been.
Kjell Vander Elst:
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw toelichting. Over de NAVO-norm blijft het alle kanten opschieten. Ik hoor hier weer verzet tegen die 5 % en hoor dat 2 % het plafond wordt genoemd. Over die NAVO-norm van 5 % is momenteel niets duidelijk. De enige zekerheid is dat de rekening betaald zal worden door de volgende regeringen en de volgende generaties.
Ook over de Europese defensie heb ik heel weinig gehoord, behalve dat we het stuur moeten vastnemen, maar als men het stuur vastneemt, moet men wel weten welke richting het met die Europese defensie uit moet. In Europa worden vandaag 19 soorten tanks, 27 soorten fregatten en torpedojagers en 20 soorten gevechtsvliegtuigen geproduceerd. Een kat vindt er haar jongen niet in terug. Maak werk van een Europese strategie en zorg ervoor dat die markten op elkaar zijn afgestemd, zodat we een Europees blok kunnen vormen en strategisch en onafhankelijk kunnen handelen.
Annick Ponthier:
Mijnheer de minister, de 2 % voor deze legislatuur is enkel begroot voor dit jaar. Wat met de structurele financiering voor de komende jaren? Geen antwoord. Defensietaks? Geen antwoord. Er zijn wel historische plannen om geld uit te geven, maar vooralsnog geen idee waar dat geld vandaan moet komen.
Toch hebt u in Den Haag 5 % beloofd tegen 2035. Operatie schone schijn, zo noem ik die NAVO-top, want zelfs met uw maximale flexibiliteit dreigt u ons verder in de schulden te steken en die schulden zullen natuurlijk vooral door de Vlaming worden betaald.
Haal dus het geld voor die 2 % waar u het moet halen. Bespaar op ontwikkelingshulp, op de asielfactuur, op het politieke systeem en op onze bijdrage aan de EU. Ik dank u.
Koen Van den Heuvel:
Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord. Laat ons duidelijk zijn, de dreiging is er. Niets doen is absoluut geen optie, maar het is ook belangrijk dat we het draagvlak bij onze mensen behouden, vandaar ons pleidooi sinds weken voor een realistisch en flexibel tijdspad. Dat is er nu, waarvoor dank aan de regering en aan onze diplomatie.
Op die manier kunnen we ook de lagere schoolmaniertjes van mensen als collega Hedebouw gemakkelijker weerleggen. Sketches geven om dat draagvlak te ondermijnen, wij doen daar niet aan mee. Stop alstublieft met die vijfdecolonnemanieren.
Nu is het echter ook absoluut nodig om verder te gaan. Naast het budget moet er ook worden geïnvesteerd in een echte Europese pijler, zodat Europa strategisch kan zijn en op eigen benen kan staan. Ik moedig u aan, samen met de regering, om echt werk te maken van een Europese defensie-unie en van een sterke Europese defensie-industrie.
Raoul Hedebouw:
Chers collègues, on a visiblement fait mal en pointant du doigt la soumission de l'élite européenne à l'impérialisme américain – les Macron, les Bart De Wever, tous ces gouvernements européens qui étaient effectivement à la remorque complète de Trump. C'est bien cela le problème. Votre problème, ce n'est pas le contenu du SMS. C'est qu'il a été révélé au monde. Voilà ce qui pose problème avec ce SMS.
Cette soumission est réelle et ne va pas nous apporter de la sécurité – pour ceux qui se poseraient la question de notre structure de sécurité. L'impérialisme américain est là pour déstabiliser le monde. Qu'est-ce que vous croyez? Que se passe-t-il aujourd'hui avec le génocide du peuple palestinien? On laisse faire. On laisse même transiter les armes. Cela va-t-il nous apporter de la sécurité? Vous êtes contents dans votre coin mais, les bombardements illégaux contre l'Iran, savez-vous ce que cela veut dire? No rules ! La loi du plus fort. C'est l'ouverture vers une troisième guerre mondiale.
Et vous croyez qu'on va y arriver? On entend aujourd'hui que les troupes américaines iront dans le Pacifique. Que va-t-il se passer? Une guerre Chine-Amérique? Allez l'Europe!
Darya Safai:
In de huidige geopolitieke toestand hebben we geen andere keuze dan te investeren in onze veiligheid en defensie. De verhoging van het budget zal gradueel verlopen en over 10 jaar gespreid zijn. We creëren bovendien opportuniteiten voor de Belgische industrie. Als founding father van het sterkste defensiebondgenootschap ooit herstellen wij daarmee ook onze betrouwbaarheid als bondgenoot.
We doen dat niet voor president Trump, collega’s. We doen dat voor de vrede, voor onze veiligheid en die van ons nageslacht. We mogen de veiligheid van Europa niet langer verwaarlozen door gewoon verder te gaan als freeriders. Het zal veel inspanningen vergen, maar we zijn blij dat deze regering er werk van maakt.
Persoonlijk feit
Fait personnel
Voorzitter:
Collega Vandeput liet mij weten gebelgd te zijn, en wel door de uitspraken van de heer Courard, die hem bepaalde zaken voor de voeten heeft geworpen.
Steven Vandeput:
Mijnheer de voorzitter, als 'gebelgd zijn' betekent dat iemand verontwaardigd is, dan moet ik bekennen dat ik dat deels wel ben. Het is immers de zoveelste keer dat de PS uit het rapport van het Rekenhof over de landcapaciteit fout citeert en echte beschuldigingen uit.
Dat doet mij denken aan vroeger. Toen wij met vriendjes speelden en iemand iets kapotgemaakt had, werd gevraagd wie dat had gedaan. De eerste die ontkende, was meestal de dader. Op die manier gaat het ook bij de PS.
Ik heb gezien wat de PS voor defensie kan betekenen. Het kan betekenen dat defensie wagens heeft waar een gewone mens niet in kan. Nog een mogelijkheid is dat aangekochte helikopters ondertussen aan de grond staan, omdat ze gewoon onbetaalbaar zijn. Ook kunnen obussen worden aangekocht die niemand kan gebruiken, zelfs het Belgische leger zelf niet. Dat is de houding van de PS.
Opnieuw kan ik u melden dat het Rekenhof in zijn rapport duidelijk stelt dat de government-to-governmentafspraak die met Frankrijk werd gemaakt, opportuun was. Ter zake was er volledige transparantie over het bedrag van 1,5 miljard euro aan materieelaankopen. Destijds zijn zowel de mensen als de onderhoudskosten opgenomen in de langetermijnbudgetten.
Feit is wel dat na mij opnieuw iemand van PS-signatuur werd aangesteld, die de zaak kennelijk helemaal in het honderd heeft laten lopen. De PS die wij kennen, draagt meestal geen zorgen voor wat zij overgedragen krijgt en al zeker niet voor wat ze moet overdragen. Daarnaast wijst de PS telkens opnieuw naar Vandeput, die nochtans niets anders gedaan heeft dan een government-to-governmentcontract te sluiten. Ik vraag mij daarom af wat de PS in dezen te verbergen heeft.
Voorzitter:
Je voudrais demander à M. Courard de réagir, mais il n'est plus ici.
Er werd ook verwezen naar mevrouw Dedonder. Ik geef haar één minuut om te reageren.
Ludivine Dedonder:
Monsieur le président, je ne comprends pas pourquoi je ne dispose que d'une minute.
Monsieur Vandeput, vous dites que vous n'avez rien fait d'autre. Je dirais plutôt que vous n'avez rien fait du tout! Vous avez laissé les factures au gouvernement précédent. Vous avez acheté les F-35 sans prévoir le personnel nécessaire ni les infrastructures pour les abriter. Vous avez sous-budgété le quartier de l'état-major. Concernant la frégate, rien n’a été prévu: un milliard de déficit.
Vous n'avez rien fait du tout et aujourd’hui vous répétez les mêmes erreurs. Vous allez acheter américain. Vous n'allez absolument pas investir dans le développement économique de notre pays et de l'Europe. Vous n'allez pas soutenir les industries. Vous allez faire travailler le personnel jusqu'à 67 ans. Dans vos 34 milliards, il n'y a même pas un euro pour s'occuper du personnel!
À votre place, je ne donnerais pas de leçons, monsieur "qui n'a même pas atteint 1 % de PIB".
Steven Vandeput:
Dat was mooi ingestudeerd. Ik zal niet reageren op die klinkklare nonsens. Wij erfden Defensie destijds in een staat waarin ze niet capabel was te doen wat moest. We hebben het tij proberen te keren door in mensen en materieel te investeren. Ik vertrouw erop dat deze regering opnieuw zal doen wat nodig is om Defensie slagkrachtig te maken en om de verwachte bijdrage te leveren. Mevrouw Dedonder, u hebt veel gezegd, maar nog altijd niet geantwoord op mijn vraag: wat hebt u te verbergen? Mijnheer de minister, ik wens u heel veel succes met uw strategisch plan.
De tender voor de levering van 600 treinen en de gevolgen voor de werkgelegenheid in België
Gesteld door
Vooruit
Annick Lambrecht
Aan
Jean-Luc Crucke (Minister van Mobiliteit, Klimaat en Ecologische Transitie)
Bekijk antwoord
Annick Lambrecht:
Mijnheer de minister, morgen is voor velen een dag als een andere, maar niet voor de 700 werknemers, de vele toeleveranciers en hun families van treinenbouwer Alstom in Brugge. Al hun jobs zijn bedreigd. De NMBS startte immers onderhandelingen met het Spaanse CAF. Onbegrijpelijk!
Alstom Brugge is een lokaal bedrijf met wereldfaam, met een expertise om trots op te zijn, om te koesteren. Maar morgen zou de raad van bestuur van de NMBS een beslissing nemen over een megabestelling van nieuwe treinen voor maar liefst 3,4 miljard euro.
Mijnheer de minister, het kwalitatieve verschil tussen het Spaanse bedrijf en Alstom Brugge is miniem. Het prijsverschil tussen de offerte van het Spaanse bedrijf en dat Alstom bedraagt 100 miljoen euro, 100 miljoen aan belastinggeld. Een keuze voor het Spaanse CAF zou de doodsteek betekenen voor Alstom Brugge, voor 700 werknemers, want een dergelijke aanbesteding zorgt voor jarenlange werkzekerheid.
Mijnheer de minister, Vooruit werkt elke dag keihard voor wie werkt. Ik herhaal mijn vraag: hoe garandeert u lokale werkgelegenheid in ons land in het kader van de betreffende aanbesteding, maar ook in het kader van toekomstige aanbestedingen?
Jean-Luc Crucke:
Mevrouw de volksvertegenwoordigster, ik dank u voor uw vraag. Allereerst wil ik een fundamenteel principe in herinnering brengen. Men kan niet de autonome bedrijfsvoering van autonome overheidsbedrijven eisen en tegelijk de minister vragen naar de concrete gevolgen van een beslissing. De NMBS beschikt over juridische autonomie en beslissingsautonomie. Die autonomie wordt geregeld door haar statuten, de beheersovereenkomst en het recht dat van toepassing is op autonome overheidsbedrijven.
Beslissingen over de plaatsing van overheidsopdrachten, in casu in de zogenaamde deal van de eeuw voor de vernieuwing van het rollend materieel, vallen onder de exclusieve bevoegdheid van de raad van bestuur van de NMBS. Die raad handelt volledig onafhankelijk. Overigens, geen enkele vertegenwoordiger van de partij Les Engagés heeft er zitting in.
Om een weloverwogen beslissing te kunnen nemen, heeft de NMBS twee aanvullende rapporten laten opstellen, een technisch en een juridisch rapport, om allerlei elementen te onderzoeken alvorens haar oorspronkelijke keuze te bevestigen of te herzien. Als minister beschik ik momenteel niet over die rapporten. Het is dan ook onmogelijk om vooruit te lopen op of commentaar te geven over de inhoud van een conclusie die nog niet bekend is..
Ik zal uiteraard met grote aandacht de verdere stappen van de raad van bestuur volgen en ervoor zorgen dat, met inachtneming van de autonomie van de ondernemingen, de beginselen van transparantie, maatschappelijke verantwoordelijkheid en eerbiediging van het recht volledig worden gewaarborgd.
Tot slot, ik zal in het kader van de twee interpellaties ter zake straks uitgebreider terugkomen op aspecten die u in uw vragen aan de orde brengt.
Annick Lambrecht:
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord, maar het stelt mij niet gerust. Voor de 700 werknemers van Alstom Brugge is het bang afwachten. Het is onbegrijpelijk, andere landen zorgen ook voor hun eigen werknemers. Kijk maar naar de buurlanden. Wij krijgen het niet uitgelegd dat onze NMBS zou kiezen voor een Spaans bedrijf in plaats van eigen kwaliteitsvolle werknemers. In België spoort men toch best met een trein die hier gemaakt is? Ja toch? Vooruit is de enige partij die steeds zal blijven opkomen voor alle werknemers van Alstom Brugge en wij rekenen op u.
De gevolgen voor de lokale besturen van de toevloed aan leefloondossiers
Gesteld door
Open Vld
Katja Gabriëls
Aan
Anneleen Van Bossuyt (Minister van Asiel en Migratie, en Maatschappelijke Integratie)
Bekijk antwoord
Katja Gabriëls:
Mevrouw de minister, gisteren hadden we hier in de Kamer een interessant debat. Dat ging over een belangrijke maatregel uit het regeerakkoord, meer bepaald de beperking van de werkloosheidsuitkeringen in de tijd. U weet dat mijn partij daar al jaren een fervente voorstander van is en dat wij die maatregel dus absoluut steunen.
De bedoeling is uiteraard om zoveel mogelijk mensen die kunnen werken aan de slag te krijgen en om de vele openstaande vacatures in te vullen. Alleen rijzen er toch heel wat vragen over de concrete uitwerking van die maatregel en vooral over de gevolgen ervan voor de lokale besturen. Jullie gaan ervan uit dat een derde van de betrokken werklozen opnieuw werk zal vinden, dat een derde zich zal wenden tot het OCMW voor een leefloon en dat een derde uit de statistieken zal verdwijnen. Dat zijn natuurlijk veronderstellingen, jullie hebben uiteraard geen glazen bol.
Het probleem is echter, mevrouw de minister, dat de veronderstellingen en de berekeningen die daaruit volgen totaal niet kloppen. Dat is gisteren ook duidelijk gesteld. Een derde nieuwe leefloondossiers, dat komt neer op 60.000 extra mensen voor de OCMW’s. Dat betekent dus 900 miljoen euro aan extra kosten voor de lokale besturen, terwijl er in de begroting slechts 234 miljoen euro is voorzien.
We kregen hier gisteren evenwel goed nieuws van de heer Ronse, die er vandaag niet is. De fractieleider van de N-VA heeft ons gerustgesteld. Hij verklaarde dat al die werklozen terecht zullen komen in het warme bad van de lokale besturen. Hij zei ook: ʺ Ik garandeer u, de gemeenten zullen die factuur niet betalen. ʺ Daarnaast zei hij dat ongeveer een vijfde van het werk bovendien zal worden overgenomen door de federale overheid.
Mijn eenvoudige vraag aan u, mevrouw de minister, is dus of u kunt bevestigen wat hier gisteren door uw eigen fractieleider werd gezegd, met name dat er 100 % compensatie komt. Welke taken zullen de FOD’s overnemen van de OCMW’s?
Anneleen Van Bossuyt:
Dank u wel voor uw vraag, mevrouw Gabriëls. U hebt het terecht gezegd: de beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd is een noodzakelijke hervorming. België is een van de laatste landen waar men die uitkering onbeperkt in de tijd kan krijgen. Dat is op termijn uiteraard niet houdbaar. Het is dan ook een blamage, collega's, dat die wetswijziging gisteren werd geblokkeerd door zowat alle partijen uit de oppositie, maar niet door uw partij.
Hoe dan ook, ik ben mij absoluut bewust van de impact op de OCMW’s en dus op de lokale besturen. Daarom voorzien we een doelgerichte compensatie vanaf 2026. We onderzoeken bovendien of we zelfs al middelen kunnen voorzien in 2025. Die compensatie ondersteunt de OCMW’s rechtstreeks om de instroom op te vangen. Daarnaast zal ze ook de OCMW’s die inzetten op zowel begeleiding als duurzame tewerkstelling belonen. Er zijn dus verschillende criteria op basis waarvan de compensatie zal worden bepaald.
Ik wil ook een structureel probleem aankaarten. Onder andere de heer Ronse had het daarover. Het gaat om het groeiend aantal dossiers waarin OCMW’s moeten tussenkomen omdat andere uitkeringen – dan denk ik bijvoorbeeld aan werkloosheids- of ziekte-uitkeringen – te laat worden uitbetaald. Dat is onaanvaardbaar. OCMW’s mogen geen vangnet worden voor de vertragingen elders in het systeem. Die vertragingen zorgen enkel voor extra werklast, vandaar dat ik samen met minister Vandenbroucke en minister Clarinval bekijk hoe we dat kunnen opvangen.
Ik begrijp dat mensen ongeduldig worden en dat er speculaties ontstaan, maar ik wil oproepen tot rust. Een regeling is onderweg. We zullen alle betrokkenen tijdig en correct informeren.
Katja Gabriëls:
Mevrouw de minister, dat is iets minder straffe taal. U spreekt over een doelgerichte compensatie, maar dat is uiteraard geen volledige compensatie. U kunt natuurlijk niet dezelfde goednieuwsshow brengen als gisteren, want u moet dan opnieuw op zoek naar 600 miljoen euro extra in de begroting. Deze maatregel zal Arizona 2 miljard euro opleveren, maar daardoor stuurt u een factuur van 600 miljoen euro naar de lokale besturen. Il faut le faire . Alle gemeenten zijn bezig met de meerjarenplanning en we proberen ook lokaal ernstig werk te leveren. Ik spreek hier namens alle burgemeesters, schepenen en OCMW-voorzitters. Het is uw taak om zo vlug mogelijk duidelijkheid te scheppen. De heer Ronse vergeleek de OCMW’s en lokale besturen met een warm bad. Wel, ik kan u zeggen dat uw aanpak voor de OCMW’s vooral een koude douche zal worden.
Voorzitter:
Daarmee besluiten het Vragenuurtje voor vandaag.
Voorstellen en Ontwerpen
Deze vergadering bevatte geen voorstellen.
Stemmingen
Stemmingen niet gelinkt aan een voorstel/ontwerp.
Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van mevrouw Britt Huybrechts over 'de Belgische reactie op de afbraak van de beginselen van een gezonde democratie in Duitsland'.
ja (108) nee (32) onthouding (1)
Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van: - de heer Staf Aerts over 'de samenwerking van de NMBS met een bedrijf dat actief is in de illegale Israëlische nederzettingen'.
ja (79) nee (63) onthouding (0)
Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van: - mevrouw Irina De Knop over 'de ontwerpkaderwet van de minister van Volksgezondheid'.
ja (79) nee (63) onthouding (0)
Geheel van het wetsontwerp houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2025, zoals geamendeerd tijdens de plenaire vergadering van 19 juni 2025. (854/47)
ja (79) nee (63) onthouding (0)
Wetsontwerp houdende instemming met het Samenwerkingsakkoord van 4 april 2024 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest tot wijziging van het Samenwerkingsakkoord van 2 september 2013 tussen de Federale Staat, het Vlaamse Gewest, het Waalse Gewest en het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest betreffende het opnemen van luchtvaartactiviteiten in de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap overeenkomstig Richtlijn 2008/101/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 tot wijziging van Richtlijn 2003/87/EG teneinde ook luchtvaartactiviteiten op te nemen in de regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap. (768/1-3)
ja (106) nee (18) onthouding (11)