meeting-plenary
De toekomst van de partijdotaties na de afschaffing van de Senaat Mijnheer de eerste minister, de perceptie leeft, en is u bekend, dat u institutioneel geen deuk in een pakje boter kunt slaan. Ik begrijp dat u een trofee nodig had en die trofee was de afschaffing van de Senaat. Vorige maand is daarover een akkoord bereikt binnen het kernkabinet. De details die daarover naar buiten zijn gekomen, zijn echter ronduit verbijsterend. Los van het feit dat het leven van de Senaat nog wordt verlengd tot aan de verkiezingen van 2029, zou die afschaffing nauwelijks besparingen opleveren. Hallucinant is vooral dat de 10,5 miljoen euro aan dotaties, verdeeld over de politieke partijen die ook in de Senaat vertegenwoordigd zijn, zouden blijven bestaan. Hetzelfde geldt zelfs voor de 15,2 miljoen euro aan toelagen die de partijen dankzij de Senaat ontvangen voor werkingskosten en politiek personeel, terwijl die werkingskosten en personeel er na de afschaffing van de Senaat uiteraard niet meer zullen zijn. Mijnheer de eerste minister, klopt het dat er binnen de regering overeenstemming is bereikt om de aan het bestaan van de Senaat gekoppelde partijdotaties en toelagen voor politiek personeel en werkingskosten te laten voortbestaan na de afschaffing van de Senaat? Zo ja, welke meerwaarde heeft volgens u die zogenaamde afschaffing dan nog? Biedt het binnen het kernkabinet bereikte akkoord over de afschaffing van de Senaat nog ruimte om de partijen alsnog de genoemde financiële voordelen te ontnemen, met het oog op het verkrijgen van de steun van de oppositie voor de afschaffing van de Senaat? Mijnheer Somers. ik denk dat we het erover eens zijn dat de Senaat vandaag geen enkele nuttige functie meer vervult. Ik zal persoonlijk de laatste zijn om het nut van tuintherapie voor mensen met een zorgnood in twijfel te trekken, maar een resolutie over de erkenning van tuintherapie als legitieme praktijk binnen het gezondheidsbeleid beschouw ik als onvoldoende om er een parlement voor open te houden. De resolutie in kwestie werd ingediend door de collega's van de PS op 13 juni. Mijnheer Dermagne, ik heb een grote tuin. Er is heel veel werk in, dus als u behoefte hebt aan therapie: soyez le bienvenu . Mijn vrouw zal tevreden zijn als u het gras komt maaien. Ik viseer u niet persoonlijk, maar het voorbeeld illustreert dat de Senaat na de zesde staatshervorming een reflectiekamer is geworden zonder reële impact. De afschaffing van de Senaat is opgenomen in het regeerakkoord en we hebben inderdaad een politiek akkoord bereikt om die afschaffing gestalte te geven via verschillende modaliteiten. De belangrijkste voorwaarde daarbij is dat de Senaat niet opnieuw als een feniks uit haar as zal verrijzen. Dat is immers al een paar keer gebeurd. Wat het financieel plaatje betreft voor de partijen, u weet dat we besloten hebben om de partijdotaties niet te indexeren. Dat hebben we gedaan; dat kunnen we zelf. Dat leidt tegen 2029 tot een gecumuleerde besparing van 7 miljoen euro op de partijen. We hebben ook een knip doorgevoerd op de kabinetskredieten, meer bepaald een vermindering van 30 %. Wat de parlementaire pensioenen betreft, ik weet niet wat hier voorafgaand aan de vergadering precies gebeurd is, maar het is de bedoeling dat die de pensioenhervorming zullen volgen. Dat is ook een besparing. Voorts worden de uittredingsvergoedingen gekort, komt er een tragere indexatie van onze lonen en een loonvermindering van 8 % voor de ministers. Het klopt dus niet dat deze regering niet wil besparen op de politiek. Wat de Senaat betreft, u weet dat we ook de steun van de oppositie nodig hebben. Ik verwacht dan ook een debat om die steun te verwerven wanneer het ontwerp wordt ingediend. Iedereen zal daarbij zijn voorwaarden kenbaar maken om tot de afschaffing te komen. Mijnheer de eerste minister, de manier waarop u de Senaat wilt afschaffen, is boerenbedrog. De Senaat zal nog kunstmatig in leven worden gehouden tot 2029. Het manna dat aan de Senaat is verbonden voor de politieke partijen, blijft ook na de afschaffing ervan bestaan. Dat hebt u zonet min of meer bevestigd. De deelstaten zullen bovendien niets meer te zeggen hebben over de bevoegdheidsverdeling tussen de federale staat en de deelstaten. Volgens het verkiezingsprogramma van de N-VA moest het federale Parlement worden vervangen door een confederale Kamer die zou worden bemand door deelstaatsparlementsleden. In plaats daarvan keren wij terug naar het unitaire België, en dat met een nominale Vlaams-nationalist aan het hoofd van de regering. Mijnheer De Wever, wanneer krijgen wij eindelijk meer Vlaanderen en minder België? Hoelang zult u het Vlaamse geduld nog op de proef stellen? Quo usque tandem abutere, Textor, patientia Flandrensis? Het uitblijven van Belgische steun voor sancties tegen Israël De onenigheid in de regering over eventuele sancties tegen Israël Mijnheer de eerste minister, elke dag sterven in Gaza 100 Palestijnen door Israëlisch geweld. Daarbovenop sterven elke dag opnieuw nog eens 300 Palestijnen door gebrek aan water, voedsel en medicijnen. Kinderen lijden honger, slapen in tenten, en zelfs die tenten worden gebombardeerd. Wie naar een voedselbedeling gaat, riskeert zijn leven. Er zijn al verschillende mensen doodgeschoten op weg naar een voedselbedeling. De Israëlische ministers zijn dan weer heel duidelijk over hun bedoelingen: zij zeggen letterlijk dat de Palestijnen moeten verdwijnen. Collega’s, het is overduidelijk dat daar een genocide aan de gang is. Handel blijven drijven met een land dat een genocide pleegt, maakt België medeplichtig. De Europese Unie kwam een paar dagen geleden bijeen, maar geraakte niet verder dan een toezegging om Israël in het oog te houden. Terwijl er dagelijks 100 mensen sterven door Israëlisch geweld, geraken wij niet verder dan Israël in het oog houden, geen sancties, geen actie. Mijnheer de eerste minister De Wever, dat is mede uw verantwoordelijkheid. Gisteren vernamen we van minister Prévot dat er binnen de Belgische regering geen akkoord was om te pleiten voor een opschorting van het handelsakkoord. De Belgische regering gaf geen steun voor acties, oefende geen druk uit, trok geen rode lijnen. Nochtans zegt 70 % van de Belgen achter economische sancties tegen Israël te staan. Er bestaat zelfs een parlementaire meerderheid voor die sancties. Luister dus alstublieft naar dit Parlement. Luister naar de heer Seuntjens en mevrouw Lambrecht. Luister naar mijnheer Mahdi en mevrouw Van Hoof. Luister naar de heer Lutgen. Luister ook naar mevrouw Van Peel, uw eigen voorzitter, die in Humo verklaarde dat de N-VA geen sancties blokkeert en dat ze desnoods ontslag neemt. . Mijnheer de eerste minister, uw daden spreken haar tegen. Minister Prévot mocht van de regering immers niet pleiten voor sancties. Quelle honte! Quelle complicité! Et vous en souriez? Vous en rigolez? Je parle de ce qu'il se passe à Gaza. Cela fait 21 mois qu'on regarde un génocide en direct, et cela vous fait rire! Vous devriez avoir honte. Cela fait des mois que nous demandons des mesures contre Israël et que vous nous répondez qu'il faut voir au niveau européen. Avant-hier, les ministres européens des Affaires étrangères étaient ensemble, et ils devaient parler de la suspension de l'accord commercial d'association entre Israël et l'Union européenne. Le ministre belge n'a même pas demandé de suspendre cet accord! Vous m'entendez bien. Il ne s'agit même pas de sanctions, mais de ne plus donner un accès privilégié aux produits israéliens ici en Europe. Vous devriez tous avoir honte de cette complicité. Mais heureusement, dans ce pays, il n'y a pas que ce gouvernement de la honte, il y a aussi des citoyens et des associations. Ils ont été voir un juge pour demander que l'embargo s'applique concernant un container avec du matériel militaire qui devait aller en Israël, et le juge leur a donné raison. C'est une victoire. Vous êtes le camp de la honte, et eux le camp de la fierté. Nous sommes le camp de la fierté. Cette victoire nous donne de l'espoir. Elle donne de l'espoir au peuple palestinien. Monsieur le premier ministre, allez-vous appliquer un embargo contre le transit du matériel militaire vers Israël? Allez-vous enfin prendre des sanctions et des mesures contre Israël ou bien assumez-vous aujourd'hui votre complicité? Als regering leggen we de focus op de humanitaire situatie op het terrein. De regering vindt eensgezind dat het menselijk lijden op zo kort mogelijke termijn moet stoppen. Het geweld heeft al veel te lang geduurd. Daarover zijn we het allen eens. Sinds het aantreden van de regering dragen we dat standpunt ook uit op het Europese toneel. De voortrekkersrol vanuit het Europese niveau staat in het regeerakkoord beschreven. Europa is de enige weg om een duidelijk signaal te kunnen laten weerklinken en ervoor te zorgen dat er op het terrein verandering kan komen. In die zin hebben we voorzichtig hoopgevende signalen ontvangen over de dialoog die de Europese Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken, Kaja Kallas, is aangegaan met de Israëlische regering om die humanitaire situatie effectief te verbeteren. Onze regering pleit er wel voor om de druk Europees hoog te houden opdat die humanitaire hulp toegankelijk en veilig kan worden georganiseerd. Dat zullen we van nabij opvolgen. Als het tegenovergestelde zou blijken, dan sluit de regering verdere maatregelen of sancties niet uit. Dat zijn we overeengekomen, in tegenstelling tot wat hier wordt beweerd. Voor ons moet het humanitaire leed onmiddellijk stoppen. Mijnheer de premier, u sluit toekomstige sancties niet uit. Intussen zijn er al 65.000 mensen gestorven, maar nog neemt de regering geen sancties. Ongelooflijk, het is een schande! Al had ik het wel verwacht, collega’s. Het is aan ons als Parlement om te beslissen wat de regering moet uitvoeren. Wij nemen die beslissing. In eer en geweten kunnen wij die beslissing nemen. Ik heb de afgelopen dagen en weken goed geluisterd naar mensen van Vooruit, Les Engagés en cd&v en het lijkt me dat een meerderheid in dit Parlement sancties tegen Israël wil. Zelfs binnen de N-VA bestaat er twijfel. Ik kan echt oprecht niet geloven dat de collega’s van de N-VA werkelijk allemaal net als collega Freilich geloven dat het om een rechtvaardige oorlog gaat. Ik kan niet geloven dat u dat allemaal denkt. Ik kan evenmin geloven dat iedereen van de MR de pro-Israëllijn van de heer Bouchez volgt. Collega’s, denk goed na, want binnen vijf jaar zult u hierop worden aangesproken en niemand zal dan kunnen zeggen: "We wisten het niet." Die genocide voltrekt zich onder onze ogen. "Wij sluiten eventuele verdere sancties niet uit als het nog erger wordt." Mijnheer de premier, meent u nu echt wat u zegt? Wat een schande! Wat denken jullie daar allemaal van? Gaan jullie daarmee akkoord? Gaan jullie akkoord met wat minister Prévot heeft gedaan op Europees niveau? Hij heeft niet eens gevraagd om de opschorting van het associatieverdrag. Wordt artikel 2 dan niet geschonden misschien? U bent allemaal medeplichtig als u niets doet. Gelukkig hebben vier verenigingen een klacht ingediend en hebben ze ervoor gezorgd dat het schip dat in Antwerpen geblokkeerd is niet naar Israël mag vertrekken. Er mogen geen wapens uitgevoerd worden. Ook daarover heeft de premier zich niet uitgesproken. Wij zullen blijven pleiten voor een embargo. Als u nog in de spiegel wilt kunnen kijken, neem dan maatregelen. Het zomerakkoord Het zomerakkoord Het zomerakkoord 2025 van de regering Het zomerakkoord Het eventuele zomerakkoord Mijnheer de eerste minister, we maken de finale van het zomerakkoord mee. Het is D-day voor twee hervormingen die wij vanuit de oppositie steunen, namelijk de beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd en de pensioenhervorming. Ik wil u er vandaag aan herinneren dat u de politieke prijs daarvoor al hebt betaald. U hebt ministerraad na ministerraad taks na taks na taks moeten invoeren, met als summum de enige belasting die in dit land nog niet bestond, de meerwaardebelasting, ingevoerd ten koste van de middenklasse. Ik maak mij daar zorgen over, mijnheer de eerste minister, want ik lees dat Vooruit en cd&v op één lijn zitten, de lijn van meer belastingen en meer uitzonderingen. De vraag is dan ook heel simpel, mijnheer de eerste minister. Kunt u ons geruststellen? Kunt u ons geruststellen dat u werken meer zult laten lonen? Kunt u ons geruststellen dat de defensietaks er niet komt? Kunt u ons geruststellen dat het idee van staatsgeneeskunde naar de prullenmand wordt verwezen? Kunt u ons geruststellen dat u eindelijk zult stoppen met taksen, taksen en nog eens taksen? Mijnheer de eerste minister, u hebt beloofd dat de kleine man, de meeste Vlamingen, uw beleid niet zouden voelen. Stel ons alsjeblieft gerust. Mijnheer de eerste minister, u onderhandelt over een zomerakkoord, maar ik stel mij toch wel vragen over de timing daarvan. Het is in België de gewoonte geworden dat al die antisociale wetten erdoor worden gejaagd als de mensen met vakantie zijn. Dat is echt typisch de gang van zaken in ons land. Het is zelfs nog erger, want wanneer zal men tot de afronding van dat akkoord komen? Enkele uren na het sluiten van het Parlement? Het is duidelijk dat er in het Parlement geen vragen meer mogen worden gesteld over het akkoord, waarover vannacht nog zal worden onderhandeld. Dat is gewoon totaal ondemocratisch. Men heeft dit expres zo gedaan, collega's. Is dat niet erg? Ja, dat is erg. Waarom gaat men zo te werk? Omdat dit akkoord zo onevenwichtig is. We wisten vorige week al dat de superrijken niet aan de meerwaardebelasting zouden bijdragen. Wat ligt er dan op de tafel? Dat het volk zal moeten betalen. Wat weten we? Vandaag gaan we stemmen over een uitgestelde indexering van twee maanden op de pensioenen, wat neerkomt op een verlies van 70 euro bij elke indexaanpassing. We weten dat vandaag de regeling voor het nachtwerk goedgekeurd zal worden, waarna de nachtpremies weggenomen zullen worden van de werkende klasse tussen 20 uur en middernacht. Zal daarover niet onderhandeld worden? Nee, natuurlijk niet. Allemaal aanvallen. We weten dat de heer Jambon de pensioenmalus vandaag nog erger wil maken. Dit wil zeggen, beste collega's, dat een vrouw van 62 jaar die gedurende haar carrière 43 jaar deeltijds gewerkt heeft, 10 % minder pensioen zal krijgen. Dat wisten we al. Wat Jambon nu wil, is dat het 20 % minder wordt. 328 euro minder voor die gepensioneerde vrouw. Een schande! Een schande! En dat maakt dit akkoord zo onevenwichtig. Zo antisociaal. De superrijken zullen niets moeten betalen, maar de werkende klasse, de gepensioneerden, de werklozen zullen moeten betalen. Mijnheer de eerste minister, kan dat nog rechtgetrokken worden deze nacht? Of gaat u door met uw koel antisociaal beleid? Monsieur le premier ministre, encore quelques heures de réunion, quelques heures d'efforts et normalement vous aurez bouclé votre accord d'été, ce qui vous permettra de réaliser ce que je sais être l'un de vos plus vieux rêves: pouvoir célébrer la fête nationale comme premier ministre du Royaume de Belgique. Et ce, 195 ans après que les fondateurs de ce pays ont bouté hors de nos contrées les troupes néerlandaises du roi Guillaume I er d'Orange-Nassau. Qui l'eût cru? Vous êtes tellement attaché à ce pays – je parle de la Belgique évidemment – que vous avez décidé d'en conserver la pire des traditions, le grand accord pêle-mêle où on empile les dossiers sensibles, éparpillés qui doivent tous aboutir en même temps. Et vous allez emballer pêle-mêle la taxation des plus-values qui doit punir ceux qui investissent, la réforme des soins de santé qui va punir les médecins et les soignants, la fusion des zones de police qui va punir les Bruxellois, l'achat des F-35 qui va accroître notre dépendance technologique vis-à-vis des États-Unis et vous réussissez même à ajouter des dossiers aussi essentiels que le Plan national Énergie-Climat ou même, a-t-on lu, les visites domiciliaires. Le tout, emballé en cette période très particulière juste après la fin de la session parlementaire et juste avant que la moitié du pays parte en vacances. Alors, indépendamment des dossiers de fond, monsieur le premier ministre, cette manière de procéder pose problème. Est-il normal – vous n'êtes pas le premier à le faire – qu'on se retrouve à boucler un paquet de réformes à ce point importantes dans ce timing qui vous permet de tabler à la fois sur les vacances parlementaires et les vacances des citoyens? Est-ce une saine manière de travailler? Et puis, voici une question plus concrète. Théoriquement, vous sortez à l'instant d'un kern convoqué à midi, qui est supposé avoir entériné l'accord sur la dotation complémentaire des CPAS, censée permettre que les effets dévastateurs de la réforme du chômage et de l'emploi de M. Clarinval puissent être compensés. Pouvez-vous au moins maintenant nous dire s'il y a un accord pour financer pour plus de 234 millions les CPAS de ce pays? Je vous remercie pour votre réponse claire et nette sur ce point. Mijnheer de eerste minister, naar goede Belgische traditie blijven de regeringsonderhandelingen gewoon doorlopen. Dat resulteert altijd in nachtelijk gemarchandeer en slappe akkoorden, waarbij elke partij wel een trofeetje binnenhaalt, maar die fundamenteel niets veranderen. Dat de N-VA bij zulke onderhandelingen tegelijkertijd plat op de buik kan gaan en de broek kan afsteken, daarvan hebben we deze week al een staaltje gezien bij de Brusselse regeringsonderhandelingen. U wilt nog een aantal knopen doorhakken en de timing, midden in het mosselseizoen, is veelzeggend. Er is sprake van een compensatie voor de OCMW’s, die meer leeflonen zullen moeten bekostigen, aangezien de werkloosheidsuitkeringen in de tijd beperkt worden. Les Engagés zou de programmawet straks zelfs niet goedkeuren zonder die compensatie. Is dat punt al afgeklopt? Uiteraard moet werken lonen, maar de plannen voor de pensioenhervorming zijn hoogst asociaal. De huismoeders, huisvaders en mantelzorgers, mensen die een belangrijke sociale bijdrage leveren, zullen de dupe zijn. Dan is er nog de meerwaardebelasting. Gaat u werkelijk door met die draak van een zogenoemde Jambontaks, die vooral de Vlamingen treft, kleine beleggers discrimineert, superrijken ongemoeid laat en vanaf 2031 zelfs ook minwaarden belast? Hoe zit het met de technische opmerkingen die nog moesten worden uitgeklaard? Worden de banken en de accountants, ondanks hun geheimhoudingsplicht, ingezet als spionnen voor de fiscus, ja of nee? Als u vannacht of morgenochtend tot een zomerakkoord komt – het is reces – zult u dat dan, zoals het hoort, eerst in het Parlement bespreken of zult u zich beperken tot een eenzijdige toelichting via een persconferentie? Monsieur le premier ministre du Royaume de Belgique, dans quelques jours, nous serons le 21 juillet, qui est encore aujourd'hui le jour de la fête nationale dans ce pays. Pourtant, cette année, monsieur le premier ministre, mesdames et messieurs les parlementaires de la majorité, le cœur ne sera pas à la fête pour de nombreuses concitoyennes et de nombreux concitoyens belges. Cette année, ce qui sera au programme des festivités du 21 juillet – si tant est que vous mettiez un point final à ce prétendu accord d'été –, c'est un feu d'artifice de mesures brutales et injustes, un défilé d'attaques sur notre modèle social, et vous, monsieur le premier ministre, Bart 1 er en roi de la casse sociale. Quand nous voyons ce qui est sur la table du gouvernement, ce que nous entendons, les bruits de couloirs, ce que nous lisons dans la presse sur ce qui figure aujourd'hui sur la table de négociation et ce qui n'y figure plus, nous comprenons que les cœurs ne soient pas à la fête pour de nombreuses et de nombreux Belges. L'ambition affichée pendant la campagne d'augmenter le pouvoir d'achat des Belges est partie en fumée. Les 500 euros supplémentaires promis aux travailleuses, aux travailleurs et à la classe moyenne ont également fondu comme neige au soleil. Avec les achats compulsifs de votre ministre de la Défense, les familles de ce pays n'auront pas 500 euros en plus, mais bien 500 euros en moins par mois. Que dire encore des enseignants qui vont voir leur pension diminuer? Que dire des travailleurs de nuit qui vont perdre leurs primes? Puis, bouquet final, cerise sur le gâteau – pour être bien certain de gâcher l'été des Belges –, nous apprenons qu'un malus pension pourra faire perdre jusqu'à un quart du montant de la pension pour des milliers de travailleurs, que de très nombreux médicaments vont voir leur prix quadrupler, etc. Monsieur le premier ministre, il est encore temps d'arrêter la machine. Il est encore temps d'entendre la rue, d'entendre les Belges. Allez-vous donc revoir votre (...) Het klopt dat we op het moment in de regering werken om nog vóór het zomerreces een aantal belangrijke hervormingen in eerste lezing af te kloppen. Als dat lukt, gaan we naar de grootste sociaal-economische hervorming in dit land van deze eeuw. U zult begrip hebben voor het feit, of net geen begrip, n' importe ¸ dat ik in de context van de lopende onderhandelingen geen grote uitspraken kan doen over wat er op tafel ligt. Ik zal er ook geen kleine uitspraken over doen. Ik zal er helemaal niets over zeggen. Er is hier veel onzin verteld vanop de kansel: aan de ene kant ging het over taksen, taksen, taksen en aan de andere kant noemde men het beleid koel en neoliberaal. Beide kunnen niet waar zijn, dat beseft u zelf ook wel. Het is het een of het ander en waarschijnlijk geen van beide. Wie het regeerakkoord heeft gelezen, weet ongeveer waaraan hij of zij zich mag verwachten. Het gaat om noodzakelijke maatregelen waarmee we, ten eerste, de vergrijzingsfactuur kunnen verlichten, die als een strop rond de hals van dit land hangt. De Studiecommissie voor de Vergrijzing was wat dat betreft bemoedigend over de geplande maatregelen. We zullen de vergrijzingsfactuur op lange termijn eindelijk onder controle krijgen. Dat gebeurt veel te laat, maar beter laat dan nooit. Ten tweede zullen we deze legislatuur de belastingen verlagen voor wie werkt, mijnheer Coenegrachts, en zeker voor wie dat doet aan een laag of gemiddeld loon. Er zullen dus net minder taksen zijn. Ten derde maken we onze economie aantrekkelijker via een verlaging van de loonlasten en via competitieve versoepelingen op onze arbeidsmarkt. Ten vierde verbeteren we eveneens onze veiligheidssituatie en verstrengen we ons asiel- en migratiebeleid. Dat is waaraan u zich mag verwachten, als we de nacht doorkomen. Van mij mag het ook vanavond al gebeuren, niet, collega-ministers? Het zal wel voor vannacht of morgenvroeg zijn; we zullen zien. Zoals steeds zult u, het Parlement, de maatregelen uitgebreid kunnen bespreken, als de regering met wetsontwerpen komt. Si nous aboutissons tout à l'heure ou, probablement, plutôt demain, ce sera déjà le deuxième grand accord conclu par le gouvernement au cours de ses six premiers mois au pouvoir. Comme vous le savez, un accord de Pâques sur le budget 2025 a déjà été conclu voici trois mois. L'essentiel de celui-ci, la loi-programme, sera voté tout à l'heure, malgré de nombreuses manœuvres regrettables. Cela signifie, entre autres, que les allocations de chômage pourront ainsi enfin être limitées dans le temps; ensuite, que la TVA sur la démolition et la reconstruction pourra également être réduite et, enfin, que la nationalité ne pourra plus être accessible à bas prix. Je pense que ce sont des réformes à saluer une par une. Poursuivons donc notre travail dans l'intérêt de tous nos concitoyens. Mijnheer de premier, u hebt gezegd dat u veel onzinnige zaken over taksen hebt gehoord. Ik ben het met u eens, die taksen zijn inderdaad onzinnig, maar ze zijn wel bittere realiteit voor de degenen die ze betalen. Uw meerwaardebelasting, uw carried interest tax , die worden wel betaald door bedrijven en door echte mensen. Ik was ongerust en u hebt mij niet kunnen geruststellen. Over lastenverlagingen heb ik weinig gehoord. Ik weet wat het regeerakkoord belooft: misschien op het einde van de rit, ergens in de verre toekomst wordt een beetje van de belastingverhogingen tenietgedaan. Wij willen die nú al zien, we willen die deze maand al zien, want de economie heeft echt zuurstof nodig. Mijnheer de premier, recht uw rug, stap naar de regeringstafel en kies de kant tegen de taksen, taksen, taksen en voor de mensen die sparen, die werken en die ondernemen. Monsieur le premier ministre, vous nous confirmez donc que ce gouvernement, comme tous les gouvernements de ces dernières années, profite des vacances pour vite faire passer un ensemble de mesures antisociales. C'est profondément antidémocratique. Vous profitez du fait que les gens ne sont pas là pour faire passer tout cela. Vous profitez du fait que ce Parlement va fermer. C'est foncièrement antidémocratique. Les gens le disent souvent. (…) : (…) C'est la vérité! Vous n'aimez pas entendre cela. Ten tweede, mijnheer de eerste minister, hebt u het rapport van de Vergrijzingscommissie gelezen? Daarin staat duidelijk dat de pensioenmalus vijftig procent van de vrouwen zal treffen. De N-VA ontkent, maar het staat zwart op wit in het rapport. Leden van cd&v, Vooruit en Les Engagés, hoe durft u? Cinquante pour cent des femmes seront touchées par ce malus pension, et vous laissez faire. Het is een onevenwichtig, antisociaal akkoord en daarom zullen we op 14 oktober (…) Mijnheer Hedebouw, de uitleg werd net buiten de micro gezegd, maar ik meen dat de datum hier al eerder vernoemd is. De trouwe luisteraars kennen die al. Monsieur le premier ministre, merci pour vos réponses. Je comprends que vous soyez en pleine négociation mais je pense qu'on était en droit d'attendre un peu plus. Vous vous êtes contenté de réciter l'accord de gouvernement – que nous commençons tous à connaître. Je suis surpris que vous ne puissiez même pas nous répondre sur la compensation octroyée aux CPAS parce qu'à cette heure-ci, cela devrait déjà être réglé – même si on a bien entendu les doutes exprimés par le ministre du Budget. Cela ne me surprend pas car ce dossier, c'est un peu votre mauvaise conscience! Si la politique de l'Arizona sur la réforme du chômage fonctionnait, il ne serait dès lors pas nécessaire de refinancer les CPAS puisque tout le monde retrouverait un emploi. Mais vous savez que ce ne sera pas le cas! Ce qui sera intéressant à observer, c'est que plus vous craignez que cette réforme ne fonctionne pas et crée des exclus, plus vous aurez besoin de refinancer les CPAS. Nous saurons donc bientôt, lorsque le vrai montant sera dévoilé, à quel point vous estimez réellement vos chances de réussite. Nous, nous savons que cette réforme produira surtout des exclus et pas assez de travailleurs. Mijnheer de eerste minister, voor de verkiezingen beweerde u steevast dat er in ons land geen federale regering meer kon worden gevormd die onze welvaart kan redden. U zei toen letterlijk: "Ik geloof niet meer in federale hervormingen. Wij doen daar niet meer aan mee." Vandaag kijkt u uit naar 21 juli en doet u exact het tegenovergestelde. U zult begrijpen dat ik, en velen met mij, daar niet in geloof en er ook niet aan meedoe. Uw pensioenhervorming is asociaal. Ze treft mantelzorgers en huismoeders, terwijl de pensioenen binnen Vlaanderen nochtans perfect betaalbaar zijn. Dat kan zonder Jambontaks en andere belastingverhogingen. Wat in uw zomerakkoord, en eigenlijk al in uw regeerakkoord, had moeten staan, is fiscale autonomie en de regionalisering van het arbeidsmarktbeleid. Met wat u vandaag doet, beperkt u zich tot gebroddel in de marge. U weet dat, en dat is misschien nog het meest verwerpelijke. Monsieur le premier ministre, vous avez confirmé mon impression et ma crainte que ce 21 juillet ne soit pas la fête nationale pour la Belgique et pour les Belges. Ce ne sera pas en raison de la météo. Je ne sais pas quel temps il fera. Je ne sais s’il va pleuvoir. Je ne sais pas si nous aurons cette fameuse drache nationale. En tout cas, ce qui est certain, c’est que nous aurons une drache sociale, qui va s’abattre sur des millions de Belges. Votre gouvernement des droites, avec vos complices du MR et des Engagés, organise un défilé de mesures injustes et contraires aux intérêts des travailleurs. Avec votre réforme fiscale, personne n’aura les 500 euros nets en plus par mois promis pendant la campagne. Avec votre réforme des pensions, ce seront des centaines d’euros en moins et des années de travail en plus pour toute une série de travailleurs et de travailleuses. Avec votre réforme du marché du travail, ce seront des primes de nuit qui s’envolent, des préavis rabotés ou des jours de congé supprimés. Avec votre taxe sur la maladie, ce seront des millions de Belges qui devront payer jusqu’à quatre fois plus (…) De verontrustende gevolgen van de herziening van het GLB voor onze familiale landbouw Monsieur le ministre, il y a des décisions politiques qui marquent des tournants, et puis il y a des tournants qui ressemblent davantage à des abandons. Et ce sentiment d'abandon, c'est ce qu'éprouvent les agriculteurs après avoir entendu hier la Commission européenne, qui a dévoilé son projet de budget pour les années à venir. C'est un budget titanesque, plus de 2 milliards d'euros. Mais pour quel cap? Pour bâtir un projet industriel ambitieux, mais qui relègue l'agriculture à l'arrière-plan. Alors comment? On veut diminuer de 20 % l'enveloppe du premier pilier, qui concerne directement les revenus des agriculteurs. En plus, elle va devoir servir à couvrir d'autres politiques. Le deuxième pilier, qui a pour objectif de favoriser l'innovation et la vitalité des zones rurales, disparaît complètement. L'agriculture plus durable n'est plus une priorité. Vive l'agriculture industrielle finalement, au détriment de notre agriculture familiale. Est-ce vraiment ce que l'on veut? Troisièmement, les aides seront réparties selon une volonté nationale. Donc, ce sont les États qui vont se faire concurrence. En plus, ils pourront subsidier leur agriculture, sans qu'il y ait de plafond. Monsieur le ministre, comment comptez-vous défendre une augmentation de l'enveloppe agricole dans la négociation sur le budget? Comment notre pays va-t-il arbitrer entre les priorités agricoles et de cohésion dans la répartition des fonds? Les nouvelles règles vont imposer des cofinancements nationaux. La Belgique aura-t-elle les moyens de suivre? On connaît l'état de ses finances. Comment éviter que les politiques sociales et environnementales ne soient les variables d'ajustement d'un budget réduit? Monsieur le ministre, on ne peut pas tourner le dos à nos agriculteurs. (…) Madame la députée, je dois bien avouer que je partage votre analyse et vos craintes. En effet, la Commission européenne a présenté hier soir sa proposition de cadre financier pluriannuel 2028-2034. Il s'agit d'un ensemble de documents volumineux que nous sommes encore en train d'examiner dans le détail. Cela dit, une première lecture transversale suscite déjà de vives inquiétudes de notre part. Ces textes ne correspondent pas à la position défendue par la Belgique, qui a été adoptée en DGE (Direction générale Affaires européennes et Coordination) et que j'ai eu l'occasion de rappeler lors du Conseil Agriculture et Pêche du 24 mars dernier. La position belge est que le futur cadre financier doit garantir un budget PAC spécifique, indépendant, intégré et fort, structuré en deux piliers solides. Sur le plan des montants, il ne peut pas diminuer proportionnellement. Or, dans la proposition actuelle, trois aspects m'inquiètent: la perte d'une ligne budgétaire distincte pour la PAC au profit d'une globalisation avec d'autres programmes européens pour former un méga-fonds unique incluant les fonds de cohésion et de développement rural; le risque de transfert entre enveloppes au détriment du secteur agricole; l'introduction d'objectifs climatiques et du principe "Do No Significant Harm" (DNSH) sans concertation suffisante, alors que ceux-ci doivent rester proportionnés et adaptés aux réalités de terrain. Je m'en ferai le relais auprès de mes collègues des Finances et du Budget compétents pour ces négociations qui doivent, je le rappelle, aboutir fin 2027. Par conséquent, il nous reste encore un peu de temps, mais il nous est impératif d'agir dès à présent. La PAC ne peut pas devenir une variable d'ajustement budgétaire ou environnemental. Elle doit rester un programme stratégique, à part entière, au service de nos agriculteurs, de notre souveraineté alimentaire et doit, bien évidemment, bénéficier d'un soutien financier suffisant. Je serai extrêmement vigilant dans la suite de ces négociations. Vous pouvez compter sur moi. Monsieur le ministre, merci pour vos réponses. J'entends que vous partagez notre inquiétude, et cela ne me rassure pas. Face aux crises géopolitiques, à la guerre en Ukraine, aux tarifs annoncés par Donald Trump, au dumping chinois, l'Union européenne ne peut pas rester silencieuse, s'effacer ou se fragmenter. Et ce n'est certainement pas en détricotant la politique agricole commune que nous relèverons les défis qui se dressent devant nous. Vous dites que vous serez très attentif, et je l'espère. Il n'est pas trop tard pour corriger le tir; il nous reste encore quelques mois. C'est votre responsabilité, et celle du gouvernement, de défendre une vision de la PAC ambitieuse, équitable et durable. Parce que la politique ne peut pas oublier la terre. Et surtout, elle ne peut pas oublier celles et ceux qui la travaillent. De obstakels voor het opnemen van palliatief verlof De obstakels voor het opnemen van palliatief verlof Mijnheer de minister, afgelopen week getuigde Stéphanie in de krant: "Ik moest spaargeld gebruiken om voor moeder te zorgen". Ze heeft palliatief verlof genomen om voor haar ongeneeslijke moeder te zorgen; ze zette haar leven on hold om de laatste weken samen door te brengen. Dat moest ze eenwel betalen, letterlijk. Ze kreeg een uitkering van ongeveer 750 euro, terwijl haar huishuur 850 euro bedraagt. Ze moest haar eigen spaargeld en de reserves van haar moeder aanspreken. Naast het verdriet en de pijn van het afscheid was er ook de stress over het geld. Stéphanie is niet alleen. Het Netwerk Palliatieve Zorg ziet het maar al te vaak: alsmaar meer mantelzorgers moeten zich ziek melden, niet omdat ze ziek zijn, maar gewoon om financieel te overleven. Er zijn nog drempels. Palliatief verlof neemt men op voor één maand, terwijl palliatieve zorg onvoorspelbaar is. Soms is er een snelle achteruitgang, maar soms niet. Wie het wil, zou het palliatief verlof in weken moeten kunnen opnemen, per één week of per twee weken. Maar de wetgeving laat hun dat nu niet toe. Mijnheer de minister, het is echt onmenselijk. Hoe is het in hemelsnaam mogelijk dat mensen die op zulke momenten voor hun dierbaren willen zorgen, zo in de problemen komen? Het systeem faalt, net op het moeilijkste moment in een mensenleven. Ik heb dan ook maar één eenvoudige vraag: wat zult u hieraan doen? Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, welke maatschappij willen wij? Willen wij een maatschappij waarin iemand die tijdelijk zorg draagt voor een ongeneeslijk ziek familielid, zoals een partner, een kind of een ouder, in de problemen komt? Niet met cd&v! Stéphanie, een vrouw van 38 jaar, kwam wel in de problemen. Met de uitkering die zij voor het palliatief verlof kreeg, kon zij zelfs haar huishuur niet betalen. Bovendien geraakte zij verstrikt in een mallemolen van administratie. Zij voelde zich allesbehalve gesteund. Dat is schrijnend. De uitkering is zo laag dat heel wat mantelzorgers niet anders kunnen dan naar de dokter te gaan om een ziektebriefje te vragen, anders komen zij niet rond. Bovendien is er zoveel papierwerk en duurt het lang eer men antwoord krijgt op zijn aanvraag, net op een moment dat de aanvrager eigenlijk daarvoor geen tijd heeft. Sommige werkgevers geven hun werknemers zelfs de raad om bij de dokter een ziektebriefje te halen. Dat is natuurlijk niet de bedoeling. Meer nog, heel wat mantelzorgers voelen zich ook schuldig, want ze zijn niet ziek en willen enkel voor hun zieke moeder of ziek kind zorgen. Voor cd&v moet zorgverlof altijd gemakkelijk en flexibel opneembaar zijn, bijvoorbeeld ook in periodes van weken, omdat het niet altijd nodig is om een volledige maand op te nemen. Een dergelijk voorstel ligt op tafel. Wij hebben dat afgelopen dinsdag 15 juli 2025 nog in de commissie besproken. Cd&v heeft een wetsvoorstel om het mantelzorgverlof flexibeler te maken, om het in weken te kunnen opnemen en om de administratie te verminderen. Dat willen wij ook voor het palliatief verlof. Mijnheer de minister, bent u bereid om de aanvraagprocedure te vereenvoudigen, te zorgen voor meer flexibiliteit en de vergoeding te verhogen? Voor cd&v is het als gezinspartij duidelijk. Zorgen voor iemand anders kunnen wij alleen maar toejuichen. Dus moeten wij ook zorgen voor degene die zorgt. Beste collega’s, vooreerst wil ik mijn diepe medeleven betuigen aan iedereen die een dierbare in de terminale fase begeleidt. Werknemers worden inderdaad met moeilijkheden geconfronteerd wanneer ze palliatief verlof willen opnemen. Elke vorm van menselijke en financiële steun is van belang. In het regeerakkoord wordt het behoud van de thematische verloven bevestigd, uitdrukkelijk met inbegrip van het palliatief verlof. Het recht op palliatief verlof is voor veel werknemers essentieel en het is onze ambitie om dat volledig te behouden. In het kader van de administratieve vereenvoudiging van de thematische verloven zal bijzondere aandacht worden besteed aan een waardige vergoeding bij opname van palliatief verlof, zodat onaanvaardbare financiële verliezen voor de betrokken families worden vermeden. Dames, u kunt rekenen op mijn vastberadenheid in het dossier. Ik zal erop toezien dat het financiële aspect geen obstakel vormt voor de families die geconfronteerd worden met bijzonder moeilijke privésituaties. Mijnheer de minister, u erkent dat de zorg voor een stervend familielid nooit iemand ertoe mag nopen zich ziek te melden en dat de loopbaanonderbrekingsvergoeding moet volstaan om rond te komen. Dat stemt mij tevreden. Voor Vooruit is het duidelijk: mensen die zorg dragen voor hun partner, ouder of kind van wie het levenseinde nadert, moeten kunnen rekenen op een sterke overheid, die hen ondersteunt. Ik ben bezig met de voorbereiding van een wetsvoorstel dat voor een betere inkomensbescherming en administratieve vereenvoudiging moet zorgen en een flexibele opname van het palliatief verlof moet toelaten. Zorgen voor familieleden die aan het einde van hun leven zijn, doet men immers uit liefde, uit menselijkheid en uit respect voor hun laatste wensen. Wie zorg draagt voor anderen, zal altijd op Vooruit kunnen rekenen. Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord. Ik ben tevreden dat u het probleem erkent en verwijst naar het engagement van de regering in het regeerakkoord om werk te maken van een oplossing. Overigens vechten wij daar vanuit cd&v al heel lang voor, al meer dan 15 jaar. We hoeven zelfs geen wetsvoorstel meer te schrijven. Het is klaar en hopelijk zult u het steunen, mevrouw Vanrobaeys. We moeten het wel uitbreiden tot het palliatief verlof. Mijnheer de minister, laten we in september ervoor zorgen dat men het zorgverlof flexibel kan opnemen, bijvoorbeeld in weken, zonder administratieve rompslomp en met een betere vergoeding. Nu zijn mantelzorgers immers verplicht om bij de dokter een ziekteattest te vragen, terwijl ze dat eigenlijk niet willen. Wij pleiten er dus voor, mijnheer de minister, dat we zorg dragen voor wie zorgt. Zij mogen geen stress hebben door loonverlies en moeten zich niet bezighouden met allerlei administratieve rompslomp. Dat zijn zaken waar ze (…) De hervorming van het familiaal verlof Het familiaal verlof Monsieur le ministre, pendant les vacances, nous sommes dans l'insouciance et la liberté. Mais pour d'autres, pour des milliers de familles, en particulier pour des mamans, c'est aussi une période qui rime avec casse-tête et avec stress. La semaine dernière, vous nous expliquiez qu'être maman solo n'est pas un motif pour être au chômage toute sa vie, que ce serait simplement une question d'organisation. Je me doutais bien que vous n'aviez pas passé votre mois de juin à faire réviser pour les examens, à aller donner un coup de main à la fancy fair, à trouver des stages pour les gamins pour les semaines où vous travaillez, à anticiper la rentrée, à inscrire la grande au foot ou à préparer les sacs pour aller en colo ou pour aller au camp scout. Votre réforme des congés familiaux démontre à nouveau votre niveau de déconnexion des réalités des familles belges. Monsieur le ministre, qui a concocté cette réforme? Qui avez-vous consulté pour en rédiger les grandes lignes? Pas les experts, en tout cas. Ils tirent d'ailleurs la sonnette d'alarme. Ils disent que cette réforme va menacer le congé de maternité, qu'elle va mettre la pression sur les mères pour qu'elles cèdent leur congé à d'autres membres de leur famille. Elle peut aussi potentiellement aggraver les conflits familiaux et augmenter la précarité des mères, et en particulier les mamans solos, ces fameuses femmes qui sont mal organisées. Monsieur le ministre, quelles sont vos balises? Je ne vais même pas vous demander de retirer cette réforme, parce que je sais que vous ne le ferez pas, mais il faut au moins écouter les remarques de la société civile, de sorte que les trois mois de repos de maternité, qui sont absolument indispensables, soient immunisés; de sorte qu'il y ait un véritable maintien des rémunérations. On sait que c'est le seul levier pour qu'il y ait une équité dans la possibilité de prendre un congé parental ou non. Enfin, quelles garanties allez-vous mettre en place pour que cette réforme ne soit pas un nouveau terreau pour l'enracinement de nouvelles formes de violences au sein des familles ou entre ex-conjoints? Monsieur le ministre, vous avez lu comme moi – je l'espère – la carte blanche parue hier dans la presse et signée par toutes les associations féministes. Elle dénonce une réforme des congés familiaux profondément inégalitaire pour les femmes. Ce n'est pas un sac à dos, monsieur le ministre, c'est un fardeau que vous allez leur faire porter. Vous affirmez que ce sac à dos pourra être partagé avec le père, la coparente ou les grands-parents. Mais tout est dans le conditionnel. Cela pourra se faire, à condition que les grands-parents habitent assez près. À condition que le père accepte d'interrompre sa carrière. À condition que l'employeur ne fasse pas pression. Ça fait évidemment beaucoup de si. Et avec toute la concurrence que vous organisez sur le marché du travail, avec les exclusions du chômage que vous préparez, la pression ne fera qu'augmenter. Mettre tout en commun peut paraître équitable. Mais pour que cela fonctionne, il faudrait un contexte réellement égalitaire, or ce n'est pas le cas. On sait que les inégalités dans la répartition de la charge familiale pénalisent déjà lourdement les femmes, tout au long de leur carrière, et à l'âge de la pension. Ce qu'il aurait fallu, monsieur le ministre, c'est allonger ce congé, mieux le rémunérer, améliorer les congés pour les pères et coparents et, surtout, les rendre au moins partiellement obligatoires. C'est ce que les associations réclament depuis des années. Monsieur le ministre, que visez-vous exactement avec cette réforme? Même les pays scandinaves sont aujourd'hui en train de revoir leur copie parce qu'ils constatent que ce système creuse encore les écarts entre hommes et femmes. Vous, qui aimez citer les autres pays pour justifier vos réformes, allez-vous prendre exemple sur les pays scandinaves? Surtout, allez-vous enfin prendre en compte les femmes? Monsieur le président, avant de répondre aux questions, je voudrais quand même signaler à Mme Schlitz que je n'ai jamais dit que les mamans solos étaient des personnes mal organisées. Je ne sais pas d'où elle tient cela; elle l'a rêvé. Ce n'est pas vrai et je voudrais donc quand même que vous corrigiez ces propos. Mesdames les députées, vos questions m'offrent l'occasion de rappeler que l'accord de gouvernement prévoit l'introduction d'un crédit familial. Ce crédit vise à harmoniser les droits de congé entre salariés, indépendants et fonctionnaires en les regroupant dans un sac à dos de droits attribués à la naissance d'un enfant. Il inclut les congés existants et introduit des possibilités nouvelles, comme un congé pour les grands-parents ou une prise équitable par les deux parents. En cas de monoparentalité, le parent unique bénéficie de l'ensemble du crédit. Notre objectif est clair: garantir une égalité de traitement entre tous les travailleurs, promouvoir un partage équilibré des responsabilités familiales et renforcer l'attractivité de l'emploi en rendant celui-ci compatible avec la vie de famille. Nous poursuivons ce travail avec méthode et totale transparence, dans un esprit de justice sociale et de responsabilisation. Un de mes premiers actes en étant ministre, dès le mois de mars 2025, a été de présenter ce dossier tel qu'il est écrit dans l'accord de gouvernement aux partenaires sociaux – via le Conseil National du Travail – en vue de recueillir le plus rapidement possible leurs contributions. Madame Schlitz, les experts qui travaillent là-dessus sont les partenaires sociaux. Je donne la chance aux partenaires sociaux de travailler sur ce cadre et de me revenir avec des propositions. Je suis très soucieux de la concertation sociale et j'attends vraiment qu'ils m'apportent des modifications, des contributions sur ce texte. Je ne vais donc pas préempter de décision par rapport à cela. La balle est dans le camp des partenaires sociaux. Je suis tout ouïe. De même, si les organismes féministes ont l'intention de me proposer des adaptations, je suis vraiment tout ouïe pour pouvoir adapter le texte, parce que je trouve que cette réforme est importante. Elle doit améliorer l'équilibre entre la vie privée et la vie professionnelle pour de nombreux travailleurs. Je souhaite dès lors l'aborder avec beaucoup de sensibilité afin d'obtenir un vrai résultat qui satisfasse l'ensemble des personnes concernées. Et je vous prie vraiment de ne pas m'attaquer en disant que j'ai fait des choses inacceptables, puisqu'à l'heure où je vous parle, il n'y a encore rien de décidé. La balle est dans le camp des partenaires sociaux qui nous proposent des améliorations, des adaptations et je peux vous assurer que le gouvernement tiendra compte de ces remarques. Nous voulons vraiment une réforme qui soit favorable pour les familles. Vous pouvez être rassurées; je n'ai pas l'intention de passer en force sur ce texte. D'ailleurs, ce texte n'existe toujours pas, puisque nous en sommes au stade de la concertation. J'espère avoir pu vous rassurer et que je ne subirai pas de nouvelles caricatures, comme celles que vous avez encore proférées tout à l'heure. Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse. Je pense qu'on a beaucoup de raisons d'être inquiets depuis le début de l'Arizona. L'ensemble des mesures qui ont été prises ont eu un impact négatif sur la possibilité des travailleurs et des travailleuses de concilier leur vie privée et leur vie professionnelle, en faisant en sorte de déréguler le marché du travail, en faisant en sorte que les rythmes du travail ne soient plus connus à l'avance, soient beaucoup plus flexibles, avec du travail de nuit qui ne sera plus rémunéré comme tel, avec du travail du dimanche. Et, donc, bien sûr qu'on est inquiets quant à vos intentions pour la suite. Ici, j'entends votre ouverture vis-à-vis des experts, des partenaires sociaux. J'en prends bonne note, mais sachez que ce qui est demandé depuis des années est à contre-courant de ce que vous êtes en train de proposer. On demande qu'il y ait une extension des congés parentaux, du congé de paternité et de maternité. Pourquoi ne pas aller dans ce sens, comme nous l'avons fait sous la Vivaldi, en doublant le nombre de jours pour les pères? Ici, vous allez vers le fameux modèle scandinave, sur lequel eux-mêmes sont en train de (…) Monsieur le ministre, j'espère sincèrement que votre volonté de concertation est réelle, mais nous jugerons évidemment sur pièces. Parce que les femmes risquent, encore une fois, d'être les grandes perdantes de votre réforme. Où sont les incitants pour un partage équitable de ces congés familiaux? Comment va se passer la négociation entre l'homme et la femme? Où sont les garde-fous en cas de séparation? C'est aussi un risque majeur de votre fameux sac à dos: qu'il vienne empoisonner des relations parentales déjà trop souvent difficiles ou encombrer les tribunaux de la famille, ou encore qu'il devienne un outil de pression en cas de séparation. Monsieur le ministre, les caricatures sur les mamans solos ne sont pas de notre fait. Les mamans solos s'organisent au quotidien. Et votre réforme risque de les mener à devoir s'organiser encore davantage pour mieux négocier les congés. Dans ce cas-là, monsieur le ministre, votre sac à dos ne sera pas un progrès, ce sera un fardeau de plus pour les femmes. De protestacties van de vapeshops Mijnheer de voorzitter, "minister Vandenbroucke verwijst u door naar het illegale circuit". Die boodschap stond op affiches te lezen in meer dan honderd Belgische vapewinkels. Zij sloten eergisteren de deuren uit protest tegen het smaakverbod op elektronische sigaretten. Volgens hen zou zo’n verbod ertoe leiden dat nog meer mensen hun toevlucht nemen tot illegale vapes. Dat vapen schadelijk is, werd hier al meermaals duidelijk gemaakt, zeker met betrekking tot minderjarigen. Dan spreken we nog niet eens over de illegale varianten, waarbij we niet weten wat erin zit. Ondertussen bestaat het verbod op wegwerpvapes een half jaar en heel wat ouders, jeugdwerkers, politiezones en lokale besturen zullen het beamen, ze zijn niet verdwenen. Ze duiken nog steeds overal op in het straatbeeld. Jongeren schaffen zich massaal goedkope wegwerpvapes online aan of verkrijgen ze bij bepaalde fysieke handelszaken die zich niet aan de regels houden. Zes maanden na het verbod heerst er dan ook heel wat frustratie over het feit dat de bestaande regelgeving niet handhaafbaar lijkt te zijn. Met lede ogen moeten we toezien hoe minderjarigen blijven rondlopen met vapes en dan vooral met de illegale, oncontroleerbare wegwerpvarianten, die een nog groter veiligheidsrisico inhouden. Naar aanleiding van de protestactie eergisteren, maar ook van de talrijke bezorgdheden een half jaar na het verbod op wegwerpvapes, heb ik dan ook volgende vragen voor u, mijnheer de minister. Hoe ver staat u in het proces met betrekking tot een mogelijke smaakbeperking op vapes? Hoe wilt u vermijden dat naar het illegale circuit wordt uitgeweken eens die regelgeving er effectief is? Welke extra handhavingsmaatregelen zult u dan treffen om illegale varianten uit onze straten te weren? De vape-industrie heeft maar een doelstelling, namelijk een nieuwe generatie jongeren en zelfs kinderen verslaafd maken aan nicotine. Dat is hun enige criminele doelstelling. We moeten er alles aan doen om dat onmogelijk te maken. We hebben de wegwerpvapes verboden, we hebben vapes met allerlei tierlantijntjes verboden en ik denk dat we het voorbeeld van andere landen moeten volgen door ook de smaakjes eruit te halen. Het Nederlandse voorbeeld is heel succesvol. 22 % van de mensen die werden geënquêteerd, zegt gestopt te zijn met vapen door het smaakjesverbod. We moeten dit dus doen. Ik heb de Hoge Gezondheidsraad om een advies gevraagd, zoals de wet mij dat voorschrijft. Ik heb gevraagd om tegen eind oktober een advies voor een definitieve regeling te krijgen, die ik dan ook nog Europees zal moeten voorleggen. We moeten doorzetten. Het eeuwige argument, de eeuwige dooddoener van de tabaksindustrie en nu ook van de vape-industrie, is dat er dan illegale verkoop zou ontstaan. Dat is hun eeuwige dooddoener, hun laatste strohalm. Is er een probleem van illegale verkoop? Zeer zeker. Doen we daar iets aan? Zeer zeker. Weet u dat we sinds het begin van dit jaar al 40.000 illegale vapes in beslag hebben genomen en al 6.000 webpagina's hebben gesloten? We moeten dit echter op Europees niveau aanpakken. Mijn inspectiediensten doen hun uiterste best, maar ik probeer met een aantal gelijkgestemde landen te komen tot een Europese aanpak. Voor een klein land als België, met buurlanden waar de online verkoop wettelijk is toegelaten, is dat immers een moeilijke strijd. We moeten doorzetten en ons niet laten afschrikken door de klassieke dooddoeners van deze industrie. We moeten doorzetten en de inspectie en de strijd tegen illegale verkoop ten top voeren. Het is goed te horen dat er stappen worden gezet in de beperking van smaken of het smaakverbod voor vapes en dat er ook wordt gewerkt aan de handhaving van de regelgeving. Als burgemeester ontvang ik veel signalen over de overlast die illegale vapes met zich meebrengen. Wegwerpvarianten belanden in de natuur. Jonge kinderen worden ermee gespot op speelterreinen. Daarnaast is er ook de terechte frustratie van handelszaken die zich wel aan de bestaande wetgeving houden, maar die zien dat er toch nog massaal illegale producten circuleren. Wij blijven er daarom op hameren dat regelgeving belangrijk is, maar dat die altijd gepaard moet gaan met stevige, doortastende handhaving. De geneesmiddelenprijzen Monsieur le ministre, jamais je n'aurais pensé que vous auriez osé augmenter le prix des médicaments, comme l'a fait à l'époque Maggie De Block. Je dois vous avouer que je suis très déçue. Une augmentation de 1 à 2 euros par boîte de médicaments pour tous les patients, de plus de 11 euros pour une boîte de médicaments pour l'estomac et de 14 euros pour une boîte de médicaments contre le cholestérol! Le comble, c'est votre justification: vous dites que les gens consomment trop de médicaments et qu'il faut les responsabiliser. Pour ce faire, quelle méthode choisissez-vous? Une large campagne d'information et de prévention? Non, vous choisissez de les faire payer plus cher! Ida a fait un AVC il y a quelques années et une œsophagite. Dans son pilulier, à côté d'autres médicaments pour la tension et le cœur, elle a du Pantomed ainsi qu'un médicament pour réguler son taux de cholestérol. Croyez-vous qu'elle prend ces médicaments par plaisir et sans avis du médecin? Bien évidemment que non! Ida n'est certainement pas un cas isolé. Un citoyen sur deux prend un médicament contre le cholestérol et pour l'estomac. Un million de personnes, comme Ida, doivent prendre ces deux médicaments tous les jours. C'est une réalité. Pour eux, la réalité, sera de devoir débourser 130 euros supplémentaires par an. En mettant cela en perspective avec les nombreuses mesures prises par ce gouvernement qui ne feront qu'appauvrir les travailleurs, les pensionnés et les malades, que va-t-il se passer, selon vous? Eh bien, de nombreuses personnes vont renoncer à aller à la pharmacie, à se soigner, mettant ainsi leur santé et leur vie en danger. En effet, un médecin a jugé qu'elles avaient besoin de ces médicaments. Alors, je vous le demande, monsieur le ministre, revenez sur cette mesure! Chère collègue, si nous ne faisons rien, le budget des médicaments augmentera de 25 % pendant cette législature. De l'argent que nous ne pourrons pas investir dans un meilleur remboursement des soins dentaires, de l'argent que nous ne pourrons pas investir dans le personnel soignant, dans l'amélioration des soins psychologiques. La sécurité sociale ne sert pas seulement à financer l'industrie pharmaceutique. Il faut donc absolument mettre un frein à cette explosion de dépenses. Dès lors, nous proposons un effort conséquent. Le secteur pharmaceutique fournira le plus gros effort. C'est extrêmement important. Mais les pharmaciens, les hôpitaux, les mutualités, les médecins et les citoyens doivent aussi faire leur part. Je crois qu'il n'y a pas de tabou. Aujourd'hui, 2,5 millions de Belges prennent des antiacides. Voici 15 ans, c'était la moitié. Comment peut-on justifier cela? C'est impossible. Un quart des Belges de plus de 40 ans prennent des médicaments contre le cholestérol, généralement sans antécédents cardiaques. La plupart les prennent mal, ce qui leur fait perdre leur efficacité. C'est un gaspillage qu'on ne peut pas ignorer. Ceux qui ont vraiment besoin de médicaments resteront protégés. Les médicaments contre le cholestérol continueront à être remboursés en cas de problèmes cardiaques. Les antiacides resteront aussi remboursés sous certaines conditions. Il faut arrêter un vrai gaspillage. C'est la seule façon de garantir que nos soins de santé restent abordables et viables à long terme, et de pouvoir investir dans les soins prioritaires. En fait, monsieur le ministre, vous dites aux gens: "Vous consommez trop de médicaments." C'est comme si vous leur disiez: "Vous consommez trop de bonbons ou trop de chips." Comme s'ils avaient choisi d'avoir un problème gastrique ou d'attraper une maladie cardio-vasculaire, comme si tous les médecins qui prescrivaient les médicaments étaient des incompétents ou des imbéciles! Vous parlez de "gaspillage", comme si un patient savait mieux que son médecin ce qui était bon pour lui! Je vous reproche cette conception selon laquelle responsabiliser les patients consiste à ce qu'ils paient plus cher leurs médicaments, sous-entendu: pour qu'ils ne puissent plus les acheter et, surtout, pour réaliser plus de 100 millions d'euros d'économies. Vous le dites: "C'est pour réaliser des économies." Elle est là, la réalité! Alors, c'est vrai, vous n'avez pas été hypocrite, vous l'avez dit. Je sais que le budget n'est certainement pas simple à boucler, mais le faire sur le dos des malades et des patients est, pour moi, tout bonnement scandaleux. Si vous tenez à économiser, faites-le ailleurs; il existe des solutions plus justes. Vous parlez du secteur pharmaceutique. Eh bien, faites-le contribuer davantage. Il brasse des milliards de bénéfices (…) (Léger brouhaha) La minute était déjà terminée. Je vous en prie, chers collègues. De impact van de belastinghervorming op de gezinnen De impact van de begrotingshervorming op de gezinnen De fiscale hervorming Mijnheer de minister, met het zomerakkoord probeert u ook de belastinghervorming af te ronden, onder meer door de belastingvrije som te verhogen. Ik wil u toch herinneren aan wat uw kabinetschef daarover eerder heeft gezegd. De heer Wesley De Visscher zei dat het verhogen van de belastingvrije som nonsens is. Waarom? Ten eerste, het heeft nauwelijks een impact op het inkomen van mensen. Ten tweede, het is een zeer dure maatregel, die 3,5 miljard euro zou kosten. Ten derde, als u mensen echt wilt aanzetten tot werken, dan zijn er betere methoden, zoals de afschaffing van belastingtarieven. Dat hebben wij met de vorige regering gedaan, samen met collega Bouchez. We hebben toen drie tarieven afgeschaft. De laatste keer was dat trouwens met de N-VA. Toch volhardt u in de boosheid en gaat u de belastingvrije som verhogen. Wat blijkt nu echter? Om die belastingvrije som te verhogen en de factuur te betalen, wordt een nieuwe taks ingevoerd. Na twintig arizonataksen komt er een nieuwe taks, meer bepaald op gehandicapte kinderen. Grote gezinnen met een gehandicapt kind zullen de prijs betalen. Vandaag is een gehandicapt kind goed voor een toeslag van twee kinderen. Als dat het derde kind in een groot gezin is, is dat 11.140 euro. Met uw hervorming gaat dat naar een forfait, mijnheer de minister. In dat geval levert het gehandicapte derde kind in een groot gezin nog slechts 5.300 euro op. Dat is een achteruitgang voor die gezinnen. Het gevolg daarvan is dat de grote gezinnen met een gehandicapt kind meer belastingen zullen betalen. Een alleenstaande ouder met drie kinderen, waarvan het derde kind een handicap heeft, zal duizenden euro’s meer aan belastingen moeten betalen. Mijnheer de minister, ik dacht dat u de belastingen voor de mensen wou verlagen. Monsieur Bouchez, diminuer les taxes, pas augmenter les taxes. Mijnheer de minister, ik heb maar één vraag. Waarom wilt u grote gezinnen met een gehandicapt kind meer belastingen laten betalen? Mijnheer de minister, een kind kan opgroeien bij een gehuwd koppel waarvan beide ouders werken, bij een gehuwd koppel waarvan een van de ouders werkt, bij een alleenstaande of in een nieuw samengesteld gezin. Datzelfde kind wordt in die vier situaties fiscaal ongelijk behandeld. Datzelfde kind zal voor de fiscus namelijk ofwel duurder, ofwel goedkoper zijn. Dat is niet afhankelijk van het kind, maar van hoe de ouders willen samenleven en zich organiseren. Het regeerakkoord stelt terecht dat we dat moeten herdenken, want anno 2025 is dat niet meer verdedigbaar. Er moet aandacht komen voor fiscale gelijkheid in de gezinsfiscaliteit, voor alleenstaanden, voor kleine gezinnen. Daarnaast moeten werkende ouders, ondernemende ouders, worden beloond. Er circuleren nu een aantal suggesties en ontwerpen. Ik wil benadrukken dat aan de situatie van kinderen met een beperking, naar wat ik hoor, niet wordt geraakt. Er worden wel suggesties gedaan over allerlei goede zaken, zoals een stevige verhoging van de belastingvrije som, een verlaging van de bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid, een versterking van de werkbonus, een verhoging van de maaltijdcheques en de ondernemersaftrek. Mijnheer de minister, klopt het dat de plannen en ontwerpen die u in uw hoofd hebt, gericht zijn op een fiscaal gelijkere behandeling van onze kinderen en op het doen lonen van werken? Mijnheer de minister, wie werkt, moet netto meer overhouden. Punt. Die strijd voert cd&v al jaren, denk maar aan de uitwerking van de fiscale blauwdruk van Vincent Van Peteghem, de meest verregaande fiscale hervorming van de afgelopen decennia. Een aantal belangrijke krachtlijnen daarvan zijn inmiddels opgenomen in het regeerakkoord. Vandaag is het money time . Het is money time voor de regering om een aantal beslissingen te nemen, maar ook money time voor de hardwerkende mensen, de hardwerkende middenklasse. Tal van hervormingen worden aangebracht en uitgewerkt, waarvan de fiscale hervorming een belangrijke is. Voor cd&v staan daarbij drie zaken voorop. Ten eerste, meer netto op het einde van de maand, niet alleen voor mensen met een lager inkomen, maar ook voor de hardwerkende middenklasse, uit te voeren door de belastingvrije som op te trekken. Ten tweede, cd&v vindt het essentieel dat gezinnen met kinderen niet benadeeld worden. Ten derde, er moet specifieke aandacht zijn voor singles, in het bijzonder alleenstaande ouders. Zij hebben het financieel moeilijker, omdat ze dezelfde kosten alleen moeten dragen, terwijl ze op fiscaal vlak proportioneel het zwaarst belast worden. Daar moet iets aan veranderen. Dat kan bijvoorbeeld door de bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid, de zogenaamde crisisbelasting, te verlagen. Mijnheer de minister, alles ligt op tafel. Het regeerakkoord zegt duidelijk dat er getrancheerd moet worden. We weten dat ons land veel belastingen kent. Als we daaraan iets willen veranderen, dan moeten we dat niet doen door nieuwe belastingen, zoals een defensiebelasting, in het leven te roepen, maar door een echte belastinghervorming uit te werken. Die belastinghervorming ligt nu op tafel. Mijnheer de minister, zal met die belastinghervorming worden gegarandeerd dat het netto-inkomen van de hardwerkende Vlaming op het einde van de maand toeneemt? Geachte Kamerleden, enkelen onder u baseren zich verkeerdelijk op interne werkdocumenten en trekken foute conclusies uit wat daarin staat. Ik voer, zoals steeds, loyaal het regeerakkoord uit. Mijnheer Matheï, het antwoord op uw vraag is daarom eigenlijk zeer simpel: ja, dat is de bedoeling van de hele belastinghervorming. Ik kan daar kort over zijn. Met deze regering streven wij naar een samenlevingsneutrale fiscaliteit waarin elk kind zo veel mogelijk gelijk wordt behandeld. Ik citeer daarvoor graag het regeerakkoord: "De regering wil elk kind zo veel mogelijk gelijk behandelen. De toeslag op de belastingvrije som zal worden gemoderniseerd en meer in lijn worden gebracht met de hedendaagse sociologische realiteit. In de toekomst zal ieder kind dezelfde toeslag krijgen tot een bepaald plafondbedrag. Deze hervorming is budgetneutraal. Daarnaast wordt de toeslag op de belastingvrije som voor alleenstaande ouders enkel toegekend aan werkelijk alleenstaande ouders." Wat de precieze hervorming betreft, zolang het werk nog niet is afgerond, geef ik daarover nog geen details. Dat zal in de komende uren en dagen verder uitgewerkt worden. Zodra de regering daarover beslist heeft, komt de tekst naar buiten voor adviezen, daarna volgt een tweede lezing en wordt het wetsontwerp ingediend in het Parlement. De regering meent het ernstig met het doen lonen van werk. Daar gaat het in essentie over. Daarom voorzien we een stevige verhoging van de belastingvrije som. We voorzien ook een verlaging van de bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid, een versterking van de werkbonus voor de laagste lonen en een verhoging van de maaltijdcheques. Mijnheer Van Quickenborne, het moet u als muziek in de oren klinken dat de ondernemersaftrek voor zelfstandigen zonder vennootschap er komt, boven op het belastingkrediet, dat wordt opgetrokken tot maar liefst 7.500 euro. Daarnaast zal ook de belastingvermeerdering bij onvoldoende voorafbetalingen verdwijnen. Die principes vormen ons kompas. Ik kan één ding heel duidelijk stellen en ik wil ook dat dat zeer duidelijk genoteerd wordt. Een gehandicapt kind zal voor twee blijven gelden. Daarin is geen wijziging voorzien en daarover is elke partij binnen de meerderheid het eens. Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord, ook voor het laatste deel, want daar maakt u een serieuze bocht. In de tekst die tot nu toe voorlag, was het forfait voor een gehandicapt kind 2.650 euro. Dat is de realiteit. Nu maakt deze regering een bocht, goed, inderdaad gelukkig op tijd, om ervoor te zorgen dat er niemand op achteruitgaat. Maar dan moet u er wel op toezien dat effectief niemand erop achteruitgaat, ook niet grote gezinnen met een gehandicapt kind. Maar wat is dat altijd met die taksen in deze regering? Taks, taks, taks. Daarnet zei de heer Matheï dat er geen defensietaks mag komen, maar minister Van Peteghem zei deze week dat een defensietaks mogelijk is. Collega's, hervorm. Voor hervormingen vindt u in ons een partner. Hervorm, maar stop met die taksen, die taksen, en die taksen. Stop daarmee! Ik vermoed dat sommigen vanmiddag nog niet gegeten hebben, tenzij een broodje aap. Mijnheer de minister, laat u niet van de wijs brengen. Degenen die hier nu staan te kraaien over een hervorming voor kleine gezinnen, zullen morgen kraaien dat we niet genoeg doen voor de alleenstaanden, en overmorgen dat we niet genoeg doen tegen het begrotingstekort. Voor zulke personen bestaat een woord, dat zijn windhanen. Mijnheer de minister, blijf maar mooi op uw rechte stok zitten, en ga ervoor. Mijnheer Matheï, hebt u ook verwijzingen naar het dierenrijk? Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord. Voor ons is de fiscale hervorming een absolute prioriteit. Ik dank u ook voor de aandacht voor de gezinnen met kinderen, ook voor kinderen met een beperking, en natuurlijk ook voor de lastenverlaging. Collega Van Quickenborne, in deze fiscale hervorming zit een lastenverlaging. In de vorige regering, niet zo lang geleden, onder leiding van een liberale premier, lag een doorgedreven fiscale hervorming op tafel, met lastenverlaging, maar die werd tegengehouden. De partijpolitieke stratego ging voor op de centen van de mensen. Nu realiseren we die fiscale hervorming, mét die lastenverlaging, vanaf januari 2026. Dat is het verschil tussen uw partij, Open Vld, en onze partij, cd&v. Wij doen het, jullie blokkeren. De invloed van Diyanet en Milli Görüs in België Collega’s, het was een bijzondere week. Nadat wij jarenlang op hetzelfde hebben gehamerd en voortdurend aan de alarmbel hebben getrokken, geeft de Vlaamse regering het Vlaams Belang eindelijk gelijk. Ik geef toe, het gebeurt schoorvoetend, maar na jaren krijgen we gelijk over het gevaar van Diyanet- en Milli Görüşmoskeeën in onze samenleving. Ik wil daar heel duidelijk over zijn en ik hoop dat niemand daar anders over denkt: Diyanet en Milli Görüş vormen de politieke lange arm van Erdogan in Europa. Het zijn politieke instrumenten van een buitenlandse mogendheid. Ook uw collega en partijgenote, minister Hilde Crevits in de Vlaamse regering, heeft dat eindelijk ook erkend. Ze blijft natuurlijk moskeeën erkennen en rijkelijk subsidiëren, maar minstens voor dit jaar komen er geen nieuwe Diyanet- of Milli Görüş-moskeeën bij. Dat kleine stapje voortschrijdend inzicht binnen de Vlaamse regering heeft deze federale regering duidelijk nog niet bereikt. Hier, collega’s, gebeurt het omgekeerde. U eist, mevrouw de minister van Justitie, dat Diyanet en Milli Görüş betrokken worden bij het besluitvormingsorgaan. U wilt hen opnieuw meer macht geven. U wilt met name dat Diyanet en Milli Görüş vertegenwoordigd worden in het representatieve orgaan voor de islamitische eredienst, een orgaan dat eigenlijk het eerste aanspreekpunt van de overheid zou moeten zijn bij de erkenning van moskeeën. Het is de omgekeerde wereld, mevrouw de minister. Daarom wil ik u, en eigenlijk heel deze federale regering, vragen wanneer u eindelijk het licht van de zon gaat erkennen? Wanneer zult u ophouden met Diyanet en Milli Görüş als volwaardige partners te beschouwen? Wat zult u doen om die buitenlandse invloed van Erdogan, van die zogenaamde Erdoganmoskeeën, te bestrijden? De geloofsgemeenschappen waarover u spreekt, kwamen deze week onder de aandacht naar aanleiding van de beslissingen van collega Hilde Crevits in Vlaanderen. De Vlaamse minister heeft ons bovendien gevraagd om voor twee dossiers nog bijkomende veiligheidsadviezen te herbeoordelen. De diensten zijn daar momenteel mee bezig. De Vlaamse overheid erkent de lokale geloofsgemeenschappen volgens de eigen erkenningscriteria, waaronder financiële transparantie, het beschikken over eigen infrastructuur en een onafhankelijke werking. Vervolgens staat de FOD Justitie in voor de betaling van de bedienaars van de eredienst van de erkende geloofsgemeenschappen, indien zij daarom verzoeken. Belangrijk is ook dat het niet-erkennen volgens de regionale of gemeenschapscriteria niet automatisch inhoudt dat van een geloofsgemeenschap een veiligheidsrisico zou uitgaan of dat een geloofsgemeenschap wordt verboden. Ik wil echter onderstrepen dat dat niet wegneemt dat de veiligheids- en inlichtingendiensten hun werk doen. Zij werken rond diverse dreigingen, waaronder religieus en ideologisch extremisme, maar ook problematische buitenlandse inmenging. Inlichtingen, onderzoeken en dreigingsanalyses worden uitgevoerd, waarbij ook informatie uit de dossiers van de Vlaamse overheid in aanmerking wordt genomen. Op basis daarvan wordt dan objectief geoordeeld of er sprake is van een extremistische dreiging dan wel van problematische buitenlandse inmenging. In dat geval worden de gepaste mechanismen geactiveerd, zoals de Local Task Forces in samenwerking met politie- en justitiediensten. Het spreekt voor zich dat ideologisch en religieus extremisme en problematische inmenging geen plaats hebben in onze samenleving en dat wij alles zullen doen om dergelijk extremisme een halt toe te roepen. Voorts wil ik nog even zeggen dat u mij in uw vraag zaken in de mond legt of een gedachtenproces maakt. Het is mij er helemaal niet om te doen om bepaalde geloofsgemeenschappen hier per se bij te betrekken. Wat ik wil, is dat de vertegenwoordigers van de islamitische eredienst in ons land, het erkende orgaan, zo representatief mogelijk… Mevrouw de minister, wat wij u vragen, is dat u als minister van Justitie uw werk doet. Het staat als een paal boven water dat Diyanet- en Milli Görüsmoskeeën instrumenten van de Turkse regering zijn, van het regime van Erdogan. De Vlaamse regering geeft dat eindelijk toe, nadat wij jarenlang aan de alarmbel hebben getrokken. Eigenlijk geeft ze het Vlaams Belang gelijk. Het is tijd dat uw regering, u als minister van Justitie, dat ook doet, maar u blijft het licht van de zon ontkennen. Erger nog, u wilt Diyanet en Milli Görüs wel degelijk institutionaliseren. U wilt hen aan de knoppen laten zitten en mee laten beslissen over de erkenning van moskeeën. Het is tijd om eindelijk te erkennen dat Diyanet en Milli Görüs buitenlandse inmenging is, dat dit wordt gesubsidieerd met belastinggeld en dat u daarmee eigenlijk Erdoganmoskeeën helpt. Het is tijd om dat niet langer te tolereren, om die kraan dicht te draaien en al die Erdoganmoskeeën te sluiten. De solidariteit van de Staat in het licht van de bedreigingen aan het adres van de derde macht De dreiging van niveau 4 ten aanzien van de Brusselse procureur des Konings Un million d'euros! Un million d'euros pour tuer un magistrat! Devrons-nous attendre qu'il se fasse tuer pour s’indigner ici ensemble? Madame la ministre, je sais que vous n'êtes pas du tout insensible à cette question. Je sais également que vous faites de votre mieux. C'est la raison pour laquelle j'avais initialement adressé ma question au premier ministre, dont j'aurais sincèrement aimé entendre la réponse. Depuis des semaines, depuis des mois, nous entendons régulièrement dans la presse qu'il y a des fusillades, des bagarres de gangs, des zones de non-droit parfois. Depuis quelques jours, nous apprenons que le procureur du Roi de Bruxelles est sous le coup de menaces de mort, d'un contrat d'un million d'euros. Ce n’est pas un film. Nous ne sommes pas au Mexique. Nous ne sommes pas au temps de la mafia italienne. Un million d'euros sur la tête d'un procureur du Roi à Bruxelles, en Belgique! Derrière toutes ces menaces, il y a une réalité: c'est celle que des serviteurs de l'État, qui font leur travail, se trouvent en danger de par leur mission. Derrière, il y a aussi des gens qui ont peur d'amener leur enfant à l'école, qui ne savent pas s'ils peuvent laisser leur enfant sortir et s'il ne sera pas pris dans une fusillade. Des gens ont peur; et de l'autre côté, les narcotrafiquants n'ont plus peur. Des narcotrafiquants qui n'ont plus peur, voilà malheureusement la réalité aujourd'hui. Madame la ministre, quelle est votre réaction face aux menaces que subit aujourd'hui le procureur du Roi de Bruxelles? Les mots sont forts, et les vôtres le sont particulièrement. Dites aux narcotrafiquants qu'ils ne gagneront pas, que nous mettrons tous les moyens humains et financiers nécessaires pour leur faire mal, que nous soutiendrons toutes les actions des magistrats qui les traquent, eux et leur portefeuille; et que cette volonté sera sans répit tant qu'ils se sentiront chez eux en Belgique. Pour finir, je suis convaincu que nous devons faire évoluer le cadre législatif. C'est pourquoi les Engagés déposeront une proposition de loi à la rentrée pour faire évoluer le régime carcéral des narcotrafiquants, qui donnera des moyens légaux aux parquets pour mieux lutter contre les narcotrafiquants et qui protégera mieux les agents qui, au quotidien, luttent contre ceux-ci; parce que l'État doit être intransigeant avec ceux qui ne le respectent pas. Madame la ministre, nous avons aujourd'hui un gouvernement qui a décidé de faire la guerre à la criminalité organisée. Il y a une feuille de route, un accord de gouvernement très clair. Le laxisme doit appartenir au passé. Aujourd'hui, plusieurs mesures semblent avoir été validées en Conseil des ministres pour aller plus vite et plus loin dans cette lutte: l'augmentation des peines pour trafic, blanchiment d'argent, recrutement de mineurs, mais aussi la possibilité pour le juge de prononcer une déchéance de nationalité. Ces avancées sont absolument nécessaires. Il n'est d'ailleurs plus utile de rappeler les nombreuses fusillades et règlements de comptes qui ont marqué l'actualité récente à Bruxelles. Une ville que le procureur du Roi Moinil qualifie lui-même de gangrénée par la criminalité, avec des métastases partout. Depuis son entrée en fonction, la réponse pénale a quadruplé dans la capitale. Tant le pouvoir législatif que le pouvoir exécutif ont le devoir de soutenir le pouvoir judiciaire dans cette lutte. Il est inadmissible que des menaces graves et sérieuses soient proférées à l'encontre d'un procureur du Roi. Le fait qu'un magistrat doive être placé sous protection policière dans l'exercice de ses fonctions doit nous interpeller. Car en menaçant un procureur du Roi, c'est notre démocratie, notre État de droit qui sont visés. Comme l'a rappelé le ministre de l'Intérieur, le procureur mérite notre respect. Madame la ministre, avez-vous manifesté personnellement votre soutien à M. Moinil, procureur du Roi de Bruxelles? Estimez-vous que les mesures déjà prises sont suffisantes? Et surtout, quel est votre agenda pour la mise en œuvre des réformes législatives nécessaires à la lutte contre le narcotrafic? Le crime organisé gangrène notre société et menace ceux qui veulent le combattre. Il cherche à semer la peur, à affaiblir nos institutions et à déstabiliser notre État de droit. Toutefois, une chose est claire: nous ne laisserons jamais les criminels prendre le dessus. Les récentes menaces proférées à l'encontre du procureur du Roi de Bruxelles sont graves, préoccupantes et complètement inacceptables. Il mène avec détermination et courage la lutte contre la drogue et la criminalité organisée dans notre capitale. Son approche est rigoureuse, son engagement indéniable et je le remercie vivement pour son travail. Dès que j'ai été informée de la situation, mon cabinet et moi-même avons été en contact régulier en privé avec le procureur du Roi et le procureur général Van Leeuw. Je suis personnellement de près de ce dossier. Les services de police et de sécurité compétents ont pris des mesures pour renforcer la sécurité du procureur. Ces mesures sont régulièrement évaluées. Je ne peux bien évidemment pas entrer dans les détails, mais j'ai pleinement confiance en nos services de police et de sécurité, que je remercie pour leur disponibilité, leur mobilisation et leur vigilance permanente. Chers collègues, les chiffres ne trompent pas: En 2024, 67 nouveaux dossiers de protection ont été ouverts concernant quelque 101 personnes. Cependant, la protection seule ne suffit pas. Nous devons aussi poursuivre le démantèlement des structures du crime organisé. C'est pourquoi nous avons travaillé à un durcissement du régime pénitentiaire pour les criminels les plus dangereux. Trop de figures de proue du crime continuent en effet de diriger le réseau depuis leurs cellules et profèrent des menaces. C'est inadmissible! Avec le retour, dimanche dernier, de trois High Value Targets des Émirats arabes unis, les criminels ont désormais compris que notre pays ne lâchera pas prise. La priorité accordée à cette lutte par le précédent et l'actuel gouvernements suscite de la nervosité au sein des réseaux criminels. Cela se traduit malheureusement par des menaces concrètes à l'égard du monde légal: magistrats, policiers, responsables politiques, agents pénitentiaires, avocats, douaniers, personnel portuaire. La liste des profils visés est longue. Cette liste, chers collègues, m'amène à lancer un appel clair à la détermination et à l'action. Les habitants de notre pays exigent une réponse à la hauteur et du changement concret sur le terrain. Cet appel me conforte dans ma conviction que nous ne pouvons pas relâcher nos efforts, que nous devons poursuivre la lutte telle que nous la menons actuellement et que celle-ci ne peut que s'intensifier. Mon message est donc très clair: nous ne nous laisserons jamais intimider. L'État de droit est plus fort que le crime organisé, et nous le prouverons. Cela signifie donc que les moyens supplémentaires devront être dégagés au cours des prochaines années de la législature, tant pour la justice que pour la police, monsieur Quintin. Merci beaucoup madame la ministre pour votre réponse. Je pense que nous devons évidemment toutes et tous saisir votre appel confiant dans la volonté qu'a ce gouvernement de lutter avec force contre le narcotrafic et de faire de la sécurité et de la justice des priorités. Nous, les Engagés, serons une force de proposition au quotidien, de manière constructive, pour vous y accompagner. Vous pouvez aussi compter sur nous pour continuer à nous battre à vos côtés, pour débloquer des moyens supplémentaires pour la Justice. Je terminerai en rappelant la nécessité d'envoyer notre soutien, pas seulement au procureur du Roi de Bruxelles, mais à tous les acteurs du monde judiciaire qui, jour après jour, travaillent avec un grand professionnalisme, un grand sens du devoir, et qui peut-être, dans le cadre de leurs fonctions, se retrouvent en danger. Je pense que, depuis cette institution, il est utile de leur rappeler que nous les soutenons, que nous sommes derrière eux, que nous comptons sur eux et que nous protégeons ceux qui sont censés nous protéger. Merci madame la ministre. J'entends dans votre réponse une ferme détermination et je ne peux que m'en réjouir. Je crois que la réponse doit être à la hauteur du danger qui nous menace aujourd'hui, au-delà des enjeux internationaux qui nous menacent éventuellement. Je pense qu'il y a une vraie menace pour notre vie en société, pour notre vivre ensemble, et je crois que nous devons tous et toutes être à la hauteur de cette réponse, et vous en premier, bien évidemment, en votre qualité de ministre de la Justice. Vous pouvez en tout cas compter sur le soutien du mouvement réformateur dans ce contexte-là, pour que les mesures qui ont été convenues et qui ont été intégrées dans l'accord de gouvernement soient effectivement votées et mises en œuvre de manière efficace. Het gebrek aan medewerking van de federale politie aan de Europese fraudeaanpak Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, of het nu gaat om het Europees gesjoemel van Vlaams Belang of om douane- en btw-fraude voor miljoenen euro's op de luchthaven van Luik, voor Europese fraudedossiers is Europa afhankelijk van de speurders bij de federale gerechtelijke politie. Europa noemt de situatie echter a joke. Dat is natuurlijk een scherpe uitspraak, maar ze komt ergens vandaan. Laat ik duidelijk zijn, onze politie levert schitterend werk op het terrein, maar er is een enorm personeelstekort en de werkdruk is bijzonder groot. Daardoor blijven fraudedossiers soms maanden liggen. Als dat dan het werk van het Europees parket lamlegt, dan overstijgt de kwestie het Belgische niveau. Dan riskeren we niet alleen dat miljoenen aan Europese fraude ongestraft blijven, maar zetten we ook onze geloofwaardigheid als hart van Europa op het spel. Mijnheer de minister, voldoende personeel is cruciaal voor een efficiënte fraudebestrijding. Vooruit zal nooit aanvaarden dat sommigen valsspelen en daar blijkbaar ook nog mee wegkomen. Alle hardwerkende mensen en bedrijven die wel correct bijdragen en het spel eerlijk spelen, zijn immers de dupe van die straffeloosheid. Collega's, elke euro die we investeren in de bestrijding van georganiseerde fraude, komt dubbel en dik terug, niet alleen in euro's, maar ook in vertrouwen in onze rechtsstaat. De regering, met Vooruit, zal investeren in onze gerechtelijke politie en hervormen. Mijnheer de minister, ik heb het u een paar dagen geleden al gezegd in de commissie, u zult daarvoor in ons een trouwe partner en bondgenoot hebben. Vandaag is mijn vraag aan u de volgende. Welke stappen zult u concreet zetten om het vertrouwen van Europa te herwinnen? Mijnheer Meuleman, ik ben niet bevoegd voor de onderzoeken van het parket, noch op Belgisch, noch op Europees niveau. Desalniettemin zal ik uit beleefdheid toch antwoorden. De strijd tegen corruptie en fraude is voor mij en de regering een absolute prioriteit. Het raakt immers aan het vertrouwen in de rechtsstaat, in de instellingen van de Europese Unie en in de correcte besteding van publieke middelen. De centrale dienst voor de bestrijding van de georganiseerde economische en financiële criminaliteit bij de federale gerechtelijke politie telt vandaag 35 speurders. Ongeveer de helft van de capaciteit wordt ingezet voor dossiers die onder leiding staan van het Europees openbaar ministerie. Ook de Centrale Dienst voor de Bestrijding van Corruptie, waar 64 speurders werken, voert opdrachten uit in samenwerking met het Europees parket. De regering blijft investeren in de versterking van de federale gerechtelijke politie. Daarnaast organiseer ik voor het einde van dit jaar een rondetafel om het politieambt aantrekkelijker te maken en de instroom te verhogen. We hebben meer en gespecialiseerde mensen nodig. Georganiseerde fraude stopt niet aan de landsgrenzen. Samenwerking en afstemming op Europees niveau zijn daarom essentieel, zeker in een land als België, waar veel Europese en internationale instellingen gevestigd zijn. De samenwerking met het Europees parket is belangrijk. België neemt zijn verantwoordelijkheid, maar dat moet gebeuren in samenwerking en pragmatisch, met respect voor justitie en de beschikbare middelen. Dank u wel, mijnheer de minister, voor uw antwoord. Ik meen mij te herinneren dat wij in de commissie voor Binnenlandse Zaken al vaak over de federale gerechtelijke politie hebben gesproken. Daarom meende ik u die vraag vandaag zeker te moeten stellen. U neemt de noodkreet van het Europees parket duidelijk ernstig en dat stemt mij tevreden. Elke euro die verdwijnt in de verkeerde zakken, beste collega’s, is immers een euro minder voor onze welvaartsstaat. Vooruit trekt een duidelijke lijn: fraude moet worden bestraft, vooral uit respect voor de mensen en bedrijven die zich wél aan de spelregels houden en eerlijk bijdragen. Daarom is het zo belangrijk dat wij het Europees parket goed ondersteunen en dat we actief meewerken aan onderzoeken naar fraude en gesjoemel met Europese middelen. Ik begrijp echter dat men dat vandaag bij het Vlaams Belang niet graag hoort. We zullen dus blijven investeren en hervormen, mijnheer de minister, om onze politie te versterken, want alleen zo, leden van het Vlaams Belang, bouwen we aan een samenleving waarin iedereen eerlijk bijdraagt. De socialefraudebestrijding en de middelen die ingezet worden om het misbruik een halt toe te roepen Madame la ministre, voici quelques semaines, j'avais déclaré sur une antenne qu'avoir une maison au Maroc et continuer à toucher des allocations sociales en Belgique est une pratique qui devait cesser. Bien évidemment, comme d'habitude, j'ai eu droit à toute la litanie de la gauche: "Vous caricaturez, vous stigmatisez, vous pointez le doigt sur d'autres personnes." La réalité est que je n'ai jamais stigmatisé une communauté en particulier, mais que j'ai toujours dénoncé des fraudes, quel qu'en soit l'auteur. Aujourd'hui, que découvre-t-on dans la presse? Depuis 2016, une dame se trouvait en incapacité de travail en Belgique. Figurez-vous qu'à ce titre, elle bénéficiait d'un logement social et d'une intervention majorée de l'assurance soins de santé. De plus, elle touchait une prime d'invalidité. Toutefois, cette femme n'était manifestement pas en si mauvaise santé que cela puisque, pendant ce temps-là, elle exerçait comme avocate au Maroc. Je précise que ce ne sont pas les services sociaux belges qui l'ont découverte; c'est son ex-conjoint! Par conséquent, je vous conseille de bien vous entendre avec votre conjoint. On ne sait jamais ce qui peut arriver… Bref, c'est son ex-conjoint qui est allé la dénoncer auprès de l'INAMI. Madame la ministre, je ne parviens pas à comprendre comment, dans ce pays, il est possible d'être en incapacité de travail en Belgique et d'occuper un emploi au Maroc. C'est simplement la fin d'un mythe, celui de la gauche, ce mythe selon lequel chacun des allocataires sociaux serait d'une probité telle que toutes ces aides seraient justifiées. En Belgique, la fraude et l'abus existent et ne sont pas minoritaires. Il faut regarder les statistiques pour se rendre compte que ce phénomène est significatif, même si des gens doivent être vraiment aidés. Madame la ministre, ma question est très simple. Que faisons-nous pour élaborer ce cadastre des aides, ce contrôle renforcé pour lutter contre ces abus? Monsieur Bouchez, je partage entièrement votre préoccupation. La fraude sociale est inacceptable. Quiconque abuse de notre solidarité sape la base même du système mis en place. Vous trouverez en moi une alliée dans la lutte contre la fraude sociale. C'est pourquoi, en 2026, je renforcerai la chaîne de contrôle au sein de mon administration, le SPP Intégration sociale. Tant les services d'inspection que les contrôles administratifs seront étendus. Les CPAS feront ainsi l'objet de contrôles plus approfondis et plus fréquents. Dans le même temps, nous renforçons la politique de sanction. La récupération des aides indûment octroyées doit pouvoir se faire plus rapidement et être suivie de conséquences sans équivoque. Ce qui s'est passé au CPAS d'Anderlecht, par exemple, ne peut plus se reproduire. J'entends non seulement multiplier les contrôles, mais aussi en améliorer la qualité. Les contrôles doivent être plus ciblés, basés sur les risques et s'effectuer en étroite collaboration avec la police, le parquet et les Régions. Vous savez également que des mesures concrètes ont été soumises au gouvernement afin de remédier aux situations injustes en matière de revenu d'intégration. Nous comblons ainsi les failles du système. Enfin, ce gouvernement lance un projet ambitieux, à savoir la création d'un registre centralisé regroupant toutes les formes d'aides sociales et d'avantages sociaux. Cela nous donnera enfin un aperçu complet de l'ensemble des aides octroyées à chaque personne. Nous pourrons ainsi également identifier les éventuels cumuls et fixer des plafonds. Le système doit rester équitable et les travailleurs doivent être valorisés et récompensés. Je contribuerai pleinement à cet effort dans le cadre de mes compétences. Merci, madame la ministre, pour ces réponses. J'insiste particulièrement sur la question du cadastre. C'est inédit dans l'histoire de notre pays de pouvoir avoir un cadastre qui centralise l'ensemble des aides sociales dont bénéficie une personne. Aujourd'hui, une des plus grandes injustices dans notre pays, c'est que des gens travaillent et se retrouvent dans des situations économiques plus faibles que des gens qui bénéficient de l'aide sociale. Cela ne doit plus arriver. Les 500 euros de différence entre ceux qui travaillent et ceux qui ne travaillent pas doivent devenir une réalité. Ce cadastre permettra de lutter contre les abus et de lutter contre ceux qui ont fait un business de l'aide sociale, en ont fait une rente électorale, comme on a pu le voir par exemple dans la commune d'Anderlecht, où trop souvent le Parti Socialiste a profité de telles situations pour pouvoir prospérer électoralement. Hiermee sluiten we de sessie van de mondelinge vragen.

Plenaire vergadering op 17 juli 2025

Beknopte versie

Van 15h17 tot 19h58 (4 uur en 41 minuten)

13 vragen, 5 voorstellen, 0 stemmingen

Volledig verslag op dekamer.be

Aanwezigheid

onbekend

Vragen

De vragen die gesteld werden tijdens deze vergadering.

De toekomst van de partijdotaties na de afschaffing van de Senaat

Gesteld door

VB Werner Somers

Aan

Bart De Wever (Eerste minister)

Bekijk antwoord

Werner Somers:

Mijnheer de eerste minister, de perceptie leeft, en is u bekend, dat u institutioneel geen deuk in een pakje boter kunt slaan. Ik begrijp dat u een trofee nodig had en die trofee was de afschaffing van de Senaat. Vorige maand is daarover een akkoord bereikt binnen het kernkabinet. De details die daarover naar buiten zijn gekomen, zijn echter ronduit verbijsterend. Los van het feit dat het leven van de Senaat nog wordt verlengd tot aan de verkiezingen van 2029, zou die afschaffing nauwelijks besparingen opleveren. Hallucinant is vooral dat de 10,5 miljoen euro aan dotaties, verdeeld over de politieke partijen die ook in de Senaat vertegenwoordigd zijn, zouden blijven bestaan. Hetzelfde geldt zelfs voor de 15,2 miljoen euro aan toelagen die de partijen dankzij de Senaat ontvangen voor werkingskosten en politiek personeel, terwijl die werkingskosten en personeel er na de afschaffing van de Senaat uiteraard niet meer zullen zijn.

Mijnheer de eerste minister, klopt het dat er binnen de regering overeenstemming is bereikt om de aan het bestaan van de Senaat gekoppelde partijdotaties en toelagen voor politiek personeel en werkingskosten te laten voortbestaan na de afschaffing van de Senaat? Zo ja, welke meerwaarde heeft volgens u die zogenaamde afschaffing dan nog? Biedt het binnen het kernkabinet bereikte akkoord over de afschaffing van de Senaat nog ruimte om de partijen alsnog de genoemde financiële voordelen te ontnemen, met het oog op het verkrijgen van de steun van de oppositie voor de afschaffing van de Senaat?

Bart De Wever:

Mijnheer Somers. ik denk dat we het erover eens zijn dat de Senaat vandaag geen enkele nuttige functie meer vervult. Ik zal persoonlijk de laatste zijn om het nut van tuintherapie voor mensen met een zorgnood in twijfel te trekken, maar een resolutie over de erkenning van tuintherapie als legitieme praktijk binnen het gezondheidsbeleid beschouw ik als onvoldoende om er een parlement voor open te houden. De resolutie in kwestie werd ingediend door de collega's van de PS op 13 juni. Mijnheer Dermagne, ik heb een grote tuin. Er is heel veel werk in, dus als u behoefte hebt aan therapie: soyez le bienvenu . Mijn vrouw zal tevreden zijn als u het gras komt maaien. Ik viseer u niet persoonlijk, maar het voorbeeld illustreert dat de Senaat na de zesde staatshervorming een reflectiekamer is geworden zonder reële impact.

De afschaffing van de Senaat is opgenomen in het regeerakkoord en we hebben inderdaad een politiek akkoord bereikt om die afschaffing gestalte te geven via verschillende modaliteiten. De belangrijkste voorwaarde daarbij is dat de Senaat niet opnieuw als een feniks uit haar as zal verrijzen. Dat is immers al een paar keer gebeurd.

Wat het financieel plaatje betreft voor de partijen, u weet dat we besloten hebben om de partijdotaties niet te indexeren. Dat hebben we gedaan; dat kunnen we zelf. Dat leidt tegen 2029 tot een gecumuleerde besparing van 7 miljoen euro op de partijen. We hebben ook een knip doorgevoerd op de kabinetskredieten, meer bepaald een vermindering van 30 %. Wat de parlementaire pensioenen betreft, ik weet niet wat hier voorafgaand aan de vergadering precies gebeurd is, maar het is de bedoeling dat die de pensioenhervorming zullen volgen. Dat is ook een besparing. Voorts worden de uittredingsvergoedingen gekort, komt er een tragere indexatie van onze lonen en een loonvermindering van 8 % voor de ministers. Het klopt dus niet dat deze regering niet wil besparen op de politiek.

Wat de Senaat betreft, u weet dat we ook de steun van de oppositie nodig hebben. Ik verwacht dan ook een debat om die steun te verwerven wanneer het ontwerp wordt ingediend. Iedereen zal daarbij zijn voorwaarden kenbaar maken om tot de afschaffing te komen.

Werner Somers:

Mijnheer de eerste minister, de manier waarop u de Senaat wilt afschaffen, is boerenbedrog. De Senaat zal nog kunstmatig in leven worden gehouden tot 2029. Het manna dat aan de Senaat is verbonden voor de politieke partijen, blijft ook na de afschaffing ervan bestaan. Dat hebt u zonet min of meer bevestigd. De deelstaten zullen bovendien niets meer te zeggen hebben over de bevoegdheidsverdeling tussen de federale staat en de deelstaten. Volgens het verkiezingsprogramma van de N-VA moest het federale Parlement worden vervangen door een confederale Kamer die zou worden bemand door deelstaatsparlementsleden. In plaats daarvan keren wij terug naar het unitaire België, en dat met een nominale Vlaams-nationalist aan het hoofd van de regering. Mijnheer De Wever, wanneer krijgen wij eindelijk meer Vlaanderen en minder België? Hoelang zult u het Vlaamse geduld nog op de proef stellen? Quo usque tandem abutere, Textor, patientia Flandrensis?

internationale politiek en migratie

Het uitblijven van Belgische steun voor sancties tegen Israël
De onenigheid in de regering over eventuele sancties tegen Israël

Gesteld door

Groen Staf Aerts
PVDA-PTB Sofie Merckx

Aan

Bart De Wever (Eerste minister)

Bekijk antwoord

Staf Aerts:

Mijnheer de eerste minister, elke dag sterven in Gaza 100 Palestijnen door Israëlisch geweld. Daarbovenop sterven elke dag opnieuw nog eens 300 Palestijnen door gebrek aan water, voedsel en medicijnen. Kinderen lijden honger, slapen in tenten, en zelfs die tenten worden gebombardeerd. Wie naar een voedselbedeling gaat, riskeert zijn leven. Er zijn al verschillende mensen doodgeschoten op weg naar een voedselbedeling. De Israëlische ministers zijn dan weer heel duidelijk over hun bedoelingen: zij zeggen letterlijk dat de Palestijnen moeten verdwijnen.

Collega’s, het is overduidelijk dat daar een genocide aan de gang is. Handel blijven drijven met een land dat een genocide pleegt, maakt België medeplichtig. De Europese Unie kwam een paar dagen geleden bijeen, maar geraakte niet verder dan een toezegging om Israël in het oog te houden. Terwijl er dagelijks 100 mensen sterven door Israëlisch geweld, geraken wij niet verder dan Israël in het oog houden, geen sancties, geen actie.

Mijnheer de eerste minister De Wever, dat is mede uw verantwoordelijkheid. Gisteren vernamen we van minister Prévot dat er binnen de Belgische regering geen akkoord was om te pleiten voor een opschorting van het handelsakkoord. De Belgische regering gaf geen steun voor acties, oefende geen druk uit, trok geen rode lijnen.

Nochtans zegt 70 % van de Belgen achter economische sancties tegen Israël te staan. Er bestaat zelfs een parlementaire meerderheid voor die sancties. Luister dus alstublieft naar dit Parlement. Luister naar de heer Seuntjens en mevrouw Lambrecht. Luister naar mijnheer Mahdi en mevrouw Van Hoof. Luister naar de heer Lutgen. Luister ook naar mevrouw Van Peel, uw eigen voorzitter, die in Humo verklaarde dat de N-VA geen sancties blokkeert en dat ze desnoods ontslag neemt. .

Mijnheer de eerste minister, uw daden spreken haar tegen. Minister Prévot mocht van de regering immers niet pleiten voor sancties.

Sofie Merckx:

Quelle honte! Quelle complicité! Et vous en souriez? Vous en rigolez? Je parle de ce qu'il se passe à Gaza. Cela fait 21 mois qu'on regarde un génocide en direct, et cela vous fait rire! Vous devriez avoir honte. Cela fait des mois que nous demandons des mesures contre Israël et que vous nous répondez qu'il faut voir au niveau européen.

Avant-hier, les ministres européens des Affaires étrangères étaient ensemble, et ils devaient parler de la suspension de l'accord commercial d'association entre Israël et l'Union européenne. Le ministre belge n'a même pas demandé de suspendre cet accord! Vous m'entendez bien. Il ne s'agit même pas de sanctions, mais de ne plus donner un accès privilégié aux produits israéliens ici en Europe. Vous devriez tous avoir honte de cette complicité.

Mais heureusement, dans ce pays, il n'y a pas que ce gouvernement de la honte, il y a aussi des citoyens et des associations. Ils ont été voir un juge pour demander que l'embargo s'applique concernant un container avec du matériel militaire qui devait aller en Israël, et le juge leur a donné raison. C'est une victoire.

Vous êtes le camp de la honte, et eux le camp de la fierté. Nous sommes le camp de la fierté. Cette victoire nous donne de l'espoir. Elle donne de l'espoir au peuple palestinien.

Monsieur le premier ministre, allez-vous appliquer un embargo contre le transit du matériel militaire vers Israël? Allez-vous enfin prendre des sanctions et des mesures contre Israël ou bien assumez-vous aujourd'hui votre complicité?

Bart De Wever:

Als regering leggen we de focus op de humanitaire situatie op het terrein. De regering vindt eensgezind dat het menselijk lijden op zo kort mogelijke termijn moet stoppen. Het geweld heeft al veel te lang geduurd. Daarover zijn we het allen eens.

Sinds het aantreden van de regering dragen we dat standpunt ook uit op het Europese toneel. De voortrekkersrol vanuit het Europese niveau staat in het regeerakkoord beschreven. Europa is de enige weg om een duidelijk signaal te kunnen laten weerklinken en ervoor te zorgen dat er op het terrein verandering kan komen. In die zin hebben we voorzichtig hoopgevende signalen ontvangen over de dialoog die de Europese Hoge Vertegenwoordiger voor Buitenlandse Zaken, Kaja Kallas, is aangegaan met de Israëlische regering om die humanitaire situatie effectief te verbeteren.

Onze regering pleit er wel voor om de druk Europees hoog te houden opdat die humanitaire hulp toegankelijk en veilig kan worden georganiseerd. Dat zullen we van nabij opvolgen. Als het tegenovergestelde zou blijken, dan sluit de regering verdere maatregelen of sancties niet uit. Dat zijn we overeengekomen, in tegenstelling tot wat hier wordt beweerd. Voor ons moet het humanitaire leed onmiddellijk stoppen.

Staf Aerts:

Mijnheer de premier, u sluit toekomstige sancties niet uit. Intussen zijn er al 65.000 mensen gestorven, maar nog neemt de regering geen sancties. Ongelooflijk, het is een schande! Al had ik het wel verwacht, collega’s.

Het is aan ons als Parlement om te beslissen wat de regering moet uitvoeren. Wij nemen die beslissing. In eer en geweten kunnen wij die beslissing nemen. Ik heb de afgelopen dagen en weken goed geluisterd naar mensen van Vooruit, Les Engagés en cd&v en het lijkt me dat een meerderheid in dit Parlement sancties tegen Israël wil. Zelfs binnen de N-VA bestaat er twijfel. Ik kan echt oprecht niet geloven dat de collega’s van de N-VA werkelijk allemaal net als collega Freilich geloven dat het om een rechtvaardige oorlog gaat. Ik kan niet geloven dat u dat allemaal denkt. Ik kan evenmin geloven dat iedereen van de MR de pro-Israëllijn van de heer Bouchez volgt.

Collega’s, denk goed na, want binnen vijf jaar zult u hierop worden aangesproken en niemand zal dan kunnen zeggen: "We wisten het niet." Die genocide voltrekt zich onder onze ogen.

Sofie Merckx:

"Wij sluiten eventuele verdere sancties niet uit als het nog erger wordt." Mijnheer de premier, meent u nu echt wat u zegt? Wat een schande! Wat denken jullie daar allemaal van? Gaan jullie daarmee akkoord? Gaan jullie akkoord met wat minister Prévot heeft gedaan op Europees niveau? Hij heeft niet eens gevraagd om de opschorting van het associatieverdrag. Wordt artikel 2 dan niet geschonden misschien? U bent allemaal medeplichtig als u niets doet. Gelukkig hebben vier verenigingen een klacht ingediend en hebben ze ervoor gezorgd dat het schip dat in Antwerpen geblokkeerd is niet naar Israël mag vertrekken. Er mogen geen wapens uitgevoerd worden. Ook daarover heeft de premier zich niet uitgesproken. Wij zullen blijven pleiten voor een embargo. Als u nog in de spiegel wilt kunnen kijken, neem dan maatregelen.

Het zomerakkoord
Het zomerakkoord
Het zomerakkoord 2025 van de regering
Het zomerakkoord
Het eventuele zomerakkoord

Bekijk antwoord

Steven Coenegrachts:

Mijnheer de eerste minister, we maken de finale van het zomerakkoord mee. Het is D-day voor twee hervormingen die wij vanuit de oppositie steunen, namelijk de beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd en de pensioenhervorming.

Ik wil u er vandaag aan herinneren dat u de politieke prijs daarvoor al hebt betaald. U hebt ministerraad na ministerraad taks na taks na taks moeten invoeren, met als summum de enige belasting die in dit land nog niet bestond, de meerwaardebelasting, ingevoerd ten koste van de middenklasse. Ik maak mij daar zorgen over, mijnheer de eerste minister, want ik lees dat Vooruit en cd&v op één lijn zitten, de lijn van meer belastingen en meer uitzonderingen.

De vraag is dan ook heel simpel, mijnheer de eerste minister. Kunt u ons geruststellen? Kunt u ons geruststellen dat u werken meer zult laten lonen? Kunt u ons geruststellen dat de defensietaks er niet komt? Kunt u ons geruststellen dat het idee van staatsgeneeskunde naar de prullenmand wordt verwezen? Kunt u ons geruststellen dat u eindelijk zult stoppen met taksen, taksen en nog eens taksen?

Mijnheer de eerste minister, u hebt beloofd dat de kleine man, de meeste Vlamingen, uw beleid niet zouden voelen. Stel ons alsjeblieft gerust.

Raoul Hedebouw:

Mijnheer de eerste minister, u onderhandelt over een zomerakkoord, maar ik stel mij toch wel vragen over de timing daarvan. Het is in België de gewoonte geworden dat al die antisociale wetten erdoor worden gejaagd als de mensen met vakantie zijn. Dat is echt typisch de gang van zaken in ons land.

Het is zelfs nog erger, want wanneer zal men tot de afronding van dat akkoord komen? Enkele uren na het sluiten van het Parlement? Het is duidelijk dat er in het Parlement geen vragen meer mogen worden gesteld over het akkoord, waarover vannacht nog zal worden onderhandeld. Dat is gewoon totaal ondemocratisch. Men heeft dit expres zo gedaan, collega's. Is dat niet erg? Ja, dat is erg. Waarom gaat men zo te werk? Omdat dit akkoord zo onevenwichtig is.

We wisten vorige week al dat de superrijken niet aan de meerwaardebelasting zouden bijdragen. Wat ligt er dan op de tafel? Dat het volk zal moeten betalen.

Wat weten we? Vandaag gaan we stemmen over een uitgestelde indexering van twee maanden op de pensioenen, wat neerkomt op een verlies van 70 euro bij elke indexaanpassing.

We weten dat vandaag de regeling voor het nachtwerk goedgekeurd zal worden, waarna de nachtpremies weggenomen zullen worden van de werkende klasse tussen 20 uur en middernacht. Zal daarover niet onderhandeld worden? Nee, natuurlijk niet.

Allemaal aanvallen.

We weten dat de heer Jambon de pensioenmalus vandaag nog erger wil maken. Dit wil zeggen, beste collega's, dat een vrouw van 62 jaar die gedurende haar carrière 43 jaar deeltijds gewerkt heeft, 10 % minder pensioen zal krijgen. Dat wisten we al. Wat Jambon nu wil, is dat het 20 % minder wordt. 328 euro minder voor die gepensioneerde vrouw. Een schande! Een schande!

En dat maakt dit akkoord zo onevenwichtig. Zo antisociaal. De superrijken zullen niets moeten betalen, maar de werkende klasse, de gepensioneerden, de werklozen zullen moeten betalen.

Mijnheer de eerste minister, kan dat nog rechtgetrokken worden deze nacht? Of gaat u door met uw koel antisociaal beleid?

François De Smet:

Monsieur le premier ministre, encore quelques heures de réunion, quelques heures d'efforts et normalement vous aurez bouclé votre accord d'été, ce qui vous permettra de réaliser ce que je sais être l'un de vos plus vieux rêves: pouvoir célébrer la fête nationale comme premier ministre du Royaume de Belgique. Et ce, 195 ans après que les fondateurs de ce pays ont bouté hors de nos contrées les troupes néerlandaises du roi Guillaume I er d'Orange-Nassau. Qui l'eût cru?

Vous êtes tellement attaché à ce pays – je parle de la Belgique évidemment – que vous avez décidé d'en conserver la pire des traditions, le grand accord pêle-mêle où on empile les dossiers sensibles, éparpillés qui doivent tous aboutir en même temps. Et vous allez emballer pêle-mêle la taxation des plus-values qui doit punir ceux qui investissent, la réforme des soins de santé qui va punir les médecins et les soignants, la fusion des zones de police qui va punir les Bruxellois, l'achat des F-35 qui va accroître notre dépendance technologique vis-à-vis des États-Unis et vous réussissez même à ajouter des dossiers aussi essentiels que le Plan national Énergie-Climat ou même, a-t-on lu, les visites domiciliaires. Le tout, emballé en cette période très particulière juste après la fin de la session parlementaire et juste avant que la moitié du pays parte en vacances.

Alors, indépendamment des dossiers de fond, monsieur le premier ministre, cette manière de procéder pose problème. Est-il normal – vous n'êtes pas le premier à le faire – qu'on se retrouve à boucler un paquet de réformes à ce point importantes dans ce timing qui vous permet de tabler à la fois sur les vacances parlementaires et les vacances des citoyens? Est-ce une saine manière de travailler?

Et puis, voici une question plus concrète. Théoriquement, vous sortez à l'instant d'un kern convoqué à midi, qui est supposé avoir entériné l'accord sur la dotation complémentaire des CPAS, censée permettre que les effets dévastateurs de la réforme du chômage et de l'emploi de M. Clarinval puissent être compensés. Pouvez-vous au moins maintenant nous dire s'il y a un accord pour financer pour plus de 234 millions les CPAS de ce pays? Je vous remercie pour votre réponse claire et nette sur ce point.

Barbara Pas:

Mijnheer de eerste minister, naar goede Belgische traditie blijven de regeringsonderhandelingen gewoon doorlopen. Dat resulteert altijd in nachtelijk gemarchandeer en slappe akkoorden, waarbij elke partij wel een trofeetje binnenhaalt, maar die fundamenteel niets veranderen. Dat de N-VA bij zulke onderhandelingen tegelijkertijd plat op de buik kan gaan en de broek kan afsteken, daarvan hebben we deze week al een staaltje gezien bij de Brusselse regeringsonderhandelingen.

U wilt nog een aantal knopen doorhakken en de timing, midden in het mosselseizoen, is veelzeggend. Er is sprake van een compensatie voor de OCMW’s, die meer leeflonen zullen moeten bekostigen, aangezien de werkloosheidsuitkeringen in de tijd beperkt worden. Les Engagés zou de programmawet straks zelfs niet goedkeuren zonder die compensatie. Is dat punt al afgeklopt?

Uiteraard moet werken lonen, maar de plannen voor de pensioenhervorming zijn hoogst asociaal. De huismoeders, huisvaders en mantelzorgers, mensen die een belangrijke sociale bijdrage leveren, zullen de dupe zijn.

Dan is er nog de meerwaardebelasting. Gaat u werkelijk door met die draak van een zogenoemde Jambontaks, die vooral de Vlamingen treft, kleine beleggers discrimineert, superrijken ongemoeid laat en vanaf 2031 zelfs ook minwaarden belast? Hoe zit het met de technische opmerkingen die nog moesten worden uitgeklaard? Worden de banken en de accountants, ondanks hun geheimhoudingsplicht, ingezet als spionnen voor de fiscus, ja of nee?

Als u vannacht of morgenochtend tot een zomerakkoord komt – het is reces – zult u dat dan, zoals het hoort, eerst in het Parlement bespreken of zult u zich beperken tot een eenzijdige toelichting via een persconferentie?

Pierre-Yves Dermagne:

Monsieur le premier ministre du Royaume de Belgique, dans quelques jours, nous serons le 21 juillet, qui est encore aujourd'hui le jour de la fête nationale dans ce pays. Pourtant, cette année, monsieur le premier ministre, mesdames et messieurs les parlementaires de la majorité, le cœur ne sera pas à la fête pour de nombreuses concitoyennes et de nombreux concitoyens belges.

Cette année, ce qui sera au programme des festivités du 21 juillet – si tant est que vous mettiez un point final à ce prétendu accord d'été –, c'est un feu d'artifice de mesures brutales et injustes, un défilé d'attaques sur notre modèle social, et vous, monsieur le premier ministre, Bart 1 er en roi de la casse sociale.

Quand nous voyons ce qui est sur la table du gouvernement, ce que nous entendons, les bruits de couloirs, ce que nous lisons dans la presse sur ce qui figure aujourd'hui sur la table de négociation et ce qui n'y figure plus, nous comprenons que les cœurs ne soient pas à la fête pour de nombreuses et de nombreux Belges.

L'ambition affichée pendant la campagne d'augmenter le pouvoir d'achat des Belges est partie en fumée. Les 500 euros supplémentaires promis aux travailleuses, aux travailleurs et à la classe moyenne ont également fondu comme neige au soleil. Avec les achats compulsifs de votre ministre de la Défense, les familles de ce pays n'auront pas 500 euros en plus, mais bien 500 euros en moins par mois.

Que dire encore des enseignants qui vont voir leur pension diminuer? Que dire des travailleurs de nuit qui vont perdre leurs primes? Puis, bouquet final, cerise sur le gâteau – pour être bien certain de gâcher l'été des Belges –, nous apprenons qu'un malus pension pourra faire perdre jusqu'à un quart du montant de la pension pour des milliers de travailleurs, que de très nombreux médicaments vont voir leur prix quadrupler, etc.

Monsieur le premier ministre, il est encore temps d'arrêter la machine. Il est encore temps d'entendre la rue, d'entendre les Belges. Allez-vous donc revoir votre (...)

Bart De Wever:

Het klopt dat we op het moment in de regering werken om nog vóór het zomerreces een aantal belangrijke hervormingen in eerste lezing af te kloppen. Als dat lukt, gaan we naar de grootste sociaal-economische hervorming in dit land van deze eeuw. U zult begrip hebben voor het feit, of net geen begrip, n' importe ¸ dat ik in de context van de lopende onderhandelingen geen grote uitspraken kan doen over wat er op tafel ligt. Ik zal er ook geen kleine uitspraken over doen. Ik zal er helemaal niets over zeggen.

Er is hier veel onzin verteld vanop de kansel: aan de ene kant ging het over taksen, taksen, taksen en aan de andere kant noemde men het beleid koel en neoliberaal. Beide kunnen niet waar zijn, dat beseft u zelf ook wel. Het is het een of het ander en waarschijnlijk geen van beide.

Wie het regeerakkoord heeft gelezen, weet ongeveer waaraan hij of zij zich mag verwachten. Het gaat om noodzakelijke maatregelen waarmee we, ten eerste, de vergrijzingsfactuur kunnen verlichten, die als een strop rond de hals van dit land hangt. De Studiecommissie voor de Vergrijzing was wat dat betreft bemoedigend over de geplande maatregelen. We zullen de vergrijzingsfactuur op lange termijn eindelijk onder controle krijgen. Dat gebeurt veel te laat, maar beter laat dan nooit.

Ten tweede zullen we deze legislatuur de belastingen verlagen voor wie werkt, mijnheer Coenegrachts, en zeker voor wie dat doet aan een laag of gemiddeld loon. Er zullen dus net minder taksen zijn.

Ten derde maken we onze economie aantrekkelijker via een verlaging van de loonlasten en via competitieve versoepelingen op onze arbeidsmarkt.

Ten vierde verbeteren we eveneens onze veiligheidssituatie en verstrengen we ons asiel- en migratiebeleid.

Dat is waaraan u zich mag verwachten, als we de nacht doorkomen. Van mij mag het ook vanavond al gebeuren, niet, collega-ministers? Het zal wel voor vannacht of morgenvroeg zijn; we zullen zien.

Zoals steeds zult u, het Parlement, de maatregelen uitgebreid kunnen bespreken, als de regering met wetsontwerpen komt.

Si nous aboutissons tout à l'heure ou, probablement, plutôt demain, ce sera déjà le deuxième grand accord conclu par le gouvernement au cours de ses six premiers mois au pouvoir. Comme vous le savez, un accord de Pâques sur le budget 2025 a déjà été conclu voici trois mois. L'essentiel de celui-ci, la loi-programme, sera voté tout à l'heure, malgré de nombreuses manœuvres regrettables. Cela signifie, entre autres, que les allocations de chômage pourront ainsi enfin être limitées dans le temps; ensuite, que la TVA sur la démolition et la reconstruction pourra également être réduite et, enfin, que la nationalité ne pourra plus être accessible à bas prix. Je pense que ce sont des réformes à saluer une par une. Poursuivons donc notre travail dans l'intérêt de tous nos concitoyens.

Steven Coenegrachts:

Mijnheer de premier, u hebt gezegd dat u veel onzinnige zaken over taksen hebt gehoord. Ik ben het met u eens, die taksen zijn inderdaad onzinnig, maar ze zijn wel bittere realiteit voor de degenen die ze betalen. Uw meerwaardebelasting, uw carried interest tax , die worden wel betaald door bedrijven en door echte mensen.

Ik was ongerust en u hebt mij niet kunnen geruststellen. Over lastenverlagingen heb ik weinig gehoord. Ik weet wat het regeerakkoord belooft: misschien op het einde van de rit, ergens in de verre toekomst wordt een beetje van de belastingverhogingen tenietgedaan. Wij willen die nú al zien, we willen die deze maand al zien, want de economie heeft echt zuurstof nodig.

Mijnheer de premier, recht uw rug, stap naar de regeringstafel en kies de kant tegen de taksen, taksen, taksen en voor de mensen die sparen, die werken en die ondernemen.

Raoul Hedebouw:

Monsieur le premier ministre, vous nous confirmez donc que ce gouvernement, comme tous les gouvernements de ces dernières années, profite des vacances pour vite faire passer un ensemble de mesures antisociales. C'est profondément antidémocratique. Vous profitez du fait que les gens ne sont pas là pour faire passer tout cela. Vous profitez du fait que ce Parlement va fermer. C'est foncièrement antidémocratique. Les gens le disent souvent.

(…) : (…)

Raoul Hedebouw:

C'est la vérité! Vous n'aimez pas entendre cela.

Ten tweede, mijnheer de eerste minister, hebt u het rapport van de Vergrijzingscommissie gelezen? Daarin staat duidelijk dat de pensioenmalus vijftig procent van de vrouwen zal treffen. De N-VA ontkent, maar het staat zwart op wit in het rapport.

Leden van cd&v, Vooruit en Les Engagés, hoe durft u?

Cinquante pour cent des femmes seront touchées par ce malus pension, et vous laissez faire.

Het is een onevenwichtig, antisociaal akkoord en daarom zullen we op 14 oktober (…)

Voorzitter:

Mijnheer Hedebouw, de uitleg werd net buiten de micro gezegd, maar ik meen dat de datum hier al eerder vernoemd is. De trouwe luisteraars kennen die al.

François De Smet:

Monsieur le premier ministre, merci pour vos réponses. Je comprends que vous soyez en pleine négociation mais je pense qu'on était en droit d'attendre un peu plus. Vous vous êtes contenté de réciter l'accord de gouvernement – que nous commençons tous à connaître. Je suis surpris que vous ne puissiez même pas nous répondre sur la compensation octroyée aux CPAS parce qu'à cette heure-ci, cela devrait déjà être réglé – même si on a bien entendu les doutes exprimés par le ministre du Budget.

Cela ne me surprend pas car ce dossier, c'est un peu votre mauvaise conscience! Si la politique de l'Arizona sur la réforme du chômage fonctionnait, il ne serait dès lors pas nécessaire de refinancer les CPAS puisque tout le monde retrouverait un emploi. Mais vous savez que ce ne sera pas le cas!

Ce qui sera intéressant à observer, c'est que plus vous craignez que cette réforme ne fonctionne pas et crée des exclus, plus vous aurez besoin de refinancer les CPAS. Nous saurons donc bientôt, lorsque le vrai montant sera dévoilé, à quel point vous estimez réellement vos chances de réussite. Nous, nous savons que cette réforme produira surtout des exclus et pas assez de travailleurs.

Barbara Pas:

Mijnheer de eerste minister, voor de verkiezingen beweerde u steevast dat er in ons land geen federale regering meer kon worden gevormd die onze welvaart kan redden. U zei toen letterlijk: "Ik geloof niet meer in federale hervormingen. Wij doen daar niet meer aan mee." Vandaag kijkt u uit naar 21 juli en doet u exact het tegenovergestelde. U zult begrijpen dat ik, en velen met mij, daar niet in geloof en er ook niet aan meedoe.

Uw pensioenhervorming is asociaal. Ze treft mantelzorgers en huismoeders, terwijl de pensioenen binnen Vlaanderen nochtans perfect betaalbaar zijn. Dat kan zonder Jambontaks en andere belastingverhogingen. Wat in uw zomerakkoord, en eigenlijk al in uw regeerakkoord, had moeten staan, is fiscale autonomie en de regionalisering van het arbeidsmarktbeleid. Met wat u vandaag doet, beperkt u zich tot gebroddel in de marge. U weet dat, en dat is misschien nog het meest verwerpelijke.

Pierre-Yves Dermagne:

Monsieur le premier ministre, vous avez confirmé mon impression et ma crainte que ce 21 juillet ne soit pas la fête nationale pour la Belgique et pour les Belges. Ce ne sera pas en raison de la météo. Je ne sais pas quel temps il fera. Je ne sais s’il va pleuvoir. Je ne sais pas si nous aurons cette fameuse drache nationale. En tout cas, ce qui est certain, c’est que nous aurons une drache sociale, qui va s’abattre sur des millions de Belges. Votre gouvernement des droites, avec vos complices du MR et des Engagés, organise un défilé de mesures injustes et contraires aux intérêts des travailleurs. Avec votre réforme fiscale, personne n’aura les 500 euros nets en plus par mois promis pendant la campagne. Avec votre réforme des pensions, ce seront des centaines d’euros en moins et des années de travail en plus pour toute une série de travailleurs et de travailleuses. Avec votre réforme du marché du travail, ce seront des primes de nuit qui s’envolent, des préavis rabotés ou des jours de congé supprimés. Avec votre taxe sur la maladie, ce seront des millions de Belges qui devront payer jusqu’à quatre fois plus (…)

klimaat, energie en landbouw

De verontrustende gevolgen van de herziening van het GLB voor onze familiale landbouw

Gesteld door

Les Engagés Anne Pirson

Aan

David Clarinval (Minister van Werk, Economie en Landbouw)

Bekijk antwoord

Anne Pirson:

Monsieur le ministre, il y a des décisions politiques qui marquent des tournants, et puis il y a des tournants qui ressemblent davantage à des abandons. Et ce sentiment d'abandon, c'est ce qu'éprouvent les agriculteurs après avoir entendu hier la Commission européenne, qui a dévoilé son projet de budget pour les années à venir. C'est un budget titanesque, plus de 2 milliards d'euros. Mais pour quel cap? Pour bâtir un projet industriel ambitieux, mais qui relègue l'agriculture à l'arrière-plan. Alors comment?

On veut diminuer de 20 % l'enveloppe du premier pilier, qui concerne directement les revenus des agriculteurs. En plus, elle va devoir servir à couvrir d'autres politiques.

Le deuxième pilier, qui a pour objectif de favoriser l'innovation et la vitalité des zones rurales, disparaît complètement. L'agriculture plus durable n'est plus une priorité. Vive l'agriculture industrielle finalement, au détriment de notre agriculture familiale. Est-ce vraiment ce que l'on veut?

Troisièmement, les aides seront réparties selon une volonté nationale. Donc, ce sont les États qui vont se faire concurrence. En plus, ils pourront subsidier leur agriculture, sans qu'il y ait de plafond.

Monsieur le ministre, comment comptez-vous défendre une augmentation de l'enveloppe agricole dans la négociation sur le budget? Comment notre pays va-t-il arbitrer entre les priorités agricoles et de cohésion dans la répartition des fonds? Les nouvelles règles vont imposer des cofinancements nationaux. La Belgique aura-t-elle les moyens de suivre? On connaît l'état de ses finances. Comment éviter que les politiques sociales et environnementales ne soient les variables d'ajustement d'un budget réduit?

Monsieur le ministre, on ne peut pas tourner le dos à nos agriculteurs. (…)

David Clarinval:

Madame la députée, je dois bien avouer que je partage votre analyse et vos craintes. En effet, la Commission européenne a présenté hier soir sa proposition de cadre financier pluriannuel 2028-2034. Il s'agit d'un ensemble de documents volumineux que nous sommes encore en train d'examiner dans le détail. Cela dit, une première lecture transversale suscite déjà de vives inquiétudes de notre part. Ces textes ne correspondent pas à la position défendue par la Belgique, qui a été adoptée en DGE (Direction générale Affaires européennes et Coordination) et que j'ai eu l'occasion de rappeler lors du Conseil Agriculture et Pêche du 24 mars dernier.

La position belge est que le futur cadre financier doit garantir un budget PAC spécifique, indépendant, intégré et fort, structuré en deux piliers solides. Sur le plan des montants, il ne peut pas diminuer proportionnellement. Or, dans la proposition actuelle, trois aspects m'inquiètent: la perte d'une ligne budgétaire distincte pour la PAC au profit d'une globalisation avec d'autres programmes européens pour former un méga-fonds unique incluant les fonds de cohésion et de développement rural; le risque de transfert entre enveloppes au détriment du secteur agricole; l'introduction d'objectifs climatiques et du principe "Do No Significant Harm" (DNSH) sans concertation suffisante, alors que ceux-ci doivent rester proportionnés et adaptés aux réalités de terrain.

Je m'en ferai le relais auprès de mes collègues des Finances et du Budget compétents pour ces négociations qui doivent, je le rappelle, aboutir fin 2027. Par conséquent, il nous reste encore un peu de temps, mais il nous est impératif d'agir dès à présent. La PAC ne peut pas devenir une variable d'ajustement budgétaire ou environnemental. Elle doit rester un programme stratégique, à part entière, au service de nos agriculteurs, de notre souveraineté alimentaire et doit, bien évidemment, bénéficier d'un soutien financier suffisant. Je serai extrêmement vigilant dans la suite de ces négociations. Vous pouvez compter sur moi.

Anne Pirson:

Monsieur le ministre, merci pour vos réponses. J'entends que vous partagez notre inquiétude, et cela ne me rassure pas. Face aux crises géopolitiques, à la guerre en Ukraine, aux tarifs annoncés par Donald Trump, au dumping chinois, l'Union européenne ne peut pas rester silencieuse, s'effacer ou se fragmenter. Et ce n'est certainement pas en détricotant la politique agricole commune que nous relèverons les défis qui se dressent devant nous. Vous dites que vous serez très attentif, et je l'espère. Il n'est pas trop tard pour corriger le tir; il nous reste encore quelques mois. C'est votre responsabilité, et celle du gouvernement, de défendre une vision de la PAC ambitieuse, équitable et durable. Parce que la politique ne peut pas oublier la terre. Et surtout, elle ne peut pas oublier celles et ceux qui la travaillent.

economie en werk

De obstakels voor het opnemen van palliatief verlof
De obstakels voor het opnemen van palliatief verlof

Gesteld door

Vooruit Anja Vanrobaeys
CD&V Nahima Lanjri

Aan

David Clarinval (Minister van Werk, Economie en Landbouw)

Bekijk antwoord

Anja Vanrobaeys:

Mijnheer de minister, afgelopen week getuigde Stéphanie in de krant: "Ik moest spaargeld gebruiken om voor moeder te zorgen". Ze heeft palliatief verlof genomen om voor haar ongeneeslijke moeder te zorgen; ze zette haar leven on hold om de laatste weken samen door te brengen. Dat moest ze eenwel betalen, letterlijk. Ze kreeg een uitkering van ongeveer 750 euro, terwijl haar huishuur 850 euro bedraagt. Ze moest haar eigen spaargeld en de reserves van haar moeder aanspreken. Naast het verdriet en de pijn van het afscheid was er ook de stress over het geld.

Stéphanie is niet alleen. Het Netwerk Palliatieve Zorg ziet het maar al te vaak: alsmaar meer mantelzorgers moeten zich ziek melden, niet omdat ze ziek zijn, maar gewoon om financieel te overleven.

Er zijn nog drempels. Palliatief verlof neemt men op voor één maand, terwijl palliatieve zorg onvoorspelbaar is. Soms is er een snelle achteruitgang, maar soms niet. Wie het wil, zou het palliatief verlof in weken moeten kunnen opnemen, per één week of per twee weken. Maar de wetgeving laat hun dat nu niet toe.

Mijnheer de minister, het is echt onmenselijk. Hoe is het in hemelsnaam mogelijk dat mensen die op zulke momenten voor hun dierbaren willen zorgen, zo in de problemen komen? Het systeem faalt, net op het moeilijkste moment in een mensenleven.

Ik heb dan ook maar één eenvoudige vraag: wat zult u hieraan doen?

Nahima Lanjri:

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, welke maatschappij willen wij? Willen wij een maatschappij waarin iemand die tijdelijk zorg draagt voor een ongeneeslijk ziek familielid, zoals een partner, een kind of een ouder, in de problemen komt? Niet met cd&v!

Stéphanie, een vrouw van 38 jaar, kwam wel in de problemen. Met de uitkering die zij voor het palliatief verlof kreeg, kon zij zelfs haar huishuur niet betalen. Bovendien geraakte zij verstrikt in een mallemolen van administratie. Zij voelde zich allesbehalve gesteund. Dat is schrijnend.

De uitkering is zo laag dat heel wat mantelzorgers niet anders kunnen dan naar de dokter te gaan om een ziektebriefje te vragen, anders komen zij niet rond. Bovendien is er zoveel papierwerk en duurt het lang eer men antwoord krijgt op zijn aanvraag, net op een moment dat de aanvrager eigenlijk daarvoor geen tijd heeft. Sommige werkgevers geven hun werknemers zelfs de raad om bij de dokter een ziektebriefje te halen. Dat is natuurlijk niet de bedoeling. Meer nog, heel wat mantelzorgers voelen zich ook schuldig, want ze zijn niet ziek en willen enkel voor hun zieke moeder of ziek kind zorgen.

Voor cd&v moet zorgverlof altijd gemakkelijk en flexibel opneembaar zijn, bijvoorbeeld ook in periodes van weken, omdat het niet altijd nodig is om een volledige maand op te nemen. Een dergelijk voorstel ligt op tafel. Wij hebben dat afgelopen dinsdag 15 juli 2025 nog in de commissie besproken. Cd&v heeft een wetsvoorstel om het mantelzorgverlof flexibeler te maken, om het in weken te kunnen opnemen en om de administratie te verminderen. Dat willen wij ook voor het palliatief verlof.

Mijnheer de minister, bent u bereid om de aanvraagprocedure te vereenvoudigen, te zorgen voor meer flexibiliteit en de vergoeding te verhogen?

Voor cd&v is het als gezinspartij duidelijk. Zorgen voor iemand anders kunnen wij alleen maar toejuichen. Dus moeten wij ook zorgen voor degene die zorgt.

David Clarinval:

Beste collega’s, vooreerst wil ik mijn diepe medeleven betuigen aan iedereen die een dierbare in de terminale fase begeleidt.

Werknemers worden inderdaad met moeilijkheden geconfronteerd wanneer ze palliatief verlof willen opnemen. Elke vorm van menselijke en financiële steun is van belang. In het regeerakkoord wordt het behoud van de thematische verloven bevestigd, uitdrukkelijk met inbegrip van het palliatief verlof. Het recht op palliatief verlof is voor veel werknemers essentieel en het is onze ambitie om dat volledig te behouden. In het kader van de administratieve vereenvoudiging van de thematische verloven zal bijzondere aandacht worden besteed aan een waardige vergoeding bij opname van palliatief verlof, zodat onaanvaardbare financiële verliezen voor de betrokken families worden vermeden.

Dames, u kunt rekenen op mijn vastberadenheid in het dossier. Ik zal erop toezien dat het financiële aspect geen obstakel vormt voor de families die geconfronteerd worden met bijzonder moeilijke privésituaties.

Anja Vanrobaeys:

Mijnheer de minister, u erkent dat de zorg voor een stervend familielid nooit iemand ertoe mag nopen zich ziek te melden en dat de loopbaanonderbrekingsvergoeding moet volstaan om rond te komen. Dat stemt mij tevreden. Voor Vooruit is het duidelijk: mensen die zorg dragen voor hun partner, ouder of kind van wie het levenseinde nadert, moeten kunnen rekenen op een sterke overheid, die hen ondersteunt.

Ik ben bezig met de voorbereiding van een wetsvoorstel dat voor een betere inkomensbescherming en administratieve vereenvoudiging moet zorgen en een flexibele opname van het palliatief verlof moet toelaten. Zorgen voor familieleden die aan het einde van hun leven zijn, doet men immers uit liefde, uit menselijkheid en uit respect voor hun laatste wensen. Wie zorg draagt voor anderen, zal altijd op Vooruit kunnen rekenen.

Nahima Lanjri:

Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord. Ik ben tevreden dat u het probleem erkent en verwijst naar het engagement van de regering in het regeerakkoord om werk te maken van een oplossing. Overigens vechten wij daar vanuit cd&v al heel lang voor, al meer dan 15 jaar. We hoeven zelfs geen wetsvoorstel meer te schrijven. Het is klaar en hopelijk zult u het steunen, mevrouw Vanrobaeys. We moeten het wel uitbreiden tot het palliatief verlof. Mijnheer de minister, laten we in september ervoor zorgen dat men het zorgverlof flexibel kan opnemen, bijvoorbeeld in weken, zonder administratieve rompslomp en met een betere vergoeding. Nu zijn mantelzorgers immers verplicht om bij de dokter een ziekteattest te vragen, terwijl ze dat eigenlijk niet willen. Wij pleiten er dus voor, mijnheer de minister, dat we zorg dragen voor wie zorgt. Zij mogen geen stress hebben door loonverlies en moeten zich niet bezighouden met allerlei administratieve rompslomp. Dat zijn zaken waar ze (…)

economie en werk

De hervorming van het familiaal verlof
Het familiaal verlof

Gesteld door

Ecolo Sarah Schlitz
PS Caroline Désir

Aan

David Clarinval (Minister van Werk, Economie en Landbouw)

Bekijk antwoord

Sarah Schlitz:

Monsieur le ministre, pendant les vacances, nous sommes dans l'insouciance et la liberté. Mais pour d'autres, pour des milliers de familles, en particulier pour des mamans, c'est aussi une période qui rime avec casse-tête et avec stress.

La semaine dernière, vous nous expliquiez qu'être maman solo n'est pas un motif pour être au chômage toute sa vie, que ce serait simplement une question d'organisation. Je me doutais bien que vous n'aviez pas passé votre mois de juin à faire réviser pour les examens, à aller donner un coup de main à la fancy fair, à trouver des stages pour les gamins pour les semaines où vous travaillez, à anticiper la rentrée, à inscrire la grande au foot ou à préparer les sacs pour aller en colo ou pour aller au camp scout.

Votre réforme des congés familiaux démontre à nouveau votre niveau de déconnexion des réalités des familles belges. Monsieur le ministre, qui a concocté cette réforme? Qui avez-vous consulté pour en rédiger les grandes lignes? Pas les experts, en tout cas. Ils tirent d'ailleurs la sonnette d'alarme.

Ils disent que cette réforme va menacer le congé de maternité, qu'elle va mettre la pression sur les mères pour qu'elles cèdent leur congé à d'autres membres de leur famille. Elle peut aussi potentiellement aggraver les conflits familiaux et augmenter la précarité des mères, et en particulier les mamans solos, ces fameuses femmes qui sont mal organisées.

Monsieur le ministre, quelles sont vos balises? Je ne vais même pas vous demander de retirer cette réforme, parce que je sais que vous ne le ferez pas, mais il faut au moins écouter les remarques de la société civile, de sorte que les trois mois de repos de maternité, qui sont absolument indispensables, soient immunisés; de sorte qu'il y ait un véritable maintien des rémunérations. On sait que c'est le seul levier pour qu'il y ait une équité dans la possibilité de prendre un congé parental ou non.

Enfin, quelles garanties allez-vous mettre en place pour que cette réforme ne soit pas un nouveau terreau pour l'enracinement de nouvelles formes de violences au sein des familles ou entre ex-conjoints?

Caroline Désir:

Monsieur le ministre, vous avez lu comme moi – je l'espère – la carte blanche parue hier dans la presse et signée par toutes les associations féministes. Elle dénonce une réforme des congés familiaux profondément inégalitaire pour les femmes. Ce n'est pas un sac à dos, monsieur le ministre, c'est un fardeau que vous allez leur faire porter.

Vous affirmez que ce sac à dos pourra être partagé avec le père, la coparente ou les grands-parents. Mais tout est dans le conditionnel. Cela pourra se faire, à condition que les grands-parents habitent assez près. À condition que le père accepte d'interrompre sa carrière. À condition que l'employeur ne fasse pas pression. Ça fait évidemment beaucoup de si.

Et avec toute la concurrence que vous organisez sur le marché du travail, avec les exclusions du chômage que vous préparez, la pression ne fera qu'augmenter. Mettre tout en commun peut paraître équitable. Mais pour que cela fonctionne, il faudrait un contexte réellement égalitaire, or ce n'est pas le cas.

On sait que les inégalités dans la répartition de la charge familiale pénalisent déjà lourdement les femmes, tout au long de leur carrière, et à l'âge de la pension. Ce qu'il aurait fallu, monsieur le ministre, c'est allonger ce congé, mieux le rémunérer, améliorer les congés pour les pères et coparents et, surtout, les rendre au moins partiellement obligatoires. C'est ce que les associations réclament depuis des années.

Monsieur le ministre, que visez-vous exactement avec cette réforme? Même les pays scandinaves sont aujourd'hui en train de revoir leur copie parce qu'ils constatent que ce système creuse encore les écarts entre hommes et femmes. Vous, qui aimez citer les autres pays pour justifier vos réformes, allez-vous prendre exemple sur les pays scandinaves? Surtout, allez-vous enfin prendre en compte les femmes?

David Clarinval:

Monsieur le président, avant de répondre aux questions, je voudrais quand même signaler à Mme Schlitz que je n'ai jamais dit que les mamans solos étaient des personnes mal organisées. Je ne sais pas d'où elle tient cela; elle l'a rêvé. Ce n'est pas vrai et je voudrais donc quand même que vous corrigiez ces propos.

Mesdames les députées, vos questions m'offrent l'occasion de rappeler que l'accord de gouvernement prévoit l'introduction d'un crédit familial. Ce crédit vise à harmoniser les droits de congé entre salariés, indépendants et fonctionnaires en les regroupant dans un sac à dos de droits attribués à la naissance d'un enfant. Il inclut les congés existants et introduit des possibilités nouvelles, comme un congé pour les grands-parents ou une prise équitable par les deux parents. En cas de monoparentalité, le parent unique bénéficie de l'ensemble du crédit.

Notre objectif est clair: garantir une égalité de traitement entre tous les travailleurs, promouvoir un partage équilibré des responsabilités familiales et renforcer l'attractivité de l'emploi en rendant celui-ci compatible avec la vie de famille. Nous poursuivons ce travail avec méthode et totale transparence, dans un esprit de justice sociale et de responsabilisation.

Un de mes premiers actes en étant ministre, dès le mois de mars 2025, a été de présenter ce dossier tel qu'il est écrit dans l'accord de gouvernement aux partenaires sociaux – via le Conseil National du Travail – en vue de recueillir le plus rapidement possible leurs contributions. Madame Schlitz, les experts qui travaillent là-dessus sont les partenaires sociaux. Je donne la chance aux partenaires sociaux de travailler sur ce cadre et de me revenir avec des propositions. Je suis très soucieux de la concertation sociale et j'attends vraiment qu'ils m'apportent des modifications, des contributions sur ce texte. Je ne vais donc pas préempter de décision par rapport à cela. La balle est dans le camp des partenaires sociaux. Je suis tout ouïe. De même, si les organismes féministes ont l'intention de me proposer des adaptations, je suis vraiment tout ouïe pour pouvoir adapter le texte, parce que je trouve que cette réforme est importante.

Elle doit améliorer l'équilibre entre la vie privée et la vie professionnelle pour de nombreux travailleurs. Je souhaite dès lors l'aborder avec beaucoup de sensibilité afin d'obtenir un vrai résultat qui satisfasse l'ensemble des personnes concernées. Et je vous prie vraiment de ne pas m'attaquer en disant que j'ai fait des choses inacceptables, puisqu'à l'heure où je vous parle, il n'y a encore rien de décidé. La balle est dans le camp des partenaires sociaux qui nous proposent des améliorations, des adaptations et je peux vous assurer que le gouvernement tiendra compte de ces remarques. Nous voulons vraiment une réforme qui soit favorable pour les familles. Vous pouvez être rassurées; je n'ai pas l'intention de passer en force sur ce texte. D'ailleurs, ce texte n'existe toujours pas, puisque nous en sommes au stade de la concertation.

J'espère avoir pu vous rassurer et que je ne subirai pas de nouvelles caricatures, comme celles que vous avez encore proférées tout à l'heure.

Sarah Schlitz:

Monsieur le ministre, je vous remercie pour votre réponse.

Je pense qu'on a beaucoup de raisons d'être inquiets depuis le début de l'Arizona. L'ensemble des mesures qui ont été prises ont eu un impact négatif sur la possibilité des travailleurs et des travailleuses de concilier leur vie privée et leur vie professionnelle, en faisant en sorte de déréguler le marché du travail, en faisant en sorte que les rythmes du travail ne soient plus connus à l'avance, soient beaucoup plus flexibles, avec du travail de nuit qui ne sera plus rémunéré comme tel, avec du travail du dimanche. Et, donc, bien sûr qu'on est inquiets quant à vos intentions pour la suite.

Ici, j'entends votre ouverture vis-à-vis des experts, des partenaires sociaux. J'en prends bonne note, mais sachez que ce qui est demandé depuis des années est à contre-courant de ce que vous êtes en train de proposer. On demande qu'il y ait une extension des congés parentaux, du congé de paternité et de maternité. Pourquoi ne pas aller dans ce sens, comme nous l'avons fait sous la Vivaldi, en doublant le nombre de jours pour les pères? Ici, vous allez vers le fameux modèle scandinave, sur lequel eux-mêmes sont en train de (…)

Caroline Désir:

Monsieur le ministre, j'espère sincèrement que votre volonté de concertation est réelle, mais nous jugerons évidemment sur pièces. Parce que les femmes risquent, encore une fois, d'être les grandes perdantes de votre réforme. Où sont les incitants pour un partage équitable de ces congés familiaux? Comment va se passer la négociation entre l'homme et la femme? Où sont les garde-fous en cas de séparation? C'est aussi un risque majeur de votre fameux sac à dos: qu'il vienne empoisonner des relations parentales déjà trop souvent difficiles ou encombrer les tribunaux de la famille, ou encore qu'il devienne un outil de pression en cas de séparation. Monsieur le ministre, les caricatures sur les mamans solos ne sont pas de notre fait. Les mamans solos s'organisent au quotidien. Et votre réforme risque de les mener à devoir s'organiser encore davantage pour mieux négocier les congés. Dans ce cas-là, monsieur le ministre, votre sac à dos ne sera pas un progrès, ce sera un fardeau de plus pour les femmes.

gezondheid en welzijn

De protestacties van de vapeshops

Gesteld door

N-VA Lotte Peeters

Aan

Frank Vandenbroucke (Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid)

Bekijk antwoord

Lotte Peeters:

Mijnheer de voorzitter, "minister Vandenbroucke verwijst u door naar het illegale circuit". Die boodschap stond op affiches te lezen in meer dan honderd Belgische vapewinkels. Zij sloten eergisteren de deuren uit protest tegen het smaakverbod op elektronische sigaretten. Volgens hen zou zo’n verbod ertoe leiden dat nog meer mensen hun toevlucht nemen tot illegale vapes.

Dat vapen schadelijk is, werd hier al meermaals duidelijk gemaakt, zeker met betrekking tot minderjarigen. Dan spreken we nog niet eens over de illegale varianten, waarbij we niet weten wat erin zit. Ondertussen bestaat het verbod op wegwerpvapes een half jaar en heel wat ouders, jeugdwerkers, politiezones en lokale besturen zullen het beamen, ze zijn niet verdwenen. Ze duiken nog steeds overal op in het straatbeeld.

Jongeren schaffen zich massaal goedkope wegwerpvapes online aan of verkrijgen ze bij bepaalde fysieke handelszaken die zich niet aan de regels houden. Zes maanden na het verbod heerst er dan ook heel wat frustratie over het feit dat de bestaande regelgeving niet handhaafbaar lijkt te zijn. Met lede ogen moeten we toezien hoe minderjarigen blijven rondlopen met vapes en dan vooral met de illegale, oncontroleerbare wegwerpvarianten, die een nog groter veiligheidsrisico inhouden.

Naar aanleiding van de protestactie eergisteren, maar ook van de talrijke bezorgdheden een half jaar na het verbod op wegwerpvapes, heb ik dan ook volgende vragen voor u, mijnheer de minister.

Hoe ver staat u in het proces met betrekking tot een mogelijke smaakbeperking op vapes?

Hoe wilt u vermijden dat naar het illegale circuit wordt uitgeweken eens die regelgeving er effectief is?

Welke extra handhavingsmaatregelen zult u dan treffen om illegale varianten uit onze straten te weren?

Frank Vandenbroucke:

De vape-industrie heeft maar een doelstelling, namelijk een nieuwe generatie jongeren en zelfs kinderen verslaafd maken aan nicotine. Dat is hun enige criminele doelstelling.

We moeten er alles aan doen om dat onmogelijk te maken. We hebben de wegwerpvapes verboden, we hebben vapes met allerlei tierlantijntjes verboden en ik denk dat we het voorbeeld van andere landen moeten volgen door ook de smaakjes eruit te halen. Het Nederlandse voorbeeld is heel succesvol. 22 % van de mensen die werden geënquêteerd, zegt gestopt te zijn met vapen door het smaakjesverbod. We moeten dit dus doen. Ik heb de Hoge Gezondheidsraad om een advies gevraagd, zoals de wet mij dat voorschrijft. Ik heb gevraagd om tegen eind oktober een advies voor een definitieve regeling te krijgen, die ik dan ook nog Europees zal moeten voorleggen.

We moeten doorzetten. Het eeuwige argument, de eeuwige dooddoener van de tabaksindustrie en nu ook van de vape-industrie, is dat er dan illegale verkoop zou ontstaan. Dat is hun eeuwige dooddoener, hun laatste strohalm. Is er een probleem van illegale verkoop? Zeer zeker. Doen we daar iets aan? Zeer zeker. Weet u dat we sinds het begin van dit jaar al 40.000 illegale vapes in beslag hebben genomen en al 6.000 webpagina's hebben gesloten?

We moeten dit echter op Europees niveau aanpakken. Mijn inspectiediensten doen hun uiterste best, maar ik probeer met een aantal gelijkgestemde landen te komen tot een Europese aanpak. Voor een klein land als België, met buurlanden waar de online verkoop wettelijk is toegelaten, is dat immers een moeilijke strijd. We moeten doorzetten en ons niet laten afschrikken door de klassieke dooddoeners van deze industrie. We moeten doorzetten en de inspectie en de strijd tegen illegale verkoop ten top voeren.

Lotte Peeters:

Het is goed te horen dat er stappen worden gezet in de beperking van smaken of het smaakverbod voor vapes en dat er ook wordt gewerkt aan de handhaving van de regelgeving. Als burgemeester ontvang ik veel signalen over de overlast die illegale vapes met zich meebrengen. Wegwerpvarianten belanden in de natuur. Jonge kinderen worden ermee gespot op speelterreinen. Daarnaast is er ook de terechte frustratie van handelszaken die zich wel aan de bestaande wetgeving houden, maar die zien dat er toch nog massaal illegale producten circuleren. Wij blijven er daarom op hameren dat regelgeving belangrijk is, maar dat die altijd gepaard moet gaan met stevige, doortastende handhaving.

gezondheid en welzijn

De geneesmiddelenprijzen

Gesteld door

PS Ludivine Dedonder

Aan

Frank Vandenbroucke (Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid)

Bekijk antwoord

Ludivine Dedonder:

Monsieur le ministre, jamais je n'aurais pensé que vous auriez osé augmenter le prix des médicaments, comme l'a fait à l'époque Maggie De Block. Je dois vous avouer que je suis très déçue.

Une augmentation de 1 à 2 euros par boîte de médicaments pour tous les patients, de plus de 11 euros pour une boîte de médicaments pour l'estomac et de 14 euros pour une boîte de médicaments contre le cholestérol! Le comble, c'est votre justification: vous dites que les gens consomment trop de médicaments et qu'il faut les responsabiliser. Pour ce faire, quelle méthode choisissez-vous? Une large campagne d'information et de prévention? Non, vous choisissez de les faire payer plus cher!

Ida a fait un AVC il y a quelques années et une œsophagite. Dans son pilulier, à côté d'autres médicaments pour la tension et le cœur, elle a du Pantomed ainsi qu'un médicament pour réguler son taux de cholestérol. Croyez-vous qu'elle prend ces médicaments par plaisir et sans avis du médecin? Bien évidemment que non!

Ida n'est certainement pas un cas isolé. Un citoyen sur deux prend un médicament contre le cholestérol et pour l'estomac. Un million de personnes, comme Ida, doivent prendre ces deux médicaments tous les jours. C'est une réalité. Pour eux, la réalité, sera de devoir débourser 130 euros supplémentaires par an.

En mettant cela en perspective avec les nombreuses mesures prises par ce gouvernement qui ne feront qu'appauvrir les travailleurs, les pensionnés et les malades, que va-t-il se passer, selon vous? Eh bien, de nombreuses personnes vont renoncer à aller à la pharmacie, à se soigner, mettant ainsi leur santé et leur vie en danger. En effet, un médecin a jugé qu'elles avaient besoin de ces médicaments.

Alors, je vous le demande, monsieur le ministre, revenez sur cette mesure!

Frank Vandenbroucke:

Chère collègue, si nous ne faisons rien, le budget des médicaments augmentera de 25 % pendant cette législature. De l'argent que nous ne pourrons pas investir dans un meilleur remboursement des soins dentaires, de l'argent que nous ne pourrons pas investir dans le personnel soignant, dans l'amélioration des soins psychologiques. La sécurité sociale ne sert pas seulement à financer l'industrie pharmaceutique. Il faut donc absolument mettre un frein à cette explosion de dépenses. Dès lors, nous proposons un effort conséquent.

Le secteur pharmaceutique fournira le plus gros effort. C'est extrêmement important. Mais les pharmaciens, les hôpitaux, les mutualités, les médecins et les citoyens doivent aussi faire leur part. Je crois qu'il n'y a pas de tabou. Aujourd'hui, 2,5 millions de Belges prennent des antiacides. Voici 15 ans, c'était la moitié. Comment peut-on justifier cela? C'est impossible. Un quart des Belges de plus de 40 ans prennent des médicaments contre le cholestérol, généralement sans antécédents cardiaques. La plupart les prennent mal, ce qui leur fait perdre leur efficacité. C'est un gaspillage qu'on ne peut pas ignorer.

Ceux qui ont vraiment besoin de médicaments resteront protégés. Les médicaments contre le cholestérol continueront à être remboursés en cas de problèmes cardiaques. Les antiacides resteront aussi remboursés sous certaines conditions. Il faut arrêter un vrai gaspillage. C'est la seule façon de garantir que nos soins de santé restent abordables et viables à long terme, et de pouvoir investir dans les soins prioritaires.

Ludivine Dedonder:

En fait, monsieur le ministre, vous dites aux gens: "Vous consommez trop de médicaments." C'est comme si vous leur disiez: "Vous consommez trop de bonbons ou trop de chips." Comme s'ils avaient choisi d'avoir un problème gastrique ou d'attraper une maladie cardio-vasculaire, comme si tous les médecins qui prescrivaient les médicaments étaient des incompétents ou des imbéciles! Vous parlez de "gaspillage", comme si un patient savait mieux que son médecin ce qui était bon pour lui!

Je vous reproche cette conception selon laquelle responsabiliser les patients consiste à ce qu'ils paient plus cher leurs médicaments, sous-entendu: pour qu'ils ne puissent plus les acheter et, surtout, pour réaliser plus de 100 millions d'euros d'économies. Vous le dites: "C'est pour réaliser des économies." Elle est là, la réalité! Alors, c'est vrai, vous n'avez pas été hypocrite, vous l'avez dit. Je sais que le budget n'est certainement pas simple à boucler, mais le faire sur le dos des malades et des patients est, pour moi, tout bonnement scandaleux. Si vous tenez à économiser, faites-le ailleurs; il existe des solutions plus justes. Vous parlez du secteur pharmaceutique. Eh bien, faites-le contribuer davantage. Il brasse des milliards de bénéfices (…) (Léger brouhaha)

Voorzitter:

La minute était déjà terminée. Je vous en prie, chers collègues.

economie en werk

De impact van de belastinghervorming op de gezinnen
De impact van de begrotingshervorming op de gezinnen
De fiscale hervorming

Gesteld door

Open Vld Vincent Van Quickenborne
N-VA Charlotte Verkeyn
CD&V Steven Matheï

Aan

Jan Jambon (Minister van Financiën en Pensioenen)

Bekijk antwoord

Vincent Van Quickenborne:

Mijnheer de minister, met het zomerakkoord probeert u ook de belastinghervorming af te ronden, onder meer door de belastingvrije som te verhogen.

Ik wil u toch herinneren aan wat uw kabinetschef daarover eerder heeft gezegd. De heer Wesley De Visscher zei dat het verhogen van de belastingvrije som nonsens is. Waarom? Ten eerste, het heeft nauwelijks een impact op het inkomen van mensen. Ten tweede, het is een zeer dure maatregel, die 3,5 miljard euro zou kosten. Ten derde, als u mensen echt wilt aanzetten tot werken, dan zijn er betere methoden, zoals de afschaffing van belastingtarieven. Dat hebben wij met de vorige regering gedaan, samen met collega Bouchez. We hebben toen drie tarieven afgeschaft. De laatste keer was dat trouwens met de N-VA. Toch volhardt u in de boosheid en gaat u de belastingvrije som verhogen.

Wat blijkt nu echter? Om die belastingvrije som te verhogen en de factuur te betalen, wordt een nieuwe taks ingevoerd. Na twintig arizonataksen komt er een nieuwe taks, meer bepaald op gehandicapte kinderen. Grote gezinnen met een gehandicapt kind zullen de prijs betalen. Vandaag is een gehandicapt kind goed voor een toeslag van twee kinderen. Als dat het derde kind in een groot gezin is, is dat 11.140 euro. Met uw hervorming gaat dat naar een forfait, mijnheer de minister. In dat geval levert het gehandicapte derde kind in een groot gezin nog slechts 5.300 euro op. Dat is een achteruitgang voor die gezinnen.

Het gevolg daarvan is dat de grote gezinnen met een gehandicapt kind meer belastingen zullen betalen. Een alleenstaande ouder met drie kinderen, waarvan het derde kind een handicap heeft, zal duizenden euro’s meer aan belastingen moeten betalen. Mijnheer de minister, ik dacht dat u de belastingen voor de mensen wou verlagen.

Monsieur Bouchez, diminuer les taxes, pas augmenter les taxes.

Mijnheer de minister, ik heb maar één vraag. Waarom wilt u grote gezinnen met een gehandicapt kind meer belastingen laten betalen?

Charlotte Verkeyn:

Mijnheer de minister, een kind kan opgroeien bij een gehuwd koppel waarvan beide ouders werken, bij een gehuwd koppel waarvan een van de ouders werkt, bij een alleenstaande of in een nieuw samengesteld gezin. Datzelfde kind wordt in die vier situaties fiscaal ongelijk behandeld. Datzelfde kind zal voor de fiscus namelijk ofwel duurder, ofwel goedkoper zijn. Dat is niet afhankelijk van het kind, maar van hoe de ouders willen samenleven en zich organiseren.

Het regeerakkoord stelt terecht dat we dat moeten herdenken, want anno 2025 is dat niet meer verdedigbaar. Er moet aandacht komen voor fiscale gelijkheid in de gezinsfiscaliteit, voor alleenstaanden, voor kleine gezinnen. Daarnaast moeten werkende ouders, ondernemende ouders, worden beloond.

Er circuleren nu een aantal suggesties en ontwerpen. Ik wil benadrukken dat aan de situatie van kinderen met een beperking, naar wat ik hoor, niet wordt geraakt. Er worden wel suggesties gedaan over allerlei goede zaken, zoals een stevige verhoging van de belastingvrije som, een verlaging van de bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid, een versterking van de werkbonus, een verhoging van de maaltijdcheques en de ondernemersaftrek.

Mijnheer de minister, klopt het dat de plannen en ontwerpen die u in uw hoofd hebt, gericht zijn op een fiscaal gelijkere behandeling van onze kinderen en op het doen lonen van werken?

Steven Matheï:

Mijnheer de minister, wie werkt, moet netto meer overhouden. Punt. Die strijd voert cd&v al jaren, denk maar aan de uitwerking van de fiscale blauwdruk van Vincent Van Peteghem, de meest verregaande fiscale hervorming van de afgelopen decennia. Een aantal belangrijke krachtlijnen daarvan zijn inmiddels opgenomen in het regeerakkoord.

Vandaag is het money time . Het is money time voor de regering om een aantal beslissingen te nemen, maar ook money time voor de hardwerkende mensen, de hardwerkende middenklasse. Tal van hervormingen worden aangebracht en uitgewerkt, waarvan de fiscale hervorming een belangrijke is.

Voor cd&v staan daarbij drie zaken voorop. Ten eerste, meer netto op het einde van de maand, niet alleen voor mensen met een lager inkomen, maar ook voor de hardwerkende middenklasse, uit te voeren door de belastingvrije som op te trekken. Ten tweede, cd&v vindt het essentieel dat gezinnen met kinderen niet benadeeld worden. Ten derde, er moet specifieke aandacht zijn voor singles, in het bijzonder alleenstaande ouders. Zij hebben het financieel moeilijker, omdat ze dezelfde kosten alleen moeten dragen, terwijl ze op fiscaal vlak proportioneel het zwaarst belast worden. Daar moet iets aan veranderen. Dat kan bijvoorbeeld door de bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid, de zogenaamde crisisbelasting, te verlagen.

Mijnheer de minister, alles ligt op tafel. Het regeerakkoord zegt duidelijk dat er getrancheerd moet worden. We weten dat ons land veel belastingen kent. Als we daaraan iets willen veranderen, dan moeten we dat niet doen door nieuwe belastingen, zoals een defensiebelasting, in het leven te roepen, maar door een echte belastinghervorming uit te werken. Die belastinghervorming ligt nu op tafel.

Mijnheer de minister, zal met die belastinghervorming worden gegarandeerd dat het netto-inkomen van de hardwerkende Vlaming op het einde van de maand toeneemt?

Jan Jambon:

Geachte Kamerleden, enkelen onder u baseren zich verkeerdelijk op interne werkdocumenten en trekken foute conclusies uit wat daarin staat.

Ik voer, zoals steeds, loyaal het regeerakkoord uit. Mijnheer Matheï, het antwoord op uw vraag is daarom eigenlijk zeer simpel: ja, dat is de bedoeling van de hele belastinghervorming. Ik kan daar kort over zijn.

Met deze regering streven wij naar een samenlevingsneutrale fiscaliteit waarin elk kind zo veel mogelijk gelijk wordt behandeld. Ik citeer daarvoor graag het regeerakkoord: "De regering wil elk kind zo veel mogelijk gelijk behandelen. De toeslag op de belastingvrije som zal worden gemoderniseerd en meer in lijn worden gebracht met de hedendaagse sociologische realiteit. In de toekomst zal ieder kind dezelfde toeslag krijgen tot een bepaald plafondbedrag. Deze hervorming is budgetneutraal. Daarnaast wordt de toeslag op de belastingvrije som voor alleenstaande ouders enkel toegekend aan werkelijk alleenstaande ouders."

Wat de precieze hervorming betreft, zolang het werk nog niet is afgerond, geef ik daarover nog geen details. Dat zal in de komende uren en dagen verder uitgewerkt worden. Zodra de regering daarover beslist heeft, komt de tekst naar buiten voor adviezen, daarna volgt een tweede lezing en wordt het wetsontwerp ingediend in het Parlement.

De regering meent het ernstig met het doen lonen van werk. Daar gaat het in essentie over. Daarom voorzien we een stevige verhoging van de belastingvrije som. We voorzien ook een verlaging van de bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid, een versterking van de werkbonus voor de laagste lonen en een verhoging van de maaltijdcheques. Mijnheer Van Quickenborne, het moet u als muziek in de oren klinken dat de ondernemersaftrek voor zelfstandigen zonder vennootschap er komt, boven op het belastingkrediet, dat wordt opgetrokken tot maar liefst 7.500 euro. Daarnaast zal ook de belastingvermeerdering bij onvoldoende voorafbetalingen verdwijnen. Die principes vormen ons kompas.

Ik kan één ding heel duidelijk stellen en ik wil ook dat dat zeer duidelijk genoteerd wordt. Een gehandicapt kind zal voor twee blijven gelden. Daarin is geen wijziging voorzien en daarover is elke partij binnen de meerderheid het eens.

Vincent Van Quickenborne:

Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord, ook voor het laatste deel, want daar maakt u een serieuze bocht. In de tekst die tot nu toe voorlag, was het forfait voor een gehandicapt kind 2.650 euro. Dat is de realiteit. Nu maakt deze regering een bocht, goed, inderdaad gelukkig op tijd, om ervoor te zorgen dat er niemand op achteruitgaat. Maar dan moet u er wel op toezien dat effectief niemand erop achteruitgaat, ook niet grote gezinnen met een gehandicapt kind.

Maar wat is dat altijd met die taksen in deze regering? Taks, taks, taks. Daarnet zei de heer Matheï dat er geen defensietaks mag komen, maar minister Van Peteghem zei deze week dat een defensietaks mogelijk is.

Collega's, hervorm. Voor hervormingen vindt u in ons een partner. Hervorm, maar stop met die taksen, die taksen, en die taksen. Stop daarmee!

Charlotte Verkeyn:

Ik vermoed dat sommigen vanmiddag nog niet gegeten hebben, tenzij een broodje aap.

Mijnheer de minister, laat u niet van de wijs brengen. Degenen die hier nu staan te kraaien over een hervorming voor kleine gezinnen, zullen morgen kraaien dat we niet genoeg doen voor de alleenstaanden, en overmorgen dat we niet genoeg doen tegen het begrotingstekort.

Voor zulke personen bestaat een woord, dat zijn windhanen.

Mijnheer de minister, blijf maar mooi op uw rechte stok zitten, en ga ervoor.

Voorzitter:

Mijnheer Matheï, hebt u ook verwijzingen naar het dierenrijk?

Steven Matheï:

Mijnheer de minister, bedankt voor uw antwoord. Voor ons is de fiscale hervorming een absolute prioriteit. Ik dank u ook voor de aandacht voor de gezinnen met kinderen, ook voor kinderen met een beperking, en natuurlijk ook voor de lastenverlaging. Collega Van Quickenborne, in deze fiscale hervorming zit een lastenverlaging. In de vorige regering, niet zo lang geleden, onder leiding van een liberale premier, lag een doorgedreven fiscale hervorming op tafel, met lastenverlaging, maar die werd tegengehouden. De partijpolitieke stratego ging voor op de centen van de mensen. Nu realiseren we die fiscale hervorming, mét die lastenverlaging, vanaf januari 2026. Dat is het verschil tussen uw partij, Open Vld, en onze partij, cd&v. Wij doen het, jullie blokkeren.

De invloed van Diyanet en Milli Görüs in België

Gesteld door

VB Alexander Van Hoecke

Aan

Annelies Verlinden (Minister van Justitie)

Bekijk antwoord

Alexander Van Hoecke:

Collega’s, het was een bijzondere week. Nadat wij jarenlang op hetzelfde hebben gehamerd en voortdurend aan de alarmbel hebben getrokken, geeft de Vlaamse regering het Vlaams Belang eindelijk gelijk. Ik geef toe, het gebeurt schoorvoetend, maar na jaren krijgen we gelijk over het gevaar van Diyanet- en Milli Görüşmoskeeën in onze samenleving. Ik wil daar heel duidelijk over zijn en ik hoop dat niemand daar anders over denkt: Diyanet en Milli Görüş vormen de politieke lange arm van Erdogan in Europa. Het zijn politieke instrumenten van een buitenlandse mogendheid.

Ook uw collega en partijgenote, minister Hilde Crevits in de Vlaamse regering, heeft dat eindelijk ook erkend. Ze blijft natuurlijk moskeeën erkennen en rijkelijk subsidiëren, maar minstens voor dit jaar komen er geen nieuwe Diyanet- of Milli Görüş-moskeeën bij.

Dat kleine stapje voortschrijdend inzicht binnen de Vlaamse regering heeft deze federale regering duidelijk nog niet bereikt. Hier, collega’s, gebeurt het omgekeerde. U eist, mevrouw de minister van Justitie, dat Diyanet en Milli Görüş betrokken worden bij het besluitvormingsorgaan. U wilt hen opnieuw meer macht geven. U wilt met name dat Diyanet en Milli Görüş vertegenwoordigd worden in het representatieve orgaan voor de islamitische eredienst, een orgaan dat eigenlijk het eerste aanspreekpunt van de overheid zou moeten zijn bij de erkenning van moskeeën. Het is de omgekeerde wereld, mevrouw de minister.

Daarom wil ik u, en eigenlijk heel deze federale regering, vragen wanneer u eindelijk het licht van de zon gaat erkennen? Wanneer zult u ophouden met Diyanet en Milli Görüş als volwaardige partners te beschouwen? Wat zult u doen om die buitenlandse invloed van Erdogan, van die zogenaamde Erdoganmoskeeën, te bestrijden?

Annelies Verlinden:

De geloofsgemeenschappen waarover u spreekt, kwamen deze week onder de aandacht naar aanleiding van de beslissingen van collega Hilde Crevits in Vlaanderen. De Vlaamse minister heeft ons bovendien gevraagd om voor twee dossiers nog bijkomende veiligheidsadviezen te herbeoordelen. De diensten zijn daar momenteel mee bezig.

De Vlaamse overheid erkent de lokale geloofsgemeenschappen volgens de eigen erkenningscriteria, waaronder financiële transparantie, het beschikken over eigen infrastructuur en een onafhankelijke werking. Vervolgens staat de FOD Justitie in voor de betaling van de bedienaars van de eredienst van de erkende geloofsgemeenschappen, indien zij daarom verzoeken.

Belangrijk is ook dat het niet-erkennen volgens de regionale of gemeenschapscriteria niet automatisch inhoudt dat van een geloofsgemeenschap een veiligheidsrisico zou uitgaan of dat een geloofsgemeenschap wordt verboden. Ik wil echter onderstrepen dat dat niet wegneemt dat de veiligheids- en inlichtingendiensten hun werk doen. Zij werken rond diverse dreigingen, waaronder religieus en ideologisch extremisme, maar ook problematische buitenlandse inmenging. Inlichtingen, onderzoeken en dreigingsanalyses worden uitgevoerd, waarbij ook informatie uit de dossiers van de Vlaamse overheid in aanmerking wordt genomen. Op basis daarvan wordt dan objectief geoordeeld of er sprake is van een extremistische dreiging dan wel van problematische buitenlandse inmenging. In dat geval worden de gepaste mechanismen geactiveerd, zoals de Local Task Forces in samenwerking met politie- en justitiediensten.

Het spreekt voor zich dat ideologisch en religieus extremisme en problematische inmenging geen plaats hebben in onze samenleving en dat wij alles zullen doen om dergelijk extremisme een halt toe te roepen.

Voorts wil ik nog even zeggen dat u mij in uw vraag zaken in de mond legt of een gedachtenproces maakt. Het is mij er helemaal niet om te doen om bepaalde geloofsgemeenschappen hier per se bij te betrekken. Wat ik wil, is dat de vertegenwoordigers van de islamitische eredienst in ons land, het erkende orgaan, zo representatief mogelijk…

Alexander Van Hoecke:

Mevrouw de minister, wat wij u vragen, is dat u als minister van Justitie uw werk doet. Het staat als een paal boven water dat Diyanet- en Milli Görüsmoskeeën instrumenten van de Turkse regering zijn, van het regime van Erdogan. De Vlaamse regering geeft dat eindelijk toe, nadat wij jarenlang aan de alarmbel hebben getrokken. Eigenlijk geeft ze het Vlaams Belang gelijk. Het is tijd dat uw regering, u als minister van Justitie, dat ook doet, maar u blijft het licht van de zon ontkennen. Erger nog, u wilt Diyanet en Milli Görüs wel degelijk institutionaliseren. U wilt hen aan de knoppen laten zitten en mee laten beslissen over de erkenning van moskeeën. Het is tijd om eindelijk te erkennen dat Diyanet en Milli Görüs buitenlandse inmenging is, dat dit wordt gesubsidieerd met belastinggeld en dat u daarmee eigenlijk Erdoganmoskeeën helpt. Het is tijd om dat niet langer te tolereren, om die kraan dicht te draaien en al die Erdoganmoskeeën te sluiten.

De solidariteit van de Staat in het licht van de bedreigingen aan het adres van de derde macht
De dreiging van niveau 4 ten aanzien van de Brusselse procureur des Konings

Gesteld door

Les Engagés Ismaël Nuino
MR Pierre Jadoul

Aan

Bart De Wever (Eerste minister)

Bekijk antwoord

Ismaël Nuino:

Un million d'euros! Un million d'euros pour tuer un magistrat! Devrons-nous attendre qu'il se fasse tuer pour s’indigner ici ensemble?

Madame la ministre, je sais que vous n'êtes pas du tout insensible à cette question. Je sais également que vous faites de votre mieux. C'est la raison pour laquelle j'avais initialement adressé ma question au premier ministre, dont j'aurais sincèrement aimé entendre la réponse.

Depuis des semaines, depuis des mois, nous entendons régulièrement dans la presse qu'il y a des fusillades, des bagarres de gangs, des zones de non-droit parfois.

Depuis quelques jours, nous apprenons que le procureur du Roi de Bruxelles est sous le coup de menaces de mort, d'un contrat d'un million d'euros. Ce n’est pas un film. Nous ne sommes pas au Mexique. Nous ne sommes pas au temps de la mafia italienne. Un million d'euros sur la tête d'un procureur du Roi à Bruxelles, en Belgique!

Derrière toutes ces menaces, il y a une réalité: c'est celle que des serviteurs de l'État, qui font leur travail, se trouvent en danger de par leur mission.

Derrière, il y a aussi des gens qui ont peur d'amener leur enfant à l'école, qui ne savent pas s'ils peuvent laisser leur enfant sortir et s'il ne sera pas pris dans une fusillade. Des gens ont peur; et de l'autre côté, les narcotrafiquants n'ont plus peur. Des narcotrafiquants qui n'ont plus peur, voilà malheureusement la réalité aujourd'hui.

Madame la ministre, quelle est votre réaction face aux menaces que subit aujourd'hui le procureur du Roi de Bruxelles?

Les mots sont forts, et les vôtres le sont particulièrement. Dites aux narcotrafiquants qu'ils ne gagneront pas, que nous mettrons tous les moyens humains et financiers nécessaires pour leur faire mal, que nous soutiendrons toutes les actions des magistrats qui les traquent, eux et leur portefeuille; et que cette volonté sera sans répit tant qu'ils se sentiront chez eux en Belgique.

Pour finir, je suis convaincu que nous devons faire évoluer le cadre législatif. C'est pourquoi les Engagés déposeront une proposition de loi à la rentrée pour faire évoluer le régime carcéral des narcotrafiquants, qui donnera des moyens légaux aux parquets pour mieux lutter contre les narcotrafiquants et qui protégera mieux les agents qui, au quotidien, luttent contre ceux-ci; parce que l'État doit être intransigeant avec ceux qui ne le respectent pas.

Pierre Jadoul:

Madame la ministre, nous avons aujourd'hui un gouvernement qui a décidé de faire la guerre à la criminalité organisée. Il y a une feuille de route, un accord de gouvernement très clair. Le laxisme doit appartenir au passé. Aujourd'hui, plusieurs mesures semblent avoir été validées en Conseil des ministres pour aller plus vite et plus loin dans cette lutte: l'augmentation des peines pour trafic, blanchiment d'argent, recrutement de mineurs, mais aussi la possibilité pour le juge de prononcer une déchéance de nationalité. Ces avancées sont absolument nécessaires.

Il n'est d'ailleurs plus utile de rappeler les nombreuses fusillades et règlements de comptes qui ont marqué l'actualité récente à Bruxelles. Une ville que le procureur du Roi Moinil qualifie lui-même de gangrénée par la criminalité, avec des métastases partout. Depuis son entrée en fonction, la réponse pénale a quadruplé dans la capitale.

Tant le pouvoir législatif que le pouvoir exécutif ont le devoir de soutenir le pouvoir judiciaire dans cette lutte. Il est inadmissible que des menaces graves et sérieuses soient proférées à l'encontre d'un procureur du Roi. Le fait qu'un magistrat doive être placé sous protection policière dans l'exercice de ses fonctions doit nous interpeller. Car en menaçant un procureur du Roi, c'est notre démocratie, notre État de droit qui sont visés. Comme l'a rappelé le ministre de l'Intérieur, le procureur mérite notre respect.

Madame la ministre, avez-vous manifesté personnellement votre soutien à M. Moinil, procureur du Roi de Bruxelles? Estimez-vous que les mesures déjà prises sont suffisantes? Et surtout, quel est votre agenda pour la mise en œuvre des réformes législatives nécessaires à la lutte contre le narcotrafic?

Annelies Verlinden:

Le crime organisé gangrène notre société et menace ceux qui veulent le combattre. Il cherche à semer la peur, à affaiblir nos institutions et à déstabiliser notre État de droit. Toutefois, une chose est claire: nous ne laisserons jamais les criminels prendre le dessus.

Les récentes menaces proférées à l'encontre du procureur du Roi de Bruxelles sont graves, préoccupantes et complètement inacceptables. Il mène avec détermination et courage la lutte contre la drogue et la criminalité organisée dans notre capitale. Son approche est rigoureuse, son engagement indéniable et je le remercie vivement pour son travail.

Dès que j'ai été informée de la situation, mon cabinet et moi-même avons été en contact régulier en privé avec le procureur du Roi et le procureur général Van Leeuw. Je suis personnellement de près de ce dossier.

Les services de police et de sécurité compétents ont pris des mesures pour renforcer la sécurité du procureur. Ces mesures sont régulièrement évaluées. Je ne peux bien évidemment pas entrer dans les détails, mais j'ai pleinement confiance en nos services de police et de sécurité, que je remercie pour leur disponibilité, leur mobilisation et leur vigilance permanente.

Chers collègues, les chiffres ne trompent pas: En 2024, 67 nouveaux dossiers de protection ont été ouverts concernant quelque 101 personnes. Cependant, la protection seule ne suffit pas. Nous devons aussi poursuivre le démantèlement des structures du crime organisé. C'est pourquoi nous avons travaillé à un durcissement du régime pénitentiaire pour les criminels les plus dangereux. Trop de figures de proue du crime continuent en effet de diriger le réseau depuis leurs cellules et profèrent des menaces. C'est inadmissible!

Avec le retour, dimanche dernier, de trois High Value Targets des Émirats arabes unis, les criminels ont désormais compris que notre pays ne lâchera pas prise. La priorité accordée à cette lutte par le précédent et l'actuel gouvernements suscite de la nervosité au sein des réseaux criminels. Cela se traduit malheureusement par des menaces concrètes à l'égard du monde légal: magistrats, policiers, responsables politiques, agents pénitentiaires, avocats, douaniers, personnel portuaire. La liste des profils visés est longue.

Cette liste, chers collègues, m'amène à lancer un appel clair à la détermination et à l'action. Les habitants de notre pays exigent une réponse à la hauteur et du changement concret sur le terrain. Cet appel me conforte dans ma conviction que nous ne pouvons pas relâcher nos efforts, que nous devons poursuivre la lutte telle que nous la menons actuellement et que celle-ci ne peut que s'intensifier.

Mon message est donc très clair: nous ne nous laisserons jamais intimider. L'État de droit est plus fort que le crime organisé, et nous le prouverons.

Cela signifie donc que les moyens supplémentaires devront être dégagés au cours des prochaines années de la législature, tant pour la justice que pour la police, monsieur Quintin.

Ismaël Nuino:

Merci beaucoup madame la ministre pour votre réponse. Je pense que nous devons évidemment toutes et tous saisir votre appel confiant dans la volonté qu'a ce gouvernement de lutter avec force contre le narcotrafic et de faire de la sécurité et de la justice des priorités. Nous, les Engagés, serons une force de proposition au quotidien, de manière constructive, pour vous y accompagner. Vous pouvez aussi compter sur nous pour continuer à nous battre à vos côtés, pour débloquer des moyens supplémentaires pour la Justice.

Je terminerai en rappelant la nécessité d'envoyer notre soutien, pas seulement au procureur du Roi de Bruxelles, mais à tous les acteurs du monde judiciaire qui, jour après jour, travaillent avec un grand professionnalisme, un grand sens du devoir, et qui peut-être, dans le cadre de leurs fonctions, se retrouvent en danger. Je pense que, depuis cette institution, il est utile de leur rappeler que nous les soutenons, que nous sommes derrière eux, que nous comptons sur eux et que nous protégeons ceux qui sont censés nous protéger.

Pierre Jadoul:

Merci madame la ministre. J'entends dans votre réponse une ferme détermination et je ne peux que m'en réjouir. Je crois que la réponse doit être à la hauteur du danger qui nous menace aujourd'hui, au-delà des enjeux internationaux qui nous menacent éventuellement. Je pense qu'il y a une vraie menace pour notre vie en société, pour notre vivre ensemble, et je crois que nous devons tous et toutes être à la hauteur de cette réponse, et vous en premier, bien évidemment, en votre qualité de ministre de la Justice. Vous pouvez en tout cas compter sur le soutien du mouvement réformateur dans ce contexte-là, pour que les mesures qui ont été convenues et qui ont été intégrées dans l'accord de gouvernement soient effectivement votées et mises en œuvre de manière efficace.

veiligheid, justitie en defensie

Het gebrek aan medewerking van de federale politie aan de Europese fraudeaanpak

Gesteld door

Vooruit Brent Meuleman

Aan

Bernard Quintin (Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken)

Bekijk antwoord

Brent Meuleman:

Mijnheer de voorzitter, mijnheer de minister, collega's, of het nu gaat om het Europees gesjoemel van Vlaams Belang of om douane- en btw-fraude voor miljoenen euro's op de luchthaven van Luik, voor Europese fraudedossiers is Europa afhankelijk van de speurders bij de federale gerechtelijke politie.

Europa noemt de situatie echter a joke. Dat is natuurlijk een scherpe uitspraak, maar ze komt ergens vandaan. Laat ik duidelijk zijn, onze politie levert schitterend werk op het terrein, maar er is een enorm personeelstekort en de werkdruk is bijzonder groot. Daardoor blijven fraudedossiers soms maanden liggen. Als dat dan het werk van het Europees parket lamlegt, dan overstijgt de kwestie het Belgische niveau. Dan riskeren we niet alleen dat miljoenen aan Europese fraude ongestraft blijven, maar zetten we ook onze geloofwaardigheid als hart van Europa op het spel.

Mijnheer de minister, voldoende personeel is cruciaal voor een efficiënte fraudebestrijding. Vooruit zal nooit aanvaarden dat sommigen valsspelen en daar blijkbaar ook nog mee wegkomen. Alle hardwerkende mensen en bedrijven die wel correct bijdragen en het spel eerlijk spelen, zijn immers de dupe van die straffeloosheid.

Collega's, elke euro die we investeren in de bestrijding van georganiseerde fraude, komt dubbel en dik terug, niet alleen in euro's, maar ook in vertrouwen in onze rechtsstaat. De regering, met Vooruit, zal investeren in onze gerechtelijke politie en hervormen.

Mijnheer de minister, ik heb het u een paar dagen geleden al gezegd in de commissie, u zult daarvoor in ons een trouwe partner en bondgenoot hebben. Vandaag is mijn vraag aan u de volgende. Welke stappen zult u concreet zetten om het vertrouwen van Europa te herwinnen?

Bernard Quintin:

Mijnheer Meuleman, ik ben niet bevoegd voor de onderzoeken van het parket, noch op Belgisch, noch op Europees niveau. Desalniettemin zal ik uit beleefdheid toch antwoorden.

De strijd tegen corruptie en fraude is voor mij en de regering een absolute prioriteit. Het raakt immers aan het vertrouwen in de rechtsstaat, in de instellingen van de Europese Unie en in de correcte besteding van publieke middelen. De centrale dienst voor de bestrijding van de georganiseerde economische en financiële criminaliteit bij de federale gerechtelijke politie telt vandaag 35 speurders. Ongeveer de helft van de capaciteit wordt ingezet voor dossiers die onder leiding staan van het Europees openbaar ministerie. Ook de Centrale Dienst voor de Bestrijding van Corruptie, waar 64 speurders werken, voert opdrachten uit in samenwerking met het Europees parket. De regering blijft investeren in de versterking van de federale gerechtelijke politie. Daarnaast organiseer ik voor het einde van dit jaar een rondetafel om het politieambt aantrekkelijker te maken en de instroom te verhogen. We hebben meer en gespecialiseerde mensen nodig.

Georganiseerde fraude stopt niet aan de landsgrenzen. Samenwerking en afstemming op Europees niveau zijn daarom essentieel, zeker in een land als België, waar veel Europese en internationale instellingen gevestigd zijn. De samenwerking met het Europees parket is belangrijk. België neemt zijn verantwoordelijkheid, maar dat moet gebeuren in samenwerking en pragmatisch, met respect voor justitie en de beschikbare middelen.

Brent Meuleman:

Dank u wel, mijnheer de minister, voor uw antwoord. Ik meen mij te herinneren dat wij in de commissie voor Binnenlandse Zaken al vaak over de federale gerechtelijke politie hebben gesproken. Daarom meende ik u die vraag vandaag zeker te moeten stellen. U neemt de noodkreet van het Europees parket duidelijk ernstig en dat stemt mij tevreden. Elke euro die verdwijnt in de verkeerde zakken, beste collega’s, is immers een euro minder voor onze welvaartsstaat. Vooruit trekt een duidelijke lijn: fraude moet worden bestraft, vooral uit respect voor de mensen en bedrijven die zich wél aan de spelregels houden en eerlijk bijdragen. Daarom is het zo belangrijk dat wij het Europees parket goed ondersteunen en dat we actief meewerken aan onderzoeken naar fraude en gesjoemel met Europese middelen. Ik begrijp echter dat men dat vandaag bij het Vlaams Belang niet graag hoort. We zullen dus blijven investeren en hervormen, mijnheer de minister, om onze politie te versterken, want alleen zo, leden van het Vlaams Belang, bouwen we aan een samenleving waarin iedereen eerlijk bijdraagt.

veiligheid, justitie en defensie

De socialefraudebestrijding en de middelen die ingezet worden om het misbruik een halt toe te roepen

Gesteld door

MR Georges-Louis Bouchez

Aan

Anneleen Van Bossuyt (Minister van Asiel en Migratie, en Maatschappelijke Integratie)

Bekijk antwoord

Georges-Louis Bouchez:

Madame la ministre, voici quelques semaines, j'avais déclaré sur une antenne qu'avoir une maison au Maroc et continuer à toucher des allocations sociales en Belgique est une pratique qui devait cesser. Bien évidemment, comme d'habitude, j'ai eu droit à toute la litanie de la gauche: "Vous caricaturez, vous stigmatisez, vous pointez le doigt sur d'autres personnes." La réalité est que je n'ai jamais stigmatisé une communauté en particulier, mais que j'ai toujours dénoncé des fraudes, quel qu'en soit l'auteur.

Aujourd'hui, que découvre-t-on dans la presse? Depuis 2016, une dame se trouvait en incapacité de travail en Belgique. Figurez-vous qu'à ce titre, elle bénéficiait d'un logement social et d'une intervention majorée de l'assurance soins de santé. De plus, elle touchait une prime d'invalidité. Toutefois, cette femme n'était manifestement pas en si mauvaise santé que cela puisque, pendant ce temps-là, elle exerçait comme avocate au Maroc. Je précise que ce ne sont pas les services sociaux belges qui l'ont découverte; c'est son ex-conjoint! Par conséquent, je vous conseille de bien vous entendre avec votre conjoint. On ne sait jamais ce qui peut arriver… Bref, c'est son ex-conjoint qui est allé la dénoncer auprès de l'INAMI.

Madame la ministre, je ne parviens pas à comprendre comment, dans ce pays, il est possible d'être en incapacité de travail en Belgique et d'occuper un emploi au Maroc. C'est simplement la fin d'un mythe, celui de la gauche, ce mythe selon lequel chacun des allocataires sociaux serait d'une probité telle que toutes ces aides seraient justifiées. En Belgique, la fraude et l'abus existent et ne sont pas minoritaires. Il faut regarder les statistiques pour se rendre compte que ce phénomène est significatif, même si des gens doivent être vraiment aidés.

Madame la ministre, ma question est très simple. Que faisons-nous pour élaborer ce cadastre des aides, ce contrôle renforcé pour lutter contre ces abus?

Anneleen Van Bossuyt:

Monsieur Bouchez, je partage entièrement votre préoccupation. La fraude sociale est inacceptable. Quiconque abuse de notre solidarité sape la base même du système mis en place. Vous trouverez en moi une alliée dans la lutte contre la fraude sociale.

C'est pourquoi, en 2026, je renforcerai la chaîne de contrôle au sein de mon administration, le SPP Intégration sociale. Tant les services d'inspection que les contrôles administratifs seront étendus. Les CPAS feront ainsi l'objet de contrôles plus approfondis et plus fréquents.

Dans le même temps, nous renforçons la politique de sanction. La récupération des aides indûment octroyées doit pouvoir se faire plus rapidement et être suivie de conséquences sans équivoque. Ce qui s'est passé au CPAS d'Anderlecht, par exemple, ne peut plus se reproduire. J'entends non seulement multiplier les contrôles, mais aussi en améliorer la qualité. Les contrôles doivent être plus ciblés, basés sur les risques et s'effectuer en étroite collaboration avec la police, le parquet et les Régions.

Vous savez également que des mesures concrètes ont été soumises au gouvernement afin de remédier aux situations injustes en matière de revenu d'intégration. Nous comblons ainsi les failles du système.

Enfin, ce gouvernement lance un projet ambitieux, à savoir la création d'un registre centralisé regroupant toutes les formes d'aides sociales et d'avantages sociaux. Cela nous donnera enfin un aperçu complet de l'ensemble des aides octroyées à chaque personne. Nous pourrons ainsi également identifier les éventuels cumuls et fixer des plafonds. Le système doit rester équitable et les travailleurs doivent être valorisés et récompensés. Je contribuerai pleinement à cet effort dans le cadre de mes compétences.

Georges-Louis Bouchez:

Merci, madame la ministre, pour ces réponses.

J'insiste particulièrement sur la question du cadastre. C'est inédit dans l'histoire de notre pays de pouvoir avoir un cadastre qui centralise l'ensemble des aides sociales dont bénéficie une personne. Aujourd'hui, une des plus grandes injustices dans notre pays, c'est que des gens travaillent et se retrouvent dans des situations économiques plus faibles que des gens qui bénéficient de l'aide sociale. Cela ne doit plus arriver.

Les 500 euros de différence entre ceux qui travaillent et ceux qui ne travaillent pas doivent devenir une réalité. Ce cadastre permettra de lutter contre les abus et de lutter contre ceux qui ont fait un business de l'aide sociale, en ont fait une rente électorale, comme on a pu le voir par exemple dans la commune d'Anderlecht, où trop souvent le Parti Socialiste a profité de telles situations pour pouvoir prospérer électoralement.

Voorzitter:

Hiermee sluiten we de sessie van de mondelinge vragen.

Voorstellen en Ontwerpen

De voorstellen en wetsontwerpen die besproken werden tijdens deze vergadering en de bijbehorende stemmingen.

Voorstel van resolutie (491)

Voorstel van resolutie betreffende de vrijheid van meningsuiting en de bescherming van journalisten en mensenrechtenactivisten in Azerbeidzjan

Voorstel van resolutie zonder onderwerp

Voorstel van resolutie (777)

Voorstel van resolutie betreffende de nakende executies van politieke gevangenen door het Iraanse regime

Voorstel van resolutie zonder onderwerp

Stemmingen

Deze vergadering bevatte geen stemmingen.

Popover content