meeting-plenary
Het banenverlies in de Antwerpse chemiesector De impact van het grote aantal collectieve ontslagen op de industriesector De wake-upcall voor de eurocraten inzake onze industriële toekomst De malaise in de industrie De verslechterende economische situatie en de dalende koopkracht De regering staat stil, de eerste slachtoffers vallen: 600 jobs weg bij BASF. 600 persoonlijke en familiale drama’s. En het zullen niet de laatste zijn. Ik weet dat na mij collega’s van de N-VA en cd&v komen, die zullen zeggen: Europa moet meer doen. Maar, minister, de vraag is wat u al hebt gedaan. Wat heeft Arizona al gedaan? Op één iets na is het antwoord heel gemakkelijk, namelijk niets. Niets voor de bedrijven, niets voor de industrie, niets voor onze jobs en onze welvaart. Veel geblaat, maar heel weinig wol. Nochtans, minister, wist u vanaf dag één wat het grote struikelblok van onze energie-intensieve bedrijven, van onze industrie, is: de hoge energiefactuur. Vanaf dag één wist u ook wat de oplossing daarvoor is: een korting op de energiefactuur. Dat lag allemaal klaar. Alles was voorbereid. Maar u deed daar niets mee. Het is schuldig verzuim. Ondertussen wachten we in dit Parlement op flexibelere nachtarbeid, op meer overuren, op de pensioenhervorming. Ik zal het hier zelfs niet hebben over de begroting. Mijnheer de minister, uw regering staat stil, de slachtoffers vallen. Wat zult u doen? Mijnheer de minister, met meer dan 36 jaar ervaring in de chemiesector heb ik zelf gezien hoe een toonaangevende werkgever in de Kempen, ooit een bron van welvaart voor honderden gezinnen, vandaag vecht om te overleven. Een bedrijf dat niet alleen directe, maar ook talloze indirecte jobs mogelijk maakte. Een bedrijf waar we als Belgen trots op mogen, maar vooral ook moeten zijn. Vandaag verdwijnen er bij BASF 600 banen, niet door een gebrek aan expertise, maar door een nieuwe realiteit die de sector treft. De hele industrie gaat gebukt onder hoge energiekosten, trage procedures en een torenhoge loonkost. We kunnen niet blijven toekijken hoe bedrijven die de motor zijn van onze welvaart stilvallen, terwijl Amerikaanse en Chinese ondernemingen groeien en bloeien en dat ten koste van onze eigen bedrijven. Niet met cd&v. Besturen is voor cd&v meer dan bijsturen, maar wel investeren in onze mensen en bedrijven en investeren in economische groei, zodat iedereen er beter van wordt, zodat we onze jobs hier kunnen houden en opnieuw kunnen meespelen met de grote spelers. Daarom hebben we nood aan een fundamentele omzwaai voor onze industrie. Op een economisch kerkhof kan men geen sociaal of duurzaam beleid voeren. Mijnheer de minister, hoe zult u ervoor zorgen dat België zijn concurrentiekracht herwint en dat onze industriële werkgevers opnieuw vertrouwen krijgen om in ons land te investeren? Mijnheer de minister, het weerbericht van vandaag luidt code geel voor het binnenland en code oranje voor de kust, maar voor onze economie luidt het code rood. Transportbedrijven moeten aantonen dat elke liter brandstof mensenrechtenproof is. Onze eigen chocoladeproducenten riskeren boetes als hun cacaoleveranciers in Ghana niet voldoen aan Europese klimaatnormen. Ik denk aan de dopjes op de flesjes en aan de regels – tot voor kort – over hoe krom bananen mochten zijn. Dat zijn slechts enkele voorbeelden van de regeldrift van Europa. Europa is elke voeling met de realiteit kwijt. Het is dan ook logisch dat de Verenigde Staten en Qatar dreigen de gaskraan dicht te draaien en dat BASF 600 jobs schrapt en dat allemaal door richtlijnen bedacht door eurocraten zonder voeling met de werkvloer. De eigen regulering duwt de Europese industrie in zwaar weer: geen energiezekerheid, torenhoge energie- en loonkosten en daarbovenop een administratieve nachtmerrie. We moeten niet denken dat we als Europese Unie de wereld kunnen reguleren. It is time to wake up from this European-centrist illusion . Onze concurrenten investeren in groei, terwijl wij investeren in idealisme zonder realiteitszin. Mijnheer de minister, zult u binnen de Europese Raad op tafel slaan en pleiten voor meer economisch realisme, voor deregulering en voor minder rapportverstikking? Geef onze industrie zuurstof en vertrouwen. Dank u. Mijnheer de minister, 600 jobs verdwijnen bij BASF in Antwerpen. Opnieuw een groot industrieel bedrijf in België dat afdankt. En ik, ik weet wat dat is om afgedankt te worden. Na jarenlang hard werken in de fabriek, plotseling aan de deur te worden gezet, dat snijdt diep. We hebben Arlanxeo gehad, we hebben Agfa gehad, ExxonMobil, Total, Evonik, Covestro, Ineos. De maakindustrie, het kloppende hart van onze welvaart, dat bloedt dood. Rechts komt hier al jaren toeteren dat de loonkost het probleem is. Mijnheer de minister, mijnheer Ronse, wat zegt het Federaal Planbureau? De energiekost is te hoog. Wat zegt chemiefederatie Essenscia? De energiekost, dat is het probleem. Als we uit de crisis willen geraken, dan zullen we die energietransitie wel zelf in eigen handen moeten nemen. Dan moeten we stoppen met die vuile deals te sluiten met Trump om het duurste en meest schadelijke schaliegas te importeren vanuit de VS. Dan moeten we afstappen van het versleten, liberale model waar ENGIE Electrabel zowel de productie als de prijs bepaalt. Wij hebben echt nood aan een grootschalig publiek investeringsplan voor hernieuwbare energie en om ons elektriciteitsnetwerk te moderniseren. Dat is de toekomst voor onze industrie. Ik heb één duidelijke vraag voor u, mijnheer de minister. Heeft onze industrie eigenlijk volgens u nog een toekomst in België? Zo ja, bent u bereid af te stappen van het liberale energiemodel en te gaan voor echte publieke investeringen? Monsieur le vice-premier ministre, aujourd'hui, c'est la crise, mais c'est aussi la crise pour les travailleurs, pour les familles, pour les pensionnés et pour les étudiants. Par quoi répondez-vous? Par une crise au sein du gouvernement. Savez-vous ce qui se passe? Au MR, vous êtes tétanisés parce que vous vous rendez compte que vous ne savez pas tenir vos promesses de campagne. On croyait qu'on allait avoir affaire à des ingénieurs. Aujourd'hui, on a des amateurs sans cœur. Qui supporte les efforts budgétaires aujourd'hui? Les pensionnés, les familles et la classe moyenne. Vous avez été incapables de vous mettre d'accord sur un chiffre pour le budget; incapables de produire ici une déclaration politique il y a dix jours; incapables de doter le pays d'un cap; incapables d'augmenter le revenu de 500 euros; incapables d'offrir des perspectives d'emploi et de reprise aux entreprises; incapables de relancer l'industrie. Vous l'avez vu à Anvers aujourd'hui, l'entreprise BASF va supprimer 600 emplois d'ici 2028. Après sept mois, vous avez raboté les pensions, bidouillé l'index, augmenté les soins de santé, augmenté le minerval, augmenté le prix de l'immobilier, supprimé les primes de nuit et tout va devenir plus cher. Vous avez trahi la classe moyenne et les pensionnés. J'ai quand même une petite chose à vous dire. Ce n'est pas moi qui le dit, mais la presse, et quelqu'un de chez vous sous le couvert de l'anonymat. Votre paralysie au MR vient du fait que vous avez un peu les chocottes, monsieur Clarinval, que la classe moyenne se venge aujourd'hui. J'ai une simple question pour vous, à titre personnel. À combien estimez-vous l'effort que doit faire ce gouvernement? Mijnheer de voorzitter, collega’s, de intentie van BASF om tegen 2028 600 jobs te schrappen, bijna één job op vijf op de site in Antwerpen, is een duidelijk signaal: het gaat steeds slechter met onze industrie. Volgens de informatie waarover ik beschik, zullen er geen gedwongen economische ontslagen plaatsvinden, conform de akkoorden die met de sociale partners over de werkzekerheid zijn gesloten. BASF wijst erop dat de onderneming er alles aan zal doen om de transitie naar een andere job te bevorderen. Ik moedig uiteraard directie en vakbonden aan om een serene sociale dialoog te blijven voeren met oog voor oplossingen voor de betrokken werknemers. BASF is helaas geen alleenstaand geval. Wat er vandaag gebeurt, toont een structurele verzwakking van de industriële competitiviteit van ons land aan. Volgens het Federaal Planbureau blijft het aandeel van de industrie in onze economie dalen. Het aandeel van de maakindustrie in de toegevoegde waarde van België is gedaald van 20 % in 1995 naar 12 % in 2023, een daling met bijna de helft. Het aantal jobs is afgenomen van 680.000 in 1995 tot 510.000 in 2023, ofwel 170.000 jobs minder. Die evolutie is niet houdbaar als we onze productieve basis, onze jobs en ons vermogen om waarde te creëren, willen behouden. Ik heb het al herhaaldelijk gezegd. Competitiviteit is mijn prioriteit, zij is geen optie, zij is een voorwaarde voor onze welvaart. Zonder competitiviteit zijn er geen investeringen, geen innovatie en geen duurzame werkgelegenheid. De regering heeft al concrete maatregelen genomen. Ten eerste verlagen wij de arbeidskosten met bijna 1 miljard euro tegen 2029. Ten tweede, samen met minister Bihet maak ik werk van de energienorm om de energiekosten te beheersen. Die kosten wegen immers zwaar op onze industriële sectoren, waaronder de chemie- en metaalindustrie. Ten derde zullen mijn verschillende hervormingen van de arbeidsmarkt het bovendien mogelijk maken om de beschikbare talenten te mobiliseren en onze regels aan de economische en sociale realiteit aan te passen. Onze beslissingen gaan in de goede richting, maar ze volstaan niet. We moeten verder en sneller gaan om de competitiviteit van onze economie te herstellen. Dat is de bedoeling van het plan Make 2025-2030. Dat plan wil onze industrie duurzaam versterken dankzij een nauwe samenwerking tussen de overheid en de economische partners. We moeten ook structurele hervormingen nastreven, met name op fiscaal vlak. Het doel is duidelijk. We willen snelle, meetbare en nuttige resultaten bereiken voor onze ondernemingen. De competitiviteit wordt echter niet alleen in België bepaald, maar ook op Europees niveau. Daar gaat het echter niet snel genoeg. Mario Draghi zei ook al dat als Europa niet sneller wordt, het een risico loopt op slow agony , een trage verslechtering van zijn globale economische positie. Aujourd'hui, un an après la remise du rapport Draghi, ce sont à peine 11 % des propositions dudit rapport qui sont mises en œuvre. Nous sommes trop lents, trop fragmentés, trop contraints par notre propre bureaucratie. On l'a encore vu hier avec le vote sur le CSRD et CS3D. C'est un échec regrettable. La Belgique dispose d'atouts pour redevenir un acteur industriel fort en Europe. Ce travail exige de la cohérence et des mesures fortes. La compétitivité se construit pas à pas, réforme après réforme. C'est cette direction que le gouvernement fédéral doit poursuivre avec pragmatisme, avec constance et avec la conviction qu'une économie forte reste la meilleure garantie d'un modèle économique social solide. L'annonce de BASF nous rappelle que chaque jour compte. C'était d'ailleurs tout le message qui avait été donné lors de la déclaration d'Anvers pour un pacte industriel européen. Et ce message doit évidemment aussi se traduire dans les discussions budgétaires que nous menons actuellement. Mijnheer de minister, wij horen nu al maanden aan een stuk dezelfde beloften en voorstellen, maar de vraag is wat u al hebt uitgevoerd. Wat hebt u al concreet gemaakt? Wat hebt u al veranderd? Welke wetteksten hebt u hier al ingediend? Over welke wetsontwerpen mogen wij stemmen? Wij staan klaar om die met onze fractie te steunen, maar hier ligt niets voor. Collega’s, ik hoorde de voorbije uren in de wandelgangen heel wat speculatie over de val van de regering, maar waarover zou u vallen? U hebt nog niets beslist. Er is niets om over te vallen. Terwijl alle alarmbellen afgaan, doet u niets. Het is code rood, zei mevrouw Van Riet, maar wat doet u? U staat stil. U speelt verstoppertje achter de rug van Europa, dat het maar moet oplossen, mijnheer de minister. Kies voor actie. Dank u wel, mijnheer de minister. U geeft aan dat u een pact voor ogen hebt, waarmee u aan de slag zult gaan. Dat stelt mij al enigszins gerust, want we hebben in de media een duidelijk signaal gekregen. We verwachten van u als minister dat u een katalysator voor een reset van de Belgische industrie zult zijn met het oog op het opkrikken van de concurrentiekracht. Dat is ook wat de bedrijven, de werknemers en de gezinnen van u verwachten. U zult daarvoor in cd&v zeker een bondgenoot vinden. Wij kijken uit naar uw plan van aanpak waarmee we aan de slag kunnen, een plan dat onze industrie opnieuw vertrouwen en rechtszekerheid moet geven. Mijnheer de minister, we mogen niet langer de bureaucratische klucht van de Europese Commissie over ons heen laten komen. Onze motor van productiviteit en innovatie sputtert. Het beetje flexibiliteit dat we momenteel nog hebben op onze arbeidsmarkt, volstaat niet meer. Ik ben blij dat u het Europees dogmatisch idealisme erkent en het wil vervangen door economisch pragmatisme, voor we een koffietafel voor onze industrie moeten organiseren. Mijnheer de minister, “Het gaat steeds slechter met onze industrie”, dat zijn uw woorden en u hebt gelijk. Dat staat toch in schril contrast met wat de heer Bouchez daarnet is komen verkondigen. Het gaat slecht met onze industrie. Maar wat zult u eraan doen? U hebt geen enkel plan. U hebt daar geen enkel antwoord op gegeven. We blijven afhankelijk van gas uit de VS, we blijven afhankelijk van het liberale beleid. Elke job die vanaf vandaag verloren gaat door de hoge energiekosten, is uw verantwoordelijkheid, de verantwoordelijkheid van de regering. U staat ernaar te kijken en doet gewoon niet. Het is duidelijk: u moet investeren; u moet de energiemarkt in eigen handen nemen. Dit zien we immers in het buitenland: waar men de energiemarkt in eigen handen neemt, presteert de economie veel beter. Monsieur le ministre, je ne vais pas vous remercier pour vos réponses puisque vous n’avez répondu à rien. Je vous avais pourtant posé une seule question. Le premier ministre est absent, et vous, vous êtes complètement silencieux. Vous dites vouloir relancer l’économie. Je voudrais quand même vous rappeler que la Belgique, aujourd'hui, bat à nouveau un record de faillites. En septembre, il y a eu 1 219 faillites. C’est du jamais vu depuis 2013. C’est une augmentation de 2 % par rapport à 2024, et cela représente 2 542 emplois perdus. Vous qui venez avec toutes vos mesures, vous qui voulez augmenter le taux d’emploi à 80 %, vous ne répondez même pas aujourd'hui aux travailleurs et aux travailleuses de BASF qui vont se retrouver sur le carreau sans perspective. Laissez-moi quand même avoir une pensée pour eux. On le voit, vous êtes complètement perdu. Ce gouvernement est sans cohésion et sans boussole. Je vous l’ai déjà dit et je vous le redis: vous n’êtes absolument pas le ministre du travail. De flankerende maatregelen voor onze jonge landbouwers in het kader van het GLB Nous allons discuter de ceux qui nous nourrissent, c’est tellement important. Monsieur le ministre, comme vous le savez et nous le savons tous, depuis plusieurs années, des milliers d’agricultrices et d’agriculteurs ont pris leur retraite sans être remplacés. Aujourd'hui, la tendance se poursuit. Avec eux, ce sont nos fermes – notre modèle agricole – qui disparaissent petit à petit, mais c'est surtout notre souveraineté alimentaire qui est directement menacée. Je ne vous apprends rien en affirmant que nos agricultrices et agriculteurs sont aujourd’hui pris entre le marteau et l’enclume. C'est surtout le cas pour les jeunes qui voudraient reprendre la ferme familiale, pour poursuivre l'activité. Les agriculteurs nourrissent notre population tout en répondant à des normes toujours plus strictes. Ils font l’objet de concurrences souvent déloyales d’autres pays moins respectueux. En même temps, leurs revenus fondent, et leurs terres sont menacées par la spéculation financière et immobilière mais certainement pas agricole, malheureusement. Lorsque des terres sont mises en vente, les fermiers – les vrais, ceux qui cultivent et qui élèvent – ont de plus en plus de mal à les acheter, voire à les conserver pour poursuivre leur exploitation. En Belgique, l’âge moyen des agriculteurs est de 58 ans. Seuls 5 % d'eux ont moins de 35 ans. Le constat est identique au niveau européen: tout notre modèle agricole s’effondre. Face à cela, la Commission européenne propose une nouvelle stratégie, dont nous voulons parler aujourd'hui. Elle veut doubler le nombre de jeunes agriculteurs d’ici 2040. Pour ce faire, la Belgique devrait consacrer 6 % de sa part de la politique agricole commune (PAC) au renouvellement générationnel, soit le double de ce qui était initialement proposé, dans un contexte où le budget de la PAC risque d’être diminué de 27 %, ce qui est tout à fait inacceptable. Monsieur le ministre, Belgique va-t-elle se contenter de suivre l’Europe en traînant des pieds? Avez-vous déjà concerté les ministres régionaux? Que comptez-vous faire pour protéger l’accès à la terre – tellement important pour nos jeunes et pour ceux qui nous nourrissent avec passion – contre les spéculateurs immobiliers et financiers? Monsieur le député, la Commission européenne a en effet publié ce 21 octobre sa stratégie pour le renouvellement générationnel dans l'agriculture, qui constitue un chapitre important de la stratégie de la PAC. Le commissaire européen Christophe Hansen présentera, au demeurant, cette stratégie ce lundi au Conseil AgriFish à Luxembourg. Comme vous le savez, l'agriculture me tient à cœur. C'est une cause que je défends avec conviction. Assurer la pérennité, c'est garantir la vitalité de nos territoires ruraux, la sécurité alimentaire de nos concitoyens et la transmission d'un savoir-faire unique aux générations futures. Cependant, l'évolution de la pyramide des âges dans l'agriculture est alarmante. L'âge moyen de nos agriculteurs s'élève à 56 ans, et plus d'un sur deux n'a pas de successeur. C'est un constat que nous ne pouvons pas ignorer. Il est de notre devoir collectif d'y apporter des réponses concrètes. La Commission européenne fixe un cap ambitieux, puisqu'elle veut doubler la part des jeunes agriculteurs pour passer de 12 à 24 % d'ici 2040. Cet objectif, je le partage pleinement. La stratégie européenne identifie plusieurs obstacles majeurs au renouvellement générationnel: l'accès au financement, l'accès à la terre, la transmission des exploitations, le manque de soutien en compétences et accompagnements, la qualité de vie en milieu rural. J'y ajouterai personnellement deux éléments qui me paraissent essentiels et qui sont absents. Il s'agit tout d'abord de la stabilité de règles à long terme, qui est indispensable pour permettre aux jeunes de planifier leurs investissements à long terme. Ensuite, je veux parler de la qualité de vie à la campagne, qui joue un rôle déterminant dans le choix de s'installer durablement dans une ferme. Les É tats membres devront présenter leur propre stratégie nationale d'ici 2028, intégrée dans leur plan de partenariat nationaux et régionaux. Par conséquent, je vous confirme qu'avec mes homologues régionaux, nous allons prendre part à ces négociations très attentivement et avec beaucoup de volontarisme afin que les générations agricoles soient pleinement renouvelées. Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses. Je ne doute pas de votre attention et de votre volonté. On vient du même coin. On vient du même pays. On connaît bien le monde agricole. Chez Les Engagés, nous défendons une agriculture durable et familiale. Celle-ci passe par un soutien accru aux jeunes agriculteurs qui en ont bien besoin aujourd'hui. Si nous voulons que notre modèle perdure et continue à nous nourrir avec des produits de chez nous, nous devons nous battre pour les jeunes. Pour Les Engagés, cela passe inévitablement par l'accès à la terre. L'accès à la terre, c'est l'accès au travail et à la production. Je vous demande donc, comme vous l'avez dit, monsieur le ministre, de porter cette voix, votre voix au niveau européen, de parler avec vos homologues régionaux pour porter la voix des jeunes. C'est urgent! Vous l'avez dit et nous le rappelons, un agriculteur sur deux aujourd'hui n'a pas de successeur. Soutenons la jeunesse! Je compte sur vous. Merci pour votre attention à toutes et tous. (Applaudissements) Uw uitspraken over de begroting en de bezuinigingen op ontwikkelingshulp De bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking Monsieur le ministre, vous étiez ce matin sur Bel RTL et je vous ai écouté avec attention. Nous aurions préféré entendre des bonnes nouvelles pour le budget mais au lieu de cela, nous avons quand même entendu un peu plus clairement ce que défendent Les Engagés ou, en tout cas, quel est leur point de vue. Mais cela a en fait suscité plus de questions que de réponses dans mon esprit. J’ai donc décidé de vous poser quelques questions pour éclaircir votre position dans ces négociations. Vous avez dit ce matin que le but de la politique, ce n'est pas de préserver son capital électoral entre deux élections mais d'assumer ses responsabilités. Je suis évidemment entièrement d'accord. Mais je me suis demandé où est le sens de la responsabilité quand les politiques menées depuis huit mois ont eu pour conséquence de creuser à la fois les inégalités et le déficit. Il faut quand même le faire. Par ailleurs, s’agissant d'élections, on peut quand même dire que vous avez rebâti votre parti et votre capital électoral à coup de promesses ambitieuses. Cela a bien fonctionné. Mais aujourd'hui, vous allez couper 900 millions dans les soins de santé en 2026, alors que vous les aviez tant défendus en campagne. Vous aviez promis que chacun aurait droit à un emploi convenable avant d'être exclu du chômage. Aujourd'hui, ces balises n'existent plus. Dans votre programme, à la page 631, vous promettiez de rehausser le budget de la coopération et du développement à 0,7 % du PIB. Vous avez déjà cette année coupé 25 % et on entend parler d'une coupe supplémentaire de 30 % pour l'année prochaine. Monsieur le ministre, quel bilan dressez-vous de votre participation à la coalition Arizona, en tant qu'Engagé, au nom du mandat que vos électeurs vous ont donné? Pour le budget de 2026, quelles sont vos demandes et quelles sont vos lignes rouges? Monsieur le vice-premier ministre, monsieur le ministre des Affaires étrangères et – dois-je vous le rappeler? – monsieur le ministre de la Coopération au développement, vous semblez avoir oublié l'engagement international d'atteindre 0,7 % du PIB dans les budgets de l'aide aux pays en voie de développement, qui figurait à la page 78 du programme des Engagés. Vous avez déjà fait 25 % d'économies sur ces budgets importants, au moment où le monde est à feu et à sang, au moment où le président américain a décidé de couper dans les budgets de l'USAID. Maintenant, selon les articles de presse et le CNCD, vous seriez prêt à amputer à nouveau ce budget d'un quart, c'est-à-dire réduire le budget initial de moitié. Monsieur le vice-premier ministre, monsieur le ministre des Affaires étrangères, monsieur le ministre de la Coopération au développement, décidément, plus le temps passe, plus les Engagés renoncent; plus les accords se succèdent et plus les Engagés se trahissent. Vous aviez promis de préserver la santé, promesse non tenue: plus de 2 milliards d'économies sur le dos des soignants et des patients. Vous aviez promis d'aider les travailleuses et les travailleurs avec 500 euros nets en plus, on en sera bien loin. Vous aviez promis d'aider les enfants et les famille, on voit les décisions prises par les ministres des Engagés au niveau de la Fédération Wallonie-Bruxelles ou du gouvernement wallon. Vous aviez promis de récompenser le travail, vous faites le contraire puisqu'on parle de 300 euros en moins pour un pensionné sur trois. Monsieur le vice-premier ministre, où est passé le ministre de la Coopération au développement? Où sont passées les promesses de campagne des Engagés? Y a-t-il encore des Engagés dans ce gouvernement? En tout cas, il y en a plus que de socialistes, et ça c'est déjà la première bonne nouvelle. Je parlais de socialistes francophones, même si la mathématique est la même. (Brouhaha) Madame la députée, monsieur le député, la ficelle est connue, et nous en avons tous fait usage, y compris ma formation politique lorsqu'elle était dans l'opposition: comme il n'est pas possible réglementairement d'interpeller un vice-premier sur ses orientations budgétaires, on feint d'utiliser la corde de la Coopération au développement. Alors, je ne nie pas – et ce n'est pas un secret de polichinelle – que, parmi l'ensemble des propositions qui peuvent figurer ici et là sur la table, d'aucuns souhaiteraient poursuivre l'effort de réduction du budget de la Coopération au développement. Mais ce n'est pas parce que c'est souhaité par certains que ce sera pour autant le résultat des arbitrages que, collectivement, nous déciderons de faire. Et si j'ai pu, comme président de parti, assumer la négociation de l'accord de coalition, qui – je le regrette, mais l'assume – a prévu 25 % de réduction des crédits de la Coopération au développement, il n'est nullement dans mes intentions ni dans celles des Engagés d'aller au-delà de ce qui a déjà été accepté, et qui est incontestablement douloureux à mettre en œuvre sur le terrain. Sur le reste, vous aurez l'occasion d'avoir un débat avec notre collègue le ministre du Budget pour l'ambiance globale. Je rappelle que je n'oublie nullement, monsieur Dermagne, être chargé de cette thématique de la Coopération au développement, et que j'y consacre bien plus d'énergie et de temps que vous ne semblez vouloir le considérer. Je tiens d'ailleurs à rappeler que je fais partie de celles et ceux qui croient dur comme fer à des relations extérieures qui s'appuient sur les 3D, sur la Diplomatie en premier ressort, sur la Défense également et sur le "D" de la coopération au Développement comme éléments de stabilisation d'une série de zones, pour pouvoir aussi préserver les flux migratoires qui peuvent parfois en découler ou d'autres enjeux. Est-ce qu'on atteindra les 0,7 %? Non. Ni sous la législature précédente ni, avec honnêteté, probablement sous celle-ci. Ce n'est pas pour autant que nous ne continuerons pas à y consacrer du temps, de l'énergie de même que nous continuerons à réformer avec cohérence le département du développement. Je pense que l'on doit oser questionner la législation. Est-il toujours pertinent aujourd'hui de réduire notre action de coopération au développement à un nombre restreint et pré-identifié de pays alors que, plutôt que de nous concentrer sur certains pays où, peut-être, nos intérêts diplomatiques et économiques ne sont pas convergents, il y a des endroits où nous sommes actifs et où nous pourrions dédoubler cette présence diplomatique par davantage d'interactions sur le plan de la coopération au développement? Nous devons donc profiter du fait que, pour la première fois depuis de nombreuses années, un ministre ait les deux compétences dans le même portefeuille – les Affaires étrangères et la Coopération développement – pour remettre à jour notre réseau et, le cas échéant, revoir notre législation sur le sujet. Madame Schlitz, il est évident que je devrai, le moment venu, rendre des comptes à mes électeurs. C'est à eux que je rendrai des comptes et pas à l'opposition. Pour le reste, il est vrai – et je le redis – qu'entre deux scrutins, l'enjeu n'est pas de préserver son capital électoral. Vous et moi en avons fait la démonstration dans des sens opposés. Peut-être que la prochaine fois cela sera à nouveau dans un sens opposé. C'est le risque de celles et ceux qui assument des décisions, qui prennent des responsabilités. Au vu de la situation budgétaire, c'est ce que sont prêts à faire les Engagés. Monsieur le vice-premier ministre, je vous remercie J'entends qu'il y a une ligne rouge sur la coopération. C'est ce que vous avez mis sur la table des négociations budgétaires, si j'ai bien compris. Vous ne voulez pas le confirmer, mais c'est ce que vous venez de dire. Si je dois résumer, les Engagés mettent sur la table des statu quo comme ligne rouge et laissent les autres engranger des victoires, comme c'est le cas depuis le début de la législature. Quand on voit la ministre de l'Immigration engranger déjà 11 mesures basculantes, la suppression du subside au plan grand froid, le fait de jeter des familles entières de réfugiés à la rue, etc. Ils engrangent! Sur le plan social aussi, du côté de la droite, on engrange: l'exclusion des chômeurs, la réduction des pensions, etc. Mais du côté des Engagés, où est le bilan? Or c'est bien là le courage politique que vous devez avoir par rapport à vos engagements électoraux. Ne vous inquiétez pas pour nous! Si, je m'inquiète parce que vous êtes censés être ceux qui rétablissent l'équilibre. Monsieur le vice-premier ministre, à vous entendre, vous êtes manifestement perdu. Cela s'entend et se voit. Vos 3D, c'est: déroute, dette et déficit. Merci à vous! Un déficit doublé de 20 à 40 milliards en six mois, un déficit qui atteindra les 6 % à la fin de la législature, un gouvernement qui ne sait manifestement plus compter et qui patauge. Alors, monsieur le vice-premier ministre, nous sommes en automne. À l'automne, comme vous le savez, les feuilles mortes se ramassent à la pelle. Les promesses de campagne des Engagés aussi! Duurdere medicatie voor de patiënt Mijnheer de minister, ik sta hier opnieuw omdat u de prijs verhoogt van cholesterolverlagers en omdat wat u tot hier toe hebt gezegd niet blijkt te kloppen. U zegt dat er gesmost wordt met de medicatie, maar u hebt mij ook altijd gelijk gegeven wanneer ik zeg dat er heel wat mensen zijn die deze medicatie nodig hebben, omdat bewezen is dat voor hen het risico op hart- en vaatziekten afneemt wanneer ze deze nemen. U hebt altijd gezegd dat er voor die mensen geen verhoging van het remgeld zou zijn, maar wat werd er nu maandag beslist? Een platte prijsverhoging voor alle patiënten. Kunt u vandaag bevestigen dat wat u de afgelopen weken hebt gezegd niet klopt? Beseft u de ernst van de hele zaak? Uw maatregelen dienen om mensen die cholesterolverlagers nemen te ontraden om die te nemen. Er zijn heel veel mensen die ze nodig hebben. Samen met kanker zijn hart- en vaatziekten de belangrijkste doodsoorzaak in België. Elke dag opnieuw vecht de medische wereld om dergelijke sterfgevallen te voorkomen. Tachtig procent daarvan kan worden voorkomen door preventie en er bestaat een brede wetenschappelijke consensus dat samen met een levensstijlaanpassing cholesterolverlagers een essentieel element van die preventie vormen. U gaat nu de mensen die deze medicatie nodig hebben ontraden om ze correct in te nemen. Ik word overspoeld met getuigenissen van patiënten die zich zorgen maken. Niet enkel de patiënten maken zich zorgen, u hebt een open brief gekregen van de Belgische Cardiologische Liga die zich ook heel veel zorgen maakt. Ik citeer uit die brief: "We betreuren dat uw maatregelen het risico inhouden dat patiënten die wel cholesterolverlagers nodig hebben hun medicatie zullen stopzetten. Dat zal leiden tot vermijdbare cardiovasculaire evenementen, met alle menselijke en economische gevolgen van dien." Mijnheer de minister, nu blijkt dat uw belofte dat de mensen die deze medicatie echt nodig hebben niet zullen worden geraakt niet nagekomen wordt, gaat u die maatregel terugschroeven? Collega’s, we investeren in gezondheidszorg om de bestaande noden beter te beantwoorden, bijvoorbeeld die in de geestelijke gezondheidszorg. We investeren vandaag in de gezondheidszorg om nieuwe en belangrijke medicatie terug te kunnen betalen, niet om het gebruik van geneesmiddelen met weinig meerwaarde te blijven terugbetalen. Gespecialiseerde organisaties zeggen één ding, maar u moet ook eens andere richtlijnen daarover lezen. Ik zal niet citeren wat huisartsen daarover zeggen. Ik zal het onafhankelijk Belgisch Centrum voor Farmacotherapeutische Informatie (BCFI) citeren. Dat stelt letterlijk dat het aantal gebruikers van statines in primaire preventie ongetwijfeld sterk kan worden verminderd, zonder gezondheidsrisico’s. Dat is gewoon waar. Dat is dus het signaal dat we geven. Weet u waarin we moeten investeren? We moeten investeren in een betere bescherming van mensen die echt hoge kosten hebben. Met deze begroting voor de gezondheidszorg verbeteren we bijvoorbeeld de terugbetaling voor mensen die antiallergische middelen moeten nemen. Mevrouw Eggermont, ik vind het onbegrijpelijk dat de PVDA zich zo voor de kar van de big pharma laat spannen, terwijl die geld met bakken binnenrijven door geneesmiddelen te laten voorschrijven die niet nodig zijn of zelfs verslavend werken, zoals maagzuurremmers. De raad van bestuur van Teva zou vandaag voor u applaudisseren. De raad van bestuur van Sandoz zal zeggen: “Zeer goed PVDA, vertel dat maar voort.” De raad van bestuur van Takeda zal zeggen: “Uitstekend wat u hier vertelt.” De raad van bestuur van EG zal zeggen: “Mevrouw Eggermont, doe zo voort. Maak de mensen wijs dat al die geneesmiddelen nodig zijn.” Wij doen dat niet. Mijnheer de minister, ik vraag u wanneer cholesterolverlagers bewezen zijn, bij primaire preventie met hoog risico en bij secundaire preventie. U fiets daar echter in een boog omheen en begint over maagzuurremmers, primaire preventie met laag risico en over nog allerlei andere zaken, omdat u weet dat wat u zegt niet klopt. Ik zei u dat als u mensen ontraadt om geneesmiddelen te nemen terwijl het nut daarvan bewezen is, er meer hartinfarcten en beroertes zullen optreden als gevolg van dat beleid. Daarop hebt u niet geantwoord. Wat u doet, houdt een risico in voor de volksgezondheid. Ik rijd niet voor de farmaceutische industrie. Wij hebben een studie gepubliceerd. U zegt altijd dat mensen te veel cholesterolpillen nemen, maar de stijging van het budget in de voorbije jaren komt niet doordat er meer pillen worden gebruikt – want dat aantal blijft gelijk – maar doordat er in de voorbije twee jaar een nieuw geneesmiddel op de markt is gekomen, waarvoor u een geheim contract hebt afgesloten. Een gewone cholesterolbehandeling kost 100 euro per jaar per patiënt, terwijl het nieuwe geneesmiddel 4.000 euro kost! U rijdt voor de farmaceutische industrie! Het zijn niet de patiënten … Bedankt, mevrouw Eggermont. De alarmerende brief van een aantal wijkgezondheidscentra over de langdurig zieken Bonjour à toutes et à tous. Monsieur le ministre, je vous souhaite un bon anniversaire avec un peu de retard. Le gouvernement a récemment décidé de prendre toute une série de mesures nécessaires pour lutter contre le chômage à vie, dans un contexte budgétaire qui, comme nous le savons, est excessivement tendu. Depuis hier, un bruit circule – et même plus qu’un bruit – selon lequel une maison médicale de Charleroi contacterait directement des patients dont les allocations de chômage devraient être supprimées, pour leur proposer une consultation téléphonique, autrement dit, une espèce de mutuelle à vie. La direction du centre a réagi immédiatement, évoquant visiblement un malentendu, et affirmant qu’il ne s’agissait absolument pas d’inciter les patients à la fraude, mais simplement de les réorienter – voire tout simplement de les orienter – vers les bons services. De son côté, le Conseil de l’Ordre des médecins du Hainaut a condamné fermement cette pratique, en déclarant qu’il était totalement contraire à la déontologie d’inviter des patients non demandeurs à une consultation. Monsieur le ministre, trouvez-vous normal que des maisons médicales contactent directement des patients pour les orienter sur la base d’informations économiques ou administratives les concernant? Qu’en est-il du respect du règlement général sur protection des données (RGPD) et de la confidentialité des données de santé? Une enquête a-t-elle été ouverte par l’INAMI et par le SPF Santé publique pour vérifier si d’autres centres ne feraient pas la même chose ailleurs en Belgique, peut-être de manière un peu plus discrète? Enfin, nous connaissons votre engagement à lutter contre tout type de fraude. Qu’avez-vous l’intention de faire dans ce dossier à court terme? Madame Taton, j'ai pris connaissance du courrier adressé à plusieurs patients par le Centre de santé La Chenevière de Charleroi. Je condamne ces pratiques et demanderai qu'une enquête soit menée pour déterminer quelles mesures peuvent être prises. En effet, tant l'Ordre des médecins que l'Autorité de protection des données (APD) indiquent qu'au minimum, ces médecins ne respectent pas la déontologie médicale. En revanche, on peut regretter que ces mêmes médecins n'aient pas évalué la situation des patients plus tôt. Dans le cadre des trajets de retour au travail pour les personnes connaissant de vrais problèmes de santé et de l'accompagnement spécifique que nous pouvons leur fournir, ces patients auraient peut-être pu reprendre le travail; ce qui aurait pu améliorer leur état de santé. Je ne souhaite, en aucun cas, déclencher une chasse aux sorcières à l'égard des personnes qui vont perdre leur droit aux allocations de chômage. Lorsque quelqu'un au sein de ce groupe de chômeurs présente de graves problèmes de santé et répond aux critères légaux de l'incapacité de travail, la loi doit évidemment s'appliquer correctement. En même temps, je demande aux mutualités et à l'INAMI d'examiner ces demandes avec une attention et une rigueur particulières. Il est essentiel de protéger celles et ceux qui y ont légitimement droit, mais il est tout aussi important que la reconnaissance de l'incapacité de travail se fasse de manière sérieuse, objective et médicalement fondée. Monsieur le ministre, je vous remercie de votre réponse. Comme vous le savez, la lutte contre le chômage reste une priorité pour nous dans un contexte budgétaire où chaque euro compte. Comme vous l'avez dit, à force d'user et d'abuser d'un système, ce sont les personnes les plus fragiles, celles qui ont vraiment besoin d'aide, qui vont être pénalisées. C'est le plus important. Je pense que le message est passé. Notre responsabilité politique est, bien entendu, de protéger la solidarité, mais il faut que celle-ci soit juste et équilibrée. Je tenais à en profiter pour préciser que nous ne mettions pas tous les médecins dans le même panier. En tout cas, une telle situation doit nous alerter. Pour cette raison, nous comptons sur vous. Je vous remercie beaucoup, monsieur le ministre. Het uitblijven van de begroting en de daaruit voortvloeiende regeringscrisis De begroting De begroting De begrotingscrisis De aanslepende regeringscrisis en het uitblijven van een begroting De begroting 2026 en het begrotingstekort Het uitstel van de State of the Union en de begrotingsbesprekingen Mijnheer de minister, u moet toch een déjà-vugevoel hebben bij uw vele pogingen tot fiscale hervorming onder Vivaldi met de lekken, de veto’s, de niet-gehaalde deadlines en de steeds kleiner wordende bedragen? Van vele miljarden euro’s ging het toen naar 6 miljard euro, vervolgens naar 2 miljard euro, daarna naar 1,6 miljard euro en 1 miljard euro, om uiteindelijk op helemaal niets te eindigen. Mijnheer Ronse, Vivaldi had dan tenminste nog de State of the Union tijdig klaar. Het is inderdaad historisch dat wij daarop nu zo lang moeten wachten. Ook nu lijkt het wel op een limbodans waarbij de stok steeds lager wordt gelegd. Eerst was er sprake van een inspanning van meer dan 20 miljard euro, vervolgens 20 miljard euro, daarna de volgens u noodzakelijke 16 à 16,5 miljard euro en nu is het nog 10 miljard euro. Zelfs dat lijkt niet te lukken. Echter, 10 miljard euro is het minimum dat Europa oplegt. Dat is geen oplossing. Dat zorgt niet voor orde op zaken. Met dat bedrag blijft de overheidsschuld gewoon oplopen. In dat geval zullen wij de volgende jaren opnieuw geen tijdige State of the Union krijgen en zal de miljardenoefening telkens opnieuw moeten gebeuren. U kunt dan telkens opnieuw een btw-verhoging op tafel leggen. Nochtans zijn er landen die er wél in slagen. Neem nu bijvoorbeeld Italië, dat altijd het zieke broertje van Europa is geweest. Dat land is nu echter op weg naar herstel. Het begrotingstekort werd op enkele jaren tijd teruggebracht van 9 % naar 3 % van het bruto binnenlands product. In 2026 zal het tekort onder die 3 % dalen. Meloni heeft natuurlijk niet voor de socialisten gekozen, maar voor een stabiele rechtse regering. Dat maakt wel een verschil. De huidige regering is aan het surplacen om nog over de steile col te geraken. Binnen de tijdslimiet aankomen, lukt niet meer. Mijn vraag aan u is dan ook de volgende. Is er een bezemwagen in aantocht? Bent u intussen bezig met het voorbereiden van voorlopige twaalfden? Mijnheer de minister, de leider van uw regering, Bart De Wever, schetst een doembeeld voor de toekomst. We staan aan de rand van de afgrond. De welvaartsstaat zal volledig instorten en ons land zal collectief verzeilen in armoede. Hij zegt echter: geen paniek, er is een oplossing, mijn oplossing. We gaan de pensioenen verlagen, we besparen op de gezondheidszorg, we viseren de vrouwen, de werkzoekenden en de zieken. Als we dat doen, dan kunnen we ons land redden. Dat is niet leuk, maar er is geen alternatief. There is no alternative. Wel, daarmee ben ik het fundamenteel oneens. Er zijn wél alternatieven en we hebben die hier al geformuleerd. Maak werk van een degelijke bijdrage van de extreemrijken. Stop met de overdreven subsidiëring van fossiele brandstoffen. Zorg ervoor dat misbruik van managementvennootschappen wordt aangepakt. Dat zal miljarden opleveren. Mil-jar-den! Mijnheer de minister, wij zijn niet de enigen die dat zeggen. Het ACV zegt net hetzelfde. Beweging.net zegt net hetzelfde. Net als wij stellen zij dat er wél alternatieven zijn. Zij smeken u, minister van de christendemocraten, zij zijn bastions van de christendemocratie, om die alternatieven op te pakken en te verdedigen. Mijnheer de minister, stel dat er binnenkort nieuwe verkiezingen plaatsvinden en u gaat campagne voeren in De Pinte. Wat zult u dan zeggen aan uw kiezers? Zult u de boodschap van uw eerste minister verdedigen? Zult u zeggen dat er geen alternatief is en dat u een mandaat vraagt om opnieuw hetzelfde te proberen of zult u zeggen dat er wél alternatieven zijn en dat u op zoek zult gaan naar partners met wie u die alternatieven kunt uitwerken? Mijnheer de minister, zijn er alternatieven, ja of nee? Dank u wel. Mijnheer de minister, dit zijn de bedragen die genoemd worden: 20 miljard euro, 16,6 miljard, 10 miljard, 6 miljard en dan opnieuw 10 miljard, of uiteindelijk niets. De regering goochelt met cijfers, wellicht omdat men niet kan toveren met resultaten. Alle gekheid op een stokje, wat een chaos. U krijgt de begroting voor 2026 niet rond, u krijgt de meerjarenbegroting niet rond en, nog erger, u krijgt de hervormingen van het lente-, paas- en zomerakkoord niet rond. Ondertussen zijn we midden in de herfst. Wat is het gevolg hiervan? We dreigen naar voorlopige twaalfden te moeten gaan, waarschijnlijk voor drie maanden, alsof we in lopende zaken zouden zitten. Mevrouw Pas zei dat dat een déjà vu is, maar het is du jamais vu . De zaken zijn niet lopend, ze zijn struikelend. Ondertussen, mijnheer de minister, horen we u niet. Er is een radiostilte, terwijl de onzekerheid bij de mensen blijft groeien, over hun pensioenen, hun koopkracht, hun loon en de extra belastingen. Zonder akkoord, mijnheer de minister, geen hervorming en zonder hervorming, geen toekomst. Onze fractie wil geen geld, mijnheer de minister. Wij willen duidelijkheid en vooral perspectief. Wie betaalt immers de factuur? Dat zijn altijd dezelfden: de mensen die werken, sparen en ondernemen, de middenklasse. Vandaag weten zij het niet meer. Komt er een btw-verhoging? Wordt het leven duurder? Welke belastingen zult u nog allemaal uitvinden? Komt de pensioenhervorming er nog of volgt er opnieuw uitstel of, nog erger, mijnheer de minister, afstel? Monsieur le ministre, je crois qu'il faut être honnête. Cela fera plaisir à M. Ronse: le constat de départ du premier ministre est juste. On ne peut pas continuer avec de tels niveaux de dette et de déficit. On ne peut pas continuer, que ce soit pour nous ou pour les générations ultérieures. Le fond du problème, malheureusement, c'est que pour faire passer des mesures difficiles, il faut deux choses. Il faut que les mesures puissent être ressenties comme justes, et il faut un cap. L’Arizona n'a ni l'un, ni l'autre. Il y avait un chemin, pourtant, pour ce gouvernement. Vous auriez pu la jouer à la Churchill. Vous auriez pu dire: "Ce sera dur. Il y aura du sang, de la sueur et des larmes, mais nous allons y arriver." Mais ce n'est pas du tout le chemin que vous avez choisi. Vous avez préféré faire du Margaret Thatcher. Vous avez préféré nous dire: "Debout, bande de feignasses. Vous, les chômeurs qui, certainement, chômez tous depuis 20 ans sans aucun contrôle, réveillez-vous. Allez prendre cet emploi, même si cet emploi n'existe pas, même si vous n'êtes pas formés pour. Debout, les 520 000 malades de longue durée qui, certainement, faites tous semblant grâce à des médecins de complaisance. Levez-vous et allez travailler également." Le message, c'est: "Regardez, nous avons trouvé le moyen d'exonérer de cotisations patronales les revenus au-delà de 240 000 euros et de faire un cadeau de 75 millions d'euros par an, mais nous allons quand même couper dans vos pensions, dans le plan Grand froid ou dans d'autres aides sociales". Autrement dit, votre message jusqu'ici est tout sauf juste. Résultat: à ce stade, vous avez zéro cap budgétaire, vous avez une crise et vous avez quand même 120 000 personnes dans la rue. Bravo, les ingénieurs! Monsieur le ministre, j’ai une seule question. Vous êtes supposé y répondre ici pour tout le gouvernement – et donc bonne chance. L'Arizona va-t-elle enfin réussir à se mettre à la hauteur des enjeux? Il est temps pour ce gouvernement d'être clair, mais plus encore, il est temps pour lui d'être juste. Mijnheer de minister, dit land is ziek, langdurig ziek, vooreerst letterlijk. Het was net nog aan de orde. Er zijn 526.000 langdurig zieken. Daarvan is slechts één op zes tot zijn pensioen ziek verklaard, gerechtvaardigd ziek. De dag dat men daar iets aan wil doen, staan de mutualiteiten echter op hun achterste poten en staken de vakbonden. De vakbonden zijn tegenwoordig immers meer geïnteresseerd in het profitariaat dan in het proletariaat. Wat ik ook zie, mijnheer de minister, is dat de toestand hopeloos is, maar voor sommige politieke partijen nog altijd niet ernstig. Ook voor politieke partijen die vandaag deel uitmaken van de meerderheid. Ik zal nog een ziekte noemen. De pensioenkassen zijn leeg, ze zijn in palliatieve zorg. En waarom zijn ze vandaag in palliatieve zorg? Omdat we de pensioenen opgesoupeerd hebben. Ik vind het jammer dat de heer Vandenbroucke al weg is. Ik wou hem nog eens herinneren aan zijn Zilverfonds. Er is 15 miljard in de zee gegooid in Oostende en men heeft gewacht tot het er in Nieuwpoort weer uitkwam, maar het is er niet uitgekomen. De pensioenkassen zijn leeggeroofd. Maar wie zet vandaag zijn voet dwars tegen de pensioenhervorming? De linkse kant. Het gaat niet alleen over de pensioenhervorming. 25 jaar waren de liberalen aan de macht. Mijnheer Van Quickenborne, ik hoor u graag bezig, maar u bent er mee een oorzaak van. De heer De Croo is vijf jaar minister van Pensioenen geweest. 25 jaar aan de macht, maar er is geen enkele belastingdiscipline waarin België geen kampioen is. We zitten nu in dat conclaaf. We horen dat er iets moet worden gedaan aan de belastingen. Maar dan zet iedereen zijn voet dwars. Wat zijn eerlijke belastingen, mevrouw Bertrand? Wel, dat zijn belastingen op het verbruik. Mijnheer de minister, doe voort. Doe voort. Ik vraag u voort te doen. Ik vraag eigenlijk om minimaal 10 miljard te besparen. Het gaat om de toekomst van onze kinderen. Want al die mensen die hier zitten met boter op (…) Dank u, mijnheer Dedecker. Mijnheer de minister, u raakt er niet uit. De onderhandelingen blijven maar duren. Het was de bedoeling dat het anders zou verlopen dan in het verleden, maar op de radio wordt gezegd dat er een crisis is in de regering en dat u er niet uit raakt. Wat is er aan de hand? Het eerste punt, dat zwaar moet wegen aan de onderhandelingstafel, is de druk van 140.000 betogers. U durft gewoon geen beslissingen te nemen, omdat u de druk van buitenaf voelt. Dat is ook normaal, want niemand heeft gestemd voor een btw-verhoging, een nieuwe pensioendiefstal en een pensioenleeftijd op 67 met een pensioenmalus. U voelt dus de druk. Wat ik niet begrijp, mijnheer de minister, is dat er alleen maar wordt gezegd dat er geen alternatief is. There is no alternative. Tina, Tina, Tina, there is no alternative . Waarvoor dienen ministers dan? Als er geen alternatief is en u kunt niets anders beslissen, waarvoor wordt u dan betaald? C'est toujours la même chose: il n'y a pas d'alternative. On ne sait rien faire d'autre. Mais pourquoi paie-t-on les ministres, alors, s'il n'y a pas d'alternative? C'est la question. De heer De Wever zegt: Tina, there is no alternative, en heeft het over Margaret Thatcher . Onder Thatcher waren er echter twee recessies in Groot-Brittannië, er was een stijgende ongelijkheid, de werkloosheid steeg, er was de-de-industrialisatie in het land. Dat is het bilan van Margaret Thatcher. En u wilt dat gewoon toepassen in België. Komaan, waarmee bent u bezig? Er zijn alternatieven. Laten we het even hebben over de taxshift, met 8 miljard minder voor de sociale zekerheid. Wie heeft dat goedgekeurd? De N-VA. Rechts graaft gewoon een gat. Ga het geld halen bij de superrijken. Dat is nog een alternatief. Stop echter geld te halen bij de gepensioneerden en de werkende klasse. Dat mag niet meer. Het volk is boos. Mijnheer de minister, daarom vraag ik u wanneer u eindelijk met een deftig sociaal budget naar hier zult komen. Monsieur le ministre, ce n'est pas qu'on est déçu de vous voir, mais on aurait préféré pouvoir poser toutes nos questions au premier ministre. Soit. Ici, tout ce qu'on sait au Parlement, ce sont des choses qu'on lit dans la presse ou qu'on sent, à travers notamment les annulations de commissions ou certaines choses qu'on entend dans les couloirs. Tout d'abord, pouvez-vous nous dire combien de milliards vous voulez trouver? On entend parfois 20, parfois 10, parfois 6 milliards. Pouvez-vous nous dire quels sont les objectifs que vous vous êtes fixés au niveau budgétaire? Nous savons aussi qu'il y a des tensions, je pense que c'est assez évident. Quand on entend que ça va être la "mère des batailles", jusqu'au finish, et que la réunion se termine à 18 h 00, on imagine qu'il y a dû y avoir quelques prises de bec, on ne sait pas entre qui et qui. Pouvez-vous nous dire, sur une échelle de 1 à 10, à quel niveau de tension se trouve le gouvernement? On voit beaucoup d'idées passer. Il y a eu l'idée d'un saut d'index. On parlait d'abord d'un saut d'index pour tout le monde. Et puis, juste pour les allocataires sociaux. Pour rappel, dans les allocataires sociaux, il y a aussi les pensionnés. Allez-vous aussi faire un saut d'index pour les pensions? Est-ce que c'est ça l'idée? Et pour les fonctionnaires? Je pense qu'ils ont quand même déjà fait leur part. Est-ce que ce sont de nouveau les mêmes qui vont être mis à contribution? Ou allez-vous enfin aller chercher l'argent là où il se trouve? Un malus pension plus rapide, pour les pensionnés? Ou une taxe sur les millionnaires? Ça, c'est une bonne idée, mais c'est directement hors de question. Certains sont plus discrets. Pourriez-vous nous dire s'ils sont aussi discrets dans les négociations qu'ils le sont dans la presse? Comment cela se passe-t-il concrètement? Par ailleurs, on n'entend jamais parler de la crise climatique, alors qu'on sait qu'elle va nous coûter bonbon! Pouvez-vous me dire si cette thématique apparaît quand même sur la table du gouvernement? Mijnheer de voorzitter, collega’s, de regering heeft een gezamenlijke doelstelling: de welvaart van de huidige generatie en van de toekomstige generaties beschermen. Dat is wat onze burgers en onze ondernemingen, terecht, van ons verwachten. De toekomst van onze welvaart, van onze economie, van onze veiligheid hangt af van de keuzes die we de komende dagen zullen maken. De oefening die voor ons ligt, is dan ook complex en uitdagend, want het is ook een erfenis waarvoor ieder van ons verantwoordelijkheid draagt, een erfenis uit tijden waar men gemakzuchtig één begrotingsjaar, één begrotingsoefening vooruitkeek. Door die aanpak zitten we vandaag in een context waar de rentelasten als een loden ketting rond de federale hals hangen. Nous risquons en effet de consacrer près de 40 % de notre déficit aux intérêts dans quelques années. De huidige regering wil het anders doen en neemt haar verantwoordelijkheid om di uitdaging structureel en met de blik op de langere termijn aan te pakken. De doelstelling is dan ook helder en staat in de regering ook niet ter discussie. Wat Europa van ons vraagt, zal het minimum zijn, maar de weg daarnaartoe vraagt tijd. Nous avons besoin de mesures structurelles, qui tendent à renforcer le marché du travail, l'économie et notre sécurité, à maîtriser les coûts du vieillissement, à garantir des revenus équitables dans notre État-providence, et à lutter contre le gaspillage. Personne ne nie qu'un tel exercice comporte une dimension idéologique. Cependant, l'idéologie doit inspirer et non paralyser. We moeten doen wat nodig is, niet wat gemakkelijk is. Wie vandaag niet doorpakt, zet onze economische groei en de ruimte om te investeren, op een zijspoor. Nous devons faire ce qui est nécessaire, et non ce qui est facile. Si, aujourd’hui, nous reportons des choix difficiles, nous le paierons bientôt cash en termes de pouvoir d’achat, de compétitivité et de prospérité. Protéger notre État-providence est la mission la plus importante de notre génération. De bescherming van onze welvaartsstaat is de belangrijkste opdracht van onze generatie. Als we vandaag geen geloofwaardige koers uitzetten, riskeren we een samenleving waarin het ieder voor zich is, veel sneller dan men zou denken. Dat kan en zal ik nooit aanvaarden. Daarom roep ik iedereen op om de komende dagen de juiste stappen te zetten: eerst over de eigen schaduw en vervolgens samen naar een begroting die geloofwaardig, sociaal rechtvaardig en economisch duurzaam is. De regering zou dit land financieel op orde zetten. Zelfs als er een akkoord van 10 miljard aan extra belastingen en besparingen op kap van de Vlamingen zou komen, dan slaagt u daar nog niet in. Veel van zijn eigen programma opofferen om aan een akkoord te geraken, kan Bart De Wever niet meer. Er zat immers al niet veel in. Toch staan er een groot aantal oplossingen in het N-VA-verkiezingsprogramma, oplossingen die ook in ons programma terug te vinden zijn, zoals de responsabilisering door een splitsing van de sociale zekerheid en door fiscale autonomie. Mijnheer de minister, vorige week zei uw partijgenoot en voormalig minister Koen Geens het letterlijk in een interview: “Fiscale autonomie is een must.” U zegt dat er gedaan moet worden wat nodig is. Welnu, doe wat nodig is. Leg dat eens op tafel en stop met uw geknoei. Mijnheer de minister, u zegt: we moeten doen wat nodig is. Daarmee suggereert u dat er alternatieven bestaan, maar vervolgens komt daar niets van in huis bij de onderhandelingen over de maatregelen. Vorige week zei Bart De Wever hier in het halfrond: “Als we geen moeilijke beslissingen kunnen nemen, dan zijn we niet capabel om te besturen.” Dat is echter niet wat hij bedoelde. Hij bedoelde: als jullie niet in staat zijn om mijn wil als wet te aanvaarden, dan zijn we niet capabel om te besturen. Mijnheer de minister, verlos u van dat juk. Spreek u duidelijk uit over die alternatieven: bijdragen van de extreem rijken, stoppen met het misbruik van managementgenootschappen en stoppen met fossiele subsidies. Vecht daarvoor, want dat is wat ik hoor op straat en dat is waar Groen voor staat. Mijnheer de minister, wat blijft er over van uw beloftes? U zou het tekort terugdringen naar minder dan 3 %. Uw recepten zijn echter linkse recepten! U wilt de flexi-jobs onmogelijk maken, de studentenjobs zwaarder belasten en de ondernemers harder aanpakken. Dat zijn recepten om de groei kapot te maken! U moet snoeien in de uitgaven, want het probleem van de begroting zit aan de uitgavenkant. Kijk naar de groeinorm en de gezondheidszorg. Kijk naar de langdurig zieken, de grootste fraude van de laatste jaren in ons land. Moeten de vakbonden de werkloosheidspremies nog uitbetalen? Focus op de kerntaken van de overheid. Voer de energienorm uit. Schrap de onnodige regels voor de kmo’s. Daarvoor zult u in ons een partner vinden. We steunen alles wat de groei kan aanzwengelen en de productiviteit kan stimuleren. Belasten is echter geen (...) Monsieur le ministre, je vous remercie. On n'a rien appris, sauf qu'il y a toujours un ministre du Budget Arizona. C'est déjà ça! La question classique en politique est de savoir s'il faut gouverner selon son électorat ou en fonction de l'intérêt général. Et le problème de votre gouvernement, ce sont ceux qui font entendre leur voix. Ceux qui sont le plus audibles sont ceux qui s'adressent toujours à leur seul électorat et ne veulent pas prendre de responsabilités pour toute la population. Et c'est ce qui vous pose problème. C'est le moment pour chacun de s'élever et de prendre toutes ses responsabilités. Celui qui refusera tout accord en se disant "je m'en fiche, tant que j'ai 30 % des électeurs qui votent pour moi", celui-là sera responsable de la crise. Mijnheer de minister, u gaf een mooi sermoen. Ik begrijp echter dat u niets kunt vertellen. Het conclaaf moet eerst worden beëindigd. Ik hoor u heel graag opmerken dat iedereen over zijn schaduw moet springen. Ik heb echter een oplossing voor als dat niet gebeurt. In feite was deze speech voor de eerste minister bedoeld. Ik zal de oplossing evenwel geven. Ik weet dat u een katholiek mens bent. U komt alleszins uit de katholieke zuil, hoewel ik weet dat uw partijvoorzitter de Heilige Drievuldigheid niet meer kent, maar hij kan er wel uitleg over geven. Wat is er gebeurd in het Vaticaan in de dertiende eeuw? Toen kwam men ook niet uit het conclaaf. Na twee jaar en negen maanden werden de deelnemers eerst op water en brood gezet, maar het lukte nog niet. Vervolgens is het dak weggenomen van de Sixtijnse kapel. Wat gebeurde er? De deelnemers bevielen van de oplossing. Laten we desnoods dus het dak wegnemen van de Wetstraat 16, dan krijgen we een oplossing. Collega Dedecker, mij wordt verteld dat het daar binnenregent. U bent dus al gedeeltelijk op uw wenken bediend. Mijnheer de minister, u zegt dat het probleem is dat de regeringen in het verleden steeds slechts één begrotingsoefening vooruit dachten, maar in 2015 was er iemand die daar anders over dacht en dat was Bart De Wever. Op de vraag in een interview in 2015 waarom de taxshift ondergefinancierd is, antwoordt hij: “Het klopt dat de taxshift niet voldoende gefinancierd is. Men heeft doelbewust gekozen om niet alles mee te rekenen. Dat dringt op termijn een infernale besparingslogica op en dus komt men terecht bij de overheidsuitgaven waar ze nog zitten: de sociale zekerheid.” Beste collega's, dat betekent dat rechts een strategie bedacht heeft om een put van 8 miljard euro te graven, met als doel een besparingslogica in de sociale zekerheid. Dat heeft Bart De Wever gezegd. Over twee begrotingsronden zal de sociale zekerheid voor langdurig zieken en gepensioneerde worden aangevallen. Dat noemt men strategisch nadenken. Dat is een slechte, antisociale strategie. Merci monsieur le ministre pour votre réponse. Je ne m'attendais pas à cela, mais je vous entends lancer un véritable cri du cœur à vos partenaires de majorité. Nos questions ne portaient pas vraiment sur cela, mais c'est tout de même assez intéressant à entendre. Vous leur faites un appel à la responsabilité, vous les appelez à prendre des décisions difficiles. J'espère que ce message a été entendu. J'imagine bien que ces discussions doivent être un véritable enfer, rempli de guerres d' ego . Franchement, je ne voudrais pas être à votre place. Par contre, je voudrais vous dire que responsabilité et décisions difficiles ne riment pas forcément avec le fait de faire mal à l'ensemble de la population, surtout à ceux qui ont bossé toute leur vie et à ceux qui contribuent déjà énormément au budget de l'État et à l'effort national. Il y a des alternatives, monsieur le ministre. On peut aller chercher 13 milliards dans les énergies fossiles, on peut aller chercher 30 milliards dans la lutte contre la fraude fiscale et ainsi de suite. Allez-y, monsieur le ministre! De impasse rond de tuchtraad voor deurwaarders wegens het gebrek aan immuniteit van de magistraten Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega’s, een onbetaalde factuur van 100 à 150 euro die oploopt tot een monsterfactuur van duizenden euro’s doordat er allerhande dossierkosten die daar eigenlijk niet in thuishoren, aan worden toegevoegd, die wanpraktijken van in het verleden zien we, jammer genoeg, nog steeds in de sector van de gerechtsdeurwaarders. De vorige regering heeft beslist een reeks maatregelen te nemen om die zogenaamde schuldenindustrie aan te pakken. Een van die maatregelen was de oprichting van een onafhankelijke rechtbank die aan die wanpraktijken paal en perk moest stellen. Wat blijkt nu, twee jaar later? Die tuchtraad komt maar niet in actie. Er worden geen zaken behandeld, met als gevolg dat 46 dossiers uit de beroepsgroep van de gerechtsdeurwaarders onbehandeld blijven. Daarnaast blijven 41 dossiers uit de sector van de notarissen al drie jaar lang liggen. Het gaat hier niet over punten en komma’s, collega's, maar over zware dossiers. Samengevat, honderd dossiers over wantoestanden en wanpraktijken liggen stof te vergaren. Het resultaat is straffeloosheid. Wie is daarvan de dupe? In de eerste plaats is dat uiteraard de burger, het slachtoffer dat in de kou blijft staan. Dat zijn ook de vele goed menende gerechtsdeurwaarders en notarissen, het merendeel van de sector. Zij willen al die cowboys ook uit hun midden weren. Wie wint erbij? Quid bono ? Dat zijn de cowboys zelf, die door de huidige situatie de facto een vrijbrief krijgen om hun schandalige praktijken voort te zetten. Mevrouw de minister, de situatie is ernstig. De voorzitters en magistraten hebben inmiddels kennelijk hun ontslag aangekondigd. Ik moet snel afronden gelet op mijn spreektijd. Mijn vraag is eenvoudig (…) U kunt niet meer snel afronden. De minister is creatief genoeg om zelf een vraag te fantaseren. Ik heb geen vraag gekregen, maar ik zal toch een antwoord geven. Uiteraard moeten beroepsorganisaties zichzelf zuiveren en wij moeten ons daarop organiseren. We hebben de wet betreffende een tuchtraad en hebben in juni 2024 voorzitters aangeduid. Toen ik in februari minister van Justitie werd, was die tuchtraad nog niet helemaal operationeel. Sindsdien hebben we veelvuldig overlegd met deurwaarders, de voorzitters en het College van de hoven en rechtbanken. We hebben een wetsontwerp klaar dat tegemoetkomt aan een aantal technische opmerkingen, zodat de tuchtraad goed kan werken. Een goed functionerende tuchtraad is immers nodig om die beroepsgroep zuiver te houden. We hebben overigens ook bevestigd dat de immuniteit van de magistraten die in de tuchtraad zetelen, kan blijven gelden, omdat zij optreden als een orgaan van de rechterlijke orde. Voor zover uw pleidooi zou zijn om de vergoedingen van de magistraten die in die tuchtraad zetelen, te verhogen, kan ik u alleen maar zeggen dat de discussies daarover aan de gang zijn. Ik neem aan dat uw partij mijn vraag voor extra middelen voor Justitie ten volle en publiek zal steunen, zodat de vergoedingen voor die magistraten mogelijk worden. Mijnheer Soete, we doen er alles aan om de tuchtraad te doen functioneren, want ook ik acht een goede deontologische werking van de deurwaarders en de notarissen en dus ook de tuchtraad prioritair. Het College van de hoven en rechtbanken doet vandaag al het nodige om de magistraten die hun ontslag hebben gegeven, te vervangen. Wij zullen daarop blijven aandringen, want een goed functionerende werking van de deurwaarders is essentieel voor iedereen, zeker voor de burgers. Mevrouw de minister, het is intussen mijn derde vraag over het onderwerp. Voor het reces heb ik ook een samengevoegde vraag gesteld met collega Jadoul. Ik merk dat elke keer dat ik u aan het woord laat, er een extra element, een extra blokkering uit de weg wordt geruimd. De immuniteit van de magistraten is er daarvan een heel belangrijke. Zij hadden inderdaad schrik dat ze effectief persoonlijk aansprakelijk zouden worden gehouden. Zij vreesden dat als ze een notaris of een deurwaarder preventief schorsen en zonder inkomsten zetten, er achteraf een claim zou komen wanneer zij het voorzitterschap van de tuchtraad zouden opnemen. Het is heel goed dat u daar een doorbraak aan het realiseren bent. We weten immers allemaal dat de vorige tuchtraad al drie jaar geleden werd afgeschaft en dus is het hoog tijd dat er een nieuwe tuchtraad actief wordt. De militie Code Rood Collega’s, iedereen heeft de verschrikkelijke beelden gezien van de gebeurtenissen in Charleroi en Brussel, waar Code Rood en andere extreemlinkse organisaties vandalisme hebben gepleegd en specifiek bedrijven hebben geviseerd. Uit het Global Security Report, dat vandaag in de krant staat, blijkt dat 81 % van de Belgische bedrijven vreest dat extreemlinks het ook op hen gemunt heeft en ook bij hen schade zal aanrichten. Mijnheer de minister, Code Rood gedraagt zich steeds meer als een private militie. Private milities zijn vandaag bij wet verboden. We moeten er dus over waken dat de straffeloosheid van die extreemlinkse activisten niet blijft duren. De N-VA-fractie is dan ook heel blij dat in Antwerpen 28 van die extremisten preventief werden opgepakt en een nacht in de cel hebben moeten doorbrengen toen ze onderweg waren naar Charleroi. Eigenlijk zouden al die actievoerders, al die extremisten, moeten worden gearresteerd en de gevolgen van hun daden dragen. Mijnheer de minister, u kondigde gisteren op Twitter een pakket maatregelen aan tegen Code Rood en tegen extreemlinks. Welke maatregelen zult u nemen? Daarnaast wil ik ook een warme oproep doen. De N-VA-fractie steunt onze politiemensen en staat achter hen. Ik roep u op om hetzelfde te doen. Wanneer lakse burgemeesters in Brussel of Charleroi weigeren op te treden, kunt u via artikel 11 van de wet op het politieambt zelf het stuur van de lokale politiezone overnemen, om ervoor te zorgen dat deze extremisten worden gearresteerd en vervolgd. Mijnheer Bergers, ik heb inderdaad gisteren een vergadering gehad met enkele diensten en de politie. Ik heb hen gevraagd om de acties van Code Rood grondig te evalueren en deze groep beter op te volgen. U zult begrijpen dat ik niet in detail kan treden over concrete elementen of bijkomende maatregelen. Wel kan ik u meegeven dat ik sterk heb benadrukt dat de informatievergaring en de coördinatie tussen de veiligheidsdiensten – waaronder de federale politie, de lokale politiezones en de inlichtingendiensten – verder moeten worden versterkt, met alle respect voor de verschillende ministeriële bevoegdheden. Wat de juridische kwalificatie van een private militie betreft, is de wet van 1934 zeer duidelijk. Het gebruik van geweld voor politieke doeleinden volstaat niet. Er moet bovendien sprake zijn van de intentie om de politie of het leger te vervangen in de uitoefening van hun gezagstaken. Het is ondertussen duidelijk dat Code Rood zich niet langer beperkt tot vreedzame acties. Deze acties brengen de veiligheid van medeburgers in het gedrang en leiden tot materiële schade die niet te verantwoorden is. Het is aan justitie om de wettelijke sancties die nu al voorzien zijn, effectief toe te passen wanneer dat nodig is. Misschien gebeurt dat tot nu toe te weinig. Wat betreft het reeds meerdere keren genoemde wetsvoorontwerp inzake het verbod op radicale organisaties, zoals u weet, wacht ik op het advies van de Raad van State. Zodra dat advies is ontvangen, zal het wetsvoorontwerp in tweede lezing aan de regering worden voorgelegd en het verdere wetgevingsproces doorlopen. Al deze elementen zijn belangrijk in het kader van het herzieningswerk van het veiligheidskader dat ik samen met alle bevoegde diensten uitvoer en dat meer dan nodig is. Dank u. Dank u wel voor uw antwoord, mijnheer de minister. Wij verwachten in ieder geval dat, wanneer er een volgende keer – en die zal er jammer genoeg komen – opnieuw gewelddadige acties van Code Rood plaatsvinden, er echt concrete maatregelen worden genomen en dat de straffeloosheid niet blijft duren. Wat ik echter niet begrijp, collega’s, is dat niet iedereen in dit Huis dat geweld kan veroordelen. Collega Hedebouw, na de betoging waren wij met Jong N-VA op stap om de rommel van de vakbonden op te ruimen. Voor de Dienst Vreemdelingenzaken lag het vol met pancarten van de PVDA. Toen u niet één, niet twee, maar vijf keer – vijf keer, collega – in De Zevende Dag de vraag kreeg om dat geweld te veroordelen, kon u het niet. Mark, de arbeider van ArcelorMittal, van wie de auto is vernield door Code Rood, en Nancy, de poetsvrouw van de Dienst Vreemdelingenzaken, die werd geïntimideerd door antifa: waarom steunt u hen niet? Waarom zit u met de peut om dat geweld te veroordelen, collega Hedebouw? Doe dat eens, collega Hedebouw. Iets zegt mij dat hier een persoonlijk feit werd uitgelokt. Wenst u te reageren, collega Hedebouw? Persoonlijk feit Fait personnel De betoging zelf was niet van Code Rood, toch? Die vond een week later plaats. Dan hebt u blijkbaar niet gevolgd? Code Rood was in Charleroi. Voor onze betoging heb ik duidelijk gezegd dat we dat totaal hebben veroordeeld. De uitzending was de week voor de betoging, dus ik kon daar niet op reageren. Uiteraard hebben wij het geweld veroordeeld. Wij staan ook niet achter de acties van die betoging. Wij steunen wel de 140.000 mensen die vreedzaam betoogd hebben. Daarover zit u met de peut . Dat kan ik wel begrijpen. Die 140.000 mensen hebben echter niets te maken met wat er aan het einde van de betoging is gebeurd. Als dat uw bedoeling is, is dat politiek erg laf. Steekt u nu al die mensen uit de werkende klasse die zijn komen betogen, de brandweermannen, de mensen uit de zorgsector, de openbare diensten en de jongeren in dezelfde zak met Code Rode? Zo moet de N-VA niet beginnen. Mijnheer de voorzitter, ik hoor hier dat collega Hedebouw zegt dat Code Rood niet aanwezig was bij de betoging in Brussel. Ik nodig u uit, collega Hedebouw, om zelf de sociale media van Code Rood te bekijken, waarop zij trots zeggen dat zij tijdens die nationale betoging mee zouden relschoppen in Brussel. Ik nodig u ook uit om op de hoogte te blijven van de dossiers van het vandalisme dat door extreemlinks, door uw achterban, wordt gepleegd. In De Zevende Dag hebt u vijf keer de vraag gekregen of u extreemlinks geweld kunt veroordelen. U kreeg het daar niet over uw lippen en nu komt het er voorzichtig uit. U zoekt echter een heleboel excuses. Ik heb het niet gehad over de 80.000 mensen die aan het betogen waren, geen 140.000. Ik had het wel over antifa, de CCC, Code Rood en extreemlinks die een betoging kapen om geweld aan te richten en zei u dat niet kunt veroordelen. Ik vind dat frappant. Bedankt, collega’s. De vrijlating van Nizar Trabelsi De vrijlating van Nizar Trabelsi Minister, in Deurne-Zuid, waar ik woon en waar ik geboren en getogen ben, werden amper twee weken geleden jonge moslimterroristen gearresteerd. Na zestig jaar van roekeloze massa-immigratie en islamgepamper kon zelfs in de achtertuin van de premier van dit land een jihadistische terreuraanslag worden voorbereid. België zou natuurlijk België niet zijn, mocht de realiteit niet nog dramatischer, nog surrealistischer zijn. Gevaarlijke moslimterroristen die zich in het buitenland bevinden, mogen immers gewoon terugkeren naar België, legaal of illegaal. Eerst was er de Marokkaanse moslimterrorist Abdelkader Beliraj en nu is er ook de veroordeelde Tunesische moslimterrorist Nizar Trabelsi, die gewoon illegaal op ons grondgebied mag verblijven. Ondertussen, zo lezen we, wil de EU miljarden uitgeven om migratie te faciliteren vanuit onder meer Marokko en Tunesië. Minister Van Bossuyt, enkele weken geleden heb ik u al kritisch bevraagd over moslimterrorist Nizar Trabelsi. Ik heb u toen gewaarschuwd voor de juridisering en de ‘mensenrechtisering’ en dus de uitholling van onze democratie. U hebt Trabelsi deze zomer laten terugkeren naar ons land en nu zegt u dat u hem wil uitzetten, maar dat u op een rechterlijke muur botst. Mijn vraag is dus evident, minister, wat zult u, wat zal deze regering doen om die rechterlijke muur te slopen zodat gevaarlijke moslimterroristen eindelijk gedeporteerd kunnen worden? Sur le même sujet, je donne la parole au collègue Ducarme, qui fête son anniversaire aujourd'hui. (Spaarzaam applaus) (Applaudissements clairsemés) Merci, monsieur le président. J'espère que j'aurai droit à une chanson de votre part tout à l'heure, en fin de séance, au départ de la tribune. J'attends avec impatience. Madame la ministre, régulièrement, plusieurs détenus tunisiens effectuant leur peine dans nos prisons sont transférés en Tunisie. Le terroriste tunisien Nizar Trabelsi, lui, en séjour irrégulier, frappé par un ordre de quitter le territoire, en séjour dans un centre fermé, ne devrait pas être transféré en Tunisie à court terme, compte tenu de la décision de justice qui vient d'être rendue. Je m'explique peu cette dernière, parce que, tout simplement, cette décision aura pour résultat qu'un terroriste pourra aller et venir en totale liberté dans notre pays. C'est vraiment l'inverse de ce pourquoi l'ensemble des députés MR s'engagent individuellement et collectivement. Alors, je vous demande, madame la ministre, d'agir. Sur le plan européen, évidemment, mais pas seulement. J'ai en souvenir – c'est un ami et j'ai toujours apprécié son côté fonceur – que Theo Francken n'a jamais hésité à prendre l'avion pour aller à la rencontre d'un certain nombre de ses homologues étrangers. Madame la ministre, ce dossier, plus qu'un symbole, est un nouveau camouflet imposé par un terroriste à notre pays. Je vous demande de vous faire accompagner de notre ministre des Affaires étrangères et d'aller à la rencontre de vos homologues tunisiens, afin que nous obtenions des garanties que les droits de l'homme seront parfaitement respectés par rapport au retour de M. Trabelsi. Nous y mettons un point d'honneur. On ne peut pas en rester là. Monsieur Ducarme, joyeux anniversaire! Wij hebben werkelijk alle juridische middelen uitgeput om Nizar Trabelsi, zoals u beiden hebt aangegeven een veroordeelde terrorist die illegaal op ons grondgebied verblijft, in het gesloten centrum te kunnen houden met het oog op zijn verwijdering naar Tunesië. Ondanks alle inspanningen botste ik echter op een rechterlijke muur. Mijnheer Van Rooy, zoals u opmerkt, laten de rechterlijke uitspraken mij geen enkele ruimte meer. Als minister ben ik aan handen en voeten gebonden om de beslissing uit te voeren, hoe moeilijk en verontrustend dat ook is. Mijnheer Ducarme, de al te ruime interpretatie van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens is inderdaad totaal doorgeslagen. De veiligheid van onze burgers zou zwaarder moeten wegen dan de rechten en waarborgen van iemand die illegaal in ons land verblijft en bovendien is veroordeeld voor terrorisme. De zaak toont opnieuw de pijnlijke kloof aan tussen de rechtspraak, enerzijds, en de realiteit in de samenleving, anderzijds. Daarom ben ik heel blij met het initiatief dat onze eerste minister heeft genomen om te onderzoeken op welke manier wij rond het EVRM iets kunnen ondernemen, bijvoorbeeld via een interpretatieprotocol. Mes collègues ministres et moi-même avons suivi ce dossier au cours des derniers mois. Je peux vous assurer, monsieur Ducarme, que nous avons eu plusieurs contacts avec les autorités tunisiennes. Maintenant que nous sommes entrés dans une nouvelle phase, d'autres collègues sont désormais à la manœuvre dans ce dossier. En attendant son retour en Tunisie, la situation de Nizar Trabelsi est suivie de près par les services de sécurité. Ce gouvernement met tout en œuvre pour éviter qu'il ne représente à nouveau une menace directe. Parallèlement, avec plusieurs ministres, nous continuons à œuvrer pour son expulsion du territoire. Het is natuurlijk makkelijk om te zeggen, op X, op Facebook of op de oppositiebanken, om die man gewoon op een vliegtuig te zetten zodat het probleem is opgelost, maar jullie weten heel goed dat het zo niet werkt. Wij zijn afhankelijk van Tunesië voor onder meer zijn identiteitsdocumenten en een laissez-passer. Daarom blijven we met de betrokken ministers diplomatiek overleg met Tunesië voeren, om zowel zijn identificatie als zijn terugkeer mogelijk te maken. Ook daar moeten we de evenwichten respecteren. De gedwongen terugkeer van andere criminele Tunesiërs naar hun thuisland loopt de laatste tijd immers beter. Ook voor dit geval moet een oplossing worden gevonden. J'ajouterai que ce cas démontre l'importance des hubs de retour prévus dans le nouveau règlement de retour de la Commission européenne. Ainsi, il pourrait être éloigné de notre territoire avant son retour en Tunisie. Zelfs al zouden alle documenten aanwezig zijn, de rechter liet weten dat Nizar Trabelsi niet gedwongen kan worden teruggestuurd naar zijn land van oorsprong vanwege een risico van foltering. Er wordt dan gezegd dat wij onze wetten maar moeten aanpassen om dergelijke scenario's te voorkomen. Ik kan samen met dit Parlement wetten blijven veranderen om de problemen aan te pakken en dat heb ik de voorbije maanden ook gedaan, maar als er tegelijkertijd keer op keer rechterlijke uitspraken volgen die de uitvoering daarvan verhinderen, komen we in een impasse terecht en verliezen we het draagvlak in onze samenleving. Dat is niet alleen frustrerend, maar ook onaanvaardbaar. De juridisering en ‘mensenrechtisering’ waaraan beleidsmakers al decennia meewerken, holt onze democratie uit en maakt onze samenleving onveilig. Mevrouw de minister, ik zeg dit oprecht en met alle respect voor u als persoon. Als u, als minister bevoegd voor Asiel en Migratie, er niet voor kunt zorgen dat gevaarlijke moslimterroristen worden buitengehouden, dat gevaarlijke moslimterroristen worden gedeporteerd en dat illegalen, zeker degenen die geweld plegen of betrokken zijn bij terreur, het land worden uitgezet, sorry, maar dan bent u de facto geen minister van Asiel en Migratie. Madame la ministre, pour siéger dans votre commission, je connais l'ampleur de votre engagement pour que ce pays prenne le virage attendu en matière d'asile et migration. Déjà, les chiffres parlent pour vous. La baisse en matière d'asile par rapport à l'année dernière est conséquente; elle dépasse les résultats des autres pays européens. Mais, sur ce dossier, on ne peut pas en rester là. Les Belges ne veulent pas qu'on en reste là. Pourquoi ce délai de huit mois d'enfermement en centre fermé lié à la sécurité nationale n'a-t-il pas été exploité? A-t-on exploité complètement les dispositions qui étaient à notre disposition? Madame la ministre, avec le ministre des Affaires étrangères, prenez l'avion et allez rencontrer vos homologues. Il faut résoudre ce problème. On ne peut en rester là. De aangekondigde afbouw van het aantal asielopvangplaatsen Mevrouw de minister, het is code oranje. Het KMI roept de mensen op om thuis te blijven, totdat storm Benjamin over ons land is getrokken. Andere mensen, asielaanvragers, kunnen dat niet. Zij moeten vannacht op straat slapen, want zij krijgen geen opvang. Toch lees ik vandaag opnieuw dat u gerechtelijke uitspraken naast u zult neerleggen. Ik lees vandaag opnieuw dat u meedeelt dat u de opvang zult afbouwen. Dergelijke uitspraken maken mij heel bang. Het baart mij zorgen. Het regeerakkoord is heel duidelijk. Daarin staat: het is onaanvaardbaar dat we mensen op straat laten slapen. Ja, we willen werk maken van de afbouw van de opvang, maar de absolute voorwaarde in het regeerakkoord is een structurele daling van de instroom. We zijn nu twee maanden ver. De instroom is verminderd, maar twee maanden is niets. Ik weet niet of u sportief aangelegd bent, maar als we twee maanden gaan lopen, zijn we nog niet klaar om een marathon te lopen. Dat is niet realistisch. U kondigt die daling op alle vlakken aan. Iedereen is het erover eens dat we terug grip op de migratie willen krijgen, maar dat moet onder bepaalde voorwaarden gebeuren. Dat betekent dat we een realistische beleid moeten voeren en dat we dat op een menselijke manier moeten doen. Daarom zit Vooruit ook mee in deze regering. Mevrouw de minister, daarom heb ik schrik voor de maanden die eraan komen, voor de winterperiode. Ik heb één vraag voor u. Zult u voor voldoende opvang zorgen, zodat er geen mensen op straat hoeven te slapen, wat een taak is voor ons als overheid? Mijnheer El Yakhloufi, eerst ga ik in op de dwangsommen. In de ingediende tekst van uw vraag zie ik 15.000 staan. Ik kan u zeggen dat van de openstaande dwangsommen slechts een fractie dateert van de huidige legislatuur. De instroom van asielzoekers naar België is sinds de start van deze regering aanzienlijk gedaald. U weet dat het prognosemodel had voorspeld dat we dit jaar zonder maatregelen 50.000 asielaanvragen zouden krijgen. Dankzij onze maatregelen zitten we op de juiste koers en nu moeten we vooral blijven doorzetten. In september daalde het aantal aanvragen met 21 % en in oktober, op basis van de huidige prognoses, bedraagt de daling zelfs 38 %. Daarmee doen we het beter dan de Europese cijfers. De cijfers gaan dus de goede richting uit. Zoals in het regeerakkoord is voorzien, voer ik stap voor stap de afbouw van de hotelopvang uit. Het is voor ons belangrijk dat de opvang menswaardig maar sober is. Ook dat is overigens afgesproken. De opvang van asielzoekers in hotels zendt het verkeerde signaal uit. Binnen de Brusselsdeal betaalt de federale overheid voor 2.000 plaatsen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Van de wachtlijst uit de vorige legislatuur, waarop meer dan 4.000 mensen stonden, is dus in principe geen sprake meer. Momenteel staan er 1.820 mensen op de lijst, terwijl wij 2.000 plaatsen financieren via de Brusselsdeal. De wachtlijst uit de vorige legislatuur bestaat dus in principe niet meer. Het wordt dringend tijd om het gesprek over die plaatsen aan te gaan. Als wij die financiering immers op ons blijven nemen, moeten we die ook officieel op ons conto kunnen zetten. Met de regering zetten we in op orde en controle. Geen enkele asielzoeker moet vandaag op straat slapen, zolang die onze wetgeving volgt. Er is nog werk aan de winkel, maar de kentering is ingezet. Mevrouw de minister, we willen allemaal hetzelfde. Wij en de regering hebben al duidelijk gezegd dat we terug grip willen krijgen op migratie. Nogmaals, dat zal op een realistische en eerlijke manier moeten gebeuren. Ik wil voor alle duidelijkheid ons werk niet minimaliseren, maar de dalende trend zien we in heel Europa. Wij staan niet sterker dan Europa. Toch wel. (…) België kent een gelijke of zelfs mindere daling. Mevrouw de minister, ik wil naar oplossingen zoeken. Daarom zit Vooruit in deze regering. We moeten ervoor zorgen dat we grip krijgen op migratie. Dat doen we door snellere en betere procedures, zodat mensen realistisch en op een menselijke manier worden opgevangen. Dat is onze taak. Zodoende krijgen de mensen er vertrouwen in dat we migratie beter stroomlijnen. Ik geloof daarin en ik zal daar ook op toezien. U hebt mij beloofd dat er niemand op straat zal slapen. Mijn partij Vooruit en ik zullen erop toezien dat dat ook effectief gebeurt. Hierbij sluit ik deze vragensessie af.

Plenaire vergadering op 23 oktober 2025

Beknopte versie

Van 14h17 tot 19h09 (4 uur en 52 minuten)

10 vragen, 6 voorstellen, 12 stemmingen

Volledig verslag op dekamer.be

Aanwezigheid

128/150 (85%)

Afwezigen

De volgende 22 kamerleden waren afwezig bij tenminste de eerste naamstemming. Het is mogelijk dat deze kamerleden alsnog aanwezig waren vanaf de tweede naamstemming of later. Het is ook mogelijk dat de kamerleden uitgesloten waren bij de eerste stemming voor een legitieme reden.

Ecolo Rajae Maouane
Groen Staf Aerts
Groen Meyrem Almaci
Groen Dieter Vanbesien
Les Engagés Benoît Lutgen
Les Engagés Ismaël Nuino
MR Georges-Louis Bouchez
MR Michel De Maegd
N-VA Darya Safai
Open Vld Steven Coenegrachts
Open Vld Katja Gabriëls
Open Vld Kjell Vander Elst
Open Vld Paul Van Tigchelt
PS Hugues Bayet
PS Frédéric Daerden
PS Lydia Mutyebele Ngoi
PVDA-PTB Greet Daems
PVDA-PTB Roberto D'Amico
PVDA-PTB Nadia Moscufo
VB Kurt Ravyts
VB Alexander Van Hoecke
Vooruit Alain Yzermans

Vragen

De vragen die gesteld werden tijdens deze vergadering.

economie en werk

Het banenverlies in de Antwerpse chemiesector
De impact van het grote aantal collectieve ontslagen op de industriesector
De wake-upcall voor de eurocraten inzake onze industriële toekomst
De malaise in de industrie
De verslechterende economische situatie en de dalende koopkracht

Gesteld door

Open Vld Steven Coenegrachts
CD&V Tine Gielis
N-VA Katrijn van Riet
PVDA-PTB Robin Tonniau
PS Sophie Thémont

Aan

Bart De Wever (Eerste minister), David Clarinval (Minister van Werk, Economie en Landbouw)

Bekijk antwoord

Steven Coenegrachts:

De regering staat stil, de eerste slachtoffers vallen: 600 jobs weg bij BASF. 600 persoonlijke en familiale drama’s. En het zullen niet de laatste zijn.

Ik weet dat na mij collega’s van de N-VA en cd&v komen, die zullen zeggen: Europa moet meer doen. Maar, minister, de vraag is wat u al hebt gedaan. Wat heeft Arizona al gedaan? Op één iets na is het antwoord heel gemakkelijk, namelijk niets. Niets voor de bedrijven, niets voor de industrie, niets voor onze jobs en onze welvaart. Veel geblaat, maar heel weinig wol.

Nochtans, minister, wist u vanaf dag één wat het grote struikelblok van onze energie-intensieve bedrijven, van onze industrie, is: de hoge energiefactuur. Vanaf dag één wist u ook wat de oplossing daarvoor is: een korting op de energiefactuur. Dat lag allemaal klaar. Alles was voorbereid. Maar u deed daar niets mee. Het is schuldig verzuim.

Ondertussen wachten we in dit Parlement op flexibelere nachtarbeid, op meer overuren, op de pensioenhervorming. Ik zal het hier zelfs niet hebben over de begroting. Mijnheer de minister, uw regering staat stil, de slachtoffers vallen. Wat zult u doen?

Tine Gielis:

Mijnheer de minister, met meer dan 36 jaar ervaring in de chemiesector heb ik zelf gezien hoe een toonaangevende werkgever in de Kempen, ooit een bron van welvaart voor honderden gezinnen, vandaag vecht om te overleven. Een bedrijf dat niet alleen directe, maar ook talloze indirecte jobs mogelijk maakte. Een bedrijf waar we als Belgen trots op mogen, maar vooral ook moeten zijn.

Vandaag verdwijnen er bij BASF 600 banen, niet door een gebrek aan expertise, maar door een nieuwe realiteit die de sector treft. De hele industrie gaat gebukt onder hoge energiekosten, trage procedures en een torenhoge loonkost. We kunnen niet blijven toekijken hoe bedrijven die de motor zijn van onze welvaart stilvallen, terwijl Amerikaanse en Chinese ondernemingen groeien en bloeien en dat ten koste van onze eigen bedrijven. Niet met cd&v.

Besturen is voor cd&v meer dan bijsturen, maar wel investeren in onze mensen en bedrijven en investeren in economische groei, zodat iedereen er beter van wordt, zodat we onze jobs hier kunnen houden en opnieuw kunnen meespelen met de grote spelers. Daarom hebben we nood aan een fundamentele omzwaai voor onze industrie. Op een economisch kerkhof kan men geen sociaal of duurzaam beleid voeren.

Mijnheer de minister, hoe zult u ervoor zorgen dat België zijn concurrentiekracht herwint en dat onze industriële werkgevers opnieuw vertrouwen krijgen om in ons land te investeren?

Katrijn van Riet:

Mijnheer de minister, het weerbericht van vandaag luidt code geel voor het binnenland en code oranje voor de kust, maar voor onze economie luidt het code rood.

Transportbedrijven moeten aantonen dat elke liter brandstof mensenrechtenproof is. Onze eigen chocoladeproducenten riskeren boetes als hun cacaoleveranciers in Ghana niet voldoen aan Europese klimaatnormen. Ik denk aan de dopjes op de flesjes en aan de regels – tot voor kort – over hoe krom bananen mochten zijn. Dat zijn slechts enkele voorbeelden van de regeldrift van Europa.

Europa is elke voeling met de realiteit kwijt. Het is dan ook logisch dat de Verenigde Staten en Qatar dreigen de gaskraan dicht te draaien en dat BASF 600 jobs schrapt en dat allemaal door richtlijnen bedacht door eurocraten zonder voeling met de werkvloer. De eigen regulering duwt de Europese industrie in zwaar weer: geen energiezekerheid, torenhoge energie- en loonkosten en daarbovenop een administratieve nachtmerrie.

We moeten niet denken dat we als Europese Unie de wereld kunnen reguleren. It is time to wake up from this European-centrist illusion . Onze concurrenten investeren in groei, terwijl wij investeren in idealisme zonder realiteitszin.

Mijnheer de minister, zult u binnen de Europese Raad op tafel slaan en pleiten voor meer economisch realisme, voor deregulering en voor minder rapportverstikking? Geef onze industrie zuurstof en vertrouwen. Dank u.

Robin Tonniau:

Mijnheer de minister, 600 jobs verdwijnen bij BASF in Antwerpen. Opnieuw een groot industrieel bedrijf in België dat afdankt. En ik, ik weet wat dat is om afgedankt te worden. Na jarenlang hard werken in de fabriek, plotseling aan de deur te worden gezet, dat snijdt diep. We hebben Arlanxeo gehad, we hebben Agfa gehad, ExxonMobil, Total, Evonik, Covestro, Ineos. De maakindustrie, het kloppende hart van onze welvaart, dat bloedt dood.

Rechts komt hier al jaren toeteren dat de loonkost het probleem is. Mijnheer de minister, mijnheer Ronse, wat zegt het Federaal Planbureau? De energiekost is te hoog. Wat zegt chemiefederatie Essenscia? De energiekost, dat is het probleem. Als we uit de crisis willen geraken, dan zullen we die energietransitie wel zelf in eigen handen moeten nemen. Dan moeten we stoppen met die vuile deals te sluiten met Trump om het duurste en meest schadelijke schaliegas te importeren vanuit de VS. Dan moeten we afstappen van het versleten, liberale model waar ENGIE Electrabel zowel de productie als de prijs bepaalt. Wij hebben echt nood aan een grootschalig publiek investeringsplan voor hernieuwbare energie en om ons elektriciteitsnetwerk te moderniseren. Dat is de toekomst voor onze industrie.

Ik heb één duidelijke vraag voor u, mijnheer de minister. Heeft onze industrie eigenlijk volgens u nog een toekomst in België? Zo ja, bent u bereid af te stappen van het liberale energiemodel en te gaan voor echte publieke investeringen?

Sophie Thémont:

Monsieur le vice-premier ministre, aujourd'hui, c'est la crise, mais c'est aussi la crise pour les travailleurs, pour les familles, pour les pensionnés et pour les étudiants. Par quoi répondez-vous? Par une crise au sein du gouvernement. Savez-vous ce qui se passe? Au MR, vous êtes tétanisés parce que vous vous rendez compte que vous ne savez pas tenir vos promesses de campagne. On croyait qu'on allait avoir affaire à des ingénieurs. Aujourd'hui, on a des amateurs sans cœur. Qui supporte les efforts budgétaires aujourd'hui? Les pensionnés, les familles et la classe moyenne.

Vous avez été incapables de vous mettre d'accord sur un chiffre pour le budget; incapables de produire ici une déclaration politique il y a dix jours; incapables de doter le pays d'un cap; incapables d'augmenter le revenu de 500 euros; incapables d'offrir des perspectives d'emploi et de reprise aux entreprises; incapables de relancer l'industrie. Vous l'avez vu à Anvers aujourd'hui, l'entreprise BASF va supprimer 600 emplois d'ici 2028.

Après sept mois, vous avez raboté les pensions, bidouillé l'index, augmenté les soins de santé, augmenté le minerval, augmenté le prix de l'immobilier, supprimé les primes de nuit et tout va devenir plus cher. Vous avez trahi la classe moyenne et les pensionnés.

J'ai quand même une petite chose à vous dire. Ce n'est pas moi qui le dit, mais la presse, et quelqu'un de chez vous sous le couvert de l'anonymat. Votre paralysie au MR vient du fait que vous avez un peu les chocottes, monsieur Clarinval, que la classe moyenne se venge aujourd'hui. J'ai une simple question pour vous, à titre personnel. À combien estimez-vous l'effort que doit faire ce gouvernement?

David Clarinval:

Mijnheer de voorzitter, collega’s, de intentie van BASF om tegen 2028 600 jobs te schrappen, bijna één job op vijf op de site in Antwerpen, is een duidelijk signaal: het gaat steeds slechter met onze industrie. Volgens de informatie waarover ik beschik, zullen er geen gedwongen economische ontslagen plaatsvinden, conform de akkoorden die met de sociale partners over de werkzekerheid zijn gesloten. BASF wijst erop dat de onderneming er alles aan zal doen om de transitie naar een andere job te bevorderen. Ik moedig uiteraard directie en vakbonden aan om een serene sociale dialoog te blijven voeren met oog voor oplossingen voor de betrokken werknemers.

BASF is helaas geen alleenstaand geval. Wat er vandaag gebeurt, toont een structurele verzwakking van de industriële competitiviteit van ons land aan. Volgens het Federaal Planbureau blijft het aandeel van de industrie in onze economie dalen. Het aandeel van de maakindustrie in de toegevoegde waarde van België is gedaald van 20 % in 1995 naar 12 % in 2023, een daling met bijna de helft. Het aantal jobs is afgenomen van 680.000 in 1995 tot 510.000 in 2023, ofwel 170.000 jobs minder. Die evolutie is niet houdbaar als we onze productieve basis, onze jobs en ons vermogen om waarde te creëren, willen behouden.

Ik heb het al herhaaldelijk gezegd. Competitiviteit is mijn prioriteit, zij is geen optie, zij is een voorwaarde voor onze welvaart. Zonder competitiviteit zijn er geen investeringen, geen innovatie en geen duurzame werkgelegenheid.

De regering heeft al concrete maatregelen genomen. Ten eerste verlagen wij de arbeidskosten met bijna 1 miljard euro tegen 2029. Ten tweede, samen met minister Bihet maak ik werk van de energienorm om de energiekosten te beheersen. Die kosten wegen immers zwaar op onze industriële sectoren, waaronder de chemie- en metaalindustrie.

Ten derde zullen mijn verschillende hervormingen van de arbeidsmarkt het bovendien mogelijk maken om de beschikbare talenten te mobiliseren en onze regels aan de economische en sociale realiteit aan te passen.

Onze beslissingen gaan in de goede richting, maar ze volstaan niet. We moeten verder en sneller gaan om de competitiviteit van onze economie te herstellen. Dat is de bedoeling van het plan Make 2025-2030. Dat plan wil onze industrie duurzaam versterken dankzij een nauwe samenwerking tussen de overheid en de economische partners. We moeten ook structurele hervormingen nastreven, met name op fiscaal vlak. Het doel is duidelijk. We willen snelle, meetbare en nuttige resultaten bereiken voor onze ondernemingen.

De competitiviteit wordt echter niet alleen in België bepaald, maar ook op Europees niveau. Daar gaat het echter niet snel genoeg. Mario Draghi zei ook al dat als Europa niet sneller wordt, het een risico loopt op slow agony , een trage verslechtering van zijn globale economische positie.

Aujourd'hui, un an après la remise du rapport Draghi, ce sont à peine 11 % des propositions dudit rapport qui sont mises en œuvre. Nous sommes trop lents, trop fragmentés, trop contraints par notre propre bureaucratie. On l'a encore vu hier avec le vote sur le CSRD et CS3D. C'est un échec regrettable.

La Belgique dispose d'atouts pour redevenir un acteur industriel fort en Europe. Ce travail exige de la cohérence et des mesures fortes. La compétitivité se construit pas à pas, réforme après réforme. C'est cette direction que le gouvernement fédéral doit poursuivre avec pragmatisme, avec constance et avec la conviction qu'une économie forte reste la meilleure garantie d'un modèle économique social solide.

L'annonce de BASF nous rappelle que chaque jour compte. C'était d'ailleurs tout le message qui avait été donné lors de la déclaration d'Anvers pour un pacte industriel européen. Et ce message doit évidemment aussi se traduire dans les discussions budgétaires que nous menons actuellement.

Steven Coenegrachts:

Mijnheer de minister, wij horen nu al maanden aan een stuk dezelfde beloften en voorstellen, maar de vraag is wat u al hebt uitgevoerd. Wat hebt u al concreet gemaakt? Wat hebt u al veranderd? Welke wetteksten hebt u hier al ingediend? Over welke wetsontwerpen mogen wij stemmen? Wij staan klaar om die met onze fractie te steunen, maar hier ligt niets voor.

Collega’s, ik hoorde de voorbije uren in de wandelgangen heel wat speculatie over de val van de regering, maar waarover zou u vallen? U hebt nog niets beslist. Er is niets om over te vallen. Terwijl alle alarmbellen afgaan, doet u niets. Het is code rood, zei mevrouw Van Riet, maar wat doet u? U staat stil. U speelt verstoppertje achter de rug van Europa, dat het maar moet oplossen, mijnheer de minister. Kies voor actie.

Tine Gielis:

Dank u wel, mijnheer de minister. U geeft aan dat u een pact voor ogen hebt, waarmee u aan de slag zult gaan. Dat stelt mij al enigszins gerust, want we hebben in de media een duidelijk signaal gekregen.

We verwachten van u als minister dat u een katalysator voor een reset van de Belgische industrie zult zijn met het oog op het opkrikken van de concurrentiekracht. Dat is ook wat de bedrijven, de werknemers en de gezinnen van u verwachten. U zult daarvoor in cd&v zeker een bondgenoot vinden.

Wij kijken uit naar uw plan van aanpak waarmee we aan de slag kunnen, een plan dat onze industrie opnieuw vertrouwen en rechtszekerheid moet geven.

Katrijn van Riet:

Mijnheer de minister, we mogen niet langer de bureaucratische klucht van de Europese Commissie over ons heen laten komen. Onze motor van productiviteit en innovatie sputtert. Het beetje flexibiliteit dat we momenteel nog hebben op onze arbeidsmarkt, volstaat niet meer.

Ik ben blij dat u het Europees dogmatisch idealisme erkent en het wil vervangen door economisch pragmatisme, voor we een koffietafel voor onze industrie moeten organiseren.

Robin Tonniau:

Mijnheer de minister, “Het gaat steeds slechter met onze industrie”, dat zijn uw woorden en u hebt gelijk. Dat staat toch in schril contrast met wat de heer Bouchez daarnet is komen verkondigen.

Het gaat slecht met onze industrie. Maar wat zult u eraan doen? U hebt geen enkel plan. U hebt daar geen enkel antwoord op gegeven. We blijven afhankelijk van gas uit de VS, we blijven afhankelijk van het liberale beleid. Elke job die vanaf vandaag verloren gaat door de hoge energiekosten, is uw verantwoordelijkheid, de verantwoordelijkheid van de regering. U staat ernaar te kijken en doet gewoon niet.

Het is duidelijk: u moet investeren; u moet de energiemarkt in eigen handen nemen. Dit zien we immers in het buitenland: waar men de energiemarkt in eigen handen neemt, presteert de economie veel beter.

Sophie Thémont:

Monsieur le ministre, je ne vais pas vous remercier pour vos réponses puisque vous n’avez répondu à rien. Je vous avais pourtant posé une seule question. Le premier ministre est absent, et vous, vous êtes complètement silencieux. Vous dites vouloir relancer l’économie. Je voudrais quand même vous rappeler que la Belgique, aujourd'hui, bat à nouveau un record de faillites. En septembre, il y a eu 1 219 faillites. C’est du jamais vu depuis 2013. C’est une augmentation de 2 % par rapport à 2024, et cela représente 2 542 emplois perdus. Vous qui venez avec toutes vos mesures, vous qui voulez augmenter le taux d’emploi à 80 %, vous ne répondez même pas aujourd'hui aux travailleurs et aux travailleuses de BASF qui vont se retrouver sur le carreau sans perspective. Laissez-moi quand même avoir une pensée pour eux. On le voit, vous êtes complètement perdu. Ce gouvernement est sans cohésion et sans boussole. Je vous l’ai déjà dit et je vous le redis: vous n’êtes absolument pas le ministre du travail.

klimaat, energie en landbouw

De flankerende maatregelen voor onze jonge landbouwers in het kader van het GLB

Gesteld door

Les Engagés Marc Lejeune

Aan

David Clarinval (Minister van Werk, Economie en Landbouw)

Bekijk antwoord

Marc Lejeune:

Nous allons discuter de ceux qui nous nourrissent, c’est tellement important.

Monsieur le ministre, comme vous le savez et nous le savons tous, depuis plusieurs années, des milliers d’agricultrices et d’agriculteurs ont pris leur retraite sans être remplacés. Aujourd'hui, la tendance se poursuit. Avec eux, ce sont nos fermes – notre modèle agricole – qui disparaissent petit à petit, mais c'est surtout notre souveraineté alimentaire qui est directement menacée. Je ne vous apprends rien en affirmant que nos agricultrices et agriculteurs sont aujourd’hui pris entre le marteau et l’enclume. C'est surtout le cas pour les jeunes qui voudraient reprendre la ferme familiale, pour poursuivre l'activité.

Les agriculteurs nourrissent notre population tout en répondant à des normes toujours plus strictes. Ils font l’objet de concurrences souvent déloyales d’autres pays moins respectueux. En même temps, leurs revenus fondent, et leurs terres sont menacées par la spéculation financière et immobilière mais certainement pas agricole, malheureusement. Lorsque des terres sont mises en vente, les fermiers – les vrais, ceux qui cultivent et qui élèvent – ont de plus en plus de mal à les acheter, voire à les conserver pour poursuivre leur exploitation.

En Belgique, l’âge moyen des agriculteurs est de 58 ans. Seuls 5 % d'eux ont moins de 35 ans. Le constat est identique au niveau européen: tout notre modèle agricole s’effondre.

Face à cela, la Commission européenne propose une nouvelle stratégie, dont nous voulons parler aujourd'hui. Elle veut doubler le nombre de jeunes agriculteurs d’ici 2040. Pour ce faire, la Belgique devrait consacrer 6 % de sa part de la politique agricole commune (PAC) au renouvellement générationnel, soit le double de ce qui était initialement proposé, dans un contexte où le budget de la PAC risque d’être diminué de 27 %, ce qui est tout à fait inacceptable.

Monsieur le ministre, Belgique va-t-elle se contenter de suivre l’Europe en traînant des pieds? Avez-vous déjà concerté les ministres régionaux? Que comptez-vous faire pour protéger l’accès à la terre – tellement important pour nos jeunes et pour ceux qui nous nourrissent avec passion – contre les spéculateurs immobiliers et financiers?

David Clarinval:

Monsieur le député, la Commission européenne a en effet publié ce 21 octobre sa stratégie pour le renouvellement générationnel dans l'agriculture, qui constitue un chapitre important de la stratégie de la PAC. Le commissaire européen Christophe Hansen présentera, au demeurant, cette stratégie ce lundi au Conseil AgriFish à Luxembourg.

Comme vous le savez, l'agriculture me tient à cœur. C'est une cause que je défends avec conviction. Assurer la pérennité, c'est garantir la vitalité de nos territoires ruraux, la sécurité alimentaire de nos concitoyens et la transmission d'un savoir-faire unique aux générations futures. Cependant, l'évolution de la pyramide des âges dans l'agriculture est alarmante. L'âge moyen de nos agriculteurs s'élève à 56 ans, et plus d'un sur deux n'a pas de successeur. C'est un constat que nous ne pouvons pas ignorer. Il est de notre devoir collectif d'y apporter des réponses concrètes.

La Commission européenne fixe un cap ambitieux, puisqu'elle veut doubler la part des jeunes agriculteurs pour passer de 12 à 24 % d'ici 2040. Cet objectif, je le partage pleinement. La stratégie européenne identifie plusieurs obstacles majeurs au renouvellement générationnel: l'accès au financement, l'accès à la terre, la transmission des exploitations, le manque de soutien en compétences et accompagnements, la qualité de vie en milieu rural. J'y ajouterai personnellement deux éléments qui me paraissent essentiels et qui sont absents. Il s'agit tout d'abord de la stabilité de règles à long terme, qui est indispensable pour permettre aux jeunes de planifier leurs investissements à long terme. Ensuite, je veux parler de la qualité de vie à la campagne, qui joue un rôle déterminant dans le choix de s'installer durablement dans une ferme.

Les É tats membres devront présenter leur propre stratégie nationale d'ici 2028, intégrée dans leur plan de partenariat nationaux et régionaux. Par conséquent, je vous confirme qu'avec mes homologues régionaux, nous allons prendre part à ces négociations très attentivement et avec beaucoup de volontarisme afin que les générations agricoles soient pleinement renouvelées.

Marc Lejeune:

Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses. Je ne doute pas de votre attention et de votre volonté. On vient du même coin. On vient du même pays. On connaît bien le monde agricole. Chez Les Engagés, nous défendons une agriculture durable et familiale. Celle-ci passe par un soutien accru aux jeunes agriculteurs qui en ont bien besoin aujourd'hui. Si nous voulons que notre modèle perdure et continue à nous nourrir avec des produits de chez nous, nous devons nous battre pour les jeunes. Pour Les Engagés, cela passe inévitablement par l'accès à la terre. L'accès à la terre, c'est l'accès au travail et à la production. Je vous demande donc, comme vous l'avez dit, monsieur le ministre, de porter cette voix, votre voix au niveau européen, de parler avec vos homologues régionaux pour porter la voix des jeunes. C'est urgent! Vous l'avez dit et nous le rappelons, un agriculteur sur deux aujourd'hui n'a pas de successeur. Soutenons la jeunesse! Je compte sur vous. Merci pour votre attention à toutes et tous. (Applaudissements)

economie en werk

Uw uitspraken over de begroting en de bezuinigingen op ontwikkelingshulp
De bezuinigingen op ontwikkelingssamenwerking

Gesteld door

Ecolo Sarah Schlitz
PS Pierre-Yves Dermagne

Aan

Maxime Prévot (Minister van Buitenlandse Zaken, Europese Zaken en Ontwikkelingssamenwerking)

Bekijk antwoord

Sarah Schlitz:

Monsieur le ministre, vous étiez ce matin sur Bel RTL et je vous ai écouté avec attention. Nous aurions préféré entendre des bonnes nouvelles pour le budget mais au lieu de cela, nous avons quand même entendu un peu plus clairement ce que défendent Les Engagés ou, en tout cas, quel est leur point de vue. Mais cela a en fait suscité plus de questions que de réponses dans mon esprit. J’ai donc décidé de vous poser quelques questions pour éclaircir votre position dans ces négociations.

Vous avez dit ce matin que le but de la politique, ce n'est pas de préserver son capital électoral entre deux élections mais d'assumer ses responsabilités. Je suis évidemment entièrement d'accord. Mais je me suis demandé où est le sens de la responsabilité quand les politiques menées depuis huit mois ont eu pour conséquence de creuser à la fois les inégalités et le déficit. Il faut quand même le faire.

Par ailleurs, s’agissant d'élections, on peut quand même dire que vous avez rebâti votre parti et votre capital électoral à coup de promesses ambitieuses. Cela a bien fonctionné. Mais aujourd'hui, vous allez couper 900 millions dans les soins de santé en 2026, alors que vous les aviez tant défendus en campagne. Vous aviez promis que chacun aurait droit à un emploi convenable avant d'être exclu du chômage. Aujourd'hui, ces balises n'existent plus.

Dans votre programme, à la page 631, vous promettiez de rehausser le budget de la coopération et du développement à 0,7 % du PIB. Vous avez déjà cette année coupé 25 % et on entend parler d'une coupe supplémentaire de 30 % pour l'année prochaine.

Monsieur le ministre, quel bilan dressez-vous de votre participation à la coalition Arizona, en tant qu'Engagé, au nom du mandat que vos électeurs vous ont donné? Pour le budget de 2026, quelles sont vos demandes et quelles sont vos lignes rouges?

Pierre-Yves Dermagne:

Monsieur le vice-premier ministre, monsieur le ministre des Affaires étrangères et – dois-je vous le rappeler? – monsieur le ministre de la Coopération au développement, vous semblez avoir oublié l'engagement international d'atteindre 0,7 % du PIB dans les budgets de l'aide aux pays en voie de développement, qui figurait à la page 78 du programme des Engagés. Vous avez déjà fait 25 % d'économies sur ces budgets importants, au moment où le monde est à feu et à sang, au moment où le président américain a décidé de couper dans les budgets de l'USAID. Maintenant, selon les articles de presse et le CNCD, vous seriez prêt à amputer à nouveau ce budget d'un quart, c'est-à-dire réduire le budget initial de moitié.

Monsieur le vice-premier ministre, monsieur le ministre des Affaires étrangères, monsieur le ministre de la Coopération au développement, décidément, plus le temps passe, plus les Engagés renoncent; plus les accords se succèdent et plus les Engagés se trahissent. Vous aviez promis de préserver la santé, promesse non tenue: plus de 2 milliards d'économies sur le dos des soignants et des patients. Vous aviez promis d'aider les travailleuses et les travailleurs avec 500 euros nets en plus, on en sera bien loin. Vous aviez promis d'aider les enfants et les famille, on voit les décisions prises par les ministres des Engagés au niveau de la Fédération Wallonie-Bruxelles ou du gouvernement wallon. Vous aviez promis de récompenser le travail, vous faites le contraire puisqu'on parle de 300 euros en moins pour un pensionné sur trois.

Monsieur le vice-premier ministre, où est passé le ministre de la Coopération au développement? Où sont passées les promesses de campagne des Engagés? Y a-t-il encore des Engagés dans ce gouvernement?

Maxime Prévot:

En tout cas, il y en a plus que de socialistes, et ça c'est déjà la première bonne nouvelle.

Je parlais de socialistes francophones, même si la mathématique est la même.

(Brouhaha)

Madame la députée, monsieur le député, la ficelle est connue, et nous en avons tous fait usage, y compris ma formation politique lorsqu'elle était dans l'opposition: comme il n'est pas possible réglementairement d'interpeller un vice-premier sur ses orientations budgétaires, on feint d'utiliser la corde de la Coopération au développement.

Alors, je ne nie pas – et ce n'est pas un secret de polichinelle – que, parmi l'ensemble des propositions qui peuvent figurer ici et là sur la table, d'aucuns souhaiteraient poursuivre l'effort de réduction du budget de la Coopération au développement. Mais ce n'est pas parce que c'est souhaité par certains que ce sera pour autant le résultat des arbitrages que, collectivement, nous déciderons de faire.

Et si j'ai pu, comme président de parti, assumer la négociation de l'accord de coalition, qui – je le regrette, mais l'assume – a prévu 25 % de réduction des crédits de la Coopération au développement, il n'est nullement dans mes intentions ni dans celles des Engagés d'aller au-delà de ce qui a déjà été accepté, et qui est incontestablement douloureux à mettre en œuvre sur le terrain.

Sur le reste, vous aurez l'occasion d'avoir un débat avec notre collègue le ministre du Budget pour l'ambiance globale.

Je rappelle que je n'oublie nullement, monsieur Dermagne, être chargé de cette thématique de la Coopération au développement, et que j'y consacre bien plus d'énergie et de temps que vous ne semblez vouloir le considérer.

Je tiens d'ailleurs à rappeler que je fais partie de celles et ceux qui croient dur comme fer à des relations extérieures qui s'appuient sur les 3D, sur la Diplomatie en premier ressort, sur la Défense également et sur le "D" de la coopération au Développement comme éléments de stabilisation d'une série de zones, pour pouvoir aussi préserver les flux migratoires qui peuvent parfois en découler ou d'autres enjeux. Est-ce qu'on atteindra les 0,7 %? Non. Ni sous la législature précédente ni, avec honnêteté, probablement sous celle-ci.

Ce n'est pas pour autant que nous ne continuerons pas à y consacrer du temps, de l'énergie de même que nous continuerons à réformer avec cohérence le département du développement. Je pense que l'on doit oser questionner la législation. Est-il toujours pertinent aujourd'hui de réduire notre action de coopération au développement à un nombre restreint et pré-identifié de pays alors que, plutôt que de nous concentrer sur certains pays où, peut-être, nos intérêts diplomatiques et économiques ne sont pas convergents, il y a des endroits où nous sommes actifs et où nous pourrions dédoubler cette présence diplomatique par davantage d'interactions sur le plan de la coopération au développement?

Nous devons donc profiter du fait que, pour la première fois depuis de nombreuses années, un ministre ait les deux compétences dans le même portefeuille – les Affaires étrangères et la Coopération développement – pour remettre à jour notre réseau et, le cas échéant, revoir notre législation sur le sujet.

Madame Schlitz, il est évident que je devrai, le moment venu, rendre des comptes à mes électeurs. C'est à eux que je rendrai des comptes et pas à l'opposition. Pour le reste, il est vrai – et je le redis – qu'entre deux scrutins, l'enjeu n'est pas de préserver son capital électoral. Vous et moi en avons fait la démonstration dans des sens opposés. Peut-être que la prochaine fois cela sera à nouveau dans un sens opposé. C'est le risque de celles et ceux qui assument des décisions, qui prennent des responsabilités. Au vu de la situation budgétaire, c'est ce que sont prêts à faire les Engagés.

Sarah Schlitz:

Monsieur le vice-premier ministre, je vous remercie J'entends qu'il y a une ligne rouge sur la coopération. C'est ce que vous avez mis sur la table des négociations budgétaires, si j'ai bien compris. Vous ne voulez pas le confirmer, mais c'est ce que vous venez de dire.

Si je dois résumer, les Engagés mettent sur la table des statu quo comme ligne rouge et laissent les autres engranger des victoires, comme c'est le cas depuis le début de la législature. Quand on voit la ministre de l'Immigration engranger déjà 11 mesures basculantes, la suppression du subside au plan grand froid, le fait de jeter des familles entières de réfugiés à la rue, etc. Ils engrangent! Sur le plan social aussi, du côté de la droite, on engrange: l'exclusion des chômeurs, la réduction des pensions, etc.

Mais du côté des Engagés, où est le bilan? Or c'est bien là le courage politique que vous devez avoir par rapport à vos engagements électoraux.

Maxime Prévot:

Ne vous inquiétez pas pour nous!

Sarah Schlitz:

Si, je m'inquiète parce que vous êtes censés être ceux qui rétablissent l'équilibre.

Pierre-Yves Dermagne:

Monsieur le vice-premier ministre, à vous entendre, vous êtes manifestement perdu. Cela s'entend et se voit. Vos 3D, c'est: déroute, dette et déficit.

Maxime Prévot:

Merci à vous!

Pierre-Yves Dermagne:

Un déficit doublé de 20 à 40 milliards en six mois, un déficit qui atteindra les 6 % à la fin de la législature, un gouvernement qui ne sait manifestement plus compter et qui patauge. Alors, monsieur le vice-premier ministre, nous sommes en automne. À l'automne, comme vous le savez, les feuilles mortes se ramassent à la pelle. Les promesses de campagne des Engagés aussi!

gezondheid en welzijn

Duurdere medicatie voor de patiënt

Gesteld door

PVDA-PTB Natalie Eggermont

Aan

Frank Vandenbroucke (Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid)

Bekijk antwoord

Natalie Eggermont:

Mijnheer de minister, ik sta hier opnieuw omdat u de prijs verhoogt van cholesterolverlagers en omdat wat u tot hier toe hebt gezegd niet blijkt te kloppen. U zegt dat er gesmost wordt met de medicatie, maar u hebt mij ook altijd gelijk gegeven wanneer ik zeg dat er heel wat mensen zijn die deze medicatie nodig hebben, omdat bewezen is dat voor hen het risico op hart- en vaatziekten afneemt wanneer ze deze nemen. U hebt altijd gezegd dat er voor die mensen geen verhoging van het remgeld zou zijn, maar wat werd er nu maandag beslist? Een platte prijsverhoging voor alle patiënten. Kunt u vandaag bevestigen dat wat u de afgelopen weken hebt gezegd niet klopt?

Beseft u de ernst van de hele zaak? Uw maatregelen dienen om mensen die cholesterolverlagers nemen te ontraden om die te nemen. Er zijn heel veel mensen die ze nodig hebben. Samen met kanker zijn hart- en vaatziekten de belangrijkste doodsoorzaak in België. Elke dag opnieuw vecht de medische wereld om dergelijke sterfgevallen te voorkomen. Tachtig procent daarvan kan worden voorkomen door preventie en er bestaat een brede wetenschappelijke consensus dat samen met een levensstijlaanpassing cholesterolverlagers een essentieel element van die preventie vormen.

U gaat nu de mensen die deze medicatie nodig hebben ontraden om ze correct in te nemen. Ik word overspoeld met getuigenissen van patiënten die zich zorgen maken. Niet enkel de patiënten maken zich zorgen, u hebt een open brief gekregen van de Belgische Cardiologische Liga die zich ook heel veel zorgen maakt. Ik citeer uit die brief: "We betreuren dat uw maatregelen het risico inhouden dat patiënten die wel cholesterolverlagers nodig hebben hun medicatie zullen stopzetten. Dat zal leiden tot vermijdbare cardiovasculaire evenementen, met alle menselijke en economische gevolgen van dien."

Mijnheer de minister, nu blijkt dat uw belofte dat de mensen die deze medicatie echt nodig hebben niet zullen worden geraakt niet nagekomen wordt, gaat u die maatregel terugschroeven?

Frank Vandenbroucke:

Collega’s, we investeren in gezondheidszorg om de bestaande noden beter te beantwoorden, bijvoorbeeld die in de geestelijke gezondheidszorg. We investeren vandaag in de gezondheidszorg om nieuwe en belangrijke medicatie terug te kunnen betalen, niet om het gebruik van geneesmiddelen met weinig meerwaarde te blijven terugbetalen. Gespecialiseerde organisaties zeggen één ding, maar u moet ook eens andere richtlijnen daarover lezen. Ik zal niet citeren wat huisartsen daarover zeggen. Ik zal het onafhankelijk Belgisch Centrum voor Farmacotherapeutische Informatie (BCFI) citeren. Dat stelt letterlijk dat het aantal gebruikers van statines in primaire preventie ongetwijfeld sterk kan worden verminderd, zonder gezondheidsrisico’s. Dat is gewoon waar. Dat is dus het signaal dat we geven.

Weet u waarin we moeten investeren? We moeten investeren in een betere bescherming van mensen die echt hoge kosten hebben. Met deze begroting voor de gezondheidszorg verbeteren we bijvoorbeeld de terugbetaling voor mensen die antiallergische middelen moeten nemen. Mevrouw Eggermont, ik vind het onbegrijpelijk dat de PVDA zich zo voor de kar van de big pharma laat spannen, terwijl die geld met bakken binnenrijven door geneesmiddelen te laten voorschrijven die niet nodig zijn of zelfs verslavend werken, zoals maagzuurremmers. De raad van bestuur van Teva zou vandaag voor u applaudisseren. De raad van bestuur van Sandoz zal zeggen: “Zeer goed PVDA, vertel dat maar voort.” De raad van bestuur van Takeda zal zeggen: “Uitstekend wat u hier vertelt.” De raad van bestuur van EG zal zeggen: “Mevrouw Eggermont, doe zo voort. Maak de mensen wijs dat al die geneesmiddelen nodig zijn.” Wij doen dat niet.

Natalie Eggermont:

Mijnheer de minister, ik vraag u wanneer cholesterolverlagers bewezen zijn, bij primaire preventie met hoog risico en bij secundaire preventie. U fiets daar echter in een boog omheen en begint over maagzuurremmers, primaire preventie met laag risico en over nog allerlei andere zaken, omdat u weet dat wat u zegt niet klopt.

Ik zei u dat als u mensen ontraadt om geneesmiddelen te nemen terwijl het nut daarvan bewezen is, er meer hartinfarcten en beroertes zullen optreden als gevolg van dat beleid. Daarop hebt u niet geantwoord. Wat u doet, houdt een risico in voor de volksgezondheid.

Ik rijd niet voor de farmaceutische industrie. Wij hebben een studie gepubliceerd. U zegt altijd dat mensen te veel cholesterolpillen nemen, maar de stijging van het budget in de voorbije jaren komt niet doordat er meer pillen worden gebruikt – want dat aantal blijft gelijk – maar doordat er in de voorbije twee jaar een nieuw geneesmiddel op de markt is gekomen, waarvoor u een geheim contract hebt afgesloten. Een gewone cholesterolbehandeling kost 100 euro per jaar per patiënt, terwijl het nieuwe geneesmiddel 4.000 euro kost! U rijdt voor de farmaceutische industrie! Het zijn niet de patiënten …

Voorzitter:

Bedankt, mevrouw Eggermont.

gezondheid en welzijn

De alarmerende brief van een aantal wijkgezondheidscentra over de langdurig zieken

Gesteld door

MR Julie Taton

Aan

Frank Vandenbroucke (Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid)

Bekijk antwoord

Julie Taton:

Bonjour à toutes et à tous. Monsieur le ministre, je vous souhaite un bon anniversaire avec un peu de retard.

Le gouvernement a récemment décidé de prendre toute une série de mesures nécessaires pour lutter contre le chômage à vie, dans un contexte budgétaire qui, comme nous le savons, est excessivement tendu.

Depuis hier, un bruit circule – et même plus qu’un bruit – selon lequel une maison médicale de Charleroi contacterait directement des patients dont les allocations de chômage devraient être supprimées, pour leur proposer une consultation téléphonique, autrement dit, une espèce de mutuelle à vie.

La direction du centre a réagi immédiatement, évoquant visiblement un malentendu, et affirmant qu’il ne s’agissait absolument pas d’inciter les patients à la fraude, mais simplement de les réorienter – voire tout simplement de les orienter – vers les bons services. De son côté, le Conseil de l’Ordre des médecins du Hainaut a condamné fermement cette pratique, en déclarant qu’il était totalement contraire à la déontologie d’inviter des patients non demandeurs à une consultation.

Monsieur le ministre, trouvez-vous normal que des maisons médicales contactent directement des patients pour les orienter sur la base d’informations économiques ou administratives les concernant? Qu’en est-il du respect du règlement général sur protection des données (RGPD) et de la confidentialité des données de santé? Une enquête a-t-elle été ouverte par l’INAMI et par le SPF Santé publique pour vérifier si d’autres centres ne feraient pas la même chose ailleurs en Belgique, peut-être de manière un peu plus discrète? Enfin, nous connaissons votre engagement à lutter contre tout type de fraude. Qu’avez-vous l’intention de faire dans ce dossier à court terme?

Frank Vandenbroucke:

Madame Taton, j'ai pris connaissance du courrier adressé à plusieurs patients par le Centre de santé La Chenevière de Charleroi. Je condamne ces pratiques et demanderai qu'une enquête soit menée pour déterminer quelles mesures peuvent être prises. En effet, tant l'Ordre des médecins que l'Autorité de protection des données (APD) indiquent qu'au minimum, ces médecins ne respectent pas la déontologie médicale. En revanche, on peut regretter que ces mêmes médecins n'aient pas évalué la situation des patients plus tôt. Dans le cadre des trajets de retour au travail pour les personnes connaissant de vrais problèmes de santé et de l'accompagnement spécifique que nous pouvons leur fournir, ces patients auraient peut-être pu reprendre le travail; ce qui aurait pu améliorer leur état de santé.

Je ne souhaite, en aucun cas, déclencher une chasse aux sorcières à l'égard des personnes qui vont perdre leur droit aux allocations de chômage. Lorsque quelqu'un au sein de ce groupe de chômeurs présente de graves problèmes de santé et répond aux critères légaux de l'incapacité de travail, la loi doit évidemment s'appliquer correctement. En même temps, je demande aux mutualités et à l'INAMI d'examiner ces demandes avec une attention et une rigueur particulières. Il est essentiel de protéger celles et ceux qui y ont légitimement droit, mais il est tout aussi important que la reconnaissance de l'incapacité de travail se fasse de manière sérieuse, objective et médicalement fondée.

Julie Taton:

Monsieur le ministre, je vous remercie de votre réponse. Comme vous le savez, la lutte contre le chômage reste une priorité pour nous dans un contexte budgétaire où chaque euro compte. Comme vous l'avez dit, à force d'user et d'abuser d'un système, ce sont les personnes les plus fragiles, celles qui ont vraiment besoin d'aide, qui vont être pénalisées. C'est le plus important. Je pense que le message est passé. Notre responsabilité politique est, bien entendu, de protéger la solidarité, mais il faut que celle-ci soit juste et équilibrée. Je tenais à en profiter pour préciser que nous ne mettions pas tous les médecins dans le même panier. En tout cas, une telle situation doit nous alerter. Pour cette raison, nous comptons sur vous. Je vous remercie beaucoup, monsieur le ministre.

economie en werk

Het uitblijven van de begroting en de daaruit voortvloeiende regeringscrisis
De begroting
De begroting
De begrotingscrisis
De aanslepende regeringscrisis en het uitblijven van een begroting
De begroting 2026 en het begrotingstekort
Het uitstel van de State of the Union en de begrotingsbesprekingen

Gesteld door

VB Barbara Pas
Groen Dieter Vanbesien
Open Vld Alexia Bertrand
DéFI François De Smet
N-VA Jean-Marie Dedecker
PVDA-PTB Raoul Hedebouw
Ecolo Sarah Schlitz

Aan

Bart De Wever (Eerste minister), Vincent Van Peteghem (Minister van Begroting)

Bekijk antwoord

Barbara Pas:

Mijnheer de minister, u moet toch een déjà-vugevoel hebben bij uw vele pogingen tot fiscale hervorming onder Vivaldi met de lekken, de veto’s, de niet-gehaalde deadlines en de steeds kleiner wordende bedragen? Van vele miljarden euro’s ging het toen naar 6 miljard euro, vervolgens naar 2 miljard euro, daarna naar 1,6 miljard euro en 1 miljard euro, om uiteindelijk op helemaal niets te eindigen. Mijnheer Ronse, Vivaldi had dan tenminste nog de State of the Union tijdig klaar. Het is inderdaad historisch dat wij daarop nu zo lang moeten wachten.

Ook nu lijkt het wel op een limbodans waarbij de stok steeds lager wordt gelegd. Eerst was er sprake van een inspanning van meer dan 20 miljard euro, vervolgens 20 miljard euro, daarna de volgens u noodzakelijke 16 à 16,5 miljard euro en nu is het nog 10 miljard euro. Zelfs dat lijkt niet te lukken.

Echter, 10 miljard euro is het minimum dat Europa oplegt. Dat is geen oplossing. Dat zorgt niet voor orde op zaken. Met dat bedrag blijft de overheidsschuld gewoon oplopen. In dat geval zullen wij de volgende jaren opnieuw geen tijdige State of the Union krijgen en zal de miljardenoefening telkens opnieuw moeten gebeuren. U kunt dan telkens opnieuw een btw-verhoging op tafel leggen.

Nochtans zijn er landen die er wél in slagen. Neem nu bijvoorbeeld Italië, dat altijd het zieke broertje van Europa is geweest. Dat land is nu echter op weg naar herstel. Het begrotingstekort werd op enkele jaren tijd teruggebracht van 9 % naar 3 % van het bruto binnenlands product. In 2026 zal het tekort onder die 3 % dalen. Meloni heeft natuurlijk niet voor de socialisten gekozen, maar voor een stabiele rechtse regering. Dat maakt wel een verschil.

De huidige regering is aan het surplacen om nog over de steile col te geraken. Binnen de tijdslimiet aankomen, lukt niet meer. Mijn vraag aan u is dan ook de volgende.

Is er een bezemwagen in aantocht? Bent u intussen bezig met het voorbereiden van voorlopige twaalfden?

Dieter Vanbesien:

Mijnheer de minister, de leider van uw regering, Bart De Wever, schetst een doembeeld voor de toekomst. We staan aan de rand van de afgrond. De welvaartsstaat zal volledig instorten en ons land zal collectief verzeilen in armoede. Hij zegt echter: geen paniek, er is een oplossing, mijn oplossing. We gaan de pensioenen verlagen, we besparen op de gezondheidszorg, we viseren de vrouwen, de werkzoekenden en de zieken. Als we dat doen, dan kunnen we ons land redden. Dat is niet leuk, maar er is geen alternatief. There is no alternative.

Wel, daarmee ben ik het fundamenteel oneens. Er zijn wél alternatieven en we hebben die hier al geformuleerd. Maak werk van een degelijke bijdrage van de extreemrijken. Stop met de overdreven subsidiëring van fossiele brandstoffen. Zorg ervoor dat misbruik van managementvennootschappen wordt aangepakt. Dat zal miljarden opleveren. Mil-jar-den!

Mijnheer de minister, wij zijn niet de enigen die dat zeggen. Het ACV zegt net hetzelfde. Beweging.net zegt net hetzelfde. Net als wij stellen zij dat er wél alternatieven zijn. Zij smeken u, minister van de christendemocraten, zij zijn bastions van de christendemocratie, om die alternatieven op te pakken en te verdedigen.

Mijnheer de minister, stel dat er binnenkort nieuwe verkiezingen plaatsvinden en u gaat campagne voeren in De Pinte. Wat zult u dan zeggen aan uw kiezers? Zult u de boodschap van uw eerste minister verdedigen? Zult u zeggen dat er geen alternatief is en dat u een mandaat vraagt om opnieuw hetzelfde te proberen of zult u zeggen dat er wél alternatieven zijn en dat u op zoek zult gaan naar partners met wie u die alternatieven kunt uitwerken?

Mijnheer de minister, zijn er alternatieven, ja of nee? Dank u wel.

Alexia Bertrand:

Mijnheer de minister, dit zijn de bedragen die genoemd worden: 20 miljard euro, 16,6 miljard, 10 miljard, 6 miljard en dan opnieuw 10 miljard, of uiteindelijk niets. De regering goochelt met cijfers, wellicht omdat men niet kan toveren met resultaten.

Alle gekheid op een stokje, wat een chaos. U krijgt de begroting voor 2026 niet rond, u krijgt de meerjarenbegroting niet rond en, nog erger, u krijgt de hervormingen van het lente-, paas- en zomerakkoord niet rond. Ondertussen zijn we midden in de herfst.

Wat is het gevolg hiervan? We dreigen naar voorlopige twaalfden te moeten gaan, waarschijnlijk voor drie maanden, alsof we in lopende zaken zouden zitten. Mevrouw Pas zei dat dat een déjà vu is, maar het is du jamais vu . De zaken zijn niet lopend, ze zijn struikelend.

Ondertussen, mijnheer de minister, horen we u niet. Er is een radiostilte, terwijl de onzekerheid bij de mensen blijft groeien, over hun pensioenen, hun koopkracht, hun loon en de extra belastingen. Zonder akkoord, mijnheer de minister, geen hervorming en zonder hervorming, geen toekomst.

Onze fractie wil geen geld, mijnheer de minister. Wij willen duidelijkheid en vooral perspectief. Wie betaalt immers de factuur? Dat zijn altijd dezelfden: de mensen die werken, sparen en ondernemen, de middenklasse. Vandaag weten zij het niet meer. Komt er een btw-verhoging? Wordt het leven duurder? Welke belastingen zult u nog allemaal uitvinden? Komt de pensioenhervorming er nog of volgt er opnieuw uitstel of, nog erger, mijnheer de minister, afstel?

François De Smet:

Monsieur le ministre, je crois qu'il faut être honnête. Cela fera plaisir à M. Ronse: le constat de départ du premier ministre est juste. On ne peut pas continuer avec de tels niveaux de dette et de déficit. On ne peut pas continuer, que ce soit pour nous ou pour les générations ultérieures.

Le fond du problème, malheureusement, c'est que pour faire passer des mesures difficiles, il faut deux choses. Il faut que les mesures puissent être ressenties comme justes, et il faut un cap. L’Arizona n'a ni l'un, ni l'autre.

Il y avait un chemin, pourtant, pour ce gouvernement. Vous auriez pu la jouer à la Churchill. Vous auriez pu dire: "Ce sera dur. Il y aura du sang, de la sueur et des larmes, mais nous allons y arriver."

Mais ce n'est pas du tout le chemin que vous avez choisi. Vous avez préféré faire du Margaret Thatcher. Vous avez préféré nous dire: "Debout, bande de feignasses. Vous, les chômeurs qui, certainement, chômez tous depuis 20 ans sans aucun contrôle, réveillez-vous. Allez prendre cet emploi, même si cet emploi n'existe pas, même si vous n'êtes pas formés pour. Debout, les 520 000 malades de longue durée qui, certainement, faites tous semblant grâce à des médecins de complaisance. Levez-vous et allez travailler également."

Le message, c'est: "Regardez, nous avons trouvé le moyen d'exonérer de cotisations patronales les revenus au-delà de 240 000 euros et de faire un cadeau de 75 millions d'euros par an, mais nous allons quand même couper dans vos pensions, dans le plan Grand froid ou dans d'autres aides sociales".

Autrement dit, votre message jusqu'ici est tout sauf juste. Résultat: à ce stade, vous avez zéro cap budgétaire, vous avez une crise et vous avez quand même 120 000 personnes dans la rue. Bravo, les ingénieurs!

Monsieur le ministre, j’ai une seule question. Vous êtes supposé y répondre ici pour tout le gouvernement – et donc bonne chance. L'Arizona va-t-elle enfin réussir à se mettre à la hauteur des enjeux?

Il est temps pour ce gouvernement d'être clair, mais plus encore, il est temps pour lui d'être juste.

Jean-Marie Dedecker:

Mijnheer de minister, dit land is ziek, langdurig ziek, vooreerst letterlijk. Het was net nog aan de orde. Er zijn 526.000 langdurig zieken. Daarvan is slechts één op zes tot zijn pensioen ziek verklaard, gerechtvaardigd ziek. De dag dat men daar iets aan wil doen, staan de mutualiteiten echter op hun achterste poten en staken de vakbonden. De vakbonden zijn tegenwoordig immers meer geïnteresseerd in het profitariaat dan in het proletariaat.

Wat ik ook zie, mijnheer de minister, is dat de toestand hopeloos is, maar voor sommige politieke partijen nog altijd niet ernstig. Ook voor politieke partijen die vandaag deel uitmaken van de meerderheid.

Ik zal nog een ziekte noemen. De pensioenkassen zijn leeg, ze zijn in palliatieve zorg. En waarom zijn ze vandaag in palliatieve zorg? Omdat we de pensioenen opgesoupeerd hebben.

Ik vind het jammer dat de heer Vandenbroucke al weg is. Ik wou hem nog eens herinneren aan zijn Zilverfonds. Er is 15 miljard in de zee gegooid in Oostende en men heeft gewacht tot het er in Nieuwpoort weer uitkwam, maar het is er niet uitgekomen. De pensioenkassen zijn leeggeroofd. Maar wie zet vandaag zijn voet dwars tegen de pensioenhervorming? De linkse kant.

Het gaat niet alleen over de pensioenhervorming. 25 jaar waren de liberalen aan de macht. Mijnheer Van Quickenborne, ik hoor u graag bezig, maar u bent er mee een oorzaak van. De heer De Croo is vijf jaar minister van Pensioenen geweest. 25 jaar aan de macht, maar er is geen enkele belastingdiscipline waarin België geen kampioen is.

We zitten nu in dat conclaaf. We horen dat er iets moet worden gedaan aan de belastingen. Maar dan zet iedereen zijn voet dwars. Wat zijn eerlijke belastingen, mevrouw Bertrand? Wel, dat zijn belastingen op het verbruik.

Mijnheer de minister, doe voort. Doe voort. Ik vraag u voort te doen. Ik vraag eigenlijk om minimaal 10 miljard te besparen. Het gaat om de toekomst van onze kinderen. Want al die mensen die hier zitten met boter op (…)

Voorzitter:

Dank u, mijnheer Dedecker.

Raoul Hedebouw:

Mijnheer de minister, u raakt er niet uit. De onderhandelingen blijven maar duren. Het was de bedoeling dat het anders zou verlopen dan in het verleden, maar op de radio wordt gezegd dat er een crisis is in de regering en dat u er niet uit raakt.

Wat is er aan de hand? Het eerste punt, dat zwaar moet wegen aan de onderhandelingstafel, is de druk van 140.000 betogers. U durft gewoon geen beslissingen te nemen, omdat u de druk van buitenaf voelt. Dat is ook normaal, want niemand heeft gestemd voor een btw-verhoging, een nieuwe pensioendiefstal en een pensioenleeftijd op 67 met een pensioenmalus. U voelt dus de druk.

Wat ik niet begrijp, mijnheer de minister, is dat er alleen maar wordt gezegd dat er geen alternatief is. There is no alternative. Tina, Tina, Tina, there is no alternative . Waarvoor dienen ministers dan? Als er geen alternatief is en u kunt niets anders beslissen, waarvoor wordt u dan betaald?

C'est toujours la même chose: il n'y a pas d'alternative. On ne sait rien faire d'autre. Mais pourquoi paie-t-on les ministres, alors, s'il n'y a pas d'alternative? C'est la question.

De heer De Wever zegt: Tina, there is no alternative, en heeft het over Margaret Thatcher . Onder Thatcher waren er echter twee recessies in Groot-Brittannië, er was een stijgende ongelijkheid, de werkloosheid steeg, er was de-de-industrialisatie in het land. Dat is het bilan van Margaret Thatcher. En u wilt dat gewoon toepassen in België. Komaan, waarmee bent u bezig?

Er zijn alternatieven. Laten we het even hebben over de taxshift, met 8 miljard minder voor de sociale zekerheid. Wie heeft dat goedgekeurd? De N-VA. Rechts graaft gewoon een gat. Ga het geld halen bij de superrijken. Dat is nog een alternatief. Stop echter geld te halen bij de gepensioneerden en de werkende klasse. Dat mag niet meer. Het volk is boos.

Mijnheer de minister, daarom vraag ik u wanneer u eindelijk met een deftig sociaal budget naar hier zult komen.

Sarah Schlitz:

Monsieur le ministre, ce n'est pas qu'on est déçu de vous voir, mais on aurait préféré pouvoir poser toutes nos questions au premier ministre.

Soit. Ici, tout ce qu'on sait au Parlement, ce sont des choses qu'on lit dans la presse ou qu'on sent, à travers notamment les annulations de commissions ou certaines choses qu'on entend dans les couloirs.

Tout d'abord, pouvez-vous nous dire combien de milliards vous voulez trouver? On entend parfois 20, parfois 10, parfois 6 milliards. Pouvez-vous nous dire quels sont les objectifs que vous vous êtes fixés au niveau budgétaire?

Nous savons aussi qu'il y a des tensions, je pense que c'est assez évident. Quand on entend que ça va être la "mère des batailles", jusqu'au finish, et que la réunion se termine à 18 h 00, on imagine qu'il y a dû y avoir quelques prises de bec, on ne sait pas entre qui et qui. Pouvez-vous nous dire, sur une échelle de 1 à 10, à quel niveau de tension se trouve le gouvernement?

On voit beaucoup d'idées passer. Il y a eu l'idée d'un saut d'index. On parlait d'abord d'un saut d'index pour tout le monde. Et puis, juste pour les allocataires sociaux. Pour rappel, dans les allocataires sociaux, il y a aussi les pensionnés. Allez-vous aussi faire un saut d'index pour les pensions? Est-ce que c'est ça l'idée? Et pour les fonctionnaires? Je pense qu'ils ont quand même déjà fait leur part.

Est-ce que ce sont de nouveau les mêmes qui vont être mis à contribution? Ou allez-vous enfin aller chercher l'argent là où il se trouve? Un malus pension plus rapide, pour les pensionnés? Ou une taxe sur les millionnaires? Ça, c'est une bonne idée, mais c'est directement hors de question.

Certains sont plus discrets. Pourriez-vous nous dire s'ils sont aussi discrets dans les négociations qu'ils le sont dans la presse? Comment cela se passe-t-il concrètement?

Par ailleurs, on n'entend jamais parler de la crise climatique, alors qu'on sait qu'elle va nous coûter bonbon! Pouvez-vous me dire si cette thématique apparaît quand même sur la table du gouvernement?

Vincent Van Peteghem:

Mijnheer de voorzitter, collega’s, de regering heeft een gezamenlijke doelstelling: de welvaart van de huidige generatie en van de toekomstige generaties beschermen. Dat is wat onze burgers en onze ondernemingen, terecht, van ons verwachten.

De toekomst van onze welvaart, van onze economie, van onze veiligheid hangt af van de keuzes die we de komende dagen zullen maken. De oefening die voor ons ligt, is dan ook complex en uitdagend, want het is ook een erfenis waarvoor ieder van ons verantwoordelijkheid draagt, een erfenis uit tijden waar men gemakzuchtig één begrotingsjaar, één begrotingsoefening vooruitkeek. Door die aanpak zitten we vandaag in een context waar de rentelasten als een loden ketting rond de federale hals hangen.

Nous risquons en effet de consacrer près de 40 % de notre déficit aux intérêts dans quelques années.

De huidige regering wil het anders doen en neemt haar verantwoordelijkheid om di uitdaging structureel en met de blik op de langere termijn aan te pakken. De doelstelling is dan ook helder en staat in de regering ook niet ter discussie. Wat Europa van ons vraagt, zal het minimum zijn, maar de weg daarnaartoe vraagt tijd.

Nous avons besoin de mesures structurelles, qui tendent à renforcer le marché du travail, l'économie et notre sécurité, à maîtriser les coûts du vieillissement, à garantir des revenus équitables dans notre État-providence, et à lutter contre le gaspillage. Personne ne nie qu'un tel exercice comporte une dimension idéologique. Cependant, l'idéologie doit inspirer et non paralyser.

We moeten doen wat nodig is, niet wat gemakkelijk is. Wie vandaag niet doorpakt, zet onze economische groei en de ruimte om te investeren, op een zijspoor.

Nous devons faire ce qui est nécessaire, et non ce qui est facile. Si, aujourd’hui, nous reportons des choix difficiles, nous le paierons bientôt cash en termes de pouvoir d’achat, de compétitivité et de prospérité. Protéger notre État-providence est la mission la plus importante de notre génération.

De bescherming van onze welvaartsstaat is de belangrijkste opdracht van onze generatie. Als we vandaag geen geloofwaardige koers uitzetten, riskeren we een samenleving waarin het ieder voor zich is, veel sneller dan men zou denken. Dat kan en zal ik nooit aanvaarden. Daarom roep ik iedereen op om de komende dagen de juiste stappen te zetten: eerst over de eigen schaduw en vervolgens samen naar een begroting die geloofwaardig, sociaal rechtvaardig en economisch duurzaam is.

Barbara Pas:

De regering zou dit land financieel op orde zetten. Zelfs als er een akkoord van 10 miljard aan extra belastingen en besparingen op kap van de Vlamingen zou komen, dan slaagt u daar nog niet in. Veel van zijn eigen programma opofferen om aan een akkoord te geraken, kan Bart De Wever niet meer. Er zat immers al niet veel in. Toch staan er een groot aantal oplossingen in het N-VA-verkiezingsprogramma, oplossingen die ook in ons programma terug te vinden zijn, zoals de responsabilisering door een splitsing van de sociale zekerheid en door fiscale autonomie.

Mijnheer de minister, vorige week zei uw partijgenoot en voormalig minister Koen Geens het letterlijk in een interview: “Fiscale autonomie is een must.” U zegt dat er gedaan moet worden wat nodig is. Welnu, doe wat nodig is. Leg dat eens op tafel en stop met uw geknoei.

Dieter Vanbesien:

Mijnheer de minister, u zegt: we moeten doen wat nodig is. Daarmee suggereert u dat er alternatieven bestaan, maar vervolgens komt daar niets van in huis bij de onderhandelingen over de maatregelen.

Vorige week zei Bart De Wever hier in het halfrond: “Als we geen moeilijke beslissingen kunnen nemen, dan zijn we niet capabel om te besturen.” Dat is echter niet wat hij bedoelde. Hij bedoelde: als jullie niet in staat zijn om mijn wil als wet te aanvaarden, dan zijn we niet capabel om te besturen.

Mijnheer de minister, verlos u van dat juk. Spreek u duidelijk uit over die alternatieven: bijdragen van de extreem rijken, stoppen met het misbruik van managementgenootschappen en stoppen met fossiele subsidies. Vecht daarvoor, want dat is wat ik hoor op straat en dat is waar Groen voor staat.

Alexia Bertrand:

Mijnheer de minister, wat blijft er over van uw beloftes? U zou het tekort terugdringen naar minder dan 3 %. Uw recepten zijn echter linkse recepten! U wilt de flexi-jobs onmogelijk maken, de studentenjobs zwaarder belasten en de ondernemers harder aanpakken. Dat zijn recepten om de groei kapot te maken!

U moet snoeien in de uitgaven, want het probleem van de begroting zit aan de uitgavenkant. Kijk naar de groeinorm en de gezondheidszorg. Kijk naar de langdurig zieken, de grootste fraude van de laatste jaren in ons land. Moeten de vakbonden de werkloosheidspremies nog uitbetalen? Focus op de kerntaken van de overheid. Voer de energienorm uit. Schrap de onnodige regels voor de kmo’s. Daarvoor zult u in ons een partner vinden. We steunen alles wat de groei kan aanzwengelen en de productiviteit kan stimuleren. Belasten is echter geen (...)

François De Smet:

Monsieur le ministre, je vous remercie. On n'a rien appris, sauf qu'il y a toujours un ministre du Budget Arizona. C'est déjà ça!

La question classique en politique est de savoir s'il faut gouverner selon son électorat ou en fonction de l'intérêt général. Et le problème de votre gouvernement, ce sont ceux qui font entendre leur voix. Ceux qui sont le plus audibles sont ceux qui s'adressent toujours à leur seul électorat et ne veulent pas prendre de responsabilités pour toute la population. Et c'est ce qui vous pose problème. C'est le moment pour chacun de s'élever et de prendre toutes ses responsabilités. Celui qui refusera tout accord en se disant "je m'en fiche, tant que j'ai 30 % des électeurs qui votent pour moi", celui-là sera responsable de la crise.

Jean-Marie Dedecker:

Mijnheer de minister, u gaf een mooi sermoen. Ik begrijp echter dat u niets kunt vertellen. Het conclaaf moet eerst worden beëindigd.

Ik hoor u heel graag opmerken dat iedereen over zijn schaduw moet springen. Ik heb echter een oplossing voor als dat niet gebeurt. In feite was deze speech voor de eerste minister bedoeld. Ik zal de oplossing evenwel geven.

Ik weet dat u een katholiek mens bent. U komt alleszins uit de katholieke zuil, hoewel ik weet dat uw partijvoorzitter de Heilige Drievuldigheid niet meer kent, maar hij kan er wel uitleg over geven.

Wat is er gebeurd in het Vaticaan in de dertiende eeuw? Toen kwam men ook niet uit het conclaaf. Na twee jaar en negen maanden werden de deelnemers eerst op water en brood gezet, maar het lukte nog niet. Vervolgens is het dak weggenomen van de Sixtijnse kapel. Wat gebeurde er? De deelnemers bevielen van de oplossing.

Laten we desnoods dus het dak wegnemen van de Wetstraat 16, dan krijgen we een oplossing.

Voorzitter:

Collega Dedecker, mij wordt verteld dat het daar binnenregent. U bent dus al gedeeltelijk op uw wenken bediend.

Raoul Hedebouw:

Mijnheer de minister, u zegt dat het probleem is dat de regeringen in het verleden steeds slechts één begrotingsoefening vooruit dachten, maar in 2015 was er iemand die daar anders over dacht en dat was Bart De Wever. Op de vraag in een interview in 2015 waarom de taxshift ondergefinancierd is, antwoordt hij: “Het klopt dat de taxshift niet voldoende gefinancierd is. Men heeft doelbewust gekozen om niet alles mee te rekenen. Dat dringt op termijn een infernale besparingslogica op en dus komt men terecht bij de overheidsuitgaven waar ze nog zitten: de sociale zekerheid.”

Beste collega's, dat betekent dat rechts een strategie bedacht heeft om een put van 8 miljard euro te graven, met als doel een besparingslogica in de sociale zekerheid. Dat heeft Bart De Wever gezegd. Over twee begrotingsronden zal de sociale zekerheid voor langdurig zieken en gepensioneerde worden aangevallen. Dat noemt men strategisch nadenken. Dat is een slechte, antisociale strategie.

Sarah Schlitz:

Merci monsieur le ministre pour votre réponse. Je ne m'attendais pas à cela, mais je vous entends lancer un véritable cri du cœur à vos partenaires de majorité. Nos questions ne portaient pas vraiment sur cela, mais c'est tout de même assez intéressant à entendre. Vous leur faites un appel à la responsabilité, vous les appelez à prendre des décisions difficiles. J'espère que ce message a été entendu. J'imagine bien que ces discussions doivent être un véritable enfer, rempli de guerres d' ego . Franchement, je ne voudrais pas être à votre place. Par contre, je voudrais vous dire que responsabilité et décisions difficiles ne riment pas forcément avec le fait de faire mal à l'ensemble de la population, surtout à ceux qui ont bossé toute leur vie et à ceux qui contribuent déjà énormément au budget de l'État et à l'effort national. Il y a des alternatives, monsieur le ministre. On peut aller chercher 13 milliards dans les énergies fossiles, on peut aller chercher 30 milliards dans la lutte contre la fraude fiscale et ainsi de suite. Allez-y, monsieur le ministre!

De impasse rond de tuchtraad voor deurwaarders wegens het gebrek aan immuniteit van de magistraten

Gesteld door

Vooruit Jeroen Soete

Aan

Annelies Verlinden (Minister van Justitie)

Bekijk antwoord

Jeroen Soete:

Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, collega’s, een onbetaalde factuur van 100 à 150 euro die oploopt tot een monsterfactuur van duizenden euro’s doordat er allerhande dossierkosten die daar eigenlijk niet in thuishoren, aan worden toegevoegd, die wanpraktijken van in het verleden zien we, jammer genoeg, nog steeds in de sector van de gerechtsdeurwaarders. De vorige regering heeft beslist een reeks maatregelen te nemen om die zogenaamde schuldenindustrie aan te pakken. Een van die maatregelen was de oprichting van een onafhankelijke rechtbank die aan die wanpraktijken paal en perk moest stellen.

Wat blijkt nu, twee jaar later? Die tuchtraad komt maar niet in actie. Er worden geen zaken behandeld, met als gevolg dat 46 dossiers uit de beroepsgroep van de gerechtsdeurwaarders onbehandeld blijven. Daarnaast blijven 41 dossiers uit de sector van de notarissen al drie jaar lang liggen. Het gaat hier niet over punten en komma’s, collega's, maar over zware dossiers. Samengevat, honderd dossiers over wantoestanden en wanpraktijken liggen stof te vergaren.

Het resultaat is straffeloosheid. Wie is daarvan de dupe? In de eerste plaats is dat uiteraard de burger, het slachtoffer dat in de kou blijft staan. Dat zijn ook de vele goed menende gerechtsdeurwaarders en notarissen, het merendeel van de sector. Zij willen al die cowboys ook uit hun midden weren. Wie wint erbij? Quid bono ? Dat zijn de cowboys zelf, die door de huidige situatie de facto een vrijbrief krijgen om hun schandalige praktijken voort te zetten.

Mevrouw de minister, de situatie is ernstig. De voorzitters en magistraten hebben inmiddels kennelijk hun ontslag aangekondigd. Ik moet snel afronden gelet op mijn spreektijd. Mijn vraag is eenvoudig (…)

Voorzitter:

U kunt niet meer snel afronden. De minister is creatief genoeg om zelf een vraag te fantaseren.

Annelies Verlinden:

Ik heb geen vraag gekregen, maar ik zal toch een antwoord geven.

Uiteraard moeten beroepsorganisaties zichzelf zuiveren en wij moeten ons daarop organiseren. We hebben de wet betreffende een tuchtraad en hebben in juni 2024 voorzitters aangeduid. Toen ik in februari minister van Justitie werd, was die tuchtraad nog niet helemaal operationeel. Sindsdien hebben we veelvuldig overlegd met deurwaarders, de voorzitters en het College van de hoven en rechtbanken. We hebben een wetsontwerp klaar dat tegemoetkomt aan een aantal technische opmerkingen, zodat de tuchtraad goed kan werken. Een goed functionerende tuchtraad is immers nodig om die beroepsgroep zuiver te houden.

We hebben overigens ook bevestigd dat de immuniteit van de magistraten die in de tuchtraad zetelen, kan blijven gelden, omdat zij optreden als een orgaan van de rechterlijke orde. Voor zover uw pleidooi zou zijn om de vergoedingen van de magistraten die in die tuchtraad zetelen, te verhogen, kan ik u alleen maar zeggen dat de discussies daarover aan de gang zijn. Ik neem aan dat uw partij mijn vraag voor extra middelen voor Justitie ten volle en publiek zal steunen, zodat de vergoedingen voor die magistraten mogelijk worden.

Mijnheer Soete, we doen er alles aan om de tuchtraad te doen functioneren, want ook ik acht een goede deontologische werking van de deurwaarders en de notarissen en dus ook de tuchtraad prioritair. Het College van de hoven en rechtbanken doet vandaag al het nodige om de magistraten die hun ontslag hebben gegeven, te vervangen. Wij zullen daarop blijven aandringen, want een goed functionerende werking van de deurwaarders is essentieel voor iedereen, zeker voor de burgers.

Jeroen Soete:

Mevrouw de minister, het is intussen mijn derde vraag over het onderwerp. Voor het reces heb ik ook een samengevoegde vraag gesteld met collega Jadoul. Ik merk dat elke keer dat ik u aan het woord laat, er een extra element, een extra blokkering uit de weg wordt geruimd. De immuniteit van de magistraten is er daarvan een heel belangrijke. Zij hadden inderdaad schrik dat ze effectief persoonlijk aansprakelijk zouden worden gehouden. Zij vreesden dat als ze een notaris of een deurwaarder preventief schorsen en zonder inkomsten zetten, er achteraf een claim zou komen wanneer zij het voorzitterschap van de tuchtraad zouden opnemen. Het is heel goed dat u daar een doorbraak aan het realiseren bent. We weten immers allemaal dat de vorige tuchtraad al drie jaar geleden werd afgeschaft en dus is het hoog tijd dat er een nieuwe tuchtraad actief wordt.

De militie Code Rood

Gesteld door

N-VA Jeroen Bergers

Aan

Bernard Quintin (Minister van Veiligheid en Binnenlandse Zaken)

Bekijk antwoord

Jeroen Bergers:

Collega’s, iedereen heeft de verschrikkelijke beelden gezien van de gebeurtenissen in Charleroi en Brussel, waar Code Rood en andere extreemlinkse organisaties vandalisme hebben gepleegd en specifiek bedrijven hebben geviseerd. Uit het Global Security Report, dat vandaag in de krant staat, blijkt dat 81 % van de Belgische bedrijven vreest dat extreemlinks het ook op hen gemunt heeft en ook bij hen schade zal aanrichten.

Mijnheer de minister, Code Rood gedraagt zich steeds meer als een private militie. Private milities zijn vandaag bij wet verboden. We moeten er dus over waken dat de straffeloosheid van die extreemlinkse activisten niet blijft duren. De N-VA-fractie is dan ook heel blij dat in Antwerpen 28 van die extremisten preventief werden opgepakt en een nacht in de cel hebben moeten doorbrengen toen ze onderweg waren naar Charleroi. Eigenlijk zouden al die actievoerders, al die extremisten, moeten worden gearresteerd en de gevolgen van hun daden dragen.

Mijnheer de minister, u kondigde gisteren op Twitter een pakket maatregelen aan tegen Code Rood en tegen extreemlinks. Welke maatregelen zult u nemen?

Daarnaast wil ik ook een warme oproep doen. De N-VA-fractie steunt onze politiemensen en staat achter hen. Ik roep u op om hetzelfde te doen. Wanneer lakse burgemeesters in Brussel of Charleroi weigeren op te treden, kunt u via artikel 11 van de wet op het politieambt zelf het stuur van de lokale politiezone overnemen, om ervoor te zorgen dat deze extremisten worden gearresteerd en vervolgd.

Bernard Quintin:

Mijnheer Bergers, ik heb inderdaad gisteren een vergadering gehad met enkele diensten en de politie. Ik heb hen gevraagd om de acties van Code Rood grondig te evalueren en deze groep beter op te volgen. U zult begrijpen dat ik niet in detail kan treden over concrete elementen of bijkomende maatregelen. Wel kan ik u meegeven dat ik sterk heb benadrukt dat de informatievergaring en de coördinatie tussen de veiligheidsdiensten – waaronder de federale politie, de lokale politiezones en de inlichtingendiensten – verder moeten worden versterkt, met alle respect voor de verschillende ministeriële bevoegdheden.

Wat de juridische kwalificatie van een private militie betreft, is de wet van 1934 zeer duidelijk. Het gebruik van geweld voor politieke doeleinden volstaat niet. Er moet bovendien sprake zijn van de intentie om de politie of het leger te vervangen in de uitoefening van hun gezagstaken.

Het is ondertussen duidelijk dat Code Rood zich niet langer beperkt tot vreedzame acties. Deze acties brengen de veiligheid van medeburgers in het gedrang en leiden tot materiële schade die niet te verantwoorden is. Het is aan justitie om de wettelijke sancties die nu al voorzien zijn, effectief toe te passen wanneer dat nodig is. Misschien gebeurt dat tot nu toe te weinig.

Wat betreft het reeds meerdere keren genoemde wetsvoorontwerp inzake het verbod op radicale organisaties, zoals u weet, wacht ik op het advies van de Raad van State. Zodra dat advies is ontvangen, zal het wetsvoorontwerp in tweede lezing aan de regering worden voorgelegd en het verdere wetgevingsproces doorlopen. Al deze elementen zijn belangrijk in het kader van het herzieningswerk van het veiligheidskader dat ik samen met alle bevoegde diensten uitvoer en dat meer dan nodig is. Dank u.

Jeroen Bergers:

Dank u wel voor uw antwoord, mijnheer de minister.

Wij verwachten in ieder geval dat, wanneer er een volgende keer – en die zal er jammer genoeg komen – opnieuw gewelddadige acties van Code Rood plaatsvinden, er echt concrete maatregelen worden genomen en dat de straffeloosheid niet blijft duren.

Wat ik echter niet begrijp, collega’s, is dat niet iedereen in dit Huis dat geweld kan veroordelen. Collega Hedebouw, na de betoging waren wij met Jong N-VA op stap om de rommel van de vakbonden op te ruimen. Voor de Dienst Vreemdelingenzaken lag het vol met pancarten van de PVDA. Toen u niet één, niet twee, maar vijf keer – vijf keer, collega – in De Zevende Dag de vraag kreeg om dat geweld te veroordelen, kon u het niet.

Mark, de arbeider van ArcelorMittal, van wie de auto is vernield door Code Rood, en Nancy, de poetsvrouw van de Dienst Vreemdelingenzaken, die werd geïntimideerd door antifa: waarom steunt u hen niet? Waarom zit u met de peut om dat geweld te veroordelen, collega Hedebouw? Doe dat eens, collega Hedebouw.

Voorzitter:

Iets zegt mij dat hier een persoonlijk feit werd uitgelokt. Wenst u te reageren, collega Hedebouw?

Persoonlijk feit

Fait personnel

Raoul Hedebouw:

De betoging zelf was niet van Code Rood, toch? Die vond een week later plaats. Dan hebt u blijkbaar niet gevolgd? Code Rood was in Charleroi.

Voor onze betoging heb ik duidelijk gezegd dat we dat totaal hebben veroordeeld. De uitzending was de week voor de betoging, dus ik kon daar niet op reageren. Uiteraard hebben wij het geweld veroordeeld. Wij staan ook niet achter de acties van die betoging. Wij steunen wel de 140.000 mensen die vreedzaam betoogd hebben. Daarover zit u met de peut . Dat kan ik wel begrijpen.

Die 140.000 mensen hebben echter niets te maken met wat er aan het einde van de betoging is gebeurd. Als dat uw bedoeling is, is dat politiek erg laf. Steekt u nu al die mensen uit de werkende klasse die zijn komen betogen, de brandweermannen, de mensen uit de zorgsector, de openbare diensten en de jongeren in dezelfde zak met Code Rode? Zo moet de N-VA niet beginnen.

Jeroen Bergers:

Mijnheer de voorzitter, ik hoor hier dat collega Hedebouw zegt dat Code Rood niet aanwezig was bij de betoging in Brussel. Ik nodig u uit, collega Hedebouw, om zelf de sociale media van Code Rood te bekijken, waarop zij trots zeggen dat zij tijdens die nationale betoging mee zouden relschoppen in Brussel.

Ik nodig u ook uit om op de hoogte te blijven van de dossiers van het vandalisme dat door extreemlinks, door uw achterban, wordt gepleegd. In De Zevende Dag hebt u vijf keer de vraag gekregen of u extreemlinks geweld kunt veroordelen. U kreeg het daar niet over uw lippen en nu komt het er voorzichtig uit. U zoekt echter een heleboel excuses.

Ik heb het niet gehad over de 80.000 mensen die aan het betogen waren, geen 140.000. Ik had het wel over antifa, de CCC, Code Rood en extreemlinks die een betoging kapen om geweld aan te richten en zei u dat niet kunt veroordelen. Ik vind dat frappant.

Voorzitter:

Bedankt, collega’s.

De vrijlating van Nizar Trabelsi
De vrijlating van Nizar Trabelsi

Gesteld door

VB Sam Van Rooy
MR Denis Ducarme

Aan

Anneleen Van Bossuyt (Minister van Asiel en Migratie, en Maatschappelijke Integratie)

Bekijk antwoord

Sam Van Rooy:

Minister, in Deurne-Zuid, waar ik woon en waar ik geboren en getogen ben, werden amper twee weken geleden jonge moslimterroristen gearresteerd. Na zestig jaar van roekeloze massa-immigratie en islamgepamper kon zelfs in de achtertuin van de premier van dit land een jihadistische terreuraanslag worden voorbereid.

België zou natuurlijk België niet zijn, mocht de realiteit niet nog dramatischer, nog surrealistischer zijn. Gevaarlijke moslimterroristen die zich in het buitenland bevinden, mogen immers gewoon terugkeren naar België, legaal of illegaal. Eerst was er de Marokkaanse moslimterrorist Abdelkader Beliraj en nu is er ook de veroordeelde Tunesische moslimterrorist Nizar Trabelsi, die gewoon illegaal op ons grondgebied mag verblijven. Ondertussen, zo lezen we, wil de EU miljarden uitgeven om migratie te faciliteren vanuit onder meer Marokko en Tunesië.

Minister Van Bossuyt, enkele weken geleden heb ik u al kritisch bevraagd over moslimterrorist Nizar Trabelsi. Ik heb u toen gewaarschuwd voor de juridisering en de ‘mensenrechtisering’ en dus de uitholling van onze democratie. U hebt Trabelsi deze zomer laten terugkeren naar ons land en nu zegt u dat u hem wil uitzetten, maar dat u op een rechterlijke muur botst.

Mijn vraag is dus evident, minister, wat zult u, wat zal deze regering doen om die rechterlijke muur te slopen zodat gevaarlijke moslimterroristen eindelijk gedeporteerd kunnen worden?

Voorzitter:

Sur le même sujet, je donne la parole au collègue Ducarme, qui fête son anniversaire aujourd'hui.

(Spaarzaam applaus)

(Applaudissements clairsemés)

Denis Ducarme:

Merci, monsieur le président. J'espère que j'aurai droit à une chanson de votre part tout à l'heure, en fin de séance, au départ de la tribune. J'attends avec impatience.

Madame la ministre, régulièrement, plusieurs détenus tunisiens effectuant leur peine dans nos prisons sont transférés en Tunisie.

Le terroriste tunisien Nizar Trabelsi, lui, en séjour irrégulier, frappé par un ordre de quitter le territoire, en séjour dans un centre fermé, ne devrait pas être transféré en Tunisie à court terme, compte tenu de la décision de justice qui vient d'être rendue. Je m'explique peu cette dernière, parce que, tout simplement, cette décision aura pour résultat qu'un terroriste pourra aller et venir en totale liberté dans notre pays. C'est vraiment l'inverse de ce pourquoi l'ensemble des députés MR s'engagent individuellement et collectivement.

Alors, je vous demande, madame la ministre, d'agir. Sur le plan européen, évidemment, mais pas seulement. J'ai en souvenir – c'est un ami et j'ai toujours apprécié son côté fonceur – que Theo Francken n'a jamais hésité à prendre l'avion pour aller à la rencontre d'un certain nombre de ses homologues étrangers.

Madame la ministre, ce dossier, plus qu'un symbole, est un nouveau camouflet imposé par un terroriste à notre pays. Je vous demande de vous faire accompagner de notre ministre des Affaires étrangères et d'aller à la rencontre de vos homologues tunisiens, afin que nous obtenions des garanties que les droits de l'homme seront parfaitement respectés par rapport au retour de M. Trabelsi. Nous y mettons un point d'honneur. On ne peut pas en rester là.

Anneleen Van Bossuyt:

Monsieur Ducarme, joyeux anniversaire! Wij hebben werkelijk alle juridische middelen uitgeput om Nizar Trabelsi, zoals u beiden hebt aangegeven een veroordeelde terrorist die illegaal op ons grondgebied verblijft, in het gesloten centrum te kunnen houden met het oog op zijn verwijdering naar Tunesië. Ondanks alle inspanningen botste ik echter op een rechterlijke muur.

Mijnheer Van Rooy, zoals u opmerkt, laten de rechterlijke uitspraken mij geen enkele ruimte meer. Als minister ben ik aan handen en voeten gebonden om de beslissing uit te voeren, hoe moeilijk en verontrustend dat ook is.

Mijnheer Ducarme, de al te ruime interpretatie van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens is inderdaad totaal doorgeslagen. De veiligheid van onze burgers zou zwaarder moeten wegen dan de rechten en waarborgen van iemand die illegaal in ons land verblijft en bovendien is veroordeeld voor terrorisme. De zaak toont opnieuw de pijnlijke kloof aan tussen de rechtspraak, enerzijds, en de realiteit in de samenleving, anderzijds.

Daarom ben ik heel blij met het initiatief dat onze eerste minister heeft genomen om te onderzoeken op welke manier wij rond het EVRM iets kunnen ondernemen, bijvoorbeeld via een interpretatieprotocol.

Mes collègues ministres et moi-même avons suivi ce dossier au cours des derniers mois. Je peux vous assurer, monsieur Ducarme, que nous avons eu plusieurs contacts avec les autorités tunisiennes. Maintenant que nous sommes entrés dans une nouvelle phase, d'autres collègues sont désormais à la manœuvre dans ce dossier.

En attendant son retour en Tunisie, la situation de Nizar Trabelsi est suivie de près par les services de sécurité. Ce gouvernement met tout en œuvre pour éviter qu'il ne représente à nouveau une menace directe. Parallèlement, avec plusieurs ministres, nous continuons à œuvrer pour son expulsion du territoire.

Het is natuurlijk makkelijk om te zeggen, op X, op Facebook of op de oppositiebanken, om die man gewoon op een vliegtuig te zetten zodat het probleem is opgelost, maar jullie weten heel goed dat het zo niet werkt. Wij zijn afhankelijk van Tunesië voor onder meer zijn identiteitsdocumenten en een laissez-passer.

Daarom blijven we met de betrokken ministers diplomatiek overleg met Tunesië voeren, om zowel zijn identificatie als zijn terugkeer mogelijk te maken. Ook daar moeten we de evenwichten respecteren. De gedwongen terugkeer van andere criminele Tunesiërs naar hun thuisland loopt de laatste tijd immers beter. Ook voor dit geval moet een oplossing worden gevonden.

J'ajouterai que ce cas démontre l'importance des hubs de retour prévus dans le nouveau règlement de retour de la Commission européenne. Ainsi, il pourrait être éloigné de notre territoire avant son retour en Tunisie.

Zelfs al zouden alle documenten aanwezig zijn, de rechter liet weten dat Nizar Trabelsi niet gedwongen kan worden teruggestuurd naar zijn land van oorsprong vanwege een risico van foltering. Er wordt dan gezegd dat wij onze wetten maar moeten aanpassen om dergelijke scenario's te voorkomen. Ik kan samen met dit Parlement wetten blijven veranderen om de problemen aan te pakken en dat heb ik de voorbije maanden ook gedaan, maar als er tegelijkertijd keer op keer rechterlijke uitspraken volgen die de uitvoering daarvan verhinderen, komen we in een impasse terecht en verliezen we het draagvlak in onze samenleving. Dat is niet alleen frustrerend, maar ook onaanvaardbaar.

Sam Van Rooy:

De juridisering en ‘mensenrechtisering’ waaraan beleidsmakers al decennia meewerken, holt onze democratie uit en maakt onze samenleving onveilig.

Mevrouw de minister, ik zeg dit oprecht en met alle respect voor u als persoon. Als u, als minister bevoegd voor Asiel en Migratie, er niet voor kunt zorgen dat gevaarlijke moslimterroristen worden buitengehouden, dat gevaarlijke moslimterroristen worden gedeporteerd en dat illegalen, zeker degenen die geweld plegen of betrokken zijn bij terreur, het land worden uitgezet, sorry, maar dan bent u de facto geen minister van Asiel en Migratie.

Denis Ducarme:

Madame la ministre, pour siéger dans votre commission, je connais l'ampleur de votre engagement pour que ce pays prenne le virage attendu en matière d'asile et migration. Déjà, les chiffres parlent pour vous. La baisse en matière d'asile par rapport à l'année dernière est conséquente; elle dépasse les résultats des autres pays européens. Mais, sur ce dossier, on ne peut pas en rester là. Les Belges ne veulent pas qu'on en reste là. Pourquoi ce délai de huit mois d'enfermement en centre fermé lié à la sécurité nationale n'a-t-il pas été exploité? A-t-on exploité complètement les dispositions qui étaient à notre disposition? Madame la ministre, avec le ministre des Affaires étrangères, prenez l'avion et allez rencontrer vos homologues. Il faut résoudre ce problème. On ne peut en rester là.

internationale politiek en migratie

De aangekondigde afbouw van het aantal asielopvangplaatsen

Gesteld door

Vooruit Achraf El Yakhloufi

Aan

Anneleen Van Bossuyt (Minister van Asiel en Migratie, en Maatschappelijke Integratie)

Bekijk antwoord

Achraf El Yakhloufi:

Mevrouw de minister, het is code oranje. Het KMI roept de mensen op om thuis te blijven, totdat storm Benjamin over ons land is getrokken. Andere mensen, asielaanvragers, kunnen dat niet. Zij moeten vannacht op straat slapen, want zij krijgen geen opvang. Toch lees ik vandaag opnieuw dat u gerechtelijke uitspraken naast u zult neerleggen. Ik lees vandaag opnieuw dat u meedeelt dat u de opvang zult afbouwen. Dergelijke uitspraken maken mij heel bang. Het baart mij zorgen.

Het regeerakkoord is heel duidelijk. Daarin staat: het is onaanvaardbaar dat we mensen op straat laten slapen. Ja, we willen werk maken van de afbouw van de opvang, maar de absolute voorwaarde in het regeerakkoord is een structurele daling van de instroom.

We zijn nu twee maanden ver. De instroom is verminderd, maar twee maanden is niets. Ik weet niet of u sportief aangelegd bent, maar als we twee maanden gaan lopen, zijn we nog niet klaar om een marathon te lopen. Dat is niet realistisch.

U kondigt die daling op alle vlakken aan. Iedereen is het erover eens dat we terug grip op de migratie willen krijgen, maar dat moet onder bepaalde voorwaarden gebeuren. Dat betekent dat we een realistische beleid moeten voeren en dat we dat op een menselijke manier moeten doen. Daarom zit Vooruit ook mee in deze regering.

Mevrouw de minister, daarom heb ik schrik voor de maanden die eraan komen, voor de winterperiode. Ik heb één vraag voor u. Zult u voor voldoende opvang zorgen, zodat er geen mensen op straat hoeven te slapen, wat een taak is voor ons als overheid?

Anneleen Van Bossuyt:

Mijnheer El Yakhloufi, eerst ga ik in op de dwangsommen. In de ingediende tekst van uw vraag zie ik 15.000 staan. Ik kan u zeggen dat van de openstaande dwangsommen slechts een fractie dateert van de huidige legislatuur.

De instroom van asielzoekers naar België is sinds de start van deze regering aanzienlijk gedaald. U weet dat het prognosemodel had voorspeld dat we dit jaar zonder maatregelen 50.000 asielaanvragen zouden krijgen. Dankzij onze maatregelen zitten we op de juiste koers en nu moeten we vooral blijven doorzetten. In september daalde het aantal aanvragen met 21 % en in oktober, op basis van de huidige prognoses, bedraagt de daling zelfs 38 %. Daarmee doen we het beter dan de Europese cijfers. De cijfers gaan dus de goede richting uit. Zoals in het regeerakkoord is voorzien, voer ik stap voor stap de afbouw van de hotelopvang uit. Het is voor ons belangrijk dat de opvang menswaardig maar sober is. Ook dat is overigens afgesproken. De opvang van asielzoekers in hotels zendt het verkeerde signaal uit.

Binnen de Brusselsdeal betaalt de federale overheid voor 2.000 plaatsen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Van de wachtlijst uit de vorige legislatuur, waarop meer dan 4.000 mensen stonden, is dus in principe geen sprake meer. Momenteel staan er 1.820 mensen op de lijst, terwijl wij 2.000 plaatsen financieren via de Brusselsdeal. De wachtlijst uit de vorige legislatuur bestaat dus in principe niet meer. Het wordt dringend tijd om het gesprek over die plaatsen aan te gaan. Als wij die financiering immers op ons blijven nemen, moeten we die ook officieel op ons conto kunnen zetten.

Met de regering zetten we in op orde en controle. Geen enkele asielzoeker moet vandaag op straat slapen, zolang die onze wetgeving volgt. Er is nog werk aan de winkel, maar de kentering is ingezet.

Achraf El Yakhloufi:

Mevrouw de minister, we willen allemaal hetzelfde. Wij en de regering hebben al duidelijk gezegd dat we terug grip willen krijgen op migratie. Nogmaals, dat zal op een realistische en eerlijke manier moeten gebeuren. Ik wil voor alle duidelijkheid ons werk niet minimaliseren, maar de dalende trend zien we in heel Europa. Wij staan niet sterker dan Europa.

Anneleen Van Bossuyt:

Toch wel. (…)

Achraf El Yakhloufi:

België kent een gelijke of zelfs mindere daling.

Mevrouw de minister, ik wil naar oplossingen zoeken. Daarom zit Vooruit in deze regering. We moeten ervoor zorgen dat we grip krijgen op migratie. Dat doen we door snellere en betere procedures, zodat mensen realistisch en op een menselijke manier worden opgevangen. Dat is onze taak. Zodoende krijgen de mensen er vertrouwen in dat we migratie beter stroomlijnen. Ik geloof daarin en ik zal daar ook op toezien.

U hebt mij beloofd dat er niemand op straat zal slapen. Mijn partij Vooruit en ik zullen erop toezien dat dat ook effectief gebeurt.

Voorzitter:

Hierbij sluit ik deze vragensessie af.

Voorstellen en Ontwerpen

De voorstellen en wetsontwerpen die besproken werden tijdens deze vergadering en de bijbehorende stemmingen.

Voorstel van resolutie (373)

Voorstel van resolutie betreffende de publicatie van het Belgische hoofdstuk van de NAVO Defence Planning Capability Review (DPCR)

1 stemming

Voorstel van resolutie aangenomen

Wetsvoorstel (654)

Wetsvoorstel tot wijziging van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en het Wetboek der registratie-, hypotheeken griffierechten voor wat betreft de fiscale neutraliteit bij zusterfusies

1 stemming

Wetsvoorstel aangenomen

Wetsontwerp (1037)

Wetsontwerp betreffende de toegang tot het Rijksregister van de natuurlijke personen en het gebruik van het rijksregisternummer door de Federale Overheidsdienst Beleid en Ondersteuning

1 stemming

Wetsontwerp aangenomen

Wetsvoorstel (296)

Wetsvoorstel tot wijziging van het Gerechtelijk Wetboek inzake de retributie ter financiering van het centraal register collectieve schuldenregelingen

1 stemming

Wetsvoorstel aangenomen

Wetsontwerp (1035)

Wetsontwerp tot herstel van artikel 31bis van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, met betrekking tot de elektronische procesvoering voor de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

1 stemming

Wetsontwerp aangenomen

Stemmingen

Stemmingen niet gelinkt aan een voorstel/ontwerp.

Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Ortwin Depoortere over 'de islamitische terreurdreiging tegen de eerste minister en politici in dit land'.

76.6%
23.4%

ja (98) nee (30) onthouding (0)

Stemming aangenomen

Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van mevrouw Dominiek Sneppe over 'de artsenquota en de toekenning van een hoger aantal kandidaten in de Franse Gemeenschap'.

73.0%
25.5%
1.5%

ja (100) nee (35) onthouding (2)

Stemming aangenomen

Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Lode Vereeck over 'de cumulatie van belastingvrije sommen'.

73.2%
25.4%
1.4%

ja (101) nee (35) onthouding (2)

Stemming aangenomen

Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van mevrouw Dominiek Sneppe over 'geschorste en geschrapte buitenlandse zorgverleners en het falende controlesysteem'.

73.2%
25.4%
1.4%

ja (101) nee (35) onthouding (2)

Stemming aangenomen

Moties ingediend tot besluit van de interpellatie van de heer Frank Troosters over 'de invoering van de nieuwe tariefstructuur door de NMBS'.

74.1%
24.4%
1.5%

ja (100) nee (33) onthouding (2)

Stemming aangenomen

Moties ingediend tot besluit van de interpellaties van: - de heer Christophe Lacroix over 'de diplomatieke crisis en Europese strategische autonomie in het kader van de aankoop van de F-35's'.

57.2%
41.3%
1.4%

ja (79) nee (57) onthouding (2)

Stemming aangenomen
Popover content