meeting-plenary
De uitspraak van de eerste minister waarin hij de Koning 50 dagen de tijd vraagt Het kerstakkoord Mijnheer de eerste minister, u bent vorige week naar de Koning gegaan. U hebt daar 50 dagen gevraagd. Vandaag zijn we één week verder en er is niets gebeurd, niets veranderd. U hebt niets gedaan. Nochtans had u deze week geen excuus. Er was geen gastcollege dat u moest geven, geen museum in Egypte dat u moest openen, geen gespreksavond bij een lokale UNIZO-afdeling. Er was geen excuus en toch deed u niets, premier. De klok tikt nochtans verder, voor uw regering – dat vind ik minder belangrijk – en voor onze bedrijven, die gebukt gaan onder de dure energiecontracten. Ze tikt verder voor kleine zelfstandigen, die het water vaak al aan de lippen staat. De klok tikt verder voor al die mensen die bezorgd zijn over hun job en hun inkomen, die zich afvragen of ze in de toekomst nog hun gezin zullen kunnen onderhouden. Al die mensen, premier, liet u deze week in de steek door niets te doen. Wij bij Open Vld hebben wél verder gewerkt. Wij hebben dit weekend gewerkt. Wij hebben op de brugdag gewerkt. Wij hebben op 11 november gewerkt. Vandaag, collega's, ligt hier een relanceplan dat ik zal indienen. Het voorziet in een korting op de energiefactuur. Het zorgt voor flexibelere nachtarbeid, voor meer overuren, voor meer flexi-jobs in alle sectoren. Misschien, collega's, kunnen wij in dit Parlement samen meer bereiken dan de regering. Premier, wanneer schiet u in actie? Wanneer roept u het kernkabinet samen? Wanneer komen er oplossingen? Wanneer begint u aan de begroting van dit land? Mevrouw Merckx, ik wou zeggen dat u het over hetzelfde thema zou hebben, maar ik weet niet of dat het kerstakkoord is. U hebt twee minuten om er iets van te maken. "De meest sociale manier om de btw te verhogen, is om het tarief van 21 % op te trekken naar 22 %." Wie heeft dat dit weekend gezegd? Conner Rousseau. Dat was nog niet alles, want hij heeft ook gezegd dat hij bereid is om de indexering van de lonen te herbekijken. Vooruit, wat is er gebeurd met u? Vooruit, de partij van de index. Alles moest erdoor, maar de index zou gered worden. De partij van de koopkracht, u ijverde steeds voor de koopkracht en nu zult u de btw verhogen. U zet nu zelf de deur open voor die maatregelen. Waar zijn uw rode lijnen? Laat ons eens kijken naar de index. U stelt voor dat personen die meer dan een bepaald loon zouden verdienen, een bedrag zouden krijgen in plaats van 1 %. Daardoor zou een chemiearbeider die volcontinu werkt wel eens 60 euro per maand kunnen verliezen. Hoe u het ook draait of keert, dat is een koopkrachtvermindering voor wie boven dat plafond zou zitten. Wat betreft de btw op luxeproducten, de auto repareren, kledij kopen of een internet- of gsm-abonnement, dat zijn tegenwoordig allemaal luxeproducten. Dat zou de gezinnen 300 euro per jaar meer kunnen kosten. Er is helemaal niets sociaals aan het verhogen van de btw of aan het morrelen aan de index. Mijnheer de premier, het is nog maar de vraag of er een akkoord zal komen, maar ik denk dat u wel blij bent met een partij als Vooruit die deze maatregelen op tafel legt. Mijn vragen aan u zijn dus of de btw-verhoging vandaag op tafel ligt en wat u wilt doen met de index. Geachte Kamerleden, ik zei, bij wijze van humor uiteraard, aan de heer Coenegrachts zonet dat politiek slecht theater is en dat, als men geluk heeft, het goed wordt geacteerd. Ik denk dat we een voorbeeld hebben gezien van beide. Ik vond uw act geslaagd, mijnheer Coenegrachts. Die was direct tot mij gericht en zeer persoonlijk. U doet alsof u een heel plan hebt uitgewerkt en legt een hoop papier neer. Dat is knap gespeeld. Mevrouw Merckx, u bracht echt slecht theater. Als ik naar buiten was gewandeld, had u dat zelfs niet opgemerkt, denk ik. Als u vragen wilt stellen aan Vooruit, dan kunt u Conner Rousseau bellen en met hem een koffie gaan drinken, maar u moet mij niet als een decorstuk in de coulissen gebruiken om uw gifpijlen op iemand anders af te sturen. Dat is nogal goedkoop, want ik kan alleen antwoorden namens de regering, niet namens Vooruit. Dat is dus niet alleen slecht theater, het is ook echt slecht gespeeld, in mijn ogen. Geachte leden, u weet zeer goed dat ik er niet te veel woorden kan aan vuilmaken. We hebben 50 dagen gevraagd – en die onszelf ook toegekend, laat ons eerlijk zijn – om een akkoord te sluiten over een meerjarenbudget. Ik kan er niet genoeg op drukken: de uitdaging is niet het budget voor 2026, want dat is heel gemakkelijk. De echte uitdaging is het respecteren van de Europese uitgavennorm in het perspectief van 2029. Hebben we de afgelopen dagen niets gedaan? Hoe durft u zoiets zeggen! Het is vaak als u niets ziet, dat het meeste gebeurt, want als u iets ziet, is het meestal iets wat we liever niet laten zien. Laten we eerlijk zijn. We hebben uiteraard de afgelopen dagen wel gewerkt om nieuwe stappen vooruit te kunnen zetten in de hoop dat akkoord te kunnen smeden, maar veel kan ik er uiteraard niet over zeggen. Elk woord is er een te veel. Het zou ongelooflijk zijn mocht elke partner van de meerderheid dat adagium ter harte nemen, dat elk woord op dit moment er één te veel is. Ik weet dat ik me illusies maak, maar ik kan het maar proberen. Ik zal alleszins als eerste minister het goede voorbeeld geven op beide vlakken. Ten eerste hard doorwerken en ten tweede niets toevoegen aan de verklaring die ik vorige week al heb afgelegd in het Parlement. De ambitie van de oefening kent u. Die ambitie blijft ongewijzigd. Het is wel heel belangrijk om dat te benadrukken. De termijn waarbinnen we tot een akkoord moeten komen, zal niet opnieuw worden verlengd. Dat is wellicht het belangrijkste. De ambitie kan niet naar beneden worden bijgesteld en we kunnen er niet langer over doen dan tot het einde van het jaar. Als het sneller kan, zullen we trouwens zeker niet wachten tot kerst. Mijnheer de voorzitter, u gelieve dus niet over een kerstakkoord te spreken, want het kan eerder. (…) : (…) Hij heeft dat gezegd. Ik ben niet doof, hij heeft daarover gesproken. Het is echter uiteraard niet de plicht van de voorzitter om mij te helpen, een plicht waarvan hij zich overigens elke week grondig kwijt. Mijnheer Coenegrachts, als het akkoord dus sneller kan worden gesloten, des te beter, maar de inspanning kan zeker niet minder worden. We zijn het onze burgers verplicht om een ernstig begrotingsakkoord te sluiten. Daarom roep ik, net zoals vorige week, de partijen van de meerderheid op om daaraan constructief mee te werken. Zo niet, dan zullen wij daarover verantwoording moeten afleggen, niet alleen aan het Parlement – daarover maak ik mij niet te veel zorgen –, maar vooral aan de burgers. Ik denk niet dat zij het ons zouden vergeven als we er een potje van maken. Sta me dus toe om in afwachting daarvan, er alles aan te doen om met ernst, verantwoordelijkheid en discretie een akkoord op de best mogelijke termijn alle kans op slagen te geven. Dank u, premier. Wat u van mijn act vindt en wat ik van die van u vind, is totaal onbelangrijk. Wat wel belangrijk is, is wat u doet met de 50 dagen. U hebt die 50 dagen gekregen om te werken, premier. Dat zijn geen vakantiedagen. U hebt 50 werkdagen gekregen. Ik begrijp nu dat u in het geheim met uw regering voortwerkt aan een akkoord. In het geheim. Dat moeten dan heel interessante besprekingen zijn, want uw minister van Buitenlandse Zaken zit deze maand 13 dagen in het buitenland. Er zal in het geheim dus veel vooruitgang geboekt zijn. Neen, premier, de waarheid is: u vertoont uitstelgedrag. Al maanden vertoont u uitstelgedrag. Het is symptomatisch voor deze regering. Herinnert u zich het zomerakkoord nog? U zei toen: dit is historisch. Ik ben Dehaene, zei u. Maar wat hebt u al uitgevoerd van dat zomerakkoord? Nul komma nul nul. Dus, premier, alstublieft, de balans van uw regering is een enkele hervorming. That’s it. Roep uw ploeg samen en los dit op! Veuillez m'écouter attentivement, monsieur le premier ministre, car c'est à vous que je m'adresse. Apprenez, monsieur le premier ministre, que ce qui est sur la table aujourd'hui, à savoir augmenter la TVA sur les soi-disant produits de luxe tels qu'une visite chez le garagiste, un achat de vêtements ou de meubles, ce n'est pas du luxe. C'est imbuvable. Par ailleurs, toucher à l'indexation des salaires n'est pas une bonne idée non plus. Nous étions 140 000 dans les rues de Bruxelles le 14 octobre. Trois jours d'action sont en préparation, trois jours de grève, où l'on sera encore plus nombreux et enthousiastes. Nous avons déjà pu faire en sorte d'éviter la diminution des pensions et la suppression des primes de nuit le 1 er janvier. Nous poursuivrons le combat pour vous faire reculer. De uitspraken van de procureur-generaal van Brussel over de war on drugs in de haven van Antwerpen De haven van Antwerpen en de strijd tegen de drugshandel Monsieur le ministre, ce mercredi, le procureur général Frédéric Van Leeuw s'est exprimé dans la presse, en indiquant notamment ceci: "Lutter contre la criminalité organisée, c'est aussi toucher à la liberté d'entreprendre, parce qu'on va devoir faire plus de contrôles. Voyez le port d'Anvers: il n'y a que 0,5 % des conteneurs qui sont contrôlés. Et on nous dit clairement que, si l'on en contrôle 15 %, Anvers va perdre des parts de marché." Voilà une déclaration étonnante parce que, pendant ce temps, votre gouvernement nous assure qu'il investit dans des procédés et dans le scanning des conteneurs à Anvers. Alors, qui dit vrai? D'abord, est-il exact que votre gouvernement Arizona ne contrôle que 0,5 % des conteneurs dans le port d'Anvers? Oui ou non. Ensuite, que ce chiffre soit exact ou non, quel est votre objectif? Voulez-vous parvenir jusqu'à 2 %, 5 % ou 15 %? Et puis, reconnaissez qu'avec cette déclaration du procureur et à cause d'un tel flou, le doute est permis. Le gouvernement Arizona entend-il vraiment tout entreprendre, quel qu'en soit le prix, pour arrêter la cocaïne dans le port d'Anvers ou bien alors, comme le laisse entendre une telle déclaration, va-t-on faire du window dressing en investissant dans quelques scanners, tandis que tout ne sera pas entrepris pour faire cesser ce trafic parce qu'on ne veut pas entraver l'économie du port d'Anvers? Cela permet également de dire à tous les donneurs de leçon en matière de sécurité à Bruxelles qui s'expriment régulièrement que, tant que nous laisserons passer la cocaïne par le port d'Anvers, nous aurons des fusillades à Bruxelles, avec des conséquences de plus en plus graves, telle cette balle perdue qui a fracassé la vitre de la chambre d'un enfant à Anderlecht. Il est donc temps de choisir. On ne peut pas décider de faire primer l'économie à tout prix sur la sécurité des citoyens parce qu'on va finir par mettre leur vie en danger, que ce soit à Bruxelles, à Anvers ou partout ailleurs. Monsieur le ministre, désormais, la Belgique n'est plus seulement connue pour ses gaufres ou son chocolat, elle l'est aussi pour la cocaïne, l'héroïne, les drogues de synthèse. C'est à se demander si l'on ne verra pas bientôt sur les pilules qui traversent l'Europe "Bons baisers d'Anvers". Anvers est la porte d'entrée de la drogue, vous le savez. Le port d'Anvers est une passoire. J'ai obtenu des chiffres hallucinants de votre collègue Jan Jambon, hier. Pire, mercredi, le procureur fédéral Van Leeuw disait explicitement à l'occasion d'une interview dans Le Soir que moins de 1 % des conteneurs sont contrôlés à Anvers! Pour quelle raison? Pour ne pas mettre en difficulté l'activité économique anversoise, pour ne pas perdre des parts de marché. Voilà, monsieur le ministre, la ligne directrice de votre gouvernement: privilégier le business et l'argent sale au détriment de la sécurité nationale. Monsieur le ministre, que faites-vous en attendant? Rien! Vous privilégiez le business florissant pendant que le pays paye le prix de votre laxisme. Le monde entier nous pointe du doigt. La ville de notre premier ministre est au centre d'un laisser-aller scandaleux. Monsieur le ministre, combien de temps faudra-t-il avant que vous ne réagissiez? Combien de fois faudra-t-il que les services de police et de justice tirent la sonnette d'alarme pour que vous sortiez de votre inaction? Prendrez-vous les mesures qui s'imposent pour contrôler tous les conteneurs qui ne sont pas contrôlés de manière efficace? Mettrez-vous le port d'Anvers sous le contrôle des autorités fédérales pour mettre fin à ces trafics? Messieurs les députés, je réponds à la place de mon collègue M. Bernard Quintin, lequel est excusé pour la présente séance. Il m'a demandé de vous communiquer la réponse suivante. M. le ministre de l'Intérieur a bien pris note des propos du procureur général de Bruxelles quant à la nécessité de lutter efficacement contre la menace du narcotrafic. Tant l'accord de gouvernement que la task force sous l'autorité du premier ministre prévoient de renforcer l'ensemble des services de sécurité, en ce compris les douanes, afin que l'ensemble des compétences, qu'elles soient de l'autorité fédérale ou des entités fédérées, puissent contribuer à une réponse coordonnée face au trafic de drogue et aux trafics qui en découlent, à savoir les trafics d'armes et des êtres humains. Les mesures ont déjà été largement débattues ici. Il est évidemment indispensable d'améliorer le screening des conteneurs, que cela soit au port d'Anvers ou dans tout autre moteur économique essentiel pour notre pays. Il est évident qu'au plus la drogue est interceptée aux points d'entrée, au moins elle se répand ensuite sur le territoire. Concernant le screening des conteneurs que vous évoquez spécifiquement, cela relève de la compétence de notre collègue des Finances, M. Jan Jambon. Si vous voulez approfondir le sujet, je vous invite donc naturellement à vous tourner vers lui. Cependant, je peux vous affirmer – et c'est toujours ici le ministre de la Sécurité et de l'Intérieur qui vous parle – qu'un plan Grandes villes, destiné à lutter contre le crime organisé et le trafic de drogue, a été présenté en septembre dernier. En plus des nombreuses mesures concrètes déjà évoquées dans cette Assemblée, je vous rappelle que j'ai mis en place un représentant de la police fédérale au sein du Centre opérationnel d’analyse du renseignement maritime pour les stupéfiants (MAOC (N)), l'organe qui coordonne les opérations internationales de lutte contre le trafic de drogue par voie maritime. Le ministre de l'Intérieur a également décidé d'ouvrir des postes d'officiers de liaison de la police fédérale aux Émirats arabes unis et surtout au Panama, qui est, comme vous le savez, un point de départ connu du trafic de drogue venant d'Amérique latine. Messieurs les députés, je parle ici toujours au nom du ministre de l'Intérieur, mais aussi en mon nom. La lutte contre la criminalité organisée est une priorité de notre gouvernement et une préoccupation partagée par l'ensemble de tous ses membres, et elle le restera tout au long de la législature. Je vous remercie pour votre attention. Merci monsieur le ministre pour cette lecture. Je sais très bien que M. Quintin n'est pas là mais je me dis que le ministre de l' É conomie a bien un avis sur la question puisque la question est aussi économique. Faut-il faire primer l'économie sur la sécurité? Je sais que vous êtes un peu occupé ces temps-ci mais je n'arrive pas à croire que vous n'ayez pas d'avis sur cette question. Doit-on faire primer l'économie à tout prix sur la sécurité de nos concitoyens? Je vous offrais l'occasion de nous le prouver, c'est dommage. Monsieur le ministre, de votre réponse, je retiens bien sûr une certaine obligation de moyens, pas d'obligation de résultats, pas d'obligation que le gouvernement se donne une proportion de conteneurs à scanner à Anvers et des tentatives de montrer que la lutte contre le narcotrafic n'est pas un échec. Pourtant c'est le cas. Quoi que vous fassiez pour l'instant, ces moyens sont insuffisants, les fusillades continuent en 2025 au même niveau qu'en 2024. Les solutions Arizona pour l'instant ne fonctionnent pas et vous auriez pu vous exprimer là-dessus de la part de tout le gouvernement. Monsieur le ministre, votre réponse m'inquiète, elle ne me rassure pas, d'autant que vous avez lu votre texte avec autant d'énergie qu'un mollusque au meilleur de sa forme. (…) En tant que vice-premier ministre, vous siégez au Conseil national de sécurité, vous avez une responsabilité dans la sécurité de ce pays. Face aux trafiquants, face à la criminalité, que faites-vous? Rien! Le laxisme de votre gouvernement vis-à-vis du port d'Anvers est injustifiable. Il nous faut une approche globale vis-à-vis de cette problématique avec l'ensemble des services de sécurité. Cela fait des mois que j'interroge le premier ministre sur la task force qu'il nous avait vendue ici-même. On ne voit rien venir. Rien, si ce n'est qu'on ferme les yeux lorsqu'il s'agit d'Anvers. Pour l'Arizona, le business d'Anvers est plus important que la sécurité et la santé des (…) (Protest van de heren Ducarme en Bouchez) Goede collega's, elk parlementslid is vrij in zijn of haar woordkeuze. Ongeacht of ik het er al dan niet eens ben, ben ik zeer terughoudend om in te grijpen. In dit geval is dat misschien in het voordeel van de heer Chahid. Andere keren zal het in het voordeel van andere collega's zijn. Iedereen moet verantwoordelijkheid nemen voor de terminologie waarmee en de manier waarop hij of zij zich uitdrukt. De inactiviteitsvallen De opvolging en begeleiding van langdurig werklozen Mijnheer de minister Clarinval, beste David, we hebben elkaar exact een jaar geleden leren kennen, tijdens de regeringsonderhandelingen. Ik zag u wel af en toe in Villa Politica , maar ik kende u eigenlijk niet goed, maar er was meteen een klik. Wat een machtige mens, dacht ik. Op het vlak van de arbeidsmarkt, de flexibilisering van de arbeidsmarkt, de beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd, de uitkeringennorm is onze visie identiek. Ik dacht, dat is een topper, die zou eigenlijk bij de N-VA kunnen zitten. Ik vroeg me af hoe u zich moet hebben gevoeld in de vivaldiregering, toen u de uitkeringen mee moest verhogen, toen werkloosheid gemakkelijker werd gemaakt, toen eigenlijk het omgekeerde werd gedaan van wat wij met de arizonaregering realiseren. Ik vroeg me af: qui vous a forcé en Vivaldi, monsieur David Clarinval? De N-VA heeft u bevrijd, met de arizonaregering. Er is de uitkeringennorm, de werkloosheidsuitkeringen worden beperkt in de tijd, de pensioenen worden hervormd. We doen er alles aan om ervoor te zorgen dat er geen rue de Dison meer is. Weet immers, bij de start van de vivaldiregering il y avait une grande fête dans la rue de Dison, plus d'allocations, chômage plus facile . Met de arizonaregering is dat gedaan. Ik hoop dat er hier geen enkele collega is die vindt dat iemand die over een hondenstront is uitgegleden en al acht jaar bij de ziekenkas zit, daar tot aan haar pensioen moet blijven. Het zou onvergeeflijk zijn als wij dat normaal zouden vinden. De rekening van 25 jaar politiek immobilisme, van het stimuleren van inactiviteit, is gigantisch groot. Het zijn wij die deze rekening nu moeten betalen. In Vlaanderen zeggen we: on en a marre, c'est fini avec la merde . Wie naar die RTL-reportage kijkt, heeft geen zin meer om naar het toilet te gaan. Mijnheer de minister, it's time to choose. Kiest u voor onze hervormingen, ja of neen? Mijnheer de minister, dinsdag was het in Aalst jaarmarkt. Toen ik voor het Volkshuis stond, zei iemand tegen mij: "Anja, heb jij de reportage van Deborsu gezien? Ja, zo is het gemakkelijk, maar voor hen ga ik niet elke dag mijn knoppen afdraaien en afdokken." Collega’s, die reportage heeft veel mensen geraakt, ook mij. Zulke excessen ondermijnen onze solidariteit en onze sociale zekerheid. Dit systeem is bedoeld om de mensen die het zwaar hebben in het leven te beschermen, maar het is tegelijkertijd ook de bedoeling dat wie kan werken, meedoet en bijdraagt. Wij van Vooruit, de grondleggers van onze sociale zekerheid, staan pal achter die solidariteit. Op dezelfde jaarmarkt kwam ik een vrouw tegen die een week eerder de diagnose borstkanker had gekregen. Ze zei: "Gelukkig woon ik in België. Als ik in Amerika zou wonen, met Trump, zou ik mijn behandeling niet kunnen betalen." Daarom draait het. Onze sociale zekerheid redt letterlijk levens, maar als we die overeind willen houden, moet iedereen een eerlijke bijdrage leveren. Er zijn drempels – kinderopvang, opvolging, mensen jarenlang loslaten zonder begeleiding –, maar dat zijn regionale bevoegdheden, waar nog werk aan is, ook in Wallonië. Mijnheer de minister, de federale overheid zet stappen, maar moet de samenwerking versterken en nog meer coördineren, zodat iedereen in elk gewest dezelfde plichten en kansen heeft. Mijnheer de minister, op 14 oktober vond er een overleg plaats. Zult u ervoor zorgen dat er meer op samenwerking wordt ingezet, zodat niemand wordt losgelaten en mensen daadwerkelijk worden vastgepakt en begeleid naar meer kansen en werk? Mevrouw Vanrobaeys, mijnheer Ronse, de reportage die werd uitgezonden door RTL heeft veel reacties uitgelokt. Ik begrijp de emotie, want ze raakt aan wat ons het meest dierbaar is: sociale rechtvaardigheid en vertrouwen in ons systeem van solidariteit. Laten we echter duidelijk zijn, ik weiger de karikatuur te aanvaarden die erin zou bestaan alle begunstigden van sociale bijstand te bestempelen als fraudeurs. Het merendeel van die mensen is effectief op zoek naar werk en ze lijden eronder als ze geen werk hebben. We zijn het allemaal eens over het feit dat kwetsbare mensen moeten worden beschermd, maar het is ook onze plicht om de solidariteit te verdedigen tegen misbruik. De reportage heeft onaanvaardbaar gedrag aan het licht gebracht, of het nu gaat om verduistering via de OCMW’s, de werkloosheidsuitkeringen of de uitkeringen voor langdurige ziekte, solidariteit mag geen toevluchtsoord worden voor fraude. Ze moet synoniem blijven met rechtvaardigheid en verantwoordelijkheid. Zoals het regeerakkoord bepaalt, zullen gezonde mensen die in staat zijn om te werken niet langer kunnen genieten van overdreven voordelige en eeuwigdurende stelsels die hen ontmoedigen om aan de slag te gaan. We moeten ervoor zorgen dat het altijd voordeliger is om te werken dan niet te werken. Het is net in die geest dat ik op amper vijf maanden tijd, vanaf het moment dat ik mijn functie opnam, een historische hervorming van de werkloosheidsuitkeringen heb doorgevoerd, die de solidariteit handhaaft maar een einde maakt aan het systeem van afhankelijkheid. Deze hervorming transformeert ons huidige stelsel in een echte werkloosheidsverzekering. Ze beschermt, ze responsabiliseert en ze moedigt de terugkeer naar werk aan. Solidariteit is geen inactiviteit, het is een gedeelde verantwoordelijkheid, waarin ook een rol is weggelegd voor de minister die bevoegd is voor maatschappelijke integratie en voor langdurig zieken. Het regeerakkoord voorziet in de creatie van een kadaster van de sociale bijstand en in een meer systematische controle om de coherentie en de transparantie van de sociale bescherming te versterken. Het gaat erom te garanderen dat elke euro aan solidariteit ten goede komt aan diegenen die daar echt nood aan hebben, waarbij een terugkeer naar een aangepaste activiteit actief wordt begeleid. Het doel is niet te stigmatiseren, maar te responsabiliseren en het frauduleuze gedrag te bestraffen van diegenen die de middelen van de samenleving misbruiken. Deze regering maakt vastberaden werk van structurele en rechtvaardige hervormingen voor ons land. Ons doel is duidelijk: de sociale zekerheid versterken zonder de koopkracht te verzwakken. Daarom, beste collega's, ben ik gekant tegen elke belastingverhoging en elk verlies aan inkomsten voor wie werkt. Ons sociaal model is iets om fier op te zijn. Het moet synoniem blijven met waardigheid, niet met afhankelijkheid. Trouw aan het regeerakkoord en aan de geest van het liberalisme moderniseren wij onze sociale staat zonder afstand te doen van de solidariteit, maar door haar opnieuw zin te geven: diegenen beschermen die het nodig hebben en iedereen aanmoedigen om bij te dragen aan de collectieve inspanning. Dank u voor uw aandacht. De reportage die we gezien hebben is het gevolg van 25 jaar lang een liberale narcist te kunnen vinden om aan het hoofd van een regering het PS-beleid uit te voeren: mensen inactief houden. Oh, je ne veux pas me lever trop tôt. Je suis déjà tranquille depuis huit ans, je ne veux plus bosser. Daar moet nu een einde aan komen! Alles staat op papier om dat te beëindigen, ook wat betreft langdurig zieken. Het probleem is dat de rekeningen door dat gortige beleid gedurende 25 jaar zodanig de pan zijn uit geswingd dat we afstevenen op een tekort van bijna 40 miljard euro in 2029. Wij in Vlaanderen willen dat dat stopt en daar zal een prijs voor moeten worden betaald, een prijs die wij nooit hebben gekozen en waarvoor wij altijd hebben gewaarschuwd. Als men echter wil dat onze begroting in evenwicht is en alle excessen van 25 jaar wanbeleid worden opgeruimd, dan zal men die prijs ook moeten betalen. Dus zet alstublieft door en laat Bart gewoon verder werken. Mijnheer de minister, onze sociale zekerheid is een van de mooiste verwezenlijkingen in ons land. Ze is echter ook kwetsbaar. Het is uiteraard geen probleem om misbruiken te benoemen. De excessen moeten eruit, maar dan wel de excessen aan alle zijden. Zowel wie ten onrechte uitkeringen ontvangt als wie profiteert van subsidies of wie fiscale achterpoortjes misbruikt, moet worden aangepakt. Alleen als iedereen een eerlijke bijdrage levert, kunnen we onze sociale zekerheid overeind houden. U stelt dat u een einde wilt maken aan die afhankelijkheid. Als u het echt meent, pak dat dan vast. Werk samen en schuif het niet door naar de sociale werkers, maar neem het echt op met de regio’s, zodat wij de betrokkenen nooit meer loslaten, voor hen zorgen, hen ondersteunen en effectief begeleiden naar meer kansen en naar werk. De geplande belastingverhoging voor kleine zelfstandigen De fiscale maatregelen en de verhoging van de btw op gas Mijnheer de minister, collega's, België is een land van kleine zelfstandigen: bakkers, beenhouwers, loodgieters en dakwerkers. Het zijn allemaal mensen die de handen uit de mouwen steken en die de ruggengraat van onze economie vormen. 90 % van al die ondernemingen zijn kleine zelfstandigen. Toch slagen we er keer op keer in om die groep weg te zetten als een bende profiteurs. Eerst waren er de socialisten van Vooruit, die met Charles en Henri het beeld ophingen dat de kleine zelfstandigen slapend rijk worden vanuit hun buitenverblijf of aan hun zwembad. Intussen sluit cd&v zich aan bij die beeldvorming. Ze heeft blijkbaar een groot probleem met vennootschappen, met flexi-jobs en met studentenarbeid. Mijnheer de minister, ook uw partij slikt taks, na taks, na taks. Op de voorpagina van De Tijd vanmorgen werd ik opnieuw geconfronteerd met een belastingverhoging voor die kleine zelfstandigen, voor die bakkers, beenhouwers, dakwerkers en loodgieters. Dat zijn hardwerkende mensen, die vaak niet van negen tot vijf werken, maar langer bezig zijn. Zij steken eerder van vijf tot negen de handen uit de mouwen, elke dag opnieuw. Zij worden nu opnieuw getroffen door dat voorstel van belastingverhoging op de vennootschappen. Mijnheer de minister, u weet zeer goed dat startende ondernemers moeten sparen en lenen om hun zaak op te starten. Zij moeten een vennootschap oprichten. Dat is de doelgroep die u met die maatregel treft. Zo wilt u die ondernemers afstraffen. Die maatregel zal het ondernemerschap in ons land fnuiken. Mijnheer de minister, zult u echt die kleine zelfstandigen, de mensen die wel de moeite doen op te staan en te gaan werken, viseren met die belastingverhoging? Monsieur le ministre, je vois que vous avez bien dormi après notre tour du monde fiscal d'hier en commission. Je voudrais dès lors en profiter pour revenir sur l'essentiel, la question que tous les Belges se posent: comment allez-vous faire pour trouver ces 10 milliards d'euros qu'il vous manque dans le trou budgétaire que vous avez créé? Excusez-moi, mais on nous avait promis un gouvernement d'ingénieurs. Or, on voit quand même tous que vous avez séché les cours de maths. Vous n'avez pas de solution, si ce n'est d'encore et toujours aller chercher de l'argent dans les poches des travailleurs, des pensionnés, avec un petit saut d'index par-ci – ce n'est jamais que 30 000 euros sur la carrière d'un travailleur –, avec une augmentation de la TVA sur l'eau, le pain, les légumes – on sait tous que le caddie n'a pas augmenté. Et, maintenant, le scoop: à l'aube de l'hiver, après la taxation des chaudières, on nous dit que vous allez augmenter la TVA sur le gaz. Mais c'est bien sûr! Comment on n'y avait pas pensé plus tôt, monsieur le ministre? Sérieusement, puis-je vous rappeler que se nourrir et se chauffer sont des droits essentiels? On a vraiment l'impression que le seul objectif de ce gouvernement est d'appauvrir les gens, de faire en sorte qu'ils ne vivent pas dignement et qu'ils se crèvent au travail. Et tout ça pourquoi? Probablement pour vos amis des banques et des multinationales. Vous vous dites le gouvernement du pouvoir d'achat, mais, en fait, vous êtes juste le gouvernement de la perte du pouvoir d'achat. Car, oui, vos décisions vont appauvrir les travailleurs, les pensionnés, les familles. Elles vont étouffer la consommation et donc ralentir la croissance. Et, si vous ne me croyez pas, monsieur le ministre, je peux vous dire que tous les travailleurs, eux, l'ont bien compris. Leur consommation ne va pas augmenter avec les 500 euros net par mois que vous leur avez promis. Ils n'en verront pas un euro. Monsieur le ministre, ma question est simple. Alors que l'hiver arrive, augmenterez-vous vraiment la facture énergétique des ménages ou irez-vous enfin chercher l'argent sur les surprofits des entreprises énergétiques et des banques ou bien auprès de ces sociétés qui planquent leur pognon dans des paradis fiscaux? Monsieur le ministre, vous le savez, de l'argent en Belgique, il y en a. Ayez le courage d'aller le chercher là où il est! Mijnheer Van der Elst, ik wil eerst en vooral benadrukken dat deze regering zich meer dan ooit bewust is van de belangrijke rol die kleine en wat grotere zelfstandigen in onze economie spelen. Dat blijkt ook uit het beleid dat we voeren. Zo komt er een ondernemersaftrek, schrappen we de belastingvermeerdering voor onvoldoende voorafbetalingen en verdwijnt de premietaks voor de pensioenovereenkomst voor zelfstandigen. Ik ben het helemaal met u eens wanneer u zegt dat zelfstandigen ontzettend belangrijk zijn voor de slagkracht van onze economie en dus voor het behoud van onze welvaart. Wij staan aan de kant van de zelfstandigen. Het is geen geheim dat deze regering voor enorm zware budgettaire uitdagingen staat. Het zal iedereen nu stilaan wel duidelijk zijn dat om de begroting op koers te houden, we een inspanning moeten leveren die tegen 2029 ongeveer 10 miljard euro bedraagt. Het is onze bedoeling om tot een evenwichtige en rechtvaardige oplossing te komen, waarbij we rekening houden met de draagkracht van de gezinnen, de werknemers, de zelfstandigen en de ondernemers. Wie beweert dat men een dergelijke oefening kan maken zonder naar de inkomstenzijde te kijken, is volgens mij niet realistisch. Pour ce qui est de la question de M. Bayet, je dis et je répète que je ne ferai aucun commentaire concernant les négociations qui doivent être menées au sein du gouvernement. Les discussions budgétaires ont leur place au sein même du gouvernement, afin de préserver pleinement l’intégrité de ce dialogue. Ce que je peux vous confirmer, en revanche, c’est que de nombreuses pistes sont à l’étude, y compris en matière de fiscalité. Monsieur Bayet, votre question concerne également des éléments liés à la TVA. Nous devons naturellement nous conformer à la réglementation européenne, laquelle nous impose de porter le taux de TVA sur le gaz naturel au taux standard d’ici 2030 au plus tard. Cette obligation découle d’une directive européenne du 5 avril 2022. La décision n'a donc pas été prise récemment mais au cours de la législature précédente, avec un soutien au niveau européen. C’est dans ce cadre que nous examinons aujourd’hui comment et quand cette adaptation peut être introduite de manière socialement responsable, en tenant compte du pouvoir d’achat des ménages ainsi que de la compétitivité de nos entreprises. Chaque décision sera soigneusement pesée, en prenant en considération leur réalité et la nécessité de maintenir un climat favorable aux entreprises. Ik dank u voor het antwoord, mijnheer de minister. U zegt dat u aan de kant van de zelfstandige ondernemers staat. Uw premier zei dat ook, vóór de verkiezingen: er komen geen nieuwe belastingen, zeker niet voor de hardwerkende Vlamingen en ondernemingen. Ondertussen ligt er echter toch weer een voorstel op tafel. Mijnheer de minister, u schiet op de verkeerde groep. Dat u, onder druk van links en de socialisten van Vooruit, hier niet met heel veel applaus opkomt voor de kleine zelfstandigen, kan ik nog begrijpen, maar laat hen op zijn minst toch gerust. Laat de mensen die moeite doen om op te staan, om te gaan werken, om een kleine zaak uit te bouwen, om wat succes op te bouwen, ondernemen. Straf hen niet af met bijkomende belastingen. Focus op waar het geld wel te halen is, bij het profitariaat, bij mensen die niet opstaan, bij mensen die wel tot tien uur in hun bed willen blijven liggen, bij mensen die de welvaartstaat afbreken, bij mensen die profiteren van het systeem. Focus daarop en laat de ondernemers gerust. Monsieur le ministre, vous dites ne faire aucun commentaire, ce qui m'étonne car depuis le début de ce gouvernement, nous en apprenons plus dans les journaux que dans les réponses du gouvernement, que ce soit en commission ou en plénière. Soit, l'histoire jugera. Vos efforts ne sont en réalité pas si nombreux. Ce que vous faites, c'est vous attaquer véritablement à des droits essentiels: le droit de se chauffer, le droit de manger, le droit de vivre dignement. Ce n'est pas normal. Vous vous attaquez à la TVA, l'impôt le plus injuste qui soit au monde, alors que d'autres solutions concrètes et réalistes existent. Mes collègues socialistes et moi-même en avons déposé un bon nombre, et elles sont chiffrées: huit milliards d'euros sans toucher à la poche des travailleurs ou des pensionnés. Il s'agit simplement de demander aux banques un effort supplémentaire, comme on le fait en Espagne, d'interdire aux Belges de verser leur argent dans des paradis fiscaux, comme on le fait en France, et de faire contribuer un peu plus justement les milliardaires et les multinationales. Vous le voyez, monsieur le ministre, les solutions existent. Allez chercher l'argent là où il est et, si vous le faites (…) Het Belgische standpunt inzake de fiscale vrijstelling voor brandstoffen in de scheep- en luchtvaart Aujourd'hui, chaque citoyen, chaque citoyenne qui met de l'essence dans sa voiture paye environ 50 % de taxes sur son plein. Chaque billet de train est payé plein tarif, sans passe-droit. Cependant, lorsqu'un avion fait le plein de kérosène ou qu'un paquebot fait le plein de fioul lourd, il ne paye rien, zéro, nada. Et ça ne tombe pas du ciel, c'est un choix politique, un cadeau fiscal massif qui est fait aux secteurs les plus polluants. Tout cela d'ailleurs alors que la COP bat son plein au Brésil. Résultat pour la Belgique: ce manque à gagner représente environ 4,75 milliards d'euros par an. Cela tombe bien vu que vous êtes actuellement en discussion budgétaire, paraît-il. Vous nous dites à toutes les sauces qu'il faut faire des économies, et vous les faites dans la santé, l'éducation, la culture et les pensions. Mais vous avez ici une occasion en or de trouver 4,75 milliards d'euros par an. Par an! Cependant, alors que le Conseil européen s'apprêtait à prolonger cette injustice fiscale jusqu'en 2035, le vote n'a heureusement pas eu lieu aujourd'hui. Nous nous posons dès lors la question de savoir comment faire en sorte que ces secteurs parmi les plus polluants payent enfin leur part pour que cela ne soit pas toujours les mêmes qui trinquent. Voilà donc mes questions qui seront très simples: quelle a été la position que vous avez défendue au nom de la Belgique lors du Conseil d'aujourd'hui ? Est-ce que la Belgique est prête, oui ou non, à faire en sorte que le kérosène et le fioul maritime payent enfin comme tout le monde ? Merci pour vos réponses. Chère collègue, votre question concerne la révision de la directive sur la taxation de l'énergie (ETD). Il y a quatre ans, la Commission européenne publiait une première proposition qui a fait l'objet de nombreuses discussions. La proposition initiale de la Commission a, elle aussi, déjà été modifiée à plusieurs reprises. Il est clair qu'il s'agit d'un dossier extrêmement complexe qui ne concerne pas uniquement l'aviation ou la navigation maritime, mais aussi, par exemple, l'agriculture et la consommation de gaz des ménages et des entreprises. Cela touche donc directement au pouvoir d'achat et à la compétitivité de notre économie. En raison des préoccupations exprimées par plusieurs États membres, un éventuel accord semblait encore loin d'être acquis. La présidence danoise a donc décidé de ne pas soumettre au vote ce dossier aujourd'hui lors de l'Ecofin, mais plutôt d'avoir un échange de vues. À cet effet, un nouveau texte comportant des adaptations destinées à répondre aux inquiétudes concernant la hausse des prix a été publié lundi. Le dossier est européen et soumis au principe de l'unanimité, ce qui signifie que chaque pays dispose d'un droit de veto et peut donc bloquer un accord rendant toute progression particulièrement difficile. La présidence danoise examinera, après la discussion de ce jour, la manière dont elle poursuivra le traitement de ce dossier. La position belge a été définie lors d'une réunion de la Direction générale Affaires européennes et Coordination (DGE). La Belgique s'abstiendra provisoirement sans pour autant s'opposer à un éventuel compromis. Nous ne contribuons donc pas à accroître la difficulté et la complexité d'un dossier qui requiert du bon sens et une approche progressive. Monsieur le ministre, je vous remercie. En effet, ce dossier est compliqué, mais vous montrez encore une fois dans votre réponse que la Belgique n'est pas courageuse, qu'elle se situe en deçà des ambitions environnementales et, surtout, qu'elle perpétue une injustice fiscale. Heureusement, d'autres pays européens sont plus courageux. Vous avez reçu des milliers de mails depuis hier qui ont été envoyés par des citoyennes et des citoyens qui s'inquiètent de ce qui suivra et qui souhaitent que cette injustice fiscale cesse en vue de faire contribuer les plus hauts revenus et les multinationales. Pendant ce temps, vous négociez un budget qui envisage parfois des sauts d'index, des attaques contre les travailleurs et les travailleuses, les artistes, les retraités. Là, je vous offre un cadeau de Noël avant l'heure, à travers la possibilité d'engranger 4,75 milliards d'euros par an. C'est un cadeau sur lequel vous ne pouvez pas cracher. Malheureusement, vous allez continuer à faire contribuer les petites gens, et c'est très dommageable. De uitrol van supersnel internet in de landelijke gebieden Collega’s, mevrouw de minister, de mensen in de landelijke gebieden in Vlaanderen, maar ook in België, in onze dorpen, zien elke dag heel wat verdwijnen: de laatste bankautomaat, de laatste bakker, zelfs het laatste café, naar wat ik heb gelezen. Er bevindt zich dus veel in de verleden tijd. Nu lijkt het erop dat we ook de toekomst aan die mensen gaan ontzeggen. Dat is immers, collega’s, het resultaat van de deal tussen de twee grote spelers, Telenet en Proximus, om samen fiber uit te rollen in Vlaanderen. De landelijke gemeenten in Vlaanderen, de deelgemeenten en de dorpen vallen uit de boot, mevrouw de minister, en dreigen definitief de trein van supersnel internet te missen. Over heel Vlaanderen spreken we over meer dan een miljoen mensen, meer dan een miljoen. Dat is geen klein bier. In mijn eigen provincie, West-Vlaanderen, meer bepaald in de regio van de Westhoek, gaat het om vier op de tien inwoners. Ruim 80.000 mensen zouden geen uitzicht hebben op fiber. Ik spreek in de voorwaardelijke wijs, want eigenlijk weten we het niet. Het enige wat we hebben, collega’s, is deze kaart, een zogenaamd duidelijke en transparante kaart. (De spreker toont een kaart.) In werkelijkheid is die waardeloos. (De spreker verscheurt de kaart.) We hebben daar niets aan. Mevrouw de minister, er moet duidelijkheid komen, in de eerste plaats voor onze lokale besturen, die op dit moment totaal niet weten wat er hen boven het hoofd hangt. Er loopt een openbaar onderzoek, maar geen enkele burgemeester weet of er in zijn deelgemeente, dorp of gemeente fiber zal komen. Het enige wat ze hebben is die onduidelijke kaart. Het is de bouwvergunning van de eeuw, collega’s, en niemand weet waar er gebouwd wordt. Dat is al te gek voor woorden. Mevrouw de minister, ik weet dat u mijn bezorgdheid deelt, de bezorgdheid voor de rurale gebieden. Alstublieft, sta op, kom naast mij staan, strijd voor meer transparantie en zorg ervoor dat het dossier in een andere plooi wordt gelegd, met een betere dekking, zowel in Wallonië als in Vlaanderen. We hadden een onduidelijke kaart, maar nu hebben we er zelfs geen meer. Mijnheer Soete, internet van goede kwaliteit is geen luxe. Ons land heeft op dat vlak een achterstand. Het is mijn ambitie als minister, vanuit mijn bevoegdheid voor telecommunicatie, om de fiberdekking fors te verhogen. Daarom zie ik een potentieel in de deal die Proximus, Fiberklaar, Telenet en Wyre willen sluiten in Vlaanderen. Die bedrijven willen samenwerken om fiber aan te leggen buiten de grote steden. Dat zorgt voor meer aansluitingen. Er zouden 500.000 woningen extra worden aangesloten door die deal. Er zijn inderdaad ook gebieden waar operatoren nog geen plannen hebben om fiber aan te leggen. Welke gebieden dat precies zijn, is nog niet helemaal bepaald. Ik heb het BIPT gevraagd om voor de nodige transparantie te zorgen daaromtrent. De marktbevraging die de BMA uitvoert, staat los van de gebieden. Die bevraging gaat over de omstandigheden waarin concurrenten met elkaar kunnen samenwerken. Wonen in een gebied zonder fiber wil niet zeggen dat men geen snel internet kan hebben. Op de meeste plaatsen in Vlaanderen ligt de klassieke televisiekabel. Van de woningen heeft 98 % toegang tot supersnel internet. De landelijke gebieden liggen me na aan het hart. Ik laat geen kans onbenut om er bij de operatoren op aan te dringen dat zij mee zoeken naar oplossingen om fiber maximaal uit te rollen. Als samenwerkingen tussen operatoren kunnen helpen om meer mensen toegang tot fiber te geven, ben ik daar een voorstander van. Mevrouw de minister, ik heb goed gehoord dat u zich enthousiast aan mijn zijde zult scharen. U zult voor transparantie zorgen. Wij hebben transparantie nodig, omdat de burgemeesters op dit moment totaal niet weten waar zij aan toe zijn. De procedure stopt volgende week vrijdag 21 november 2025. Er moet dus duidelijkheid komen voor die datum. Dat zal misschien niet lukken. Wat dus zeker moet gebeuren, is de pauzeknop indrukken. Collega's, ik heb het hier al een paar keer gehoord. Stop the clock . Wij moeten nu een pauze inlassen, zodat duidelijkheid kan worden geboden en de burgemeesters bezwaar kunnen aantekenen. Mevrouw de minister, er is een openbaar en publiek onderzoek. Het publiek weet echter nergens van. Dat is een aanfluiting van elk democratisch rechtsprincipe. U kunt die bezorgdheid delen. Wij zullen samen zorgen en strijden voor meer transparantie, voor uitstel van de procedure en vooral voor het op tafel leggen van alternatieven om een betere fiberdekking in heel Vlaanderen, maar ook in de rurale gebieden in Wallonië te verzekeren. Mijnheer Soete, gelieve alle snippers mee te nemen. Het rapport van het Rekenhof over de inzet van consultants door de federale overheid Mevrouw de minister, beste collega’s, mensen betalen belastingen en het is dan de taak van de overheid om daar verantwoord mee om te gaan. Dat is de basis van het sociaal contract. We merken echter dat dit sociaal contract steeds meer onder druk komt te staan. Recent publiceerde het Rekenhof een duidelijk rapport over consultancyopdrachten binnen de federale overheid. Ik geef enkele cijfers. In 80 % van de gevallen worden de opdrachten onvoldoende of niet verantwoord. In 70 % van de gevallen gebeurt de selectie onzorgvuldig. Klap op de vuurpijl, in meer dan de helft van de dossiers, dus meer dan 50 %, is er sprake van een ware kostenexplosie. De initiële raming is dan fel onderschat, wat leidt tot een finale kostprijs die soms 10 tot 20 keer hoger ligt. De conclusies van het Rekenhof zijn dan ook heel duidelijk: er is blijkbaar geen federale strategie, er is blijkbaar geen risicobeheer binnen de federale overheid met betrekking tot consultancyopdrachten. Mevrouw de minister, collega’s, ik denk dat we er allemaal van overtuigd zijn dat dit beter kan. Tussen 2020 en 2022 werd meer dan 2,5 miljard euro uitgegeven aan consultancyopdrachten. Dat overdreven gebruik, die afhankelijkheid moet duidelijk worden teruggeschroefd. Er moet opnieuw werk worden gemaakt van meer interne expertise binnen de federale overheid. Collega’s, laat me duidelijk zijn en wees gerustgesteld, dit betekent voor ons niet dat er opnieuw massale aanwervingen van ambtenaren moeten gebeuren. Cd&v staat voor een efficiënte overheid en voor ons is het dus heel erg belangrijk dat er een duidelijke prioritering komt. Mevrouw de minister, hoe zult u de consultancyopdrachten (…) Mijnheer Van den Heuvel, sinds het begin van de regeerperiode heb ik, zoals voorzien in het regeerakkoord, me tot doel gesteld om het gebruikmaken van externe consultants te verminderen. Het rapport van het Rekenhof versterkt mij in dat idee. Het massaal gebruik van externe consultancy maakt de overheidsdiensten afhankelijk, het zorgt ervoor dat zij intern geen expertise opbouwen en zorgt voor een gebrek aan continuïteit. Bovendien heeft externe consultancy ook een kostprijs. Dat alles gebeurt met weinig transparantie en zonder duidelijke strategie, wat inacceptabel is. Ik heb aan de FOD BOSA de opdracht gegeven om snel met een plan te komen. Zo kunnen de aanbevelingen van het Rekenhof worden uitgevoerd. Structureel wil ik breken met de logica waarbij steeds een beroep wordt gedaan op consultants. Ik wil een fundamenteel andere aanpak, waarbij we de interne expertise van de overheid versterken en externe consultancy progressief afbouwen. We werken op twee assen. Ten eerste, mijn collega Van Peteghem en ikzelf hebben aan experts van UNESCO gevraagd om aanbevelingen te formuleren om de onafhankelijkheid van externe consultancy te verminderen. Ten tweede, het verminderen van externe consultancy betekent dat we onze interne krachten moeten versterken. Ik werk aan een actieplan daartoe. In dat kader zal een interfederale pool van interne consultants worden opgericht, die op een transversale manier kunnen worden ingezet. Mevrouw de minister, het verheugt me dat u de urgentie inziet en dat u de aanpak toch wilt lanceren. Het is absoluut nodig zeer snel werk te maken van dat actieplan om tot een duidelijk federaal kader te komen. Misschien kunt u daarvoor ook even kijken naar het Vlaamse niveau, waar minister Crevits de voorbije jaren werk heeft gemaakt van een duidelijke strategie rond consultancy, opgebouwd rond drie assen. Ten eerste werd een duidelijke opportuniteitstoets ingevoerd om te controleren in welke gevallen het nodig en verantwoord is. Ten tweede kwam er een inventaris, een registratie van het aantal consultancyopdrachten, om inzicht te krijgen in de uitgaven. Ten derde werd een jaarlijkse rapportage in het leven geroepen, om te vermijden dat sommige consultancyopdrachten jarenlang aanslepen. De cd&v-fractie staat achter u als u snel werk maakt van een duidelijk actieplan. Het gebrek aan coördinatie door de premier in het veiligheidsbeleid m.b.t. de drones De dronedreiging Ik had deze vraag eigenlijk aan de premier gericht, maar de minister van Defensie zit hier nu voor mij U zei vorige week in de commissie dat 90 % van de bevoegdheden met betrekking tot de toestanden met de drones niet bij u ligt, maar bij de minister van Binnenlandse Zaken en bij de premier als coördinator van de Nationale Veiligheidsraad. De premier stuurde vandaag echter zijn kat. (Protest bij de N-VA) Ik geef toe, hij is er daarstraks wel even geweest. De minister van Binnenlandse Zaken komt voorlopig niet verder dan de aankondiging dat er een droneregister zal komen, alsof criminelen en buitenlandse mogendheden met slechte bedoelingen netjes hun drone zullen registreren voordat ze naar hier komen. Collega’s, het management van de crisis lijkt wel de kolderbrigade. Ik heb foto’s doorgekregen waarop te zien is dat onze diensten werken met verrekijkers uit 1944. Onze jammers werken niet. Het gespecialiseerde counterdroneteam was men zelfs volledig vergeten; u wist niet meer dat het bestond. Ook uw donkerste moment van de nacht wordt intussen tot ver in het buitenland belachelijk gemaakt. Mijnheer de minister, uw communicatie getuigt van weinig omzichtigheid. U bent een beetje de olifant in de porseleinwinkel. Ik hoor dat u voor die vrijpostige communicatie door uw eigen diensten op de vingers bent getikt. U maakt vooral boel. U maakt ook boel met het counterdroneteam. U zegt dat zij niets kunnen wat uw diensten niet kunnen en dat zij veel te klein zijn. Zij moesten zich maar komen aanbieden. Intussen vernemen wij dat die mensen door hun eigen oversten zelfs met ontslag worden bedreigd omdat zij publiek durfden te spreken. Mijnheer de minister, wanneer zult u samenwerken? Wanneer zal de premier coördineren? Wanneer zult u het luchtruim en onze bevolking tegen deze gebeurtenissen beschermen? Mijnheer de minister, we worden geconfronteerd met een zeer ernstige hybride dreiging van aanvallen op ons land, met cyberaanvallen en ook met veel dreigingen van drones die over militaire doelwitten vliegen, maar vooral ook over civiele doelwitten als luchthavens, met het specifieke doel die luchthavens plat te leggen. Dat is natuurlijk zeer ernstig. Het is een gevaar voor onze kritieke infrastructuur, maar ook voor onze economie. De Vlaamse luchthaven van Zaventem, de op een na grootste economische motor van het land, wordt bewust gesaboteerd. Er moeten dus maatregelen genomen worden om onze kritieke infrastructuur, onze civiele doelen en onze economie te beveiligen. De huidige wet op de kritieke infrastructuur schetst een duidelijke samenwerking, waarbij in de eerste plaats gekeken wordt naar de uitbater van de kritieke infrastructuur, naar het Crisiscentrum, naar de politie en naar SkeyDrone. If all else fails , wordt er ook gekeken naar Defensie. Het is belangrijk dat er grondig wordt samengewerkt om die hybride dreiging aan te pakken. Door elkaar met de vinger te wijzen zullen we er immers niet komen. Het is echt in het belang van ons land, van onze economie, dat we die uitdaging aanpakken. We zijn hier in het Parlement bijna unaniem overeengekomen een gemeenschappelijke vergadering van de commissies voor Mobiliteit, Binnenlandse Zaken en Defensie te organiseren teneinde dit probleem te bespreken en voor oplossingen te zorgen. Mijn oproep aan u, mijn oproep aan de volledige regering is om samen te werken, te zorgen voor oplossingen en maatregelen te nemen. Ik ben altijd blij als ik hier mag zijn. De premier heeft me gevraagd deze vraag van hem over te nemen. Hij heeft zijn kat niet gestuurd, want hij was hier daarnet. De heer Quintin is niet in het land, die is verontschuldigd. Dames en heren, de recente meldingen van drones boven zowel civiele als militaire installaties tonen aan dat de hybride dreiging tegen ons land reëel en ernstig is. Het gebruik van drones in de buurt van onder meer luchthavens en luchtmachtbasissen vormt niet alleen een veiligheidsrisico, maar raakt ook rechtstreeks aan onze nationale veiligheid en welvaart. De aanpak van deze dreiging is een gedeelde verantwoordelijkheid. Binnen hun bevoegdheid staan de politiediensten en de diensten van Mobiliteit in voor de detectie, de opvolging en de handhaving. Ze waken over de civiele luchtvaartveiligheid. Defensie werkt nauw met hen samen, onder meer via informatie-uitwisseling, technische ondersteuning en verhoogde paraatheid op onze militaire kwartieren. Na de drone-incidenten van dinsdag kwam de Nationale Veiligheidsraad op donderdag 6 november samen, onder het voorzitterschap van de eerste minister. Sindsdien volgt het Nationaal Crisiscentrum de situatie versterkt op. In dit centrum zijn alle bevoegde overheden vertegenwoordigd, waaronder de FOD Mobiliteit, de FOD Binnenlandse Zaken en het ministerie van Defensie, via verbindingsofficieren die instaan voor de coördinatie en opvolging tussen de verschillende departementen. Daarnaast staat de Chef Defensie, generaal Vansina, in permanent contact met de commissaris-generaal van de politie, hoofdcommissaris Snoeck. Ook op politiek niveau wordt de situatie opgevolgd via verschillende werkvergaderingen tussen de betrokken kabinetten. In de Nationale Veiligheidsraad en de ministerraad van vorige week werden bijkomende maatregelen goedgekeurd. Ten eerste worden counterdroneteams op diverse plaatsen in het land ingezet om de infrastructuur te beveiligen. Het droneteam van de federale politie werd in deze operatie aanvankelijk niet ingeschakeld, aangezien hun capaciteit niet werd aangeboden door de federale politie. Ten tweede moet tegen 1 januari 2026 het Nationaal Veiligheidscentrum NASC in Bevekom volledig operationeel zijn. Dat centrum, opgericht door de vorige regering, is een zeer goed initiatief, maar het is nog niet volledig operationeel. Er is immers nog wat werk aan en dat zullen we nu voltooien. Dat centrum zal instaan voor een betere bewaking en bescherming van het Belgische luchtruim en ons land voorbereiden op toekomstige uitdagingen inzake luchtveiligheid. Op korte termijn wordt ook voorzien in de aankoop en levering van bijkomende counterdronemiddelen door Defensie. Dat behoort tot het pakket van 50 miljoen euro dat uiteindelijk vrijdagavond laat werd goedgekeurd. Daarnaast heeft Defensie de steun ingeroepen van counterdroneteams uit onze buurlanden: Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. Ik heb de Duitse teams bezocht, gisteren de Britse en ik zal ook de Franse zo snel mogelijk bezoeken. Zij hebben positief gereageerd en zijn momenteel met specifieke middelen actief op Belgisch grondgebied. Zij helpen ons nu dus al zeer goed. Ook de Verenigde Staten hebben intussen hun hulp aangeboden. Momenteel bekijken we samen met hen hoe, waar en wanneer we deze nieuwe capaciteit het best kunnen inzetten. Parallel hiermee heeft de ministerraad, op voorstel van de minister van Mobiliteit, bijkomende maatregelen genomen in het domein van de mobiliteit. De focus ligt daarbij op het versterken van de nationale detectiecapaciteit, de coördinatie tussen de betrokken actoren en de actualisering van de regelgeving. Namens de regering wil ik mijn oprechte dank uitspreken aan al onze medewerkers bij skeyes, de politie, Defensie, Luchtvaart en Mobiliteit voor hun grote flexibiliteit en professionaliteit in deze moeilijke omstandigheden. Hun inzet garandeert de veiligheid van ons luchtruim. In tijden van nood leert men zijn vrienden kennen. Ook onze buurlanden – en binnenkort ook de Verenigde Staten – verdienen onze dank voor hun snelle en doeltreffende hulp. Mijnheer de minister, ik heb een sterk déjà-vugevoel. Ik heb hier uw collega Quintin al verschillende keren ondervraagd over het drugsgeweld in Brussel. We horen dan altijd heel mooie woorden over actieplannen, samenwerkingen en overleg. Op het terrein gebeurt er echter heel weinig. Het maakt heel weinig verschil. Ook vandaag zijn er opnieuw incidenten. Ik heb het gevoel dat wij bij deze tweede grote binnenlandse veiligheidscrisis dezelfde paden bewandelen. Er wordt veel gecommuniceerd en overlegd, maar ondertussen blijven de drones gewoon over ons vliegen. Het moet mij toch van het hart. U stelt hier opnieuw dat de federale politie, meer bepaald de speciale counterdrone-eenheid, zich niet heeft aangeboden. Het is toch een probleem dat er in onze veiligheidsarchitectuur een dienst is die precies is opgericht om dergelijk interventies uit te voeren, maar dat bij niemand blijkbaar een belletje rinkelt (…) Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is heel belangrijk dat er maatregelen worden genomen. U hebt die maatregelen ook aangekondigd. Collega's, het verbaast me wel enigszins dat ik hier leden van Groen hoor klagen dat het te lang duurt en dat er te veel vertraging is. Het is immers door de doctrinaire houding van Groen tijdens de vorige legislatuur dat niet werd geïnvesteerd in dronetechnologie. De huidige minister heeft daarvoor toen gewaarschuwd. Het is door de doctrinaire houding van Groen dat onze drones niet bewapend zijn. Dankzij de resolutie van de heer Peter Buysrogge zetten we dat nu recht, maar er is veel tijd verloren gegaan door die groene doctrinaire houding in dat dossier, maar ook in andere dossiers. Mijn boodschap is dan ook heel duidelijk: geen avonturen, laat Bartje en Arizona verder besturen! Sociale en fiscale fraude Monsieur le ministre, je ne sais pas si, comme moi, vous avez vu un certain reportage diffusé sur RTL, sans grande nuance, plutôt à charge, mais qui a fait mouche puisque nous sommes nombreux à aborder le sujet aujourd’hui dans le cadre des questions d’actualité. À côté de l’aspect un peu sensationnaliste, il y a la réalité. La fraude sociale en est une mais ce n’est pas une généralité. Face à cette réalité, le gouvernement a choisi d’engager des réformes importantes, notamment la limitation du chômage à deux ans et la mise en place d’un cadastre des aides sociales. Monsieur le ministre, pour Les Engagés, la justice sociale est essentielle. Il faut que les personnes qui en ont réellement besoin puissent bénéficier d’aides. Je pense en particulier aux familles monoparentales, aux personnes en situation de handicap ou encore à celles atteintes de maladies graves. Chaque euro détourné, monsieur le ministre, c’est un euro en moins pour les plus vulnérables. La fraude fiscale constitue aussi un enjeu majeur. Selon plusieurs études sérieuses, nous pourrions récupérer 30 milliards d’euros en nous y attaquant. Cela tombe bien car nous en cherchons 10. Monsieur le ministre, le gouvernement va-t-il poursuivre cette politique de lutte équilibrée contre toutes les formes de fraudes? Pour Les Engagés, il faut traquer fermement ceux qui trichent, mais protéger avec autant de force ceux qui ont besoin de notre aide et de notre solidarité. Pour nous, il ne peut y avoir ni complaisance ni stigmatisation mais bien une justice sociale et fiscale. En agissant de la sorte, nous aurons toute la population belge avec nous. Merci pour votre question, madame Tourneur. Que les choses soient claires, la fraude sociale et le dumping social sont une catastrophe pour notre sécurité sociale. Je n'ai pas besoin d'une émission de télévision pour m'en rendre compte. Nous investissons dans des inspecteurs et des contrôles supplémentaires pour que la lutte contre la fraude sociale rapporte 1,7 milliard d'euros lors de cette législature. Et je me suis encore engagé dernièrement à fournir un effort supplémentaire de 300 millions d'euros d'ici la fin de la législature. C'est pourquoi nous augmentons les amendes, en particulier pour les infractions les plus graves telles que l'emploi illégal, le dumping social et le travail au noir. Les personnes qui abusent du système sentiront donc la différence dans leur portefeuille. Nous en avons encore discuté hier en commission des Affaires sociales, mais cette proposition a été freinée par le PTB-PVDA. Il est incompréhensible et inacceptable que ce parti retarde volontairement les mesures qui ciblent les plus gros fraudeurs et qui protègent celles et ceux qui ont besoin de la sécurité sociale. Le documentaire montre bien ce qu'il se passe quand il n'y a pas de suivi et quand on abandonne les gens. Chacun a une responsabilité dans notre État-providence, et nous aussi en tant que société. D'ailleurs, ce débat ne concerne pas uniquement les plus faibles de la société. Cette lutte concerne aussi les puissants, ceux qui ont réussi et qui abusent de notre système. Tout le monde a une responsabilité. Frauder, c'est frauder. Et je continuerai à lutter contre les abus pour protéger celles et ceux qui en ont besoin. Merci pour votre engagement, monsieur le ministre. La fraude sociale et fiscale affaiblit en effet notre société. Il faut agir avec détermination. Pour Les Engagés, il faut de la fermeté contre tous les abus, mais aussi une protection maximale pour les citoyens qui en ont vraiment besoin. Il faut – et c'est dans l'accord de gouvernement – responsabiliser notamment les médecins et les mutualités. Vivement cet accord sur le budget pour que nous puissions passer à l'action! De strijd tegen antisemitisme, met name in onze universiteiten, en het boek van Nora Bussigny Monsieur le ministre, Les nouveaux antisémites , tel est le titre du livre de Nora Bussigny, qui vient de sortir et dont les interviews doivent nous alerter par rapport à la recrudescence et l'explosion de l'antisémitisme en Europe, et en particulier en Belgique. Antisémitisme qui gangrène nos universités, pourtant lieux de confrontation d'idées et de liberté des échanges, avec le témoignage d'étudiants membres de l'Union des étudiants juifs de Belgique qui expriment les intimidations et les agressions dont ils sont l'objet, et le témoignage aussi de groupuscules radicaux d'extrême gauche qui professent sans vergogne l'incitation à la haine. Et cet antisémitisme, on l'a retrouvé encore le 18 septembre dernier à Liège lors de la commémoration du 30 e anniversaire de la mort de Jean Gol lorsque sa tombe a été profanée. Cet antisémitisme, on le retrouve aussi dans le domaine culturel aujourd'hui, lorsqu'un chef d'orchestre israélien est interdit de prestation à Gand avec l'aval d'un ministre du gouvernement flamand. Alors, monsieur le ministre, mes questions sont celles-ci. Avez-vous conscience de l'agitation de ces groupuscules d'ultra-gauche dont les discours antisémites sont décomplexés, sans mesure, assumés? Avez-vous conscience du fait qu'ils font subir des intimidations voire des agressions aux étudiants juifs dans nos universités? Pouvez-vous réunir, dans un contexte interfédéral, avec les entités fédérées, les recteurs des universités pour leur demander de prendre des mesures fortes pour sanctionner ces individus? Le programme du gouvernement prévoit l'élaboration d'un plan d'action interfédéral ambitieux contre l'antisémitisme. C'est ce que recommande aussi l'Union européenne. Monsieur le ministre, quand présenterez-vous ce plan devant le Parlement et concrétiserez-vous les engagements du gouvernement et de votre ministère? Merci, monsieur Bacquelaine, pour votre question. Permettez-moi tout d'abord de souligner que la lutte contre l'antisémitisme reste un élément central de ma lutte plus large contre le racisme et la discrimination et en faveur d'une société où la haine n'a pas sa place et où les gens, quelle que soit leur origine ou leur religion, se respectent mutuellement. Le livre de la journaliste Nora Bussigny, Les nouveaux antisémites , a effectivement fait beaucoup de bruit, en Belgique également, et je suis au courant de la discussion qu'il a provoquée à l'ULB. Les universités restent des lieux de liberté d'expression, mais cette liberté s'arrête là où la haine commence. L'antisémitisme, comme toute forme de haine, n'y a absolument pas sa place. Nous devons y rester attentifs. C'est pourquoi nous avons déjà pris des mesures concrètes. Ainsi, je soutiens le travail du Mécanisme de coordination interfédéral de la lutte contre l'antisémitisme, tout comme le travail du coordinateur national au sein du SPF Justice. Dans le cadre du plan d'action interfédéral contre le racisme, nous élaborons des mesures spécifiques contre l'antisémitisme. De plus, une étude est en cours sur l'antisémitisme en ligne, dont les recommandations sont attendues sous peu. J'en discuterai avec mes collègues du gouvernement dans les semaines à venir. La lutte contre l'antisémitisme est en effet une responsabilité conjointe de ce gouvernement. Monsieur le ministre, je prends note de votre volonté et de vos résolutions. Mais outre cela, si le temps de la concertation et de l'échange d'informations est certes important, il n'est évidemment pas suffisant. Ce que nous voulons aujourd'hui, c'est un véritable coordinateur de la lutte contre l'antisémitisme qui soit indépendant et non pas dévolu à un fonctionnaire certes honorable, mais qui inclurait cette mission parmi d'autres. Il ne s'agit pas de cela. Il faut un véritable coordinateur de lutte contre l'antisémitisme, avec un visage et une personnalité qui incarnent l'impulsion politique nécessaire. Ce coordinateur doit permettre de redonner du souffle à cette lutte nécessaire contre l'antisémitisme. Aujourd'hui trop de familles s'inquiètent et perdent la sérénité. Nous voulons redonner à la communauté juive la possibilité de vivre en sérénité dans notre pays, dans la paix, le respect et la sécurité. De consultancyuitgaven van de NMBS Monsieur le ministre, cela fait des mois que vous nous parlez des économies à faire dans le rail. Apparemment, vous allez attaquer les statuts et les pensions, parce qu’il n’y a plus d'argent. En même temps, nous apprenons par la Cour des comptes que plus de 700 millions d'euros ont été payés à des multinationales pour de la consultance; pendant que vous prévoyez plus de 600 millions d'euros d'économies sur toute votre législature. En résumé, ce qui a été donné à la consultance, vous le retirez aux cheminots. Sérieusement, pourquoi faire appel à des consultants? Pourquoi faire appel à des multinationales? Je vais vous donner un exemple concret. Patrick, 25 ans d'expérience comme accompagnateur de train, respecté, posé et compétent – un peu comme moi – passe des examens pour devenir instructeur. Il y a quelques mois, on décide de lui coller un consultant, qui ne connaît rien du rail, pendant un mois, pour lui apprendre le travail qu'il fait déjà. Où est le bon sens? Comment peut-on justifier cela? Monsieur le ministre, pouvez-vous nous donner la liste complète des consultants du rail, leurs missions, leurs résultats, leurs coûts? Pouvez-vous garantir que les recommandations de la Cour des comptes seront désormais suivies? Grâce à notre pression – vous l'avez dit en commission –, vous allez diminuer les frais de consultance de 1,8 % dans le rail. Mais ce n'est pas assez. Ma question est simple, allez-vous vous engager (…) Madame la députée, ma réponse ne vous étonnera pas puisque, voici quelques semaines, vous me questionniez déjà à ce sujet. Vous cherchez le bon sens. Ce dont je suis sûr est que chercher le bon sens ne signifie pas aller à contre-sens. Cela demande sans doute un peu de nuance. Je puis comprendre que vous tentiez de caricaturer. Je vous connais assez pour savoir que ce n'est pas exactement votre sentiment. Dans le cas présent, vous l'avez toutefois fait. Certaines missions impliquent que la SNCB et Infrabel doivent pouvoir recourir à de la consultance, et ce n'est pas contestable. Il en est d'autres, et je vous l'ai dit, pour lesquelles je considère que cette dépense est excessive. Cela étant, comparer les économies qu'il faut faire sur le rail avec des dépenses de consultance, cela revient à lancer des arguments confus à la face de ceux qui travaillent à la SNCB et à Infrabel et avec celles-ci. Comme je vous l'ai dit, je souhaite, de part et d'autre, un éclaircissement des critères. Moi, j'ai lu le rapport en question. Je suis arrivé un peu en retard, et vous m'en excuserez – et, il est vrai, en train. À la lecture du rapport, on apprend que les critères sont respectés. Et cela devrait vous donner à réfléchir, car cela signifie que ces institutions publiques autonomes fonctionnent selon ces critères. En revanche, je vous rejoins sur le volume des dépenses et j'y serai attentif. Monsieur le ministre, je vous remercie de vos réponses. J'ai fait les calculs. Si l'on maintient ce niveau de consultance sous cette législature, même en appliquant un taux de 1,8 % par an à vos économies, il en résultera plus d'un milliard d'euros de consultance sous votre propre législature. Par conséquent, vous ne pouvez pas me répondre qu'il est normal d'engager quelqu'un qui travaille dans la consultance, alors qu'il est quand même payé jusqu'à 9 000 euros par jour! On va engager quelqu'un qui est payé jusqu'à 9 000 euros par jour pour apprendre à un cheminot qui est là depuis longtemps comment il doit accomplir son travail. Cela n'a aucun sens! C'est dépenser à tout va. Dans d'autres compétences, je ne dis pas, mais il y a un cahier des charges à respecter. Nous n'y trouvons aucune transparence, nous ne savons rien. Donc, cela ne va pas. Nous vous demandons de (…) De rol van de Belgische banken in de groene transitie Monsieur le ministre. Si l'argent est le nerf de la guerre, les banques sont les leviers de la transition. Par leurs choix de financements et d'investissements, elles peuvent accélérer ou freiner la transition, orienter l'épargne du client ou du citoyen vers des projets durables, ou bien au contraire continuer à soutenir des activités intensives en énergie et en carbone. Selon l'étude récente de Climact – commandée par vos services –, des progrès réels sont annoncés et salués. La plupart des banques intègrent désormais des critères environnementaux dans leur politique d'investissements. Elles offrent en effet des produits financiers verts mais qu'il convient de contrôler bien souvent, et même très souvent. Elles publient également leurs émissions de gaz à effet de serre, etc. Des efforts sont cependant nécessaires. Toutefois, elles ne peuvent pas être uniquement les seuls acteurs, mais il est important de les considérer et de leur produire un cadre réglementaire cohérent et prévisible, et une vision claire sur le futur pour que leurs actions soient inscrites dans la durée. Monsieur le ministre, alors que se profile votre participation à la COP30, quelles mesures concrètes le gouvernement fédéral, que vous allez représenter, entend-il défendre pour renforcer le verdissement du secteur financier, et également contribuer à la transition écologique sur le plan international, autant qu'au niveau national? Monsieur le député, merci pour votre question, qui, effectivement, est une question qui repose sur un rapport extrêmement intéressant que vient de déposer Climact à la demande de mes services. Ce rapport doit, dans un premier temps, attirer notre attention sur le fait que 90 % des banques belges appliquent des critères de haute qualité en matière de respect de ce qu'on appelle la verdurisation des investissements, que ce soit par leurs placements ou également par le biais de ces fonds. Or 90 %, ce n'est pas 100 %, et il reste donc un peu de travail à faire, reconnaissons-le. Mais par contre, ce type de rapport est une première, et je compte d'ailleurs faire en sorte que l'on rende cette initiative pérenne, dans le but de fixer annuellement un rendez-vous avec les banques et de procéder à une évaluation. C'est une manière de fonctionner qui me permet de mettre la responsabilité dans le chef des uns et des autres. Votre questionnement aborde également le côté international. Les banques vivent en effet dans un milieu concurrentiel et elles ne sont pas seules sur la planète belge. Il est donc vrai que le bon endroit est le niveau européen, tout comme la COP où des règles peuvent être définies de manière plus consensuelle et multilatérale, pour faire en sorte qu'une fois définies, elles soient respectées par l'ensemble des institutions financières. À la COP, je serais fier de voir que l'exemple belge en la matière, s'il était suivi par tous, est un exemple plus profitable à l'investissement vert, à la verdurisation et au climat. Monsieur le ministre, je vous remercie pour ces compléments d'information et pour votre impact futur lors de la COP la semaine prochaine. Le gouvernement travaille bien sur un budget du courage, vu la situation financière très préoccupante de notre pays. La régulation du secteur bancaire est une opération peu coûteuse. Il est donc important que l'on y consacre énormément de potentiels, car les effets leviers qu'elle peut engendrer sont très importants pour le climat. Vous pouvez compter sur notre soutien dans votre volonté de faire avancer les choses dans les prochains mois. Comme on le dit souvent, "le Belge a une brique dans le ventre", mais beaucoup de Belges ont plusieurs briques dans les banques. Il est donc important que celles-ci puissent créer et bâtir un monde qui sera important et intéressant pour les générations futures au niveau de la transition. De Poolse weigering om te voldoen aan de solidariteitsplicht in het kader van het EU-migratiepact Mevrouw de minister, vandaag, 13 november, herdenken we de gruwelijke terreuraanslagen in Parijs. Tien jaar geleden vermoordden islamitische terroristen, onder wie Salah Abdeslam, 129 mensen en verwondden zij er meer dan 350. Tien jaar na Wir schaffen das moeten we vaststellen dat Europa vooral zichzelf heeft afgeschaft, zijn cultuur, zijn identiteit en vooral zijn zekerheid. Intussen blijven elk jaar 30.000 à 40.000 asielzoekers naar dit land komen, op zoek naar bed, bad en brood, en dankzij minister Van Bossuyt ook naar zon, zee en strand in het asielcentrum in Bredene. De Europese Unie legt ons nu met het EU-migratiepact een valse keuze op. Ofwel vangen we nog meer asielzoekers op, ofwel betalen we 20.000 euro per geweigerde migrant. Dat pact zorgt dus voor meer migratie en meer kosten. Andere lidstaten tonen echter dat verzet wel degelijk werkt. Finland voerde een asielstop in. Oostenrijk beperkt gezinshereniging, tegen de Europese regels in. Griekenland stuurt asielzoekers gewoon door naar ons. Polen heeft nu verklaard te weigeren extra migranten op te nemen en zal er ook niet voor betalen. Mevrouw de minister, wanneer zult u eens kiezen voor de belangen van onze eigen burgers in plaats van slaafs de dictaten van de Europese Unie te volgen? Mevrouw Van Belleghem, ik heb gisteren in de commissie toegelicht dat bepaalde lidstaten op basis van hun specifieke situatie door de Europese Commissie zijn onderverdeeld in categorieën naargelang hun migratiedruk. Cyprus, Spanje, Griekenland en Italië vallen hieronder vanwege de acute druk aan de buitengrenzen. Polen en Tsjechië behoren tot de categorie vanwege het enorme aantal Oekraïense ontheemden. Met betrekking tot België erkent de Europese Commissie dat het land bijzonder zwaar getroffen wordt door secundaire migratie, met een uitzonderlijke druk op ons opvangsysteem tot gevolg. Bovendien erkent de Europese Commissie dat België meer dan zijn fair share levert, het betreft dan de verhouding tussen het aantal asielzoekers dat we opvangen en ons bevolkingsaantal en bbp. Polen behoort tot de categorie die een vermindering van bijdragen kan vragen. Het is dus niet zo dat het eenvoudigweg weigert te betalen. België blijft een loyale Europese partner, maar ons opvangsysteem zit nog steeds overvol. We verkiezen daarom om financiële bijdragen te betalen in plaats van extra asielzoekers op te nemen. Zo helpen we lidstaten aan de buitengrenzen om structurele maatregelen te nemen, zodat er niet langer naar België wordt doorgereisd. Solidariteit kan niet zonder verantwoordelijkheid. Lidstaten die solidariteit ontvangen, moeten hun Dublinverplichtingen naleven. Wij verwachten dat zij de komende maanden tastbare vooruitgang boeken. Alleen zo kunnen we tot echte resultaten komen en blijft het Dublinsysteem werkbaar. Wat de omvang van de solidariteitspool betreft, die wordt de komende weken verder onderhandeld tussen de lidstaten. Ik zal er alvast alles aan doen om onze eigen bijdragen zo veel mogelijk te beperken. Mevrouw de minister, ik had eigenlijk wel verwacht dat de N-VA tijdens de onderhandelingen over migratie haar broek zou aftrekken, maar u staat hier eigenlijk allemaal in uw blootje. Gisteren nog zei een N-VA-collega in de commissie dat de oplossing niet binnen de Europese Unie ligt, maar vandaag komt u mij het tegenovergestelde vertellen. Wie gelooft dat nog? Ondertussen blijft de realiteit keihard: 30.000 asielzoekers, 40.000 gezinsmigranten, 200.000 illegalen. Vreemdelingen zijn bovendien oververtegenwoordigd in de criminaliteit, in de werkloosheid en in de sociale uitkeringen. Mevrouw de minister, dit land is het spuugzat en ik zal mij daar altijd tegen verzetten. Dat is niet uit haat, maar uit liefde voor onze kinderen en voor onze kleinkinderen. De Waalse reportage en de mistoestanden op het gebied van de sociale uitkeringen De RTL-reportage en het belang van het kadaster van sociale bijstand De Waalse reportage over werklozen Wie dacht dat we vorig jaar met de Pano -reportage over het leefloondossier in Anderlecht alles wel gezien hadden, vergist zich. We krijgen opnieuw een schandaal van sociale fraude en perverse prikkels voorgeschoteld, dit keer in de armste straat van Wallonië. De reacties hier zijn voorspelbaar: alle partijen zijn verbijsterd en geschokt. Laten we echter eerlijk zijn: iedereen hier, behalve mijn fractie, heeft boter op het hoofd, want iedereen heeft dat systeem niet alleen in stand gehouden, maar ook mee verdedigd, gefinancierd en vergoelijkt, en zo dat misbruik jarenlang mogelijk gemaakt. Dit debat gaat niet over de luie Waal, maar over een Belgisch systeem dat mensen afhankelijk maakt en werk ontmoedigt. Het is een systeem dat verkeerde prikkels bevat, zwak gecontroleerd wordt en waar fraude te vaak zonder gevolg blijft. In de reportage van Christophe Deborsu wordt dat pijnlijk blootgelegd. Mensen vertellen openlijk dat ze een burn-out veinzen om zo 2.000 euro te krijgen of dat ze liever niet meer werken omdat het met hun uitkering ook goed gaat. Wat we bij het OCMW van Anderlecht zagen, zien we nu opnieuw: uitkeringen die bedoeld zijn als vangnet, worden misbruikt als hangmat. De armste straat van Wallonië toont dat dat geen uitzondering is. Mevrouw de minister, hoe rechtvaardigt u dat niet werken vandaag beter loont dan wel elke dag werken? Erkent u dat sociale fraude een uitgesproken communautair probleem is, met veel hogere misbruikcijfers in Franstalig België, en dat dat bovendien versterkt wordt door massamigratie? Hoe zorgt u ervoor dat de strijd tegen sociale fraude niet omslaat in wantrouwen tegenover wie echt ziek en echt kwetsbaar is? Madame la ministre, en télévision, on a l'habitude d'avoir des reportages pour nous expliquer à quel point l'industrie c'est mal, le capitalisme une chose affreuse, le libéralisme quelque chose de destructeur. Et, pour une fois, on a eu droit à un reportage télévisé montrant une réalité malheureusement trop présente en Wallonie mais aussi en Flandre, parce que la question notamment des malades de longue durée n'est pas une question pour laquelle la Wallonie a une spécialité. C'est un problème généralisé dans tout le pays. Et, pour une fois, un reportage nous a montré ces réalités. Quelle est la réaction aujourd'hui? Grande panique, grande panique à gauche, plainte au Conseil Supérieur de l'Audiovisuel (CSA), plein de posts en vue de décrédibiliser le journaliste. Vous savez, ceux qui sont tellement attachés à la liberté de la presse, du jour au lendemain, ont oublié leurs grands principes. Pourquoi? Parce que ce reportage met au jour un grand problème: le business model de la misère, le business model selon lequel les syndicats peuvent prospérer en payant les allocations de chômage, les mutualités peuvent prospérer en payant des incapacités de travail parfois imaginaires, des partis politiques peuvent prospérer électoralement et, bien évidemment, des allocataires sociaux, comme une certaine Jacqueline, peuvent en fait vivre mieux que la plupart des travailleurs dans ce pays, puisqu'avec 2 400 euros net par mois, Jacqueline est au-dessus du revenu médian. Cette situation n'est pas une caricature parce qu'on la retrouve à de nombreux endroits. (…) : (…) Oui, le revenu médian est à 2 400 euros net. Dès lors, madame la ministre, la question est très simple. L'accord de gouvernement prévoit un plafond pour qu'on ne puisse pas cumuler les allocations sociales et se retrouver à mieux gagner qu'un travailleur. À quand ce plafond et selon quelles modalités? De RTL-reportage getuigt van een immense tristesse. Een alleenstaande moeder, Laetitia, 37 jaar, heeft nog geen dag van haar leven gewerkt, maar ontvangt toch 2.700 euro aan uitkeringen. Dat is slechts één voorbeeld, maar het illustreert volgens mij een mentaliteitsprobleem. Sommigen vinden het blijkbaar niet nodig om te gaan werken, omdat de uitkering volstaat om rond te komen. Daarnaast is er ook een beleidsprobleem. Het advies van de OCMW-voorzitter van Verviers spreekt boekdelen, want die raadt haar cliënte aan om vooral niet te gaan samenwonen met haar vriend, omdat ze dan haar uitkering zou kunnen verliezen. Misbruik? Niet gezien. Dat dat allemaal mogelijk is, komt door een jarenlang laks beleid, een beleid van laissez-aller, laissez-passer. Dat die misbruiken vooral in Wallonië voorkomen, houdt ook verband met het feit dat de PS daar lange tijd aan de macht is geweest. Gelukkig wil de regering de misbruiken kordaat aanpakken. Collega’s, we zullen straks een wetsontwerp goedkeuren om de OCMW’s te belonen die goed werk leveren, die mensen activeren naar werk, die mensen begeleiden en die misbruiken bestrijden. OCMW's die hun werk niet naar behoren doen, zullen worden gesanctioneerd. Toch is dat voor ons niet voldoende, want misbruiken moeten volledig verdwijnen. Het leefloon is geen blanco cheque. Wie niet wil werken of te lui is om uit bed te komen, moet zijn uitkering verliezen. Ook domiciliefraude en fraude met ziektebriefjes moeten worden aangepakt. Iemand die acht jaar ziek blijft vanwege een gebroken (…) Ik heb drie vragen ontvangen. Mevrouw de minister, u hebt vijf minuten spreektijd om daarop te antwoorden. Mijnheer de voorzitter, bedankt voor uw gulheid. Mevrouw Samyn, monsieur Bouchez, mevrouw Lanjri, de RTL-reportage schetst een onthutsend beeld. Sociale fraude kunnen we nooit tolereren. Dergelijk sociaal misbruik van belastinggeld heeft kunnen voortbestaan omdat er niet werd ingegrepen. Dergelijke reportages zijn niet nieuw. Om de zoveel jaar komen gelijkaardige verhalen aan het licht, maar de politiek deed niets. Met de huidige regering willen we daar eindelijk verandering in brengen. Wie onze solidariteit misbruikt, ondergraaft het hele systeem en laat mensen die echt steun nodig hebben in de kou staan. U weet dat deze regering de excessen in het systeem wil aanpakken. Het regeerakkoord biedt ons daarvoor meerdere mogelijkheden. Heel binnenkort treedt mijn koninklijk besluit in werking om onrechtvaardige situaties inzake de leeflonen aan te pakken. Het opstapelen van leeflonen in een gezin zal beperkt worden en achterpoortjes worden gesloten. Sociale bijstand moet er immers zijn voor wie het echt nodig heeft. Daarnaast werkt deze regering aan een ambitieus, maar ook noodzakelijk project, namelijk de uitbouw van een centraal register waarin alle vormen van sociale bijstand en voordelen worden gebundeld. Dat register geeft ons een volledig overzicht van de totale steun per persoon. Op die manier kunnen we opeenstapelingen opsporen, grenzen instellen en ervoor zorgen dat het systeem rechtvaardig blijft. Werken moet altijd meer opbrengen dan niet werken. Le registre poursuit deux objectifs en ce sens. Le premier consiste à établir un inventaire complet de l’ensemble des avantages sociaux et des allocations. Le deuxième, le cas échéant, vise à plafonner certaines allocations afin d’éviter les pièges à l’inactivité et les excès, et à garantir que le travail soit plus rémunérateur que l’inactivité. J'ai pris mes responsabilités en proposant la création d’un groupe de travail sur le registre central au sein de la Conférence interministérielle Intégration sociale. Soyons toutefois honnêtes, ma compétence se limite au revenu d’intégration. Sans l’implication des autres ministres et partenaires concernés, nous ne pourrons guère progresser. C’est pourquoi une collaboration étroite avec mes collègues ministres, tant au niveau fédéral que régional, est indispensable. Le registre central doit en effet regrouper l’ensemble des allocations et des avantages sociaux. Er hebben al meerdere vergaderingen plaatsgevonden. De technische discussies zijn lopende. Het gaat om een ambitieus project, met vele partners rond de tafel. Het regeerakkoord is duidelijk. De publieke verontwaardiging die we horen, is meer dan terecht. We moeten allemaal onze verantwoordelijkheid opnemen en vooruitgang boeken. Alleen zo zorgen we voor echte solidariteit en zeggen we neen tegen het profitariaat. Ik reken daarbij ook op mijn collega-ministers om met evenveel ijver aan het werk te gaan. De geloofwaardigheid en het draagvlak van onze sociale zekerheid staan op het spel. Mevrouw de minister, welke uitleg we hier ook krijgen, het uitkerings- en controlesysteem zit fundamenteel fout. Meer nog, het Belgische systeem zelf is fundamenteel verkeerd. Het is tijd om er afscheid van te nemen. Vlamingen betalen al decennialang voor een systeem dat nooit zal werken, omdat het geen inspanning beloont, maar een hangmatcultuur in stand houdt die alleen maar verder scheeftrekt. Dat zien we op alle vlakken van onze sociale zekerheid. Het aantal arbeidsongeschikten en werklozen ligt in Wallonië en Brussel veel hoger dan in Vlaanderen. Van de uitkeringen in Vlaanderen, zoals het leefloon, gaat bovendien de helft naar mensen met een nationaliteit buiten de Europese Unie. Van alle leeflonen gaat amper 14 % naar Vlamingen. U en uw partij weten dat, maar u wilt het niet toegeven. België is langdurig ziek en werkloos en wordt door uw N-VA kunstmatig in leven gehouden. Merci, madame la ministre, pour votre réponse. Je voudrais juste ajouter une chose à l'intention de ceux qui nous disent que ce reportage ne concerne que quelques cas exceptionnels. Apprenez qu'en Belgique, aujourd'hui, nous avons le double de travailleurs malades en pourcentage de population active par rapport à d'autres pays. En effet, un peu plus de 7% de notre population active est en maladie, contre entre 3,5 et 4,5% en France, aux Pays-Bas et en Allemagne. Rien ne peut expliquer une telle situation. À ceux qui diront, puisque nous avons dénoncé cette situation pendant la campagne, que nous faisons preuve de mépris, je voudrais répondre que le vrai mépris, c'est cette situation de notre pays où des personnes se lèvent à cinq heures du matin pour aller travailler et donnent à l'État entre 60 et 70 % de leurs revenus via des impôts, des cotisations sociales et des taxes en tout genre, pour financer des personnes qui déclarent sans aucune honte n'avoir jamais travaillé et en fin de compte gagner mieux au quotidien. Cela doit changer. Le travail doit revenir au cœur de la société. We hebben een socialezekerheidssysteem waar we fier op mogen zijn, maar ik vergelijk het altijd met een kar. Iedereen die kan werken, moet werken en die kar trekken of duwen. Enkel wie de pech heeft tijdelijk werkloos te zijn of ziek te zijn, mag op de kar zitten. Natuurlijk, als mensen dat systeem misbruiken en als zelfs mensen die niet ziek zijn en fraudeurs op de kar gaan zitten, dan zal de kar van de sociale zekerheid niet meer bollen. Dat moeten we aanpakken. In Vlaanderen wordt dat al vrij goed gedaan. In Antwerpen zien we bijvoorbeeld dat meer dan 80 % van de leefloners een sociaal contract heeft, een GPMI. We zien dat niet overal. We zien dat niet overal in Wallonië. Het is tijd om daar een tandje bij te steken, zodat we de misbruiken kunnen aanpakken. Alleen als we de misbruiken aanpakken, kunnen we blijven rekenen op de solidariteit van de mensen die om 5 uur opstaan om te gaan werken en die effectief iets bijdragen voor zij die niet kunnen werken, met pensioen zijn of ziek zijn. Al degenen die wel kunnen werken, moeten echter ook gaan werken. De energieafhankelijkheid van onze bedrijven en de impact op ondernemen en innovatie Mijnheer de minister, de energiekosten swingen de pan uit. Dat betekent dat een groot aantal bedrijven het water aan de lippen staat. Deze regering heeft zich geëngageerd om daar iets aan te doen, om in te grijpen. Laat ons eerlijk zijn, een stijging met 80 % van de netkosten is niet zomaar draagbaar. Daar moet dus iets aan gebeuren. Iedereen is het er eigenlijk over eens dat die kosten moeten worden aangepast en dat we absoluut moeten ingrijpen. Mijnheer de minister, de stunt van de vorige regering om snelsnel een regeling te treffen, blijkt nu aan elkaar te hangen met spuug en paktouw. Daar moet een grondig antwoord op komen. Het kan dus niet bij woorden blijven, het moet ook over daden gaan. U moet dus ook heel erg hard aan de slag gaan om tot een oplossing te komen, want het duurt allemaal al veel te lang. Er liggen een aantal oplossingspistes op tafel waaraan moet worden voortgewerkt. Dat mag echter niet het einde van het verhaal zijn. We moeten aan de slag met die pistes. Energiekosten die torenhoog zijn bedreigen immers onze industrie en ons maatschappelijk weefsel. Daar moet dringend iets aan gebeuren. We moeten ter zake vooruitgang boeken. We hebben er vertrouwen in dat u er alles aan doet om dat te realiseren, maar we moeten absoluut vooruitgaan. Wij willen ook daden zien. Daarom heb ik enkele vragen. Hoe wilt u ervoor zorgen dat er zo snel mogelijk resultaat wordt geboekt, zodat onze bedrijven en onze welvaart worden beschermd? Kunt u zich ertoe engageren om vóór eind 2025 duidelijkheid te scheppen voor een aantal bedrijven, zodat zij weten wat zij kunnen verwachten en hun toekomst hier kunnen verzekeren? Mijnheer Wollants, zoals u weet, is de kern van het regeerakkoord de versterking van de competitiviteit van onze bedrijven, met behoud van de koopkracht van de gezinnen. Om dat te bereiken moeten we op verschillende elementen inzetten. Ten eerste, een energienorm voor onze energie-intensieve bedrijven; ten tweede, een pragmatische taxshift op energieproducten; en ten derde, massale investeringen in de capaciteit en het net. Wat de energienorm betreft, de oorspronkelijke piste kon niet worden uitgevoerd omdat de wettelijke basis nooit bij de Europese Commissie werd aangemeld. Daarom liggen er, zoals u weet, binnen de regering twee nieuwe pistes op tafel. We mogen daarbij niet vergeten dat het regeerakkoord duidelijk bepaalt dat die steun geen nadeel mag vormen voor andere netgebruikers en dat ze gekoppeld moet worden aan inspanningen op het vlak van decarbonisatie. De oplossing is dus geen of-of-, maar een en-enaanpak: zowel competitiviteit als koopkracht, zowel ondersteuning als investeringen en zowel rationaliteit als ambitie om onze industriële basis te versterken, de werkgelegenheid te behouden en de energietransitie te verzekeren. Mijnheer de minister, het is bijzonder belangrijk dat we nu eindelijk snelheid maken. De vorige regering heeft op dat vlak enorm veel tijd verloren en heeft ervoor gezorgd dat we in een heel nadelige positie zijn terechtgekomen. Dat moeten we nu rechttrekken. Dit is iets waarmee we aan de slag moeten gaan, maar het is dringend. Ik begrijp dat het complex is, maar we moeten hier voortgang maken, want de industrie zit daarop te wachten. We zien dat er vandaag al jobs verloren gaan en dat het moeilijk is om investeringen aan te trekken. We moeten dat omdraaien. Onze welvaart hangt daarvan af. Ik zal u daarom blijven aanmoedigen opdat we eindelijk een lans breken voor de industrie die de welvaart in dit land en in Vlaanderen vooruithelpt. Hiermee sluiten we het vragenuurtje af. Collega's, er rest u nog ongeveer een kwartier om uw stem uit te brengen voor de aanduiding van een Nederlandstalig plaatsvervangend lid van het Comité I.

Plenaire vergadering op 13 november 2025

Beknopte versie

Van 14h18 tot 22h58 (8 uur en 40 minuten)

15 vragen, 8 voorstellen, 0 stemmingen

Volledig verslag op dekamer.be

Aanwezigheid

onbekend

Vragen

De vragen die gesteld werden tijdens deze vergadering.

De uitspraak van de eerste minister waarin hij de Koning 50 dagen de tijd vraagt
Het kerstakkoord

Gesteld door

Open Vld Steven Coenegrachts
PVDA-PTB Sofie Merckx

Aan

Bart De Wever (Eerste minister)

Bekijk antwoord

Steven Coenegrachts:

Mijnheer de eerste minister, u bent vorige week naar de Koning gegaan. U hebt daar 50 dagen gevraagd. Vandaag zijn we één week verder en er is niets gebeurd, niets veranderd. U hebt niets gedaan. Nochtans had u deze week geen excuus. Er was geen gastcollege dat u moest geven, geen museum in Egypte dat u moest openen, geen gespreksavond bij een lokale UNIZO-afdeling. Er was geen excuus en toch deed u niets, premier.

De klok tikt nochtans verder, voor uw regering – dat vind ik minder belangrijk – en voor onze bedrijven, die gebukt gaan onder de dure energiecontracten. Ze tikt verder voor kleine zelfstandigen, die het water vaak al aan de lippen staat. De klok tikt verder voor al die mensen die bezorgd zijn over hun job en hun inkomen, die zich afvragen of ze in de toekomst nog hun gezin zullen kunnen onderhouden. Al die mensen, premier, liet u deze week in de steek door niets te doen.

Wij bij Open Vld hebben wél verder gewerkt. Wij hebben dit weekend gewerkt. Wij hebben op de brugdag gewerkt. Wij hebben op 11 november gewerkt. Vandaag, collega's, ligt hier een relanceplan dat ik zal indienen. Het voorziet in een korting op de energiefactuur. Het zorgt voor flexibelere nachtarbeid, voor meer overuren, voor meer flexi-jobs in alle sectoren. Misschien, collega's, kunnen wij in dit Parlement samen meer bereiken dan de regering.

Premier, wanneer schiet u in actie? Wanneer roept u het kernkabinet samen? Wanneer komen er oplossingen? Wanneer begint u aan de begroting van dit land?

Voorzitter:

Mevrouw Merckx, ik wou zeggen dat u het over hetzelfde thema zou hebben, maar ik weet niet of dat het kerstakkoord is. U hebt twee minuten om er iets van te maken.

Sofie Merckx:

"De meest sociale manier om de btw te verhogen, is om het tarief van 21 % op te trekken naar 22 %." Wie heeft dat dit weekend gezegd? Conner Rousseau. Dat was nog niet alles, want hij heeft ook gezegd dat hij bereid is om de indexering van de lonen te herbekijken.

Vooruit, wat is er gebeurd met u? Vooruit, de partij van de index. Alles moest erdoor, maar de index zou gered worden. De partij van de koopkracht, u ijverde steeds voor de koopkracht en nu zult u de btw verhogen. U zet nu zelf de deur open voor die maatregelen. Waar zijn uw rode lijnen?

Laat ons eens kijken naar de index. U stelt voor dat personen die meer dan een bepaald loon zouden verdienen, een bedrag zouden krijgen in plaats van 1 %. Daardoor zou een chemiearbeider die volcontinu werkt wel eens 60 euro per maand kunnen verliezen. Hoe u het ook draait of keert, dat is een koopkrachtvermindering voor wie boven dat plafond zou zitten. Wat betreft de btw op luxeproducten, de auto repareren, kledij kopen of een internet- of gsm-abonnement, dat zijn tegenwoordig allemaal luxeproducten. Dat zou de gezinnen 300 euro per jaar meer kunnen kosten. Er is helemaal niets sociaals aan het verhogen van de btw of aan het morrelen aan de index.

Mijnheer de premier, het is nog maar de vraag of er een akkoord zal komen, maar ik denk dat u wel blij bent met een partij als Vooruit die deze maatregelen op tafel legt. Mijn vragen aan u zijn dus of de btw-verhoging vandaag op tafel ligt en wat u wilt doen met de index.

Bart De Wever:

Geachte Kamerleden, ik zei, bij wijze van humor uiteraard, aan de heer Coenegrachts zonet dat politiek slecht theater is en dat, als men geluk heeft, het goed wordt geacteerd. Ik denk dat we een voorbeeld hebben gezien van beide.

Ik vond uw act geslaagd, mijnheer Coenegrachts. Die was direct tot mij gericht en zeer persoonlijk. U doet alsof u een heel plan hebt uitgewerkt en legt een hoop papier neer. Dat is knap gespeeld.

Mevrouw Merckx, u bracht echt slecht theater. Als ik naar buiten was gewandeld, had u dat zelfs niet opgemerkt, denk ik. Als u vragen wilt stellen aan Vooruit, dan kunt u Conner Rousseau bellen en met hem een koffie gaan drinken, maar u moet mij niet als een decorstuk in de coulissen gebruiken om uw gifpijlen op iemand anders af te sturen. Dat is nogal goedkoop, want ik kan alleen antwoorden namens de regering, niet namens Vooruit. Dat is dus niet alleen slecht theater, het is ook echt slecht gespeeld, in mijn ogen.

Geachte leden, u weet zeer goed dat ik er niet te veel woorden kan aan vuilmaken. We hebben 50 dagen gevraagd – en die onszelf ook toegekend, laat ons eerlijk zijn – om een akkoord te sluiten over een meerjarenbudget. Ik kan er niet genoeg op drukken: de uitdaging is niet het budget voor 2026, want dat is heel gemakkelijk. De echte uitdaging is het respecteren van de Europese uitgavennorm in het perspectief van 2029.

Hebben we de afgelopen dagen niets gedaan? Hoe durft u zoiets zeggen! Het is vaak als u niets ziet, dat het meeste gebeurt, want als u iets ziet, is het meestal iets wat we liever niet laten zien. Laten we eerlijk zijn. We hebben uiteraard de afgelopen dagen wel gewerkt om nieuwe stappen vooruit te kunnen zetten in de hoop dat akkoord te kunnen smeden, maar veel kan ik er uiteraard niet over zeggen. Elk woord is er een te veel. Het zou ongelooflijk zijn mocht elke partner van de meerderheid dat adagium ter harte nemen, dat elk woord op dit moment er één te veel is. Ik weet dat ik me illusies maak, maar ik kan het maar proberen.

Ik zal alleszins als eerste minister het goede voorbeeld geven op beide vlakken. Ten eerste hard doorwerken en ten tweede niets toevoegen aan de verklaring die ik vorige week al heb afgelegd in het Parlement.

De ambitie van de oefening kent u. Die ambitie blijft ongewijzigd. Het is wel heel belangrijk om dat te benadrukken. De termijn waarbinnen we tot een akkoord moeten komen, zal niet opnieuw worden verlengd. Dat is wellicht het belangrijkste. De ambitie kan niet naar beneden worden bijgesteld en we kunnen er niet langer over doen dan tot het einde van het jaar. Als het sneller kan, zullen we trouwens zeker niet wachten tot kerst. Mijnheer de voorzitter, u gelieve dus niet over een kerstakkoord te spreken, want het kan eerder.

(…) : (…)

Bart De Wever:

Hij heeft dat gezegd. Ik ben niet doof, hij heeft daarover gesproken. Het is echter uiteraard niet de plicht van de voorzitter om mij te helpen, een plicht waarvan hij zich overigens elke week grondig kwijt.

Mijnheer Coenegrachts, als het akkoord dus sneller kan worden gesloten, des te beter, maar de inspanning kan zeker niet minder worden.

We zijn het onze burgers verplicht om een ernstig begrotingsakkoord te sluiten. Daarom roep ik, net zoals vorige week, de partijen van de meerderheid op om daaraan constructief mee te werken. Zo niet, dan zullen wij daarover verantwoording moeten afleggen, niet alleen aan het Parlement – daarover maak ik mij niet te veel zorgen –, maar vooral aan de burgers. Ik denk niet dat zij het ons zouden vergeven als we er een potje van maken.

Sta me dus toe om in afwachting daarvan, er alles aan te doen om met ernst, verantwoordelijkheid en discretie een akkoord op de best mogelijke termijn alle kans op slagen te geven.

Steven Coenegrachts:

Dank u, premier.

Wat u van mijn act vindt en wat ik van die van u vind, is totaal onbelangrijk. Wat wel belangrijk is, is wat u doet met de 50 dagen. U hebt die 50 dagen gekregen om te werken, premier. Dat zijn geen vakantiedagen. U hebt 50 werkdagen gekregen.

Ik begrijp nu dat u in het geheim met uw regering voortwerkt aan een akkoord. In het geheim. Dat moeten dan heel interessante besprekingen zijn, want uw minister van Buitenlandse Zaken zit deze maand 13 dagen in het buitenland. Er zal in het geheim dus veel vooruitgang geboekt zijn.

Neen, premier, de waarheid is: u vertoont uitstelgedrag. Al maanden vertoont u uitstelgedrag. Het is symptomatisch voor deze regering. Herinnert u zich het zomerakkoord nog? U zei toen: dit is historisch. Ik ben Dehaene, zei u. Maar wat hebt u al uitgevoerd van dat zomerakkoord? Nul komma nul nul. Dus, premier, alstublieft, de balans van uw regering is een enkele hervorming. That’s it. Roep uw ploeg samen en los dit op!

Sofie Merckx:

Veuillez m'écouter attentivement, monsieur le premier ministre, car c'est à vous que je m'adresse. Apprenez, monsieur le premier ministre, que ce qui est sur la table aujourd'hui, à savoir augmenter la TVA sur les soi-disant produits de luxe tels qu'une visite chez le garagiste, un achat de vêtements ou de meubles, ce n'est pas du luxe. C'est imbuvable. Par ailleurs, toucher à l'indexation des salaires n'est pas une bonne idée non plus. Nous étions 140 000 dans les rues de Bruxelles le 14 octobre. Trois jours d'action sont en préparation, trois jours de grève, où l'on sera encore plus nombreux et enthousiastes. Nous avons déjà pu faire en sorte d'éviter la diminution des pensions et la suppression des primes de nuit le 1 er janvier. Nous poursuivrons le combat pour vous faire reculer.

gezondheid en welzijn

De uitspraken van de procureur-generaal van Brussel over de war on drugs in de haven van Antwerpen
De haven van Antwerpen en de strijd tegen de drugshandel

Gesteld door

DéFI François De Smet
PS Ridouane Chahid

Aan

David Clarinval (Minister van Werk, Economie en Landbouw)

Bekijk antwoord

François De Smet:

Monsieur le ministre, ce mercredi, le procureur général Frédéric Van Leeuw s'est exprimé dans la presse, en indiquant notamment ceci: "Lutter contre la criminalité organisée, c'est aussi toucher à la liberté d'entreprendre, parce qu'on va devoir faire plus de contrôles. Voyez le port d'Anvers: il n'y a que 0,5 % des conteneurs qui sont contrôlés. Et on nous dit clairement que, si l'on en contrôle 15 %, Anvers va perdre des parts de marché." Voilà une déclaration étonnante parce que, pendant ce temps, votre gouvernement nous assure qu'il investit dans des procédés et dans le scanning des conteneurs à Anvers. Alors, qui dit vrai?

D'abord, est-il exact que votre gouvernement Arizona ne contrôle que 0,5 % des conteneurs dans le port d'Anvers? Oui ou non. Ensuite, que ce chiffre soit exact ou non, quel est votre objectif? Voulez-vous parvenir jusqu'à 2 %, 5 % ou 15 %? Et puis, reconnaissez qu'avec cette déclaration du procureur et à cause d'un tel flou, le doute est permis. Le gouvernement Arizona entend-il vraiment tout entreprendre, quel qu'en soit le prix, pour arrêter la cocaïne dans le port d'Anvers ou bien alors, comme le laisse entendre une telle déclaration, va-t-on faire du window dressing en investissant dans quelques scanners, tandis que tout ne sera pas entrepris pour faire cesser ce trafic parce qu'on ne veut pas entraver l'économie du port d'Anvers?

Cela permet également de dire à tous les donneurs de leçon en matière de sécurité à Bruxelles qui s'expriment régulièrement que, tant que nous laisserons passer la cocaïne par le port d'Anvers, nous aurons des fusillades à Bruxelles, avec des conséquences de plus en plus graves, telle cette balle perdue qui a fracassé la vitre de la chambre d'un enfant à Anderlecht. Il est donc temps de choisir. On ne peut pas décider de faire primer l'économie à tout prix sur la sécurité des citoyens parce qu'on va finir par mettre leur vie en danger, que ce soit à Bruxelles, à Anvers ou partout ailleurs.

Ridouane Chahid:

Monsieur le ministre, désormais, la Belgique n'est plus seulement connue pour ses gaufres ou son chocolat, elle l'est aussi pour la cocaïne, l'héroïne, les drogues de synthèse. C'est à se demander si l'on ne verra pas bientôt sur les pilules qui traversent l'Europe "Bons baisers d'Anvers".

Anvers est la porte d'entrée de la drogue, vous le savez. Le port d'Anvers est une passoire. J'ai obtenu des chiffres hallucinants de votre collègue Jan Jambon, hier. Pire, mercredi, le procureur fédéral Van Leeuw disait explicitement à l'occasion d'une interview dans Le Soir que moins de 1 % des conteneurs sont contrôlés à Anvers! Pour quelle raison? Pour ne pas mettre en difficulté l'activité économique anversoise, pour ne pas perdre des parts de marché. Voilà, monsieur le ministre, la ligne directrice de votre gouvernement: privilégier le business et l'argent sale au détriment de la sécurité nationale.

Monsieur le ministre, que faites-vous en attendant? Rien! Vous privilégiez le business florissant pendant que le pays paye le prix de votre laxisme. Le monde entier nous pointe du doigt. La ville de notre premier ministre est au centre d'un laisser-aller scandaleux.

Monsieur le ministre, combien de temps faudra-t-il avant que vous ne réagissiez? Combien de fois faudra-t-il que les services de police et de justice tirent la sonnette d'alarme pour que vous sortiez de votre inaction? Prendrez-vous les mesures qui s'imposent pour contrôler tous les conteneurs qui ne sont pas contrôlés de manière efficace? Mettrez-vous le port d'Anvers sous le contrôle des autorités fédérales pour mettre fin à ces trafics?

David Clarinval:

Messieurs les députés, je réponds à la place de mon collègue M. Bernard Quintin, lequel est excusé pour la présente séance. Il m'a demandé de vous communiquer la réponse suivante.

M. le ministre de l'Intérieur a bien pris note des propos du procureur général de Bruxelles quant à la nécessité de lutter efficacement contre la menace du narcotrafic. Tant l'accord de gouvernement que la task force sous l'autorité du premier ministre prévoient de renforcer l'ensemble des services de sécurité, en ce compris les douanes, afin que l'ensemble des compétences, qu'elles soient de l'autorité fédérale ou des entités fédérées, puissent contribuer à une réponse coordonnée face au trafic de drogue et aux trafics qui en découlent, à savoir les trafics d'armes et des êtres humains.

Les mesures ont déjà été largement débattues ici. Il est évidemment indispensable d'améliorer le screening des conteneurs, que cela soit au port d'Anvers ou dans tout autre moteur économique essentiel pour notre pays. Il est évident qu'au plus la drogue est interceptée aux points d'entrée, au moins elle se répand ensuite sur le territoire.

Concernant le screening des conteneurs que vous évoquez spécifiquement, cela relève de la compétence de notre collègue des Finances, M. Jan Jambon. Si vous voulez approfondir le sujet, je vous invite donc naturellement à vous tourner vers lui.

Cependant, je peux vous affirmer – et c'est toujours ici le ministre de la Sécurité et de l'Intérieur qui vous parle – qu'un plan Grandes villes, destiné à lutter contre le crime organisé et le trafic de drogue, a été présenté en septembre dernier.

En plus des nombreuses mesures concrètes déjà évoquées dans cette Assemblée, je vous rappelle que j'ai mis en place un représentant de la police fédérale au sein du Centre opérationnel d’analyse du renseignement maritime pour les stupéfiants (MAOC (N)), l'organe qui coordonne les opérations internationales de lutte contre le trafic de drogue par voie maritime.

Le ministre de l'Intérieur a également décidé d'ouvrir des postes d'officiers de liaison de la police fédérale aux Émirats arabes unis et surtout au Panama, qui est, comme vous le savez, un point de départ connu du trafic de drogue venant d'Amérique latine.

Messieurs les députés, je parle ici toujours au nom du ministre de l'Intérieur, mais aussi en mon nom. La lutte contre la criminalité organisée est une priorité de notre gouvernement et une préoccupation partagée par l'ensemble de tous ses membres, et elle le restera tout au long de la législature.

Je vous remercie pour votre attention.

François De Smet:

Merci monsieur le ministre pour cette lecture.

Je sais très bien que M. Quintin n'est pas là mais je me dis que le ministre de l' É conomie a bien un avis sur la question puisque la question est aussi économique. Faut-il faire primer l'économie sur la sécurité? Je sais que vous êtes un peu occupé ces temps-ci mais je n'arrive pas à croire que vous n'ayez pas d'avis sur cette question. Doit-on faire primer l'économie à tout prix sur la sécurité de nos concitoyens? Je vous offrais l'occasion de nous le prouver, c'est dommage.

Monsieur le ministre, de votre réponse, je retiens bien sûr une certaine obligation de moyens, pas d'obligation de résultats, pas d'obligation que le gouvernement se donne une proportion de conteneurs à scanner à Anvers et des tentatives de montrer que la lutte contre le narcotrafic n'est pas un échec. Pourtant c'est le cas. Quoi que vous fassiez pour l'instant, ces moyens sont insuffisants, les fusillades continuent en 2025 au même niveau qu'en 2024. Les solutions Arizona pour l'instant ne fonctionnent pas et vous auriez pu vous exprimer là-dessus de la part de tout le gouvernement.

Ridouane Chahid:

Monsieur le ministre, votre réponse m'inquiète, elle ne me rassure pas, d'autant que vous avez lu votre texte avec autant d'énergie qu'un mollusque au meilleur de sa forme.

Georges-Louis Bouchez:

(…)

Ridouane Chahid:

En tant que vice-premier ministre, vous siégez au Conseil national de sécurité, vous avez une responsabilité dans la sécurité de ce pays.

Face aux trafiquants, face à la criminalité, que faites-vous? Rien! Le laxisme de votre gouvernement vis-à-vis du port d'Anvers est injustifiable. Il nous faut une approche globale vis-à-vis de cette problématique avec l'ensemble des services de sécurité. Cela fait des mois que j'interroge le premier ministre sur la task force qu'il nous avait vendue ici-même. On ne voit rien venir. Rien, si ce n'est qu'on ferme les yeux lorsqu'il s'agit d'Anvers.

Pour l'Arizona, le business d'Anvers est plus important que la sécurité et la santé des (…)

(Protest van de heren Ducarme en Bouchez)

Voorzitter:

Goede collega's, elk parlementslid is vrij in zijn of haar woordkeuze. Ongeacht of ik het er al dan niet eens ben, ben ik zeer terughoudend om in te grijpen. In dit geval is dat misschien in het voordeel van de heer Chahid. Andere keren zal het in het voordeel van andere collega's zijn. Iedereen moet verantwoordelijkheid nemen voor de terminologie waarmee en de manier waarop hij of zij zich uitdrukt.

economie en werk

De inactiviteitsvallen
De opvolging en begeleiding van langdurig werklozen

Gesteld door

N-VA Axel Ronse
Vooruit Anja Vanrobaeys

Aan

David Clarinval (Minister van Werk, Economie en Landbouw)

Bekijk antwoord

Axel Ronse:

Mijnheer de minister Clarinval, beste David, we hebben elkaar exact een jaar geleden leren kennen, tijdens de regeringsonderhandelingen. Ik zag u wel af en toe in Villa Politica , maar ik kende u eigenlijk niet goed, maar er was meteen een klik. Wat een machtige mens, dacht ik. Op het vlak van de arbeidsmarkt, de flexibilisering van de arbeidsmarkt, de beperking van de werkloosheidsuitkering in de tijd, de uitkeringennorm is onze visie identiek. Ik dacht, dat is een topper, die zou eigenlijk bij de N-VA kunnen zitten.

Ik vroeg me af hoe u zich moet hebben gevoeld in de vivaldiregering, toen u de uitkeringen mee moest verhogen, toen werkloosheid gemakkelijker werd gemaakt, toen eigenlijk het omgekeerde werd gedaan van wat wij met de arizonaregering realiseren. Ik vroeg me af: qui vous a forcé en Vivaldi, monsieur David Clarinval?

De N-VA heeft u bevrijd, met de arizonaregering. Er is de uitkeringennorm, de werkloosheidsuitkeringen worden beperkt in de tijd, de pensioenen worden hervormd. We doen er alles aan om ervoor te zorgen dat er geen rue de Dison meer is.

Weet immers, bij de start van de vivaldiregering il y avait une grande fête dans la rue de Dison, plus d'allocations, chômage plus facile . Met de arizonaregering is dat gedaan. Ik hoop dat er hier geen enkele collega is die vindt dat iemand die over een hondenstront is uitgegleden en al acht jaar bij de ziekenkas zit, daar tot aan haar pensioen moet blijven. Het zou onvergeeflijk zijn als wij dat normaal zouden vinden.

De rekening van 25 jaar politiek immobilisme, van het stimuleren van inactiviteit, is gigantisch groot. Het zijn wij die deze rekening nu moeten betalen. In Vlaanderen zeggen we: on en a marre, c'est fini avec la merde . Wie naar die RTL-reportage kijkt, heeft geen zin meer om naar het toilet te gaan.

Mijnheer de minister, it's time to choose. Kiest u voor onze hervormingen, ja of neen?

Anja Vanrobaeys:

Mijnheer de minister, dinsdag was het in Aalst jaarmarkt. Toen ik voor het Volkshuis stond, zei iemand tegen mij: "Anja, heb jij de reportage van Deborsu gezien? Ja, zo is het gemakkelijk, maar voor hen ga ik niet elke dag mijn knoppen afdraaien en afdokken."

Collega’s, die reportage heeft veel mensen geraakt, ook mij. Zulke excessen ondermijnen onze solidariteit en onze sociale zekerheid. Dit systeem is bedoeld om de mensen die het zwaar hebben in het leven te beschermen, maar het is tegelijkertijd ook de bedoeling dat wie kan werken, meedoet en bijdraagt. Wij van Vooruit, de grondleggers van onze sociale zekerheid, staan pal achter die solidariteit.

Op dezelfde jaarmarkt kwam ik een vrouw tegen die een week eerder de diagnose borstkanker had gekregen. Ze zei: "Gelukkig woon ik in België. Als ik in Amerika zou wonen, met Trump, zou ik mijn behandeling niet kunnen betalen."

Daarom draait het. Onze sociale zekerheid redt letterlijk levens, maar als we die overeind willen houden, moet iedereen een eerlijke bijdrage leveren.

Er zijn drempels – kinderopvang, opvolging, mensen jarenlang loslaten zonder begeleiding –, maar dat zijn regionale bevoegdheden, waar nog werk aan is, ook in Wallonië. Mijnheer de minister, de federale overheid zet stappen, maar moet de samenwerking versterken en nog meer coördineren, zodat iedereen in elk gewest dezelfde plichten en kansen heeft.

Mijnheer de minister, op 14 oktober vond er een overleg plaats. Zult u ervoor zorgen dat er meer op samenwerking wordt ingezet, zodat niemand wordt losgelaten en mensen daadwerkelijk worden vastgepakt en begeleid naar meer kansen en werk?

David Clarinval:

Mevrouw Vanrobaeys, mijnheer Ronse, de reportage die werd uitgezonden door RTL heeft veel reacties uitgelokt. Ik begrijp de emotie, want ze raakt aan wat ons het meest dierbaar is: sociale rechtvaardigheid en vertrouwen in ons systeem van solidariteit.

Laten we echter duidelijk zijn, ik weiger de karikatuur te aanvaarden die erin zou bestaan alle begunstigden van sociale bijstand te bestempelen als fraudeurs. Het merendeel van die mensen is effectief op zoek naar werk en ze lijden eronder als ze geen werk hebben. We zijn het allemaal eens over het feit dat kwetsbare mensen moeten worden beschermd, maar het is ook onze plicht om de solidariteit te verdedigen tegen misbruik. De reportage heeft onaanvaardbaar gedrag aan het licht gebracht, of het nu gaat om verduistering via de OCMW’s, de werkloosheidsuitkeringen of de uitkeringen voor langdurige ziekte, solidariteit mag geen toevluchtsoord worden voor fraude. Ze moet synoniem blijven met rechtvaardigheid en verantwoordelijkheid.

Zoals het regeerakkoord bepaalt, zullen gezonde mensen die in staat zijn om te werken niet langer kunnen genieten van overdreven voordelige en eeuwigdurende stelsels die hen ontmoedigen om aan de slag te gaan. We moeten ervoor zorgen dat het altijd voordeliger is om te werken dan niet te werken. Het is net in die geest dat ik op amper vijf maanden tijd, vanaf het moment dat ik mijn functie opnam, een historische hervorming van de werkloosheidsuitkeringen heb doorgevoerd, die de solidariteit handhaaft maar een einde maakt aan het systeem van afhankelijkheid. Deze hervorming transformeert ons huidige stelsel in een echte werkloosheidsverzekering. Ze beschermt, ze responsabiliseert en ze moedigt de terugkeer naar werk aan. Solidariteit is geen inactiviteit, het is een gedeelde verantwoordelijkheid, waarin ook een rol is weggelegd voor de minister die bevoegd is voor maatschappelijke integratie en voor langdurig zieken.

Het regeerakkoord voorziet in de creatie van een kadaster van de sociale bijstand en in een meer systematische controle om de coherentie en de transparantie van de sociale bescherming te versterken. Het gaat erom te garanderen dat elke euro aan solidariteit ten goede komt aan diegenen die daar echt nood aan hebben, waarbij een terugkeer naar een aangepaste activiteit actief wordt begeleid. Het doel is niet te stigmatiseren, maar te responsabiliseren en het frauduleuze gedrag te bestraffen van diegenen die de middelen van de samenleving misbruiken.

Deze regering maakt vastberaden werk van structurele en rechtvaardige hervormingen voor ons land. Ons doel is duidelijk: de sociale zekerheid versterken zonder de koopkracht te verzwakken. Daarom, beste collega's, ben ik gekant tegen elke belastingverhoging en elk verlies aan inkomsten voor wie werkt. Ons sociaal model is iets om fier op te zijn. Het moet synoniem blijven met waardigheid, niet met afhankelijkheid. Trouw aan het regeerakkoord en aan de geest van het liberalisme moderniseren wij onze sociale staat zonder afstand te doen van de solidariteit, maar door haar opnieuw zin te geven: diegenen beschermen die het nodig hebben en iedereen aanmoedigen om bij te dragen aan de collectieve inspanning.

Dank u voor uw aandacht.

Axel Ronse:

De reportage die we gezien hebben is het gevolg van 25 jaar lang een liberale narcist te kunnen vinden om aan het hoofd van een regering het PS-beleid uit te voeren: mensen inactief houden. Oh, je ne veux pas me lever trop tôt. Je suis déjà tranquille depuis huit ans, je ne veux plus bosser. Daar moet nu een einde aan komen! Alles staat op papier om dat te beëindigen, ook wat betreft langdurig zieken. Het probleem is dat de rekeningen door dat gortige beleid gedurende 25 jaar zodanig de pan zijn uit geswingd dat we afstevenen op een tekort van bijna 40 miljard euro in 2029.

Wij in Vlaanderen willen dat dat stopt en daar zal een prijs voor moeten worden betaald, een prijs die wij nooit hebben gekozen en waarvoor wij altijd hebben gewaarschuwd. Als men echter wil dat onze begroting in evenwicht is en alle excessen van 25 jaar wanbeleid worden opgeruimd, dan zal men die prijs ook moeten betalen. Dus zet alstublieft door en laat Bart gewoon verder werken.

Anja Vanrobaeys:

Mijnheer de minister, onze sociale zekerheid is een van de mooiste verwezenlijkingen in ons land. Ze is echter ook kwetsbaar. Het is uiteraard geen probleem om misbruiken te benoemen. De excessen moeten eruit, maar dan wel de excessen aan alle zijden. Zowel wie ten onrechte uitkeringen ontvangt als wie profiteert van subsidies of wie fiscale achterpoortjes misbruikt, moet worden aangepakt. Alleen als iedereen een eerlijke bijdrage levert, kunnen we onze sociale zekerheid overeind houden. U stelt dat u een einde wilt maken aan die afhankelijkheid. Als u het echt meent, pak dat dan vast. Werk samen en schuif het niet door naar de sociale werkers, maar neem het echt op met de regio’s, zodat wij de betrokkenen nooit meer loslaten, voor hen zorgen, hen ondersteunen en effectief begeleiden naar meer kansen en naar werk.

economie en werk

De geplande belastingverhoging voor kleine zelfstandigen
De fiscale maatregelen en de verhoging van de btw op gas

Gesteld door

Open Vld Kjell Vander Elst
PS Hugues Bayet

Aan

Jan Jambon (Minister van Financiën en Pensioenen)

Bekijk antwoord

Kjell Vander Elst:

Mijnheer de minister, collega's, België is een land van kleine zelfstandigen: bakkers, beenhouwers, loodgieters en dakwerkers. Het zijn allemaal mensen die de handen uit de mouwen steken en die de ruggengraat van onze economie vormen. 90 % van al die ondernemingen zijn kleine zelfstandigen.

Toch slagen we er keer op keer in om die groep weg te zetten als een bende profiteurs. Eerst waren er de socialisten van Vooruit, die met Charles en Henri het beeld ophingen dat de kleine zelfstandigen slapend rijk worden vanuit hun buitenverblijf of aan hun zwembad. Intussen sluit cd&v zich aan bij die beeldvorming. Ze heeft blijkbaar een groot probleem met vennootschappen, met flexi-jobs en met studentenarbeid. Mijnheer de minister, ook uw partij slikt taks, na taks, na taks.

Op de voorpagina van De Tijd vanmorgen werd ik opnieuw geconfronteerd met een belastingverhoging voor die kleine zelfstandigen, voor die bakkers, beenhouwers, dakwerkers en loodgieters. Dat zijn hardwerkende mensen, die vaak niet van negen tot vijf werken, maar langer bezig zijn. Zij steken eerder van vijf tot negen de handen uit de mouwen, elke dag opnieuw. Zij worden nu opnieuw getroffen door dat voorstel van belastingverhoging op de vennootschappen.

Mijnheer de minister, u weet zeer goed dat startende ondernemers moeten sparen en lenen om hun zaak op te starten. Zij moeten een vennootschap oprichten. Dat is de doelgroep die u met die maatregel treft. Zo wilt u die ondernemers afstraffen. Die maatregel zal het ondernemerschap in ons land fnuiken.

Mijnheer de minister, zult u echt die kleine zelfstandigen, de mensen die wel de moeite doen op te staan en te gaan werken, viseren met die belastingverhoging?

Hugues Bayet:

Monsieur le ministre, je vois que vous avez bien dormi après notre tour du monde fiscal d'hier en commission. Je voudrais dès lors en profiter pour revenir sur l'essentiel, la question que tous les Belges se posent: comment allez-vous faire pour trouver ces 10 milliards d'euros qu'il vous manque dans le trou budgétaire que vous avez créé?

Excusez-moi, mais on nous avait promis un gouvernement d'ingénieurs. Or, on voit quand même tous que vous avez séché les cours de maths. Vous n'avez pas de solution, si ce n'est d'encore et toujours aller chercher de l'argent dans les poches des travailleurs, des pensionnés, avec un petit saut d'index par-ci – ce n'est jamais que 30 000 euros sur la carrière d'un travailleur –, avec une augmentation de la TVA sur l'eau, le pain, les légumes – on sait tous que le caddie n'a pas augmenté. Et, maintenant, le scoop: à l'aube de l'hiver, après la taxation des chaudières, on nous dit que vous allez augmenter la TVA sur le gaz. Mais c'est bien sûr! Comment on n'y avait pas pensé plus tôt, monsieur le ministre? Sérieusement, puis-je vous rappeler que se nourrir et se chauffer sont des droits essentiels?

On a vraiment l'impression que le seul objectif de ce gouvernement est d'appauvrir les gens, de faire en sorte qu'ils ne vivent pas dignement et qu'ils se crèvent au travail. Et tout ça pourquoi? Probablement pour vos amis des banques et des multinationales.

Vous vous dites le gouvernement du pouvoir d'achat, mais, en fait, vous êtes juste le gouvernement de la perte du pouvoir d'achat. Car, oui, vos décisions vont appauvrir les travailleurs, les pensionnés, les familles. Elles vont étouffer la consommation et donc ralentir la croissance. Et, si vous ne me croyez pas, monsieur le ministre, je peux vous dire que tous les travailleurs, eux, l'ont bien compris. Leur consommation ne va pas augmenter avec les 500 euros net par mois que vous leur avez promis. Ils n'en verront pas un euro.

Monsieur le ministre, ma question est simple. Alors que l'hiver arrive, augmenterez-vous vraiment la facture énergétique des ménages ou irez-vous enfin chercher l'argent sur les surprofits des entreprises énergétiques et des banques ou bien auprès de ces sociétés qui planquent leur pognon dans des paradis fiscaux?

Monsieur le ministre, vous le savez, de l'argent en Belgique, il y en a. Ayez le courage d'aller le chercher là où il est!

Jan Jambon:

Mijnheer Van der Elst, ik wil eerst en vooral benadrukken dat deze regering zich meer dan ooit bewust is van de belangrijke rol die kleine en wat grotere zelfstandigen in onze economie spelen. Dat blijkt ook uit het beleid dat we voeren. Zo komt er een ondernemersaftrek, schrappen we de belastingvermeerdering voor onvoldoende voorafbetalingen en verdwijnt de premietaks voor de pensioenovereenkomst voor zelfstandigen. Ik ben het helemaal met u eens wanneer u zegt dat zelfstandigen ontzettend belangrijk zijn voor de slagkracht van onze economie en dus voor het behoud van onze welvaart. Wij staan aan de kant van de zelfstandigen.

Het is geen geheim dat deze regering voor enorm zware budgettaire uitdagingen staat. Het zal iedereen nu stilaan wel duidelijk zijn dat om de begroting op koers te houden, we een inspanning moeten leveren die tegen 2029 ongeveer 10 miljard euro bedraagt. Het is onze bedoeling om tot een evenwichtige en rechtvaardige oplossing te komen, waarbij we rekening houden met de draagkracht van de gezinnen, de werknemers, de zelfstandigen en de ondernemers. Wie beweert dat men een dergelijke oefening kan maken zonder naar de inkomstenzijde te kijken, is volgens mij niet realistisch.

Pour ce qui est de la question de M. Bayet, je dis et je répète que je ne ferai aucun commentaire concernant les négociations qui doivent être menées au sein du gouvernement. Les discussions budgétaires ont leur place au sein même du gouvernement, afin de préserver pleinement l’intégrité de ce dialogue. Ce que je peux vous confirmer, en revanche, c’est que de nombreuses pistes sont à l’étude, y compris en matière de fiscalité.

Monsieur Bayet, votre question concerne également des éléments liés à la TVA. Nous devons naturellement nous conformer à la réglementation européenne, laquelle nous impose de porter le taux de TVA sur le gaz naturel au taux standard d’ici 2030 au plus tard. Cette obligation découle d’une directive européenne du 5 avril 2022. La décision n'a donc pas été prise récemment mais au cours de la législature précédente, avec un soutien au niveau européen.

C’est dans ce cadre que nous examinons aujourd’hui comment et quand cette adaptation peut être introduite de manière socialement responsable, en tenant compte du pouvoir d’achat des ménages ainsi que de la compétitivité de nos entreprises. Chaque décision sera soigneusement pesée, en prenant en considération leur réalité et la nécessité de maintenir un climat favorable aux entreprises.

Kjell Vander Elst:

Ik dank u voor het antwoord, mijnheer de minister.

U zegt dat u aan de kant van de zelfstandige ondernemers staat. Uw premier zei dat ook, vóór de verkiezingen: er komen geen nieuwe belastingen, zeker niet voor de hardwerkende Vlamingen en ondernemingen. Ondertussen ligt er echter toch weer een voorstel op tafel.

Mijnheer de minister, u schiet op de verkeerde groep. Dat u, onder druk van links en de socialisten van Vooruit, hier niet met heel veel applaus opkomt voor de kleine zelfstandigen, kan ik nog begrijpen, maar laat hen op zijn minst toch gerust. Laat de mensen die moeite doen om op te staan, om te gaan werken, om een kleine zaak uit te bouwen, om wat succes op te bouwen, ondernemen. Straf hen niet af met bijkomende belastingen. Focus op waar het geld wel te halen is, bij het profitariaat, bij mensen die niet opstaan, bij mensen die wel tot tien uur in hun bed willen blijven liggen, bij mensen die de welvaartstaat afbreken, bij mensen die profiteren van het systeem. Focus daarop en laat de ondernemers gerust.

Hugues Bayet:

Monsieur le ministre, vous dites ne faire aucun commentaire, ce qui m'étonne car depuis le début de ce gouvernement, nous en apprenons plus dans les journaux que dans les réponses du gouvernement, que ce soit en commission ou en plénière. Soit, l'histoire jugera. Vos efforts ne sont en réalité pas si nombreux. Ce que vous faites, c'est vous attaquer véritablement à des droits essentiels: le droit de se chauffer, le droit de manger, le droit de vivre dignement. Ce n'est pas normal. Vous vous attaquez à la TVA, l'impôt le plus injuste qui soit au monde, alors que d'autres solutions concrètes et réalistes existent. Mes collègues socialistes et moi-même en avons déposé un bon nombre, et elles sont chiffrées: huit milliards d'euros sans toucher à la poche des travailleurs ou des pensionnés. Il s'agit simplement de demander aux banques un effort supplémentaire, comme on le fait en Espagne, d'interdire aux Belges de verser leur argent dans des paradis fiscaux, comme on le fait en France, et de faire contribuer un peu plus justement les milliardaires et les multinationales. Vous le voyez, monsieur le ministre, les solutions existent. Allez chercher l'argent là où il est et, si vous le faites (…)

economie en werk

Het Belgische standpunt inzake de fiscale vrijstelling voor brandstoffen in de scheep- en luchtvaart

Gesteld door

Ecolo Rajae Maouane

Aan

Jan Jambon (Minister van Financiën en Pensioenen)

Bekijk antwoord

Rajae Maouane:

Aujourd'hui, chaque citoyen, chaque citoyenne qui met de l'essence dans sa voiture paye environ 50 % de taxes sur son plein. Chaque billet de train est payé plein tarif, sans passe-droit. Cependant, lorsqu'un avion fait le plein de kérosène ou qu'un paquebot fait le plein de fioul lourd, il ne paye rien, zéro, nada. Et ça ne tombe pas du ciel, c'est un choix politique, un cadeau fiscal massif qui est fait aux secteurs les plus polluants. Tout cela d'ailleurs alors que la COP bat son plein au Brésil. Résultat pour la Belgique: ce manque à gagner représente environ 4,75 milliards d'euros par an.

Cela tombe bien vu que vous êtes actuellement en discussion budgétaire, paraît-il. Vous nous dites à toutes les sauces qu'il faut faire des économies, et vous les faites dans la santé, l'éducation, la culture et les pensions. Mais vous avez ici une occasion en or de trouver 4,75 milliards d'euros par an. Par an! Cependant, alors que le Conseil européen s'apprêtait à prolonger cette injustice fiscale jusqu'en 2035, le vote n'a heureusement pas eu lieu aujourd'hui.

Nous nous posons dès lors la question de savoir comment faire en sorte que ces secteurs parmi les plus polluants payent enfin leur part pour que cela ne soit pas toujours les mêmes qui trinquent.

Voilà donc mes questions qui seront très simples: quelle a été la position que vous avez défendue au nom de la Belgique lors du Conseil d'aujourd'hui ? Est-ce que la Belgique est prête, oui ou non, à faire en sorte que le kérosène et le fioul maritime payent enfin comme tout le monde ?

Merci pour vos réponses.

Jan Jambon:

Chère collègue, votre question concerne la révision de la directive sur la taxation de l'énergie (ETD). Il y a quatre ans, la Commission européenne publiait une première proposition qui a fait l'objet de nombreuses discussions. La proposition initiale de la Commission a, elle aussi, déjà été modifiée à plusieurs reprises.

Il est clair qu'il s'agit d'un dossier extrêmement complexe qui ne concerne pas uniquement l'aviation ou la navigation maritime, mais aussi, par exemple, l'agriculture et la consommation de gaz des ménages et des entreprises. Cela touche donc directement au pouvoir d'achat et à la compétitivité de notre économie.

En raison des préoccupations exprimées par plusieurs États membres, un éventuel accord semblait encore loin d'être acquis. La présidence danoise a donc décidé de ne pas soumettre au vote ce dossier aujourd'hui lors de l'Ecofin, mais plutôt d'avoir un échange de vues. À cet effet, un nouveau texte comportant des adaptations destinées à répondre aux inquiétudes concernant la hausse des prix a été publié lundi.

Le dossier est européen et soumis au principe de l'unanimité, ce qui signifie que chaque pays dispose d'un droit de veto et peut donc bloquer un accord rendant toute progression particulièrement difficile. La présidence danoise examinera, après la discussion de ce jour, la manière dont elle poursuivra le traitement de ce dossier. La position belge a été définie lors d'une réunion de la Direction générale Affaires européennes et Coordination (DGE).

La Belgique s'abstiendra provisoirement sans pour autant s'opposer à un éventuel compromis. Nous ne contribuons donc pas à accroître la difficulté et la complexité d'un dossier qui requiert du bon sens et une approche progressive.

Rajae Maouane:

Monsieur le ministre, je vous remercie. En effet, ce dossier est compliqué, mais vous montrez encore une fois dans votre réponse que la Belgique n'est pas courageuse, qu'elle se situe en deçà des ambitions environnementales et, surtout, qu'elle perpétue une injustice fiscale. Heureusement, d'autres pays européens sont plus courageux. Vous avez reçu des milliers de mails depuis hier qui ont été envoyés par des citoyennes et des citoyens qui s'inquiètent de ce qui suivra et qui souhaitent que cette injustice fiscale cesse en vue de faire contribuer les plus hauts revenus et les multinationales. Pendant ce temps, vous négociez un budget qui envisage parfois des sauts d'index, des attaques contre les travailleurs et les travailleuses, les artistes, les retraités. Là, je vous offre un cadeau de Noël avant l'heure, à travers la possibilité d'engranger 4,75 milliards d'euros par an. C'est un cadeau sur lequel vous ne pouvez pas cracher. Malheureusement, vous allez continuer à faire contribuer les petites gens, et c'est très dommageable.

technologie, communicatie en media

De uitrol van supersnel internet in de landelijke gebieden

Gesteld door

Vooruit Jeroen Soete

Aan

Vanessa Matz (Minster van Modernisering van de overheid, Overheidsbedrijven, Ambtenarenzaken, Gebouwenbeheer van de Staat, Digitalisering en Wetenschapsbeleid)

Bekijk antwoord

Jeroen Soete:

Collega’s, mevrouw de minister, de mensen in de landelijke gebieden in Vlaanderen, maar ook in België, in onze dorpen, zien elke dag heel wat verdwijnen: de laatste bankautomaat, de laatste bakker, zelfs het laatste café, naar wat ik heb gelezen. Er bevindt zich dus veel in de verleden tijd.

Nu lijkt het erop dat we ook de toekomst aan die mensen gaan ontzeggen. Dat is immers, collega’s, het resultaat van de deal tussen de twee grote spelers, Telenet en Proximus, om samen fiber uit te rollen in Vlaanderen. De landelijke gemeenten in Vlaanderen, de deelgemeenten en de dorpen vallen uit de boot, mevrouw de minister, en dreigen definitief de trein van supersnel internet te missen. Over heel Vlaanderen spreken we over meer dan een miljoen mensen, meer dan een miljoen. Dat is geen klein bier. In mijn eigen provincie, West-Vlaanderen, meer bepaald in de regio van de Westhoek, gaat het om vier op de tien inwoners. Ruim 80.000 mensen zouden geen uitzicht hebben op fiber.

Ik spreek in de voorwaardelijke wijs, want eigenlijk weten we het niet. Het enige wat we hebben, collega’s, is deze kaart, een zogenaamd duidelijke en transparante kaart. (De spreker toont een kaart.) In werkelijkheid is die waardeloos. (De spreker verscheurt de kaart.) We hebben daar niets aan.

Mevrouw de minister, er moet duidelijkheid komen, in de eerste plaats voor onze lokale besturen, die op dit moment totaal niet weten wat er hen boven het hoofd hangt. Er loopt een openbaar onderzoek, maar geen enkele burgemeester weet of er in zijn deelgemeente, dorp of gemeente fiber zal komen. Het enige wat ze hebben is die onduidelijke kaart. Het is de bouwvergunning van de eeuw, collega’s, en niemand weet waar er gebouwd wordt. Dat is al te gek voor woorden.

Mevrouw de minister, ik weet dat u mijn bezorgdheid deelt, de bezorgdheid voor de rurale gebieden. Alstublieft, sta op, kom naast mij staan, strijd voor meer transparantie en zorg ervoor dat het dossier in een andere plooi wordt gelegd, met een betere dekking, zowel in Wallonië als in Vlaanderen.

Voorzitter:

We hadden een onduidelijke kaart, maar nu hebben we er zelfs geen meer.

Vanessa Matz:

Mijnheer Soete, internet van goede kwaliteit is geen luxe. Ons land heeft op dat vlak een achterstand.

Het is mijn ambitie als minister, vanuit mijn bevoegdheid voor telecommunicatie, om de fiberdekking fors te verhogen. Daarom zie ik een potentieel in de deal die Proximus, Fiberklaar, Telenet en Wyre willen sluiten in Vlaanderen. Die bedrijven willen samenwerken om fiber aan te leggen buiten de grote steden. Dat zorgt voor meer aansluitingen. Er zouden 500.000 woningen extra worden aangesloten door die deal.

Er zijn inderdaad ook gebieden waar operatoren nog geen plannen hebben om fiber aan te leggen. Welke gebieden dat precies zijn, is nog niet helemaal bepaald. Ik heb het BIPT gevraagd om voor de nodige transparantie te zorgen daaromtrent.

De marktbevraging die de BMA uitvoert, staat los van de gebieden. Die bevraging gaat over de omstandigheden waarin concurrenten met elkaar kunnen samenwerken. Wonen in een gebied zonder fiber wil niet zeggen dat men geen snel internet kan hebben. Op de meeste plaatsen in Vlaanderen ligt de klassieke televisiekabel. Van de woningen heeft 98 % toegang tot supersnel internet.

De landelijke gebieden liggen me na aan het hart. Ik laat geen kans onbenut om er bij de operatoren op aan te dringen dat zij mee zoeken naar oplossingen om fiber maximaal uit te rollen. Als samenwerkingen tussen operatoren kunnen helpen om meer mensen toegang tot fiber te geven, ben ik daar een voorstander van.

Jeroen Soete:

Mevrouw de minister, ik heb goed gehoord dat u zich enthousiast aan mijn zijde zult scharen. U zult voor transparantie zorgen. Wij hebben transparantie nodig, omdat de burgemeesters op dit moment totaal niet weten waar zij aan toe zijn. De procedure stopt volgende week vrijdag 21 november 2025. Er moet dus duidelijkheid komen voor die datum. Dat zal misschien niet lukken. Wat dus zeker moet gebeuren, is de pauzeknop indrukken.

Collega's, ik heb het hier al een paar keer gehoord. Stop the clock . Wij moeten nu een pauze inlassen, zodat duidelijkheid kan worden geboden en de burgemeesters bezwaar kunnen aantekenen.

Mevrouw de minister, er is een openbaar en publiek onderzoek. Het publiek weet echter nergens van. Dat is een aanfluiting van elk democratisch rechtsprincipe. U kunt die bezorgdheid delen. Wij zullen samen zorgen en strijden voor meer transparantie, voor uitstel van de procedure en vooral voor het op tafel leggen van alternatieven om een betere fiberdekking in heel Vlaanderen, maar ook in de rurale gebieden in Wallonië te verzekeren.

Voorzitter:

Mijnheer Soete, gelieve alle snippers mee te nemen.

Het rapport van het Rekenhof over de inzet van consultants door de federale overheid

Gesteld door

CD&V Koen Van den Heuvel

Aan

Vanessa Matz (Minster van Modernisering van de overheid, Overheidsbedrijven, Ambtenarenzaken, Gebouwenbeheer van de Staat, Digitalisering en Wetenschapsbeleid)

Bekijk antwoord

Koen Van den Heuvel:

Mevrouw de minister, beste collega’s, mensen betalen belastingen en het is dan de taak van de overheid om daar verantwoord mee om te gaan. Dat is de basis van het sociaal contract. We merken echter dat dit sociaal contract steeds meer onder druk komt te staan.

Recent publiceerde het Rekenhof een duidelijk rapport over consultancyopdrachten binnen de federale overheid. Ik geef enkele cijfers. In 80 % van de gevallen worden de opdrachten onvoldoende of niet verantwoord. In 70 % van de gevallen gebeurt de selectie onzorgvuldig. Klap op de vuurpijl, in meer dan de helft van de dossiers, dus meer dan 50 %, is er sprake van een ware kostenexplosie. De initiële raming is dan fel onderschat, wat leidt tot een finale kostprijs die soms 10 tot 20 keer hoger ligt. De conclusies van het Rekenhof zijn dan ook heel duidelijk: er is blijkbaar geen federale strategie, er is blijkbaar geen risicobeheer binnen de federale overheid met betrekking tot consultancyopdrachten.

Mevrouw de minister, collega’s, ik denk dat we er allemaal van overtuigd zijn dat dit beter kan. Tussen 2020 en 2022 werd meer dan 2,5 miljard euro uitgegeven aan consultancyopdrachten. Dat overdreven gebruik, die afhankelijkheid moet duidelijk worden teruggeschroefd. Er moet opnieuw werk worden gemaakt van meer interne expertise binnen de federale overheid.

Collega’s, laat me duidelijk zijn en wees gerustgesteld, dit betekent voor ons niet dat er opnieuw massale aanwervingen van ambtenaren moeten gebeuren. Cd&v staat voor een efficiënte overheid en voor ons is het dus heel erg belangrijk dat er een duidelijke prioritering komt.

Mevrouw de minister, hoe zult u de consultancyopdrachten (…)

Vanessa Matz:

Mijnheer Van den Heuvel, sinds het begin van de regeerperiode heb ik, zoals voorzien in het regeerakkoord, me tot doel gesteld om het gebruikmaken van externe consultants te verminderen.

Het rapport van het Rekenhof versterkt mij in dat idee. Het massaal gebruik van externe consultancy maakt de overheidsdiensten afhankelijk, het zorgt ervoor dat zij intern geen expertise opbouwen en zorgt voor een gebrek aan continuïteit. Bovendien heeft externe consultancy ook een kostprijs. Dat alles gebeurt met weinig transparantie en zonder duidelijke strategie, wat inacceptabel is.

Ik heb aan de FOD BOSA de opdracht gegeven om snel met een plan te komen. Zo kunnen de aanbevelingen van het Rekenhof worden uitgevoerd. Structureel wil ik breken met de logica waarbij steeds een beroep wordt gedaan op consultants. Ik wil een fundamenteel andere aanpak, waarbij we de interne expertise van de overheid versterken en externe consultancy progressief afbouwen.

We werken op twee assen. Ten eerste, mijn collega Van Peteghem en ikzelf hebben aan experts van UNESCO gevraagd om aanbevelingen te formuleren om de onafhankelijkheid van externe consultancy te verminderen. Ten tweede, het verminderen van externe consultancy betekent dat we onze interne krachten moeten versterken. Ik werk aan een actieplan daartoe. In dat kader zal een interfederale pool van interne consultants worden opgericht, die op een transversale manier kunnen worden ingezet.

Koen Van den Heuvel:

Mevrouw de minister, het verheugt me dat u de urgentie inziet en dat u de aanpak toch wilt lanceren. Het is absoluut nodig zeer snel werk te maken van dat actieplan om tot een duidelijk federaal kader te komen. Misschien kunt u daarvoor ook even kijken naar het Vlaamse niveau, waar minister Crevits de voorbije jaren werk heeft gemaakt van een duidelijke strategie rond consultancy, opgebouwd rond drie assen. Ten eerste werd een duidelijke opportuniteitstoets ingevoerd om te controleren in welke gevallen het nodig en verantwoord is. Ten tweede kwam er een inventaris, een registratie van het aantal consultancyopdrachten, om inzicht te krijgen in de uitgaven. Ten derde werd een jaarlijkse rapportage in het leven geroepen, om te vermijden dat sommige consultancyopdrachten jarenlang aanslepen. De cd&v-fractie staat achter u als u snel werk maakt van een duidelijk actieplan.

veiligheid, justitie en defensie

Het gebrek aan coördinatie door de premier in het veiligheidsbeleid m.b.t. de drones
De dronedreiging

Gesteld door

Groen Matti Vandemaele
N-VA Jeroen Bergers

Aan

Theo Francken (Minister van Defensie)

Bekijk antwoord

Matti Vandemaele:

Ik had deze vraag eigenlijk aan de premier gericht, maar de minister van Defensie zit hier nu voor mij

U zei vorige week in de commissie dat 90 % van de bevoegdheden met betrekking tot de toestanden met de drones niet bij u ligt, maar bij de minister van Binnenlandse Zaken en bij de premier als coördinator van de Nationale Veiligheidsraad. De premier stuurde vandaag echter zijn kat. (Protest bij de N-VA) Ik geef toe, hij is er daarstraks wel even geweest.

De minister van Binnenlandse Zaken komt voorlopig niet verder dan de aankondiging dat er een droneregister zal komen, alsof criminelen en buitenlandse mogendheden met slechte bedoelingen netjes hun drone zullen registreren voordat ze naar hier komen.

Collega’s, het management van de crisis lijkt wel de kolderbrigade. Ik heb foto’s doorgekregen waarop te zien is dat onze diensten werken met verrekijkers uit 1944. Onze jammers werken niet. Het gespecialiseerde counterdroneteam was men zelfs volledig vergeten; u wist niet meer dat het bestond. Ook uw donkerste moment van de nacht wordt intussen tot ver in het buitenland belachelijk gemaakt.

Mijnheer de minister, uw communicatie getuigt van weinig omzichtigheid. U bent een beetje de olifant in de porseleinwinkel. Ik hoor dat u voor die vrijpostige communicatie door uw eigen diensten op de vingers bent getikt. U maakt vooral boel. U maakt ook boel met het counterdroneteam. U zegt dat zij niets kunnen wat uw diensten niet kunnen en dat zij veel te klein zijn. Zij moesten zich maar komen aanbieden. Intussen vernemen wij dat die mensen door hun eigen oversten zelfs met ontslag worden bedreigd omdat zij publiek durfden te spreken.

Mijnheer de minister, wanneer zult u samenwerken? Wanneer zal de premier coördineren? Wanneer zult u het luchtruim en onze bevolking tegen deze gebeurtenissen beschermen?

Jeroen Bergers:

Mijnheer de minister, we worden geconfronteerd met een zeer ernstige hybride dreiging van aanvallen op ons land, met cyberaanvallen en ook met veel dreigingen van drones die over militaire doelwitten vliegen, maar vooral ook over civiele doelwitten als luchthavens, met het specifieke doel die luchthavens plat te leggen. Dat is natuurlijk zeer ernstig. Het is een gevaar voor onze kritieke infrastructuur, maar ook voor onze economie. De Vlaamse luchthaven van Zaventem, de op een na grootste economische motor van het land, wordt bewust gesaboteerd. Er moeten dus maatregelen genomen worden om onze kritieke infrastructuur, onze civiele doelen en onze economie te beveiligen.

De huidige wet op de kritieke infrastructuur schetst een duidelijke samenwerking, waarbij in de eerste plaats gekeken wordt naar de uitbater van de kritieke infrastructuur, naar het Crisiscentrum, naar de politie en naar SkeyDrone. If all else fails , wordt er ook gekeken naar Defensie.

Het is belangrijk dat er grondig wordt samengewerkt om die hybride dreiging aan te pakken. Door elkaar met de vinger te wijzen zullen we er immers niet komen. Het is echt in het belang van ons land, van onze economie, dat we die uitdaging aanpakken. We zijn hier in het Parlement bijna unaniem overeengekomen een gemeenschappelijke vergadering van de commissies voor Mobiliteit, Binnenlandse Zaken en Defensie te organiseren teneinde dit probleem te bespreken en voor oplossingen te zorgen.

Mijn oproep aan u, mijn oproep aan de volledige regering is om samen te werken, te zorgen voor oplossingen en maatregelen te nemen.

Theo Francken:

Ik ben altijd blij als ik hier mag zijn. De premier heeft me gevraagd deze vraag van hem over te nemen. Hij heeft zijn kat niet gestuurd, want hij was hier daarnet. De heer Quintin is niet in het land, die is verontschuldigd.

Dames en heren, de recente meldingen van drones boven zowel civiele als militaire installaties tonen aan dat de hybride dreiging tegen ons land reëel en ernstig is. Het gebruik van drones in de buurt van onder meer luchthavens en luchtmachtbasissen vormt niet alleen een veiligheidsrisico, maar raakt ook rechtstreeks aan onze nationale veiligheid en welvaart.

De aanpak van deze dreiging is een gedeelde verantwoordelijkheid. Binnen hun bevoegdheid staan de politiediensten en de diensten van Mobiliteit in voor de detectie, de opvolging en de handhaving. Ze waken over de civiele luchtvaartveiligheid. Defensie werkt nauw met hen samen, onder meer via informatie-uitwisseling, technische ondersteuning en verhoogde paraatheid op onze militaire kwartieren.

Na de drone-incidenten van dinsdag kwam de Nationale Veiligheidsraad op donderdag 6 november samen, onder het voorzitterschap van de eerste minister. Sindsdien volgt het Nationaal Crisiscentrum de situatie versterkt op. In dit centrum zijn alle bevoegde overheden vertegenwoordigd, waaronder de FOD Mobiliteit, de FOD Binnenlandse Zaken en het ministerie van Defensie, via verbindingsofficieren die instaan voor de coördinatie en opvolging tussen de verschillende departementen. Daarnaast staat de Chef Defensie, generaal Vansina, in permanent contact met de commissaris-generaal van de politie, hoofdcommissaris Snoeck. Ook op politiek niveau wordt de situatie opgevolgd via verschillende werkvergaderingen tussen de betrokken kabinetten.

In de Nationale Veiligheidsraad en de ministerraad van vorige week werden bijkomende maatregelen goedgekeurd.

Ten eerste worden counterdroneteams op diverse plaatsen in het land ingezet om de infrastructuur te beveiligen. Het droneteam van de federale politie werd in deze operatie aanvankelijk niet ingeschakeld, aangezien hun capaciteit niet werd aangeboden door de federale politie.

Ten tweede moet tegen 1 januari 2026 het Nationaal Veiligheidscentrum NASC in Bevekom volledig operationeel zijn. Dat centrum, opgericht door de vorige regering, is een zeer goed initiatief, maar het is nog niet volledig operationeel. Er is immers nog wat werk aan en dat zullen we nu voltooien. Dat centrum zal instaan voor een betere bewaking en bescherming van het Belgische luchtruim en ons land voorbereiden op toekomstige uitdagingen inzake luchtveiligheid. Op korte termijn wordt ook voorzien in de aankoop en levering van bijkomende counterdronemiddelen door Defensie. Dat behoort tot het pakket van 50 miljoen euro dat uiteindelijk vrijdagavond laat werd goedgekeurd.

Daarnaast heeft Defensie de steun ingeroepen van counterdroneteams uit onze buurlanden: Duitsland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. Ik heb de Duitse teams bezocht, gisteren de Britse en ik zal ook de Franse zo snel mogelijk bezoeken. Zij hebben positief gereageerd en zijn momenteel met specifieke middelen actief op Belgisch grondgebied. Zij helpen ons nu dus al zeer goed. Ook de Verenigde Staten hebben intussen hun hulp aangeboden. Momenteel bekijken we samen met hen hoe, waar en wanneer we deze nieuwe capaciteit het best kunnen inzetten.

Parallel hiermee heeft de ministerraad, op voorstel van de minister van Mobiliteit, bijkomende maatregelen genomen in het domein van de mobiliteit. De focus ligt daarbij op het versterken van de nationale detectiecapaciteit, de coördinatie tussen de betrokken actoren en de actualisering van de regelgeving.

Namens de regering wil ik mijn oprechte dank uitspreken aan al onze medewerkers bij skeyes, de politie, Defensie, Luchtvaart en Mobiliteit voor hun grote flexibiliteit en professionaliteit in deze moeilijke omstandigheden. Hun inzet garandeert de veiligheid van ons luchtruim. In tijden van nood leert men zijn vrienden kennen. Ook onze buurlanden – en binnenkort ook de Verenigde Staten – verdienen onze dank voor hun snelle en doeltreffende hulp.

Matti Vandemaele:

Mijnheer de minister, ik heb een sterk déjà-vugevoel. Ik heb hier uw collega Quintin al verschillende keren ondervraagd over het drugsgeweld in Brussel. We horen dan altijd heel mooie woorden over actieplannen, samenwerkingen en overleg. Op het terrein gebeurt er echter heel weinig. Het maakt heel weinig verschil. Ook vandaag zijn er opnieuw incidenten.

Ik heb het gevoel dat wij bij deze tweede grote binnenlandse veiligheidscrisis dezelfde paden bewandelen. Er wordt veel gecommuniceerd en overlegd, maar ondertussen blijven de drones gewoon over ons vliegen.

Het moet mij toch van het hart. U stelt hier opnieuw dat de federale politie, meer bepaald de speciale counterdrone-eenheid, zich niet heeft aangeboden. Het is toch een probleem dat er in onze veiligheidsarchitectuur een dienst is die precies is opgericht om dergelijk interventies uit te voeren, maar dat bij niemand blijkbaar een belletje rinkelt (…)

Jeroen Bergers:

Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is heel belangrijk dat er maatregelen worden genomen. U hebt die maatregelen ook aangekondigd. Collega's, het verbaast me wel enigszins dat ik hier leden van Groen hoor klagen dat het te lang duurt en dat er te veel vertraging is. Het is immers door de doctrinaire houding van Groen tijdens de vorige legislatuur dat niet werd geïnvesteerd in dronetechnologie. De huidige minister heeft daarvoor toen gewaarschuwd. Het is door de doctrinaire houding van Groen dat onze drones niet bewapend zijn. Dankzij de resolutie van de heer Peter Buysrogge zetten we dat nu recht, maar er is veel tijd verloren gegaan door die groene doctrinaire houding in dat dossier, maar ook in andere dossiers. Mijn boodschap is dan ook heel duidelijk: geen avonturen, laat Bartje en Arizona verder besturen!

economie en werk

Sociale en fiscale fraude

Gesteld door

Les Engagés Aurore Tourneur

Aan

Rob Beenders (Minister van Consumentenbescherming, Sociale Fraudebestrijding, Personen met een handicap en Gelijke Kansen)

Bekijk antwoord

Aurore Tourneur:

Monsieur le ministre, je ne sais pas si, comme moi, vous avez vu un certain reportage diffusé sur RTL, sans grande nuance, plutôt à charge, mais qui a fait mouche puisque nous sommes nombreux à aborder le sujet aujourd’hui dans le cadre des questions d’actualité.

À côté de l’aspect un peu sensationnaliste, il y a la réalité. La fraude sociale en est une mais ce n’est pas une généralité. Face à cette réalité, le gouvernement a choisi d’engager des réformes importantes, notamment la limitation du chômage à deux ans et la mise en place d’un cadastre des aides sociales.

Monsieur le ministre, pour Les Engagés, la justice sociale est essentielle. Il faut que les personnes qui en ont réellement besoin puissent bénéficier d’aides. Je pense en particulier aux familles monoparentales, aux personnes en situation de handicap ou encore à celles atteintes de maladies graves. Chaque euro détourné, monsieur le ministre, c’est un euro en moins pour les plus vulnérables.

La fraude fiscale constitue aussi un enjeu majeur. Selon plusieurs études sérieuses, nous pourrions récupérer 30 milliards d’euros en nous y attaquant. Cela tombe bien car nous en cherchons 10.

Monsieur le ministre, le gouvernement va-t-il poursuivre cette politique de lutte équilibrée contre toutes les formes de fraudes?

Pour Les Engagés, il faut traquer fermement ceux qui trichent, mais protéger avec autant de force ceux qui ont besoin de notre aide et de notre solidarité. Pour nous, il ne peut y avoir ni complaisance ni stigmatisation mais bien une justice sociale et fiscale. En agissant de la sorte, nous aurons toute la population belge avec nous.

Rob Beenders:

Merci pour votre question, madame Tourneur.

Que les choses soient claires, la fraude sociale et le dumping social sont une catastrophe pour notre sécurité sociale. Je n'ai pas besoin d'une émission de télévision pour m'en rendre compte. Nous investissons dans des inspecteurs et des contrôles supplémentaires pour que la lutte contre la fraude sociale rapporte 1,7 milliard d'euros lors de cette législature.

Et je me suis encore engagé dernièrement à fournir un effort supplémentaire de 300 millions d'euros d'ici la fin de la législature. C'est pourquoi nous augmentons les amendes, en particulier pour les infractions les plus graves telles que l'emploi illégal, le dumping social et le travail au noir. Les personnes qui abusent du système sentiront donc la différence dans leur portefeuille.

Nous en avons encore discuté hier en commission des Affaires sociales, mais cette proposition a été freinée par le PTB-PVDA. Il est incompréhensible et inacceptable que ce parti retarde volontairement les mesures qui ciblent les plus gros fraudeurs et qui protègent celles et ceux qui ont besoin de la sécurité sociale. Le documentaire montre bien ce qu'il se passe quand il n'y a pas de suivi et quand on abandonne les gens.

Chacun a une responsabilité dans notre État-providence, et nous aussi en tant que société. D'ailleurs, ce débat ne concerne pas uniquement les plus faibles de la société. Cette lutte concerne aussi les puissants, ceux qui ont réussi et qui abusent de notre système.

Tout le monde a une responsabilité. Frauder, c'est frauder. Et je continuerai à lutter contre les abus pour protéger celles et ceux qui en ont besoin.

Aurore Tourneur:

Merci pour votre engagement, monsieur le ministre. La fraude sociale et fiscale affaiblit en effet notre société. Il faut agir avec détermination. Pour Les Engagés, il faut de la fermeté contre tous les abus, mais aussi une protection maximale pour les citoyens qui en ont vraiment besoin. Il faut – et c'est dans l'accord de gouvernement – responsabiliser notamment les médecins et les mutualités. Vivement cet accord sur le budget pour que nous puissions passer à l'action!

onderwijs, cultuur en religie

De strijd tegen antisemitisme, met name in onze universiteiten, en het boek van Nora Bussigny

Gesteld door

MR Daniel Bacquelaine

Aan

Rob Beenders (Minister van Consumentenbescherming, Sociale Fraudebestrijding, Personen met een handicap en Gelijke Kansen)

Bekijk antwoord

Daniel Bacquelaine:

Monsieur le ministre, Les nouveaux antisémites , tel est le titre du livre de Nora Bussigny, qui vient de sortir et dont les interviews doivent nous alerter par rapport à la recrudescence et l'explosion de l'antisémitisme en Europe, et en particulier en Belgique. Antisémitisme qui gangrène nos universités, pourtant lieux de confrontation d'idées et de liberté des échanges, avec le témoignage d'étudiants membres de l'Union des étudiants juifs de Belgique qui expriment les intimidations et les agressions dont ils sont l'objet, et le témoignage aussi de groupuscules radicaux d'extrême gauche qui professent sans vergogne l'incitation à la haine.

Et cet antisémitisme, on l'a retrouvé encore le 18 septembre dernier à Liège lors de la commémoration du 30 e anniversaire de la mort de Jean Gol lorsque sa tombe a été profanée. Cet antisémitisme, on le retrouve aussi dans le domaine culturel aujourd'hui, lorsqu'un chef d'orchestre israélien est interdit de prestation à Gand avec l'aval d'un ministre du gouvernement flamand.

Alors, monsieur le ministre, mes questions sont celles-ci. Avez-vous conscience de l'agitation de ces groupuscules d'ultra-gauche dont les discours antisémites sont décomplexés, sans mesure, assumés? Avez-vous conscience du fait qu'ils font subir des intimidations voire des agressions aux étudiants juifs dans nos universités? Pouvez-vous réunir, dans un contexte interfédéral, avec les entités fédérées, les recteurs des universités pour leur demander de prendre des mesures fortes pour sanctionner ces individus?

Le programme du gouvernement prévoit l'élaboration d'un plan d'action interfédéral ambitieux contre l'antisémitisme. C'est ce que recommande aussi l'Union européenne. Monsieur le ministre, quand présenterez-vous ce plan devant le Parlement et concrétiserez-vous les engagements du gouvernement et de votre ministère?

Rob Beenders:

Merci, monsieur Bacquelaine, pour votre question.

Permettez-moi tout d'abord de souligner que la lutte contre l'antisémitisme reste un élément central de ma lutte plus large contre le racisme et la discrimination et en faveur d'une société où la haine n'a pas sa place et où les gens, quelle que soit leur origine ou leur religion, se respectent mutuellement.

Le livre de la journaliste Nora Bussigny, Les nouveaux antisémites , a effectivement fait beaucoup de bruit, en Belgique également, et je suis au courant de la discussion qu'il a provoquée à l'ULB. Les universités restent des lieux de liberté d'expression, mais cette liberté s'arrête là où la haine commence. L'antisémitisme, comme toute forme de haine, n'y a absolument pas sa place. Nous devons y rester attentifs. C'est pourquoi nous avons déjà pris des mesures concrètes.

Ainsi, je soutiens le travail du Mécanisme de coordination interfédéral de la lutte contre l'antisémitisme, tout comme le travail du coordinateur national au sein du SPF Justice. Dans le cadre du plan d'action interfédéral contre le racisme, nous élaborons des mesures spécifiques contre l'antisémitisme. De plus, une étude est en cours sur l'antisémitisme en ligne, dont les recommandations sont attendues sous peu. J'en discuterai avec mes collègues du gouvernement dans les semaines à venir. La lutte contre l'antisémitisme est en effet une responsabilité conjointe de ce gouvernement.

Daniel Bacquelaine:

Monsieur le ministre, je prends note de votre volonté et de vos résolutions. Mais outre cela, si le temps de la concertation et de l'échange d'informations est certes important, il n'est évidemment pas suffisant. Ce que nous voulons aujourd'hui, c'est un véritable coordinateur de la lutte contre l'antisémitisme qui soit indépendant et non pas dévolu à un fonctionnaire certes honorable, mais qui inclurait cette mission parmi d'autres. Il ne s'agit pas de cela. Il faut un véritable coordinateur de lutte contre l'antisémitisme, avec un visage et une personnalité qui incarnent l'impulsion politique nécessaire. Ce coordinateur doit permettre de redonner du souffle à cette lutte nécessaire contre l'antisémitisme. Aujourd'hui trop de familles s'inquiètent et perdent la sérénité. Nous voulons redonner à la communauté juive la possibilité de vivre en sérénité dans notre pays, dans la paix, le respect et la sécurité.

mobiliteit en transport

De consultancyuitgaven van de NMBS

Gesteld door

PVDA-PTB Farah Jacquet

Aan

Jean-Luc Crucke (Minister van Mobiliteit, Klimaat en Ecologische Transitie)

Bekijk antwoord

Farah Jacquet:

Monsieur le ministre, cela fait des mois que vous nous parlez des économies à faire dans le rail. Apparemment, vous allez attaquer les statuts et les pensions, parce qu’il n’y a plus d'argent.

En même temps, nous apprenons par la Cour des comptes que plus de 700 millions d'euros ont été payés à des multinationales pour de la consultance; pendant que vous prévoyez plus de 600 millions d'euros d'économies sur toute votre législature. En résumé, ce qui a été donné à la consultance, vous le retirez aux cheminots.

Sérieusement, pourquoi faire appel à des consultants? Pourquoi faire appel à des multinationales? Je vais vous donner un exemple concret. Patrick, 25 ans d'expérience comme accompagnateur de train, respecté, posé et compétent – un peu comme moi – passe des examens pour devenir instructeur. Il y a quelques mois, on décide de lui coller un consultant, qui ne connaît rien du rail, pendant un mois, pour lui apprendre le travail qu'il fait déjà. Où est le bon sens? Comment peut-on justifier cela?

Monsieur le ministre, pouvez-vous nous donner la liste complète des consultants du rail, leurs missions, leurs résultats, leurs coûts? Pouvez-vous garantir que les recommandations de la Cour des comptes seront désormais suivies?

Grâce à notre pression – vous l'avez dit en commission –, vous allez diminuer les frais de consultance de 1,8 % dans le rail. Mais ce n'est pas assez. Ma question est simple, allez-vous vous engager (…)

Jean-Luc Crucke:

Madame la députée, ma réponse ne vous étonnera pas puisque, voici quelques semaines, vous me questionniez déjà à ce sujet. Vous cherchez le bon sens. Ce dont je suis sûr est que chercher le bon sens ne signifie pas aller à contre-sens. Cela demande sans doute un peu de nuance. Je puis comprendre que vous tentiez de caricaturer. Je vous connais assez pour savoir que ce n'est pas exactement votre sentiment. Dans le cas présent, vous l'avez toutefois fait.

Certaines missions impliquent que la SNCB et Infrabel doivent pouvoir recourir à de la consultance, et ce n'est pas contestable. Il en est d'autres, et je vous l'ai dit, pour lesquelles je considère que cette dépense est excessive. Cela étant, comparer les économies qu'il faut faire sur le rail avec des dépenses de consultance, cela revient à lancer des arguments confus à la face de ceux qui travaillent à la SNCB et à Infrabel et avec celles-ci.

Comme je vous l'ai dit, je souhaite, de part et d'autre, un éclaircissement des critères. Moi, j'ai lu le rapport en question. Je suis arrivé un peu en retard, et vous m'en excuserez – et, il est vrai, en train. À la lecture du rapport, on apprend que les critères sont respectés. Et cela devrait vous donner à réfléchir, car cela signifie que ces institutions publiques autonomes fonctionnent selon ces critères. En revanche, je vous rejoins sur le volume des dépenses et j'y serai attentif.

Farah Jacquet:

Monsieur le ministre, je vous remercie de vos réponses. J'ai fait les calculs. Si l'on maintient ce niveau de consultance sous cette législature, même en appliquant un taux de 1,8 % par an à vos économies, il en résultera plus d'un milliard d'euros de consultance sous votre propre législature. Par conséquent, vous ne pouvez pas me répondre qu'il est normal d'engager quelqu'un qui travaille dans la consultance, alors qu'il est quand même payé jusqu'à 9 000 euros par jour! On va engager quelqu'un qui est payé jusqu'à 9 000 euros par jour pour apprendre à un cheminot qui est là depuis longtemps comment il doit accomplir son travail. Cela n'a aucun sens! C'est dépenser à tout va. Dans d'autres compétences, je ne dis pas, mais il y a un cahier des charges à respecter. Nous n'y trouvons aucune transparence, nous ne savons rien. Donc, cela ne va pas. Nous vous demandons de (…)

economie en werk

De rol van de Belgische banken in de groene transitie

Gesteld door

Les Engagés Serge Hiligsmann

Aan

Jean-Luc Crucke (Minister van Mobiliteit, Klimaat en Ecologische Transitie)

Bekijk antwoord

Serge Hiligsmann:

Monsieur le ministre. Si l'argent est le nerf de la guerre, les banques sont les leviers de la transition. Par leurs choix de financements et d'investissements, elles peuvent accélérer ou freiner la transition, orienter l'épargne du client ou du citoyen vers des projets durables, ou bien au contraire continuer à soutenir des activités intensives en énergie et en carbone.

Selon l'étude récente de Climact – commandée par vos services –, des progrès réels sont annoncés et salués. La plupart des banques intègrent désormais des critères environnementaux dans leur politique d'investissements. Elles offrent en effet des produits financiers verts mais qu'il convient de contrôler bien souvent, et même très souvent. Elles publient également leurs émissions de gaz à effet de serre, etc. Des efforts sont cependant nécessaires.

Toutefois, elles ne peuvent pas être uniquement les seuls acteurs, mais il est important de les considérer et de leur produire un cadre réglementaire cohérent et prévisible, et une vision claire sur le futur pour que leurs actions soient inscrites dans la durée. Monsieur le ministre, alors que se profile votre participation à la COP30, quelles mesures concrètes le gouvernement fédéral, que vous allez représenter, entend-il défendre pour renforcer le verdissement du secteur financier, et également contribuer à la transition écologique sur le plan international, autant qu'au niveau national?

Jean-Luc Crucke:

Monsieur le député, merci pour votre question, qui, effectivement, est une question qui repose sur un rapport extrêmement intéressant que vient de déposer Climact à la demande de mes services. Ce rapport doit, dans un premier temps, attirer notre attention sur le fait que 90 % des banques belges appliquent des critères de haute qualité en matière de respect de ce qu'on appelle la verdurisation des investissements, que ce soit par leurs placements ou également par le biais de ces fonds. Or 90 %, ce n'est pas 100 %, et il reste donc un peu de travail à faire, reconnaissons-le.

Mais par contre, ce type de rapport est une première, et je compte d'ailleurs faire en sorte que l'on rende cette initiative pérenne, dans le but de fixer annuellement un rendez-vous avec les banques et de procéder à une évaluation. C'est une manière de fonctionner qui me permet de mettre la responsabilité dans le chef des uns et des autres.

Votre questionnement aborde également le côté international. Les banques vivent en effet dans un milieu concurrentiel et elles ne sont pas seules sur la planète belge. Il est donc vrai que le bon endroit est le niveau européen, tout comme la COP où des règles peuvent être définies de manière plus consensuelle et multilatérale, pour faire en sorte qu'une fois définies, elles soient respectées par l'ensemble des institutions financières.

À la COP, je serais fier de voir que l'exemple belge en la matière, s'il était suivi par tous, est un exemple plus profitable à l'investissement vert, à la verdurisation et au climat.

Serge Hiligsmann:

Monsieur le ministre, je vous remercie pour ces compléments d'information et pour votre impact futur lors de la COP la semaine prochaine. Le gouvernement travaille bien sur un budget du courage, vu la situation financière très préoccupante de notre pays. La régulation du secteur bancaire est une opération peu coûteuse. Il est donc important que l'on y consacre énormément de potentiels, car les effets leviers qu'elle peut engendrer sont très importants pour le climat. Vous pouvez compter sur notre soutien dans votre volonté de faire avancer les choses dans les prochains mois. Comme on le dit souvent, "le Belge a une brique dans le ventre", mais beaucoup de Belges ont plusieurs briques dans les banques. Il est donc important que celles-ci puissent créer et bâtir un monde qui sera important et intéressant pour les générations futures au niveau de la transition.

internationale politiek en migratie

De Poolse weigering om te voldoen aan de solidariteitsplicht in het kader van het EU-migratiepact

Gesteld door

VB Francesca Van Belleghem

Aan

Anneleen Van Bossuyt (Minister van Asiel en Migratie, en Maatschappelijke Integratie)

Bekijk antwoord

Francesca Van Belleghem:

Mevrouw de minister, vandaag, 13 november, herdenken we de gruwelijke terreuraanslagen in Parijs. Tien jaar geleden vermoordden islamitische terroristen, onder wie Salah Abdeslam, 129 mensen en verwondden zij er meer dan 350. Tien jaar na Wir schaffen das moeten we vaststellen dat Europa vooral zichzelf heeft afgeschaft, zijn cultuur, zijn identiteit en vooral zijn zekerheid.

Intussen blijven elk jaar 30.000 à 40.000 asielzoekers naar dit land komen, op zoek naar bed, bad en brood, en dankzij minister Van Bossuyt ook naar zon, zee en strand in het asielcentrum in Bredene. De Europese Unie legt ons nu met het EU-migratiepact een valse keuze op. Ofwel vangen we nog meer asielzoekers op, ofwel betalen we 20.000 euro per geweigerde migrant. Dat pact zorgt dus voor meer migratie en meer kosten.

Andere lidstaten tonen echter dat verzet wel degelijk werkt. Finland voerde een asielstop in. Oostenrijk beperkt gezinshereniging, tegen de Europese regels in. Griekenland stuurt asielzoekers gewoon door naar ons. Polen heeft nu verklaard te weigeren extra migranten op te nemen en zal er ook niet voor betalen.

Mevrouw de minister, wanneer zult u eens kiezen voor de belangen van onze eigen burgers in plaats van slaafs de dictaten van de Europese Unie te volgen?

Anneleen Van Bossuyt:

Mevrouw Van Belleghem, ik heb gisteren in de commissie toegelicht dat bepaalde lidstaten op basis van hun specifieke situatie door de Europese Commissie zijn onderverdeeld in categorieën naargelang hun migratiedruk. Cyprus, Spanje, Griekenland en Italië vallen hieronder vanwege de acute druk aan de buitengrenzen. Polen en Tsjechië behoren tot de categorie vanwege het enorme aantal Oekraïense ontheemden.

Met betrekking tot België erkent de Europese Commissie dat het land bijzonder zwaar getroffen wordt door secundaire migratie, met een uitzonderlijke druk op ons opvangsysteem tot gevolg. Bovendien erkent de Europese Commissie dat België meer dan zijn fair share levert, het betreft dan de verhouding tussen het aantal asielzoekers dat we opvangen en ons bevolkingsaantal en bbp.

Polen behoort tot de categorie die een vermindering van bijdragen kan vragen. Het is dus niet zo dat het eenvoudigweg weigert te betalen.

België blijft een loyale Europese partner, maar ons opvangsysteem zit nog steeds overvol. We verkiezen daarom om financiële bijdragen te betalen in plaats van extra asielzoekers op te nemen. Zo helpen we lidstaten aan de buitengrenzen om structurele maatregelen te nemen, zodat er niet langer naar België wordt doorgereisd. Solidariteit kan niet zonder verantwoordelijkheid. Lidstaten die solidariteit ontvangen, moeten hun Dublinverplichtingen naleven. Wij verwachten dat zij de komende maanden tastbare vooruitgang boeken. Alleen zo kunnen we tot echte resultaten komen en blijft het Dublinsysteem werkbaar.

Wat de omvang van de solidariteitspool betreft, die wordt de komende weken verder onderhandeld tussen de lidstaten. Ik zal er alvast alles aan doen om onze eigen bijdragen zo veel mogelijk te beperken.

Francesca Van Belleghem:

Mevrouw de minister, ik had eigenlijk wel verwacht dat de N-VA tijdens de onderhandelingen over migratie haar broek zou aftrekken, maar u staat hier eigenlijk allemaal in uw blootje. Gisteren nog zei een N-VA-collega in de commissie dat de oplossing niet binnen de Europese Unie ligt, maar vandaag komt u mij het tegenovergestelde vertellen. Wie gelooft dat nog? Ondertussen blijft de realiteit keihard: 30.000 asielzoekers, 40.000 gezinsmigranten, 200.000 illegalen. Vreemdelingen zijn bovendien oververtegenwoordigd in de criminaliteit, in de werkloosheid en in de sociale uitkeringen. Mevrouw de minister, dit land is het spuugzat en ik zal mij daar altijd tegen verzetten. Dat is niet uit haat, maar uit liefde voor onze kinderen en voor onze kleinkinderen.

gezondheid en welzijn

De Waalse reportage en de mistoestanden op het gebied van de sociale uitkeringen
De RTL-reportage en het belang van het kadaster van sociale bijstand
De Waalse reportage over werklozen

Gesteld door

VB Ellen Samyn
MR Georges-Louis Bouchez
CD&V Nahima Lanjri

Aan

Anneleen Van Bossuyt (Minister van Asiel en Migratie, en Maatschappelijke Integratie)

Bekijk antwoord

Ellen Samyn:

Wie dacht dat we vorig jaar met de Pano -reportage over het leefloondossier in Anderlecht alles wel gezien hadden, vergist zich. We krijgen opnieuw een schandaal van sociale fraude en perverse prikkels voorgeschoteld, dit keer in de armste straat van Wallonië. De reacties hier zijn voorspelbaar: alle partijen zijn verbijsterd en geschokt.

Laten we echter eerlijk zijn: iedereen hier, behalve mijn fractie, heeft boter op het hoofd, want iedereen heeft dat systeem niet alleen in stand gehouden, maar ook mee verdedigd, gefinancierd en vergoelijkt, en zo dat misbruik jarenlang mogelijk gemaakt.

Dit debat gaat niet over de luie Waal, maar over een Belgisch systeem dat mensen afhankelijk maakt en werk ontmoedigt. Het is een systeem dat verkeerde prikkels bevat, zwak gecontroleerd wordt en waar fraude te vaak zonder gevolg blijft. In de reportage van Christophe Deborsu wordt dat pijnlijk blootgelegd. Mensen vertellen openlijk dat ze een burn-out veinzen om zo 2.000 euro te krijgen of dat ze liever niet meer werken omdat het met hun uitkering ook goed gaat.

Wat we bij het OCMW van Anderlecht zagen, zien we nu opnieuw: uitkeringen die bedoeld zijn als vangnet, worden misbruikt als hangmat. De armste straat van Wallonië toont dat dat geen uitzondering is.

Mevrouw de minister, hoe rechtvaardigt u dat niet werken vandaag beter loont dan wel elke dag werken?

Erkent u dat sociale fraude een uitgesproken communautair probleem is, met veel hogere misbruikcijfers in Franstalig België, en dat dat bovendien versterkt wordt door massamigratie?

Hoe zorgt u ervoor dat de strijd tegen sociale fraude niet omslaat in wantrouwen tegenover wie echt ziek en echt kwetsbaar is?

Georges-Louis Bouchez:

Madame la ministre, en télévision, on a l'habitude d'avoir des reportages pour nous expliquer à quel point l'industrie c'est mal, le capitalisme une chose affreuse, le libéralisme quelque chose de destructeur. Et, pour une fois, on a eu droit à un reportage télévisé montrant une réalité malheureusement trop présente en Wallonie mais aussi en Flandre, parce que la question notamment des malades de longue durée n'est pas une question pour laquelle la Wallonie a une spécialité. C'est un problème généralisé dans tout le pays. Et, pour une fois, un reportage nous a montré ces réalités.

Quelle est la réaction aujourd'hui? Grande panique, grande panique à gauche, plainte au Conseil Supérieur de l'Audiovisuel (CSA), plein de posts en vue de décrédibiliser le journaliste. Vous savez, ceux qui sont tellement attachés à la liberté de la presse, du jour au lendemain, ont oublié leurs grands principes. Pourquoi? Parce que ce reportage met au jour un grand problème: le business model de la misère, le business model selon lequel les syndicats peuvent prospérer en payant les allocations de chômage, les mutualités peuvent prospérer en payant des incapacités de travail parfois imaginaires, des partis politiques peuvent prospérer électoralement et, bien évidemment, des allocataires sociaux, comme une certaine Jacqueline, peuvent en fait vivre mieux que la plupart des travailleurs dans ce pays, puisqu'avec 2 400 euros net par mois, Jacqueline est au-dessus du revenu médian. Cette situation n'est pas une caricature parce qu'on la retrouve à de nombreux endroits.

(…) : (…)

Georges-Louis Bouchez:

Oui, le revenu médian est à 2 400 euros net.

Dès lors, madame la ministre, la question est très simple. L'accord de gouvernement prévoit un plafond pour qu'on ne puisse pas cumuler les allocations sociales et se retrouver à mieux gagner qu'un travailleur. À quand ce plafond et selon quelles modalités?

Nahima Lanjri:

De RTL-reportage getuigt van een immense tristesse. Een alleenstaande moeder, Laetitia, 37 jaar, heeft nog geen dag van haar leven gewerkt, maar ontvangt toch 2.700 euro aan uitkeringen. Dat is slechts één voorbeeld, maar het illustreert volgens mij een mentaliteitsprobleem. Sommigen vinden het blijkbaar niet nodig om te gaan werken, omdat de uitkering volstaat om rond te komen.

Daarnaast is er ook een beleidsprobleem. Het advies van de OCMW-voorzitter van Verviers spreekt boekdelen, want die raadt haar cliënte aan om vooral niet te gaan samenwonen met haar vriend, omdat ze dan haar uitkering zou kunnen verliezen. Misbruik? Niet gezien. Dat dat allemaal mogelijk is, komt door een jarenlang laks beleid, een beleid van laissez-aller, laissez-passer. Dat die misbruiken vooral in Wallonië voorkomen, houdt ook verband met het feit dat de PS daar lange tijd aan de macht is geweest.

Gelukkig wil de regering de misbruiken kordaat aanpakken. Collega’s, we zullen straks een wetsontwerp goedkeuren om de OCMW’s te belonen die goed werk leveren, die mensen activeren naar werk, die mensen begeleiden en die misbruiken bestrijden. OCMW's die hun werk niet naar behoren doen, zullen worden gesanctioneerd.

Toch is dat voor ons niet voldoende, want misbruiken moeten volledig verdwijnen. Het leefloon is geen blanco cheque. Wie niet wil werken of te lui is om uit bed te komen, moet zijn uitkering verliezen. Ook domiciliefraude en fraude met ziektebriefjes moeten worden aangepakt. Iemand die acht jaar ziek blijft vanwege een gebroken (…)

Voorzitter:

Ik heb drie vragen ontvangen. Mevrouw de minister, u hebt vijf minuten spreektijd om daarop te antwoorden.

Anneleen Van Bossuyt:

Mijnheer de voorzitter, bedankt voor uw gulheid.

Mevrouw Samyn, monsieur Bouchez, mevrouw Lanjri, de RTL-reportage schetst een onthutsend beeld. Sociale fraude kunnen we nooit tolereren. Dergelijk sociaal misbruik van belastinggeld heeft kunnen voortbestaan omdat er niet werd ingegrepen. Dergelijke reportages zijn niet nieuw. Om de zoveel jaar komen gelijkaardige verhalen aan het licht, maar de politiek deed niets. Met de huidige regering willen we daar eindelijk verandering in brengen. Wie onze solidariteit misbruikt, ondergraaft het hele systeem en laat mensen die echt steun nodig hebben in de kou staan.

U weet dat deze regering de excessen in het systeem wil aanpakken. Het regeerakkoord biedt ons daarvoor meerdere mogelijkheden. Heel binnenkort treedt mijn koninklijk besluit in werking om onrechtvaardige situaties inzake de leeflonen aan te pakken. Het opstapelen van leeflonen in een gezin zal beperkt worden en achterpoortjes worden gesloten. Sociale bijstand moet er immers zijn voor wie het echt nodig heeft.

Daarnaast werkt deze regering aan een ambitieus, maar ook noodzakelijk project, namelijk de uitbouw van een centraal register waarin alle vormen van sociale bijstand en voordelen worden gebundeld. Dat register geeft ons een volledig overzicht van de totale steun per persoon. Op die manier kunnen we opeenstapelingen opsporen, grenzen instellen en ervoor zorgen dat het systeem rechtvaardig blijft. Werken moet altijd meer opbrengen dan niet werken.

Le registre poursuit deux objectifs en ce sens. Le premier consiste à établir un inventaire complet de l’ensemble des avantages sociaux et des allocations. Le deuxième, le cas échéant, vise à plafonner certaines allocations afin d’éviter les pièges à l’inactivité et les excès, et à garantir que le travail soit plus rémunérateur que l’inactivité.

J'ai pris mes responsabilités en proposant la création d’un groupe de travail sur le registre central au sein de la Conférence interministérielle Intégration sociale. Soyons toutefois honnêtes, ma compétence se limite au revenu d’intégration. Sans l’implication des autres ministres et partenaires concernés, nous ne pourrons guère progresser. C’est pourquoi une collaboration étroite avec mes collègues ministres, tant au niveau fédéral que régional, est indispensable. Le registre central doit en effet regrouper l’ensemble des allocations et des avantages sociaux.

Er hebben al meerdere vergaderingen plaatsgevonden. De technische discussies zijn lopende. Het gaat om een ambitieus project, met vele partners rond de tafel.

Het regeerakkoord is duidelijk. De publieke verontwaardiging die we horen, is meer dan terecht. We moeten allemaal onze verantwoordelijkheid opnemen en vooruitgang boeken. Alleen zo zorgen we voor echte solidariteit en zeggen we neen tegen het profitariaat.

Ik reken daarbij ook op mijn collega-ministers om met evenveel ijver aan het werk te gaan. De geloofwaardigheid en het draagvlak van onze sociale zekerheid staan op het spel.

Ellen Samyn:

Mevrouw de minister, welke uitleg we hier ook krijgen, het uitkerings- en controlesysteem zit fundamenteel fout. Meer nog, het Belgische systeem zelf is fundamenteel verkeerd. Het is tijd om er afscheid van te nemen. Vlamingen betalen al decennialang voor een systeem dat nooit zal werken, omdat het geen inspanning beloont, maar een hangmatcultuur in stand houdt die alleen maar verder scheeftrekt. Dat zien we op alle vlakken van onze sociale zekerheid. Het aantal arbeidsongeschikten en werklozen ligt in Wallonië en Brussel veel hoger dan in Vlaanderen. Van de uitkeringen in Vlaanderen, zoals het leefloon, gaat bovendien de helft naar mensen met een nationaliteit buiten de Europese Unie. Van alle leeflonen gaat amper 14 % naar Vlamingen.

U en uw partij weten dat, maar u wilt het niet toegeven. België is langdurig ziek en werkloos en wordt door uw N-VA kunstmatig in leven gehouden.

Georges-Louis Bouchez:

Merci, madame la ministre, pour votre réponse.

Je voudrais juste ajouter une chose à l'intention de ceux qui nous disent que ce reportage ne concerne que quelques cas exceptionnels. Apprenez qu'en Belgique, aujourd'hui, nous avons le double de travailleurs malades en pourcentage de population active par rapport à d'autres pays. En effet, un peu plus de 7% de notre population active est en maladie, contre entre 3,5 et 4,5% en France, aux Pays-Bas et en Allemagne. Rien ne peut expliquer une telle situation.

À ceux qui diront, puisque nous avons dénoncé cette situation pendant la campagne, que nous faisons preuve de mépris, je voudrais répondre que le vrai mépris, c'est cette situation de notre pays où des personnes se lèvent à cinq heures du matin pour aller travailler et donnent à l'État entre 60 et 70 % de leurs revenus via des impôts, des cotisations sociales et des taxes en tout genre, pour financer des personnes qui déclarent sans aucune honte n'avoir jamais travaillé et en fin de compte gagner mieux au quotidien. Cela doit changer. Le travail doit revenir au cœur de la société.

Nahima Lanjri:

We hebben een socialezekerheidssysteem waar we fier op mogen zijn, maar ik vergelijk het altijd met een kar. Iedereen die kan werken, moet werken en die kar trekken of duwen. Enkel wie de pech heeft tijdelijk werkloos te zijn of ziek te zijn, mag op de kar zitten. Natuurlijk, als mensen dat systeem misbruiken en als zelfs mensen die niet ziek zijn en fraudeurs op de kar gaan zitten, dan zal de kar van de sociale zekerheid niet meer bollen. Dat moeten we aanpakken. In Vlaanderen wordt dat al vrij goed gedaan. In Antwerpen zien we bijvoorbeeld dat meer dan 80 % van de leefloners een sociaal contract heeft, een GPMI. We zien dat niet overal. We zien dat niet overal in Wallonië. Het is tijd om daar een tandje bij te steken, zodat we de misbruiken kunnen aanpakken. Alleen als we de misbruiken aanpakken, kunnen we blijven rekenen op de solidariteit van de mensen die om 5 uur opstaan om te gaan werken en die effectief iets bijdragen voor zij die niet kunnen werken, met pensioen zijn of ziek zijn. Al degenen die wel kunnen werken, moeten echter ook gaan werken.

klimaat, energie en landbouw

De energieafhankelijkheid van onze bedrijven en de impact op ondernemen en innovatie

Gesteld door

N-VA Bert Wollants

Aan

Mathieu Bihet (Minister van Energie)

Bekijk antwoord

Bert Wollants:

Mijnheer de minister, de energiekosten swingen de pan uit. Dat betekent dat een groot aantal bedrijven het water aan de lippen staat. Deze regering heeft zich geëngageerd om daar iets aan te doen, om in te grijpen.

Laat ons eerlijk zijn, een stijging met 80 % van de netkosten is niet zomaar draagbaar. Daar moet dus iets aan gebeuren. Iedereen is het er eigenlijk over eens dat die kosten moeten worden aangepast en dat we absoluut moeten ingrijpen.

Mijnheer de minister, de stunt van de vorige regering om snelsnel een regeling te treffen, blijkt nu aan elkaar te hangen met spuug en paktouw. Daar moet een grondig antwoord op komen. Het kan dus niet bij woorden blijven, het moet ook over daden gaan. U moet dus ook heel erg hard aan de slag gaan om tot een oplossing te komen, want het duurt allemaal al veel te lang.

Er liggen een aantal oplossingspistes op tafel waaraan moet worden voortgewerkt. Dat mag echter niet het einde van het verhaal zijn. We moeten aan de slag met die pistes. Energiekosten die torenhoog zijn bedreigen immers onze industrie en ons maatschappelijk weefsel. Daar moet dringend iets aan gebeuren.

We moeten ter zake vooruitgang boeken. We hebben er vertrouwen in dat u er alles aan doet om dat te realiseren, maar we moeten absoluut vooruitgaan. Wij willen ook daden zien.

Daarom heb ik enkele vragen.

Hoe wilt u ervoor zorgen dat er zo snel mogelijk resultaat wordt geboekt, zodat onze bedrijven en onze welvaart worden beschermd?

Kunt u zich ertoe engageren om vóór eind 2025 duidelijkheid te scheppen voor een aantal bedrijven, zodat zij weten wat zij kunnen verwachten en hun toekomst hier kunnen verzekeren?

Mathieu Bihet:

Mijnheer Wollants, zoals u weet, is de kern van het regeerakkoord de versterking van de competitiviteit van onze bedrijven, met behoud van de koopkracht van de gezinnen. Om dat te bereiken moeten we op verschillende elementen inzetten. Ten eerste, een energienorm voor onze energie-intensieve bedrijven; ten tweede, een pragmatische taxshift op energieproducten; en ten derde, massale investeringen in de capaciteit en het net.

Wat de energienorm betreft, de oorspronkelijke piste kon niet worden uitgevoerd omdat de wettelijke basis nooit bij de Europese Commissie werd aangemeld. Daarom liggen er, zoals u weet, binnen de regering twee nieuwe pistes op tafel. We mogen daarbij niet vergeten dat het regeerakkoord duidelijk bepaalt dat die steun geen nadeel mag vormen voor andere netgebruikers en dat ze gekoppeld moet worden aan inspanningen op het vlak van decarbonisatie.

De oplossing is dus geen of-of-, maar een en-enaanpak: zowel competitiviteit als koopkracht, zowel ondersteuning als investeringen en zowel rationaliteit als ambitie om onze industriële basis te versterken, de werkgelegenheid te behouden en de energietransitie te verzekeren.

Bert Wollants:

Mijnheer de minister, het is bijzonder belangrijk dat we nu eindelijk snelheid maken. De vorige regering heeft op dat vlak enorm veel tijd verloren en heeft ervoor gezorgd dat we in een heel nadelige positie zijn terechtgekomen. Dat moeten we nu rechttrekken. Dit is iets waarmee we aan de slag moeten gaan, maar het is dringend.

Ik begrijp dat het complex is, maar we moeten hier voortgang maken, want de industrie zit daarop te wachten. We zien dat er vandaag al jobs verloren gaan en dat het moeilijk is om investeringen aan te trekken. We moeten dat omdraaien. Onze welvaart hangt daarvan af.

Ik zal u daarom blijven aanmoedigen opdat we eindelijk een lans breken voor de industrie die de welvaart in dit land en in Vlaanderen vooruithelpt.

Voorzitter:

Hiermee sluiten we het vragenuurtje af. Collega's, er rest u nog ongeveer een kwartier om uw stem uit te brengen voor de aanduiding van een Nederlandstalig plaatsvervangend lid van het Comité I.

Voorstellen en Ontwerpen

De voorstellen en wetsontwerpen die besproken werden tijdens deze vergadering en de bijbehorende stemmingen.

Verslag

Voorstel van resolutie tot ondersteuning van de kandidatuur voor de bouw van de Einsteintelescoop in de Euregio Maas-Rijn

2 stemmingen

Verslag aangenomen

Wetsontwerp

Wetsontwerp tot wijziging van artikel 10 van de wet van 26 juli 1996 tot bevordering van de werkgelegenheid en tot preventieve vrijwaring van het concurrentievermogen

2 stemmingen

Wetsontwerp aangenomen

Wetsontwerp

Wetsontwerp tot goedkeuring van de algemene rekening van het algemeen bestuur en van de algemene rekeningen van de administratieve openbare instellingen met ministerieel beheer en van de administratieve diensten met boekhoudkundige autonomie van het jaar 2024

1 stemming

Wetsontwerp aangenomen

Wetsontwerp

Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, met het oog op de gedeeltelijke omzetting van de Richtlijn (EU) 2024/1265

1 stemming

Wetsontwerp aangenomen

Wetsontwerp

Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 16 mei 2003 tot vaststelling van de algemene bepalingen die gelden voor de begrotingen, de controle op de subsidies en voor de boekhouding van de gemeenschappen en de gewesten, alsook voor de organisatie van de controle door het Rekenhof, met het oog op de gedeeltelijke omzetting van de Richtlijn (EU) 2024/1265

1 stemming

Wetsontwerp aangenomen

Wetsontwerp

Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 16 maart 1994 betreffende het statuut en de bezoldiging van het onderwijzend personeel van de Koninklijke Militaire School

1 stemming

Wetsontwerp aangenomen

Wetsontwerp

Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 15 mei 2007 tot erkenning en bescherming van het beroep van auto-expert en tot oprichting van een Instituut van de auto-experts (I)

2 stemmingen

Wetsontwerp aangenomen

Wetsontwerp

Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 15 mei 2007 tot erkenning en bescherming van het beroep van auto-expert en tot oprichting van een Instituut van de auto-experts voor wat betreft het beroep tegen de verkiezingsresultaten (II)

1 stemming

Wetsontwerp aangenomen

Stemmingen

Deze vergadering bevatte geen stemmingen.

Popover content