Plenaire vergadering op 4 december 2025
Beknopte versie
Hoe werkt dit?
De beknopte versie gebruikt artificële intelligentie om tekst samen te vatten. De samengevatte teksten zijn dus geen uitspraken van echte mensen. De teksten kunnen foutief zijn en/of aan nuanceverlies lijden ten opzichte van de originele teksten. Deze teksten zijn onderlijnd in het paars.
Van 14h18 tot 18h21 (4 uur en 3 minuten)
12 vragen, 12 voorstellen, 12 stemmingen
Volledig verslag op dekamer.be
Aanwezigheid
132/150 (88%)
Afwezigen
De volgende 18 kamerleden waren afwezig bij tenminste de eerste naamstemming. Het is mogelijk dat deze kamerleden alsnog aanwezig waren vanaf de tweede naamstemming of later. Het is ook mogelijk dat de kamerleden uitgesloten waren bij de eerste stemming voor een legitieme reden.
Groen
Staf Aerts
Groen
Meyrem Almaci
MR
Hervé Cornillie
MR
Charlotte Deborsu
MR
Pierre Jadoul
N-VA
Michael Freilich
Open Vld
Steven Coenegrachts
Open Vld
Irina De Knop
PS
Paul Magnette
PVDA-PTB
Kemal Bilmez
PVDA-PTB
Greet Daems
PVDA-PTB
Roberto D'Amico
PVDA-PTB
Sofie Merckx
PVDA-PTB
Nadia Moscufo
PVDA-PTB
Robin Tonniau
VB
Britt Huybrechts
VB
Kurt Ravyts
VB
Reccino Van Lommel
Vragen
De vragen die gesteld werden tijdens deze vergadering.
Euroclear
Euroclear
Euroclear
De beslissing van de EU met betrekking tot Euroclear
Euroclear
De toespraak van de eerste minister in het Paleis voor Schone Kunsten
Het EU-plan voor de Russische tegoeden
De impact van de activatie van de Russische tegoeden bij Euroclear op de Belgische begroting
De bevroren Russische tegoeden en Oekraïne
België, Euroclear en de impact van bevroren Russische tegoeden op de EU en Oekraïne
Gesteld door
N-VA
Wim Van der Donckt
N-VA
Jean-Marie Dedecker
CD&V
Koen Van den Heuvel
MR
Georges-Louis Bouchez
PVDA-PTB
Raoul Hedebouw
Open Vld
Sandro Di Nunzio
VB
Wouter Vermeersch
Groen
Dieter Vanbesien
DéFI
François De Smet
Aan
Bart De Wever (Eerste minister), Vincent Van Peteghem (Minister van Begroting)
Bekijk antwoord
Alexia Bertrand:
Mijnheer de voorzitter, u hebt onze vraag onterecht samengevoegd met andere vragen. Collega Di Nunzio wil een vraag stellen over de volgende uitspraak van de premier in de Bozar: "Het is niet wenselijk dat Rusland de oorlog verliest." Alle andere vragen gaan over Euroclear. Daarom hebt u onze vraag daaraan onterecht toegevoegd. Wij verzoeken dat de vraag van collega Di Nunzio apart wordt behandeld.
Voorzitter:
Mevrouw Bertrand, de titel is "De uitspraken van de premier over de oorlog in Oekraïne". Het lijkt me dat dat er enigszins in past. Ik kan me vergissen, maar dat lijkt me toch te passen in het kader van de andere vragen.
Mijnheer de premier, ik nodig u uit om vooraan plaats te nemen. De heer Van der Donckt is de eerste vraagsteller.
Alexia Bertrand:
Mijnheer de voorzitter, ik hoor wat u zegt, maar alle andere vragen hadden als titel "Euroclear". Onze vraag gaat niet over Euroclear, voor alle duidelijkheid.
Wim Van der Donckt:
Mijnheer de eerste minister, collega's, van de grootste ondernemer in dit land tot de hardwerkende arbeider, iedere Belg zal de gevolgen voelen als Europa lichtzinnig omspringt met de Russische tegoeden bij Euroclear.
Wat vandaag nog wordt voorgesteld als een louter technisch financieel debat, kan morgen uitmonden in economische schade, sociale onrust en geopolitieke escalatie. Dat is helaas geen doemdenken. Nog deze ochtend verscheen een duidelijke waarschuwing van voormalig Russisch president Medvedev, die de woorden casus belli in de mond nam, aanleiding voor oorlog.
De boodschap is overduidelijk, de situatie is ernstig. De gevolgen kunnen België rechtstreeks en aanzienlijk treffen. Laat dat even bezinken. Tegen die achtergrond is het opvallend hoe Commissievoorzitter Ursula von der Leyen stellig zegt dat bijna alle Belgische bezwaren zouden zijn weggewerkt. Bijna, dat is geen detail, het is net de kern van het probleem, want wat vandaag ontbreekt, is een sluitende, afdwingbare en collectieve garantiestelling. Europese solidariteit mag geen holle slogan zijn. De voorstellen die nu op tafel liggen, blijven te vaag en te vrijblijvend. Het gaat hier over honderden miljarden euro's. Dat is het equivalent van het pensioen van alle Belgen samen gedurende verschillende jaren.
Mijnheer de eerste minister, gelukkig blijven u en uw regering in deze moeilijke situatie standvastig. Ik heb dan ook maar één vraag. Kunt u het belang van uw terechte verzet toelichten in deze Kamer, het hart van onze democratie?
Jean-Marie Dedecker:
Premier, ik heb er geen enkel probleem mee om het spaarvarken van 185 miljard euro van de Russen en Poetin te laten slachten. Ik heb daar mijn redenen voor. Ten eerste, het is het geld van de Russische maffia en van de kleptocratie van de bende stelende oligarchen. Ten tweede, Poetin heeft zelf alle Westerse bedrijven geannexeerd, zonder één euro schadeloosstelling. Ten derde, hij heeft voor duizenden miljarden euro schade in Oekraïne aangericht en mensen vermoord.
Ik kom dan bij het belangrijkste punt. Als wij het niet verbeurdverklaren, gaat die andere maffialeider, Trump, ermee aan de haal, want ik heb gezien dat het een onderdeel is van zijn 28 puntenplan voor de vrede. Hij wil de helft van die middelen inpalmen en de andere helft aan zijn maffiavriend in Rusland teruggeven.
Ik ben het echter voor 100 % eens met u, premier, dat u spijkerharde garanties moet krijgen, zeker wanneer uw arm straks door de Europese mandarijnen wordt omgewrongen. De laffe houding van Europa is al jaren bekend. We hebben een kort geheugen. Misschien waren sommigen nog niet geboren, maar in 1994, bij de onafhankelijkheid van Oekraïne, was dat land de derde grootste nucleaire macht ter wereld. De Amerikanen hebben de kernwapens voor 4 miljard dollar opgekocht en aan Rusland teruggegeven.
Daar stond één voorwaarde tegenover, met name dat Europa, Frankrijk, Duitsland, Engeland en de Amerikanen bescherming aan de Oekraïners zouden bieden. Twintig jaar later stonden de Russen in de Krim. Wat hebben de Duitsers gedaan? Schröder, de voorzitter van Gazprom, zei: wir schaffen das. Wat hebben we gedaan? Niets. We hebben over ons heen laten lopen in Europa.
Als u geld geeft, als u geld moet geven, vraag dan spijkerharde garanties, want ik vertrouw niemand in deze zaak.
Koen Van den Heuvel:
Collega’s, wat zich rond Euroclear afspeelt, duwt ons land in het oog van een storm. De Europese Commissie blijft aandringen op een lening voor Oekraïne, gefinancierd door de bevroren Russische tegoeden bij Euroclear.
Laat mij echter duidelijk zijn: voor ons is het onmogelijk dat we dat zonder ijzersterke garanties toelaten. Ik denk niet dat we daardoor asociaal of onredelijk zijn. Als dit doorgaat, is het immers niet alleen nefast voor de financiële stabiliteit van ons land, maar ook voor de financiële stabiliteit van de hele eurozone. Ik heb het dan nog niet gehad over de financiële geloofwaardigheid van ons land. Wie zal immers nog investeren of zijn geld beleggen in een land dat zich niet aan de afspraken houdt?
Voor ons is het dan ook duidelijk: wij zien geen enkele reden waarom België dit risico alleen moet dragen. Wij geven geen blanco cheque die nefast zal zijn voor elke Belgische belastingbetaler. Voor cd&v is het duidelijk, wij hebben nood aan Europese samenwerking, zeker om de vele uitdagingen van de 21 ste eeuw aan te pakken en om Oekraïne te steunen tegen de Russische tirannie. Dat mag echter niet betekenen dat België te veel alleen moet dragen. Dat is niet de Europese samenwerking die wij willen.
Beste collega’s, dit dossier vraagt eensgezindheid. Dit dossier overstijgt alle partijgrenzen. Dit is de strijd van de voltallige Belgische regering, want dit dossier belangt het hele land aan. Beste premier, beste minister Prévot, cd&v roept u duidelijk op om te volharden en te weerstaan aan de buitenlandse druk, zelfs wanneer die de volgende dagen intenser wordt. Zonder ijzersterke (...)
Georges-Louis Bouchez:
Monsieur le premier ministre, 65 milliards d'euros russes sont actuellement gelés, et 193 milliards immobilisés. On parle d'un montant total de 250 milliards d'euros sur notre territoire, soit beaucoup plus que le budget du gouvernement fédéral pour une année.
Les propositions de la Commission européenne de saisir ces actifs ou de les utiliser comme garantie comportent au moins trois risques majeurs pour notre pays. Le premier est un risque financier, puisque, à tous les coups, nous perdrions sur le plan juridique si la Russie devait entamer des actions. Ce serait un précédent inédit et une violation de la propriété privée, qui ne se justifie pas dans ce cas.
Le deuxième est un risque politique, un risque pour notre réputation. Comment faire encore confiance à la Belgique si, lorsque des avoirs étrangers se situent dans notre pays, ils peuvent être confisqués quelle que soit la situation? Cela engage le futur d'Euroclear sur notre territoire.
Il y a enfin un dernier risque sécuritaire, puisque des représailles seraient à craindre pour notre pays, qui n'est pas un belligérant dans ce conflit, en tous les cas à ce stade.
Par ailleurs, monsieur le premier ministre, aujourd'hui, l'Europe veut mobiliser des moyens de manière légitime, mais est totalement absente du processus politique qui doit conduire à un cessez-le-feu et à la paix. En outre, l'Ukraine est sujette à des faits de corruption extrêmement graves.
Alors, aujourd'hui, nous voulons affirmer à quel point notre soutien à l'Ukraine est total, mais il ne peut pas être aveugle et irresponsable.
Raoul Hedebouw:
Monsieur le premier ministre, vous avez raison de tenir tête à la Commission européenne et à Ursula von der Leyen. Cette pression exercée sur notre pays est vraiment intolérable. Elle l’est parce que le danger est multiple si nous acceptons cette décision de confisquer les avoirs russes détenus ici par Euroclear.
Pourquoi est-elle dangereuse? Je suis franchement d’accord avec votre raisonnement, elle est dangereuse pour la Belgique car ce sont bien nous qui devrons payer. Les autres pays européens ne donnent aucune garantie.
Elle est aussi dangereuse pour la stabilité de tout le système financier européen. Quel pays du monde sera prêt à investir ici si, en fonction des intérêts géostratégiques européens, nous décidons de confisquer les avoirs? C'est fou! Cela reviendrait à dire, par exemple, que nous confisquons les avoirs de la Russie mais pas ceux des Israéliens.
Je suis votre raisonnement, cette stabilité est importante. Ici, on entend dire à légère que la stabilité de l’économie mondiale importe peu, mais ce sont les travailleurs qui vont en payer le prix. Monsieur le premier ministre, vous avez raison, nous ne pouvons pas mettre en danger tout le système économique qui est basé sur la confiance et sur la sécurité juridique.
Par ailleurs, le jusqu’au-boutisme de la guerre est aussi un danger. C’est clair! Cela fait des années que nous répétons que l’idée selon laquelle davantage d’armes et davantage de guerres pourraient créer la paix est illusoire. Cela n’arrivera pas.
Plutôt que de laisser à Trump la possibilité de tout négocier au profit des multinationales américaines, réfléchissons un instant à notre autonomie stratégique européenne. Cessons de courir derrière les Américains et derrière la guerre. Cela ne fonctionnera pas ainsi!
Dans ce sens, monsieur le premier ministre, nous vous soutenons et nous espérons que les autres partis maintiendront également leur soutien car la pression sera énorme.
Sandro Di Nunzio:
Mijnheer de eerste minister, mijn vraag gaat niet over Euroclear. Daar zijn we het over eens. Ze gaat wel over het volgende.
"Qui croit vraiment que la Russie va perdre en Ukraine? C'est une fable, une illusion totale. Ce n'est même pas souhaitable qu'elle perde."
Wie gelooft er echt dat Rusland de oorlog in Oekraïne zal verliezen? Dat is een fabel. Het is een illusie. Het is zelfs niet wenselijk dat Rusland verliest. Dat waren uw woorden in Bozar op maandagavond tijdens de Grandes Conférences Catholiques. Ik was stomverbaasd, mijnheer de eerste minister, om te moeten lezen in de Franstalige pers dat het zelfs niet wenselijk is dat Rusland verliest.
We zitten intussen in het vierde jaar van de oorlog tegen Oekraïne. België heeft de Russische agressie van bij de invasie, van meet af aan scherp veroordeeld. Voor ons is Oekraïne een vrij, een soeverein en een onafhankelijk land en geen deel van Rusland. U zei evenwel dat het niet wenselijk is dat Rusland de oorlog in Oekraïne verliest. U stelde bovendien dat het een fabel is te geloven dat Rusland kan verliezen. Onvoorstelbaar.
Daarnaast sprak u ook over rechtstreekse boodschappen vanuit Moskou ten aanzien van ons land en ten aanzien van uzelf dat u het voor de eeuwigheid zou voelen als Russische tegoeden in beslag zouden worden genomen. Ik heb daaromtrent een aantal vragen voor u, meneer de minister.
Ten eerste, sprak u namens uzelf of namens ons land toen u die uitlatingen deed?
Ten tweede, kunt u bevestigen dat het standpunt van België ongewijzigd blijft?
Ten derde, wanneer u spreekt over dreigementen, wat is de exacte inhoud van die dreigementen? Hoe hebben die dreigementen u bereikt? En vooral, en niet onbelangrijk, heeft die intimidatie vanuit Moskou de positie van ons land beïnvloed?
Wouter Vermeersch:
Mijnheer de premier, men zegt wel eens dat de Europese Unie geen ideologie heeft. Nochtans heeft de Europese Commissie een talent dat heel wat communistische economen jaloers zou maken, want ze kan een onteigening verkopen als solidariteit. Communisten pakten vroeger tractoren en landbouwgronden af; Europa pakt gewoon 190 miljard euro. De communisten hadden nog de eerlijkheid om te zeggen dat ze uw bezittingen kwamen afpakken. De Commissie verpakt het als een Oekraïneplan.
Europa wil de geblokkeerde tegoeden bij Euroclear gebruiken als onderpand voor leningen aan Oekraïne. Dat houdt gigantische risico’s in voor de burgers in dit land. Niet alleen wijst Rusland erop dat dit een oorlogsdaad is. Ook de Europese Centrale Bank weigert mee te stappen in dat juridische drijfzand. Dat wil wel iets zeggen, collega’s. Eén verkeerde zet en het vertrouwen in Euroclear, het eurosysteem en het financiële systeem stort in. Experts waarschuwen bovendien dat België in het ergste scenario zelfs failliet kan gaan wanneer Rusland stappen zet en wij moeten terugbetalen. Het gaat om een som die overeenkomt met een derde van de volledige economie van dit land.
Europa luistert niet naar die terechte bezorgdheden. In plaats daarvan zoekt de Europese bemoeibrigade van de Europese Commissie nu een manier om dit land buitenspel te zetten door de unanimiteitsregels te omzeilen. Met andere woorden, uw Europese schoonmoeder, Ursula von der Leyen, wil u schaakmat zetten. Ze wil uw veto en daarmee de bescherming van de belastingbetaler in dit land gewoon uitschakelen.
Mijnheer de premier, de vraag is eenvoudig, maar dringend. Kunt u ons garanderen dat u niet zult buigen voor uw Europese schoonmoeder?
Dieter Vanbesien:
Mijnheer de premier, we zitten in vieze papieren. Er hangt een zwaard van Damocles boven ons hoofd, een zwaard dat ons mogelijk heel hard kan treffen, zowel op financieel als op juridisch vlak. U eist hiervoor onvoorwaardelijke solidariteit van de andere Europese landen en dat is zeer terecht. U hebt daarin gelijk.
Er is echter een aspect aan deze problematiek dat ervoor zorgt dat de andere landen hun stekels opzetten. Elk jaar krijgt ons land 1,2 miljard euro extra inkomsten omwille van de Russische miljarden die bij Euroclear staan. Dat is geld dat we niet ontvangen op basis van onze eigen economie, maar dat we alleen krijgen omdat Oekraïne zich, met een grote menselijke kostprijs, verweert tegen de Russische illegale invasie en vecht voor de democratie in Europa.
Dat is het enige geld dat ons land bijdraagt aan de strijd in Oekraïne en dan nog zonder veel transparantie. Het geld wordt verstopt in het grote budget van Defensie, met de belofte dat het zal worden gebruikt voor militaire steun aan Oekraïne. Er was een afspraak met Europa om dat geld in een Europees fonds voor Oekraïne te storten, zodat voor iedereen transparantie bestaat over de besteding ervan, maar u doet dat niet. Natuurlijk irriteert dat de andere lidstaten. Het betekent ook dat ons land tot op vandaag nog geen enkele euro aan eigen middelen heeft besteed aan hulp voor Oekraïne, in tegenstelling tot de andere Europese landen. Ook dat irriteert de andere lidstaten.
Waarom investeert ons land geen eigen middelen in de strijd tegen Rusland en in de verdediging van onze democratie? Los dat probleem op, toon solidariteit en dan zal het begrip van de andere landen voor onze situatie groeien.
François De Smet:
Monsieur le premier ministre, j'ai déjà dit voici quinze jours que j'étais solidaire de votre position, mais je sens quand même une petite musique qui est en train de monter et qui m'inquiète. "Pourquoi se bat-on?" demandent certains. Eh bien, on se bat pour qu'une nation européenne nommée "Ukraine" reste libre – libre de son destin – et respectée dans ses frontières, pour que ses civils cessent d'être bombardés chaque jour, pour qu'en 2025 les frontières en Europe ne puissent pas être changées par la force parce que, sinon, ce serait la défaite du droit international. On se bat pour que la Russie de M. Poutine comprenne qu'elle ne peut pas attaquer ses voisins, terroriser ses opposants et perturber les démocraties européennes en imaginant qu'elles resteront sans réaction. On ne soutient pas l'Ukraine par simple devoir moral, mais parce qu'il s'agit aussi de notre sécurité et que la guerre hybride, qu'on le veuille ou non, a déjà commencé. C'est pour toutes ces raisons que le soutien à l'Ukraine est essentiel. Il ne s'agit pas tellement de les rendre forts sur le théâtre de la guerre, mais de les rendre forts pour qu'ils puissent négocier la paix.
Donc, comme je l'ai déjà dit ici, je comprends que la Belgique demande de manière préférentielle un emprunt européen, comme ce fut le cas pour le covid. Je comprends qu'à défaut, la Belgique réclame des garanties extrêmement fortes et qu'elle ne soit pas toute seule à devoir en payer d'éventuelles conséquences. Cependant, prenons garde: ne véhiculons pas le doute et le défaitisme, par exemple en déclarant que la Russie ne perdra jamais cette guerre.
Dès lors, monsieur le premier ministre, ma demande est très claire. Oui, obtenez les garanties pour protéger notre pays et partager les risques. Mais, dans le même temps, réitérons clairement notre soutien à l'Ukraine et disons avec force que les intimidations de M. Poutine ne fonctionnent pas.
Voorzitter:
Bedankt, collega’s. Merci, chers collègues.
Mijnheer de premier, u krijgt zoals gezegd iets meer spreektijd voor uw antwoord. Ook de vraagstellers zullen wat meer tijd krijgen voor hun replieken.
Bart De Wever:
Merci, chers collègues, pour vos questions.
Il s'agit en effet d'une question extrêmement importante pour ce pays, une question que je soulève depuis déjà un certain temps au niveau européen. L'utilisation des avoirs immobilisés chez Euroclear pourrait avoir des conséquences potentiellement néfastes, tant pour ce pays que pour l'Europe dans son ensemble. Il existe de nombreuses objections légitimes concernant la légalité d'une telle opération, ainsi que sur les conséquences pour la confiance dans notre système financier et dans l'euro en tant que monnaie de réserve.
Indépendamment encore de toutes ces objections, le gouvernement a toujours posé trois conditions claires avant même d'envisager d'approuver une telle opération. La première condition est une mutualisation de l'ensemble des risques. La Belgique ne peut et n'acceptera jamais d'assumer seule les risques d'une telle opération. Il est important ici de préciser qu'il s'agit du risque total. En vertu des accords bilatéraux existants de protection des investissements, les indemnités pour l'expropriation illégale peuvent en effet largement dépasser la valeur des actifs et inclure des intérêts composés ainsi que des bénéfices non réalisés. Pour nous, les garanties doivent donc, dès le premier jour, couvrir toutes les obligations financières potentielles.
De tweede voorwaarde is een liquiditeits- en risicobescherming. Euroclear moet kunnen beschikken over de betrokken middelen voor het geval dat en op het moment dat het nodig zou zijn.
Een eerste mogelijk geval doet zich voor als het bedrijf het voorwerp zou worden van Russische tegenmaatregelen – dat zal zeker gebeuren – waarvan de financiële schade gedekt zal moeten worden, onmiddellijk. Ik zwijg dan nog over de tegenmaatregelen die Rusland of met Rusland bevriende landen zouden kunnen opleggen tegen anderen, burgers of bedrijven uit dit land of andere lidstaten van Europa.
Een tweede mogelijk geval is dat het bedrijf de tegoeden aan de Russische centrale bank moet terugbetalen. Dat kan het gevolg zijn van rechtspraak of arbitrage en het kan eventueel het gevolg zijn van een vredesakkoord. Het is uiteraard in die zin dat u mijn woorden moet begrijpen. Die oorlog zal op een gegeven moment stoppen. Tegoeden gaan verloren als landen in de klassieke militaire zin een oorlog verliezen. Ik meen dat niemand in de Kamer gelooft dat dit het einde van de oorlog zal zijn, en dus moeten we er ernstig rekening mee houden dat bij een eventueel vredesakkoord er ook een beschikking zal zijn over die tegoeden. Dat is het enige wat ik heb gezegd. Ik vind het beneden alles dat het uit de context wordt getrokken. (Applaus)
Als er mensen zijn die het een goed idee vinden dat een kernmacht militair onder de voet wordt gelopen, met alle gevolgen van dien, moeten ze dat hier vooral zeggen. Dat getuigt van weinig geopolitiek inzicht.
Alleszins, als Euroclear met een liquiditeitsprobleem komt te zitten, heeft dat gigantische gevolgen voor de globale financiële markt. Dat werd onlangs nog bevestigd door de voorzitter van de ECB, die overigens zelf weigert om het risico van zo’n reparation loan te dekken. Al het nodige geld, de nodige liquiditeiten, moet er dus zijn, onmiddellijk, ter beschikking.
De derde voorwaarde is dat er sprake moet zijn van een billijke lastenverdeling. Het is niet meer dan logisch dat alle lidstaten die over Russische staatsactiva beschikken, in die operatie bijdragen. Men moet die middelen proportioneel en pro rata opvragen bij alle betrokken instellingen binnen het Europees grondgebied en idealiter ook ruimer dan het Europese grondgebied, zoals Lagarde aanbeveelt, met name in betrokken landen die behoren tot de coalition of the willing.
Het voorstel dat de Europese Commissie gedaan heeft, zet wel degelijk stappen in de richting van onze drie voorwaarden, maar voldoet nog niet aan de minimumvoorwaarden die ik zopas heb geschetst, en derhalve kan dat voorstel niet rekenen op de goedkeuring van onze regering en van ons land. (Applaus)
Wij stellen absoluut geen onredelijke eisen. Ieder land in onze situatie zou exact dezelfde eisen stellen. Dat wordt mij ook telkens zo toevertrouwd door menig regeringsleider rond de Europese tafel. Wij zijn bovendien constructief over de fond van de zaak en wijzen op mogelijke alternatieven om in de financiering van Oekraïne te voorzien.
Er mag immers geen enkele twijfel over bestaan. Ons land staat pal achter Oekraïne en wil het nodige doen om dat land sterker en verder te ondersteunen.
Ik betreur het derhalve ten zeerste dat er internationaal allerlei insinuaties en fakenieuws circuleren die ons proberen onder druk te zetten door het tegendeel te beweren. Ik betreur nog meer dat hier één fractie meent op die kar te moeten springen.
Wij zijn loyale Europeanen. Wij staan loyaal achter Oekraïne. Wij zullen altijd kiezen voor vrede, vrijheid en democratie. Wij zijn bereid om daarvoor offers te brengen. Men mag van dit land echter niet het onmogelijke vragen. Dat is de houding van de regering en ik hoop daarvoor de steun te krijgen van het voltallig Parlement. ( Applaus )
Wim Van der Donckt:
Dank u voor dat krachtige antwoord, mijnheer de eerste minister. Als N-VA’er had ik ook niets anders van u verwacht.
Collega’s, dit is hoe echt leiderschap eruitziet: opkomen voor onze werknemers, onze bedrijven, onze spaarders en onze welvaart, onze veiligheid. Dat is exact wat u doet, mijnheer de eerste minister.
Laat u niet afleiden door goedkope spot, valse insinuaties alsof we losers zouden zijn en karikaturale verwijzingen naar onder meer Don Quichot. Zulke opmerkingen dienen het inhoudelijke debat absoluut niet.
Ik geef u een raad. Blijf uzelf, rustig en standvastig. In dezen mag u zelfs koppig zijn. We rekenen op u.
Jean-Marie Dedecker:
Mijnheer de eerste minister, ik ben het honderd procent eens met uw standvastigheid en met uw argumenten. Het is perfect mogelijk om voor die bedragen een herstellening aan Oekraïne te geven, op één voorwaarde: dat al die landen van de coalition of the willing – wat een fantastisch woord – die ook over ontzettend veel geld beschikken, dat ook consequent doen. Inzake de coalition of the willing , er staat 28 miljard van de Russen in Japan, 15 miljard in Canada, 10 miljard in Luxemburg, 27 miljard in het Verenigd Koninkrijk, 19 miljard in Frankrijk en zelfs 4 miljard in Amerika.
U hebt gelijk, premier. We mogen de dreiging van de unanimiteit van die Europese mandarijnen, die schrik hebben van Orbán en Fico in Slovakije, nooit aanvaarden. Als zij een herstellening geven, moeten we een solidaire borgstelling voor de terugbetaling van die lening tekenen. Ik denk dat Oekraïne daarmee wel gediend kan zijn.
We mogen niet vergeten dat Oekraïne vandaag de grenzen van onze vrijheid en van Europa verdedigt. Dat vergeten wij te vaak.
Koen Van den Heuvel:
Mijnheer de premier, ik dank u voor uw antwoord.
Voor ons is het heel duidelijk. We moeten pal achter Oekraïne blijven staan en we moeten blijven geloven in de Europese samenwerking, niet alleen voor Oekraïne, maar voor de vele andere uitdagingen. Maar dat mag inderdaad niet blindelings gebeuren. We zijn daarmee niet asociaal of onredelijk, zoals ik daarnet al heb gezegd. De financiële gezondheid en financiële stabiliteit van ons land en van Europa is in het geding en dat is ook heel belangrijk voor elke inwoner van ons land. Wij zeggen daarom heel duidelijk dat dit dossier niet zonder garanties kan passeren. U hebt ze opgesomd: gelijke risicoverdeling, voldoende liquiditeitsvereisten voor Euroclear en een gelijk speelveld, want ook de andere landen met bevroren Russische tegoeden moeten mee in het bad. Dat zijn geen overdreven eisen. Ik kan u alleen maar aansporen om te volharden en om de druk te weerstaan.
Georges-Louis Bouchez:
Monsieur le premier ministre, je vous remercie. Finalement, on a pu entendre plus ou moins les mêmes discours dans le chef de pas mal d'intervenants. Mais il ne faut pas se tromper, on n'a pas tous le même objectif. Quand le PTB est d'accord avec vous, c'est parce qu'en fait, il ne souhaite pas réellement la défaite de la Russie, compte tenu d'une certaine histoire et d'une certaine approche de l'Occident.
Il faut être bien clair ici, nous voulons une Russie la plus faible possible pour aller négocier la paix. Qu'on ne se trompe pas, la guerre sera une guerre d'usure, parce que la Russie l'a débutée non pas en Ukraine en 2022 mais en Géorgie en 2009. Son objectif est de contrôler les cinq mers à l'ouest de la Russie, de reconstituer un empire et une zone d'influence qui va nous toucher via des cyberattaques, la présence de drones ou toute autre influence politique. On devra être fort, on devra mobiliser des moyens. C'est la raison pour laquelle ce gouvernement investit fortement dans la Défense, afin de protéger nos concitoyens.
Dans le même temps, monsieur le premier ministre, comme je le disais, on doit aussi être totalement partie prenante du processus politique qui mettra un terme à cette guerre. Il n'est pas normal de devoir mobiliser tant de moyens et d'apprendre via la presse ce que Donald Trump a négocié. C'est une nouvelle fois le reflet de la faiblesse européenne que nous devons corriger par la défense, l'industrie et notre souveraineté/autonomie.
Raoul Hedebouw:
Mijnheer de eerste minister, zoals ik eerder al heb gezegd, steunen we u uiteraard in het verzet tegen de Europese Commissie, die vandaag vraagt om alle Russische tegoeden in beslag te nemen.
Ik was wel graag dieper ingegaan op de vraag wat de strategie van de Europese Raad precies is. Bestaat dat debat in de Europese Raad? Waar wil men naartoe? Wat is het idee over de plaats van Europa in de wereld? Het idee dat we al onze contracten op financieel vlak zomaar aan de kant zouden schuiven, is toch te gek voor woorden? Wat zullen andere landen dan denken? We leven toch niet meer in de periode van de koningen? Wat zullen andere landen denken wanneer we beslissen om dat geld gewoon in beslag te nemen? Dan zullen ze hun eigen banken en structuren op poten zetten.
In welke wereld leven we? Ik heb de indruk dat er in de Europese Raad nog altijd het idee leeft van la grande Europe qui domine le monde, avec les États-Unis d’Amérique .
Dat is gedaan, beste collega's. De wereld is aan het kantelen. We moeten met Europa onze eigen weg volgen. Dat zal natuurlijk gebeuren met uitgestrekte hand naar de landen in het zuiden.
Ziet u niet dat onze economie eraan kapotgaat? De Amerikanen moedigen Europa aan om ermee door te gaan. Ondertussen gaat Europa gewoon de afgrond in, economisch, sociaal en militair. Zo maken ze Europa kapot.
Dat de eerste minister zegt dat we waarschijnlijk niet zullen winnen, is meteen een schandaal. Dat is nochtans wat op het terrein gebeurt. Kijk wat er gebeurt. We moeten zelf diplomatie bedrijven op basis van onze eigen visie.
Sandro Di Nunzio:
Ik juich uw ondubbelzinnige verklaring hier dat ons standpunt ten opzichte van Oekraïne niet is gewijzigd, toe. Het was uiteraard te verwachten dat u de uitspraken van maandagavond zou afdoen als een fait divers en dat u die tot irrelevante opmerkingen zou proberen te herleiden. Het was te verwachten dat u ons zou verwijten de zaken uit de context te trekken. Een ding is echter duidelijk, mijnheer de eerste minister, u hebt die woorden wel degelijk uitgesproken. U hebt gezegd dat het zelfs niet wenselijk is dat Rusland zou verliezen. U hebt dat letterlijk zo gesteld.
Wij willen u met onze opmerkingen niet in een bepaalde hoek plaatsen. Wij willen enkel aangeven dat uw verklaring ongelooflijk belangrijk is. U moet beseffen dat uw woorden, die ongehoord zijn, tellen. U bent premier van dit land. Of u hier spreekt of in een kleinere zaal, dat heeft altijd een weerslag. Uw uitspraak is niet alleen nadelig voor onze diplomatieke positie, maar u voedt daarmee ook de Russische propagandamachine. Die gebruikt dat om ons land weg te zetten als bondgenoot van Rusland. Dat moet u absoluut vermijden. U mag in het dossier niet uit de bocht gaan. U speelt als premier op een ander niveau in de wereld. U moet helder en duidelijk blijven communiceren wat ons standpunt is, zoals u dat hier hebt geformuleerd, namelijk dat we de mensen in Oekraïne en hun strijd steunen en dat we ons tegen de illegale invasie door Rusland verzetten.
Wouter Vermeersch:
Collega's, als Viktor Orbán zich als enige in Europa verzet en een vuist maakt tegen Europa, dan schreeuwt het Parlement moord en brand. Nu zouden we bijna smeken om een premier met de daadkracht en ruggengraat van Orbán. Het belang van het dossier voor de belastingbetaler kan niet worden overschat: vergelding vanuit Rusland, het breken van het internationaal vertrouwen, het ondermijnen van het financiële systeem en zelfs het faillissement van dit land, als we moeten terugbetalen. Voor dat laatste hebben we de Russen zelfs niet nodig.
Mijnheer de premier, u bent al zeer goed bezig om dit land naar de afgrond te brengen. U en ik, wij hier allemaal, hebben op de schoolbanken geleerd dat Europa voor welvaart en vrede moet zorgen. Vandaag houdt Europa zich bezig met het maken van schulden en het stoken van oorlog. Euroclear ligt in België, in Vlaanderen. Dus wij, Vlamingen moeten beslissen over de geblokkeerde tegoeden en niet Ursula von der Leyen of de Europese Commissie.
Dieter Vanbesien:
Mijnheer de premier, de Verenigde Staten hebben hun steun aan Oekraïne ingetrokken. Europa moet de hele zaak nu zelf financieren en dat is precies de kern van het probleem waarover we het hier vandaag hebben. De meest logische oplossing voor dat probleem is dat Europa dat geld leent op de financiële markten en het dan aanwendt voor de steun aan Oekraïne. De Hongaarse premier Orbán verhindert dat. Ons land mag niet het slachtoffer worden van de collaboratie van Orbán met Rusland. Dat is niet aanvaardbaar.
Als we willen dat Europa solidair is met ons land, zullen we zelf ook uit de pijp moeten komen. U hebt herhaald dat ons land loyaal achter Oekraïne staat en ik ben daarvan overtuigd; ik twijfel daar niet aan. Dat moet echter ook blijken uit daden. Als we onze democratie echt willen verdedigen, zal ons land eindelijk eigen middelen moeten vrijmaken om de Russische agressor tegen te houden. De begroting van 2026 komt eraan. Toon aan de Europese collega’s dat we aan de juiste kant staan. Toon dat ook wij de nodige middelen inzetten om Oekraïne te steunen. Dat zijn we verplicht aan Oekraïne, dat zijn we verplicht aan onze democratie en dat zijn we verdomme verplicht aan onszelf.
François De Smet:
Merci monsieur le premier ministre d'avoir rappelé le soutien clair de notre pays à l'Ukraine. C'était évident – et vous l'aviez déjà formulé –, mais je crois qu'il était nécessaire de le rappeler maintenant. J'espère que le message sera arrivé auprès des autres pays européens et de la presse européenne. Deuxièmement, ne soyons pas naïfs à propos des objectifs de M. Poutine. Son objectif premier est de semer la discorde entre nous, dans nos pays et entre pays européens. En conséquence, la meilleure réponse à lui apporter est de parvenir à un accord. Vous avez raison de tenir jusqu'au bout, mais il faut absolument que les Européens aboutissent à un accord qui permette de libérer cet argent pour l'Ukraine, d'une manière ou d'une autre. J'espère avec vous que les autres pays membres de l'Union comprendront qu'ils devront prendre leur juste part de la charge et du risque. Sinon, nous ne serons simplement pas à la hauteur de la tâche que l'histoire nous donne aujourd'hui.
De vogelgriep
Bekijk antwoord
Lotte Peeters:
Mijnheer de minister, in mei mocht ik u feliciteren met het behalen van de vogelgriepvrije status in ons land. We hadden het eindelijk even onder controle. Die euforie was jammer genoeg van korte duur.
Weelde, Houthulst, Dilsen-Stokkem, Kinrooi, Pelt, Gembloux. In oktober en november werden bijna dagelijks pluimveebedrijven getroffen door de vogelgriep. Het bleef daar ook niet bij. Er zijn tal van besmette wilde vogels, in Limburg was er een vos met symptomen en in Nederland stierven zelfs acht kittens aan de ziekte.
Het Europees Gezondheidsinstituut kondigde vandaag in een rapport aan dat het bezorgd is over een mogelijke overdracht van het virus van dier op mens. Dit alles heeft ertoe geleid dat de maatregelen in België werden aangescherpt en dat een periode van verhoogd risico van kracht is. Blinde paniek is nergens voor nodig, collega's. Ons grondig voorbereiden blijft echter van cruciaal belang, zowel voor onze economie als voor onze volksgezondheid. Ik heb hierover de volgende vragen.
Zult u de bestaande maatregelen verder aanscherpen? Zo ja, zal dit duidelijk worden gecommuniceerd op de overheidswebsite, vooral naar mensen die kippen of ander pluimvee in de tuin houden? Staat u daarnaast al in overleg met uw collega-minister bevoegd voor Volksgezondheid, voor het geval er toch een overdracht van het virus op de mens zou plaatsvinden?
David Clarinval:
Mijnheer de voorzitter, mevrouw Peeters, u hebt gelijk. Er zijn momenteel heel veel uitbraken van hoogpathogene vogelgriep. Voor de professionele bedrijven zijn er sinds de eerste uitbraak dit najaar in Otegem op 22 oktober 2025 negen uitbraken vastgesteld, zowel in Vlaanderen als in Wallonië. Er zijn ook twee besmettingen vastgesteld net over de grens met Nederland. Bij de hobbyhouders zijn er tot nu toe, sinds het najaar van 2025, twee gevallen vastgesteld.
Bij het vaststellen van een haard bij een professioneel bedrijf bakent het FAVV de besmettings- en beschermingszone af in een straal van drie kilometer en een bewakingszone in een straal van tien kilometer. In beide zones gelden specifieke maatregelen, waarvan de belangrijkste de ophokplicht, de verplichting om de dieren binnen te voeren en te drenken samen met een transportverbod zijn. In geval van besmetting dienen de stallen te worden geruimd en moeten reiniging en desinfectie worden uitgevoerd. De kosten daarvan worden gedragen door de crisisreserve van het FAVV. De vergoeding voor de geruimde dieren wordt betaald vanuit het Sanitair Fonds op basis van de recente waardetabellen.
Het virus circuleert bij wilde vogels en wordt op die manier verspreid. Er is een heel hoog risico op insleep van vogelgriep uit de omgeving. Vogelgriep is een zoönose en kan dus worden overgedragen op de mens. Dat is nog niet gebeurd, maar wordt zorgvuldig opgevolgd. Ook huisdieren kunnen worden besmet. In 2024 werd een besmetting vastgesteld bij twee katten die in nauw contact leefden met een besmet bedrijf.
Lotte Peeters:
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord. Het is goed dat u maatregelen neemt en de situatie van nabij opvolgt. Vooral communicatie is belangrijk. Er worden maatregelen genomen, maar ik zie vooral dat mensen die kippen houden in de tuin niet goed weten hoe ze zichzelf en hun dieren voldoende kunnen beschermen. Zoals u zelf ook aangaf, is er in Europa gelukkig nog geen overdracht naar de mens, maar het is toch belangrijk dat ons land zich daarop voorbereidt. Vandaar ook mijn expliciete vraag om daarvoor samen met de minister van Volksgezondheid de nodige voorbereidingen te treffen.
De golf aan faillissementen en de toestand van onze economie
De sluiting van Carrefourvestigingen en het toenemend aantal faillissementen
De mogelijke sluiting van Carrefourvestigingen
Het belang van het sociaal overleg in het kader van de crisis in de hypermarktsector
De economische crisis, faillissementen en sluitingen in de detailhandel
Gesteld door
Open Vld
Steven Coenegrachts
VB
Reccino Van Lommel
PS
Sophie Thémont
Les Engagés
Anne Pirson
Aan
Bart De Wever (Eerste minister), David Clarinval (Minister van Werk, Economie en Landbouw)
Bekijk antwoord
Steven Coenegrachts:
Mijnheer de minister, ik weet niet goed hoe ik in het Carrefour-rijtje terecht ben gekomen, al zal ik mijn best doen creatief te zijn en eveneens een vraag over Carrefour te stellen. Mijn vraag gaat echter over vogelpik.
Vogelpik is een zeer populair spel. Het is altijd goed dat politici voeling houden met de samenleving. Nu hebben we echter vernomen, mijnheer de minister, dat u ook in het kernkabinet vogelpik speelt.
Gaat de meerwaardebelasting in op 1 januari of niet? Jan Jambon gooit een pijltje. Gaat het ticket van Pairi Daiza van 6 naar 12 %? De heer Clarinval gooit een pijltje. Blijft het ticket van de Zoo van Antwerpen op 0 %? De heer De Wever mag gooien. Naar een alternatieve film tegen 6 %, naar een Disneyfilm met de kinderen tegen 12 %: het dartsbord zal beslissen.
Mijnheer de minister, terwijl u vogelpik speelt, gaan er jobs verloren. Mensen verliezen hun inkomen. Vandaag werden bij Agfa-Gevaert 145 ontslagen aangekondigd. Bedrijven gaan dicht en andere hebben het moeilijk, terwijl u over mekaar rolt over de prijs van filmtickets. Shame on you .
Mijnheer de minister, wanneer zult u actie ondernemen om de jobs van mensen te beschermen? Wanneer gaat de energiefactuur voor bedrijven eindelijk omlaag? Wanneer zult u zich daadwerkelijk bekommeren om de economie?
Reccino Van Lommel:
Mijnheer de minister, er zijn in dit Parlement mensen die alles wat jullie doen ongelooflijk fantastisch vinden en zichzelf heel graag bezig horen. Dat kenmerkt de Wetstraat. Politiek personeel dat de voeling met de buitenwereld volledig kwijt is en van zichzelf vindt dat het ongelooflijk goed bezig is.
Maar niets is minder waar, minister. Kijk hoe het gesteld is met de ondernemingen in ons land. Soms gaat het over geruchten, zoals in het geval van Carrefour. In andere gevallen spreken we over concreet jobverlies of nog erger.
Het gaat trouwens allang niet meer over de kroonjuwelen die hun activiteiten afbouwen of die verdwijnen, het gaat ook over kmo’s die elke dag opnieuw getroffen worden. Dat wordt vertaald in recordaantallen faillissementen. Ik heb u daar al over ondervraagd, maar u blijft altijd naast de kwestie antwoorden.
Het aantal faillissementen is in de jongste tien jaar nog nooit zo hoog geweest als nu. Los daarvan daalt de industriële activiteit in ons land jaar na jaar. U en uw premier blijven zich echter scharen achter de Europese Unie, die met haar regeldrift en waanzinnigheid onze bedrijven kapotmaakt. Denk aan de verwoede pogingen van de Europese Unie onze bedrijven op te zadelen met allerhande rapporteringsverplichtingen, waarvoor ze een leger medewerkers in dienst moeten nemen. Denk maar aan Peppol, dat u door de strot van al die bedrijven wil blijven duwen om na Money Control straks ook aan invoice control te doen. De afleveringen over het leven in het Big Brotherhuis zijn er haast niks tegen.
Mijnheer de minister, mijn vraag is heel duidelijk. Wat zult u doen om het tij van deze leegloop en deze golf van faillissementen te keren?
Sophie Thémont:
Monsieur le vice-premier ministre, on commence déjà à voir les publicités des grandes enseignes avec les guirlandes de Noël, les cageots d'huîtres, les bouteilles de mousseux. En face, il y a les annonces inquiétantes de Carrefour: les boules de Noël, mais surtout la boule au ventre. C'est la dixième saison d'une série noire: Makro, Delhaize, Cora, maintenant Carrefour. À chaque fois, c'est le même scénario. Des patrons qui engrangent des bénéfices d'un côté et des milliers de travailleurs plongés dans l'angoisse de l'autre côté.
À la veille de Saint-Nicolas et de Noël et au milieu de vos réformes sociales violentes – augmentation de la TVA, saut d'index –, toutes ces familles se demandent si elles vont devoir encore être plus flexibles, si elles vont devoir perdre leur job, si elles retrouveront du boulot, mais surtout assez vite pour échapper au couperet. Tout cela dans un secteur où les licenciements collectifs, les restructurations, les franchises mettent de plus en plus de travailleurs dans d'énormes difficultés. Tout cela dans un secteur qui veut généraliser les ouvertures le dimanche et tard le soir, D'ailleurs, je voulais vous remercier parce que je trouve cela super sympa pour les femmes. Encore une fois, que vont-elles faire de leurs enfants le dimanche? Tout cela dans un secteur où on engage de plus en plus d'étudiants, de personnes en intérim ou avec des contrats précaires. La grande distribution traite les travailleurs comme de la lessive en promotion, et cela me met en colère.
Les travailleurs ce ne sont pas des produits qu'on brade ou qu'on jette quand ils sont gênants. Et vous, que faites-vous? Vous faites des réformes qui encouragent toujours plus ces grandes enseignes à mépriser celles et ceux grâce à qui elles s'enrichissent.
Monsieur le ministre, vous voulez valoriser le travail. Dès lors, quelles mesures prenez-vous pour corriger le tir et protéger les travailleurs?
Anne Pirson:
Monsieur le ministre, on dit toujours qu'une information en chasse une autre. Hier, on apprenait la faillite de Leen Bakker, avec la perte de 250 emplois. Je ne vais pas dire que cette mauvaise nouvelle est passée inaperçue, mais c'est vrai que l'annonce d'une vente possible des activités de Carrefour en Belgique a vite pris le dessus sur l'actualité. Ce n'est pas une simple rumeur, c'est vraiment un séisme potentiel dans un secteur qui a déjà été ébranlé par les restructurations successives: Delhaize avant-hier, Mestdagh hier, Cora en début d'année et maintenant Carrefour.
Hier, en quelques heures, en quelques minutes même, des milliers de familles ont été plongées dans l'incertitude alors qu'elles sortent de plusieurs années de tensions sociales. Il faut se rendre à l'évidence, la grande distribution est en train de changer de visage: effritement du modèle des hypermarchés, concurrence salariale exacerbée depuis les franchisations, automatisation accélérée, pression logistique et marges en chute libre. Ces transformations interrogent la capacité de notre marché du travail à absorber ces chocs et ces changements.
Dans ce contexte, Les Engagés veulent rappeler une chose simple, à savoir que la concertation sociale n'est pas un décor, c'est un garde-fou, un amortisseur, un pilier. Sans ce dialogue, ce secteur court à la casse sociale et c'est inacceptable, monsieur le ministre. Ce pays a besoin de clarté, de prévisibilité et de fermeté.
Monsieur le ministre, quelles actions structurantes le gouvernement entend-il mener pour accompagner la transformation du marché de l'emploi dans la grande distribution? Surtout, des contacts ont-ils déjà été pris avec les partenaires sociaux et avec la direction de Carrefour Belgique pour garantir transparence, stabilité et dialogue?
David Clarinval:
Mijnheer de voorzitter, geachte Kamerleden, net zoals u heb ik kennisgenomen van de berichten in de pers over een mogelijk vertrek van Carrefour uit de Belgische markt, wat de werknemers begrijpelijkerwijs ongerust heeft gemaakt.
Ik merk evenwel op dat de directie van Carrefour België die informatie snel heeft tegengesproken. Zij bevestigde dat de groep niet van plan is om het land te verlaten. Men herhaalde dat Carrefour al enige tijd opnieuw rendabel is.
Ik volg de situatie al meerdere jaren van zeer nabij op, reeds van in de vorige legislatuur, samen met mijn regeringscollega's. Ik zal waakzaam blijven en tot actie overgaan wanneer dat nodig is.
De handels- en distributiesector wordt geconfronteerd met grote structurele uitdagingen: marges die onder druk staan, toegenomen concurrentie, hoge operationele kosten en de snelle opkomst van de e-commerce. Daarbij komen de reeds lang lopende gesprekken tussen de sociale partners over de structuur van de paritaire comités. Die onderhandelingen boeken weinig vooruitgang.
J'ai donc récemment demandé une étude auprès du SPF Emploi, Travail et Concertation sociale ainsi qu'auprès du Conseil Central de l'Économie (CCE), en vue d'objectiver la situation actuelle du commerce, des impacts que cela a sur leur compétitivité. Je les ai également invités à proposer des pistes de solutions. Le but est que le tout soit présenté et discuté avec les acteurs du secteur au milieu de l'année 2026. Il est essentiel que la concertation sectorielle apporte rapidement des solutions.
J'ajoute que nous entretenons des contacts réguliers avec l'ensemble des acteurs du secteur de la distribution afin d'entendre leurs préoccupations et d'identifier avec eux les leviers d'action les plus efficaces. J'ai d'ailleurs encore moi-même rencontré, voici une dizaine de jours à peine, le patron de Carrefour Belgique.
En ce qui concerne vos questions plus générales concernant les faillites en Belgique, messieurs Coenegrachts et Van Lommel, la Belgique est en effet confrontée à un contexte économique difficile. Nous avons atteint un pic de faillites ces derniers mois, particulièrement en novembre, un mois qui concentre traditionnellement davantage de décisions judiciaires. On ne peut nier cette situation économique difficile et c'est précisément pour y répondre que le gouvernement a pris des mesures.
Et ce sont des mesures fortes. La première consiste en un milliard d'euros de réduction de cotisations sociales qui vont s'étaler dans le courant des années à venir. La seconde, c'est une réforme de la norme énergétique qui sera mise en œuvre l'année prochaine et une diminution de 300 millions d'euros des coûts électriques pour l'ensemble des acteurs. Mais ce sont aussi plus de 800 millions d'euros d'ajustement grâce à l'indexation plafonnée pour alléger le coût salarial au sein des entreprises. Permettez-moi par ailleurs de rappeler que je mène aussi des réformes nombreuses et importantes du marché du travail qui permettront d'apporter de véritables améliorations en termes de compétitivité.
Ces mesures sont en train d'être exécutées. Cela prend effectivement du temps. Toutes ne sont pas encore implémentées, certaines sont implémentées en phases. Mais je suis certain que toutes ces mesures porteront leurs fruits dans le courant de l'année prochaine et permettront de diminuer drastiquement le nombre de faillites en Belgique dans les années futures.
Steven Coenegrachts:
Mijnheer de minister, ik dank u voor de eervolle vermelding in uw antwoord, maar ik heb geen antwoord gekregen op mijn vraag.
Wat is er nu aan van dat zogenaamd akkoord? U zegt dat het wat tijd in beslag neemt, maar wij hebben er vorige week heel wat tijd aan besteed. We hebben twee dagen lang gediscussieerd over uw akkoord!
Vandaag werd het duidelijk. ceci n’est pas un accord . Het is een vals akkoord! Gezien het tempo waarmee uw regering zaken verduidelijkt, valt aan te nemen dat we pas tegen het carnavalsakkoord zullen weten wat u nu eigenlijk beslist hebt.
Ondertussen verliezen we tijd. Ondertussen verliezen mensen hun job en hun inkomen. U zegt dat u een studie zult laten uitvoeren, maar dat zal niet genoeg zijn.
Wij verwachten concrete maatregelen. Concrete maatregelen die zuurstof geven aan onze industrie, onze bedrijven, onze kmo’s en de zelfstandigen, maak daar alstublieft werk van.
Reccino Van Lommel:
Mijnheer de minister, u hebt vandaag opnieuw geen krachtig signaal de wereld ingestuurd. Uw regering zit ondertussen bijna een jaar in het zadel. Wat hebt u concreet gerealiseerd om echt iets te doen aan de toestroom van faillissementen of om de de-industrialisering van Vlaanderen aan te pakken? U overlegt wel met de gewesten, maar resultaten zien we niet. Waar blijft uw fameuze kmo-plan, waar we al bijna een jaar op wachten en dat werd beloofd? We hebben er niets van gezien.
Mijnheer de minister, uw geloofwaardigheid begint een probleem te worden. U blijft de Vlamingen behandelen als uitgeperste citroenen die u vervolgens op de grond gooit om het laatste sap uit de zeste te stampen. Het begrotingscircus van vorige week toonde nogmaals aan dat deze regering een aanslag pleegt op iedereen die in dit land werkt, spaart en onderneemt. Dat is wat Arizona kenmerkt.
Sophie Thémont:
Monsieur le vice-premier ministre, je vous remercie.
Permettez-moi de douter fortement des propos de Carrefour puisque, depuis la franchisation des magasins Delhaize, excusez-moi, mais tout est possible en Belgique. En réfléchissant un tout petit peu, je me dis qu'il n'y a jamais de fumée sans feu.
Si vous avez lu la presse, vous aurez vu que Brico comptait franchiser 10 magasins pour alléger ses finances. Là encore, cela se soldera par des pertes d'emplois. Dans la grande distribution, on voit bien que la franchise devient la norme.
Monsieur le ministre, je vous invite plutôt à dire à Carrefour et à toutes les grandes multinationales qu'elles doivent arrêter de jouer au Monopoly avec la vie de leurs salariés. Elles ne peuvent ériger leur recherche de profit en modèle de société. Le monde ne leur appartient pas, monsieur le ministre. Votre rôle consiste à valoriser le travail. Or, en l'occurrence, vous valorisez l'exploitation.
Anne Pirson:
Monsieur le vice-premier ministre, je vous remercie de vos réponses. Vous vous êtes montré rassurant au sujet de la position de Carrefour. Pour ma part, je suis un peu moins rassurée au regard de l'histoire et de la situation générale de la grande distribution. Nous nous permettons d'insister sur la nécessité d'anticiper les mutations du secteur: l'automatisation, la concurrence salariale, etc. Les Engagés apprécient grandement votre engagement en faveur de la concertation sociale. Donc, nous ne pouvons que vous encourager à poursuivre le contact régulier avec les partenaires sociaux pour garantir que la voix des travailleurs soit pleinement entendue. À la mi-2026, nous serons attentifs aux solutions qui devraient être exposées. Pour nous, c'est bien à présent que se joue la capacité de notre marché du travail à absorber ces chocs sans produire de nouvelle casse sociale. Merci encore, monsieur le ministre.
De kostprijs van de indexsprong
De centenindex
De impact van indexaanpassingen op kosten en prijzen
Gesteld door
PS
Patrick Prévot
PVDA-PTB
Peter Mertens
Aan
David Clarinval (Minister van Werk, Economie en Landbouw)
Bekijk antwoord
Patrick Prévot:
Monsieur le ministre, la semaine dernière, vous avez à nouveau franchi une ligne rouge. Cette fois, vous avez décidé de toucher à l’indexation automatique des salaires, en plafonnant la seule protection qui préserve les citoyens de l’explosion du coût de la vie. Vous aviez pourtant juré que vous n’alliez pas y toucher. Dans cet hémicycle comme sur les plateaux télé, vous aviez promis moins de taxes, aucun saut d’index et davantage de pouvoir d’achat. Aujourd’hui, pour les pensionnés, pour les travailleuses et les travailleurs, c’est la douche froide. Comme si cela ne suffisait pas, vous alourdissez encore la facture de chauffage à l’approche de l’hiver.
Monsieur le ministre, estimez-vous qu’une personne qui travaille pour un salaire de 2 500 euros nets est une privilégiée? Considérez-vous qu’un pensionné qui perçoit 1 700 euros nets par mois est riche? Vos mesures vont clairement appauvrir les gens.
Le pire est que personne – pas même vous – n’est capable d’expliquer comment elles vont s’appliquer. Nous en sommes au point où les secrétariats sociaux eux-mêmes affirment que votre réforme est inapplicable. Et vous voilà à nouveau, avec vos collègues ministres, autour de la table à tenter de déchiffrer l’accord que vous avez pourtant vous-même décidé.
Monsieur le ministre, allez-vous réellement supprimer l’indexation automatique pour un travailleur sur deux et pour un pensionné sur deux? Comment ce double saut s’appliquera-t-il aux personnes qui cumulent deux mi-temps? L’entrée en vigueur est-elle bien prévue au 1 er janvier 2026, et pour qui? Enfin, une maman solo à mi-temps qui gagne 2 100 euros nets sera-t-elle épargnée, oui ou non? Autrement dit, allez-vous calculer l’indexation sur le salaire potentiel à temps plein?
Peter Mertens:
Mijnheer de minister, ik wil u eraan herinneren dat de index werd ingevoerd om de koopkracht te beschermen. De laatste vijf jaar hebben we in de energie- en de voedingssector enorme prijsstijgingen gezien en ook enorme woekerwinsten in die sectoren. De index zorgt ervoor dat de koopkracht wordt beschermd. De index verhoogt de koopkracht niet, maar beschermt ze.
Wat doet deze regering nu echter? Ze wil een stuk index afpakken van 1,3 miljoen werknemers en van 1,2 miljoen gepensioneerden. Dat wil ze niet één keer doen, maar wel herhaaldelijk. Iemand die bijvoorbeeld in januari 2026 100 euro opslag zou krijgen, zal maar 80 euro krijgen en is dus 20 euro kwijt. Hij is die echter niet alleen in januari kwijt, maar ook in februari, maart, april, mei, de rest van zijn carrière is hij die 20 euro kwijt. Zijn eindejaarspremie zal lager zijn, want die wordt berekend op het brutoloon. Zijn pensioen zal lager zijn, want dat wordt berekend op het brutoloon. Het gaat dus niet om een eenmalige diefstal van de heer De Wever, maar om een seriediefstal van de regering-De Wever bij 2,5 miljoen mensen in ons land.
Vorige week heb ik u een aantal concrete vragen gesteld in dit Parlement, waarop u helemaal niet hebt geantwoord. Tellen het dubbel vakantiegeld en premies mee om die drempel van 4.000 euro te halen? Tellen overuren, commissies en bonussen mee? Wat met sectoren die op een ander moment een indexaanpassing hebben? Hoe zult u dat doen?
Dat waren allemaal concrete vragen die ik u vorige week in dit Parlement heb gesteld, maar die werden weggelachen door de meerderheid. Vandaag moet u met de staart tussen de benen terugkomen en zeggen dat niets in orde is, dat u in een nacht een maatregel hebt genomen die gevolgen heeft voor 2,5 miljoen mensen, maar dat u geen flauw idee hebt hoe u dat zult doen. Het enige dat u weet, is dat u 2,5 miljoen hardwerkende mensen wilt treffen.
Ik heb dus maar één vraag voor u. Zult u bij die indexdiefstal blijven?
David Clarinval:
Geachte leden, in het kader van het begrotingsconclaaf werd de regering geconfronteerd met een veeleisende situatie.
Er waren besparingen nodig om de houdbaarheid van onze overheidsfinanciën te garanderen en om ons vermogen om te investeren in sociale, economische en veiligheidsprioriteiten te vrijwaren. De zogenoemde plafonnering van de index is een maatregel die past in deze gezamenlijke inspanning, waarbij de nodige aandacht wordt besteed aan de bescherming van de inkomens van de werknemers. We behouden immers de automatische indexering van de lonen, maar plafonneren die twee keer boven de 4.000 euro.
U vraagt mij technische details inzake de uitvoering van deze maatregel. Een technische werkgroep buigt zich momenteel over de verschillende modaliteiten ervan. Ik kan u nu dus geen nauwkeurige antwoorden geven op de zeer concrete vragen die u mij stelt.
Notre objectif est de parvenir à un accord définitif, dans les plus brefs délais, en vue de pouvoir ancrer cette vision dans une base légale claire.
Comme cela a déjà été communiqué à ce Parlement, cette mesure doit contribuer à hauteur de 883 millions à la trésorerie de l'État en 2029. Pour étayer ces chiffres, le gouvernement s'appuie sur les estimations du Bureau fédéral du Plan. En ce qui concerne l'effet concret pour les travailleurs, le Bureau fédéral du Plan indique que la mesure neutralise environ 15 % de l'indexation salariale dans le secteur privé, tandis que ce pourcentage atteindrait 25 % pour les salaires du secteur public. Il a également été tenu compte, dans cette estimation du Bureau fédéral du Plan, des moindres recettes fiscales et de sécurité sociale qui en découleront.
Cette adaptation permettra également de renforcer la compétitivité de nos entreprises, tellement essentielle pour notre économie et pour nos emplois – nous venons d'en parler dans les questions précédentes. En garantissant la prévisibilité du coût du travail et en évitant des hausses trop brusques, nous soutenons leur capacité à investir et à créer des emplois en nombre et en qualité. Cette mesure aura aussi un impact positif pour les autorités publiques, fédérales, bien sûr, mais aussi régionales et locales.
Je vous rappelle que, dans le budget, est prévue par ailleurs une réforme fiscale destinée à augmenter notablement le pouvoir d'achat des travailleurs et que cette réforme fiscale va permettre de récompenser et d'augmenter le pouvoir d'achat des travailleurs, ce qui sera largement supérieur à ce petit effort qui sera demandé aux personnes qui gagnent plus de 4 000 euros brut.
Patrick Prévot:
Monsieur le ministre, quel amateurisme! Vous nous aviez déjà bidouillé l'indexation en reportant l'entrée en vigueur. Aujourd'hui, vous parlez d'un écrêtage de l'indexation. Une chose est certaine, lorsqu'il faut faire des figures de style, vous faites preuve d'originalité.
Mais ce n'est pas une petite réforme, monsieur Clarinval. Cela touche un travailleur sur deux, un pensionné sur deux. On parle ici de dizaines de milliers d'euros sur une carrière, monsieur le ministre. Aujourd'hui, alors même que votre majorité a voté la confiance à ce gouvernement, alors même qu'on aurait déjà dû avoir ces réponses la semaine dernière, vous nous dites que c'est encore en discussion.
Vous avez mis des lignes budgétaires, mais il n'y a rien derrière. Être incapable aujourd'hui, monsieur le ministre, d'expliquer à la population ce qui l'attend, cela témoigne d'une violence incroyable et d'un mépris total pour les gens.
Peter Mertens:
De regering bestaat uit onwaarschijnlijke amateurs. U hebt een week gehad om antwoorden te vinden op de vragen die vorige week zijn gesteld. Na een week is er geen enkel antwoord. U beweert dat u de index twee keer zal afpakken. Dat klopt helemaal niet. Dat gebeurt keer op keer en maand na maand door het cumulatieve aspect van de diefstal die u zult plegen. In uw budgettaire tabellen staat voor 2026 een opbrengst van 272 miljoen euro ingeschreven voor de regering. Hoe zult u dat realiseren? Het akkoord bestaat niet. Hoe zult u dat doen? Op die vraag komt geen antwoord. In 2027 gaat het om 391 miljoen euro. Hoe zult u dat doen? Op die vraag komt geen antwoord. Wat betekenen alle geplande verminderingen voor de sociale zekerheid? Wat betekenen ze voor de consumptie in ons land? Hoe zult u dat doen? Ook op die vraag komt er helemaal geen antwoord. Wij krijgen hier geen antwoorden. Wij krijgen alleen de wil van de huidige regering-De Wever om het geld te halen bij 2,5 miljoen werkende mensen en gepensioneerden. Shame on you , beste regering.
De toestand in Venezuela
Gesteld door
PVDA-PTB
Nabil Boukili
Aan
Maxime Prévot (Minister van Buitenlandse Zaken, Europese Zaken en Ontwikkelingssamenwerking)
Bekijk antwoord
Nabil Boukili:
Monsieur le ministre, Donald Trump a annoncé cette semaine que les États-Unis allaient intervenir militairement au Venezuela, après avoir frappé de manière unilatérale des navires sur les côtes vénézuéliennes, après avoir fait plus de 70 morts, après avoir placé 10 F-35 à Porto Rico et fermé l'espace aérien.
Le prétexte, cette fois-ci, est la guerre contre la drogue et non plus les armes de destruction massive. Pourtant, un rapport mondial des Nations Unies sur les drogues – datant de 2025 – nous dit que le pays joue un rôle marginal, ne connaît pratiquement aucune culture illégale significative et n'est mentionné que dans 5 % des routes de trafic latino-américaines. L'objectif de l'administration Trump – il ne faut pas se mentir – est d'abord un changement de régime au Venezuela pour s'accaparer ses richesses pétrolières. Ce pays possède en effet les plus grandes réserves de pétrole au monde.
Pendant ce temps, l'Europe et la Belgique restent silencieuses. La dernière fois que je vous ai interrogé en commission, vous m'avez répondu que vous étiez contre une intervention militaire et contre une escalade mais vous n'avez pas condamné la politique agressive américaine.
Monsieur le ministre, vu l'escalade et l'agressivité américaine qui se renforcent, je vous le demande clairement. Vous devez être cohérent puisque vous dites défendre le droit international et qu'ici, on attaque un pays souverain. Allez-vous condamner cette politique américaine? Quelles mesures avez-vous prises ou comptez-vous prendre pour faire face à cette agression contre la souveraineté vénézuélienne?
Maxime Prévot:
Merci monsieur le député pour votre question. La Belgique et les États-Unis partagent cette préoccupation commune de lutter contre le trafic de drogue et la criminalité organisée. Lors du sommet entre l’Union européenne et les États d’Amérique latine et centrale, qui s’est tenu à Santa Marta le mois dernier, je me suis exprimé très clairement sur ce sujet. Cette lutte constitue une priorité de premier plan pour ce gouvernement et constituait d’ailleurs l’un des axes essentiels de mon déplacement en Amérique latine, plus précisément en Colombie et au Mexique.
Cette lutte doit cependant s’appuyer sur une coopération étroite entre les pays concernés et toujours respecter le droit international. La Belgique et l’Union européenne appellent à la désescalade et défendent l’importance de la stabilité régionale ainsi que de la sécurité maritime. Nous continuons par ailleurs à espérer un avenir pacifique et démocratique pour le Venezuela.
Or la situation sur place se tend. Hier, lors d’une cellule de crise consacrée au suivi des affaires consulaires, nous avons décidé de modifier l’avis de voyage du ministère des Affaires étrangères et de déconseiller désormais tout déplacement vers le Venezuela. Les Belges présents dans ce pays recevront un e-mail leur indiquant que les possibilités de quitter le pays diminuent et que l’assistance consulaire devient plus difficile.
Hier, j’ai rencontré hier le secrétaire d’État adjoint des États-Unis, Christopher Landau, avec qui j’ai eu un échange très franc sur de multiples sujets. J’ai pu évoquer avec lui l’enjeu de la lutte contre le trafic de drogue. Il a lui-même été très clair sur la position de l’administration américaine, qui souhaite redéployer sa diplomatie notamment vers l’Amérique latine et mieux y défendre ses intérêts sécuritaires. Nous avons convenu de continuer à discuter de ce sujet ensemble. Je serai d’ailleurs à Washington début janvier afin de continuer ce dialogue franc que nous avons initié.
Nabil Boukili:
Monsieur le ministre, je vous entends lorsque vous appelez à une désescalade, mais appeler à une désescalade ne suffit pas. Vous dites aujourd’hui que vous conseillez à nos ressortissants présents au Venezuela, ou à ceux qui souhaitent s’y rendre, d’être plus prudents. Mais ce qu’il faut, c’est éviter que la situation ne s’aggrave au Venezuela. Que fait la Belgique face aux États-Unis pour empêcher qu’une guerre n'éclate au Venezuela? C’est le peuple vénézuélien qui souffrira de cette guerre. Arrêtons de répéter cette fable selon laquelle les Américains interviendraient au Venezuela pour lutter contre la drogue. Le même discours a été tenu en Irak. Et quel en a été le résultat? Un million et demi de morts. Les Américains ont même menti devant les Nations Unies en affirmant qu’il y avait des armes de destruction massive. L’objectif réel était de s’accaparer le pétrole irakien et de défendre les intérêts stratégiques des États-Unis. Arrêtons de mentir aux gens: les Américains interviennent pour leurs propres intérêts, pas pour le peuple vénézuélien.
Het Belgisch standpunt in de Raad van Europa inzake de beperking van de toetsing door het EHRM
Gesteld door
Ecolo
Rajae Maouane
Aan
Maxime Prévot (Minister van Buitenlandse Zaken, Europese Zaken en Ontwikkelingssamenwerking)
Bekijk antwoord
Rajae Maouane:
Monsieur le ministre, le 10 décembre est la Journée internationale des droits de l'homme. Nous nous sommes, du reste, battus pour obtenir et acquérir ces droits: le droit à la vie, à la dignité, à l'égalité, à la vie privée, à la vie familiale, à un procès équitable, ainsi que l'interdiction des traitements inhumains.
Ces droits ne devraient, par ailleurs, jamais être remis en question. Pourtant, le 10 décembre prochain, ils risquent d'être piétinés. En effet, ce même jour, une Conférence interministérielle du Conseil de l'Europe a été convoquée. Est inscrite à l'ordre du jour une discussion sur l'indépendance des juges de la Cour européenne des droits de l'homme (CEDH). Cette idée prend sa source dans la lettre que la Belgique a corédigée et cosignée avec huit autres pays européens, relativement aux décisions rendues par les juges de la CEDH dans les affaires en rapport avec la politique migratoire. Cette lettre s'appuie sur des formulations inexactes, comme nous l'avions relevé à l'époque, accusant ainsi la Cour de limiter la capacité des É tats d'expulser comme ils le veulent. Pas une décision n'y est citée, aucun argument juridique solide n'y est invoqué; il s'agit seulement d'un coup de com' pour mettre la pression sur la Cour et ses juges.
Mercredi prochain, il est possible que cette attaque soit entérinée par une décision qui influencerait la manière dont les juges doivent rendre leurs arrêts. C'est grave parce que la CEDH est la plus haute juridiction européenne, c'est le socle de la démocratie pour les 680 millions d'Européennes et d'Européens, c'est notre barrière la plus importante pour faire respecter l' É tat de droit et les droits humains dans un contexte de trumpisation des discours et même des esprits, ainsi que de diabolisation des migrants. Monsieur le ministre, la réunion du 10 décembre sera très importante. La Belgique y détiendra la possibilité soit de s'aligner sur la défense de la démocratie soit de s'aligner sur l'Italie de Meloni et la Hongrie d'Orban.
Dès lors, monsieur le ministre, mes questions sont très simples. Avez-vous discuté de cette Conférence interministérielle en kern? Qui va représenter le gouvernement à cette réunion? Et puis, surtout, quelle sera la position de notre pays au sujet de l'indépendance des juges de la Cour européenne des droits de l'homme?
Maxime Prévot:
Madame la députée Maouane, je vous remercie de votre question qui se réfère à la Conférence ministérielle informelle du Conseil de l'Europe qui se tiendra à Strasbourg le 10 décembre prochain et à laquelle la Belgique entend bien participer par l'entremise de la ministre de l'Asile et de la Migration.
Les décisions et les conclusions en cours de négociation en vue de cette Conférence ne conduisent aucunement à une réduction du contrôle du respect de la Convention exercé par la Cour. Ces textes font suite à la main tendue par le secrétaire général du Conseil de l'Europe aux États membres. Le secrétaire général, M. Berset, a décidé d'initier un processus de dialogue pour répondre ensemble, effectivement à la suite du courrier que vous avez évoqué, aux défis contemporains posés à la fois par la migration irrégulière, par la situation des étrangers condamnés pour des infractions graves et par le trafic illicite de migrants dans le plein respect de leurs droits humains.
Ces textes ne remettent d'aucune manière en cause la liberté ni l'indépendance de la Cour. Il s'agit, justement, dans cet exercice, de s'assurer, ce faisant, de préserver l'intégrité du système de la Convention européenne des droits de l'homme en tant que pierre angulaire de la protection des droits humains en Europe. Ces textes réaffirment d'ailleurs des principes fondamentaux parmi lesquels notre engagement profond et constant à l'égard de la Convention et à l'égard de l'indépendance, de l'impartialité et de l'autorité de la Cour européenne des droits de l'homme. Ils réaffirment également l'importance de prendre en compte la jurisprudence de la Cour, de manière à donner pleinement effet à la Convention et à l'obligation inconditionnelle des États de se conformer aux arrêts de la Cour.
La Belgique s'engagera pleinement dans ce dialogue. Nous préférons cette main tendue à des raccourcis simplistes et nous préférons un dialogue dans un cadre institutionnel balisé, un cadre de respect des droits humains, à une initiative ad hoc sans balise. Mais vous trouverez toujours en ma personne un fervent défenseur des droits fondamentaux de toutes et de tous.
Rajae Maouane:
Monsieur le ministre, je vous remercie pour vos réponses. J'ai envie de vous croire et j'entends votre ton rassurant. Mais, ce qui peut se passer la semaine prochaine, monsieur le ministre, c'est quand même une bombe pour notre démocratie! Quand à l'époque M. De Wever avait cosigné cette lettre, on l'avait dénoncé. Vous aviez dit que ce n'était pas une attaque contre l'État de droit et vous aviez feint l'ignorance indiquant que vous n'étiez pas forcément au courant de la remise en question totale de l'indépendance des juges. Mais c'est malheureusement ce qui se passe. Le risque est réel. Aujourd'hui, vous ne pouvez pas dire la même chose. Ce risque existe; on le verra la semaine prochaine. Vous avez donc six jours pour rétablir la situation, six jours pour ranger la Belgique du bon côté. La Belgique est un pays fondateur du Conseil de l'Europe, je le rappelle. Il ne faut pas ternir l'image de notre pays en vous alliant à cette déclaration. Je me tourne donc vers les humanistes de ce gouvernement, le cd&v, Vooruit et Les Engagés. Il ne faut pas laisser ce genre de choses se produire. On attend de vous que vous défendiez l'État de droit et l'indépendance des juges au Conseil de l'Europe et à la Cour européenne des droits de l'homme.
De impact van PFAS in de voeding op de volksgezondheid
Gesteld door
Groen
Tinne Van der Straeten
Aan
Frank Vandenbroucke (Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid)
Bekijk antwoord
Tinne Van der Straeten:
Mijnheer de minister, vanmorgen lazen we in de krant dat heel wat producten die we dagelijks eten, zoals volkorenbrood, alsook producten die we vandaag massaal inkopen, omdat het overmorgen Sinterklaas is, zoals speculaas, vol zitten met TFA. TFA is een afbraakproduct van PFAS, een chemische stof die we vaak in pesticiden aantreffen en die massaal aanwezig is in onze omgeving.
PFAS en TFA functioneren als kleine stoorzenders in ons lichaam. We nemen die stoffen massaal op; ze blijven langdurig aanwezig en verstoren onze immuniteit. Ze hebben een invloed op onze vruchtbaarheid en veroorzaken tal van gezondheidsproblemen.
We vinden die stoffen vandaag overal in terug, onder meer in pesticiden, die mee de oorzaak zijn van de aanwezigheid van TFA in onze voeding. Dat is ook niet toevallen, want voor die chemische stoffen is er jarenlang op het hoogste niveau in Europa zeer sterk gelobbyd.
Mijnheer de minister, wij kennen u als iemand die het voortouw neemt, wanneer het gaat over gezondheidsdossiers die de bevolking zware schade kunnen toebrengen. Denk aan uw beleid en uw standpunten inzake vapen en het roken op terrassen. Hier hebben we opnieuw een dossier waarin we een sterke en proactieve minister van Volksgezondheid nodig hebben. Wanneer we de chemische sector en de lobbyisten hun gang laten gaan, wordt de kraan immers nooit dichtgedraaid. U hebt als minister van Volksgezondheid een bevoegdheid met betrekking tot de toelating van pesticiden. Zult u uw bevoegdheid ter harte nemen en ervoor zorgen dat pesticiden die PFAS bevatten, niet langer op onze markt terechtkomen.
Frank Vandenbroucke:
Dank u wel voor uw zeer vriendelijke woorden. Ik laat u wel opmerken dat de aanwezigheid van PFAS in voeding, de regels daaromtrent en wat eventueel kan worden ondernomen om de aanwezigheid ervan te verminderen, een voedselveiligheidsmaterie is, die onder de bevoegdheid valt van collega-minister Clarinval. U zult dus een deel van uw vraag aan hem in de bevoegde commissie moeten herhalen.
Wat het verband betreft tussen PFAS en diverse gezondheidsproblemen, wij noteren inderdaad belangrijke alarmsignalen. Anderzijds blijft er veel onbekend over de blootstellingsduur, de dosis, het type PFAS en de ernst van de ziekte, kortom de pathologische mechanismen die een relatie leggen met onder andere immuunstoornissen, een verhoging van het cholesterolgehalte in het bloed en een verhoogd risico op bepaalde vormen van kanker. Het is dus belangrijk dat goed in het oog te houden.
Het Federaal Kenniscentrum voor de Gezondheidszorg publiceerde daarom in juli – en ik vond dat een belangrijk initiatief – een studie over de impact van PFAS op de volksgezondheid, met als doel uniforme richtlijnen voor zorgverleners in het hele land te ontwikkelen. Dat was ook een uitdrukkelijke vraag van mij. Die richtlijnen worden nu door de gewesten verspreid en zullen ook in een e-learningformaat voor zorgverleners gegoten worden. Ik heb in oktober het kenniscentrum opgedragen de impact van PFAS op de gezondheid van kwetsbare groepen als zwangere vrouwen, vrouwen die borstvoeding geven, en zuigelingen, meer gedetailleerd te onderzoeken, met als doel richtlijnen te ontwikkelen voor zorgverleners. Dat advies wordt tegen volgende zomer verwacht.
Tinne Van der Straeten:
Dank u wel, mijnheer de minister. Het is goed meer kennis te verzamelen, maar er is vandaag ook al veel kennis voorhanden. Een aantal zaken weten we vandaag al, bijvoorbeeld dat PFAS aanwezig is in bepaalde pesticiden. Een kleine maar groeiende groep pesticiden zetten continu TFA en PFAS af in onze omgeving. Het is gemakkelijk ertegen te ageren en als u geen lobbyisten voor de chemische sector in uw regering had, zou het misschien nog gemakkelijker zijn. U hebt een gedeelde bevoegdheid met minister Clarinval, wanneer het gaat over de toelating van pesticiden, precies met het oog op de volksgezondheid,. Het is nu aan de orde om de kraan dicht te draaien, vandaag al te ageren gelet op hetgeen we nu al weten, en de gevaarlijke pesticiden met PFAS erin niet langer op de Belgische markt toe te laten.
Het grensoverschrijdend gedrag van een gynaecoloog in Tienen
De klachten over een gynaecoloog
Klachten over grensoverschrijdend gedrag van een gynaecoloog in Tienen
Gesteld door
CD&V
Nawal Farih
N-VA
Frieda Gijbels
Aan
Frank Vandenbroucke (Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid)
Bekijk antwoord
Nawal Farih:
Mijnheer de minister, sommige dossiers kruipen letterlijk onder ons vel, niet altijd omdat ze complex zijn, maar omdat ze bijzonder pijnlijk zijn. De voorbije dagen hebben we gigantisch veel getuigenissen gehoord van vrouwen die helaas in contact zijn gekomen met een zorgverstrekker op een manier die nooit, maar dan ook nooit toelaatbaar is of hoort in een zorgrelatie.
Daardoor stellen we natuurlijk heel wat vragen over de controle en over de mogelijkheid tot het indienen van klachten. Voor de organisatie van dat systeem kijken we naar de Federale Toezichtcommissie. Iedereen zou moeten weten dat men daar een klacht kan indienen, maar we beseffen dat dit onvoldoende bekend is bij patiënten en burgers en dat zelfs ziekenhuizen er niet altijd voldoende gebruik van maken.
Wanneer ik terugdenk aan de vrouwen die vandaag naar buiten durven komen en het verhaal dat ze brengen, voel ik plaatsvervangende schaamte, omdat we als politiek veel beter moeten doen voor hen. In een kwetsbare periode waarin ze een zwangerschapstraject doorlopen, zorg nodig hebben en met veel vragen zitten, hebben ze, zonder dat ze goed durfden te reageren, momenten meegemaakt die niemand zou mogen meemaken in de zorg.
Mijn vraag is dan ook eenvoudig. Hoe lang was de Federale Toezichtcommissie hiervan op de hoogte? Wat is daarmee gebeurd? Waarom gaan we niet terug naar de provinciale antennes, die veel dichter bij de ziekenhuizen en artsen staan, sneller signalen kunnen opvangen en sneller kunnen reageren, zodat we veel slagkrachtiger kunnen zijn in het belang van alle patiënten?
Frieda Gijbels:
Het betreft meldingen over één gynaecoloog. Het zijn spijtig genoeg altijd enkelingen, een paar rotte appels die de boel verzieken voor de grote meerderheid van de zorgverstrekkers die het wel degelijk goed voor hebben met hun patiënten. We kunnen nog kilo’s wetteksten produceren en bladzijden regels bedenken en het hebben over de kwaliteit van de zorg en de patiëntenrechten. Dat heeft allemaal geen zin als de burger niet weet waar hij terechtkan wanneer hij een klacht heeft over ons zorgsysteem, wanneer hij iets heeft meegemaakt dat niet klopt.
Ik vind het erg dat zoveel vrouwen een slechte ervaring hebben gehad bij hun gynaecoloog. Ik vind het nog veel erger dat ze daarmee zijn blijven rondlopen en niet wisten waar ze een klacht konden neerleggen. Pas toen iemand de weg had gevonden naar een klachteninstantie, ontstond er een tsunami van meldingen. Dat spreekt echt voor zich. Natuurlijk is iedereen onschuldig tot het tegendeel is bewezen en alles moet nog worden onderzocht. Dat ons klachtensysteem niet deugt, mijnheer de minister, lijkt mij evenwel duidelijk. Want eerlijk gezegd, wie kent de Federale Toezichtcommissie? Wie vindt de Federale Toezichtcommissie? Ik heb die commissie vandaag ingetikt op Google en kwam terecht op een pagina die niet werkt. Gelukkig werkte het Vlaamse meldpunt voor grensoverschrijdend gedrag wél. Daar zijn die klachten dan ook binnengekomen.
Het is niet voor niets, mijnheer de minister, dat wij als Arizona een verbetering van het klachtrecht in het regeerakkoord hebben geschreven. Dat is nodig. Het grote verschil komt er pas wanneer de zaken die we ons hebben voorgenomen, ook worden uitgevoerd.
Ik heb enkele vragen. Wanneer komt er een duidelijk meldpunt voor patiënten? Hoe staat het met de Federale Toezichtcommissie? Werkt die nu naar behoren? Hoe ziet u de modernisering van het klachtrecht? Tot slot, uiteraard de vraag waar we allemaal mee zitten, namelijk wat zit er nog onder de waterlijn?
Frank Vandenbroucke:
Dank u wel, collega's. Een praktijk van een dokter is bij uitstek een plek waar mensen zich heel kwetsbaar voelen en zich ook kwetsbaar moeten tonen. Artsen moeten daarmee met de hoogst mogelijke standaarden omgaan. Als wat de voorbije twee weken in de pers verschenen is juist is, of ongeveer juist is, dan is dat niets minder dan walgelijk en schandelijk. Ik denk dat we het daarover eens zijn.
De beroepsgroep en ook de ziekenhuizen moeten nadenken over hoe ze omgaan met integriteitsproblemen en hoe ze het vertrouwen bij patiënten kunnen herstellen. Er is ook een cruciale verantwoordelijkheid voor de politiek en de overheid. Dankzij dappere getuigenissen in De Morgen heb ik dit dossier onmiddellijk aan de Toezichtcommissie bezorgd. Bij de Toezichtcommissie was op dat moment nog geen enkele melding over deze arts binnengekomen. Ik heb hetzelfde gedaan bij de Orde der Artsen.
Op dit moment vind ik dat de veiligheid van patiënten absoluut primeert. Uit voorzorg is deze arts daarom bij hoogdringendheid, via een daarvoor bestaande procedure bij de Toezichtcommissie, geschorst. Die beslissing is dinsdagavond genomen. Een dergelijke schorsing, waarbij de betrokken arts niet wordt gehoord, heeft een maximumtermijn van acht dagen, zodat het principe van het wederwoord kan worden gerespecteerd. Alle betrokken instanties, de Toezichtcommissie, de Orde, de meldpunten en ook het parket moeten nu zeer grondig en zonder dralen hun werk doen met betrekking tot dit dossier en de klachten die er zijn.
Ik kan niet op het resultaat van dit onderzoek vooruitlopen, maar ik denk dat we uit deze situatie moeten leren. Dat houdt onder meer verband met de organisatie van het klachtrecht, met de wijze waarop de meldpunten met elkaar communiceren en hoe ze communiceren met de Toezichtcommissie over alle beleidsniveaus heen. Ik zal daarover met de ziekenhuizen moeten spreken, met de meldpunten en met de collega's in de deelstaten die daarvoor bevoegd zijn. Ik vind dit bijzonder belangrijk. Inderdaad, mevrouw Gijbels, we moeten echt ter harte nemen wat in het regeerakkoord reeds is aangekondigd.
Ik heb van mevrouw Demir vernomen dat het meldpunt nog in overleg was met de betrokkene over de vraag of en hoe de klacht aan de Toezichtcommissie zou worden bezorgd. Dat proces was nog lopende.
Mevrouw Demir heeft begin oktober het groeiend aantal dossiers, ook in de zorgsector, voor het eerst in algemene zin aangekaart via mijn beleidscel bij de administratie. Er waren daarvoor nog geen pogingen ondernomen om met de federale administratie hierover te spreken. Het heeft een paar weken geduurd, maar het contact wordt nu gelegd. De Vlaamse en de federale administraties zullen nu nadenken over het op punt stellen van de communicatie. Een bredere evaluatie is noodzakelijk om ervoor te zorgen dat patiënten overal goed terechtkunnen en er geen dossiers bij één contactpunt blijven liggen. Voor mij staan de integriteit en de veiligheid van de patiënten voorop. Ik vind het uiterst belangrijk dat wij ons huiswerk maken en dit klachtrecht echt op punt stellen. Ik ga ook investeren (…)
Nawal Farih:
Mijnheer de minister, ik dank u voor uw antwoord.
Ik hoor u graag uw antwoord eindigen met investeren in en versterken van de Toezichtcommissie, maar ik wil toch nog een pleidooi houden voor de provinciale antennes, want die werken en hebben altijd gewerkt. Als u het mij vraagt, dan zouden we daar terug naartoe moeten gaan. Voor cd&v blijft nabijheid cruciaal. Er zijn grenzen aan het centraliseren, want we zien dat centralisatie vertraging oplevert en dat patiënten de weg niet vinden. Wij pleiten voor meer nabijheid en stellen voor dat u opnieuw kijkt naar de provinciale antennes.
Frieda Gijbels:
Mijnheer de minister, het is niet moeilijk te begrijpen dat er geen meldingen waren bij de Federale Toezichtcommissie, want ze is onvindbaar. Dat orgaan zou toezicht moeten houden op onze kwaliteitswet en op de patiëntenrechten en ik vind het bijzonder jammer dat daar niet meer aandacht naar is gegaan. Ik hoor u echter graag zeggen dat u werk wilt maken van een verbetering van ons klachtrechtsysteem. We moeten het vertrouwen van patiënten in ons zorgsysteem herstellen, want er is daarmee de laatste tijd wel een en ander aan de hand geweest. Het heeft geen zin om patiënten en zorgverstrekkers tegen elkaar op te zetten. We moeten ervoor zorgen dat alles opnieuw functioneert en dat de bestaande systemen – we hebben er genoeg – met elkaar praten en op punt worden gesteld, zodat de patiënten een stem krijgen en een rol kunnen spelen in hun verzorging.
De aanwezigheid van Syrische oorlogsmisdadigers in België
Bekijk antwoord
Alexander Van Hoecke:
Vandaag werd bekend dat er een onderzoek loopt naar maar liefst negentien Syrische oorlogsmisdadigers die zich in ons land zouden bevinden. Het gaat om mensen die hebben gefolterd en gemoord. Het parket heeft ook bevestigd dat zich onder die negentien verdachten mogelijk IS-terroristen en Syriëstrijders kunnen bevinden.
Die negentien verdachten zijn waarschijnlijk slechts het topje van de ijsberg, want het parket geeft zelf aan dat het niet de middelen en de mankracht heeft om die onderzoeken grondig te voeren.
Laten we daar eens twee keer over nadenken. Justitie zegt vandaag dat het geen grondig onderzoek kan voeren naar mensen die uit Syrië naar hier komen en die worden verdacht van de meest walgelijke misdaden denkbaar.
Waar het Vlaams Belang al jaren voor waarschuwt, wordt jammer genoeg vandaag opnieuw en voor de zoveelste keer zwart op wit bevestigd. Deze regering heeft geen enkele controle op wie ons land binnenkomt.
Mevrouw de minister, in 2023 werd al eens een Syriër opgepakt, namelijk iemand die naar hier was gekomen, asiel had aangevraagd en als vluchteling werd erkend. Hij bleek een IS-terrorist te zijn. Niet de overheid ontdekte dat, maar een internationale mensenrechtenorganisatie.
Wij hebben toen al gepleit voor een grondige screening van minstens iedereen die uit Syrië en Irak naar hier is gekomen.
Mevrouw de minister, mijn logische vraag vandaag is dan ook waarom dat niet is gebeurd. Hoe kan het dat de regering vandaag nog steeds geen enkele controle heeft over wie ons land binnenkomt?
Annelies Verlinden:
Mijnheer Van Hoecke, u weet dat de toegang niet onder mijn bevoegdheid valt. Ik kan alleen maar toelichting geven bij wat er vandaag bij het federaal parket gebeurt. Er lopen effectief negentien onderzoeken naar mogelijke oorlogsmisdaden tijdens de periode onder Assad. Het gaat daarbij zowel om strijders van Islamitische Staat als om mensen die betrokken waren bij de gewelddadige onderdrukking van de oppositie ten tijde van Assad. Daarnaast werden intussen acht dossiers zonder gevolg geklasseerd.
Het federaal parket is bevoegd om de onderzoeken naar mogelijke oorlogsmisdaden te voeren, en ze indien nodig te vervolgen, op basis van artikel 8 van de voorafgaande titel van het Wetboek van Strafvordering. Zo’n onderzoek wordt gestart op basis van informatie op de sociale media, maar ook op basis van informatie die komt van partnerdiensten als het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen en van buitenlandse partners. Dat is een normale manier van werken.
Laat ik heel duidelijk zijn, oorlogsmisdaden en andere schendingen van het internationaal humanitair recht die in Syrië werden begaan, of ze nu door jihadisten, door aanhangers van het voormalige regime of door anderen werden begaan, mogen niet ongestraft blijven. Ik ben dan ook bijzonder blij dat het federaal parket de daad bij het woord voegt en alles doet wat het kan om die onderzoeken te voeren. Waar ons land bevoegd is, zal het federaal parket dat doen, op basis van de bevoegdheden en op basis van de procedures inzake die rechtsvervolging. Die misdaden zullen worden onderzocht en waar mogelijk vervolgd.
In ons land is geen plaats voor oorlogsmisdadigers. Ik heb er alle vertrouwen in het parket en de politie voor het voeren van die onderzoeken.
Alexander Van Hoecke:
Minstens negentien Syrische oorlogsmisdadigers wonen gewoon in ons land, en er wordt geen grondig onderzoek naar gevoerd, want Justitie heeft de middelen niet. Het parket zegt het zelf.
U bent het misschien al vergeten, maar sinds 2015 zijn er maar liefst honderd en drie IS-strijders, terroristen, teruggekeerd naar ons land. Weet u hoeveel van hen vandaag nog in de cel zitten? Amper een derde. Dan vraag ik me af wat er in godsnaam nog moet gebeuren voor deze regering eindelijk aan de alarmbel trekt, voor jullie wakker worden? In 2023 hebben we al gevraagd om iedereen te screenen die uit die regio komt, ook degenen die hier al zijn. Dat is niet gebeurd.
Ik vraag het opnieuw. Waarom laat deze regering toe dat hier mensen van over heel de wereld binnenkomen zonder dat we weten wie die mensen zijn? Daar komen ongelukken van. Dat weet u maar al te goed.
Voorzitter:
Collega’s, ik wil van de gelegenheid gebruik maken om te zeggen dat u uw stem nog kunt uitbrengen. De procedure loopt nog 20 minuten. Er is nog altijd ruimte voor uw stembiljet. Gelieve dus naar zaal 3 te gaan indien u uw stem nog niet zou hebben uitgebracht.
De aanbevelingen van het Observatoire International des Prisons over de overbezette gevangenissen
Bekijk antwoord
François De Smet:
Madame la ministre, aujourd'hui, en Belgique, plus de 500 détenus dorment sur un matelas par terre, tandis que d’autres sont dans des cellules qui n’ont même pas de fenêtre, ce que j’ai vu de mes yeux à la prison de Saint-Gilles il y a quelques semaines.
Il faut pouvoir dresser ce constat implacable: plus nous construisons de prisons, plus nous avons de prisonniers. Malgré l'ouverture de 1 400 places ces trois dernières années, nous enregistrons 2 000 prisonniers de plus.
Notre population carcérale devient un problème endémique, qui attire l'attention de l'Observatoire international des prisons. Celui-ci dénonce l'ensemble du système comme étant inhumain et inefficace, portant atteinte aux droits fondamentaux.
Dans une sortie hier, l'Observatoire nous dit que dans nombre de cas, le recours à la prison aggrave la situation, car ceux qui en sortent, ressortent en pire état que l'état dans lequel ils sont entrés. La prison serait pour eux, je cite, "une usine à maladie mentale, à consommation de stupéfiants, à désinsertion".
Madame la ministre, je sais que vous vous exprimez souvent sur le sujet, mais j'avais quand même envie de vous poser cette question, qui n'est pas juste politique, mais aussi sociétale. N'avez-vous aucun doute sur cette politique visant à construire, remplir, construire, remplir des prisons de manière continuelle, comme un tonneau des Danaïdes politique, dont vous héritez certes, mais que vous allez faire perdurer? C'est ce qui apparaît dans le budget.
Mes questions sont simples. Assumez-vous l'investissement prioritaire de 600 millions d'euros dans la création de nouvelles places de prison plutôt que dans des outils de désincarcération ou des alternatives?
À côté – je dis bien à côté – de la construction de ces nouvelles places, quelles mesures concrètes et immédiatement applicables prévoyez-vous de prendre pour répondre à l'urgence d’héberger dignement ces 500 personnes qui dorment sur des matelas dans des prisons? Quels que soient les délits qu'elles aient pu commettre, elles ne peuvent ressortir de prison dans un état pire que l'état dans lequel elles y sont entrées.
Annelies Verlinden:
Collègue De Smet, comme nous en avons déjà discuté en commission, le problème de la surpopulation dans les prisons perdure depuis des décennies. À ma demande, des moyens structurels ont été prévus à cet effet dans l'accord budgétaire du 24 novembre.
En juillet dernier, le Conseil des ministres a approuvé un plan élaboré avec tous les partenaires concernés. Ainsi, nous collaborons avec les communautés pour l'exécution des peines, avec la Santé publique pour les internés, avec l'Asile et Migration pour le retour des détenus sans droit de séjour et avec la Régie des Bâtiments pour la rénovation et la création de capacités.
La situation est grave, avec un taux de surpopulation de 20 %, voire plus dans certaines prisons, et 569 personnes qui ont dormi au sol en début de semaine. La loi d'urgence permet déjà un placement plus rapide, entre autres sous surveillance électronique, mais l'augmentation des peines et des condamnés pousse notre gouvernement à discuter d'autres mesures pour remédier sans délai à la problématique des détenus dormant à même le sol.
Des experts préparent un plan visant à lutter contre la surpopulation et à la prévenir, avec des propositions pour l'ensemble de la chaîne pénale. La réduction du nombre disproportionné de détenus en détention préventive est une priorité dans ce cadre. Nous augmentons également le nombre de maisons de détention à petite échelle et d'accompagnateurs de détention, afin de favoriser la réintégration. Cet aspect est essentiel pour prévenir la récidive. Enfermer des personnes de manière inhumaine sans accompagnement ne sert pas notre sécurité collective. La coopération et surtout le courage devront être nos boussoles si nous voulons vraiment résoudre ce problème.
François De Smet:
Merci madame la ministre. Je ne suis pas optimiste sur toutes les mesures, mais il serait malhonnête de dire que vous ne faites rien. Il va donc falloir vous laisser un peu de temps pour voir si tout cela fonctionne. Il faut le rappeler, le problème de la surpopulation est qu'elle constitue aussi une machine à récidive. Contrairement à ce que l'on pourrait croire, ce n'est pas en enfermant tout le monde dans des prisons que vous garantirez la sécurité des citoyens. Des gens finissent par en ressortir en étant pires que quand ils y sont entrés. Il existe en littérature française une citation bien connue que l'on attribue à tort à Victor Hugo mais qui traduit bien la pensée de cet écrivain: "Ouvrir une école, c'est fermer une prison". Il est quand même curieux de voir qu'en Belgique, on fait exactement l'inverse.
Het verbod op sociale media voor jongeren
De studie van de HGR over de regulering van de toegang van jongeren tot de sociale netwerken
De aanbevelingen van de HGR over de sociale netwerken
Beperking en regulering van sociale media voor jongeren
Gesteld door
Vooruit
Funda Oru
Les Engagés
Ismaël Nuino
MR
Florence Reuter
Aan
Vanessa Matz (Minster van Modernisering van de overheid, Overheidsbedrijven, Ambtenarenzaken, Gebouwenbeheer van de Staat, Digitalisering en Wetenschapsbeleid)
Bekijk antwoord
Funda Oru:
Mevrouw de minister, filmpjes met levensgevaarlijke challenges, onrealistische schoonheidsidealen of puur racisme en seksisme vormen een deel van de vreselijke rommel die vandaag onze jongeren via sociale media binnenkrijgen, van ’s morgens vroeg tot ’s avonds laat, vaak uren aan een stuk, want Vlaamse jongeren spenderen vandaag gemiddeld acht uur per dag aan schermtijd, boven op de schermtijd die ze op school al krijgen. Dat is onbegrijpelijk en hallucinant, ook omdat we vandaag weten wat de schadelijke gevolgen van sociale media zijn voor het mentale welzijn van onze kinderen: zelfverminking, eetstoornissen, depressies. Net als vele andere ouders ben ik ongerust. We voelen ons vandaag vooral machteloos tegenover de grote techgiganten en hun giftige algoritmes.
Ouders racen vandaag elke dag tegen de klok. Ze gaan werken, brengen hun kinderen naar school, maken eten klaar. Zoveel verantwoordelijkheden maken het onmogelijk om continu te controleren welke beelden hun kinderen online binnenkrijgen. Daarom legt Vooruit een voorstel op tafel, namelijk een verbod op sociale media voor kinderen. De Hoge Gezondheidsraad steunt dat ook. Andere studies en experts adviseren hetzelfde en andere landen doen het ons voor. In Denemarken kan het, in Frankrijk kan het, Australië doet het. Dan moet het hier in België ook kunnen. Het moet gedaan zijn met die schadelijke Chinese en Amerikaanse algoritmes die maar één doel hebben: de gezondheid van onze kinderen schaden. Ons voorstel is duidelijk: een socialemediaverbod voor kinderen tot 15 jaar om ouders te versterken in deze strijd en vooral om onze kinderen te beschermen.
Mevrouw de minister, steunt u ons voorstel voor een verbod op sociale media?
Ismaël Nuino:
Madame la ministre, nous avons deux minutes. Si cela vous convient, je vous propose de créer en direct un compte Facebook. (M. Nuino sort son téléphone portable et réalise les manipulations de manière à ce que la ministre puisse suivre) . Tout le monde sait comment ça marche. Je m'appelle Ismaël Nuino, je suis jeune et j'ai envie d'être sur Facebook comme tout le monde.
J'appuie sur "Suivant" après avoir renseigné mon prénom et mon nom. Bonne nouvelle, la plateforme me demande mon âge, ma date de naissance. Peut-être l'ignorez-vous, pour ouvrir un compte Facebook, il faut avoir minimum 13 ans. Admettons pour la démonstration que moi, Ismaël, j'ai 10 ans, je suis né en 2015. Si je renseigne cette année de naissance et clique sur "Suivant", la création du compte est impossible.
Bonne nouvelle, me direz-vous. J'appuie sur "OK" et je suis renvoyé sur la page où on me demande de renseigner ma date de naissance. Cette fois-ci, parce que j'ai vraiment très envie d'être sur Facebook, j'indique être né en 2010, et donc que j'ai 15 ans.
J'ai un peu d'appréhension, je me dis que Facebook ne sera pas dupe, mais j'appuie tout de même sur "Suivant" et constate que je peux poursuivre la procédure de création de compte. Là se trouve d'après moi le nœud du problème, madame la ministre.
Ce qui nous conduit à vous interroger aujourd'hui, c'est ce rapport du Conseil Supérieur de la Santé (CSS), qui nous montre l'impact néfaste que peuvent avoir les réseaux sociaux sur les jeunes. Malheureusement, Ismaël a vraiment créé son compte à 10 ans. Je suis allé vérifier, j'ai créé mon compte Facebook à cet âge, parce que comme tous mes potes, j'avais envie d'être sur Facebook et rien ne me l'interdisait, ni la loi, ni – comme vous l'avez vu – Facebook.
Madame la ministre, que pensez-vous de ce rapport? N'est-il pas temps – nous sommes en train d'y travailler en commission sous votre impulsion – de se demander comment, d'une part, fixer cet âge et, d'autre part, le vérifier? C'est indispensable parce que même si un âge minimal est théoriquement défini, ni Facebook ni les autres plateformes ne jouent le jeu. Comment donc procéder pour décider d'un âge et comment s'assurer que ce soit bien implémenté?
Florence Reuter:
Madame la ministre, j'ai essayé avec mon âge, mais j'ai été acceptée tout de suite. C'est ainsi: j'ai plus de 13 ans!
Plus sérieusement, je vous ai déjà fait part de l'inquiétude, notamment en tant que maman, que m'inspirent l'usage des réseaux sociaux et le recours intempestif aux écrans par les jeunes, en particulier les adolescents. Le rapport du Conseil Supérieur de la Santé, lui, est nettement plus mesuré et plus nuancé que les appels à une interdiction pure et simple. Nous savons que le Parlement européen a également voté une résolution pour une meilleure protection des jeunes face aux réseaux sociaux et, principalement, aux plateformes. Il met en garde devant les dangers que représentent ces réseaux pour nos adolescents. Toutefois, il cite aussi les bienfaits du numérique. Il faut en effet vivre avec son temps. On peut tout interdire, mais le numérique, les réseaux, internet, les écrans font désormais partie de la vie quotidienne des adolescents et de l'évolution de la société.
Pour moi, il n'existe pas de réponse unique qui serait l'interdiction bien qu' a priori , en tant que mère, j'y serais favorable. Interdire, c'est bien, mais comment appliquer ensuite cette interdiction? C'est là le nœud du problème. Comment appliquer une interdiction, si ce n'est en obligeant les plateformes à employer un logiciel qui permettrait de voir si l'enfant ou l'adolescent a, plus ou moins, 13, 14 ou 15 ans.
Madame la ministre, quelle position ce rapport inspire-t-il au gouvernement? Quid des difficultés énoncées? C'est bien de décider d'une interdiction, mais à quoi sert-elle si on ne peut l'appliquer? Puisque c'est une question générale, quels sont vos contacts avec les entités fédérées à ce sujet?
Vanessa Matz:
Beste collega's, veel ouders maken zich zorgen over de veiligheid van hun kinderen online. Met wie komen ze in contact? Welke berichten zien ze?
Régulièrement, comme vous l'avez tous rappelé, des tendances dangereuses circulent sur les réseaux sociaux. Il suffit de voir les challenges sur TikTok. On est parvenus, avec d'autres États membres, à enlever le hashtag SkinnyTok, mais cela fleurit tous les jours. Les risques ne se limitent évidemment pas à ces tendances-là. Sur ces plateformes, un mineur peut en quelques secondes tomber sur des contenus inappropriés, violents ou à caractère sexuel. La structure même de ces sites est extrêmement addictive, conçue pour capter l'attention et influencer des esprits qui ne sont pas encore totalement formés. Tout cela démontre une chose: les réseaux sociaux ne sont pas un terrain de jeu sans conséquences pour nos enfants.
Het is essentieel om de kwestie van online veiligheid van jongeren met expertise te bekijken. Ik dank collega Vandenbroucke voor het rapport dat hij opvroeg bij de Hoge Gezondheidsraad.
Les conclusions du rapport confirment la nécessité de mettre en place une véritable protection des jeunes en ligne et de définir un âge minimum pour l’accès aux réseaux sociaux. Celles et ceux qui ont lu le rapport de manière incomplète ne l’ont pas vu. Même si cela n’apparaît pas dans le résumé, le rapport indique clairement qu’une majorité d’experts se prononcent en faveur de l’instauration d’un âge minimum.
Je partage leur avis, mais définir un âge minimum ne servirait à rien sans dispositif de contrôle. Tout comme il faut prouver son âge pour acheter de l’alcool, ou pour entrer en boîte de nuit lorsqu’un vigile contrôle à l’entrée, nous avons besoin d’un dispositif similaire pour l’accès aux réseaux sociaux. C’est d’ailleurs exactement ce que souligne le rapport du CSS, qui appelle à instaurer une vérification de l’âge, c’est-à-dire un dispositif fiable garantissant que la limite légale fixée soit réellement respectée.
Soyez-en assurés, je suis déterminée à doter la Belgique d'un cadre législatif robuste, avec une vraie vérification de l'âge, grâce à l'authentification numérique. Nous avons, en Belgique, toute l'expertise nécessaire pour y parvenir. La commission de la Justice, présidée par notre collègue, entamera prochainement des travaux sur la question de la protection des jeunes en ligne et la fin de l'anonymat en ligne.
In dit land hebben we de gewoonte om wetten te maken binnen de regering en ze pas daarna te bespreken in het Parlement. Ik wil dat omkeren, met eerst een grondig parlementair debat, waarna we op basis van aanbevelingen voortvloeiend uit dat debat wetteksten uitwerken.
Dès que le Parlement aura rendu ses recommandations, je déposerai un projet de loi solide pour protéger les mineurs en ligne, un projet cohérent avec le cadre européen.
Je refuse que l’espace numérique soit un Far West où, en l’absence de règles, la loi du plus fort prévaudrait. Je suis convaincue que grâce à un cadre solide, nous pouvons faire en sorte que les réseaux sociaux continuent de rapprocher les gens tout en étant plus sûrs pour les jeunes.
Funda Oru:
Mevrouw de minister, dank u voor uw antwoord en voor de inspanningen die u wilt leveren om onze kinderen te beschermen. Ouders zijn vandaag echt bezorgd en rekenen op een sterke overheid om hen te helpen hun kinderen te beschermen. Daarom hebben we met Vooruit dat voorstel van een verbod op sociale media voor kinderen tot 15 jaar op tafel gelegd, zoals dat ook in andere landen geldt. Ons voorstel is klaar en duidelijk, u kunt ermee aan de slag gaan.
Collega's, ik zeg zeer vaak: It takes a village to raise a child . Met Vooruit zijn we een bondgenoot voor ouders. We voeren dezelfde strijd. Het is heel belangrijk om heel snel aan het werk te gaan om onze kinderen te beschermen tegen alle rommel die ze vandaag via sociale media binnenkrijgen.
Ismaël Nuino:
Madame la ministre, nous vous soutenons à 100 % pour le travail que vous avez prévu de mener. La commission de la Justice va organiser des auditions sur la question de la limite d'âge, sur notre capacité à y parvenir techniquement et aussi sur la manière de contrôler le respect ou non de nos lois sur les réseaux sociaux. Je suis d'ailleurs heureux de vous annoncer que ces auditions commenceront en janvier et que c'est à ce moment-là que nous pourrons avoir un vrai débat démocratique, tel que vous l'avez initié.
Cette question peut paraître amusante, mais notre société a toujours réussi – elle a toujours essayé en tout cas – à protéger les jeunes; en limitant l'âge pour pouvoir conduire, parce que ça peut être dangereux; en limitant l'âge pour avoir accès à de l'alcool; en essayant à chaque fois de les protéger parce que l'enfance est un moment qui doit être privilégié.
Aujourd'hui, les jeunes passent en moyenne trois heures par jour sur les réseaux sociaux et on ne peut pas se dire que ces trois heures quotidiennes sont des zones de non-droit, des zones sur lesquelles on n'a aucune prise et des zones où l'État décide de les abandonner.
Alors, madame la ministre, nous vous soutenons à 100 %.
Florence Reuter:
La protection des jeunes face aux écrans et aux réseaux sociaux est essentielle. Nous sommes tout à fait d'accord là-dessus. Elle passe par plusieurs canaux. Il y a la prévention, c'est pour ça que je vous interrogeais sur les entités fédérées. Il y a la sensibilisation, le rôle des parents, le rôle de l'école, le rôle des associations. C'est un tout. Et puis, il y a effectivement le rôle de la vérification. Cependant, cet outil de vérification dont vous parlez existe déjà, puisqu'il est testé actuellement par la Commission européenne. Il est d'ailleurs malheureux que la Belgique ne participe pas directement à ce test car, effectivement, je pense que c'est la clé. Aujourd'hui, il faut pouvoir vérifier si l'enfant ou l'ado a 13, 14 ou 15 ans. Quel que soit l'âge adapté, il faut pouvoir le vérifier. Mais, aujourd'hui, interdire purement et simplement, sans avoir l'ensemble des données et, surtout, sans cet outil de vérification, est évidemment chose vaine.
Het principeakkoord tussen bpost en Temu
De deal tussen bpost en Temu
bpost en Temu samenwerkingsakkoord
Gesteld door
Vooruit
Nele Daenen
N-VA
Lieve Truyman
Aan
Vanessa Matz (Minster van Modernisering van de overheid, Overheidsbedrijven, Ambtenarenzaken, Gebouwenbeheer van de Staat, Digitalisering en Wetenschapsbeleid)
Bekijk antwoord
Nele Daenen:
"Een kaakslag voor Belgische handelaars die de regels wel naleven", zo luidde de reactie van Unizo en Comeos op de deal tussen bpost en de Chinese webshop Temu. Eerlijk gezegd kan ik dat begrijpen, mevrouw de minister. De deal wordt beklonken net op het moment dat de federale regering extra maatregelen neemt tegen de toevloed van spotgoedkope pakjes uit China, pakjes met onveilige tot zelfs giftige producten die niet voldoen aan onze Europese veiligheidsnormen, om nog maar te zwijgen van de achter die goedkope producten liggende pure uitbuiting met ondraaglijke werktijden van 18 uur per dag voor een hongerloon.
Bpost zet de deur helemaal open voor gevaarlijk kinderspeelgoed met giftige stoffen in onze Vlaamse huiskamers. Wie is hier de grote winnaar? Dat is Temu, de Chinese webshop die vorig jaar nog zijn winst verdubbelde tot honderden miljoenen euro's.
De deal roept heel wat vragen op, mevrouw de minister, over de gevolgen voor al onze lokale handelaars, voor onze kunstenaars wier illustraties Temu illegaal overneemt, en vooral voor consumenten op het vlak van veiligheid en gezondheid. Bpost is nog steeds een overheidsbedrijf en mensen verwachten van een sterke overheid dat ze ook hen beschermt.
U had daarom afgelopen week een overleg met de handelsfederaties en bpost. In de media konden we lezen dat dat overleg heel goed en constructief verliep. Ik heb daarom maar één vraag voor u. Kreeg u garanties over de samenwerking tussen bpost en Temu en de impact hiervan op onze economie, op onze bedrijven en op onze consumenten?
Lieve Truyman:
Mevrouw de minister, elke dag komen er meer dan 4 miljoen pakjes toe in ons land en 91 % daarvan zijn Chinese pakjes. Veel producten zijn niet veilig en vaak gaat het om namaakproducten.
Met de pakjestaks zet de arizonaregering de eerste stap in de strijd tegen die tsunami aan Chinese pakjes. Dat is een noodzakelijke stap om de oneerlijke concurrentie tegen te gaan.
Terwijl Temu een van die Chinese verkoopplatforms is die zorgen voor een economisch onevenwicht op onze Belgische markt, sloot bpost enkele dagen na de bekendmaking van de maatregel van de regering echter een overeenkomst met Temu. Dat doet heel wat vragen rijzen. Mevrouw de minister, speelt u daarin een rol? Beschikt bpost over de nodige mandaten om die overeenkomst te sluiten? Hebt u begrip voor de bezorgdheden van Comeos en UNIZO? We hebben begrepen dat u gisteren samenzat met de sectorfederaties UNIZO en Comeos en dat bpost daar ook bij aanwezig was. Wat is het resultaat van dat overleg?
Vanessa Matz:
Collega’s, ik heb net zoals u in de pers kennisgenomen van het samenwerkingsprotocol tussen bpost en Temu. Bpost is een autonoom overheidsbedrijf, dat zijn eigen operationele keuzes maakt. Op dat vlak kom ik niet tussenbeide.
Gisteren hebben de commissies voor Mobiliteit en voor Economie beslist om hoorzittingen te organiseren met bpost, de handelsfederaties en SFPIM, zodat zij hun standpunten kunnen toelichten. Op mijn initiatief hebben wij gisteren ook samengezeten met bpost, de handelsfederaties en collega-minister Simonet. Dat was een constructief en open overleg. De handelsfederaties uitten hun bezorgdheid over de groeiende oneerlijke concurrentie als gevolg van de komst van producten op de Europese markt die niet altijd aan de Europese normen voldoen. Ik deel die bezorgdheid.
Bpost benadrukte dat het samenwerkingsproject met Temu gericht is op het verzekeren van de lokale handel via lokale en pan-Europese leveringen.
De verschillende partijen hebben beslist de dialoog voort te zetten tijdens een volgende vergadering in januari 2026.
Nele Daenen:
Mevrouw de minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik juich uw initiatief om gelet op de talrijke bezorgdheden met bpost in overleg te gaan, alvast toe. Iemand betaalt immers de prijs voor die goedkope, giftige producten. Een sterke overheid moet daarom onze bedrijven en onze consumenten beschermen. Daaraan geven wij onze volledige steun.
De Vooruitfractie rekent erop dat u het dossier blijft opvolgen omwille van al onze lokale handelaars, al onze consumenten en onze veiligheid en gezondheid.
Voorzitter:
Mevrouw Daenen heeft haar eerste vraag gesteld tijdens de plenaire vergadering. (Applaus)
Lieve Truyman:
Ik dank u voor het antwoord, mevrouw de minister. Inderdaad, de massale instroom van spotgoedkope Chinese pakjes toont aan dat onze markt door oneerlijke concurrentie wordt overspoeld. Bovendien plegen deze platformen schaamteloos inbreuk op eigendomsrechten en auteursrechten. Denk maar aan pedagogische voorleesboekjes.
Collega's, we mogen deze focus absoluut niet verliezen. We moeten erop toezien dat onze handelaars en ondernemers een eerlijke kans krijgen, dat onze kinderen veilig speelgoed onder de kerstboom vinden en dat onze auteurs en ondernemingen beschermd blijven. Als David tegen Goliath, zo gaan wij de strijd aan.
Voorzitter:
Hiermee werd de laatste vraag van dit vragenuurtje gesteld. Bedankt, mevrouw de minister. Ik sluit hierbij het vragenuurtje af.
Voorstellen en Ontwerpen
De voorstellen en wetsontwerpen die besproken werden tijdens deze vergadering en de bijbehorende stemmingen.
Wetsontwerp tot wijziging van artikel 7 van de wet van 21 november 1989 betreffende de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen Wetsontwerp ter aanpassing van de verplichte aansprakelijkheidsverzekering voor motorrijtuigen
1 stemming
Wetsontwerp aangenomen
Wetsontwerp tot wijziging van artikel 116 van de wet van 2 december 2024 betreffende de openbaarmaking van duurzaamheidsinformatie door bepaalde vennootschappen en groepen en de assurance van duurzaamheidsinformatie en houdende diverse bepalingen, inzake de datums van toepassing van de rapportageverplichtingen
1 stemming
Wetsontwerp aangenomen
Wetsvoorstel tot wijziging van de wetgeving betreffende de vergoedingspensioenen en de wetgeving betreffende de herstelpensioenen ingevolge daden van terrorisme Wetsontwerp ter aanpassing van pensioenregels voor slachtoffers van terrorisme en vergoedingspensioenen
1 stemming
Wetsvoorstel aangenomen
Wetsontwerp betreffende de financiële ondersteuning van sommige buitenlandse militairen die een opleiding volgen aan een Belgische militaire onderwijsinstelling Wetsontwerp ter financiering van buitenlandse militairen in Belgische militaire opleidingen
1 stemming
Wetsontwerp aangenomen
Wetsontwerp tot wijziging van diverse bepalingen betreffende het statuut van de militairen Wetsontwerp ter aanpassing van de rechtspositie en arbeidsvoorwaarden van militairen
1 stemming
Wetsontwerp aangenomen
Wetsontwerp tot wijziging van de wet van 18 maart 1838 houdende organisatie van de Koninklijke Militaire School Wetsontwerp ter aanpassing van de organisatie en werking van de Koninklijke Militaire School
7 stemmingen
Wetsontwerp aangenomen
Wetsvoorstel tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, teneinde bij een echtscheiding de mogelijkheden tot toewijzing van de gezinswoning te verruimen en die toewijzing bij een beëindiging van een wettelijke samenwoning mogelijk te maken Wetsontwerp ter uitbreiding van mogelijkheden voor toewijzing van de gezinswoning bij echtscheiding en beëindiging van wettelijke samenwoning
Wetsvoorstel aangenomen
Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 1 augustus 1985 houdende fiscale en andere bepalingen, ter verduidelijking van de aard van het beroep tegen de beslissing van de commissie voor financiële hulp aan slachtoffers van opzettelijke gewelddaden en aan de occasionele redders Wetsontwerp ter verduidelijking van het beroep tegen beslissingen over financiële hulp aan slachtoffers van geweld en redders
Wetsvoorstel aangenomen
Wetsvoorstel tot bekrachtiging van koninklijke besluiten inzake inkomstenbelastingen Wetsontwerp ter goedkeuring van koninklijke besluiten over inkomstenbelasting
Wetsvoorstel aangenomen
Wetsontwerp tot uitvoering van Verordening (EU) 2023/1114 van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 2023 betreffende cryptoactivamarkten en tot wijziging van Verordeningen (EU) 1093/2010 en (EU) 1095/2010 en Richtlijnen 2013/36/EU en (EU) 2019/1937, en van verordening (EU) 2023/1113 van het Europees Parlement en de Raad van 31 mei 2023 betreffende bij geldovermakingen en overdrachten van bepaalde cryptoactiva te voegen informatie en tot wijziging van Richtlijn (EU) 2015/849 en houdende diverse financiële bepalingen Wetsontwerp ter uitvoering van EU-regels voor cryptoactiva en transparantie bij geldovermakingen
Wetsontwerp aangenomen
Voorstel van resolutie betreffende de overdraagbaarheid van het ouderschapsverlof op de langstlevende partner Wetsvoorstel ter overdraagbaarheid van ouderschapsverlof aan de langstlevende partner
Voorstel van resolutie verworpen
Wetsvoorstel tot wijziging van de wet van 6 augustus 1931 houdende vaststelling van de onverenigbaarheden en ontzeggingen betreffende de ministers, gewezen ministers en ministers van Staat, alsmede de leden en gewezen leden van de wetgevende kamers Wetsontwerp ter aanpassing van regels over onverenigbaarheden voor ministers en parlementariërs
Wetsvoorstel verworpen
Stemmingen
Stemmingen niet gelinkt aan een voorstel/ontwerp.